Stromen van kweekvis en gekweekte garnalen
een verkenning
Drs. Agnes E.A.R. van Diemen Dr. Maarten B.M. van Dongen januari 2008 eindrapportage
Postbus 175, 3930 ED Woudenberg • Bezoekadres: Arnhemseweg 87, Leusden tel: 033 432 0028 • fax: 033 433 3600 • e-mail:
[email protected] • http://www.innotact.nl
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Voor meer informatie over dit rapport, kunt u contact opnemen met InnoTact Consulting B.V. Postadres: Postbus 175, 3930 ED Woudenberg, Bezoekadres: Arnhemseweg 87, 3832 GK Leusden. Telefoon: 033 434 00 65 Fax: 033 433 3600 E-mail:
[email protected] Teksten mogen worden overgenomen onder voorwaarde dat u dit rapport als bron vermeldt. Downloads van dit rapport kunt u verkrijgen via de website van InnoTact Consulting B.V.: www.innotact.nl
Het InnoTact Consulting project team: - Mevr. Drs. Agnes E.A.R. van Diemen; - Dhr Dr. Maarten B.M. van Dongen; - Mevr. Tanja Piera.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
2 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
SAMENVATTING De totale consumptie van vis, schaal- en schelpdieren, gekweekt en wild gevangen tezamen, was in 2006 in Nederland bijna 80.000 ton en had een waarde van ruim 700 miljoen euro. De consumptie van vis, schaal- en schelpdieren is in volume de afgelopen jaren aanzienlijk gegroeid, met jaarlijkse percentages van 5 of meer. Echter vis is als onderdeel van de voeding van Nederlanders van beperkte betekenis. Zo is minder dan 2 procent van de uitgaven aan voeding bestemd voor vis, eet 1 op de 6 personen nóóit vis en 2 op de 5 minder dan één keer per maand. Het aanbod op de Nederlandse markt van een aantal vissoorten waarvan de wilde vangst beperkt wordt, staat onder druk. Kweekvis en gekweekte garnalen vormen daarvoor een alternatief. Wereldwijd komt de groei van de productie van vis al meer dan tien jaar op conto van de toename van de kweek van vis. Mondiaal wordt inmiddels een derde deel van de visproductie verworven door kweek. Veel vissoorten die een aanzienlijk deel van de Nederlandse consumptie uitmaken worden in het geheel niet via kweek verworven, zoals haring. Andere voor slechts een fractie, bijvoorbeeld kabeljauw. Daarentegen is er ook een aantal vissoorten met aanzienlijk en/of sterk groeiend aandeel in de Nederlandse visconsumptie dat nagenoeg uitsluitend in gekweekte vorm wordt aangeboden: Atlantische zalm, pangasius en tilapia. In Nederland, zo is onze schatting, betreft 22 tot 26 procent van de geconsumeerde vis gekweekte vis. Dit komt in het jaar 2006 overeen met circa 18 tot 21 duizend ton consumptie van gekweekte vis, schaal- en schelpdieren. In deze verkenning hebben we de consumptie van de top 5 van kweekvissen en gekweekte garnalen ingeschat. Dit leverde het volgende resultaat op: -
Gekweekte Atlantische zalm Gekweekte pangasius Gekweekte tilapia Gekweekte regenboogforel Gekweekte tropische garnalen Totaal “top 5”
8.736 1.657 1.157 901 1.500 13.950
ton ton ton ton ton ton
Deze ‘top 5’ van kweekvis en gekweekte garnalen is daarmee goed voor circa drie kwart van de consumptie van gekweekte vis, schaal- en schelpdieren in Nederland. In het diepvriessegment vormen kweekvis en gekweekte garnalen een hoger aandeel van het totale aanbod van vis dan in het verse segment. Bij de supermarkten is het aandeel kweekvis en gekweekte garnalen in de omzet aan visproducten hoger dan bij de visdetaillisten. Zoals gezegd, Nederland is geen natie van viseters. Nederland is daarentegen wel een visverwerkende natie. De handelsstromen van vis naar Nederland worden niet zo zeer bepaald door de consumptie van vis in Nederland, als wel door de behoefte aan grondstoffen van de omvangrijke visverwerkende industrie in Nederland. Nederland als draaischijf voor visverwerking. Daarnaast zijn er de in- en uitvoer van vis, waarbij vis bovenal handelswaar is. Dit geldt in het bijzonder voor diepvries vis; Nederland als handelsnatie. Tenslotte is er de doorvoer van vis, via de Nederlandse lucht- en zeehavens. Nederland als ‘gateway to Europe’.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
3 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De verkenning leerde dat de mondiale markten van Atlantische zalm, pangasius, tilapia, regenboogforel en tropische garnalen onderling sterk verschillen en heel verschillende krachten kennen. - De wereldmarkt van gekweekte Atlantische zalm kent slechts een beperkt aantal partijen. De markt is sterk opgesplitst in een versmarkt van hele Atlantische zalmen, waar Noorwegen domineert en een diepvries filet markt die Chili aanvoert. Dit beeld zien we duidelijk terug in de herkomst van in Nederland gegeten Atlantische zalm. - De kweek (en verwerking) van pangasius wordt beheerst door Vietnam. Vietnam vermarkt zijn pangasius als diepvries filets. De markt is volledig gericht op export en groeit spectaculair. Europa is een grote invoerende regio, Nederland een belangrijke handelspartner. - De kweek van tilapia bevindt zich – qua spreiding- aan de andere kant van het spectrum. Zij vindt plaats in meer dan honderd landen, veelal voor binnenlandse consumptie. Een beperkt aantal landen kent commerciële kweek van tilapia gericht op export. Nederland betrekt tilapia, in de vorm van diepvries filet, voornamelijk uit Aziatische landen en beperkt ook van het Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse continent. - De kweek van regenboogforel kent veel vormen en gebeurt, behalve voor consumptie, ook voor de sportvisserij. De markt van gekweekte regenboogforel is opgesplitst in verschillende deelmarkten met ieder zijn eigen karakteristieken. Voor de consumptie van regenboogforel in Nederland is vooral de Europese deelmarkt van zoetwater ‘portion trout’ van belang. - Tropische garnalen zijn wereldwijd gezien de belangrijkste vishandelswaar. Garnalen worden wel vergeleken met koffiebonen, in die zin dat er veel gemixt wordt van soorten en herkomstlanden om tot goede ‘melanges’ te komen. Tropische garnalen laten daarenboven een bijzonder grote verscheidenheid zien in bewerking. De viskweek in Nederland is groeiende, maar voor de voorziening van de Nederlandse markt van ondergeschikt belang. Behalve dat de productie beperkt is, wordt slechts een fractie op de Nederlandse markt afgezet, het meeste gaat over de grenzen. De kweekvis en gekweekte garnalen die wij in Nederland consumeren komen van over onze grenzen. Sprake van een helder inzichtelijke keten ‘from (fish)farm to fork’ is er zelden. Ingeval de gekweekte vis als herkomst een van de landen van de Europese Unie heeft, dan is het traject tussen (fish)farm tot de Nederlandse importeur goed herkenbaar. Ingeval de gekweekte vis uit derde landen afkomstig is, is veelal slechts het traject tussen kweekvisverwerkend bedrijf in het derde land en de importeur recht en overzichtelijk. Men zou verwachten dat binnen de Nederlandse grenzen de handelsstroom zich zou voortzetten met achtereenvolgende leveranties van visimporteur, naar visverwerkend bedrijf, naar visgroothandel om vervolgens langs het kanaal van supermarkt, ambulante handel of visspeciaalzaak de consument te bereiken. De situatie is complexer, maar bovenal dynamischer. Visimporteurs zijn tevens visverwerker, visgroothandels gaan over tot importeren, maar kiezen er bij tijd en wijle voor om het importeren toch aan een andere partij over te laten. De visgroothandel levert aan een andere visgroothandel wanneer deze verse waar tekort heeft om aan de vraag van zijn klanten tegemoet te komen. De ambulante handelaar koopt zijn waar in bij de supermarkt in weken dat deze laatste ‘stunt’ met prijzen etc.. De loop van de handelsstromen van kweekvis en gekweekte garnalen richting Nederland wordt niet zozeer bepaald door de consumptie van Nederlands inwoners, maar door de ondernemende mentaliteit, kritisch vakmanschap en handelsgeest van de mensen werkzaam in de vissector.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
4 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING............................................................................................3 VOORWOORD ...............................................................................................7 1
ACHTERGROND VAN HET ONDERZOEK ......................................................8
2
INLEIDENDE VERKENNING .........................................................................9 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
3
ATLANTISCHE ZALM .............................................................................. 35 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
4
NAAMGEVING.................................................................................. 43 PANGASIUS IN ZIJN NATUURLIJKE OMGEVING ............................................ 43 DE KWEEK VAN PANGASIUS ................................................................. 44 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE PANGASIUS ............................................... 45 MONDIALE PRODUCTIE EN HANDEL VAN GEKWEEKTE PANGASIUS...................... 46 HERKOMST VAN IN NEDERLAND GECONSUMEERDE PANGASIUS ........................ 48
TILAPIA ................................................................................................. 51 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
6
NAAMGEVING.................................................................................. 35 ATLANTISCHE ZALM IN ZIJN NATUURLIJKE OMGEVING .................................. 35 DE KWEEK VAN ATLANTISCHE ZALM, , ..................................................... 36 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE ATLANTISCHE ZALM .................................... 37 MONDIALE PRODUCTIE EN HANDEL VAN GEKWEEKTE ATLANTISCHE ZALM ........... 39 HERKOMST VAN IN NEDERLAND GECONSUMEERDE GEKWEEKTE ATLANTISCHE ZALM41
PANGASIUS........................................................................................... 43 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5
CONSUMPTIE VAN VIS IN NEDERLAND .......................................................9 VERWERKING EN HANDEL VAN VIS IN NEDERLAND , , .................................... 12 VOORZIENING VAN DE BINNENLANDSE MARKT ............................................ 14 CONSUMPTIE VAN KWEEKVIS IN NEDERLAND ............................................. 15 BEGRIPPEN MET BETREKKING TOT KWEKEN VAN VIS ..................................... 16 DE PRODUCTIE VAN VIS OP MONDIAAL NIVEAU ........................................... 20 DE HANDEL VAN VIS OP MONDIAAL NIVEAU............................................... 23 PARTIJEN IN NEDERLAND DIE ACTIEF ZIJN IN DE HANDEL VAN KWEEKVIS ............ 25 DE AFSPRAKEN BINNEN DE EUROPESE UNIE ............................................... 28 TOP 5 KWEEKVISSEN IN NEDERLAND....................................................... 33
NAAMGEVING.................................................................................. 51 TILAPIA IN ZIJN NATUURLIJKE OMGEVING ................................................. 52 DE KWEEK VAN TILAPIA ...................................................................... 52 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIA .................................................... 54 MONDIALE PRODUCTIE EN HANDEL VAN GEKWEEKTE TILAPIA .......................... 55 HERKOMST VAN IN NEDERLAND GECONSUMEERDE TILAPIA............................. 58
REGENBOOGFOREL................................................................................. 59 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
NAAMGEVING.................................................................................. 59 REGENBOOGFOREL IN ZIJN NATUURLIJKE OMGEVING .................................... 59 DE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL, ........................................................ 60 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE REGENBOOGFOREL ....................................... 62 MONDIALE PRODUCTIE EN HANDEL VAN GEKWEEKTE REGENBOOGFOREL ............. 63 HERKOMST VAN IN NEDERLAND GECONSUMEERDE REGENBOOGFOREL ................ 66
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
5 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
7
GARNALEN ............................................................................................ 69 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
8
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
NAAMGEVING ................................................................................. 69 GARNALEN IN HUN NATUURLIJKE OMGEVING ............................................. 71 DE KWEEK VAN TROPISCHE GARNALEN .................................................... 71 MONDIALE PRODUCTIE EN HANDEL VAN GEKWEEKTE GARNALEN ...................... 72 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE TROPISCHE GARNALEN .................................. 74 HERKOMST VAN IN NEDERLAND GECONSUMEERDE TROPISCHE GARNALEN ........... 75
VISTEELT IN NEDERLAND........................................................................ 79
BIJLAGE 1
LEDEN VAN DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE ................................ 81
BIJLAGE 2
HUISHOUDELIJKE MARKT ........................................................ 82
BIJLAGE 3
BEGRIPPEN MET BETREKKING TOT INDELING VAN VISSOORTEN . 83
BIJLAGE 4
LIJSTEN VAN LANDEN............................................................. 84
BIJLAGE 5
SOORTAANDELEN................................................................... 87
BIJLAGE 6
LIJST VAN BETROKKENEN ....................................................... 89
BIJLAGE 7
TOP 5 VAN IN NEDERLAND GEGETEN KWEEKVISSEN ................. 91
BIJLAGE 8
LIJST MET TABELLEN .............................................................. 92
BIJLAGE 9
LIJST MET FIGUREN ................................................................ 93
BIJLAGE 10
BRONVERMELDING EN GERAADPLEEGDE LITERATUUR ............... 95
EINDRAPPORTAGE PAGINA
6 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
VOORWOORD Dit rapport is het resultaat van een verkenning naar de handelsstromen van kweekvis en gekweekte garnalen in opdracht het Bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit. De verkenning is gefinancierd is door Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Wij hebben in ons onderzoek gebruik kunnen maken van cijfers van Nederlands Visbureau over de consumptie van vis in Nederland. Wij danken de medewerkers van Nederlands Visbureau voor hun welwillendheid deze cijfers beschikbaar te stellen. Wij hebben bijzonder veel input gekregen van een groot aantal mensen actief in de import, verwerking, handel of verkoop van vis. Ook mensen die niet werkzaam zijn in de sector, maar wél kennis hebben van de sector zijn ons ter wille geweest bij het onderzoek. Veel mensen konden we een interview afnemen. Wij danken hen voor hun beschikbaarheid, het delen van hun kennis en openheid over hun bedrijfsvoering. Anderen waren bereid cijfermateriaal beschikbaar te stellen, weer anderen door een korte vraag te beantwoorden, of ons op informatieve bronnen te wijzen etc. Een lijst van de personen die op een of andere wijze hun input gaven in deze verkenning is opgenomen als Bijlage 6. Wij danken hen allen. De verkenning werd vanuit de opdrachtgever begeleid door een commissiei onder voorzitterschap van de heer dr. B.H. ter Kuile, Bureau Risicobeoordeling, Voedsel en Waren Autoriteit. Dit rapport is de eerste uit een serie van drie over het onderwerp kweekvis. De andere rapporten omvatten conclusies over onderzoeken - Development of antibiotic resistance in aquaculture of fish and shrimps. - Chemical pollutants in farmed fish Deze onderzoeken gaan in op twee gevaren voor de humane voedselveiligheid die mogelijk verbonden zijn aan de productie van kweekvis en gekweekte garnalen.
i
De leden van de commissie worden genoemd in Bijlage 1
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
7 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
1
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
ACHTERGROND VAN HET ONDERZOEK Het onderzoek is gericht op het beantwoorden van de vraag: Welke zijn de voornaamste handelsstromen van verse en diepvries kweekvis en gekweekte garnalen die in Nederland geconsumeerd worden? Waarbij onderscheid wordt gemaakt in vis en garnalen die gekweekt worden in Nederland en kweekvis en gekweekte garnalen die geimporteerd worden uit EU lidstaten of uit derde landen. Ook zal rekening worden gehouden met zoet- en zoutwater viskweek en soort kweek. Dit tegen de achtergrond van de bevinding van het bureau Risicobeoordeling van Voedsel en Waren Autoriteit dat de “microbiologie”i van kweekvis anders zou kunnen zijn dan van vrij gevangen vis en het niet zeker is of de bestaande wet- en regelgeving aangaande microbiologisch risico’s afdoende is voor kweekvis. De huidige wet- en regelgeving is immers gericht op vrij gevangen vis. Er zijn een aantal facetten aan het kweken van vis welke risico’s kunnen vormen voor de voedselveiligheid van kweekvis. De State of the art 2005: Voedselveiligheidsrisico’s kweekvisI (Romeinse cijfers in kapitalen, als superscript geplaatst, verwijzen naar Bijlage 10 met bronvermeldingen en geraadpleegde literatuur) noemt als de belangrijkste: - De grote dichtheden van de vis in relatief kleine bekkens. De grote dichtheden, de uitwerpselen en ontbindende voedingsresten kunnen leiden tot zwaardere infecties met parasieten en andere pathogene micro-organismen dan in open water; - De samenstelling van het voer. Dit kan ongewenste stoffen bevatten zoals dioxines, zware metalen, residuen van antibiotica en pesticiden; - Het gebruik van antibiotica en de kans op het ontstaan van antibioticaresistentie. De specifieke risico’s verbonden aan vis die op deze wijze is geproduceerd kunnen aanleiding geven tot het verbeteren van het toezicht op de productie en verhandeling van kweekvis en gekweekte garnalen.
i Met microbiologie wordt hier bedoeld de aanwezigheid van bederfveroorzakende en pathogene bacteriën die ook nog eens resistent kunnen zijn tegen een of meerdere bij de kweek gebruikte antibiotica. Dit wordt verder uitgewerkt in het project Development of antibiotic resistance in aquaculture of fish and shrimps, in opdracht van het bureau Risicobeoordeling van het VWA.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
8 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
2
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
INLEIDENDE VERKENNING In dit hoofdstuk schetsen we een beeld van de Nederlandse consumptie van kweekvis en gekweekte garnalen. We lichten de verschillende systemen van kweken van vis en garnalen toe. We belichten de mondiale productie en handel van vis en garnalen. De partijen die in Nederland actief zijn in de handelsstromen van vis en garnalen worden beschreven. En tenslotte behandelen we in kort bestek de afspraken binnen de Europese Unie die voor het begrip van de handelsstromen van vis en garnalen relevant zijn.
2.1
Consumptie van vis in Nederland
2.1.1
Relatieve betekenis van vis als voedingsmiddel
Het budgetonderzoek 2004 van CBS maakt melding van een gemiddeld bedrag van 92 euro per huishouden per jaar dat besteed wordt aan vis. Dit betreft dan zowel gekweekt als wild gevangen vis, zowel thuis- als buitenshuis-consumptie. De bestedingen aan voeding zijn 4.668 euro. Daarmee vormen de bestedingen aan vis 1,9 procent van alle bestedingen aan voeding van een Nederlands huishouden. Ter vergelijking: aan vlees wordt gemiddeld per huishouden per jaar 351 euro besteed, het aandeel vlees in de besteding aan voeding is daarmee 7,5 procent. Nederland is geen visetende natie: 44 procent eet meer dan 1 keer per maand, 39 procent minder dan een keer per maand, 17 procent eet nooit visII. Vis is als groep voedingsmiddelen van beperkte betekenis voor de inname van voedingsstoffen. TABEL 1
GEMIDDELDE BIJDRAGE (%) VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN AAN DE INNAME VAN VOEDSELCONSUMPTIEPEILING-2003, 19-30 JAARII
VOEDINGSSTOFFEN VOOR DE DEELNEMERS VAN
voedingstof Kilojoules (kg) Totaal eiwit (g) Totaal vet (g) Totaal koolhydraten (g) Verzadigde vetzuren (g) Onverzadigde vetzuren (g) Cholesterol (mg)
gemiddelde bijdrage in procenten 0,5% 2,1% 0,6% 0,1% 0,4% 0,8% 3,3%
Het Nederlandse huishouden at in 2006 thuis 7,5 kg vis, schaal- en schelpdierenIII. Dit betreft zowel gekweekte als wild gevangen vis en garnalen.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
9 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.1.2
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Ontwikkeling van de consumptie van vis
De volgende tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumptie van vis, schaal- en schelpdieren in Nederland. De gegevens omvatten zowel vis uit wilde vangst als kweekvis. TABEL 2
ONTWIKKELING VAN NEDERLANDSE HUISHOUDELIJKE MARKT VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN
Jaar
Ton
1995
36.310
2003
46.324
14
2004
48.909
6
2005
51.527
2006
54.275
III
Miljoen euro
Percentage groei t.o.v. voorgaand jaar
5
409
7
5
477
17
Percentage groei t.o.v. voorgaand jaar
Deze cijfers van het Nederlands Visbureau betreffen de huishoudelijke markti, m.a.w. de consumptie thuis. De directe consumptie bij de kraam of viswinkel, de zgn. consumptie ter plaatse, is hierin niet meegenomen, noch het grootverbruikii. Om van een raming van de huishoudelijke markt tot een raming van de totale markt van vis, schaal- en schelpdieren in Nederland te komen, nemen we twee stappen: 1. Het Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel (VNV) heeft in 2007 een onderzoek laten uitvoeren naar de consumptie ter plaatse bij de ambulante handel en visspeciaalwinkels. Deze verkopen maakten 23 procent van hun omzet uit. Rekening houdend met de marktaandelen van de ambulante handel en visspeciaalwikkels resulteert dat in 2.675 ton, resp. 24 miljoen euro visconsumptie ‘ter plaatse’. 2. Het grootverbruik van vis, schaal- en schelpdieren wordt door het LEI geraamd op circa 200 miljoen euroIV. TABEL 3
TOTALE NEDERLANDSE MARKT VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN IN 2006
Soort verbruik
Ton
Miljoen euro
54.275
477
“ter plaatse”
2.675
24
Grootverbruik
22.757
200
Totaal
79.707
701
Huishoudelijke markt
i ii
Bijlage 1 omvat een omschrijving van het begrip huishoudelijke markt. Bij grootverbruik denken we aan horeca, ziekenhuizen, kazernes etc.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
10 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Aldus komen we tot een totale visconsumptie van 79.707 ton of 701 miljoen euro in 2006. Deze methode om van een raming van de huishoudelijke markt tot een raming van de totale Nederlandse markt van vis, schaal- en schelpdieren te komen leidt tot een aandeel van de visconsumptie buitenshuis van 32 procent. Dit verhoudt zich goed met de conclusie van de Voedselconsumptiepeiling-2003 dat van de vis, schaal- en schelpdieren 37 procent buitenshuis gegeten wordt. Een tiental visproducten is goed voor circa de helft van de huishoudelijke markt in volume. TABEL 4
TOP 10 MARKT,
CONSUMPTIE VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN IN DE NEDERLANDSE HUISHOUDELIJKE III
2006
visproduct
plaats in consumptie top 10 op basis van volume 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 51,5 %
Koolvis (diepvries) Tonijn / Bonito (blikconserven) Mossel met schelp Haring (glasconserven) Visstick (diepvries) Zalm (diepvries) Haring gezouten Kabeljauw (diepvries) Zalm (gerookt) Zalm (naturel) Aandeel top 10 producten
Zalm, garnalen en diepvriesproducten waren in 2006 de grote groeiers in consumptie.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
11 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.2
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Verwerking en handel van vis in Nederland
IV, V, VI
De handelsstromen van vis naar en van Nederland worden niet zozeer bepaald door de consumptie van vis in Nederland, als wel door de omvangrijke visverwerkende industrie in Nederlandi. Hieronder schetsen we grootste in- en uitgaande handelsstromen van vis. Allereerst is er de importstroom van vis voor verdere verwerking. Daartoe werd in 2005 door de visverwerkende industrie 675 duizend ton vis geïmporteerd voor een bedrag van 1.300 miljoen euro.
1300
Deze import is voor 66 procent (qua waarde) uit landen van de EU, voor 34 procent uit landen buiten de EU. Van deze geïmporteerde vis betrof 57 procent bevroren vis. Deze import vormt het merendeel van de grondstoffen voor de visverwerkende industrie. Het resterende deel is de vis, schaal- en schelpdieren die door de Nederlandse visserij vrij gevangen en aan land wordt gebracht. De waarde daarvan was in 2005 circa 450 miljoen euro. Tenslotte is er de Nederlandse visteelt, ter waarde van ongeveer 50 miljoen euro.
450
50
De bestemming van de producten van visverwerkende industrie ligt voor meer dan 80 procent in het buitenland. Zo werd in 2005 door de visverwerkende industrie ruim 1 miljoen ton vis geëxporteerd met een waarde van 2.200 miljoen euro. Van deze export gaat 78 procent naar landen van de EU, 22 procent naar landen buiten de EU. Van de geëxporteerde vis betrof 72 procent bevroren vis.
i
2200
De omzet van de visverwerkende industrie bedroeg in 2005 naar schatting 2.700 miljoen euro.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
12 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Naast deze im- en exportstromen die samenhangen met de visverwerking is er de imen export van vis half- en eindfabrikaten die buiten de visverwerkende industrie omgaat.
600
Op basis van de statistieken van de buitenlandse handel schat LEI dat buiten de visverwerkende industrie door andere Nederlandse bedrijven nog eens 600 miljoen euro wordt geïmporteerd.
Een beperkt deel van de geïmporteerde vis halfen eindfabrikaten is bestemd voor de binnenlandse markt. Dat betreft vooral het assortiment diepgevroren blokken en filets, garnalen en conserven in de grootwinkelbedrijven. Het merendeel, circa 500 miljoen euro, wordt onbewerkt geëxporteerd.
500
Tenslotte werd er voor ongeveer 900 miljoen euro aan visproducten doorgevoerd via de Nederlandse lucht- en zeehavens.
900
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
13 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.3
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Voorziening van de binnenlandse markt
Zoals in gesteld is de binnenlandse markt circa 700 miljoen euro in omvang. Deze wordt: - Voor het grootste deel (500 miljoen euro) voorzien door de visverwerkende industrie; - Voor een kleiner deel door de importen van vis en visproducten die niet verder verwerkt worden in Nederland. - Verder zijn er de leveranties vanuit de visafslagen, al dan niet via commissionairs, en van de gespecialiseerde leveranciers van gezouten haring, gerookte vis (paling, makreel), mosselen en tenslotte - voor een klein deel, rechtstreeks vanuit de Nederlandse viskwekerijen.
(500)
EINDRAPPORTAGE PAGINA
14 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.4
Consumptie van kweekvis in Nederland
2.4.1
Vissoorten op de Nederlandse markt door kweek verworven
Op basis van literatuur VII, VIII, IX, X, XI en gesprekken met betrokkenen uit de sectori is het volgende overzicht samengesteld van de vissoorten op de Nederlandse markt die uit kweek verworven worden (in alfabetische volgorde). TABEL 5
OVERZICHT VAN GEKWEEKTE SOORTEN VIS EN GARNALEN IN NEDERLAND GECONSUMEERD
Wetenschappelijke naamXII
Handelsnaam Afrikaanse meerval
Clarias gariepinus
Atlantische zalm
Salmo salar
Barramundi
Lates calcarifer
Beekforel
Salmo trutta lucustris
Botermakreel, botervis
Lepidocybium (flavobrunneum)
Claresse®
Heteroclarias spp.ii
Diklipharder
Chelon labrosus
Grote oester (Japanse oester)
Crassostrea gigas
Heilbot (Atlantische)
Hippoglossus hippoglossus
Kabeljauw
Gadus morhua
Mossel (gewone)
Mytilus edulis
Paling, aal
Anguilla anguilla
Pangasius
Pangasius spp.
Platte oester (Europese)
Ostrea edulis
Regenboogforel
Oncorhynchus mykiss
Sint-jacobsschelp
Pecten maximus
Snoekbaars
Stizostedion spp.
Steur
Acipenseridae spp.
Tarbot
Scophthalmus maximus
Tilapia
Tilapia spp., Oreochromis spp.
Tong
Solea solea
Tropische garnalen
Penaeidae
Zeebaars
Dicentrarchus labrax
Zeebrasem (Dorade)
Sparus auratus
Zwarte koolvis
Pollachius virens
i
Zie voor een overzicht van deze betrokkenen Bijlage 6. De wetenschappelijke naam komt niet voor op de lijst met Nederlandse Handelsnamen, het betreft een opgave van de producent. ii
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
15 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.4.2
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Aandeel van gekweekte vis in consumptie van vis in Nederland
Over het aandeel van kweekvis in de visconsumptie in Nederland zijn in openbare bronnen geen gegevens te vinden. Het Nederlands Visbureau beschikt wél over consumptiecijfers in de huishoudelijke markt van een aantal afzonderlijke vissoorten in de verschillende bewerkingsvormeni. Voor de verschillende combinaties vissoort-bewerkingsvorm hebben wij schattingen kunnen maken van het aandeel in het volume dat het gekweekte vis of schaal- en schelpdieren betreft. We veronderstellen dat de soortaandelen in het grootverbruik niet significant anders zijn dan in de huishoudelijke markt. Op basis hiervan komen wij tot de schatting dat 22 tot 26 procentii van de geconsumeerde vis in Nederland vis betreft die via kweek verworven wordt. Dit komt overeen met 18 tot 21 duizend ton consumptie van gekweekte vis, schaalen schelpdieren in het jaar 2006. De volledige tabel is als Bijlage 5 opgenomen. We hebben een groot aantal geïnterviewden gevraagd naar hun inschatting van het aandeel kweekvis in hun omzet. Deze schattingen liepen onderling niet weinig uiteen. Duidelijk is dat het aandeel van gekweekte vis uiteen loopt tussen de verschillende verkoopkanalen en verschilt tussen het vers- en diepvriessegment. Op basis van de gesprekken met betrokkenen uit de sector stellen we dat het aandeel kweekvis in de ambulante handel het laagst is, in het supermarktkanaal het hoogst en het aandeel kweekvis in het verssegment lager is dan in het diepvriessegment.
2.5
Begrippen met betrekking tot kweken van vis
2.5.1
Definitie van kweek.
Kweekvis en gekweekte garnalen zijn producten van aquacultuur. Aquacultuur is het kweken van aquatische organismen waarbij enige vorm van menselijk ingrijpen plaats vindt in het natuurlijke groeiproces van het organisme met het doel de productie te vergroten door het toedienen van voedsel, het te beschermen tegen natuurlijke vijanden, het regelmatig uit te zetten en het op voorraad hebben van het organisme. Voorbeelden van aquacultuur zijn het kweken van zoetwater of zoutwater vis, schaal- en schelpdieren en plantaardige organismen zoals zeewier en algenVII. Deze laatste plantaardige organismen vallen buiten het bestek van deze studie.
i ii
Denk bij bewerkingsvorm aan b.v. vers naturel of vers gerookt, aan glas- of aan blikconserven etc. Wanneer we mosselen ook tot kweek zouden rekenen is dit 22 tot 32 procent.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
16 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
2.5.2
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Systemen van kweek
Er bestaan verschillende productiesystemen om vissen te kweken. 1. De verscheidene systemen van viskweek zijn in te delen in open of gesloten systemen, afhankelijk of de kwekerij wel of niet in verbinding staat met natuurlijke wateren (zowel binnenwateren, kustwateren en zeegebieden). 2. Een andere wijze om de systemen van viskweek in te delen is in extensieve versus intensieve kweek. Het belangrijkste onderscheid is de mate van bijvoedering. Kortweg hebben de vissen bij extensieve teelt geen extra voer nodig om te groeieni; bij intensieve is men totaal afhankelijk van samengesteld voer dat door menselijk ingrijpen beschikbaar komt. Semi-intensieve kweek is de tussenvorm, in dat geval wordt er in zekere mate bijgevoederd. Open kweeksystemen Een vorm van een open kweeksysteem zijn kooien (‘cages’) in zee. De Atlantische zalm is de vissoort bij uitstek die aldus gekweekt wordt, maar ook zeebaars en zeebrasem worden in deze systemen gekweekt. De kooien hangen op relatief beschutte plekken in zee, zoals in de fjorden van Noorwegen, Schotland en Chili, of voor de Turkse kust. Soms ook zijn de kooien juist in de diepzee te vindenii. De kooien kunnen ook in binnenwateren hangen. Tilapia kan aldus worden gekweekt. Kooien vormen een intensief kweeksysteem. Dicht bij dit systeem liggen de ‘net-pen enclosures’ of kortweg ‘pens’. Het onderscheid tussen een kooi en een ‘pen’ is deze: een ‘pen’ is een omsloten ruimte met natuurlijke bodem. Een kooi is een omsloten ruimte met bodem en zijkanten van netten. De kooi kan aan het wateroppervlakte drijven, maar kan ook volledig ‘ondergedompeld’ zijn. iii
Een andere vorm van open kweek zijn ‘bodempercelen’ in het water. De grondstof, kleine schelpdieren, het zaad of broed, wordt opgevist van natuurlijk ontstane banken en overgebracht naar de percelen voor verdere groei. De schelpdieren leven van het voedsel dat zij uit het water filteren. Voorbeeld van dit systeem is de kweek van mossels, platte en Japanse oesters in Nederland. Deze vorm van visteelt is extensief. Bij zgn. hangcultuur wordt gebruikt gemaakt van het feit dat sommige soorten schelpdieren zich kunnen hechten aan touwen of kousvormige netten die in het water hangen. Deze touwen zijn bevestigd aan drijvende constructies. Door de touwen omhoog te halen kunnen na verloop van tijd de schelpdieren geoogst worden. Voorbeeld van dit systeem is de mosselteelt in Nederland. Deze kweekvorm is extensief.
i
Bij extensieve teelt wordt soms wel bemest om de groei en productie van natuurlijke voeding in het water te bevorderen. ii Aangeduid met ‘offshore aquaculture’ of met ‘open ocean aquaculture’. iii Ook wel onderwaterakkers of kweekpercelen genoemd.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
17 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Gesloten kweeksystemen Een vorm van gesloten kweeksysteem zijn vijvers of bassins (‘ponds’) in kustzones. In de tropen zijn vooral voor de kweek van grote garnalen bassins aangelegd in kustzones. Deze kweek kan intensief of extensief zijn. Een andere vorm van een gesloten kweeksysteem is de teelt van vis in vijvers of bassins op land. Dit kan met zout of zoet water zijn. Het gesloten karakter van het systeem maakt het mogelijk om productiefactoren als temperatuur, hoeveelheid, zuurstof, pH, afvalstoffen in het water te controleren en te optimaliseren. Voorbeelden hiervan zijn tarbot in Spanje en (zoutwater) regenboogforel in Denemarken. Recirculatiesystemen zijn een specifieke vorm van een gesloten systeem op land. In een recirculatiesysteem wordt het water constant rondgepompt, gefilterd en gezuiverd via biologische filters. In Nederland kweekt men aldus, vooral paling en meerval. Een volgende vorm van gesloten systeem zijn doorstroomsystemen (‘raceways’), waarbij het water (bijv. uit een rivier) aan de ene kant het bedrijf instroomt, van bassin naar bassin stroomt en vervolgens wordt afgevoerd naar natuurlijk water. Het water wordt veelal gezuiverd voor lozing. Dit systeem wordt toegepast voor de kweek van (zoetwater) regenboogforel in verschillende Europese landen. Voorts komen combinaties van kweekmethoden voor: b.v. op het land kan pootvis in recirculatiesystemen worden opgekweekt tot sterkere vissen alvorens deze in kooien in zee worden geplaatst. Met uitzondering van de vijvers in kustzones, die ook extensief kán plaatsvinden, zijn alle vormen van gesloten kweeksystemen, intensief. Een onderscheid dat wordt gemaakt bij aquacultuur is of de vis, schaal- en schelpdieren zich al dan niet in kweek reproduceren. Waar men voor de aanwas afhankelijk is van wild gevangen eitjes of jonge vis, spreekt men veelal in plaats van kweek over mesterijen. Voorbeelden hiervan zijn de kweek van palingi en van tonijnii. Daar tegenover staat een vorm van aquacultuur waarbij de vis zich kunstmatig voortplant en vervolgens wordt uitgezet in zoet, zout of brakwater, waar zij kunnen groeien met natuurlijk voedsel tot ze een grootte hebben om te worden gevangen (‘culture-based fisheries’).
i
Daartoe worden glasalen gevangen, vooral in Zuid-Europa.
ii
Blauwvistonijnen worden gevangen in de Middellandse zee en in drijvende kooien niet ver uit de kust vetgemest.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
18 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
‘Sea ranching’ is de term die gebruikt wordt voor een vorm van kweek waarbij jonge vis wordt uitgezet om onbeschermd op natuurlijk voedsel in zeewater uit te groeien tot een gewicht waarop zij gevangen wordt. Een voorbeeld hiervan is de kweek van Pacifische zalm door de Verenigde Staten, Canada, Japan en de Baltische staten. In Japan is deze vorm van kweek voor zeebrasem, krab, zeeoor (schelpdier) verscheidene garnalen sterk ontwikkeldXIII. 2.5.3
Enkele termen uit de visteelt
‘Degree days’ is een begrip in de visteelt waarmee de relatie tussen broedtijd en watertemperatuur wordt aangegeven. ‘Degree day’ is het product van de watertemperatuur en het aantal dagen. B.v. het uitbroeden van eitjes van de Atlantische zalm duurt 490 ‘degree days’, d.w.z. bij een temperatuur van 10 oC duurt het 49 dagen. ‘Stock density’ (visdichtheid) is een maat voor de hoeveelheid vissen in de vijver of ander kweeksysteem. Het wordt uitgedrukt in oppervlak: kg per m2, of in volume: kg per m3. ‘Food Conversion Rate’ (FCR) is een maat voor de efficiency waarmee een dier voer omzet in lichaamsgewicht. FCR is de som in kg voedsel dat in een aantal dagen (t) wordt verstrekt gedeeld door de toename in nat visgewicht over deze zelfde periode ti. In Bijlage 3 lichten we toe waar aan te denken bij zoetwater vissen, bij rond- en platvissen, bij schaal- en schelpdieren, tweekleppige weekdieren etc.
i
Bij deze factor bedenke men dat het voer veelal kg drooggewicht betreft en het visgewicht “nat” gewicht betreft.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
19 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
2.6
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De productie van vis op mondiaal niveau
Onderstaande figuur geeft het beeld van de wereld visproductie. De laatste 10 à 12 jaar komt de groei van de totale mondiale visproductie op conto van de ontwikkeling van viskweek. Volgens de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO)XIV was de productie van vis, schaal- en weekdieren in 2004 circa 140,5 miljoen ton. Daarvan was ruim 95 miljoen toen vrije vangst en 45,5 miljoen ton viskweek. Viskweek vormde daarmee 32,5 procent van de wereldproductie.
World Fish Production Million tonnes
160
Aquaculture Capture
140 120 100 80 60 40 20 0 1950
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
FIGUUR 1 MONDIALE VISPRODUCTIEXV
Onderstaande tabel laat zien dat de kweek van een beperkt aantal soorten karpers goed is voor ruim een derde van de wereldwijde kweek.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
20 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
TABEL 6
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
TOP 10 VISSOORTEN MET GROOTSTE (IN VOLUME) MONDIALE PRODUCTIE OP BASIS VAN KWEEK (JAAR 2004) XVI
Naam
Nederlandse handelsnaamXII
Aantal duizend ton 15.296
Hypophthalmichthys molitrix Ctenopharyngodon idellus Cyprinus carpio Hypophthalmichthys nobilis Carassius carassius
Zilverkarper Graskarper Karper, Spiegelkarper Grootkopkarper Kroeskarper
Crassostrea gigas
Grote oester
4.429
Ruditapes philappinarum
Japanse tapijtschelp
2.860
Oreochromis niloticus
Tilapia
1.496
Penaeus vannamei
Tropische Witpootgarnaal
1.386
Salmo salar
Atlantische zalm
1.245
Patinopecten yessoensis
‘Yesso Scallop’ (schelpdier)
1.126
Penaeus monodon
Tijgergarnaal
722
Sinonovacula constricta
‘razor clam’ (schelpdier)
676
Chanos chanos
Melkvis, Bandeng
574
Op basis van bestedingen zijn het niet de karpers die de lijst aanvoeren, maar twee tropische garnalenspecies en de Atlantische zalm. TABEL 7
TOP 3 VISSOORTEN MET GROOTSTE (IN BESTEDINGEN) MONDIALE PRODUCTIE OP BASIS VAN KWEEK (JAAR 2004) XVI
Naam
Nederlandse handelsnaam
US $ ‘000
Penaeus vannamei
Tropische Witpootgarnaal
4.899
Salmo salar
Atlantische zalm
4.085
Penaeus monodon
Tijgergarnaal
3.376
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
21 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Onderstaand figuur geeft inzicht in het relatieve belang van afzonderlijke landen in de kweek van vis en garnalen.
Nederland - 0,2% China India Vietnam Thailand Indonesië Bangladesh Japan Chili Noorwegen Nederland overig
FIGUUR 2 EEN AANTAL LANDEN, INCLUSIEF NEDERLAND, EN HUN VISKWEEKPRODUCTIE IN VOLUMEXIV
Er zijn grote regionale verschillen qua volume en omzet. Aquacultuur is vooral geconcentreerd in ontwikkelingslanden. China alleen al neemt tweederde van de wereldproductie van gekweekte vis, schelp- en schaaldieren voor zijn rekening. Ook zijn er grote verschillen tussen de regio’s in de soorten die gekweekt worden. In ontwikkelingslanden vormen herbivore karperachtigen de belangrijkste teelten. Daarentegen wordt in Europa een groot scala aan (relatief dure) carnivoren gekweekt. Het aantal diersoorten dat met aquacultuur wordt verworven breidt zich snel uit. De FAO spreekt van doorgaande diversificatie van aquacultuurproductie.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
22 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
2.7
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De handel van vis op mondiaal niveau
De wereldhandel in vis is, in vergelijking met andere ‘commodities’ aanzienlijk. U S$ billio ns 20 1981 1991
15
2001
10
5
0
-5 F is h
C o ffee
Ba na na s
Ru bber
C oc o a
Sug a r
Tea
To ba c c o
R ic e
M ea t
FIGUUR 3 WERELDWIJDE EXPORT (IN WAARDE) VAN VERSCHILLENDE GOEDERENXVII
De landen met het belangrijkste aandeeli in de wereldhandel van vis zijn China, Noorwegen en Thailand.
China
9%
Noorwegen
6%
Thailand
6%
Verenigde Staten 5%
Denemarken Canada
51%
Spanje 5% 5% 4% 3%
3%
3%
Chili Nederland Vietnam overig
FIGUUR 4 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN: IN DE EXPORT VAN VISXVIII
De belangrijkste importerende landen zijn Japan, de Verenigde Staten en Europese landen. Europa moet voor 60 procent van de marktbehoefte aan vis voldoen uit import.
i
Uitvoer, invoer en doorvoer.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
23 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
19%
Japan Verenigde Staten
39%
Spanje Frankrijk Italië 16%
Groot Brittanië Duitsland
4%
overig
7% 4%
6%
5%
FIGUUR 5 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN: IN DE IMPORT VAN VISXVIII
Bijna 80 procent van de vis is bedoeld voor menselijke consumptie, het deel dat niet bestemd is voor menselijke consumptie (visolie en vismeel) neemt geleidelijk af. Enkele vissoorten domineren de wereldhandel, en het aandeel van kweekvis in de wereldhandel neemt toe. Garnalen zijn de belangrijkste vishandelswaar met een aandeel van 17 procent (in waarde)
17%
Garnalen 10%
Witvis (heek, kabeljauw , schelvis, Alaska polak) Tonijn
55%
9% 9%
Zalm overig
FIGUUR 6 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE VISSOORTEN IN DE WERELDHANDELXVIII
De voor consumptie bestemde vis is uit te splitsen naar verkoopvorm. Wereldwijd wordt circa 50 procent vers verkocht en 17 procent bevroren. Als visverwerker is de opkomst van China indrukwekkend. De belangrijke visverwerkers uit Japan en Europa besteden visverwerking uit naar het gebied rond Qingdao in het Noorden van China.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
24 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
2.8
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Partijen in Nederland die actief zijn in de handel van kweekvis
In Nederland is van import tot consumentenaankoop van vis een groot aantal partijen actief. Deze zijn: - de aanbieders aan de consument; - de binnenlandse visgroothandel; - visverwerkende industrie - importeurs We beschrijven in de volgende paragrafen kort de kenmerken van deze partijen. Allereerst zijn er de aanbieders aan de consument van vis- schaal en schelpdieren. Het aanbod loopt langs drie verkoopkanalen: supermarkten, ambulante vishandel en visspeciaalzaak. De supermarkten domineren de verkoop met 78,8 procent, tegen 9,6 procent voor de ambulante handel en 6,9 procent voor de visspeciaalzaak (in volume).
7%
4%
Supermarkt
10%
Ambulant Visspeciaalzaak overig 79%
FIGUUR 7 (VOLUME)AANDEEL VAN VERSCHILLENDE KANALEN IN DE VERKOOP VAN VIS, SCHAAL- EN III SCHELPDIEREN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKT, EERSE HALFJAAR 2007
De supermarkten zijn een opkomend distributiekanaal. De omzet van verse vis in grootwinkelbedrijven is sinds 2000 verdubbeld.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
25 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Vis, schaal- en schelpdieren worden in drie vormen aangeboden: als vers, diepvries en als conserven. Hun onderlinge verhouding (in volume) is: 44,0 procent vers, 35,8 procent diepvries en 20,2 procent conserven.
20%
44%
vers diepvries conserven
36%
FIGUUR 8 (VOLUME)AANDEEL VAN SEGMENTEN VERS, DIEPVRIES, CONSERVEN IN DE VERKOOP VAN VIS, SCHAAL EN SCHELPDIEREN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKT, EERSTE HALFJAAR 2007III
Per segment (vers, diepvries, conserven) verschilt het marktaandeel van de verschillende verkoopkanalen sterk. Diepvriesvis wordt vrijwel uitsluitend via de supermarkt verkocht. Visconserven evenzo. Voor vers lagen in het eerste halfjaar van 2007 de verhoudingen: 57 procent uit de supermarkt, 22 procent bij de ambulante handel vandaan, en 16 procent bij de visspeciaalzaak.
20.000 18.000 16.000 14.000 ton
12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 conserven
2.000
diepvries
0 Ambulant
VisspeciaalSupermarkt zaak
vers Overig
FIGUUR 9 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE AANBODKANALEN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKTSEGMENTEN III VERS, DIEPVRIES EN CONSERVEN
EINDRAPPORTAGE PAGINA
26 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De visspeciaalwinkels en ambulante vishandelaren worden tezamen aangeduid als de visdetaillisten. De visdetaillisten zijn verenigd in het Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel (VNV). Het aantal visdetaillisten is circa 1700, waarvan - 600 visspeciaalwinkels en - circa 1160 ambulante vishandelarenXIX. De ambulante vishandelaren staan met een kraam op warenmarkten of met een verkoopwagen op warenmarkten of solitaire standplaatsen. Met de verkoopwagen of kraam staan zij wekelijks op meerdere plaatsen; het aantal verkooppunten is daarmee vele malen groter. In de wijze waarop de supermarkten, de ambulante vishandel en de visspeciaalzaak hun vis en visproducten betrekken zijn enkele grotere handelsstromen te onderscheiden: - Het merendeel wordt geleverd door de binnenlandse visgroothandel; - Verder door de visverwerkende industrie, te weten . de rond- en platvisindustrie; . en de meer (gespecialiseerde) leveranciers van gezouten haring; gerookte vis (paling, zalm); mosselen; garnalen; - Door importeurs (zonder visverwerkende capaciteit); - Vanaf de visafslagen en –veilingen, al dan niet met tussenkomst van een commissionair; - Bij uitzondering rechtstreeks van (Nederlandse) kwekerijen; - Door buitenlandse leveranciers. De binnenlandse visgroothandel is gespecialiseerd in de distributie van verse vis aan de Nederlandse grootverbruikers, visdetailhandel en supermarkteni. Dit zijn een dertigtal bedrijven, waarvan vier bedrijven meer dan de helft van de markt in handen hebbenIV. De belangrijkste vestigingscentra zijn Bunschoten-Spakenburg en Volendam. De binnenlandse visgroothandelaren combineren hun groothandelsactiviteiten met verwerkingii, maar bieden niet uitsluitend producten aan uit eigen productie, integendeel. Zij bieden meestal een volledig assortiment voor de detaillist en leveren daartoe producten van andere bedrijven van de visverwerkende industrie, producten van de Nederlandse visafslagen, van gespecialiseerde leveranciers en importproducten. De binnenlandse visgroothandel kenmerkt zich door een sterke service aan de klant, de wil te leveren wat de klant vraagt, een zeker prestige om ook aan de uitzonderlijke vraag van de klant tegemoet te kunnen komen, en onder allerlei omstandigheden te kúnnen leveren. Omdat het vaak om verse producten gaat, is slagvaardig handelen geboden en de ‘wegen kennen’. i De binnenlandse visgroothandel heeft een relatief laag marktaandeel bij grootwinkelbedrijven, het aandeel bij de ambulante handel en visspeciaalzaken is relatief hoger. ii Verwerking kan veel facetten hebben, te denken aan slachten, ingewanden verwijderen, verpakken onder ijs, diepvriezen, fileren, opslaan, glaceren, spoelen, pekelen, intrekken, roken, drogen, terugkoelen, trimmen, snijden in consumentenporties, verpakken, opslag, etiketteren etc.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
27 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Visverwerkende en visgroothandels activiteiten zijn nauw met elkaar verbonden. De Nederlandse verwerkende industrie en groothandel van vis, schaal- en schelpdieren worden economisch als één enkele sector gezien, hun belangen worden behartigd door één overkoepelend orgaan, de Visfederatie. Bedrijven die vis of producten daarvan of diervoeder produceren, verwerken, verhandelen of vervoeren, moeten volgens de Europese regelgeving over een erkenning beschikkeni. In Nederland verstrekt de Voedsel en Waren Autoriteit deze erkenningen. De VWA controleert in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of de erkende bedrijven zich aan de Europese regels houden. De visverwerkende industrie en visgroothandel kennen 291 vestigingen. Onder importeurs begrijpen wij groothandelsbedrijven zonder verwerkingscapaciteit waaronder inkoopcentrales van grootwinkelbedrijven en importeurs van half- en eindproducten van vis uit derde landen. Belangrijke producten die door deze groep bedrijven wordt omgezet zijn diepgevroren garnalen, verse en diepvries producten, eventueel onder private label, voor Nederlandse supermarkten, diepgevroren filets en blokken voor verdere verwerking en visconserven. De Nederlandse visafslagen spelen bij het natrekken van de handelsstromen van kweekvis geen rol van betekenis. De visafslagen en –veilingen verhandelen vis uit wilde vangstii. Uitzondering daarop is de visafslag van Yerseke waar gekweekte mosselen worden aangeboden.
2.9
De afspraken binnen de Europese Unie
Wie in Nederland of andere Europese lidstaten vis, visserijproducteniii en tweekleppige weekdiereniv vanuit derde landen (buiten de Europese Unie) wil importeren, heeft te maken met Europese wet- en regelgeving. 2.9.1
Landen en bedrijven waartoe de import beperkt is
De Europese wet- en regelgeving beperken de import tot vanuit: - landen van de Europese Economische Ruimte (EER) die de EU gezondheidsregelgeving hebben overgenomen en - landen die voorkomen op door de Europese Unie vastgestelde lijstenv.
i
Ditzelfde geldt voor vlees. Navraag bij visafslag Urk, Scheveningen, IJmuiden, Lauwersoog. iii ‘Fish and fishery products’ ofwel ‘Poissons et produits de la pêche’. iv ‘Live Bivalve Mollusc’ ofwel ‘Mollusques Bivalves Vivants’. v Als bijlagen bij Beschikking 2006/766 van de Europese Commissie. ii
EINDRAPPORTAGE PAGINA
28 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De EER wordt gevormd door de EU landen plus IJsland en Noorwegen. Deze EERlanden hebben de EU regelgeving overgenomen en importen uit IJsland en Noorwegen worden beschouw als intracommunautair verkeer tussen de lidstaten van de Europese Unie. De handel in visserijproducten en tweekleppige weekdieren vanuit de Faeröer Eilanden wordt ook beschouwd als intracommunautaire verkeer. Er zijn door de Europese Commissie lijsten vastgesteld van derde landen van waaruit visserijproducten of tweekleppige weekdieren voor menselijke consumptie in de Europese Unie geïmporteerd mogen worden. Er zijn afzonderlijke lijsten voor import van visserijproducten en voor import van tweekleppige weekdieren. Zie hiervoor Bijlage 4, de derde en vierde kolommen. Bij de vaststelling van deze lijsten is uitgangspunt van de Europese Commissie dat de landen van waaruit visserijproducten en tweekleppige weekdieren mogen worden geïmporteerd een wet- en regelgeving hebben met betrekking tot. de productie en verwerking van vis die dezelfde mate van voedselveiligheid en –kwaliteit garanderen als die in de Europese lidstaten. De import van aquacultuurproducten is beperkt tot die derde landen die beschikken over een residubewakingsplan specifiek voor aquacultuurproducten dat goedgekeurd is door de Europese Commissiei. Zie hiervoor Bijlage 4, de vijfde kolom.
i
In overeenstemming met Council Directive 96/23.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
29 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De combinatie van deze landenlijsten resulteert in de volgende tabel van landen van waaruit visserijproducten verworven door aquacultuur in de Europese Unie geïmporteerd mogen worden. TABEL 8
DERDE LANDEN VAN WAARUIT VISSERIJPRODUCTEN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN
ISO 2-code AE AL AR AU BD BR BZ CA CH CL CN CO CU EC GM GT HK HN HR ID IN JM JP KR LK MA
Land Verenigde Arabische Emiraten Albanië Argentinië Australië Bangladesh Brazilië Belize Canada Zwitserland Chili China Colombia Cuba Ecuador Gambia Guatemala Hongkong Honduras Kroatië Indonesië India Jamaica Japan Zuid-Korea Sri Lanka Marokko
ISO 2-code MG MX MY MZ NC NI NZ OM PA PE PH SA SC SG TH TN TR TW US UY VE VN XS YT ZW
Land Madagaskar Mexico Maleisië Mozambique Nieuw-Caledonië Nicaragua Nieuw-Zeeland Oman Panama Peru Filippijnen Saudi-Arabië Seychellen Singapore Thailand Tunesië Turkije Taiwan Verenigde Staten van Amerika Uruguay Venezuela Vietnam Servië Mayotte Zimbabwe
De volgende tabel geeft inzicht in de landen van waaruit tweekleppige weekdieren verworven door aquacultuur in de Europese Unie geïmporteerd mogen worden. TABEL 9
DERDE LANDEN VAN WAARUIT TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN
ISO 2-code AR CL JM JP KR MA NZ
Land Argentinië Chili Jamaica Japan Zuid-Korea Marokko Nieuw-Zeeland
ISO 2-code PE TH TN TR UY VN
Land Peru Thailand Tunesië Turkije Uruguay Vietnam
EINDRAPPORTAGE PAGINA
30 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
In elk land dat op een van deze lijsten voorkomt stelt de bevoegde autoriteit een lijst op van bedrijven die voldoen aan de vereisten van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong zoals vastgelegd in Verordening 853/2004 van de Europese Raadi. Deze bedrijven worden aangeduid als 'erkende' bedrijven. De lijsten worden geregeld herzien en zijn te raadplegen op internetXX. Deze lijsten maken onderscheid tussen twee soorten bedrijven: PP-bedrijven en PPabedrijven. PP staat voor ‘processing plant’; PPa voor ‘plant processing only or partially, materials derived from aquaculture (farmed products)’. Dit impliceert dat PP-bedrijven alleen wild gevangen vis mogen verwerken, terwijl PPa-bedrijven zowel wild gevangen vis als aquacultuurproducten mogen verwerken. Alleen van PPa-bedrijven mogen visserijproducten en/of tweekleppige weekdieren verworven uit aquacultuur worden ingevoerd. 2.9.2
Praktijk van invoer
De Europese wet- en regelgevingii schrijven onder meer voor dat alle vis en visserijproducten bij binnenkomst in de Europese Unie veterinaire controles dienen te ondergaan. Overigens geldt dit niet alleen bij import, maar ook bij doorvoer over het grondgebied van de Europese Unie naar een derde land én na vervoer per boot of vliegtuig direct met een zelfde vervoermiddel weer van het EU grondgebied af (‘transhipment’). Partijen vis en visserijproducten mogen uitsluitend via een door de Europese Commissie erkende Buitengrens Inspectie Post (BIP) de Europese Unie binnenkomen. Beperken we ons tot Nederland dan zijn dat de luchthavens in Amsterdam en Maastricht en de zeehavens van Amsterdam, Eemshaven, Harlingen, Rotterdam en Vlissingen. Een Nederlandse BIP kent verschillende inspectiecentra. Welke producten in een bepaald inspectiecentrum gecontroleerd kunnen worden is afhankelijk van de erkenning van het betreffende inspectiecentrum. Erkenningen maken onderscheid naar producten al dan niet voor menselijke consumptie en naar producten die geen of wel temperatuurvereisten stellen. Bij het laatste wordt nader onderscheid gemaakt tussen bevroren en gekoelde producten. Ruim voor aankomst moet aan de Voedsel en Waren Autoriteit de verwachte binnenkomst van de partij worden gemeld. Dit gebeurt door middel van een melding Gemeenschappelijk Veterinair Document van Binnenkomst (GDB), veelal ingediend bij de betrokken douanepost. Elke zending moet vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat van een vastgesteld model, dat moet zijn afgegeven door de bevoegde autoriteit in het land van herkomst. Bij de invoer van aquacultuurproducten moet een aparte verklaring inzake de diergezondheid op het certificaat zijn opgenomen.
i Voor landen die zowel op de lijst van landen van waaruit visserijproducten als op de lijst van waaruit tweekleppige weekdieren mogen worden geïmporteerd staan, geldt dat zij twee lijsten van ‘erkende’ bedrijven samenstellen, één voor visserijproducten en één voor tweekleppige weekdieren. ii Richtlijn 97/78/EG. Omdat het een richtlijn betreft en niet een verordening genieten de lidstaten een zekere vrijheid met betrekking tot. de uitvoering ervan.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
31 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Bij de BIP vindt een controle plaats op de volgende punten: Documenten, Overeenstemming en Materieel. De veterinaire controles zijn een wettelijke taak van de Voedsel en Waren Autoriteit en vinden plaats in samenwerking met de douane. Wanneer een importeur ervoor kiest om producten via Nederland de Europese Unie in te brengen, maar in een andere lidstaat de douaneformaliteiten te vervullen om de producten in het vrije intracommunautaire verkeer te kunnen brengen (incl. de invoerheffingen en BTW te betalen), dan is de VWA onverminderd verantwoordelijk voor uitvoering van de veterinaire controles in Nederland, i.c. de Europese buitengrens. Een lidstaat kan nadere wet- en regelgeving vaststellen wanneer zij die nodig acht voor de gezondheid van mens en/of dier. De veterinaire controles aan de buitengrens worden behalve volgens Europese wet- en regelgeving, ook volgens nationale weten regelgeving uitgevoerd. 2.9.3
Verplichte vermeldingen
Artikel 4 van de Gemeenschappelijke Marktordening schrijft voor dat vis en visproducten die aan de eindverbruiker worden verkocht voorzien moeten zijn van een aantal aanduidingen. De Europese Commissie heeft najaar 2001 een verordening opgesteld voor de invulling van artikel 4 en sinds 1 januari 2002 moeten deze aanduidingen bij verkoop in de detailhandel aanwezig zijn. De extra vermeldingen betreffen alle vis en visproducten uit het hoofdstuk 3 van de gemeenschappelijke nomenclatuurbenamingeni. De volgende aanduidingen moeten extra worden aangebracht: De handelsbenaming van de vissoort. De productiemethode (vangst op zee / vangst in zoetwater / aquacultuur). Het vangstgebied (bij zeevis) of land van herkomst (bij aquacultuur). Ad.a. Iedere lidstaat moet een lijst van toegelaten handelsbenamingen vaststellen. De detailhandelaar mag bij de verkoop aan de eindverbruiker naast de handelsnaam ook de wetenschappelijke benaming vermelden, maar hoeft dat niet doen. De wetenschappelijke naam zal in ieder stadium van de verhandeling tot en met de detaillist wel bekend moeten zijn door middel van etiketten of op de handelsdocumenten die de zending begeleiden. Ad.b. De productiemethode moet als volgt worden aangegeven: “…gevangen in …” voor zeevis; “…gevangen in zoetwater” voor vis uit de binnenvisserij; “…aquacultuurproduct” voor vis uit aquacultuur. Ad. c. Voor de aanduiding van de vangstgebieden moeten de FAO vangstgebieden opgenomen worden.
i
Het betreft dus niet: gepaneerde producten, producten in saus, marinades, conserven, salades en kaviaar, gepelde en gekookte garnalen van post 16 van het gemeenschappelijk douanetarief.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
32 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Het land van herkomst bij aquacultuurproducten is het land waar het product de eindfase van de kweek heeft doorgemaakt. De aanduidingen moeten in alle stadia van de verhandeling, dus niet alleen bij verkoop aan de consument, op de consumentenverpakking zijn aangebracht om controle mogelijk te maken. In de stadia van verhandeling voor verkoop aan de consument mag de informatie ook voorkomen op de handelsdocumenten.
2.10
Top 5 kweekvissen in Nederland
In de gesprekken met ambulante handel, eigenaren van visspeciaalzaken, inkopers van grootwinkelketens en visgroothandelaren hebben wij de vraag voorgelegd welke de top 5 (in volume) is van in Nederland geconsumeerde kweekvissen. Daaruit kwam naar voren dat de lijst met meest gegeten gekweekte vissen, schaalen schelpdieren werd aangevoerd door: - Atlantische zalm - Pangasius - Tilapia - Regenboogforel - Zeebaars en zeebrasem - Tropische garnalen - Paling In Bijlage 7 is het volledige overzicht opgenomen. Wij hebben in overleg met het bureau Risicobeoordeling van de VWA een selectie van vijf vissen gemaakt om de handelsstromen ervan verder uit te werken. We kozen vissoorten zodat in de selectie: - zowel zoet- als zoutwater vissoorten opgenomen waren; - alle drie de categorieën (Nederland, EU landen en derde landen) als herkomstland vertegenwoordigd waren; - zowel de traditionele als nieuw-opkomende viskweeknaties als herkomstland opgenomen waren; - we met verschillende vormen van verwerking van de aangeboden vis (vers, diepvries, gerookt, heel, gefileerd, conserven) geconfronteerd zouden worden; - we te maken zouden hebben met import over de weg en met import over zee; - zowel vissoorten die rechtstreeks vanuit het land van kweek worden aangevoerd als vissoorten die via een of meerdere doorvoerlanden worden aangevoerd vertegenwoordigd zouden zijn; - vissen vanuit verschillende kweeksystemen opgenomen zouden zijn. Op basis van deze criteria hebben wij de handelsstromen uitgewerkt van: - Atlantische zalm; - Pangasius; - Tilapia; - Regenboogforel; - Tropische garnalen.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
33 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
We zullen in de vijf volgende hoofdstukken van deze vissoorten de consumptie in Nederland, de herkomst en de handelsstromen bespreken. We doen dit door per vissoort allereerst zijn natuurlijke leefomgeving en levenscyclus te beschrijven. Dit is immers zeer bepalend voor de wijze waarop en waar de kweek van de vissoort kan plaats vinden. In de volgende paragraaf gaan we dan in op de verschillende stadia van de kweek van de vissoort. Onderwerpen als gangbare kweeksystemen, oogstmaat, voedsel, FOOD CONVERSION RATE passeren de revue. We beschrijven vervolgens de aard en de omvang van de consumptie van de vissoort in Nederland. De daarop volgende paragraaf wijden we aan de mondiale kweek van de vissoort. We benoemen de belangrijkste productielanden, vorm (vers, diepvries, heel, filet) en de bestemming van hun export. Tevens benoemen we de grote importlanden of – regio’s. Dit geeft een beeld van de wereldwijde handelsstromen in de vissoort. Deze wereldwijde handelsstromen vormen de achtergrond waartegen de Nederlandse importeurs hun viswaren betrekken. In de laatste paragraaf beschrijven we dan de herkomst van de Nederlandse consumptie van die vissoort. We gaan wat dieper in op enige karakteristieken van de kweek en op de handel van de vissoort in de herkomstlanden. Tenslotte beschrijven we langs welke wegen de vis vanuit de herkomstlanden Nederland bereikt.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
34 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
3
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
ATLANTISCHE ZALM
3.1
Naamgeving
Wanneer men over zalm spreekt kan men doelen op Atlantische zalm, maar ook op Pacifische zalm. Pacifische zalm omvat een aantal species: Sockeye zalm, Chinook zalm, Keta zalm en Roze zalm. Pacifische zalm wordt wild gevangen. Atlantische zalm wordt gekweekt. Een derde van de totale mondiale productie van zalm is wild gevangen Pacifische zalm, tweederde is gekweekte Atlantische zalmXXI. De wetenschappelijke naam van de Atlantische zalm is Salmo salar.
3.2
Atlantische zalm in zijn natuurlijke omgeving
De Atlantische zalm komt – wild - uitsluitend op het noordelijke halfrond voor. Als volwassen dier leeft hij hoofdzakelijk in de noordelijke zeeën (Noordzee, Barents zee, Oostzee, Botnische Golf) en de Noord Atlantische Oceaan. Zalmen zijn zoetwater vissen, maar onder de zoetwater vissen nemen ze een speciale plaats in. Zalmen zijn anadrome vissen, een deel van hun leven brengen ze in zee door. Een zalm is een rondvis. Zalmen starten hun leven in zoet water. Eieren van zalm zijn verborgen in kuilen in grintbedden (‘redd’) en zijn zo een vijf tot zeven mm groot. Wanneer de eieren uitkomen (circa 490 ‘degree days’ na bevruchting) hebben de vrij zwemmende embryo’s (‘alevins’) een dooierzak. Ze verblijven nog steeds in het nest. Als de dooierzak opgebruikt is, kunnen de jonge zalmen vrij zwemmen. Ze leven in de beken vlak bij de paaigronden en verblijven daar één tot zeven jaar. Tot het stadium van smoltificeren worden de juvenielen eerst broed (‘fry’) en daarna ‘parr’ genoemd. Smoltificeren is het proces dat de vis geschikt maakt om in zout water te leven. De ‘smolts’ migreren naar zee en groeien op zee erg snel. Aan het eind van de eerste zomer op zee hebben ze een lengte bereikt van 35 tot 45 cm. Vissen die drie winters op zee doorbrengen bereiken lengten van circa een meter. Op zee trekken de zalmen naar foerageergebieden bij Noorwegen of zelfs Groenland.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
35 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Na een tot drie jaren op zee te zijn geweest trekken de Atlantische zalmen in het late voorjaar of in het najaar naar hun geboorterivieren om er in november of december te arriveren en te paaien (‘homing’). Eenmaal terug in zoet water stopt de zalm met zich te voeden en leeft van zijn lichaamsreserves. Na de paai sterft het overgrote deel van de ouderdieren en een deel trekt terug naar zee om weer aan te sterken en eventueel nog een keer aan de paaitrek deel te nemen.
3.3
De kweek van Atlantische zalmXXII, XXIII, XXIV
De Atlantische zalm wordt gekweekt op het noordelijke halfrond (in Noorwegen, Verenigd Koninkrijki, Canada, Faeröer eilanden, Ierland, IJsland en de Verenigde Staten) én op het zuidelijke halfrond (in Chili, Australië) De kweek start in het najaari wanneer eitjes van vrouwtjeszalmen worden verzameld om bevrucht te worden door deze te vermengen met de hom van mannetjeszalmen. Deze vrouwtjes en mannetjes zijn dan twee tot vier jaar oud. De bevruchte eieren worden op bladen geplaatst waarover helder zoet water stroomt Dit gebeurt in visbroedplaatsen (‘hatcheries’) waar de condities (licht, temperatuur) beheerst worden. Na vier tot zes weken komen de embryo’s uit het ei. De ‘alevin’ kan nog niet zwemmen en zich voeden en daartoe wordt in de broedplaats de natuurlijke nestsituatie zo nauwkeurig mogelijk nagebootst. Als in het vroege voorjaar de embryo’s hun dooier hebben geabsorbeerd en zich hebben ontwikkeld tot broed dat kan zwemmen en voedsel in kan nemen is dat het moment dat het broed wordt overgebracht naar kleine tanks in de broedplaats. Gedurende de zomer worden de juvenielen buiten gehuisvest in grotere tanks met instroom van zoet water of in vijvers of kooien in zoetwater meren. Ze blijven afgeschermd van het zonlicht. Meerdere keren worden de jonge zalmen gesorteerd op grootte (‘gradings’), teneinde vissen van hetzelfde formaat bij elkaar op te kweken. Wanneer het smoltificeerproces voltooid is, is de vis klaar om naar zee te worden overgebracht. In het wild beslaat dit proces een tot zes jaar, in gevangenschap is dit veelal in een à anderhalf jaar doorlopen. De ‘smolts’ worden overgebracht naar tanks die hen per truck en boot of per helikopter naar zee. Bij deze overgang worden ze gevaccineerd tegen bepaalde ziekten. De zalmen hebben dan een gewicht van 40 tot 100 gram. In zee worden de vissen gehouden in kooien van nylon netten hangende aan een drijvende “kraag”. De vis wordt gevoerd met speciaal geformuleerde korrels waaraan een pigment is toegevoegd om de roze kleur van het vlees te verwerven die wilde zalmen krijgen door het eten van garnalen. Zalm is een carnivoor. Het voer bevat een aanzienlijk gehalte aan vismeel en visolie. Zalmen groeien voornamelijk in de zomer, in de winter groeien zalmen amper. Zalm wordt gewoonlijk geoogst na twaalf tot achttien maanden in de zee. Ze hebben dan een gewicht van twee tot vier kg. i
90% van de productie van het Verenigd Koninkrijk vindt plaats in Schotland.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
36 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Gekweekte zalm heeft een Food Conversion Rate van rond de 1,2.
3.4
Consumptie van gekweekte Atlantische zalm
Het aantal vormen waarin zalm op de Nederlandse markt wordt aangeboden is groot: zalmfilet vers en diepvries, zalmmoot met of zonder huid, gepocheerd, gegrild, zalmsnippers, zalmburger, zalmspies, zalmmousse, zalmsalade, zalm in blik. Over de consumptie van zalm in Nederland heeft het Nederlands Visbureau redelijk gedetailleerde cijfers beschikbaar. Het maakt daarbij onderscheid naar bewerkingsvorm: - Verse vis, uitgesplitst naar: naturel, gebakken, gerookt; - Diepvries vis; - Conserven vis, uitgesplitst naar: glasconserven en blikconserven. Het maakt geen onderscheid naar Atlantische zalm en Pacifische zalm. Het soortaandeel van zalm is afzonderlijk vermeld in het segment vers naturel, vers gerookt, diepvries en blikconserven. De soortaandelen in deze segmenten zijn hoog, Van de in de huishoudelijke markt geconsumeerde verse naturel vis is in volume 30,9 procent, van de verse gerookte vis is 45,1 procent zalm, van het totale diepvriessegment 13,4 procent en van de blikconserven 18,2 procent (cijfers eerste halfjaar 2007).
20.000
ton
15.000 10.000
5.000 0
naturel vis (excl. haring)
gerookte vis
overige
diepvries vis, schaal- en schelpdieren zalm
FIGUUR 10 HET SOORTAANDEEL ZALM IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII
i
De situatie die beschreven is, geldt voor kweek op het Noordelijk halfrond
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
37 VAN 96
blikconserven
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De consumptie van gekweekte Atlantische zalm in Nederland in 2006 schatten we op 8.736 ton. TABEL 10 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE ATLANTISCHE ZALM IN NEDERLAND IN TON, 2006
Soort verbruik
Ton consumptie in marktsegment
Zalm (Atlantische en Pacifische)
vers naturel
vers gerookt
diepvries
blik conserven
Totaal
Huishoudelijke markti
1.933
2.234
2.978
1.928
9.073III
810
937
1.249
808
3.804
Totaal Binnenlandse markt
2.743
3.171
4.227
2.737
12.877
Aandeel Atlantische zalm
95%
80%
85%
0
Totaal gekweekte Atlantische zalm
2.606
2.537
3.593
0
Grootverbruikii
8.736
i
Inclusief consumptie ter plaatse. We hebben de aanname moeten doen dat de soortaandelen in het grootverbruik gelijk zijn aan die in de huishoudelijke markt. Bij navraag naar afwijkingen in het grootverbruik ten opzichte van de huishoudelijke markt kregen wij antwoorden die in verschillende richtingen wezen. ii
EINDRAPPORTAGE PAGINA
38 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
3.5
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Mondiale productie en handel van gekweekte Atlantische zalm
De kweek van Atlantische zalm was in 2006 wereldwijd 1.270 duizend ton. Bijna de helft daarvan wordt door Noorwegen geproduceerd, meer dan een kwart door Chili. Andere producenten zijn Verenigd Koninkrijk, Canada, Faeröer eilanden, Australië, Ierland, IJsland en de Verenigde Staten. China is in opkomst.
9%
5%
Noorwegen
10% 47%
Chili UK Canada overig
29%
FIGUUR 11 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE PRODUCTIE VAN ATLANTISCHE ZALMXXI
De markten van Noorwegen en Chili zijn sterk gericht op export.
39% Noorw egen export Noorw egen thuismarkt Chili export 6%
Chili thuismarkt
23%
8%
FIGUUR 12 HET AANDEEL EXPORT IN DE TOTALE KWEEK VAN ATLANTISCHE ZALM IN NOORWEGEN EN CHILIXXI
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
39 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De export van Noorwegen is sterk gericht op de landen van de Europese Unie. Chili’s belangrijkste exportmarkten zijn Japan en Verenigde Staten.
400.000 350.000 300.000
ton
250.000 200.000
Chili Noorwegen
150.000 100.000 50.000 0
Japan
VS
EU
Latijns Amerika
Rusland
FIGUUR 13 BESTEMMING VAN ATLANTISCHE ZALM UIT NOORWEGEN EN UIT CHILIXXV, XXVI
Het belang van de twee EU productielanden, het Verenigd Koninkrijk en Ierland, is bovenal regionaal, dat wil zeggen het Verenigd Koninkrijk en Ierland richten zich in hun export op de overige Europese landen. De twee EU productielanden voorzien de EU markt van Atlantische zalm die ‘beleefd’ wordt als een vissoort van betere kwaliteit, met meer oog voor aspecten van duurzaamheid en die duurder is dan de Noorse en Chileense producten. De vorm waarin de twee grootste producenten hun gekweekte Atlantische zalm aanbieden verschilt onderling sterk. Noorwegen exporteert voornamelijk verse hele zalmen, Chili’s export bestaat voor het overgrote deel uit diepgevroren producten.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
40 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
6%
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
4%
0% 1% 1%
9% 29%
81%
69%
Vers, heel
Bevroren, heel
Bevroren
Vers
Vers, gefileerd
Bevroren, gefileerd
Gezouten
Gerookt
Conserven
FIGUUR 14 AANDEEL VERSCHILLENDE BEWERKINGSVORMEN IN EXPORT VAN NOORWEGENXXV RESP. CHILI XXVI
Nederland is voor Chili een onbeduidend exportland voor de zalmachtigeni; Nederland vormt de bestemming van slechts 0,1 procent van de Chileense exportXXVII van zalmachtigen. De export van zalmachtigen door Chili naar Nederland is in 2006 geregistreerd als tussen de 150 en 250 tonXXVII. Andere bronnenXXVIII wijzen in de richting van 350 à 400 ton. De productie van Atlantische zalm is in een klein aantal landen geconcentreerd en in handen van een beperkt aantal multinationals. Wereldwijd zorgen nu ongeveer 20 grote bedrijven voor 80 procent van de productieXXIX, andere bronnen spreken van 10 bedrijven die 90 procent van de markt in handen hebben. Zo is anno 2007 één op de vier kweekzalmen afkomstig van de Noorseii marktleider Marine Harvest.
3.6 Herkomst van in Nederland geconsumeerde gekweekte Atlantische zalm In Nederland wordt Atlantische zalm in de verschillende vormen in de volgende hoeveelheden gegeten. TABEL 11 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE ATLANTISCH ZALM IN NEDERLAND 2006 IN TON Ton vers naturel 2.606
Ton vers gerookt 2.536
Ton diepvries 3.593
Ton blikconserven 0
Het belangrijkste herkomstland voor verse naturel zalm is Noorwegen, een tweede plaats is er voor Schotland. Zalm uit Ierland is in volume van weinig betekenis. Voor vers gerookte zalm is Noorwegen ook het belangrijkste herkomstland, maar speelt, naast Schotland, ook Chili een zekere rol. Voor diepvries zalm is Chili de grootste leverancier. Daarnaast leveren Noorwegen en de Faeröer Eilanden.
i
De Chileense handelsstatistieken vermelden cijfers van de export van zalmachtigen, waaronder dus ook de Pacifische zalm en de regenboogforel. ii die overigens wereldwijd actief is.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
41 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Verse vis uit Noorwegen komt als geslachte hele zalmen met kop, van ingewanden ontdaan. Een klein deel komt als verse filet. Ze zijn verpakt onder ijs in viskisten van polystyreenXXX. Het vervoer is over de weg in koelvrachtauto’s met ladingen van 20 ton zalm. Gerookte zalm die in Noorwegen is gekweekt, komt niet zelden via Duitsland, Polen, Letland of Litouwen naar Nederland. Het roken van de zalm wordt steeds meer van de Noren overgenomen en lijkt steeds oostelijker in Europa plaats te vinden. De Atlantische zalm die Nederland importeert uit Chili is uitsluitend bevroren gefileerde vis. Daarin is Nederland niet anders dan de overige Europese landen. De vis komt diepgevroren in containers van 20 ton inhoud aan in Hamburg of Rotterdam. De Nederlandse importeurs onderhouden -om zich te garanderen van een constante aanvoer zalm van een kwaliteit die aan hun specificaties voldoet- langdurige relaties met één of enkele Noorse leveranciers. Ze zijn kritisch in hun specificaties. Vaak wordt met contracten gewerkt voor een termijn van een aantal maanden tot driekwart jaar. Ze richten hun inkoop zo in dat ze de risico’s spreiden. Er is ook een mogelijkheid om in te kopen via de ‘spotmarket’ Deze stelt visimporteurs en – groothandels in de gelegenheid hun eventuele tijdelijke tekorten aan te vullen. Er is sprake van aanzienlijke prijsfluctuaties over de jaren. Er geldt voor de Europese Unie een minimum importprijs (MIP) van zalm van 2,80 euro per kg. Bij lagere prijzen van verse zalm kan Noorwegen geconfronteerd worden met strafheffingen, wat een barrière opwerpt voor de Noorse leveranciers om de EU markt op te komen en de Chileense, maar vooral de EU producenten Schotland en Ierland, op een relatieve voorsprong zetten. In Europa werd zalm voor het eerst gereproduceerd en gekweekt onder kunstmatige omstandigheden gedurende de 19e eeuw. Zalmkwekerijen ontwikkelden zich in Noorwegen de late jaren (19)60 en vroege jaren (19)70, gevolgd door Schotland. Chili is later op het toneel verschenen. De sector in Chili is voorzichtig gestart in de begin jaren (19)90. De Chileense zalmindustrie kent veel gelijkenissen met de Noorse zalmindustrie, al was het alleen al omdat verschillende multinationals in beide landen actief zijn, maar er zijn echter ook een aantal noemenswaardige verschillen. Voor wat betreft de eigendomsstructuur: De Chileense industrie is meer geconcentreerd. Veel zalmondernemingen maken deel uit van een groter industrieel conglomeraat. Ook geografische is de concentratie hoger dan in Noorwegen. De productie is sterk geconcentreerd in twee enkele regio’s. Dit leidt tot schaalvoordelen, maar ook een hoger risico op verspreiding van ziekte-uitbraken naar nabijgelegen kwekerijen. De zalmkweek heeft de afgelopen jaar in Chili geleden onder ziekte-uitbraken. Verder is de verwerkingsgraad hoger in Chili omdat de arbeidskosten lager zijn dan in Noorwegen. Daarenboven zijn de belangrijkste afzetmarkten van Chileense zalm op grote afstand. Zalmfilets vervoeren is circa de helft in het gewicht van hele zalmen vervoeren.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
42 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
4
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
PANGASIUS
4.1
Naamgeving
Allereerst moet gezegd worden dat pangasius internationaal onder veel verschillende namen bekend staat: Swai (Thaise naam), Tra (Vietnamese naam), Basa (Vietnamese naam) Sutchi catfish, Siamese shark, Striped catfish, Shark catfish en Iridescent shark. In Nederland is ook de naam panga in gebruik. Panga is echter de handelsbenaming van de Pterogymnus laniarius, een zeebrasemachtige. Wanneer we in deze verkenning spreken over pangasius doelen we op de vissoort die in de lijst van handelsbenamingenXII is opgenomen als pangasius meerval met wetenschappelijke namen Pangasius spp.
4.2
Pangasius in zijn natuurlijke omgeving
Pangasius komt van nature voor in twee Aziatische rivieren: de Mekong (stromend door Birma, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam) en Chao Phraya (Thailand). Het is een zoetwater vis, met voorkeur voor water tussen de 22 °C en 26 °C. Pangasius is een rondvis. De Mekong rivier mondt uit in het zuidelijk deel van Vietnam, de Mekong Delta. Deze Delta profiteert van de overstromingen die plaats vinden gedurende het regenseizoen die het water van de rivier doen vermengen met het zeewater. Pangasius is een trekkende soort. Pangasius zwemt, bij overvloedig water, stroomopwaarts om zich voort te planten. In de Mekong is het seizoen van reproductie de maanden mei en juni. Als jonge vis zwemmen ze stroomafwaarts wanneer de waterstand daalt. Als juveniel verblijven ze in estuaria (zoet getijde water) om als jong volwassene naar brak water te trekken en tenslotte als volwassenen in de riviermonden en binnenwateren te verblijven.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
43 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
In het wild is de pangasius een omnivoor die leeft van schaaldieren, kleine waterdieren, andere vis en plantmateriaal. Pangasius eet voornamelijk van de bodem. Zij hebben smalle snorharen zodat ze op diepte in het donker de kleine waterplanten en dieren kunnen voelen. In natuurlijke omstandigheden kan pangasius tot acht kg groeien.
4.3
De kweek van pangasius
Traditioneel kweekten de Zuid-Vietnamese rijstboeren wat pangasius, voor eigen gebruik, in een vijver voor hun huis. Jonge pangasius vissen werden daartoe benedenstrooms gevangen. Pangasius was een heel algemene vis die diende als het dagelijkse voedsel van de lokale bevolking. De familie van Pangasidae omvat 21 species. Het was een groep Franse biologen die de Pangasius species in de Mekong Rivier classificeerde en twee soorten ontwikkelde die geschikt waren voor kweek. Dit waren de Pangasius Bocourti en Pangasius Hypophthalmus. Aanvankelijk werd de Pangasius Bocourti gekweekt, die twaalf maanden nodig had om tot twee kg gewicht uit te groeien. De jonge vis moest in het seizoen uit de rivieren gevangen worden waarmee het aanbod van kweekmateriaal beperkt was. De ontwikkeling van de techniek om met hormoon injecties de ovulatie op te roepen en de verbetering van de broedtechnieken zijn van grote betekenis geweest voor de groei van de viskweek. Door modern watermanagement slaagt men er in de vissen eerder geslachtsrijp te krijgen. Met het ontwikkelen van Pangasius Hypophthalmus nam de aquacultuur een echt grote vlucht. Met hormooninjecties wordt de ovulatie opgeroepen. De vrouwtjes vissen worden verdoofd en de afgenomen eieren in een met water gevulde emmer gedaan. Vervolgens wordt daar het hom van de mannetjes pangasius aan toegevoegd en het geheel wordt voor twintig tot dertig seconden gemengd waarin de bevruchting plaats vindt. Vervolgens worden de bevruchte eieren gescheiden van de omgeving. Een tank van cement vormt de kraamkamer. Na twintig dagen zijn de visjes drie cm lang en kunnen ze naar de kwekerijen worden vervoerd. De Pangasius Hypophthalmus groeit in zes maanden tot anderhalf à twee kg gewicht uit. Ze worden dan geoogst door ze met sleepnetten te vangen en ze levend te transporteren in ‘well-boats’ naar de visverwerkingsfabrieken. Daar worden ze gedood, Om helder witte filets te krijgen, laten de visverwerkers de vis na de slacht leegbloeden in tanks gekoeld water voordat deze, met de hand, wordt gefileerd. Daarna worden ze ingevroren, ‘individually quick frozen’ of ‘plate frozen’.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
44 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De Pangasius Hypophthalmus is zo geschikt voor kweek omdat hij bestand is tegen een laag zuurstofgehalte van het water. Dit laat kweek toe met hoge dichtheden en in stagnerende of zwak stromende wateren. De vis is niet erg vatbaar voor ziektes en kan efficiënt voedsel met laag eiwitgehalte omzetten. Het is een omnivoor, die zich goed aanpast aan verschillend voer. De vis is een bodemeter en deze gewoonte kan een ‘gronderige smaak’ opleveren. Maar met de ontwikkeling van industrieel geproduceerd drijvend voer dat de vis eet van het wateroppervlak wordt dit probleem overkomen. Behalve dat de vis gemakkelijk en goedkoop te kweken is, laat hij zich ook eenvoudig verwerken.
4.4
Consumptie van gekweekte pangasius
Pangasius wordt diepvries hoofdzakelijk als filets aangeboden, maar ook als spies en medaillon. Diepvries wordt pangasius ook, gericht op het wokken in blokjes geleverd. Pangasius wordt ook als ‘refreshed’ fileti aangeboden. Pangasius vindt steeds vaker zijn weg naar kant-en-klare diepvries maaltijden. De hele pangasius vis is niet bekend in Nederland. Het soortaandeel van pangasius in het totale segment van verse naturel vis is in volume 12,9 procent en 7,6 procent in het totale diepvriessegment (cijfers eerste halfjaar 2007). 20.000
ton
15.000 10.000 5.000 0
naturel vis (excl. haring)
overig
diepvries vis, schaal- en schelpdieren
pangasius
FIGUUR 15 HET SOORTAANDEEL PANGASIUS IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII
Alle pangasius die in Nederland gegeten wordt is gekweekte pangasius. Het betreft uitsluitend de species Pangasius Hypophthalmus.
i
We spreken van ‘refreshed’ en niet van vers omdat de vis diepgevroren is geweest en daarna ontdooid is.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
45 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De consumptie van gekweekte pangasius in Nederland in 2006 schatten we op 1.657 ton. TABEL 12 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE PANGASIUS IN NEDERLAND IN TON, 2006
Soort verbruik
Ton naturel
Ton diepvries
Ton totaal
Huishoudelijke markti
259
908
1.167III
Grootverbruikii
109
381
490
Totaal
368
1.289
1.657
De consumptie van pangasius kwam in 2000 op in Nederland. Het betrof toen nog de Pangasius Bocourti. Vanaf 2001, 2002 is dat nagenoeg uitsluitend Pangasius Hypophthalmus. De consumptie van pangasius heeft in de jaren afgelopen twee à drie jaar een ware vlucht genomen, met meer dan verdubbeling op jaarbasis van de consumptie. De neutrale smaak, de afwezigheid van graten, de lage prijs en geschiktheid voor het wokken maakten de pangasius in korte tijd populair. TABEL 13 GROEI VAN DE CONSUMPTIE VAN PANGASIUS IN NLIII
Percentage groei naturel
Percentage groei diepvries
Stijging 2006 / 2005
120%
87%
Stijging eerste halfjaar 2007 / eerste halfjaar 2006
199%
75%
4.5
Mondiale productie en handel van gekweekte pangasius
De literatuur vermeldt dat er pangasius gekweekt wordt in Oost-Aziatisch landen, zoals Vietnam, Thailand, Cambodja, Indonesië . Maar ook in Puerto Rico wordt op kleine schaal geproduceerdXXXI. Gesteld wordt dat pangasius zich ook leent om te kweken in tropische gebieden van Centraal en Zuid-Amerika. Echter Vietnam domineert de wereldproductie. Zo schetst de FAO de wereldmarkt van pangasius aan de hand van exportcijfers van Vietnam.
i
Inclusief consumptie ter plaatse. We hebben de aanname gedaan dat de soortaandelen in het grootverbruik gelijk zijn aan die in de huishoudelijke markt. ii
EINDRAPPORTAGE PAGINA
46 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
TABEL 14 IMPORT VAN PANGASIUS FILETS IN TON VANUIT VIETNAMXXXII Ton in 2005 55.172
Europese Unie
Ton in 2006 123.212
4.466 50.706
Nederland overig EU
22.108 101.104
85.535 140.707
Overig Totaal
Ton in jan-juni 2007 82.339
163.390 286.602
15.918 66.421
89.206 171.545
Het overgrote deel (96 procent) van de verwerkte productie is bestemd voor de export. De export van pangasius uit Vietnam betreft nagenoeg uitsluitend bevroren filets. In 2006 bedroeg de productie 287 duizend ton pangasius filets, wat equivalent is aan circa 850 duizend ton hele pangasius vissen. De target voor de pangasius productie in Vietnam over 2007 is 1 miljoen ton. Europa is veruit de meest belangrijke afzetmarkt voor de Vietnamese pangasius, circa de helft gaat richting Europa. De groei van de Europese markt schrijft de Vietnam Association of Seafood Exporters & Producers (VASEP) o.a. toe aan de sterke penetratie van pangasius producten in de Europese grootwinkelketens. Ook Rusland en de Oekraïne zijn sterke groeimarkten: in het bijzonder de pangasius van mindere kwaliteit vindt daar zijn bestemming. Vanwege antidumping heffingen in de Verenigde Staten op pangasius, is de export naar de Verenigde Staten teruggevallen.
9% 34%
Nederland overig EU Rusland 39%
China en Hongkong overig
5% 13%
FIGUUR 16 RELATIEVE BELANG VAN AFZETMARKTEN VAN VIETNAMESE PANGASIUSXXXII
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
47 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Er zijn drie kleuren filets (geel, wit en rood) afhankelijk van de wijze van kweken en verwerken. Elke markt stelt zijn eigen eisen met betrekking tot de kleur. Geel is bijvoorbeeld niet geschikt voor de Europese markt; Het vindt afzet in Rusland, Oekraïne en Azië. De kleuren zullen in de toekomst vervagen omdat ze voortkomen uit onvolkomenheden in het kweek- of verwerkingsproces. Geel komt voort uit gebrek aan zuurstof, en roze komt door onvoldoende leegbloeden van de vis direct na de slacht. Vandaag de dag is 98 procent van de export van pangasius in Vietnam Pangasius HypophthalmusXXXIII De resterende 2 procent is Pangasius Bocourti. Deze is twee keer zo duur als de Pangasius Hypophthalmus. De export van pangasius naar Nederland is, met groeipercentages van 395 procent en 70 procent explosief te noemen. TABEL 15 GROEI PANGASIUS EXPORT (IN VOLUME) VAN VIETNAM NAAR NEDERLAND Europese Unie Nederland Totaal
4.6
groeipercentage 2006/2005
groeipercentage 2007i/2006
123%
39%
395%
70%
104%
34%
Herkomst van in Nederland geconsumeerde pangasius
Gesteld kan worden dat álle pangasius die in Nederland gegeten wordt uit Vietnamii afkomstig is. De vis wordt diepgevroren over zee aangevoerd in schepen met containers met 20 ton pangasius inhoud. Pangasius wordt vooral in de vorm van diepgevroren filets, maar ook als (wok-) brokjes aangevoerd, soms in verpakkingen die rechtstreeks de grootwinkelbedrijven in kunnen, anders in groothandelsverpakkingen. Maar pangasius wordt ook als bestanddeel van complete diepvriesmaaltijden aangevoerd. Voor een deel worden deze maaltijden samengesteld in Vietnam, voor een ander deel wordt daarvoor de aangevoerde diepvries pangasius in Nederland opnieuw verpakt, met toevoeging van groenten en sauseniii
i
eerste halfjaar.
ii
Niet uitgesloten is dat een deel van de vis in Cambodja is gekweekt, maar Cambodja behoort niet tot de landen van waaruit de EU visproducten importeert. De verwerking vindt in ieder geval in Vietnam plaats. iii
Dat toevoegen van sauzen kan door Nederlandse visverwerkers gebeuren in de vorm van het aanbrengen van een “coating”.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
48 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Pangasius wordt op drie manier gekweekt. In vijvers (‘ponds’), in ‘pens’ en in drijvende kooien (‘floating cages’). Alle drie zijn het vormen van intensieve kweek. De dichtheid en oogst van de verschillende systemen lopen uiteen. TABEL 16 DE DICHTHEID EN OOGST VAN DE VERSCHILLENDE KWEEKSYSTEMEN VAN PANGASIUS IN VIETNAMXXXIV Type kweek Drijvende kooien Vijvers ‘Pens’
Dichtheid
Oogst
100 – 150 vissen / m3
100 – 120 kg / m3
60 – 80 vissen / m2
250 – 300 ton / ha
80 – 120 vissen / m2
300 – 350 ton / ha
De meeste pangasius wordt geoogst uit vijvers. 11%
19%
vijvers 'pens' drijvende kooien 70%
FIGUUR 17 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE KWEEKSYSTEMEN IN DE PRODUCTIE VAN PANGASIUS IN VIETNAMXXXIV
Het voer dat aan pangasius wordt gegeven kan onderverdeeld worden in ‘homemade’ nat voer of drijvende (industriële) korrels (‘pellets’). De korrels bevatten plantaardige bestanddelen, veelal restproducten van de verwerking van rijst. Het percentage vismeel in de korrels is tussen de 5 en 10 procent. Voor een kg gewichtstoename bij de pangasius vis is meer kg ‘home-made’ voer nodig dan kg korrels. TABEL 17 FCR VOOR DE VERSCHILLENDE TYPEN VISVOER VAN PANGASIUS IN VIETNAMXXXIV. Voedseltype Home-made fresh feed Pelleted feed
Food Conversion Rate 2.8 – 3.0 1.5 – 1.8
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
49 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De productiviteitsstijging van de pangasius kweek was tot 2004 erg sterk, daarna nog gering. De productiviteit lag in 2006 rond de negentig ton per ha. De groei in de totale productie komt nu van de oppervlakte onder productie. Deze verdubbelde in 2006 ten opzichte van 2005. Na een aantal antibioticaschandalen in het begin van de eeuw, zijn sinds januari 2002 het gebruik van tien algemene antibiotica verboden in de kweek. In september 2002 is het gebruik van chloramphenicol verboden. Preventieve controle van alle kwekerijen is echter nauwelijks mogelijk. De kwekerijen liggen verspreid over het land en hun productiecapaciteiten lopen sterk uiteen. In Vietnam voldoen 245 visverwerkende bedrijven aan de EU voedselveiligheid- en hygiënestandaarden en zijn goedgekeurd om te exporteren naar de Europese Unie. Daarvan hebben meer dan 70 ‘production plants’ zich toegelegd op de verwerking van specifiek pangasius. Een dergelijk bedrijf met 1000 medewerkers is een klein bedrijf binnen die branche. Er is sprake van overcapaciteit van de visverwerkende industrie. Globefishi spreekt van 40 tot 50 procent onderbezetting. Hier komt een grote vraag naar grondstoffen, i.c. pangasius, uit voort, hetgeen de oppervlakte onder productie opjaagt. Om de pangasius verwerkende bedrijven te voorzien van hun grondstof zijn ‘collectors’ of ‘middlemen’ actief. Zij kopen pangasius op bij de verschillende kwekerijen en verkopen de pangasius in hoeveelheden die verlangd worden door de verwerkende bedrijven. Het percentage van ‘value added’ producten in de totale verwerkte productie groeit gestaag, van 23 procent in 2003 naar 35 procent in 2004XXXV. Veel producten worden onder ‘private label’ verkocht. De VASEPii noemt als belangrijkste aandachtspunten voor de verdere ontwikkeling van pangasius kweek: antibioticaresiduen, overgebruik van polyfosfaten, overglazering en ‘tracebility’. De FAO spreekt van een ongecontroleerde expansie van de oppervlakte onder productie en maakt zich zorgen over de beschikbaarheid van vers en veilig water voor de pangasius kweek. WWF benoemt het gebruikt van ‘(banned) chemicals’ als een van de belangrijkste zorgpunten van pangasius kweek.
i
GLOBEFISH is de eenheid binnen de ‘FAO Fisheries Department’ die verantwoordelijk is voor de informatieverstrekking over de internationale vishandel. ii Vietnam Association of Seafood Exporters & Producers.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
50 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
5
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
TILAPIA
5.1
Naamgeving
Tilapia is de algemene aanduiding van een groot aantal visspecies, behorende tot een van de drie geslachten: Oreochromis, Sarotherodon en Tilapiai én verschillende hybriden. Een tiental species is geschikt voor de kweek, maar een beperkt aantal is commercieel van belang. - Oreochromis niloticus (zwarte tilapia, Nijl tilapia); - Oreochromis mossambicus (rode tilapia, Mozambique of Java tilapia); - Oreochromis aureus (blauwe tilapia) en - Oreochromis hornorum (Zanzibar of Wami tilapia)ii. Er wordt veelvuldig gekruist tussen species, soms om een bepaalde kleur te bewerkstelligen, soms om sneller groeiende tilapia te krijgen. De Taiwanese rode tilapia is een dergelijke hybride. Veel tilapia vissen vormen een mozaïek van onzekere origines. De lijst met handelsbenamingenXII vermeldt de handelsnaam tilapia, en geeft als corresponderende wetenschappelijke namen zowel Tilapia spp. als Oreochromis spp.
i ii
Alle drie uit de familie van de Cichlidae. Ook bekend als resp. Tilapia nilotica, Tilapia mossambica, Tilapia aurea, Tilapia urolepis.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
51 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
5.2
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Tilapia in zijn natuurlijke omgevingXXXVI
De herkomst van tilapia vermoedt men in Zuid Centraal Afrika. Tilapia verspreidde zich in noordelijke richting tot in Syrië en in zuidelijke richting tot in Madagaskar. Tilapia is een zoetwater vis, maar verschillende soorten kunnen ook in brak water leveni. De vis leeft in water met temperaturen tussen 16 en 35 oC. Tilapia is een omnivoor, maar wordt als hoofdzakelijk herbivoor beschreven. Tilapia is een rondvis. Tilapia is snel geslachtsrijp, de ene species eerder dan de andere. Onder goede condities kan tilapia bij drie maanden geslachtsrijpheid zijn, bij een lengte van acht tot tien cm en een gewicht van zestig tot honderd gram. Ze kunnen zes tot tien broedsels per jaar hebben, voorwaarde is een watertemperatuur boven de 22 oC In de vrije natuur maken de mannetjes tilapia een nest op de bodem om de vrouwtjes tilapia aan te trekken. Deze legt de eieren in het nest en eenmaal bevrucht neemt het vrouwtje de eieren op in haar mond voor het broeden (mondbroeders). De eieren komen na twee tot vijf dagen uit, afhankelijk van de watertemperatuur. In de drie tot vier daaropvolgende dagen absorberen de embryo’s in de moedermond de dooierzak. De jonge tilapia vissen zwemmen daarna uit om hun voedsel te vergaren, maar keren bij gevaar terug naar de moedermond. Tilapia vissen worden zes tot acht jaar oud. Mannetjes tilapia groeien sneller dan vrouwtjes tilapia en hebben meer een zelfde maat.
5.3
De kweek van tilapia
Gedurende de laatste halve eeuw zijn visboeren in de tropische en semi-tropische wereld begonnen met tilapia kweek. Maar tilapia kweek is van vroeger datum; Uit een afbeelding op een Egyptische tombe leidt men af dat de kweek van tilapia al vier duizend jaar oud is. Tilapia groeit snel, is een efficiënte gebruiker van natuurlijk voedsel in het water kan zich voeden met voer laag uit de voedselketen. Én accepteert gelijktijdig een grote variëteit aan bijvoedering. Ze heeft een hoge resistentie tegen zowel bacteriële, virale als parasitaire ziekten. In gevangenschap reproduceert tilapia zich eenvoudig. Tilapia kan in hoge dichtheden worden gekweekt. Ze verdraagt een slechte kwaliteit van water, in het bijzonder een laag zuurstofgehalte. Vanwege al deze factoren stimuleerde de FAO de kweek van tilapia als middel voor locale gemeenschappen in ontwikkelingslanden om in hun eiwitbehoefte te voorzien. De variëteit in de kweek van tilapia is bijzonder groot, van heel eenvoudig tot zeer complex.
i
De ‘Florida red Tilapia kan zelfs in kooien in de open zee worden gekweekt.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
52 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Aan de ene kant van het spectrum vinden we tilapia die wordt uitgezet in de rijstvelden, waar ze met de rijst wordt ‘mee geoogst’. De vissen zijn dan tot de ‘eetbare’ maat van circa vijftien cm uitgegroeid. Extensieve kweek in vijvers is de traditionele kweek in veel landen van de wereld. Deze wijze van kweken rust op een balans tussen de input van voedsel en de natuurlijke assimilatiecapaciteit van de vijver. Men kan de tilapia productie verhogen door de natuurlijke productiviteit van de vijver te vergroten door bemesting (‘manuring’). Geïntegreerde systemen waarbij de dieren, bij voorkeur varkens, kippen of eenden, gehouden worden aan de rand van of boven de vijver, zodat de verse mest eenvoudig en continu ter beschikking van de vijver komt, zijn een wijd verbreide praktijk.XXXVII Een andere ingang om de productie te verhogen is aanvullende voeding, waterverversing en zuurstof toevoegen aan het water. Meer intensieve teelt dan in vijvers wordt mogelijk met drijvende kooien, ‘pens’ en doorstromingssystemen. Tanks en recirculatiesystemen bevinden zich aan de andere, de complexe kant, van de kweeksystemen van tilapia. De dichtheden lopen sterk uiteen, afhankelijk van de grootte van de vis en het kweeksysteem, maar in kooien waarin de tilapia uitgroeit tot oogstgrootte, zijn de dichtheden zes- tot achthonderd vissen voor vis tot 225 gram, drie- tot vierhonderd vissen per m3 voor tilapia van 450 gram. In monosex culturen, groeien mannetjes tilapia onder goede condities in vijf tot zes maanden uit tot vissen van 450 gram. In kweek worden ze meestal gevoerd met voer op basis van graan. Voor snelle groei van de vis is voer nodig bestaande uit korrels met een hoog eiwitgehalte. De Food Conversion Rate is tussen anderhalf en drie, tenminste voor hoge kwaliteit geformuleerde en samengestelde diëten. Voor de lagere kwaliteit diëten valt deze hoger uit. Een beperking van tilapia kweek is de vroege geslachtsrijpheid, ruim vóór dat ze een grootte heeft bereikt waarin ze op de markt kan worden gebracht. Overpopulatie in de kweeksystemen is een probleem. Kweek van alleen mannetjes is een gebruikelijke werkpraktijk om overpopulatie te voorkomen. Daarnaast groeien mannetjes twee keer zo snel als vrouwtjes. Methoden om hoofdzakelijk of uitsluitend mannelijke tilapia vissen te verkrijgen zijn - handmatige selectie van vissen op jonge leeftijd op het oog; - ‘sex reversal’ door toediening van androgene hormonen aan het voedsel gedurende drie à vier weken; - Kruising van twee geselecteerde species die alleen mannelijk nageslacht voortbrengt.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
53 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Een probleem voor de marketing van tilapia vormt de soms de modderige geur en smaak. Door de vis in schoon en continu stromend water te houden gedurende zeven tot tien dagen vermindert het probleem.
5.4
Consumptie van gekweekte tilapia
Tilapia wordt diepvries hoofdzakelijk als filets aangeboden, maar ook gericht op het wokken in blokjes geleverd. Tilapia wordt ook als ‘refreshed’i filet aangeboden. Sinds kort is er ook gerookte tilapia op de markt. Tilapia is in volume in de Nederlandse huishoudelijke markt 5,4 procent van de verse naturel vis en van het totaal van diepvries vis, schaal- en schelpdieren maakt het 3,5 procent uit (cijfers eerste halfjaar 2007).
20.000
ton
15.000 10.000
5.000 0
naturel vis (excl. haring)
overige
diepvries vis, schaal- en schelpdieren tilapia
FIGUUR 18 HET SOORTAANDEEL TILAPIA IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII
De consumptie van gekweekte tilapia in Nederland in 2006 schatten we op 1.157 ton. TABEL 18 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIA IN NEDERLAND IN TON, 2006
Soort verbruik
Ton naturel
Ton diepvries
Ton totaal
305
510
815III
Grootverbruikiii
128
214
342
Totaal
433
724
1.157
Huishoudelijke markt
ii
i
We spreken van ‘refreshed’ en niet van vers omdat de vis diepgevroren is geweest en daarna ontdooid is. Inclusief consumptie ter plaatse. iii We hebben de aanname gedaan dat de soortaandelen in het grootverbruik gelijk zijn aan die in de huishoudelijke markt. ii
EINDRAPPORTAGE PAGINA
54 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De cijfers over 2005, 2006 en het eerste halfjaar van 2007 laten een spectaculaire groei zien van de consumptie, in het bijzonder in het diepvriessegment. TABEL 19 GROEI VAN DE CONSUMPTIE VAN TILAPIA IN NLIII
Stijging 2006 / 2005 Stijging eerste halfjaar 2007 / eerste halfjaar 2006
Percentage groei naturel
Percentage groei diepvries
18%
173%
8%
42%
De consumptie van tilapia betreft nagenoeg uitsluitend gekweekte tilapia filets; Van de in Nederland geconsumeerd tilapia is een verwaarloosbaar deel wild gevangen; Hele tilapia vissen is een heel kleine markt.
5.5
Mondiale productie en handel van gekweekte tilapia
De mondiale productie van tilapia was in 2005 2.800 duizend ton, daarvan was bijna driekwart gekweekt, te weten 2.200 duizend tonXXXVIII. De sterke groei van de mondiale productie van tilapia komt de laatste twee decennia geheel voor rekening van de toename in de kweek van tilapia.
FIGUUR 19 MONDIALE
PRODUCTIE TILAPIA, UITGESPLITST NAAR WILD GEVANGEN EN GEKWEEKTXXXIX
De belangrijkste landen in de wilde vangst van tilapia zijn de Afrikaanse landen, Egypte, Uganda, Tanzania, Malawi. Brazilië is het vijfde land in deze top 5.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
55 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Tilapia wordt in meer dan honderd landen gekweekt, van Noord en Zuid Amerika, Afrika en Europa tot Azië. Kweek vindt ook plaats in de gematigde gebieden, dit verlangt dat het water verwarmd wordt.
Tilapia Aquaculture production (by region, in tonnes)
8000 9000 22000 56000
1089000
755000
245000 170000
3 4500000 0000 7120000 0000
A q u a c u ltu r e p r o d u c tio n
FIGUUR 20 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE REGIO’S IN DE PRODUCTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIAXXXIX
In aquacultuur is de zwarte tilapia, de Nijl tilapia, dominant. Alle landen die starten met commerciële kweek van tilapia, concentreren zich op deze species. 13,7% 0,1% 2,1%
Nijl tilapia Mozambique tilapia Blauwe tilapia Tilapia n.e.g.
84,1%
FIGUUR 21 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE TILAPIA SPECIESi IN DE MONDIALE PRODUCTIEXXXVIII
i
De verscheidenheid aan Tilapia species is bijzonder groot; de FAO definieert in haar statistieken daartoe de categorie Tilapia n.e.g. ofwel Tilapia niet elders genoemd.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
56 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Van de totaal aquacultuurproductie van tilapia neemt China meer dan de helft voor zijn rekening.
8% 6%
China
7%
Egypte Indonesië Filippijnen
9%
57%
Thailand overig
13%
FIGUUR 22 AANDEEL VAN LANDEN IN DE PRODUCTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIA
De vijf grootste productielanden kweken nagenoeg uitsluitend de zwarte (Nijl) en rode (Mozambique) tilapia. Taiwan en Brazilië produceren andere tilapia species. De hoeveelheid tilapia die wereldwijd wordt verhandeld, wordt geschat op 190 duizend ton en is daarmee nog geen 7 procent van de wereldwijde productie. De Verenigde Staten nemen daarvan 80 procent af. Allereerst moet gezegd dat verse tilapia filets en bevroren tilapia twee verschillende marktsegmenten zijn. De wereldmarktprijs van verse tilapia filets is twee keer de prijs van bevroren tilapia. De productie van bevroren tilapia wordt gedomineerd door Aziatische landen, met in het bijzonder China. De productie van verse tilapia filets wordt gedomineerd door de Zuid-Amerikaanse landen Ecuador, Costa Rica, Honduras en Brazilië. Dé grootste mondiale handelsstromen van tilapia zijn die tussen de Verenigde Staten en Azie. China levert 104 duizend ton aan de Verenigde Staten. Taiwan was goed voor 21,5 duizend ton en de andere Aziatische landen leverden 8 duizend ton. De tilapia die de Verenigde Staten importeren met herkomst Azië is bevroren en bestaat voor circa de helft uit hele vissen. Naast deze grote handelsstroom van bevroren tilapia tussen de Verenigde Staten en Azië is er een handelsstroom tussen de Verenigde Staten en Midden- en ZuidAmerika. Het betreft verse tilapia filets. Europa importeert voornamelijk uit Azië: 5 duizend ton vanuit China, duizend ton vanuit Taiwan en 14 duizend ton vanuit andere Aziatische landen, Thailand en Indonesië. Er wordt weinig tilapia uit Zuid- en Amerika geïmporteerd. De beperkte hoeveelheid tilapia die Afrika exporteert (500 ton) heeft Europa als bestemming.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
57 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
104000
FIGUUR 23 MONDIALE HANDELSSTROMEN VAN TILAPIAXXXIX
5.6
Herkomst van in Nederland geconsumeerde tilapia
De in Nederland aangeboden versei filet is afkomstig van tilapia gekweekt in Nederland, België of Frankrijk. Een enkele supermarktketen biedt verse filet aan afkomstig uit Ecuador. Verse filet wordt als naturel aangebodenii. De diepvries tilapiaiii in Nederland is afkomstig uit Indonesië, Thailand, China en Vietnam. Voor de Aziatische tilapia geldt dat Thaise en Vietnamese productiebedrijven veelal (nog) geen grote volumina ‘aankunnen’, wat hen voor importeurs minder interessant maakt als leverancier. Indonesië heeft de naam betere kwaliteit te leveren dan China, de tilapia uit China zou van minder constante kwaliteit zijn, en niet zelden een gronderige smaak hebben. De vis wordt diepgevroren over zee aangevoerd in schepen met containers met 20 ton tilapia filet inhoud en komt behalve in Rotterdam ook binnen via Antwerpen en Zeebrugge.
i
ii iii
hieronder wordt niet de ‘refreshed’ tilapia begrepen. en een fractie als (warm) gerookte tilapia. inclusief de ‘refreshed’.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
58 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
6
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
REGENBOOGFOREL
6.1
Naamgeving
De regenboogforel behoort tot de zalmachtigen (Salmoniformes). De wetenschappelijke naam voor regenboogforel is Oncorhynchus mykiss. Regenboogforel wordt gekweekt óf op wit vlees óf op rood/roze vlees. De kleur van het vlees wordt bepaald door het voedsel. De rood/roze regenboogforel wordt door de handel veelal aangeduid als zalmforel. De regenboogforel is veruit de meest geproduceerde foreli, en wordt daarom ook wel kortweg forel genoemd. Andere forellen zijn de beekforel, de zeeforelii en bronforel. Deze laatste zijn van beperkte betekenis voor de consumptie, hun betekenis ligt meer op het terrein van de sportvisserij. De kweek van deze inheemse species is veelal om visvoorraad in meren en beken aan te vullen.
6.2
Regenboogforel in zijn natuurlijke omgeving
Regenboogforellen zijn zoetwater vissen, maar onder de zoetwater vissen nemen ze een speciale plaats in. De regenboogforel kent namelijk behalve de variant die zijn hele leven in zoet water doorbrengt, de anadrome variant die naar de oceaan migreertiii. De regenboogforel is een rondvis. De origine van de regenboogforel ligt in Californië. Ze verlangen matig tot snel stromend, zuurstofrijk water. De meest geschikte ‘range’ van de watertemperatuur om in te leven, is voor de regenboogforel tussen de 8 en 17 oC, met een optimum tussen de 12 en 14 oC.
i
Wereldwijd is 90% van de forelproductie regenboogforel, in Europa is dat zelfs 95%. Beekforel en zeeforel is één en dezelfde species: de salmo trutta. De beekforel brengt in tegenstelling tot de zeeforel zijn gehele leven door in zoetwater. iii De anadrome vorm wordt soms met ‘steelheads’ aangeduid. ii
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
59 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
In natuurlijke omstandigheden leggen forellen hun eieren gedurende de herfst en worden de eieren uitgebroed gedurende de winter. De vrij zwemmende embryo (‘allevin’) ontwikkelt zich met de voedingsstoffen van de inhoud van de dooierzak dat aan zijn lijf gehecht is. In het voorjaar starten de jonge visjes zichzelf te voeden. Regenboogforel sterven niet noodzakelijkerwijs na het paren, tot vier keer kunnen ze paren. De anadrome variant bereikt in drie jaar een gewicht van zeven tot tien kg, de zoetwater variant groeit langzamer. Deze bereikt in drie jaar een gewicht van vierenhalve kg. Regenboogforellen zijn carnivoren. Als roofdier eten ze vanaf het moment dat ze geboren worden elke kleinere vis dan henzelf. Ze hebben een gevarieerd dieet. Insecten en insectenlarven maken daar een groot deel van, een ander deel bestaat uit schaaldieren, weekdieren, viseieren. Naarmate ze groeien, consumeren ze meer vis en minder insecten.
6.3
De kweek van regenboogforelXL,
XXII
De regenboogforel werd in het begin van de twintigste eeuw in Europa geïntroduceerd. De introductie was destijds in visbroedplaatsen (‘hatcheries’) om ze daarna in beken en meren uit te zetten. Nodig is stromend, schoon, zuurstofrijk water waarvan de temperatuur zomers normaliter niet boven de 12 à 14 oC komt. In de warmere landen is het gebruikte water veelal afkomstig uit wateren die hun oorsprong hebben in de bergen. Overigens hoe hoger de temperatuur van het water, hoe lager het zuurstofgehalte. Dus kwekerijen met toevloed van warmer water moeten actief het zuurstofgehalte van het water beheren. De regenboogforel is in Europa uitheems. De vrouwtjes vissen kunnen in de herfst niet op een spontane manier eieren produceren. Daarmee is de regenboogforel niet in staat om zich in Europa op natuurlijke wijze voort te planten. Om toch te kunnen beschikken over bevruchte eieren om uit te laten groeien, worden vrouwtjes regenboogforellen verdoofd en de eieren door druk op de buik vrijgemaakt en daarna verzameld. Vervolgens wordt de hom hiermee gemengd. De vissen worden kunstmatig in de paarperiode gebracht door manipulatie van de perioden van licht en donker (‘photomanupulation’). Aldus kunnen er het jaar rond bevruchte eieren beschikbaar komen. De eieren worden geplaatst op bladen in stromend water totdat ze uitkomen na 370 ‘degree days’. De ‘alevin’ absorbeert zijn dooierzak geleidelijk in tien tot veertien dagen. Dan is hij zover om korrelvoer aan te nemen. De juvenielen (‘fry’) worden traditioneel gehouden in betonnen tanks.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
60 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Wanneer de jonge vissen acht tot tien centimeter in lengte zijn, kunnen ze getransporteerd worden voor verdere uitgroei. Het is in dit stadium dat ze gevaccineerd worden tegen een verscheidenheid aan ziekten. Dit kan handmatig met injectie worden gedaan, of door het baden van de vis. Het meest gangbare systeem van kweek van regenboogforellen is het doorstroomsysteem, waarbij te denken aan systemen als in onderstaande figuur.
FIGUUR 24 TWEE VORMEN VAN DOORSTROOMSYSTEMEN
In Denemarken zijn deze doorstoomsystemen vaak een schakeling van aarden vijvers, de Franse en Italiaanse systemen zijn veelal betonnen constructies. Drijvende kooien in zoet of zeewater zijn een alternatief systeem voor de doorstroomsystemen. Regenboogforellen hebben als carnivoor een dagelijks dieet nodig met een hoog proteïnegehalte. Als Food Conversion Rates van de regenboogforel worden ratio’s genoemd dicht bij de 1. Daarmee is het een efficiënte omzetter van voer in visvlees. Normaal wordt de regenforel gekweekt tot een maat van 400 tot 450 gram. Aangeduid als een ‘portion trout’. ‘Portion trout’ kan worden gefileerd. Het is zeer geschikt om warm te roken. Als de forel wat langer wordt gehouden, kan die groter worden dan anderhalve kg. Deze wordt met ‘large trout’ aangeduid. De ‘large trout’ biedt aanzienlijk meer mogelijkheden voor verwerking dan de kleinere ‘portion trout’. In deze maat, kan forel een substituut zijn voor zalm in soortgelijke producten: grote filets, steaks, koud en warm gerookte producten
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
61 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
6.4
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Consumptie van gekweekte regenboogforel
Regenboogforel is er vers, gerookt en diepvries. In Nederland wordt vers en bevroren de ‘portion’-maat gegeten. Forel maakt in volume 4,8 procent uit van de Nederlandse consumptie van verse naturel vis en 3,9 procent van de verse gerookte vis (cijfers eerste halfjaar 2007). Regenboogforel wordt ook in diepvriesvorm aangeboden. Het soortaandeel in het marktsegment diepvries vis, schaal- en schelpdieren is echter zo beperkt dat regenboogforel niet afzonderlijk wordt genoemd in de tabellen van het Nederlands Visbureau. Op basis van gesprekken komen we tot een raming van 0,6 procent aandeel in het diepvriessegment.
20.000
ton
15.000 10.000
5.000 0
naturel vis (excl. haring)
gerookte vis
overige
diepvries vis
regenboogforel
FIGUUR 25 HET SOORTAANDEEL REGENBOOGFOREL IN VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN
De consumptie van regenboogforel betreft uitsluitend gekweekte regenboog. Er zijn twee hoofdvormen waarin naturel regenboogforel wordt aangeboden: Gestript op ijs, d.w.z. heel (incl. kop, zonder kieuwen) maar zonder ingewanden en filet. Gerookte regenboogforel en diepvries regenboogforel zijn vooral filets. Circa een derde van het aanbod van regenboogforel in Nederland is witte regenboog, tweederde is roze/rode regenboog.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
62 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De omvang van de Nederlandse consumptie van regenboogforel ramen we op ruim 901 ton. TABEL 20 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE REGENBOOGFOREL IN NEDERLAND IN TON, 2006
Soort verbruik
Ton naturel
Ton gerookt Ton diepvries
Ton totaal
Huishoudelijke markti
354
154
127
635III
Grootverbruikii
148
65
53
266
Totaal
502
219
180
901
6.5
Mondiale productie en handel van gekweekte regenboogforel
Wereldwijd is 90 procent van de forelproductie regenboogforel, in Europa is dat zelfs 95 procent. De mondiale productiecijfers van gekweekte regenboogforel laten een gestage groei zijn over de afgelopen halve eeuw.
600.000
500.000
ton
400.000
300.000
200.000
100.000
0 1950
1955
1960
1965
1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
FIGUUR 26 MONDIALE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL GEDURENDE DE JAREN 1950 – 2005 IN TONXXXVIII
Het volume gekweekte regenboogforel was in 2005 487 duizend ton. De vrije vangst was met minder dan 4 duizend ton verwaarloosbaar ten opzichte van de totale productie. i
Inclusief consumptie ter plaatse. We hebben de aanname gedaan dat de soortaandelen in het grootverbruik gelijk zijn aan die in de huishoudelijke markt. ii
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
63 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Europa is goed voor ruim de helft van de wereldproductie. Chili neemt een kwart van de kweek van regenboogforel voor zijn rekening.
6%
2%
7%
7%
Europa Chili Iran VS van Amerika 56%
Japan overig
22%
FIGUUR 27 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN/ REGIO’S IN DE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL IN 2005XXXVIII
In Europa is het laatste decennium de productie nagenoeg stabiel, de groei van de mondiale productie komt op conto van Chili en Iran. Binnen Europa zijn veel landen actief met de kweek van regenboogforel, met Noorwegen als koploper.
4%
7%
Noorwegen
21%
5%
Turkije Italie
8%
Denemarken Frankrijk 12% 10%
Duitsland Spanje VK
12%
10% 11%
Polen overig
FIGUUR 28 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE EUROPESE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL IN 2006XXII
EINDRAPPORTAGE PAGINA
64 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
In Europa is het traditionele standaard product de ‘portion trout’ met een gewicht tot 450 gram. Het vlees kan wit of licht roze van kleur zijn. ‘Portion trout’ wordt in Europa gekweekt in zoet water. Deze kweek wordt in Europa gevonden in Turkijei, Italië, Denemarken, Frankrijk, Spanje, Verenigd Koninkrijk. Deze vorm van regenboogforel wordt voornamelijk geproduceerd in kleine en middelgrote kwekerijen. Door de regenboogforellen langer door te kweken kunnen grotere forellen worden geproduceerd, veelal geoogst met een gewicht tussen 1.5 en 2 kg. Evenals de ‘portion trout’ kan het vlees wit of rood/roze zijn. De rode ‘large trouts’ die in de zee gekweekt zijn, zijn bijzonder populair in Japan vanwege de diepe rode kleur van het vlees. Regenboogforellen kunnen veel pigment per kg filet absorberen, meer dan b.v. de Atlantische zalm. De ‘large trout’ is niet uitsluitend, maar wel bij uitstek een product van kweek in zout water. ‘Large trout’ vind je buiten Europa bovenal in Chili. Binnen Europa wordt ‘large trout’ in zee in ‘pen-’ of kooicultures gekweekt. De belangrijkste productielanden zijn Noorwegen, Finland, Denemarken en Zweden. Onderstaande figuur geeft het aandeel van de verschillende maten en kleur regenboogforel in de Europese productie.
27% 42%
witte 'portion trout' 'large trout' roze 'portion trout' 31%
FIGUUR 29 AANDEEL VAN ‘PORTION TROUT’ EN ‘LARGE TROUT’ IN EUROPESE PRODUCTIEXXII.
De markten van ‘portion trout’ en ‘large trout’ verschillen onderling sterk. De markt van ‘large trout’ is een wereldmarkt en kent grotere prijsfluctuaties. ‘Large trout’ volgt de ontwikkeling van de zalm en neemt de vorm aan van een internationaal ‘commodity’. De markt van ‘portion trout’ is een overwegend locale of nationale markt met redelijk stabiele prijzen. Chili en Noorwegen zijn landen waar bij uitstek de ‘large trout’ wordt geproduceerd en geëxporteerd.
i
FEAP, The Federation of European Aquaculture Producers, rekent Turkije tot Europa.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
65 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Zoals beschreven is Chili werelds grootste producent van regenboogforel. De productie van regenboogforel is daar een snel groeiende sector. Chili’s regenboogforelmarkt is een exportmarkt. De bevroren vorm domineert. Binnen Europa is Noorwegen de grootste producent van regenboogforel. Ook de Noorse export van regenboogforel is hoofdzakelijk bevroren. TABEL 21 VORM VAN EXPORT VAN REGENBOOGFOREL VAN CHILI, RESP NOORWEGEN IN 2006XLI vorm van export Chili Bevroren
aandeel in export (%) 96%
heel filet anders
Gerookt Vers Anders
66% 22% 6%
vorm van export Noorwegen Bevroren Vers
aandeel in export (%) 85% 15%
3% 2% 1%
Japan is veruit de grootste afzetmarkt voor Chili. De export van Noorwegen is sterk gericht op Rusland, Japan, Taiwan. De export naar de Europese Unie wordt gehinderd door antidumping heffingen die met ingang van 2004 worden opgelegd. Binnen Europa is het traditionele standaard product de ‘portion trout’. Een groot deel van de productie wordt vers door de kwekers zelf verkocht aan afnemers in de regio. Een ander deel wordt aan groothandelaren verkocht. De Europese landen met de hoogste consumptie zijn: Denemarken, Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland en Verenigd Koninkrijk. Duitsland is de grootste importeur. Frankrijk im- noch exporteert substantieel. Denemarken exporteert 90 procent van zijn productie. Binnen Europa wordt in de vraag naar regenboogforel veelal voorzien door de eigen nationale productie én door te importeren uit andere Europese landeni. In die zin is er in zekere zin sprake van een intra-Europese markt.
6.6
Herkomst van in Nederland geconsumeerde regenboogforel
De belangrijkste herkomstlanden van de in Nederland gegeten regenboogforel zijn Denemarken, Italië en Turkije. Denemarken heeft het grootste aandeel van de totale markt van regenboogforel. De raming is circa 40 procent.
i
Incl Turkije.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
66 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Het belang van deze herkomstlanden verschilt per marktsegment (vers naturel, vers gerookt en diepvries). In het kort: TABEL 22 BELANG VAN HERKOMSTLANDEN IN DEVERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN VAN REGENBOOGFOREL Vers Naturel
Gerookt
Diepvries
Denemarken
Turkije
Turkije
Italië
Denemarken
Chili
Frankrijk
Denemarken en Italië zijn in Nederland de belangrijkste leveranciers van naturel regenboogforel. De Deense regenboogforel wordt hoger gewaardeerd dan de Italiaanse. Denemarken heeft op het gebied van kweek van regenboogforellen een lange traditie en ruime ervaring. De Deense regenboogforel is langer houdbaar. DenemarkenXLII heeft ruim driehonderd zoetwater kwekerijen. Deense zoetwater regenboogforel is vooral ‘portion trout’. De zeewater cultures, aanzienlijk minder in aantal, leveren ‘large trout’. In ItaliëXLIII is de kweek van regenboogforel uitsluitend een ‘portion trout’, dus zoetwater cultuur Transport van naturel regenboogforel is gekoeld en over de weg. Veel gerookte regenboogforel is gekweekt in Turkije. De regenboogforel is veelal ook in Turkije gerookt, een deel echter wordt in Nederland gerookt. Turkije levert geen verse naturel regenboogforel aan Nederland; een transport over de weg neemt drie dagen in beslag, te lang voor een vers visproduct. Een ander deel van de gerookte regenboogforel die in Nederland wordt gegeten is in Denemarken gekweekt. Deze is niet zelden in Polen gerookt, of in een van de Baltische staten. Turkije is ook belangrijk voor de leveranties van diepvries regenboogforel. TurkijeXLIV startte met aquacultuur circa veertig jaar geleden. De cultuur van regenboogforel is goed voor meer dan de helft van de aquacultuurproductie. Er zijn meer dan duizend zoetwater kwekerijen van regenboogforel, het meest gebruikte systeem is het betonnen doorstroomsysteem, maar ook aarden vijvers zijn in gebruik. Veel kwekerijen hebben een geringe productiecapaciteit. In de Zwarte zee zijn een tiental zoutwater kwekerijen. De zoetwater kwekerijen leveren ‘portion trout’, de enkele zoutwater kwekerijen produceren ‘large trout’. Een tweede leverancier van diepvries regenboogforel is Chili. Importeurs van regenboogforel doen veelal rechtstreeks zaken met de kwekerij.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
67 VAN 96
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
7
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
GARNALEN
7.1
Naamgeving
In Nederland worden Hollandse garnalen, tropische garnalen en overige garnalen gegeten. De Hollandse garnaal, ofwel Noordzee garnaal, ofwel grijze garnaal is een koudwater garnaal gevangen uit de Noordzee aan de Nederlandsei kust. De Hollandse garnaal wordt niet uit kweek verworven. Tropische garnalen worden ook aangeduid met warmwater garnalen. Tropische garnalen kunnen wild gevangen zijn, maar worden ook gekweekt. Dit kan zowel in zoet als in zout water zijn. De tropische garnaal wordt ook roze garnaal genoemd. Overige garnalen zijn bij voorbeeld de Noorse (of eigenlijk Noordse) garnaal. Dit zijn koudwater garnalen wild gevangen in hoger gelegen wateren (Groenland, IJsland, Canada). De Noorse garnaal wordt niet uit kweek verworven. TABEL 23 ONDERSCHEID TUSSEN VERSCHILLENDE SOORTEN GARNALEN warmwater Tropisch
koudwater Hollands Overig Noordzee Noordse Grijze
Roze
Tropische garnalen geconsumeerd in Nederland betreft een groot aantal species, maar wanneer tropische garnalen eenmaal gekookt en gepeld zijn, is er voor de consument nauwelijks verschil merkbaar tussen de soorten en is identificatie naar soort niet meer mogelijk.
i
en in zekere mate ook aan de Duitse en Deense.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
69 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Gezien het beperkte onderscheid na bereiding wordt de taxonomische familienaam gehanteerd om de verzameling van soorten aan te duiden, Penaeidae. Daarnaast worden enkele specifieke soorten verkocht die na bewerking nog wél te identificeren zijn. Voor deze wordt de volledige taxonomische naamgeving wel gehanteerd: de witpootgarnaal Penaeus vannamei, de tijgergarnaal Penaeus monodon en de zoetwaterreuzegarnaal Macrobrachium rosenbergii. Zoals de naam al aanduidt, leeft de zoetwaterreuzegarnaal in zoet water. De tijgergarnaal en de witpootgarnaal leven in zout water. TABEL 24 DEEL VAN DE TAXONOMISCHE INDELING VAN DE TIJGERGARNAAL, WITPOOTGARNAAL EN ZOETWATERREUZEGARNAAL
Familie Penaeidae Palaemonidae
Geslacht Penaeus Macrobrachium
Soort Vannamei / Monodon Rosenbergii
In het Engels maakt men taalkundig een onderscheid tussen kleine en grote garnalen. De kleine zijn ‘shrimps’ en de grotere noemt men ‘prawns’. Naast garnaal zijn er de benamingen gamba en scampi voor de tropische garnaal in zwang. Gamba is meer in gebruik voor zeewater reuzegarnalen en scampi vaker voor zoetwaterreuzegarnalen. Beide zijn echter 'fancy' benamingen die zeker niet refereren aan een bepaalde garnalensoort. TABEL 25 OVERZICHT VAN BENAMINGEN VAN GARNALEN warmwater Tropisch
Penaeidae
Roze zeewater reuzegarnalen Penaeus Penaeus vannamei monodon Litopenaeus vannamei Witpoot Tijgergarnaal garnaal White leg shrimp
(Giant) tiger prawn
koudwater Hollands Overig Noordzee Noordse Grijze zoetwater reuzegarnaal Macrobarcium rosenbergii
giant Malaysian prawn
Conger Conger
Pandalus borealis
Brown shrimp
Norther shrimp
Gamba Scampi
EINDRAPPORTAGE PAGINA
70 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
7.2
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Garnalen in hun natuurlijke omgeving
Garnalen hebben geen inwendig skelet, maar een harde opperhuid (pantser). Dat biedt stevigheid en bescherming. Het pantser kan echter niet groeien, zodat de garnaal om groter te worden, regelmatig zal moeten vervellen: Het oude pantser valt af en wordt vervangen door een nieuw, groter pantser. Het oude pantser breekt en valt af doordat de garnaal zich vol water zuigt. Het duurt ongeveer zes dagen voor het nieuwe pantser, dat al in zachte vorm is aangelegd, hard is geworden. Daarna pompt de garnaal het water dat hij heeft opgezogen weer naar buiten. Het lichaam van de garnaal is dan kleiner geworden. Dat geeft de ruimte om te groeien. De meeste garnalen vervellen meer dan tien keer voor ze zijn uitgegroeid. Garnalen komen in grote aantallen over de hele wereld voor, meestal in de kustgebieden. Het zijn vooral vleeseters, die jagen op kleine wormpjes, slakken, vissen en schelpdieren. Alleen in het jeugdstadium worden ook algen en wieren gegeten. Een garnaal jaagt meestal ’s nachts. Overdag graaft hij zich in in het zand, waarbij alleen de ogen en de antennes boven het zand uitsteken. Op hun beurt zijn garnalen een geliefde prooi van vissen, zoals wijting en kabeljauw. In de Noordzee en de Waddenzee kunnen de vissen jaarlijks wel ongeveer de helft van de garnalenpopulatie wegvangen. Dat is geen bedreiging voor de overleving van de garnaal. Het aantal garnalen is zo grooti dat de soort goed kan overleven.
7.3
De kweek van tropische garnalen
Kweek van tropische garnalen vindt plaats in zout en in brak water en in zeer beperkte mate ook in zoet water. Tropische garnalen gedijen bij temperaturen van rond de 30 oC. De aanwas van de kweekvijvers gebeurt op twee manieren. Afhankelijk van de locatie en de intensiteit van de kwekerij, zal er sprake zijn van een natuurlijke instroom en/of levering van kweeklarven. De traditionele kweekvijvers van tropische garnalen worden in hun garnalen voorzien door natuurlijke instroom vanuit tijde wisselingen. Bij vloed stroomt er een nieuwe lading garnaleneieren en -larven de vijver in. Eventueel wordt dit aangevuld met wilde vangst van garnalenlarven uit broedplaatsen. Meer intensieve systemen van kweek van tropische garnalen betrekken hun garnalenlarven van larvenkwekerijen. De eieren in deze larvenkweekvijvers zijn verkregen door vangst van zwangere garnalen of vangst van eieren in natuurlijke broedplaatsen. In larvenkweekvijvers worden de eieren gekweekt tot garnalenlarven. De larvenkweek neemt gemiddeld drie weken in beslag. Hierna worden de garnalenlarven overgeheveld in de garnalenkweekvijver om van larve uit te groeien tot garnaal. Afhankelijk van de groeisnelheid en de gewenste grootte van de garnaal duurt deze fase drie tot zes maanden. i
in de Noordzee en Waddenzee ongeveer 160 miljard
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
71 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De traditionele kweekvijvers worden gekarakteriseerd door polycultuur met vis of rijst en is afhankelijk van natuurlijke bronnen en weersomstandigheden. De dichtheid van de vijver is laag en de mogelijkheid tot expansie wordt gereguleerd door de capaciteiten van de natuurlijke omgeving. Echter voor de commerciële productie van tropische garnalen zijn vooral de extensieve, semi-intensieve en intensieve kweekvijvers van belang. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de onderscheidende kenmerken. TABEL 26 KENMERKEN SYSTEMEN VAN KWEEK VAN TROPISCHE GARNALEN
Dichtheid Voedingsbron
Extensief Natuurlijke instroom, aangevuld met larven uit larvenkweekvijvers laag Natuurlijk
Kunstmest
Ja
Verwerving larven
Semi-intensief Larven uit larvenkweekvijvers
Intensief Larven uit larvenkweekvijvers
middel Natuurlijk en samengesteld Ja
hoog Samengesteld Ja
Voor het oogsten worden de kweekvijvers leeggepompt en de garnalen eruit getild. De garnalen worden direct onder ijs gelegd voor transport naar de verwerkingsfaciliteiten.
7.4
Mondiale productie en handel van gekweekte garnalen
De totale productie van garnalen wereldwijd was in 2005 6.092 duizend ton, daarvan was 44 procent, zijnde 2.675 duizend ton, verworven uit aquacultuur. Onderstaande figuur toont de toename van garnalenkweek in de afgelopen dertig jaren. 3.000.000
2.500.000
ton
2.000.000
1.500.000
1.000.000
500.000
0 1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
FIGUUR 30 MONDIALE KWEEK VAN GARNALEN GEDURENDE DE JAREN 1975 – 2005 IN TONXXXVIII
EINDRAPPORTAGE PAGINA
72 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De cijfers van de FAO over de mondiale productie, vrije vangst en aquacultuur tezamen, van ‘shrimps / prawns’ omvatten meer dan zeventig species, ruim twintig species worden gekweekt. Daarvan zijn veruit de belangrijkste: de witpootgarnaal en de tijgergarnaal. Met resp. 1.599 duizend ton en 723 duizend ton, samen goed voor meer dan 85 procent van de mondiale kweek van garnalen.
3.000.000 2.500.000
ton
2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 1996
1997
1998
1999
Witpoot
2000
2001
Tijgergarnaal
2002 Overig
2003
2004
2005
Totaal
FIGUUR 31 MONDIALE KWEEK VAN WITPOOTGARNAAL EN TIJGERGARNAAL, GERELATEERD AAN TOTALE KWEEK VAN GARNALEN IN 2005 IN TONXXXVIII
De vier belangrijkste landen met kweek van de witpootgarnaal zijn China, Thailand, Indonesië en Vietnam. Toch is de kweek van de witpootgarnaal niet een louter Aziatische aangelegenheid. De vijf daaropvolgende landen met grootste kweek van witpootgarnaal zijn Zuid- en Midden-Amerikaanse landen (Mexico, Brazilië, Ecuador, Colombia en Venezuela). De kweek van de tijgergarnaal is geconcentreerd in Vietnam, India, Indonesië, China en Thailand.
18% 6%
Thailand 51%
6%
25%
Indonesië China
10%
overig
Vietnam India
10%
Indonesië Vietnam
19%
16%
China
20% 19%
Thailand overig
FIGUUR 32 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE KWEEK VAN RESP. DE WITPOOTGARNAAL EN TIJGERGARNAAL IN 2005XXXVIII
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
73 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
De totale wereld productie witpootgarnaal is –op een verwaarloosbaar fractie naverworven uit kweek. Van de totale wereldproductie tijgergarnaal is ruim driekwart verworven uit kweek, een kwart uit wilde vangst. Van alle vis verhandeld op de wereldmarkt is het aandeel van garnalen het grootst (zie ook 2.7).XLV
7.5
Consumptie van gekweekte tropische garnalen
De cijfers van het Nederlands Visbureau van de consumptie van vis in Nederland maken onderscheid in vis enerzijds en schaal- en schelpdieren anderzijds. Onder de schaal- en schelpdieren vinden we de mosselen, de garnalen en overige schaal- en schelpdieren terug. De consumptie van verse schaal- en schelpdieren betreft voor bijna 60 procent mosselen. Garnalen zijn goed voor 26 procent (cijfers eerste halfjaar 2007). De consumptie van verse garnalen is verder uitgesplitst in consumptie van tropische, Hollandse en overige garnalen. Van alle verse garnalen is bijna de helft tropische garnalen. De consumptie van diepvries schaal- en schelpdieren is niet verder uitgesplitst in de cijfers van het Nederlands Visbureau. Het soortaandeel garnalen in diepvries schaalen schelpdieren is een raming, op basis van verschillende schriftelijke en mondelinge bronnen.
6.000 5.000
ton
4.000 3.000 2.000 1.000 0
verse schaal- en verse garnalen schelpdieren
overige
diepvries schaal- en schelpdieren
tropische garnalen
FIGUUR 33 HET SOORTAANDEEL TROPISCHE GARNALEN IN VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN
De tropische garnalen worden beschouwd als een categorie visproducten die sterk in opkomst is.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
74 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
De lijn die wij hebben gevolgd bij de raming van de consumptie van resp. gekweekte Atlantische zalm, pangasius, tilapia en regenboogforel, levert problemen op wanneer wij deze willen doortrekken naar het ramen van de consumptie in Nederland van gekweekte tropische garnalen. Bekend is dat de garnalenconsumptie in het grootverbruik, in het bijzonder de horeca, groter is dan in de huishoudelijke markt. Niet alle tropische garnalen zijn gekweekte garnalen. Over het juiste percentage lopen de schattingen zeer uiteen. Van de zijde van de importeurs zijn er lage percentages. De FAO-statistieken doen een hoog percentage verwachten. Immers de Nederlandse consumptie betreft de witpootgarnaal, de tijgergarnaal en de zoetwaterreuzegarnaal. De eerste twee soorten tropische garnalen worden nagenoeg uitsluitend via kweek verworven (zie ook 7.4). De gegevens die aangeleverd zijn door de importeurs, visgroothandels en supermarktketens wijzen in de richting van een consumptie van gekweekte tropische garnalen van circa 1.500 ton op jaarbasis. TABEL 27 RAMING CONSUMPTIE GEKWEEKTE GARNALEN IN NEDERLAND IN TON, 2006.
Soort verbruik Huishoudelijke markt Grootverbruik Waarvan gekweekt
Ton naturel
Ton diepvries
Ton totaal
706
Tussen 0 en 1215
Tussen 706 en 1.921
>>706
tussen 0 en meer dan 1215
tussen meer dan 706 en meer dan 1.921
Onbekend %
Onbekend %
Totaal
7.6
1.500
Herkomst van in Nederland geconsumeerde tropische garnalen
De Nederlandse importeurs handelen voor de verkoop van garnalen bestemd voor de Nederlandse consumptie voornamelijk met Aziatische landen: Indonesië, Bangladesh, India en Thailand. Verder uit Brazilië, China, Vietnam, Maleisië en Ecuador. Nederland telt één tropische garnalenkwekerij: The Happy Shrimp Farm. Deze levert sinds kort en wel vooral aan de horeca. De productie is nog zeer beperkt.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
75 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
13%
35% 15%
17% 20% Indonesië
Bangladesh
India
Thailand
overig
FIGUUR 34 HERKOMST GEÏMPORTEERDE KWEEKGARNALEN BESTEMD VOOR NEDERLANDSE CONSUMPTIE
Nederlandse importeurs doen in de herkomstlanden zaken met ‘packers’. Bij deze bedrijven worden de opbrengsten van kwekerijen verzameld. In het algemeen bezit de ‘packer’ zelf kweekvijvers en is in meer of mindere mate afhankelijk van de aanlevering van garnalen van kleinere kwekerijen. De ‘packer’ betrekt diverse soorten garnalen van een groot aantal kwekerijen en voegt deze samen voor verdere verwerking. Herkomst naar kwekerij of vijver is niet na te trekken. De garnalen ondergaan een of meerdere bewerkingen: - Invriezen - Koken en invriezen - Pellen en invriezen - Koken, pellen en invriezen - Pellen, koken en invriezen - Koken, pellen, ‘value added’ en invriezen Het koken van de garnaal vindt plaats in grote kooktanks gedurende een tijdsduur en op temperaturen vastgesteld in voedselproductieprotocollen. Het pellen van de tropische garnalen vindt altijd plaats in het land van herkomst. Net als voor het koken van de garnalen hebben de westerse importeurs voorwaarden opgesteld om de kwaliteit van werken in de pelateliers te garanderen. Ondanks dat er machines ontwikkeld zijn specifiek voor het pellen van de garnalen, worden de garnalen in het algemeen met de hand gepeld.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
76 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Men kan garnalen eerst koken en dan pellen (CP; Cooked Peeled) of eerst pellen en dan koken (PC: Peeled Cooked)XLVI. Er is een groot onderscheid tussen PC en CP. Indien men de garnalen rauw pelt en dan kookt (PC) krijgt men een andere vleestextuur en kleuring dan indien men eerst kookt en dan pelt (CP). De CP garnalen worden over het algemeen veel hoger gewaardeerd. Echter, indien men eerst kookt en dan pelt, dan besmet men het steriele gekookte product, wat bij PC niet het geval is. Daarnaast zijn er nog meer voordelen aan PC verbonden. Het rauwe product wordt in Europa gekookt, waardoor de producent beter kan garanderen dat er hygiënisch gewerkt wordt. Daarnaast is het mogelijk om het rauwe product speciaal voor te bewerken. De garnalen kunnen op diverse manieren gepeld worden, zie hiervoor Tabel 28. Gekookte en (deels) gepelde garnalen worden in mindere mate ook geleverd met een extra bewerking, het zgn. ‘value added’. Hiertoe worden de garnalen onder andere gekruid, gemarineerd, gepaneerd en per stuk ingevroren (individually quick frozen, IQF). TABEL 28 DIVERSE PELMETHODEN VOOR TROPISCHE KWEEKGARNALEN Term HOSO (Head On, Shell On) HLSO (Head Less, Shell On) Tail on Pealed Tail on, Deveined PD (Pealed Deveined)
PUD (Pealed Undeveined)
Omschrijving Ongepeld Gepeld (kop) Gepeld (kop, schaal) Gepeld (kop, schaal, staart) Gepeld (kop, schaal) en darmkanaal verwijderd Gepeld (kop, schaal, staart) en darmkanaal verwijderd Gepeld (kop, schaal, staart) en darmkanaal niet verwijderd
Kop
Schaal
Staart
Import kweekgarnalen worden niet meer gepeld. Pellen van garnalen in Marokko wordt enkel gedaan met de Hollandse garnaal. Na verwerking worden de garnalen geëtiketteerd en getransporteerd in bevroren toestand. In de zeecontainers wordt een temperatuur tussen -18 en -20 graden Celsius gehandhaafd. De containers zijn gemiddeld zes weken onderweg voordat een Europese haven bereikt wordt. Tropische garnalen komen via de Rotterdamse, maar meer via de Antwerpse haven binnen. Na aankomst in de havens worden de bevroren garnalen met (vries) wegtransport naar de importeurs gereden. De Nederlandse markt voor import garnalen wordt gedomineerd door twee grote organisaties en zes à zeven kleine spelers (1:20). In Nederland zijn drie bedrijven met verwerkende capaciteiten actief op het gebied van import van kweekgarnalen.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
77 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
Importeurs met verwerkende capaciteit mengen partijen garnalen van verschillende herkomstlanden om producten met constante kwaliteit en gelijke grootte te kunnen leveren. Zo vermelden verpakkingen van garnalen op hun etiket veelal meerdere herkomstlanden. Gezien de vele bewerkingsmogelijkheden in het land van herkomst wordt ook een deel van de garnalen doorverkocht zonder uitvoerige bewerking. Vooral de grotere ongepelde rauwe garnalen worden direct doorverkocht aan grootverbruikers. Een ander deel wordt verwerkt. Het verwerken van de garnalen in Nederland kan omvatten: gecontroleerde dooi, behandelen met additieven, marineren en/of paneren. De garnalen worden ten slotte verpakt.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
78 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
8
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
VISTEELT IN NEDERLAND De opbrengst van de visteeltsector in Nederland was in 2005 bijna 50 miljoen euroV Commerciële viskweek in Nederland is een activiteit van de laatste dertig jaar. Paling en meerval zijn daarbij de belangrijkste gekweekte soorten maar tong, tarbot, tilapia, tropische garnalen, zeebaars en baramundi zijn in opkomst. Het totale volume wordt geschat op minimaal 13 duizend ton per jaar. Palingkweek heeft al een lange historie in Nederland, maar kwam midden jaren tachtig van de vorige eeuw in een stroomversnelling. In korte tijd zijn daarna veel bedrijven gestartXLVII, waaronder een aantal grote met een productie van meer dan tweehonderd ton per jaar. In 2005 zijn er naar schatting 57 bedrijven. Momenteel produceren de Nederlandse palingkwekers ongeveer 60 procent van de Europese palingproductie. De palingteelt is qua volume (in 2005: circa 4,5 duizend ton) en qua aantal bedrijven dan ook de grootste tak in de Nederlandse visteeltsectorVIII. Rond 1985 kwamen de eerste meerval teeltbedrijven in Nederland van de grond. In 2005 waren er naar schatting 37 meerval kweekbedrijven actief met een gezamenlijke productie van bijna 4 duizend ton. Daarnaast zijn er enkele bedrijven die zich richten op tong, tarbot, zeebaars, snoekbaars en baramundi. Sinds kort heeft zich daar de teelt van tropische garnalen op de Maasvlakte bij gevoegd. Tilapia wordt door meerdere bedrijven in Nederland, in de regio van de Peel, gekweekt. In Nederland wordt vis gekweekt in gesloten recirculatiesystemen. De raming is dat 85 procent van de productie naar buitenland gaat, 15 procent is bestemd voor de binnenlandse markt. De betekenis van de Nederlandse visteelt voor de Nederlandse consumptie van kweekvis en gekweekte garnalen is daarbij, in volume, relatief klein.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
79 VAN 96
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 1 LEDEN VAN DE BEGELEIDINGSCOMMISSIE De verkenning werd vanuit de opdrachtgever begeleid door een commissie bestaande uit: - De heer dr. B.H. ter Kuile, Bureau Risicobeoordeling, Voedsel en Waren Autoriteit (voorzitter). - De heer dr. M.J.B. Mengelers, Bureau Risicobeoordeling, Voedsel en Waren Autoriteit; - Mevrouw Ir. M. Snijdelaar, Ministerie van LNV, Directie Kennis; - De heer drs. A.P. van Sprang, Ministerie van LNV; - De heer ir. J.B.F. Vonk, Ministerie van LNV en - De heer drs. Ing. Stefan van Leeuwen, Vrije Universiteit Amsterdam, Institute for Environmental Studies
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
81 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
BIJLAGE 2 HUISHOUDELIJKE MARKT GfK is het onderzoeksbureau waarmee Nederlands Visbureau samenwerkt voor het volgen van de vis aankopen van de Nederlanse consument. GfK Panel Services Benelux werkt met een zgn. ConsumerScan panel. Het ConsumerScan panel is
ontworpen als gestratificeerde steekproef uit de populatie van particuliere huishoudens in Nederland. De statificatie is gebaseerd op de huishoudenkenmerken leeftijd van de referentiepersoon en de grootte van het huishouden. De steekproefopvang is 6.000 huishoudens. De panelleden registreren op een continue basis het huishoudelijke aankoopgedrag en het daaraan gerelateerde winkelbezoeksgedrag met betrekking tot een breed gedefinieerde groep van producten. Van elke aankoop legt de respondent vast wanneer, waar, wat, hoeveel en voor welke prijs men het product heeft gekocht. Om tot een inschatting te komen van de verschillende markten op nationaal niveau dienen de data te worden gewogen van steekproefgrootte naar populatiegrootte. De omvang huishoudenpopulatie in Nederland is in 2006 7.172.000 gesteld.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
82 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 3 BEGRIPPEN MET BETREKKING TOT INDELING VAN VISSOORTEN Allereerst is er het onderscheid tussen vissen die in zoet water leven en vissen die in zout water leven. Vissen die in zout water leven noemt men kortweg zeevissen. Daarnaast is er een belangrijke tweedeling van de vissoorten in rondvis en platvis. Rondvissen vormen veruit de grootste groep. Er zijn zowel zeevissen als zoetwater vissen rondvis; Platvissen leven altijd in de zee. Zoet water
Zout water
Rondvis
Meerval Zalmi Forellen Paling Pangasius Karper Tilapia Snoekbaars Steur
Platvis
Niet van toepassing Tong Schol Tarbot Heilbot
Haringachtigen (haring, sardine, ansjovis) Kabeljauwachtigen (kabeljauw, wijting, schelvis, koolvis) Makreel Mul Tonijn Zeebaars Zwaardvis
Platvissen leven op de bodem van de zee, veelal een groot deel van de tijd ingegraven op de bodem van de zee met de ogen boven het zand. Ze zwemmen gewoonlijk niet in dichte scholen. Pelagische vissoorten zijn zeevissen die zich kenmerken doordat ze in dichte scholen zwemmen en leven in de gehele waterkolom, van vlak onder het wateroppervlak tot net boven de zeebodem (wijting, makreel, haring). Bij schaaldieren denk je aan: garnaal, krab en kreeft; Bij schelpdieren aan: mossels, kokkels, oesters en Sint-Jakobsschelp, venusschelpen. Tweekleppige weekdieren is een term die men tegenkomt in wet- en regelgeving. Gedoeld wordt op de dieren die behoren tot de klasseii der Bivalvia (Tweekleppigen), van de stamii der weekdieren (Mollusca) die steeds een schelp hebben die uit twee met een scharnier gelede kleppen bestaat. Ze leven allemaal in het water (meestal in zee). Aan de Nederlandse kust komen verschillende soorten uit deze klasse voor. Voor deze studie zijn daarvan de mossels, kokkels, oesters en tapijtschelp relevant.
i Zalm, forel, steur en paling nemen binnen de zoetwater vissen een speciale plaats in, ze zijn zgn. anadrome vissen omdat ze een deel van hun leven in zee doorbrengen. ii Een term gehanteerd in de taxonomische indeling.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
83 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
BIJLAGE 4 LIJSTEN VAN LANDEN TABEL 29 DERDE LANDEN VAN WAARUIT VISSERIJPRODUCTEN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN. ISO 2code AE AG AL AM AN AR AU BA BD BG BR BS BY BZ CA CH CI CL CN CO CR CU CV DZ EC ER EG FK GA GD GH GL GM GN GT GY HK HN HR ID IL IN
Visserijproducteni X X X X X X X
Land Verenigde Arabische Emiraten Antigua en Barbuda Albanië Armenië Nederlandse Antillen Argentinië Australië Bosnië-Herzegovina Bangladesh Bulgarije Brazilië Bahama’s Belarus Belize Canada Zwitserland Ivoorkust Chili China Colombia Costa Rica Cuba Kaapverdië Algerije Ecuador Eritrea Egypte Falklandeilanden Gabon Grenada Ghana Groenland Gambia Guinee-Conakry Guatemala Guyana Hongkong Honduras Kroatië Indonesië Israël India
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Tweekleppige weekdierenii
Residubewakingsplaniii X X
X
X X X X X
X X X X
X X X X
X X
X X X X X X X X
i
Bron: Bijlage II bij Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen – in welke vorm ook – voor menselijke consumptie mogen worden ingevoerd. ii Bron: Bijlage I bij Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen – in welke vorm ook – voor menselijke consumptie mogen worden ingevoerd. iii Bron: Bijlage bij Beschikking van de Commissie van 16 mei 2007 tot wijziging van Beschikking 2004/432/EG tot goedkeuring van door derde landen ingediende residubewakingsplannen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad.
EINDRAPPORTAGE PAGINA
84 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
ISO 2code IR JM JP KE KR KZ LK MA MG MR MU MV MX MY MZ NA NC NG NI NZ OM PA PE PF PG PH PK PM RO RU SA SC SG SN SR SV TH TN TR TW TZ UA UG US UY VE VN XM XS YE YT ZA ZW
Visserijproducteni X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Land Iran Jamaica Japan Kenia Zuid-Korea Kazachstan Sri Lanka Marokko Madagaskar Mauritanië Mauritius Maldiven Mexico Maleisië Mozambique Namibië Nieuw-Caledonië Nigeria Nicaragua Nieuw-Zeeland Oman Panama Peru Frans-Polynesië Papoea-Nieuw-Guinea Filippijnen Pakistan Saint-Pierre en Miquelon Roemenië Rusland Saudi-Arabië Seychellen Singapore Senegal Suriname El Salvador Thailand Tunesië Turkije Taiwan Tanzania Oekraïne Oeganda Verenigde Staten van Amerika Uruguay Venezuela Vietnam Montenegro Servië Jemen Mayotte Zuid-Afrika Zimbabwe
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
85 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
Tweekleppige weekdierenii
Residubewakingsplaniii
X X
X X
X
X
X
X X X
X X X X
X
X
X X X X X
X
X X X
X X X
X X
X X X X
X X X X X X X
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 5 SOORTAANDELEN TABEL 30 SOORTAANDELEN IN VERSCHILLENDE VIS MARKTSEGMENTEN TOTAAL
TONNAGES JAAR 2006 verse vis
ton
ton
KWEEK - ondergrens
ton
% van totaal
% van vissoort
ton
18.579
naturel vis (excl. haring)
5.810
zalm kabeljauw schol forel/zalmforel koolvis, schelvis, wijting tong makreel tilapia nijlbaars pangasius tonijn overig
1.795 1.028 279 279 99 174 180 314 122 749 110 680
haring gezouten gebakken vis
30,9% 17,7% 4,8% 4,8% 1,7% 3,0% 3,1% 5,4% 2,1% 12,9% 1,9% 11,7%
2.629 3.693 kibbeling lekkerbek schol kabeljauw overig
gerookte vis
1.661 21 0 279 0 0 0 314 0 749 0 401
92,5% 2,0% 0,1% 100,0% 0,0% 0,1% 0,0% 100,0% 0,0% 100,0% 0,0% 58,9%
1.750 51 1 279 0 0 0 314 0 749 6 417
97,5% 5,0% 0,2% 100,0% 0,0% 0,2% 0,0% 100,0% 0,0% 100,0% 5,0% 61,4%
0
0,0%
0
0,0%
1.492 1.440 259 140 362
40,4% 39,0% 7,0% 3,8% 9,8%
0 0 0 3 0
0,0% 0,0% 0,1% 2,0% 0,1%
0 72 1 7 9
0,0% 5,0% 0,2% 5,0% 2,4%
2.009 1.345 517 143 174 263
45,1% 30,2% 11,6% 3,2% 3,9% 5,9%
1.507 0 465 0 174 135
75,0% 0,0% 90,0% 0,0% 100,0% 51,2%
1.707 0 517 0 174 151
85,0% 0,0% 100,0% 0,0% 100,0% 57,3%
686
34,4%
746
37,4%
0 68 5
0,0% 10,0% 2,0%
0 615 23
0,0% 90,0% 10,0%
0 40
0,0% 5,2%
0 348
0,0% 45,2%
4.454 zalm makreel paling haring forel overig
overige bewerkingsvormen
verse schaal- en schelpdieren
1.993
5.397
garnalen
1.411 Hollandse Roze overig
497 683 231
mosselen overige schaal- en schelpdieren
diepvries vis, schaal- en schelpdieren
19.441 19.441
visstick koolvis kabeljauw zalm lekkerbek kibbeling pangasius tilapia tonijn overig schaal- en schelpdier
conserven
35,2% 48,4% 16,4%
3.215 771
diepvries vis, schaal- en schelpdieren
2.858 3.635 2.100 2.605 544 486 1.478 680 505 3.480 1.069
14,7% 18,7% 10,8% 13,4% 2,8% 2,5% 7,6% 3,5% 2,6% 17,9% 5,5%
0 0 42 2.084 0 0 1.478 680 0 966 295
0,0% 0,0% 2,0% 80,0% 0,0% 0,0% 100,0% 100,0% 0,0% 27,8% 27,6%
0 0 105 2.345 27 0 1.478 680 25 1.054 322
0,0% 0,0% 5,0% 90,0% 5,0% 0,0% 100,0% 100,0% 5,0% 30,3% 30,1%
2.916 228 114
89,5% 7,0% 3,5%
0 0 0
0,0% 0,0% 0,0%
0 0 0
0,0% 0,0% 0,0%
1.026 1.394 360 505 4.127 168 77
13,4% 18,2% 4,7% 6,6% 53,9% 2,2% 1,0%
0 0 0 0 0 0 4
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 5,0%
0 0 0 0 206 5 8
0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 5,0% 2,8% 10,0%
0
0,0%
8
10,0%
12.056 17.659
22,2%
14.199 20.799
26,1%
10.998 glasconserven
3.258 haring mosselen overig
blikconserven
7.657 haring zalm makreel sardien tonijn overige vissoorten schaal-schelpdier
overige verpakkingsvormen
TOTAAL HUISHOUDELIJKE MARKT TOTAAL BINNENLANDSE MARKT
83
54.415 79.707
EINDRAPPORTAGE JANUARI
% van vissoort
ton
KWEEK - bovengrens
2008
PAGINA
87 VAN 96
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 6 LIJST VAN BETROKKENEN geïnterviewden: naam positie de heer H. Achterhuis voorzitter de heer L. van Dillen mevrouw L. Alderliesten-Katerberg Cluster Landbouw / VGEM, team technische ondersteuning de heer J. Dorsman de heer B. van Panhuis de heer L.F.P. Bilton purchasing manager mevrouw T. van Raaij afdeling kwaliteit de heer M. Nijhof manager production & quality assurance de heer Mulderij afdeling vis de heer W. Hoeve directeur de heer Buis qa manager de heer K. Tuijp quality manager de heer E. Estié algemeen directeur de heer J.G.P. Smit visserij-econoom, auteur van "de Nederlandse visverwerkende industrie en visgroothandel" de heer W.H.B.J. van Eijk beleidsmedewerker aquacultuur, auteur van "beleidsnota viskweek" de heer H. Hoogendoorn commercieel directeur de heer R. Koks inkoop vis mevrouw Ch. Absil medewerker visserij mevrouw F. Nagel oceans campaigner de heer G. van Yperen secretaris mevrouw A.M. de Graaf eigenaar de heer J. Spitsbaard eigenaar en nog een importeur die niet met naam genoemd wilde worden.
organisatie Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) De Koeijer Transport B.V. Douane Rotterdam Kantoor Laan op Zuid Douane Rotterdam kantoor Reeweg Foppen Paling en Zalm H. van Wijnen H. van Wijnen Heiploeg B.V. Hanos Karel Hoeve Ijmuiden B.V. Kennemervisgroep Klaas Puul & Zoon B.V. Koelewijn's Haringinleggerij B.V. LEI Productschap Vis Queens products Sligro Food Group Stichting De Noordzee Stichting Greenpeace Nederland Verbond van de Nederlandse Visdetailhandel (V.N.V) Vishandel A.M. de Graaf Vossole Vishandel
vestigingsplaats Zeewolde Yerseke Rotterdam Rotterdam Harderwijk Krimpen a/d IJssel Krimpen a/d IJssel Zoutkamp Apeldoorn Ijmuiden Spakenburg Volendam Spakenburg Den Haag Rijswijk Varsseveld Veghel Utrecht Amsterdam Rijswijk Bunschoten-Spakenburg Zeist
andere mensen die hun medewerking verleenden door op enigerlei wijze informatie ter beschikking te stellen de heer P. van Hooren afdeling kwaliteit de heer H. Bakker Inkoper verse vis mevrouw L. Bergstra inkoper diepvriesvis de heer M.J.B. Jansen hoofd consument en kwaliteit mevrouw F.R.J. Straat de heer Gilbert Curtessi mede-oprichter de heer H. Viskil de heer M. de Graaf beleidsadviseur, consumentenaangelegenheden de heer J. Weldam branch manager vis de heer Parr mevrouw Mariëtte Siezenga marketingcommunicatiemanager mevrouw W. Manshanden marketing manager Mr. Fuentes beleidsmedewerker Economisch en handel afdeling mevrouw M. Glas mevrouw Nicoline Dijkstra commerciëel medewerkster de heer K le Nguyen Doan Khoi phd "Quality management in the Pangasius Export Supply Chain in Vietnam" de heer Tjeerd Hoekstra directie mevrouw Luiten adjunctdirecteur mevrouw D. Beerepoot corporate communications de heer C. Woolthuis manager kwaliteit en milieu de heer P.J. Roeleveld secretaris de heer W. Harteveld locatiemanager mevrouw A. Visscher de heer P. Jansen eigenaar de heer den Heijer directeur en nog een QA-manager die niet met naam genoemd wilde worden
C.I.V. Superunie B.A. C1000 (Schuitema) C1000 (Schuitema) CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) Exportorganisatie voor Noorse Vis Happy Shrimp Farm B.V. Hollandse Visveiling IJmuiden B.V. Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) IGLO Nederland B.V. IUCN Nederlands Comité Nederlands Visbureau Nederlands Visbureau Nederlandse ambassade te Santiago Kontali Analyse AS ProChile Nederland RijksUniversiteit Groningen, onderzoeksschool SOM Rodé Vis B.V. Stichting De Noordzee Super de Boer (Laurus) Super de Boer (Laurus) Vereniging van Importeurs van Visproducten (VIV) Visafslag Scheveningen B.V. Visafslag Urk B.V. Visgilde Visscher W.G. Den Heijer & Zn. B.V.
Beesd Amersfoort Amersfoort Leidschendam Zeist Rotterdam IJmuiden Den Haag Rotterdam Amsterdam Rijswijk Rijswijk Las Condes, Santiago Kristiansund N Den Haag
Aan deze verkenning werkte verder mee Marij Smits, Student Science and Innovation Managament, Universiteit Utrecht. Dit in het kader van een stage Studiepad Medische Biotechnologie. Haar stageverslag heeft als onderwerp: Risico's van Aquacultuur, Een exploratief onderzoek naar de risico’s van consumptie van kweekgarnalen.
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
89 VAN 96
Urk Utrecht Amersfoort Amersfoort Rijswijk Den Haag Urk Arnhem Scheveningen
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 7 TOP 5 VAN IN NEDERLAND GEGETEN KWEEKVISSEN Volgens betrokkenen uit de visdetailhandel persoon 1 Pangasius Atl. zalm
1 2 3 4 5
persoon 2 Atl. zalm Regenboogforel Mosselen Tarbot Tilapia
persoon 3 Atl. zalm Pangasius Tilapia Regenboogforel Paling Tropische Garnalen
persoon 4 Pangasius Atl. zalm Tilapia Regenboogforel Tropische Garnalen Paling
Volgens betrokkenen uit het supermarktbedrijf persoon 1
persoon 2
persoon 3
persoon 4
(segment diepvries)
(segment diepvries)
(segment vers)
(segment vers)
(totaal)
Pangasius Atl. zalm Tilapia
Pangasius Tilapia Atl. zalm
Atl. Zalm Tilapia Pangasius Trop. Garnalen Regenboogforel
Atl. zalm Pangasius Tilapia Regenboogforel
Atl. Zalm Tilapia Pangasius Paling
1 2 3 4 5
persoon 5
Volgens groothandelaren 1 2 3 4 5
persoon 1 Atl. Zalm
persoon 2 Atl. Zalm
Paling
Regenboogforel Zeebaars en zeebrasem Pangasius Tilapia
Pangasius Kabeljauw Heilbot Tilapia
persoon 3 Atl. Zalm Zeebaars en zeebrasem
persoon 4 Pangasius
Pangasius
Zwarte Koolvis
Trop. Garnalen Tong/Heilbot Tilapia
Regenboogforel Zeebrasem Zeebaars
persoon 3 Atl. Zalm Pangasius Tilapia
persoon 4 Mosselen Atl. zalm Paling Tilapia Meerval
Atl. zalm
Volgens overige betrokkenen 1 2 3 4 5
persoon 1 Atl. Zalm Zeebrasem Pangasius Tilapia Rbforel Trop. Garnalen
persoon 2 Atl. Zalm Pangasius Tilapia Paling Trop. Garnalen Zeebaars
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
91 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
BIJLAGE 8 LIJST MET TABELLEN TABEL 1
GEMIDDELDE BIJDRAGE (%) VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN AAN DE INNAME VAN VOEDINGSSTOFFEN VOOR DE DEELNEMERS VAN
TABEL 2 TABEL 3 TABEL 4 TABEL 5 TABEL 6 TABEL 7 TABEL 8 TABEL 9 TABEL 10 TABEL 11 TABEL 12 TABEL 13 TABEL 14 TABEL 15 TABEL 16 TABEL 17 TABEL 18 TABEL 19 TABEL 20 TABEL 21 TABEL 22 TABEL 23 TABEL 24 TABEL 25 TABEL 26 TABEL 27 TABEL 28 TABEL 29 TABEL 30
VOEDSELCONSUMPTIEPEILING-2003, 19-30 JAAR ....................................... 9 ONTWIKKELING VAN NEDERLANDSE HUISHOUDELIJKE MARKT VAN VIS, SCHAALEN SCHELPDIEREN.............................................................................. 10 TOTALE NEDERLANDSE MARKT VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN IN 2006 ..... 10 TOP 10 CONSUMPTIE VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN IN DE NEDERLANDSE HUISHOUDELIJKE MARKT, 2006 ............................................................ 11 OVERZICHT VAN GEKWEEKTE SOORTEN VIS EN GARNALEN IN NEDERLAND GECONSUMEERD ............................................................................... 15 TOP 10 VISSOORTEN MET GROOTSTE (IN VOLUME) MONDIALE PRODUCTIE OP BASIS VAN KWEEK (JAAR 2004) ........................................................... 21 TOP 3 VISSOORTEN MET GROOTSTE (IN BESTEDINGEN) MONDIALE PRODUCTIE OP BASIS VAN KWEEK (JAAR 2004) XVI ....................................................... 21 DERDE LANDEN VAN WAARUIT VISSERIJPRODUCTEN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN .............. 30 DERDE LANDEN VAN WAARUIT TWEEKLEPPIGE WEEKDIEREN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN .............. 30 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE ATLANTISCHE ZALM IN NEDERLAND IN TON, 2006 .................................................................................... 38 CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE ATLANTISCH ZALM IN NEDERLAND 2006 IN TON .. 41 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE PANGASIUS IN NEDERLAND IN TON, 2006 46 GROEI VAN DE CONSUMPTIE VAN PANGASIUS IN NLIII ................................... 46 IMPORT VAN PANGASIUS FILETS IN TON VANUIT VIETNAM.............................. 47 GROEI PANGASIUS EXPORT (IN VOLUME) VAN VIETNAM NAAR NEDERLAND ......... 48 DE DICHTHEID EN OOGST VAN DE VERSCHILLENDE KWEEKSYSTEMEN VAN PANGASIUS IN VIETNAM ...................................................................... 49 FCR VOOR DE VERSCHILLENDE TYPEN VISVOER VAN PANGASIUS IN VIETNAMXXXIV. 49 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIA IN NEDERLAND IN TON, 2006 ..... 54 GROEI VAN DE CONSUMPTIE VAN TILAPIA IN NLIII ........................................ 55 RAMING CONSUMPTIE VAN GEKWEEKTE REGENBOOGFOREL IN NEDERLAND IN TON, 2006 ........................................................................................... 63 VORM VAN EXPORT VAN REGENBOOGFOREL VAN CHILI, RESP NOORWEGEN IN 2006 ........................................................................................... 66 BELANG VAN HERKOMSTLANDEN IN DEVERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN VAN REGENBOOGFOREL ............................................................................. 67 ONDERSCHEID TUSSEN VERSCHILLENDE SOORTEN GARNALEN .......................... 69 DEEL VAN DE TAXONOMISCHE INDELING VAN DE TIJGERGARNAAL, WITPOOTGARNAAL EN ZOETWATERREUZEGARNAAL ...................................... 70 OVERZICHT VAN BENAMINGEN VAN GARNALEN ........................................... 70 KENMERKEN SYSTEMEN VAN KWEEK VAN TROPISCHE GARNALEN ...................... 72 RAMING CONSUMPTIE GEKWEEKTE GARNALEN IN NEDERLAND IN TON, 2006. ...... 75 DIVERSE PELMETHODEN VOOR TROPISCHE KWEEKGARNALEN .......................... 77 DERDE LANDEN VAN WAARUIT VISSERIJPRODUCTEN VERWORVEN DOOR AQUACULTUUR IN DE EUROPESE UNIE GEÏMPORTEERD MOGEN WORDEN. ............. 84 SOORTAANDELEN IN VERSCHILLENDE VIS MARKTSEGMENTEN .......................... 87
EINDRAPPORTAGE PAGINA
92 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 9 LIJST MET FIGUREN FIGUUR 1 FIGUUR 2
MONDIALE VISPRODUCTIE .................................................................... 20 EEN AANTAL LANDEN, INCLUSIEF NEDERLAND, EN HUN VISKWEEKPRODUCTIE IN VOLUME ......................................................................................... 22 FIGUUR 3 WERELDWIJDE EXPORT (IN WAARDE) VAN VERSCHILLENDE GOEDEREN ................ 23 FIGUUR 4 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN: IN DE EXPORT VAN VIS ....................... 23 FIGUUR 5 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN: IN DE IMPORT VAN VISXVIII ................... 24 FIGUUR 6 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE VISSOORTEN IN DE WERELDHANDELXVIII ........... 24 FIGUUR 7 (VOLUME)AANDEEL VAN VERSCHILLENDE KANALEN IN DE VERKOOP VAN VIS, SCHAAL- EN SCHELPDIEREN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKT, EERSE HALFJAAR 2007III .......................................................................................... 25 FIGUUR 8 (VOLUME)AANDEEL VAN SEGMENTEN VERS, DIEPVRIES, CONSERVEN IN DE VERKOOP VAN VIS, SCHAAL EN SCHELPDIEREN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKT, EERSTE HALFJAAR 2007III .................................................................. 26 FIGUUR 9 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE AANBODKANALEN IN DE HUISHOUDELIJKE MARKTSEGMENTEN VERS, DIEPVRIES EN CONSERVENIII ................................... 26 FIGUUR 10 HET SOORTAANDEEL ZALM IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII............... 37 FIGUUR 11 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE PRODUCTIE VAN ATLANTISCHE ZALMXXI ......................................................................................... 39 FIGUUR 12 HET AANDEEL EXPORT IN DE TOTALE KWEEK VAN ATLANTISCHE ZALM IN NOORWEGEN EN CHILIXXI ..................................................................... 39 FIGUUR 13 BESTEMMING VAN ATLANTISCHE ZALM UIT NOORWEGEN EN UIT CHILI, .............. 40 FIGUUR 14 AANDEEL VERSCHILLENDE BEWERKINGSVORMEN IN EXPORT VAN NOORWEGENXXV RESP. CHILI XXVI ................................................................................ 41 FIGUUR 15 HET SOORTAANDEEL PANGASIUS IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII ....... 45 FIGUUR 16 RELATIEVE BELANG VAN AFZETMARKTEN VAN VIETNAMESE PANGASIUSXXXII ........ 47 FIGUUR 17 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE KWEEKSYSTEMEN IN DE PRODUCTIE VAN PANGASIUS IN VIETNAMXXXIV ................................................................ 49 FIGUUR 18 HET SOORTAANDEEL TILAPIA IN DE VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTENIII............. 54 FIGUUR 19 MONDIALE PRODUCTIE TILAPIA, UITGESPLITST NAAR WILD GEVANGEN EN GEKWEEKT ...................................................................................... 55 FIGUUR 20 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE REGIO’S IN DE PRODUCTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIAXXXIX .................................................................................... 56 FIGUUR 21 AANDEEL VAN DE VERSCHILLENDE TILAPIA SPECIES IN DE MONDIALE PRODUCTIEXXXVIII ............................................................................... 56 FIGUUR 22 AANDEEL VAN LANDEN IN DE PRODUCTIE VAN GEKWEEKTE TILAPIA.................... 57 FIGUUR 23 MONDIALE HANDELSSTROMEN VAN TILAPIAXXXIX ......................................... 58 FIGUUR 24 TWEE VORMEN VAN DOORSTROOMSYSTEMEN ............................................ 61 FIGUUR 25 HET SOORTAANDEEL REGENBOOGFOREL IN VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN ..... 62 FIGUUR 26 MONDIALE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL GEDURENDE DE JAREN 1950 – 2005 IN TONXXXVIII .................................................................................... 63 FIGUUR 27 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN/ REGIO’S IN DE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL IN 2005XXXVIII ........................................................... 64 FIGUUR 28 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE EUROPESE KWEEK VAN REGENBOOGFOREL IN 2006XXII .............................................................. 64 FIGUUR 29 AANDEEL VAN ‘PORTION TROUT’ EN ‘LARGE TROUT’ IN EUROPESE PRODUCTIEXXII... 65
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
93 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
FIGUUR 30 MONDIALE KWEEK VAN GARNALEN GEDURENDE DE JAREN 1975 – 2005 IN TONXXXVIII ....................................................................................... 72 FIGUUR 31 MONDIALE KWEEK VAN WITPOOTGARNAAL EN TIJGERGARNAAL, GERELATEERD AAN TOTALE KWEEK VAN GARNALEN IN 2005 IN TONXXXVIII ............................ 73 FIGUUR 32 AANDEEL VAN VERSCHILLENDE LANDEN IN DE KWEEK VAN RESP. DE WITPOOTGARNAAL EN TIJGERGARNAAL IN 2005XXXVIII .................................. 73 FIGUUR 33 HET SOORTAANDEEL TROPISCHE GARNALEN IN VERSCHILLENDE MARKTSEGMENTEN ............................................................................ 74 FIGUUR 34 HERKOMST GEÏMPORTEERDE KWEEKGARNALEN BESTEMD VOOR NEDERLANDSE CONSUMPTIE ................................................................................... 76
EINDRAPPORTAGE PAGINA
94 VAN 96
JANUARI
2008
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
BIJLAGE 10 BRONVERMELDING EN GERAADPLEEGDE LITERATUUR I
State of the art 2005: Voedselveiligheidsrisico’s kweekvis, Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Kennis, Rapport nr. DK/2006/045 II Bron: Resultaten van de Voedselconsumptiepeiling 2003, RIVM-rapport 350030002/2004, TNO-rapport nr. V6000 III Bron: Het Nederlands Visbureau / GfK Panel Services Benelux BV IV Bron: “De Nederlandse visverwerkende industrie en visgroothandel”, J.G.P. Smit, December 2006, LEI, Den Haag V Bron: LEI, Visserij in Cijfers 2006, C. Taal, H. Bartelings, A. Klok, J.A.E. van Oostenbrugge, B. de Vos, December 2006, den Haag VI Maatschappelijk jaarverslag 2006, Productschap Vis en Nederlands Visbureau namens de Nederlandse vissector VII Beleidsnota Viskweek, Productschap Vis, juni 2001, W.H.B.J. van Eijk VIII www.aquacultuur.nl IX De Goede Visgids. Vis eten met goed geweten. Auteur: Wouter Klootwijk. Uitgever: Fontaine Uitgevers B.V., ISBN 9060976509 X Over Vis& Vis, Nederlands Visbureau, 2007, Uitgever: Orange House b.v., De Rijp, ISBN 978 90 78856 01 6 XI www.goedevis.nl XII Lijst met Nederlandse Handelsnamen, in november 2005 vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en gepubliceerd in Staatscourant 231 van 28 november 2005 XIII Aquaculture Systems and Practices: A Selected Review; Elvira A. Baluyut, United Nations Development Programme, Food and Agriculture Organization of the United Nations, Rome, 1989 ADCP/REP/89/43 XIV Bron: UN Atlas of the Oceans, World fisheries production, by capture and aquaculture, by country (2004) XV http://www.globefish.org/files/12_Josupeit_wild_aquaculture_445.PPT#317,5, World Fish Production XVI Bron: Un Atlas of the Oceans, World aquaculture production of fish, crustaceans, molluscs, etc., by principal species in 2004 XVII Bron: Global Fish Trade Overview, Eurofish-FAO workshop, Split, Croatia, Mei 2007 XVIII Bron: FAO Fact Sheet, The internation fish trade and World fisheries, mei 2006. XIX Bron: CBS, Viswinkels geregistreerd onder SBI-code 5223 XX http://forum.europa.eu.int/Public/irc/sanco/Home/mail, aanklikken Veterinairy Web site, Information, D) Product establishment lists of the third countries – Classified by product – Lijst FFP (voor visserijproducten) of Lijst LMP (voor tweekleppige weekdieren) XXI Bron: FAO, via www.globefish.org XXII Bron: FEAP, via www.aquamedia.org XXIII Bron: FAO, Cultured Aquatic Species Information Programme, Salmo Salar. XXIV Bron: Kennisdocument Atlantische Zalm, Salmo Salar, , G.A.J. de Laak, Sportvisserij Nederland, juli 2007 XXV Bron: Norwegian Seafood Export Council
EINDRAPPORTAGE JANUARI
2008
PAGINA
95 VAN 96
INNOTACT CONSULTING B.V. LEUSDEN
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT DEN HAAG
XXVI
Bron: Boletin de Exportaciones del IFOP Bron: SalmonChile op http://estadisticas.intesal.cl/ XXVIII Gedoeld wordt op FOB, De Chileense Centrale Bank. XXIX Bron: Exportorganisatie voor Noorse vis, Zeist, Fiskekum, november 2007 XXX De keten van Atlantisch zalm in Nederland, Integratieproject VWA/KvW en VWA/RVV Ketenanalyse Vis, Schaal- en Schelpdierproducten, mei 2005 XXXI Aquaculture of the Asian Catfish Pangasius in Puerto Rico, Michael V. McGee PhD, Christopher R. Mace MS, Caribe fisheries Inc. Lajas, Puerto Rico. XXXII Bron: General department of Vietnam Custom via www.vasep.com.vn XXXIII Bron: Seafood from Vietnam via www.worldofpangasius.com.vn XXXIV Bron: Vietnam Association of Seafood Exporters and Producers, Catfish 2007, Vietnam 13 – 15 juni 2007. XXXV Bron: FAO Fishery Country Profile ; The Socialist Republic of Vietnam, FAO, mei 2005. XXXVI Bron: FAO cultured Aquatic Species Information Programme, Oreochromis niloticus XXXVII Bron: Southern Regional Agricultural Center and the Texas Aquaculture Extension Service XXXVIII Bron: FAO, via FishStat+ XXXIX Bron: World Tilapia Trade, Helga Josupeit, FAO, Rome, Infofish Tilapia Conference, Kuala Lumpur, August 2007 XL Bron: FAO cultured Aquatic Species Information Programme, Oncorhynchus mykiss XLI Bron: Eurofish, Fish INFO network Market report on Trout, august 2007 XLII Bron: FAO, National Aquaculture Sector Overview Denmark XLIII Bron: FAO, National Aquaculture Sector Overview Italy XLIV Bron: FAO, National Aquaculture Sector Overview Turkey. XLV Bron: Globefish, market reports, january 2006 XLVIXLVI Bron: http://www.heiploeg.nl/veel-gebruikte-vaktermen.nl_NL.html XLVII Analyse van de paling- en meervalketen in Nederland, Expertisecentrum Landbouw, natuur en voedselkwaliteit, februari 2005 XXVII
EINDRAPPORTAGE PAGINA
96 VAN 96
JANUARI
2008