Deze krant biedt informatie over het kunstproject Woordenstroom dat in 2006 en 2007 langs de vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt gerealiseerd. De 2e editie van de krant zal verschijnen in 2007.
WOORDEN STROOM INTERVIEW
E D I T I E 1 | Juli 2006
TA A L B E E L D E N L A N G S D E V A A R W E G L E M M E R - D E L F Z I J L
KUNST
VAART
HISTORIE
TA A L
WOORDENSTROOM
VERBETERINGSWERKEN
LEMMER-DELFZIJL
80 BIOGRAFEN
Het eerste kunstwerk van het
De komende jaren zal het
Een lange geschiedenis
Op vrijdag 1 september
project Woordenstroom is af.
vrachtverkeer toenemen. Om
van graven en bruggen
schrijven 80 biografen De
Eén aria en negen gedichten
een veilige en vlotte vaart te
bouwen. Het ontstaan
Biografie van de vaarweg
schallen uit de voormalige
garanderen, moet de vaarweg
van de vaarweg tussen
Lemmer-Delfzijl een publicatie
Oosterbrug in Groningen.
worden aangepast.
Lemmer en Delfzijl.
die eind 2006 verschijnt.
> PAGINA 2
> PAGINA 3
> PAGINA 4&5
> PAGINA 12
OVERIG >
INTERVIEWS VERDER
8 GERRIT KROL 9 LUIT WINDT 10 ERWIN ADEMA & BENNE VAN DER VELDE 11 POPKO DIJKEMA 6&7 OVERZICHTSKAART WOORDENSTROOM 12 ZOMER 2006 LANGS DE VAARWEG
Het ontwerp van Gerrit Krol en Regina Verhagen Zie pagina 8
Dichtregels langs de vaarweg UNIEKE KUNSTROUTE IN FRYSLÂN EN GRONINGEN
Te k s t :
FELIX VILLANUEVA
Twee jaar geleden, op een natte, winderige dag in juni, vertrok vanuit de haven in Delfzijl een rondvaarboot richting Lemmer. Aan boord een gemengd gezelschap van schrijvers/dichters, kunstenaars en grafisch ontwerpers.
Z
ij
waren door de provincies Groningen en Fryslân uitgenodigd deel te nemen aan een groots opgezet kunstproject waarin de vaarweg Lemmer-Delfzijl centraal staat. Aanleiding voor dit project zijn de verbeteringswerkzaamheden aan de vaarweg, die het goederenvervoer over het water in Groningen en Fryslân moeten bevorderen. In het kader van deze werkzaamheden is in opdracht van de provincies Fryslân en Groningen en Rijkswaterstaat directie Noord-Nederland een toekomstvisie ontwikkeld ten aanzien van het vaarweglandschap. In dit Masterplan Vormgeving vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt de wens uitgesproken om ook aandacht te schenken aan kunst en cultuur. Het kunstproject kreeg de titel Woordenstroom en omvat dertien permanente en semi-permanente
werp te maken voor een ruimtelijk taalkunstwerk dat in een aan hen toegewezen deel van de
kunstwerken waarin taal een hoofdrol speelt. Aan twaalf koppels van schrijvers/dichters en grafisch vormgevers/kunstenaars werd gevraagd een ont-
vaarweg een plaats zou moeten krijgen. Het landschap, de lokale cultuurgeschiedenis, de vracht- en recreatievaart, de bruggen, sluizen, kortom alle ka-
Een opeenvolgende reeks ruimtelijke taalbeelden die sterk verbonden zijn met de plekken waar ze zijn geplaatst.
rakteristieke aspecten van deze belangrijke transportader in het hoofdvaarwegennet van ons land zouden daarbij als inspiratiebron moeten dienen. Aan een dertiende koppel werd verzocht een project te bedenken waarin aandacht wordt geschonken aan het hele traject van de vaarweg. Voorjaar 2005 werden alle ontwerpen ingediend en door een interprovinciale kunstcommissie goed bevonden. Volgens planning zullen de ontwerpen in 2006 en 2007 worden uitgevoerd, zodat over twee jaar een unieke kunstroute is uitgezet langs de 118 kilometer lange waterweg. Een opeenvolgende reeks ruimtelijke taalbeelden die sterk verbonden zijn met de plekken waar ze zijn geplaatst. Tot beeld geworden dichtregels die de bezoeker tot een intensievere beleving van het vaarweglandschap uitnodigen. Lees verder op pagina 2 | Voor een overzicht van de locaties en ontwerpduo’s, zie pagina 6 en 7.
2
WOORDEN STROOM
DE SCHETSONTWERPEN
Woordenstroom DE SCHETSONTWERPEN IN DE EERSTE UITVOERINGSFASE
T E K S T:
FELIX VILLANUEVA
Het streven is om in 2006 negen kunstwerken van het project Woordenstroom te realiseren. Naast het overkoepelend project zullen in de eerste fase acht ontwerpen worden uitgevoerd, vier in Groningen en vier in Fryslân. In 2007 zal begonnen worden met de verwezenlijking van de resterende vier ontwerpen. Het ontwerp van Jan van Toorn & Willem van Toorn
DE VERBETERINGSWERKEN
Verbeteringswerken aan de vaarweg Lemmer-Delfzijl VOOR EEN VEILIGE EN VLOTTE VAART
De naam Gaarkeuken reisde hierheen toen in 1864 de nieuwe sluis klaar was Volg je nu zuidwaarts het kaarsrechte Woldiep dan kom je bij het Oude Gaarkeuken aan het Kolonelsdiep
Op het eerste gezicht lijkt het op een eenvoudige bank van
deoscherm aangebracht, waarop continue een tekst en
waaraf men zicht heeft op de vrachtschepen en recreatie-
beeldverhaal over het achterliggende land wordt vertoond.
boten die in en uit de sluis varen. Bij nader inzien blijkt het
Willem van Toorn schreef een lang gedicht [zie kader] ge-
openbare ‘zitmeubel’, op een grasstrook langs de sluis van
richt tot het ‘varensvolk’ dat, wachtend in de sluis, wordt
Gaarkeuken, drager te zijn van een langgerekte lichtkrant
geïnformeerd over de herkomst van het woord ‘sluis’, de
waarop teksten en beelden voorbijglijden. Het ontwerp
naam ‘Gaarkeuken’, en over de cultuurgeschiedenis van
van grafisch ontwerper Jan van Toorn en schrijver/dichter
het omringende gebied. Tussen de dichtregels in zullen in
Willem van Toorn laat zien hoe met minimale middelen
kleur uitsnedes te zien zijn van de topografische kaart van
een maximaal effect kan worden bereikt. Onder de met
het land ten noorden en ten zuiden van de sluis.
WEILAND AAN HET BIGGEMEER BIJ GROU
in zich opneemt. Jacques Peeters ontwierp een helder letterbeeld uit te voeren in een uit gietbeton vervaardigd laagreliëf, dat in segmenten wordt aangebracht op de dertig meter lange borstweringen. De waarneming van een anoniem personage, opgeroepen door de twee tekstregels, maakt de passant of bezoeker opmerkzaam op het bijzondere karakter van de omgeving.
blauwe en witte tegels beklede ‘zitting’ van het ruim drie meter lange betonnen bouwsel is een bijna evenlang vi-
Daar was een volkskeuken voor schippers en jagers en knechts. Die vaart werd meer dan 400 jaar geleden gegraven in opdracht van de spaanse stadhouder Caspar de Robles – de vijand die geliefd was bij de bevolking om zijn zorg voor de waterstaat. Als je naar Harlingen vaart, kun je hem daar zien: zijn beeld heet De stenen man. ©2005[fragment]
TSEAD BRUINJA STINNE OP SWART wyn folt de jas de stetson dy iene dy’t mal is mei al it oare seit hy of sis ik oft de grûn net in doar is oft dy weach net in doar is seit hy of ik my ta hoe djipsto neist my lizzen komst hynder dat foar de wagen lut it wetter luntdraaft it stint op syn swarte glânsrêch it stint op syn pluzige swypsturt kleur wint grûn en ik sis ôf of ta ©2005
TON BAAS gedeputeerde verkeer en vervoer van de provincie Fryslân:
‘Woordenstroom staat symbool voor de functie en het gebruik van het kanaal, maar ook voor de kunst van het varen.’
Het ontwerp van grafisch vormgever René Knip en dichter Tsead Bruinja wordt uitgevoerd op een weiland dat aan het Biggemeer ligt. Tsead Bruinja schreef in de Friese taal een gedicht over een persoon die in het kale weide- en rivierlandschap van Fryslân zijn plaats in de wereld overdenkt. Gaat hij een verband aan met het andere om hem heen of vlucht hij? René Knip ontwierp een constructie van stalen palen en gespannen staaldraden waarop de dichtregels, in speciaal ontworpen ruimtelijke letters, zijn bevestigd. Alle delen van de draagconstructie worden bestreken met scheepsteer. Niet alleen ter bescherming tegen weer en wind, maar ook als toespeling op de titel van het gedicht [Stinne op Swart - zie kader] en als verwijzing naar de wereld van de scheepvaart. Het onderwerp van Bruinja’s gedicht ‘het moeten maken van een keuze’ komt ook tot uitdrukking in de plek van het taalkunstwerk. Dichtbij een eilandje in het Biggemeer waar de waterweg wordt gesplitst, en waar een keuze moet worden gemaakt om de vaartocht te vervolgen.
HET AQUADUCT BIJ TWELLINGAE Dat met eenvoudige middelen een sterke werking kan worden verkregen, bewijst het taalkunstwerk van typograaf Jacques Peeters en dichter Martin Reints. Hun voorstel behelst het aanbrengen van twee lange tekstregels op beide, tegenover elkaar liggende borstweringen van het aquaduct bij Twellingae, die vanaf het water gezien de onderdoorgang van het autoverkeer markeren. Martin Reints stelde twee regels samen die het beeld oproepen van een fictieve persoon die alles wat in het omringende landschap gebeurt
DE SLUIS BIJ LEMMER Hoe klein ook op de wereldkaart, als onderdeel van het Europese hoofdvaarwegennet vormt de vaarweg Lemmer-Delfzijl een belangrijke schakel in het mondiale netwerk van waterwegen. Voor grafisch ontwerper Thomas Widdershoven en dichter George Moormann aanleiding om de vaarweg in het perspectief te zien van de onontkoombare globalisering. Hun ontwerp is gebaseerd op het versterkte broeikaseffect en de toenemende stijging van de zeespiegel. Moormann schreef De zondvloed is nakende, een apocalyptisch gedicht waarin een toespeling wordt gemaakt op de dreigende teloorgang van Europa. Geïnspireerd door de befaamde woorden van de Griekse filosoof Heracleitos [Panta rhei kai ouden menei: Alles stroomt voorbij en niets blijft] ontwierp Widdershoven een nieuw lettertype met de woordspelige naam Penta Rhei. Een grillig lettertype – gebaseerd op een raster van vijfhoeken – dat de beweeglijkheid van water suggereert. Het gedicht zal in deze letter [x-hoogte van 90 cm] als één lange regel op de buitenwanden van de loopbrug van de sluis met verf worden aangebracht. Op de binnenwanden zal het gedicht in een kleinere letter in strofevorm worden aangebracht.
Voor de overige projecten in fase 1 zie pagina’s 3, 8, 9,10 en 12.
EVELINE BIJLSMA
e vaarweg tussen Lemmer en Delfzijl is van groot belang voor het Nederlandse en internationale vaarwegennet. Het traject bestaat uit het Prinses Margrietkanaal, het Van Starkenborghkanaal en het Eemskanaal en beslaat 118 kilometer. De route verbindt het Noorden met grote havens in de randstad, maar ook met Noord-Duitsland. De komende jaren zal het vrachtverkeer toenemen en ook de recreatievaart maakt veel gebruik van de waterweg. Om een veilige en vlotte vaart te garanderen, moeten op het traject vele aanpassingen plaatsvinden. In 1991 besloten daarom Rijkswaterstaat en de provincies Groningen en Fryslân tot het uitvoeren van
koper dan over de weg, de uitstoot per vervoerde ton lading is ook veel lager. Wel duurt het langer: het kost een vrachtschip tien uur om van Lemmer naar Delfzijl te varen, maar voor veel goederen levert dit geen problemen op. Om vervoer over water rendabel te houden, gebruikt de beroepsvaart steeds grotere schepen. Momenteel zijn de grootste schepen die van de route Lemmer-Delfzijl gebruik moeten kunnen maken de zogenaamde klasse V-schepen. Een klasse V-schip is 110 meter lang, bijna twaalf meter breed en ligt wanneer hij volgeladen is drieeneenhalve meter diep. De vaarweg is niet diep genoeg om een vol vrachtschip op gang te laten
aangepast. De bredere schepen, maar ook twee schepen tegelijkertijd, kunnen er dan onderdoor. Het kost teveel tijd en dus geld wanneer schepen bij een brug op elkaar moeten wachten. Een bredere en diepere vaarweg biedt niet alleen economische voordelen. Het is ook een stuk veiliger. Vracht- en recreatieverkeer zijn wat betreft afmetingen en wendbaarheid heel verschillend, wat betekent dat er voldoende ruimte moet zijn om elkaar veilig te kunnen passeren. Een ander onderdeel van de verbeteringswerken is het ophogen van kades. De kades van de vaarweg zakken door bodemdaling als gevolg van aardgaswinning. Het waterpeil daalt in principe mee, maar kan tijdelijk hoger worden door regenwater dat via polders, weidegebied en bouwland wordt afgevoerd naar de vaarweg. Wanneer er bovendien meer grotere en diepere schepen over het kanaal gaan varen, ontstaat er meer golfslag. Als een kade dan niet hoog genoeg is [een halve meter en lager], kunnen de golven op het grasland slaan, waardoor dit verweekt en de kade kan instorten. De huidige verbeteringswerken moeten in 2020 klaar zijn. Zoals het er nu naar uit ziet, gaat dat volgens Rijkswaterstaat ook lukken. Tot 2012 is er ongeveer 250 miljoen euro geïnvesteerd in de aan-
verbeteringswerken. De belangrijkste redenen om de vaarweg aan te passen, zijn economisch en milieukundig van aard. Transport over water is niet alleen veel goed-
komen en moet worden uitgebaggerd. Bovendien is het traject over grote lengtes te smal om twee schepen elkaar te laten passeren. Daarom wordt de vaarweg verbreed en worden er vele bruggen
passing van de vaarweg. Hoeveel geld er daarna beschikbaar zal zijn, moet nog besloten worden door het nieuwe kabinet. Er is zeker nog 300 miljoen nodig.
[architect Jan Peter Boelema]
DE SLUIS BIJ GAARKEUKEN
T E K S T:
Tot 2020 werkt Rijkswaterstaat aan de verbreding en verdieping van het vaartraject tussen Lemmer en Delfzijl. De doorvaarthoogte van bruggen wordt eveneens vergroot, zodat schepen daar niet meer op elkaar hoeven te wachten.
Impressie van de nieuwe brug bij Eibersburen
WILLEM VAN TOORN
3
WOORDEN STROOM
D
O
hlsen voorzag de brug samen met grafisch vormgever Rudo Menge van tien geluidsfragmenten, die gaan spelen zodra sensoren in de brugleuning beweging opmerken. Popko Dijkema liet woensdag 21 juni als eerste de soundscape klinken. In de stromende regen schrijdt Dijkema over de brug. Een aria uit de opera Das Land des Lächelns van de Duitse componist Franz Léhar wordt ingezet. Ik zag de oude brug is een bijzonder kunstwerk voor een bijzondere plek: sinds de Oostersluis in de jaren negentig van de vorige eeuw herbouwd is, liggen de bruggen werkeloos in het grasland ernaast. ‘Alle fragmenten hebben met de brug en zijn geschiedenis te maken’, vertelt Ohlsen. ‘Die opera van Léhar was erg bekend in de jaren vijftig, de tijd waarin ook deze brug hersteld is van de schade uit de Tweede Wereldoorlog. Schipper mag ik overvaren zit er ook tussen, en een sonnet van de dichter Ruben van Gogh. De overige zeven gedichten zijn van mij. Een gaat bijvoorbeeld over Ellen ten Damme, die heeft in dat huis gewoond.’ Hij wijst naar de overkant van de sluis. Bert Hoexum fietste vroeger altijd over de Oosterbrug, bijvoorbeeld als hij naar Delfzijl ging. De geschiedenis van de brug werd hem goed inge-
Geluidskunstwerk geeft oude brug zijn geschiedenis terug EERSTE VAN 13 KUNSTWERKEN LANGS VAARWEG LEMMER-DELFZIJL GEREALISEERD
‘Eigenlijk moet je hier staan op een winteravond, onder een heldere sterrenhemel’, zegt stadsdichter Ronald Ohlsen. Trots staat hij op de voormalige Oosterbrug in Groningen, waar zojuist het kunstwerk Ik zag de oude brug onthuld is.
Gasten bij de onthulling op 21 juni F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
prent door zijn vader. ‘We hadden echt respect voor de brug, als we eroverheen fietsten’, vertelt hij. ‘De huidige generatie weet misschien niet meer wat voor rol deze brug gespeeld heeft in de
oorlog. Die geschiedenis verdwijnt een beetje, maar komt terug met dit kunstwerk.’ Zie ook het interview met Popko Dijkema op pagina 11
4
WOORDEN STROOM
DE GESCHIEDENIS
5
WOORDEN STROOM
DE GESCHIEDENIS
Graven en bochtjes afsnijden H E T O N T S TA A N V A N D E V A A R W E G T U S S E N L E M M E R E N D E L F Z I J L De aanleg van de vaarweg begon in de negentiende eeuw in Delfzijl. Bijna was Stavoren het eindpunt van het traject geworden maar het werd toch nog Lemmer. T E K S T:
EVELINE BIJLSMA
Aanplant van rietoever langs het Prinses Margrietkanaal richting het Pikmeer F o t o : Projectbureau Friese Meren
BODEMDALING SCHERP I N D E G AT E N G E H O U D E N In 1951 werd de gasbel bij Slochteren gevonden. Met een oppervlakte van 900 vierkante meter bleek het een van de grootste gasvelden ter wereld te zijn. Het veld ligt op 2900 meter diepte. Het gas bevindt zich onder hoge druk in poreuze zandsteenlagen die 100 tot 200 meter dik zijn. Wanneer het gas uit het gesteente wordt gehaald, vermindert de druk in de poriën. Hierdoor wordt het zandsteen in elkaar gedrukt en daalt de bodem. Het Eemskanaal loopt dwars over de gasbel heen. Groningen ligt al voor een groot deel beneden het N.A.P. Wanneer de bodem daalt moet het waterpeil ook naar beneden. De lozing van bijvoorbeeld regenwater kan hierdoor in gevaar komen. In 1983 werd er tussen de NAM en de provincie Groningen een overeenkomst gesloten over de financiële gevolgen van bodemdaling als gevolg van aardgaswinning. Wanneer bijvoorbeeld de bedijking van het kanaal verhoogd moet worden vanwege de bodemdaling, moet de NAM dit betalen. Een commissie buigt zich over de schadeclaims. Bodemdaling kan namelijk ook op natuurlijke wijze veroorzaakt worden door activiteiten als waterwinning. Ook moet de NAM regelmatig metingen verrichten. Minstens een maal in de vijf jaar doet zij een voorspelling van de bodemdaling en meldt die aan de provincie. Zo bleek uit metingen van vijftien jaar geleden dat het aangrenzende gebied aan de westkant van de gasbel eveneens zal gaan dalen. Over de mate van de bodemdaling lopen de meningen uiteen. Aanvankelijk werd de maximale daling in het jaar 2100 op een meter geschat. De laatste prognose gaat uit van een maximum van ruim 40 centimeter in 2050.
Sneekermeer F o t o : Skylab/Projectbureau Friese Meren
De huidige brug bij Eibersburen in aanbouw rond 1935 F o t o : Provincie Groningen
De huidige brug bij Eibersburen in aanbouw rond 1935 F o t o : Provincie Groningen
DUBBELE FUNCTIE EEMSKANAAL De start van de aanleg van de vaarweg LemmerDelfzijl was de bouw van de schutsluis in Delfzijl. Deze sluis vormt het beginpunt van het 26,5 kilometer lange Eemskanaal, dat tot aan de Oostersluis in Groningen loopt. In 1870 begon men met de aanleg van het kanaal om problemen met de afvoer van overtollig water op te lossen. Het teveel aan water uit het noordoosten van Drenthe en het gebied rond Hoogezand-Sappemeer leidde regelmatig tot wateroverlast. Via het nieuwe Eemskanaal kon het water naar zee worden doorgesluisd. Het kanaal werd in 1876 voltooid en bleek al snel een belangrijke tweede functie voor de provincie Groningen te hebben: zonder deze binnenlandse verbinding met Delfzijl was de zeehandel verloren gegaan. Ook in de ontwikkeling van Delfzijl tot zeehaven speelde het kanaal een grote rol. De dubbele functie bracht wel problemen met zich mee. Bij afstroom van overtollig water werd de stroomsnelheid in het kanaal ook groter. Schepen konden dan niet door de sluis gelaten worden ['geschut' worden]. De waterafvoer bleef alleen maar toenemen, waar bij kwam dat door cultuurtechnische verbeteringen in het Drentse achterland de stroomsnelheid op het Eemskanaal nog meer steeg. Omdat ook de scheepvaart bleef toenemen zijn in 1954 verbeteringswerken gestart, waaron-
der verbreding van het kanaal, het bouwen van een extra sluizencomplex en een nieuwe havenuitgang naar zee.
L E M M E R O F S TA V O R E N ? Om een goede vaarverbinding tussen Amsterdam en het noorden te creëren, moest de vaarweg verder worden uitgebreid tussen Lemmer en Groningen. Hiertoe werd in 1900 de stichting ‘Vereniging ter bevordering van de verbetering zowel van de haven te Delfzijl als van de waterwegen naar Groningen, in het bijzonder van het Eemskanaal en van het kanaal Groningen-Lemmer’ opgericht.
Achteraf bleken de bezwaren niet ongegrond te zijn. Aanvankelijk had Groningen liever Stavoren dan Lemmer als eindpunt gezien. De aanleg van de Noordoostpolder en het ‘zoet maken’ van de Zuiderzee konden problemen veroorzaken bij dooi en zuidwestenwind: bij Lemmer zou dan het ijs in een hoek gedreven worden en voor groot oponthoud
zorgen. Ook zou de vaart naar Lemmer gevaarlijker zijn, omdat bij de meest voorkomende wind de dijk van de Noordoostpolder aan lager wal zou liggen. In eerste instantie gingen Fryslân en het Rijk akkoord, maar toen een vaarweg naar Stavoren duurder uit bleek te vallen dan een vaarweg naar Lemmer, kwam men hierop terug. Groningen bleef pleiten voor Stavoren als eindpunt, maar toen de minister dreigde de geldkraan dicht te draaien, moest ze wel inbinden. Achteraf bleken de bezwaren niet ongegrond te zijn. Tijdens strenge winters levert de toegang tot Lemmer lange wachttijden op. En bij slecht weer zijn verscheidene schepen ten onder gegaan op en nabij de dijk van de Noordoostpolder. De aanleg van het traject Groningen-Lemmer startte met de bouw van een sluis in Gaarkeuken. In 1922 werd met de bouw begonnen, twee jaar later was de sluis klaar. Na de Tweede Wereldoorlog moest de sluis overigens weer worden hersteld, nadat hij was getroffen door zware bombardementen. In 1929 werd begonnen met de aanleg van het kanaal, dat vernoemd is naar de toenmalige Commissaris van de Koningin Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. In 1938 werd het kanaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina. Het Groningse Van Starkenborghkanaal is 27 kilometer lang.
BERTUS MULDER gedeputeerde cultuur, taal en onderwijs van de provincie Fryslân:
‘De keunst fan de farwei is de streamjende ferbining fan histoarje, plakken en minsken troch wetter en wurden.’
Een vrachtschip verlaat de sluis van Gaarkeuken F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
E E N ' N AT U U R L I J K K A N A A L ' Het Friese gedeelte van het ‘Grote scheepvaartkanaal van Lemmer naar Groningen’, zoals dit traject in de jaren dertig van de vorige eeuw werd genoemd, bestaat uit het Prinses Margrietkanaal. Daarnaast is gebruik gemaakt van al bestaande waterwegen zoals meren, sloten en vaarten. Zo kruist het kanaal onder andere het Sneekermeer en het Bergumermeer. Op enkele plaatsen in het traject zijn bochten en hoeken afgesneden en elders zijn nieuwe stukken afgegraven, zoals tussen Grou en Oude Schouw. Doordat er gebruik is gemaakt van natuurlijke waterwegen, ligt een groot gedeelte van het kanaal langs kleine dorpjes. Er zijn dan ook vele
verbindingen naar grote steden aangelegd. Dit gedeelte van de vaarweg was pas in 1951 klaar, mede doordat de aanleg later begonnen is en tijdens de Tweede Wereldoorlog stil heeft gelegen. Het kanaal – net als de sluis bij Lemmer – werd vernoemd naar Prinses Margriet, het petekind van de koopvaardij.
POPULIEREN EN RIETOEVERS Het verschil tussen het Friese en Groningse gedeelte van de vaarweg is duidelijk te zien. In Groningen is een rechte lijn door het landschap getrokken. Dit traject is uitgegraven en daarlangs zijn dijken gelegd. Aan weerszijden van het kanaal werden populieren geplant, zodat schepen niet
gehinderd werden door de wind. Mede hierdoor is het kanaal als een duidelijk baken te herkennen in het Groninger landschap. Het is een soort watersnelweg door de provincie. Aan het Prinses Margrietkanaal is soms niet eens te zien dat het een kanaal is. Doordat het bestaande wateren volgt, heeft het ook op vele plaatsen een lokale naam. In Fryslân is het kanaal meer onderdeel van het landschap. De meeste oevers hebben natuurlijke aanplant, zoals de rietoevers langs het Prinses Margrietkanaal. J.W. Aarents et al. [red.], Van Lauwerszee tot Dollard tou: 125 jaar waterstaatkundig beheer van stad en ommelanden door de Provinciale Waterstaat, Groningen [Provincie Groningen] 1990. BRON:
IESLANDFRIESLANDFRI NGENGRONINGENG FRIESLANDFRIESLAND ONINGENGRONING ANDFRIESLANDFRIESLA GRONINGENGRONI SLANDFRIESLANDFRIES ENGRONINGENGRO IESLANDFRIESLANDFRI NGENGRONINGENG FRIESLANDFRIESLAND ONINGENGRONING ANDFRIESLANDFRIESLA GRONINGENGRONI SLANDFRIESLANDFRIES ENGRONINGENGRO IESLANDFRIESLANDFRI NGENGRONINGENG FRIESLANDFRIESLAND ONINGENGRONING ANDFRIESLANDFRIESLA GRONINGENGRONI 6
WOORDEN STROOM
OVERZICHTSKAART
7
WOORDEN STROOM
OVERZICHTSKAART
Wat komt waar? D E O N T W E R P D U O ' S E N H U N L O C AT I E S
1
Voor twaalf locaties aan de vaarweg Lemmer-Delfzijl bedachten evenzoveel koppels van schrijvers/dichters en grafisch vormgevers/kunstenaars een ruimtelijk taalkunstwerk. Op deze kaart ziet u hoe de projecten over de waterweg zijn verdeeld. Het dertiende project zal op één dag plaatsvinden langs het hele traject.
8
ARGR IET
NSES M
LEEUWARDEN
SNEEK
ES M A
10 R
ET KANAA
LPR i 9
MARGRIET KANAL
PRI
NSES 12
6
NAA L E
STARK ENBORGHK GRONINGEN N AAL EEMSKA 3
N STARKEN 4
HOOGEZAND
DRACHTEN
GRI
11
PRINS
LEMMER
VAN
EEMSKA
7
KANAAL P
RINSES MAR
5
ANAAL VA
SUAWOUDE
APPINGEDAM DELFZIJL
HEERENVEEN
1 2 3 4 5 6
WIGGER BIERMA &
TONNUS OOSTERHOFF > Zeesluis Delfzijl
meer info op pagina 9
MARTEN JONGEMA & K. SCHIPPERS
> bij Appingedam tussen
Groevesluis Noord en Zuid
ROGER WILLEMS &
MARIJE LANGELAAR & MARK MANDERS
> Wo l t e rs um - Garmerswolde RUDO MENGE &
RONALD OHLSEN
> Oo s t ers l ui s Groningen
meer info op pagina's 3 & 11 REGINA VERHAGEN & GERRIT KROL
> Platvoetbrug Reitdiep
meer info op pagina 8
JAN VAN TOORN &
WILLEM VAN TOORN > Sluis Gaarkeuken
meer info op pagina 2
7 8 9 10 11 12
KAREL MARTENS & KEES 'T HART >Bergumermeer
ERWIN ADEMA &
BENNE VAN DER VELDE > Zonnepont Suwâld
meer info op pagina 10
RENÉ KNIP &
TSEAD BRUINJA
BIOGRAFIE
> Weiland aan het Biggemeer bij Grou meer info op pagina 2
VANESSA VAN DAM & SJAAK LANGENBERG
GERT JAN SLAGTER &
ALBERTINA SOEPBOER
> Biografie van de vaarweg
meer info op pagina 12
>Sneekermeer
JACQUES PEETERS &
LEGENDA
MARTIN REINTS
PRIN
> Aquaduct Twellingae
F F
meer info op pagina 2
THOMAS WIDDERSHOVEN & GEORGE MOORMANN > Sluis Lemmer
meer info op pagina 2
VA A R W E G
S TA D / D O R P
P L A AT S / O M G E V I N G KUNSTWERK
LOCATIE K U N S T W E R K
2
WINSCHOTEN
8
WOORDEN STROOM
INTERVIEW GERRIT KROL
‘Ik heb er mijn bril verloren’ ‘DIE LIGT NOG ERGENS OP DE BODEM’
T E K S T:
FRITS BLESS
Frits Bless bezocht de dichter Gerrit Krol om met hem te spreken over de plek die Krol, met Regina Verhagen, voor het project Woordenstroom koos. Het werd een kort, krachtig gesprek op een zonovergoten dag in een klein paradijs.
9
WOORDEN STROOM
INTERVIEW LUIT WINDT
Sluiswachter Delfzijl man van weinig woorden ‘WOORDENSTROOM: HET ZAL WEL GOED WEZEN’
Gerrit Krol en Regina Verhagen op locatiebezoek
GERRIT KROL & REGINA VERHAGEN
FRITS BLESS
De sluis in Delfzijl is eenvoudig te vinden. Na een tocht, op een warme dag, via Woltersum, Overschild en Tjuchem, rij ik er over de N991 als het ware tegenaan. Twee dagen daarvoor was ik, met al even mooi weer, naar de sluis van Gaarkeuken gegaan, om alvast wat indrukken op te doen.
F o t o : Miriam van Dun
Op een kleine landtong bij de Platvoetbrug over het Reitdiep wordt het gezamenlijke kunstwerk van kunstenares Regina Verhagen en schrijver Gerrit Krol geplaatst. Vanuit verschillende plekken langs de oevers opent zich hier een weids uitzicht op het water, de lucht, de bomen en de landerijen. Regina Verhagen ontwierp een twaalf meter hoge stalen constructie als drager van een gedicht dat Gerrit Krol speciaal voor deze plek schreef [zie afbeelding op pagina 1]. De monumentale, boomvormige constructie van roodbruin poedercoated staal bestaat uit een taps toelopende paal waaraan in een afwisselend ritme horizontale ‘takken’ van verschillende lengten zijn aangebracht. Op deze takken, die in één vlak liggen, balanceren Krols dichtregels. In het gedicht waarin onder meer het kruisen van twee kanalen wordt beschreven, laat de dichter ons met andere ogen naar het landschap kijken. [FV]
WIGGER BIERMA & TONNUS OOSTERHOFF
TONNIS MUSSCHENGA gedeputeerde verkeer en vervoer van de provincie Groningen:
‘De kunst van de vaarweg Lemmer-Delfzijl is een veilige en vlotte vaart garanderen
Het ontwerp van Bierma en Oosterhoff
voor de beroepsvaart met respect voor de karakteristieken van het landschap.'
T E K S T:
De Platvoetbrug bij Dorkwerd
Dorkwerd
F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
hele tijd in de tuin, waar we ook een hapje eten – en komt terug met een boekje, de presentatie van het project. Aan de tekst die daarin staat is eigenlijk niets toe te voegen. [Krol houdt ervan om zo weinig mogelijk te zeggen, of beter nog: niet meer te
paard in de wei. En even verder lees je er loopt geen paard in de wei . Hoe kan dat. Hoe is dat te rijmen? Dat is te rijmen, heel eenvoudig, door aan te nemen dat tussen beide zinnen een zeker tijdsverloop bestaat: het paard is intussen naar een andere wei gebracht. Het kan ook zijn dat het paard is blijven staan en dat de wei is verplaatst, in de kunst kan dat. […] Normaal zul je deze stijlfiguur niet gebruiken, maar in een gedicht kan het heel effectief zijn.’
Voor de zeesluis in Delfzijl hebben grafisch ontwerper Wigger Bierma en schrijver/dichter Tonnus Oosterhoff een ontwerp gemaakt dat haast onmerkbaar is opgenomen in het woud van straatmeubilair aan weerszijden van de sluis. Oosterhoff schreef een gedicht waarin een toespeling wordt gemaakt op de overgang van land naar water, van binnenwater naar open zee. Daarbij roept hij het beeld op van twee vogels: de eend en de meeuw. Bierma bedacht het plan om de verschillende woorden en woordgroepen waaruit het gedicht is opgebouwd op verschillende hoogtes te bevestigen aan de verlichtingspalen langs de sluis. Ter hoogte van de sluis is er sprake van een hoge dichtheid van woorden, terwijl voor en na de sluis, als aankondiging en als nabeeld, slechts enkele woorden zijn te lezen. De letters waaruit de woorden zijn samengesteld worden uit poedercoated aluminium gefreesd en op vierkante stafprofielen van hetzelfde materiaal gelijmd. In het voorbijvaren kunnen door het optisch verschuiven van de woorden steeds andere tekstcombinaties worden gelezen. [FV]
GERRIT KROL GEEN LAND, MAAR WATER GEEN WATER, MAAR LAND LAND DAT OP WATER DRIJFT VLAK LAND DERHALVE TWEE KANALEN DIE ELKAAR SNIJDEN LIGGEN IN HETZELFDE VLAK LAND WAARIN GESNEDEN WORDT WATER WAARIN GESNEDEN WORDT VAARWATER © 2005
W
aarschijnlijk is het geluk die dagen in Groningen en Friesland met me geweest. Het weer was stralend. Rijdend naar Oudemolen, nog net Drenthe, moest ik denken aan vakanties van vroeger. En dan dat huis en vooral die tuin, met brullende kikkers in de vijver. Een mooier moment voor een gesprek is er eigenlijk niet. Mijn belangrijkste vraag had ik ondertussen vele malen in mezelf herhaald: waarom die wat saaie plek? Want dat was immers de kernvraag die ik van de organisator had meegekregen. [Pas de volgende dag ben ik die plek gaan bekijken en eerlijk gezegd, ik vond het verre van saai.] ‘Op de middag dat we de plek bezochten, hadden we nog geen keus gemaakt. Ik herinner me wel dat we om zes uur ‘s avonds verdwaald raakten. Om een uur of zeven zei ik: “Ik geloof dat ik weer weet waar we zijn.” En toen kwamen we op deze plek. Voor Groningse begrippen heeft deze plek allure, of het nu saai is of niet. Regina heeft de plek gekozen. Ik ken die plek heel goed. Ik heb er vaak gezwommen, ik heb er ook mijn bril verloren. Die ligt nog ergens op de bodem.’ Gerrit Krol gaat naar zijn werkkamer – we zitten de
Bondigheid is geen principe. Ik hou van sterke uitspraken. zeggen dan noodzakelijk is: ‘Bondigheid is geen principe. Ik hou van sterke uitspraken. Als je het laat bij één regel, heb je meestal gelijk. Ik heb de neiging om in te dikken. Als ik een stuk geschreven heb en een zin kan eruit, dan gaat die er ook zeker uit… Algemeen wordt erkend dat als je iets zegt in weinig woorden, dan getuigt dat van meesterschap.’] Uit die presentatie dus: ‘Je leest er loopt een
Het beeld van Gerrit Krol, die het gedicht schreef, speciaal voor deze plek, en Regina Verhagen wordt twaalf meter hoog en zal bestaan uit een soort boom van roodbruin staal, waarvan de ‘takken’ worden gevormd door horizontale stalen balken en de ‘bladeren’ door de tekst van Krol. ‘Het beeld is gericht naar de schippers, dus de mensen die op het water varen. Maar het mocht niet echt aan de waterkant. Het moet op vijf meter uit de kant. Allerlei wetten en regels. Je moet in dit volle land vreselijk uitkijken met kabels en zo. De realisatie is binnen nu en een paar maanden. Veel sneller dan ik gedacht had.’
Een vrachtschip passeert de zeesluis in Delfzijl
Luit Windt
F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
Een had vrachtschip de sluis zeesluis in Delfzijl.afgewezen. [Het eerste ontwerp moest om veiliger en der ik wel passeert eens een gezien, F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom maar er nooit – letterlijk – stilgestaan en heidsredenen worden aangepast – red.] ‘Ik zou het gekeken hoe het werkt. Vergeleken bij zelf niet zo doen. Schepen kunnen het beschadigen Gaarkeuken is de sluis bij Delfzijl veel drukker, al bij het afmeren. Als er iets is, moet je het kunnen was het maar door de omgeving. repareren. Op zich is dat niet zo handig.’
H
Luit Windt is overigens een man van weinig woorden. En zeker wanneer het gesprek over een project als Woordenstroom gaat, proef je uit zijn woorden iets van: best interessant, maar aan mij toch niet zo besteed. ‘Het zal wel goed wezen. Dat betwijfel ik niet. Maar ik kom niet uit de kunstwereld. […] Eerst zien en dan geloven. Als je dat ziet, dan denk je, dat het wel iets zal hebben. Ik sta er niet onwelwillend tegenover.’ Alhoewel, eigenlijk had er ook wel wat meer overleg mogen zijn. ‘Als je er meer bij betrokken bent, ga je er ook anders tegenaan kijken. Bij een aantal anderen is het meer van: “Hadden ze
Maar het project voor de sluis van Delfzijl van Wigger Bierma en Tonnus Oosterhoff [zie kader] ziet hij
verschillende projecten heel nuchter. Pas echt geboeid raakt hij, wanneer hem gevraagd wordt naar het werk dat hij nu al zo’n dertig jaar doet. ‘Bij Groenesluis was het vroeger nog met de hand. Dat was wel intensief werk. En je moest ook oppassen. Hoe sneller je de sluis opende, hoe meer water dat het wegtrok.’ Maar toen kwamen de ingenieurs die het openen en sluiten van de sluizen voortaan elektrisch wilden laten zijn. ‘Ze wilden wel iets doen. Maar waren te eigenwijs. De motoren die ze maakten, waren te licht. Wij wisten dat wel.’ Het werk is in de loop van de jaren behoorlijk veranderd. Van een huisje langs de kade, zijn de bedienaren – zoals sluiswachters tegenwoordig heten – verhuisd naar een ‘verkeerstoren’, waar ze de beschikking hebben over moderne apparatuur en grote beeldschermen waarop alles in en buiten de sluis te volgen is. Buiten, bij de overigens
dat geld niet anders kunnen besteden?" Zo’n project bij Gaarkeuken bijvoorbeeld, van Jan en Willem van Toorn [zie pag. 2], is volgens hem terecht
wel zitten. Het belangrijkste voor hem is overigens dat het project geen conflicten oplevert met zijn werk als sluiswachter. Wat dat betreft bekijkt hij de
hermetisch afgesloten ingang, kun je ook nog een krantje kopen. Maar een praatje tussen schipper en sluiswachter is er niet meer bij.
Maar een praatje tussen schipper en sluiswachter is er niet meer bij.
10
WOORDEN STROOM
INTERVIEW BENNE VAN DER VELDE & ERWIN ADEMA
‘Uiteindelijk kom je met iets heel simpels’ ‘ K U N S T V A LT B U I T E N E L K K A D E R ’
11
WOORDEN STROOM
INTERVIEW POPKO DIJKEMA
Wel trots maar niet overdadig ‘MIJN GROOTVADER WAS EEN BEGAAFD TECHNICUS’ T E K S T:
FRITS BLESS
T E K S T:
FRITS BLESS
Het geluidskunstwerk Ik zag de oude brug van Ronald Ohlsen en Rudo Menge herinnert aan de man die in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog een rol speelde in de bevrijding van Groningen. Een collega van Ohlsen bleek die geschiedenis heel goed te kennen.
Een grotere tegenstelling kun je je eigenlijk niet voorstellen: Vlaardingen bij de drukte van het Rotterdamse havengebied waar een gesprek met Benne van der Velde en Erwin Adema zich afspeelt, en Suwâld in Fryslân, waar voor het project Woordenstroom een gedicht van Van der Velde in een typografie van Adema op het weggetje voor fietsers en wandelaars richting de Zonnepont zijn plaats zal krijgen.
POP DIJKEMA Op 13 april 1945 had zich een groep Duitse soldaten in Oosterhoogebrug verschanst. De bruggen stonden omhoog waardoor de Canadezen vanuit Groningen het kanaal niet over konden. Pop kroop samen met zijn broer Jacob-Jan en diens zoon Jan over de sluisdeur naar de machinekamer van de brug. Ze lieten de brug neer, waarna de bevrijders op konden rukken naar Delfzijl. Bij zijn heldhaftige actie werd Pop in een arm geschoten en raakte hij doof aan één oor.
De Oostersluis in Groningen met het bedieningsgebouw van architect René van Zuuk F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
Benne van der Velde en Erwin Adema tijdens de eerste tocht over de vaarweg in juni 2005 F o t o : Provincie Fryslân/Jessica de Wolff
D
rukte, teveel auto’s, teveel mensen, teveel huizen en door dat alles een horizon die niet zichtbaar meer is tegenover rust, een handjevol auto’s, een overzienbare hoeveelheid mensen, een klein dorp en bovenal een horizon waarop het zicht hooguit wordt belemmerd door een rijtje bomen of struiken.
ontworpen door twee jonge kunstenaars van begin dertig, die voor mijn gevoel vooral passen in het bruisende van ‘de’ Randstad. ‘Er komt een kleine plaquette in of bij het veerhuisje, waarin het project wordt uitgelegd. Veel kunstenaars van een oudere generatie gebruiken het idee van lichtreclames. Maar wij, jongeren, gaan weer
Tegenover de honderdduizenden, misschien wel miljoenen die zich dagelijks in het gebied in en rond Vlaardingen jachtig voortbewegen, vindt je bij de Zonnepont in Suwâld niet meer dan zo’n veertienduizend wandelaars en fietsers die zich jaarlijks voor € 0,80 laten overzetten. Of een versnapering gebruiken in het veerhuis. Berber Antonides, de vrouw die als vrijwilligster op deze Pinksterzondag voor de bediening zorgt, weet nog niets van het project Woordenstroom, maar het lijkt haar wel leuk. Haar enthousiasme komt vooral tot leven wanneer het over het Zonnepontje gaat en het veerhuis. Ze vertelt dat er veel mensen uit Suwâld voor een kopje koffie langskomen. ‘Dit is de enige plek in het dorp waar je iets kunt krijgen. Maar er komen ook veel ouderen, uit Leeuwarden, om hier een kopje te drinken en op het terras te zitten. Je kunt hier geen bier krijgen en geen patat. Het moet leuk blijven.’ Van het gedicht op de weg naar het pontje verwacht ze dat ‘de een zal afstappen en gaan lezen, de ander zal gewoon doorrijden.’ De schipper die ons, na een uurtje op het terras en in het veerhuis, met het pontje overzet en weer terugbrengt, weet wel van het project en is er enthousiast over. Wat hem vooral aanspreekt is de bescheiden nadrukkelijke aanwezigheid van het gedicht. ‘Het is toch mooi dat zoiets gebeurt.’
terug naar de basis.’ Het stukje weg, niet meer dan vijftien meter, wordt opnieuw geasfalteerd. De tekst wordt aangebracht met dezelfde kalk als voor zebrapaden. Erwin Adema: ‘Het moet vijf jaar goed blijven. De garantie is twee tot drie jaar, maar omdat het uiteindelijk niet veel gebruikt wordt, lukt dat wel. En als het vervaagt dan wil ik de letters opnieuw aanbrengen, maar iets verschoven. Zodat je het tijdsverloop ziet.’ Erwin verwacht dat de mensen uit de omgeving het werk vaker zullen zien dan een schipper die voorbij komt varen. ‘Het aardige is dat de tekst voor de meeste mensen achteraan begint. Ze zullen dan opnieuw moeten gaan lezen.’ Benne van der Velde [de twee wisselen elkaar in het praten snel en ononderbroken af]: ‘Ik verwacht niet dat iedereen afstapt, maar de meeste mensen zullen toch wel een blik werpen. Veel mensen staan te wachten, dus dan hebben ze wat te doen.’ En even later in het gesprek: ‘We trekken waarschijnlijk meer bezoekers dan een werk langs het water.’
Wanneer ik twee dagen later naar Vlaardingen rijd, valt me de tegenstelling met het Friese pas echt op. En mijn verbazing wordt eigenlijk nog groter als ik constateer dat dit deel van het project is
‘We hebben veel ideeën gehad, maar uiteindelijk kom je met iets heel simpels.’ ‘Hoe meer mensen betrokken, hoe meer beeldruimte je krijgt.’ ‘Toen ben ik begonnen, met een heleboel ideeën. In de kroeg in Rotterdam zijn we gaan brainstormen.’ ‘Op een kruispunt van verkeersstromen.’ ‘Totaal geïntegreerd in de omgeving.’ ‘Wat ik het mooiste vind, is dat het blijkbaar allemaal klopte. ’t Moet wel op zo’n plek, ik was gevoeliger voor het pontje.’ ‘Tijdens de boottocht [aan het begin van het project was er voor alle betrokkenen een gezamenlijke
Het ontwerp van Van der Velde & Adema
ERWIN ADEMA & BENNE VAN DER VELDE Ieder jaar, van eind april tot eind september, kunnen wandelaars en fietsers ter hoogte van Suwâld en Garyp met een pontje het Prinses Margrietkanaal oversteken. Het vaartuigje is de eerste door zonne-energie aangedreven pont van Nederland en wordt daarom het Zonnepontje genoemd. Beeldend kunstenaar Erwin Adema en dichter Benne van der Velde hebben een ontwerp gemaakt voor het asfaltweggetje dat vanaf de oever aan de kant van Suwâld naar een paviljoentje loopt waar in het seizoen versnaperingen worden verkocht. Benne van der Velde die tien jaar lang op het fiets- en voetgangersveer tussen Vlaardingen en Pernis heeft gewerkt, schreef een poëtische ode aan de veerpont. Naar een typografisch ontwerp van Erwin Adema wordt het gedicht met wegenverf op het asfaltweggetje aangebracht. De woorden die verwijzen naar het water, de pont en het transport zijn in een gele kleur weergegeven.
tweedaagse boottocht — red.] heb ik wel gekeken naar de interactie tussen plek en geschiedenis. Volgens mij ligt het ook op de route van het Pieterpad.’ ‘Erwin is ook veel met taal bezig. Maar ik blijf altijd heel dicht bij mezelf, ik ent het op iets dat ik zelf heb meegemaakt. En dan ga ik het analyseren, maar probeer het vervolgens weer heel vloeiend op te schrijven. Vroeger, op de mavo, kwam ik niet veel mensen tegen die op taal kickten.’ ‘Ach, kunst valt buiten elk kader.’ Een woordenstroom waar nauwelijks tussen te komen is, jong en enthousiast, gehaast in zekere zin en daardoor wordt de tegenstelling met de rust in Suwâld alleen maar groter. Tegelijk met mijn verbazing hierover groeit ook de bewondering. Voor het feit dat ze die plek toch maar even begrepen hebben.
De Oostersluis in Groningen verbindt het Van Starkenborghkanaal met het Eemskanaal. Deze foto toont de sluis rond 1945. De achterste brug werd door Pop Dijkema in de nadagen van de oorlog neergelaten. F o t o : Privébezit
G
roninger stadsdichter Ronald Ohlsen vertelde Popko Dijkema, beiden werkzaam bij het Cultureel Studentencentrum USVA in Groningen, op een dag dat hij was gevraagd om mee te werken aan het project Woordenstroom en dat hij zijn keuze had laten vallen op de Oostersluis in Groningen [zie ook verslag op pagina 3]. Hij wilde er, samen met ontwerper Rudo Menge, een geluidsinstallatie plaatsen waarin onder meer Pop Dijkema, de held van de Oostersluis tijdens de laatste oorlogsdagen, een belangrijke rol zou spelen. Het was een mededeling, meer niet. Maar wel een met verstrekkende gevolgen. Want wat Ronald Ohlsen niet wist, hoewel ze elkaar goed kenden, was dat Popko Dijkema de kleinzoon was van die beroemde Groninger.
is doodgeschoten door de Duitsers, is hij naar de brug geslopen en heeft handmatig de brug naar beneden gelaten. Toen hij uit de sluiskelder weer naar boven kwam, is hij in zijn schouder geschoten door de Duitsers. Dat is, in vogelvlucht, de handeling die hij heeft gedaan. In zo’n kleine gemeenschap is dat een hele gebeurtenis.’
Met een Canadees die is doodgeschoten door de Duitsers, is hij naar de brug geslopen en heeft handmatig de brug naar beneden gelaten
Popko Dijkema F o t o : Provincie Groningen/Jur Bosboom
‘Men was wel trots in de familie, maar niet overdadig’, vertelt Popko Dijkema die vooral Ko wordt genoemd, op mijn vraag of het niet vreemd is steeds over de straat te komen die naar je grootvader is genoemd. ‘Later toen ik ook Popko werd genoemd en de wijken achter de Pop Dijkemaweg gebouwd werden, ja….. Inmiddels is het overigens een heel bekende straat, vooral door de streekschool. Mijn grootvader woonde aan de Rijksweg 88. We moesten er elke zondag heen. Zo ging dat toen.’
Het gesprek met Popko Dijkema vindt plaats in het Cultureel Studentencentrum, gedeeltelijk in de bar, gedeeltelijk in een rustige vergaderruimte. Later die avond schuift ook Ronald Ohlsen aan, na een cabaretvoorstelling, met de vraag of het allemaal gelukt is. ‘Mijn grootvader was een begaafd technicus. Hij werd voor veel problemen gevraagd. Bij mijn weten heeft hij ook aan het ontwerp van de brug gewerkt. Dus zo wist hij aan welke tandwielen hij moest draaien.’ ‘Zijn moeder ging naar de stadskant [Oosterhoge-
‘Om de jeugd op de hoogte te houden heeft het hoofd van de Stichting 40-45 ervoor gezorgd dat er kransen werden gelegd bij het graf van de vier Canadezen en later ook bij het graf van mijn opa.’ [Pop Dijkema stierf in 1959, negenenzestig jaar oud.] ‘Mijn opa is overigens nooit brugwach-
Met dit verhaal en de nodige documentatie kon Popko Dijkema de dichter Ronald Ohlsen aan het werk zetten. Pop Dijkema zelf zal met de aandacht die hij overigens al tijdens zijn leven kreeg, best tevreden zijn geweest. Maar hij leek niet de man te zijn die daardoor naast zijn schoenen ging lopen. ‘De arm zal, naar hij hoopt, weldra zo zijn, dat hij hem weer zal kunnen gebruiken in zijn beroep. “Want het is beroerd; er is juist nú zoveel te doen”, besloot de man, van wie óók de Canadezen met enthousiasme waren vervuld’, schrijft de verslaggever van de Nieuwe Provinciale Groninger Courant [27 april 1945] na een bezoek aan het ziekenhuis waar Pop Dijkema na de schotwond werd verpleegd. ‘Ja, hij heeft ook nog een Canadese onderscheiding gekregen. Die niet meer ingeleverd hoefde te
brug was toen nog een dorp bij Groningen – red.] en hij wilde mee. Eerst mocht het niet van de Duitsers. Later op de dag wel. Met een Canadees die
ter geweest. Naast die brug is een scheepswerf, Niestern, waar hij ook na de oorlog nog jaren als voorman heeft gewerkt.’
worden’, besluit de kleinzoon die net als zijn grootvader wel met trots vervuld is, maar niet overdadig.
WOORDEN STROOM
BIOGRAFIE ZOMER & COLOFON
80 biografen langs de vaarweg OVERKOEPELEND PROJECT VOOR WOORDENSTROOM Op vrijdag 1 september 2006 schrijven 80 biografen de Biografie van de vaarweg Lemmer-Delfzijl. Als landschapsschilders van het woord bemensen 80 schrijvers één dag 80 observatieposten langs de hele vaarweg.
ZOMER 2006 VAN LEMMER NAAR DELFZIJL IFKS SKÛTSJESILEN zaterdag 12 t/m zaterdag 19 augustus
Finale zaterdag 19 augustus in de baai bij Lemmer. www.ifks.nl S TA D S R E Ü N I E I . S . M . VERENIGING HISTORISCH SNEEK zaterdag 9 september Sneek
Met o.m. optredens van stadsdichter Henk van der Veer. www.beleeffriesland.nl KAMELEONDORP TERHERNE In Terherne komen de Kameleonboeken van Hotze de Roos tot leven. Midden in het dorp staat een oude boerderij waarbinnen u de wereld van Hielke en Sietse Klinkhamer kunt beleven. www.kameleondorp.nl
O
nder hen bevinden zich bekende, landelijk opererende schrijvers, maar ook regionale en lokale specialisten, Friestalige en Groningstalige schrijvers. De observaties van de auteurs worden gebundeld in een publicatie die eind 2006 verschijnt. Dit dertiende project van Woordenstroom is een overkoepelend project voor de hele vaarweg van grafisch vormgever Vanessa van Dam en beeldend kunstenaar/publicist Sjaak Langenberg. Zij stelden vast dat er op de vaarweg niet alleen lading wordt vervoerd, maar dat er over het water dagelijks ook levensverhalen, familiege-
COLOFON E I N D R E D A C T I E Margo Slomp R E D A C T I E Felix Villanueva T E K S T E N Eveline Bijlsma, Frits Bless, Felix Villanueva, Sjaak Langenberg F O T O G R A F I E Jur Bosboom | Provincie
schiedenissen en liefdesavonturen worden geïmporteerd en geëxporteerd. Al deze verhalen willen zij opgetekend zien in de Biografie van de vaarweg Lemmer-Delfzijl. De biografie wordt in één dag geschreven door een bont gezelschap van auteurs: een schrijvende binnenvaartschipper die geëmigreerde Friezen in Paraguay, Brazilië, Canada, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland bezocht, een schrijver die Lemmer opnam in De Topografie van de Domheid, een
Provincie Fryslân V O R M G E V I N G Jelle F. Post | GewoonJelle.nl, i.s.m. amp/R* [*Academie Minerva Producties] D R U K De Marne, Leens F O N T S S a n s a S o f t , Ourtype [Fred Smeijers]
De schrijvers scheppen samen een caleidoscopisch beeld van de vaarweg. stadsdichter die sluiswachter was te Delfzijl, een oud top-schaatser, een journalist die vanuit het Kouvorderhûs aan de vaarweg rondvaarten verzorgt en een schrijver/psychiater die sinds zijn eerste zwemles water haat.
C r a t e , Rienk J. Post M E T D A N K A A N Cellen Creatief Communicatie Netwerk, Leeuwarden, OPDRACHTGEVERS WOORDENSTROOM Provincie Fryslân, Provincie Groningen U I T G A V E Provincie Fryslân, Provincie Groningen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat
©2006 WWW.LEMMER-DELFZIJL.NL
F I E T S R O U T E A B E L TA S M A N Lutjegast e.o.
Een fietsroute door de geboortestreek van zeevaarder en ontdekkingsreiziger Abel Tasman, het Groninger Westerkwartier. www.abeltasman.org DICHTERS IN DE PRINSENTUIN woensdag 26 t/m vrijdag 28 juli Prinsentuin, Groningen
Groningen, Miriam van Dun, Skylab Luchtfotografie, Projectbureau Friese Meren, Jessica de Wolff |
FIETSROUTE ‘DE 8 VAN GROU’ Een fietstocht die voert langs acht ponten, waaronder twee op zonne-energie. Een fietstocht door een gevarieerd landschap, waar men telkens weer dat kleine of grotere vaarwater tegenkomt. www.visitgrou.nl
De schrijvers scheppen samen een caleidoscopisch beeld van de vaarweg. Sommige van hen bezitten specifieke [historische] kennis over de vaarweg. Anderen zien de vaarweg voor het eerst, maar vanuit hun beroep of fascinaties wordt affiniteit met één of meerdere aspecten van de vaarweg verondersteld. Het publiek krijgt op 1 september de gelegenheid over de schouders van de biografen mee te kijken.
Een festival voor zowel beginnende als gerenommeerde dichters in de Hof van de Prinsentuin, een stadstuin midden in het centrum van Groningen. www.dichtersindeprinsentuin.nl ZOMERJAZZFIETSTOUR vrijdag 25 t/m zondag 27 augustus Reitdiepgebied
Een tocht door het prachtige Reitdiepdal, ten noordwesten van de stad Groningen, langs 24 concerten in middeleeuwse kerkjes, borgen en boerenschuren. www.zjft.nl MUZIKALE ZOMER 2006 vrijdag 28 juli t/m zondag 20 augustus Groningen en Ostfriesland
Gedurende drie weken zijn er 44 concerten op bijzondere locaties in Groningen en Ostfriesland, zoals in de Oude Remise Nieuweschans, Borg Ekenstein Appingedam en de Garnizoenskerk Oudeschans. w w w . m u s i k a l i s c h e r s o m m e r. n e t GROFKERAMIEK IS RITME t/m 1 oktober Steenfabriek Hijlkema, Delfzijl
Kunstenaars en studenten van Academie Minerva in Groningen en de Kunsthochschule uit Bremen presenteren werk in en om een voormalige steenfabriek in Delfzijl.
[email protected]