Boerenkans focust op kansen kernen
>
>
Wonen, welzijn en zorg in kleine
De invloed van de multifunctionele landbouw
Duurzame kleding uit brandnetels
>
>
De VoorleesExpress
STREEK | STREEK 2 | jaargang 3 | JUNI 2010 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
‘Wat groeien de brandnetels mooi dit jaar.’
STREEK 2 juni 2010
Netwerk Platteland
6
>
onen, welzijn en zorg in W kleine kernen
Is het nodig dat ouderen hun dorp verlaten als ze zorg nodig hebben? Er zijn mogelijkheden om hen te ondersteunen, maar daar is wel een creatieve samenwerking voor nodig.
8
>
treekbewoners: S Transition Towns
Vier plaatselijke initiatiefnemers van Transition Towns, lokale gemeenschappen die ernaar streven om hun manier van leven minder olie-afhankelijk te maken.
10
> Burger betreedt boerenland
De multifunctionele landbouw heeft invloed op het platteland: economisch, sociaal en landschappelijk.
12
> Reportage: Van netel tot kleding
Een Nederlands bedrijf teelt en verwerkt als enige in Europa brandnetels.
14
> Streek-idee: en verhaaltje voor het E slapengaan
De VoorleesExpress maakt kinderen vertrouwd met boeken. Nu ook op het platteland.
COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Jet Holleman, Narda van der Krogt, Marjel Neefjes, Hilde van Xanten, Tjitske Ypma Eindredactie | Jet Holleman Foto’s | Guy Ackermans, Marjel Neefjes, Zaïda Oenema, Jan Willem van Vliet, VoorleesExpress Vormgeving | Grafisch Atelier Wageningen Omslag | Nienke Feddes tussen de brandnetels van Brennels Foto | Guy Ackermans Drukwerk | Drukkerij Modern
Het Netwerk Platteland is een nationaal netwerk van en voor iedereen die zich inzet voor een sterk en aantrekkelijk platteland. We brengen organisaties met elkaar en met overheden in contact en bieden ze de gelegenheid van elkaar te leren. Daarnaast signaleren we nieuwe en kansrijke initiatieven voor landbouw en dorpsontwikkeling, voor natuur en sociale samenhang, voor leefbaarheid en zeggenschap. En we stimuleren gebiedscommissies in hun werk voor het landelijk gebied. We doen dit door middel van bijeenkomsten, adviesgesprekken, publicaties, een projectendatabase, een website, workshops, een nieuwsbrief en door goed te luisteren naar de behoeften van netwerkdeelnemers.
Website Het Netwerk Platteland presenteert zich ook op een goedgevulde, actieve website met onder meer actueel nieuws, verslagen van bijeenkomsten, een agenda, een interactief forum, de database innovatieve praktijken, een infotheek en achtergrondinformatie. www.netwerkplatteland.nl
Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief Netwerk Platteland willen wij u attenderen op belangrijke ontwikkelingen en innovatieve praktijken in het landelijk gebied en de activiteiten van het Netwerk Platteland. Deze e-mailnieuwsbrief verschijnt acht keer per jaar. Wilt u deze nieuwsbrief ontvangen? Meld u dan online aan via onze website of stuur een e-mail naar
[email protected].
NETWERK PLATTELAND STREEK Streek is hét netwerkwerkblad voor alle plattelanders in Nederland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. Wilt u Streek ontvangen? Meld u dan online aan voor een abonnement via onze website, of stuur een e-mail naar
[email protected]. Heeft u een idee voor een artikel in Streek? Neem dan contact op met de redactie:
[email protected].
Projectendatabase: meld uw ervaring bij ons aan! Netwerk Platteland is voortdurend op zoek naar vernieuwende praktijken die bijdragen aan een sterk en leefbaar platteland. Nieuwe technieken op een agrarisch bedrijf, verrassende samenwerking op sociaalcultureel gebied, bijzondere vormen van natuurbeheer, projecten door en voor jongeren, enzovoort. In de database op onze website kunt u zoeken op provincie, thema of op doelgroep. Van ieder project vindt u een korte omschrijving, succesfactoren en mogelijke knelpunten, websites en contactpersonen. Heeft u ervaring met een innovatief project? Laat het ons weten! U kunt uw ervaring online aanmelden. Na goedkeuring wordt uw ervaring opgenomen in de database.
Netwerk Platteland, bindt doet prikkelt en verrijkt www.netwerkplatteland.nl |
[email protected] | 033-4326090 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
2 STREEK 2 10
ook voorbeelden laten zien van boeren die erover dachten te stoppen, en vervolgens zijn gaan verbreden: zorg, recreatie, een tweede tak. En dan zijn er nog de boeren die een succesvolle carrièreswitch hebben gemaakt. Loonwerk, handel, de bouw, ICT; in dienst of als ondernemer, er zijn genoeg voorbeelden te vinden.’ Op de website van Boerenkans kunnen agrariërs daarom niet alleen zien waar ze advies en hulp kunnen vinden, maar krijgen ze vooral veel verhalen te zien van boeren die het anders zijn gaan doen. Ook het Loket Boerenkans, bereikbaar via
Er is meer dan produceren voor de wereldmarkt telefoon en mail, verwijst agrariërs niet alleen door naar de hulpverlening, maar ook naar adviseurs die hen kunnen helpen de alternatieven te onderzoeken. Sloot: ‘Daarvoor vullen we ons huidige netwerk aan met adviseurs in alle regio’s en op allerlei gebied, van financiën tot zorglandbouw. Deze adviseurs gaan ook meer met elkaar samenwerken en overleggen in zogenaamde praktijkkringen.’ foto: Marjel Neefjes
Peter Sloot (Aequator):
‘Boerenkans wil focussen op kansen’ Dat het agrarisch bedrijf het moeilijk heeft in de economisch zware tijden, weet Peter Sloot van dichtbij. Met zijn broer, melkveehouder op de ouderlijke boerderij bij Lobith, praat hij regelmatig over de melkprijs, die momenteel lager is dan de kostprijs. Bovendien is landbouw een van de speerpunten binnen Aequator Groen&Ruimte, het adviesbureau voor het buitengebied waarvan Sloot directeur is. Daarom heeft hij samen met de andere partners van het Netwerk Platteland het project Boerenkans opgezet voor boeren die zich beraden op hun toekomst: stoppen, doorgaan, of opnieuw beginnen? Zijn motto is: begrip voor problemen, maar vooral focussen op kansen! ‘Stoppende ondernemers zijn al jaren in beeld bij het ministerie van LNV’, vertelt Sloot. ‘Boerenkans is al het vierde project op rij dat LNV financiert voor deze doelgroep, en daarmee opvolger van KANS!.’ Dat bedrijfsbeëindiging voor agrariërs niet vergelijkbaar is met andere ondernemers, is wel duidelijk. De ondernemer woont op zijn bedrijf, vaak is de boerderij al generaties lang in de familie, zodat de hele familie emotioneel betrokken is. Bovendien gaat het om enorme bedragen. En dat boeren niet snel over hun problemen praten, is misschien een cliché, maar het blijkt in de praktijk wel waar.
Diensten leveren
Het is daarom goed dat er aandacht is voor boeren die bedrijfsbeëindiging overwegen, vindt Sloot. ‘Maar dat betekent niet dat we alleen maar naar de problemen willen kijken. Natuurlijk heeft Boerenkans ruimte voor emotionele ondersteuning van boeren en tuinders, maar we willen toch vooral laten zien dat er ook kansen zijn! Er is meer dan produceren voor de wereldmarkt, je kunt als boer ook geld verdienen met groene en blauwe diensten: schoon water, waterberging, landschap, natuur. We willen
Voor de hulpverlening maakt Boerenkans graag gebruik van bestaande structuren. Naast de algemene structuren zoals huisartsen en GGZ-instellingen, bestaan er al jaren organisaties die zich speciaal op agrariërs richten. ‘We werken samen met de Telefonische Hulpdienst voor Agrariërs, waar boeren of oud-boeren aan de telefoon een luisterend oor bieden. Ook hebben we intensief contact met de vrijwilligers van de ZOB’s, Zorg om Boer en Tuinder, die keukentafelgesprekken houden met stoppende agrariërs.’ Signalen van erfbetreders
De boeren die zich oriënteren op hun toekomst en vooral de boeren die echt diep in de problemen zitten, zijn niet altijd gemakkelijk te bereiken, realiseert Sloot zich. ‘Daarom richten we ons nadrukkelijk ook op de omgeving van de agrariër. Familie, de huisarts, de kerk, maar zeker ook de erfbetreders: dierenartsen, veevoederleveranciers, melkrijders, accountants, bedrijfsverzorgers. Zij signaleren vaak al vroeg dat er iets moet gebeuren, maar weten niet altijd waar ze met die signalen naar toe kunnen. Wij hopen dat ze het Loket Boerenkans bellen, of dat ze de boer in kwestie naar ons doorverwijzen. Dus we beginnen nu eerst maar te zorgen dat iedereen Boerenkans kent!’ Loket Boerenkans: 0321-388815, www.boerenkans.nl Aequator Groen & Ruimte,
[email protected]
STREEK 3
korte berichten afsluiting van paden in het broedseizoen en eventuele alternatieve routes.
De Tegel voor Trouw Vernieuwd: www. boerenlandpad.nl Boerenlandpad.nl is een website die interessant is voor wandelaars en agrariërs. De website geeft de boer inzicht in de voordelen van openstelling van zijn land met een duidelijk overzicht van de regelingen en de vergoeding. Deze kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor klaphekjes, overstapjes en bruggetjes. De wandelaar vindt er handige routekaartjes en wordt direct per provincie wegwijs gemaakt. Ook is er informatie over de
Met de serie ‘Red het platteland’ heeft Trouw De Tegel 2009 gewonnen. Deze prijs voor de beste journalistieke productie werd eind april uitgereikt. Van de 269 inzendingen hebben acht producties een Tegel gekregen. De inzendingen waren van hoog niveau, wat de jurering moeilijker maakte dan in voorgaande jaren. De Trouw-redacteuren die aan de serie meewerkten, kregen De Tegel 2009 in de categorie Print Achtergrond. Trouw introduceerde met deze productie over de leegloop van het platteland het begrip, ‘krimp’ en maakte in mei en juni 2009 een complete serie met nieuws, achtergronden, reporta-
PUBLICATIES Thuis op de zorgboerderij
Handreiking kleinschalig wonen voor ouderen met dementie Zorgboerderijen die kleinschalige woonvormen aanbieden aan ouderen met dementie zijn voor iedereen een aanwinst. De zorgboeren putten voldoening uit werk, want ze verhogen de kwaliteit van leven voor de betrokken ouderen. Met deze zorgboerderijen wordt het totale spectrum van de zorg verrijkt. Er komt veel kijken bij het starten van een zorgboerderij voor dementerende ouderen. Welke zorg en ondersteuning heeft deze groep ouderen nodig? Welke aanpassingen aan het bedrijf en welke juridische maatregelen zijn nodig? Deze brochure geeft informatie die helpt bij de afweging ‘doen of niet?’ Tot slot wordt er een voorbeeld gegeven voor een ondernemingsplan. De publicatie is te vinden op: http://www.multifunctionelelandbouw.nl/zorglandbouw/handleidingen/
4 STREEK 2 10
ges, fotografie en cartografie. De serie schetst de gevolgen van de trek van plattelandsbewoners naar stedelijke gebieden; niet alleen de negatieve gevolgen van krimp, maar ook succesvolle initiatieven van gedreven bewoners. Door het belichten van beide aspecten gaf Trouw een compleet beeld van de krimp in Nederland.
Brabantse Platteland Award 2009 voor Het Roosenhuys Het eerste rozenmuseum van Nederland is er gevestigd, je kunt er workshops in oma’s keuken volgen en er is een rozentuin met terras. Het Roosenhuys in Haps ontving op het symposium van Plattelandstoerisme Brabant een cheque van 500 euro voor het stimulerende initiatief. volgens de jury is Het Roosenhuys vernieuwend, van hoge kwaliteit en professioneel. De Brabantse Platteland Award werd uitgereikt als onderdeel van het project Plattelandstoerisme Brabant. De initiatiefnemers van dit project streven naar meer innovatieve ondernemers die kleinschalig toerisme en recreatie inhoud geven. In de periode tussen 2007 en 2009 werd hiermee een flinke impuls gegeven aan het plattelandstoerisme van Noord-Brabant.
Subsidie voor initiatieven duurzaam voedsel Van 1 tot 31 juli 2010 kunnen niet-commerciële organisaties subsidie aanvragen voor kleinschalige voedselinitiatieven, besloot demissionair minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Bijvoorbeeld voor ouders die op school koken met duurzame producten, voor lessen om kinderen het verschil tussen fair trade en biologisch te leren,
of voor een project dat stads bewoners iets laat zien van de voedselproductie. Eén van de doelstellingen van LNV is het stimuleren van duurzaam koopgedrag van consumenten. Deze subsidieregeling geeft daar invulling aan, doordat kleinschalige voedselinitiatieven kunnen bijdragen aan de bewustwording van mensen. Najaar 2008 organiseerde LNV een informatiebijeenkomst over voedselinitiatieven. De grote belangstelling voor deze bijeenkomst en de tendens dat burgers steeds meer zelf initiatieven ontplooien gericht op duurzaam voedsel, resulteert in deze pilot waar een half miljoen euro voor beschikbaar is gesteld.
Jaarboek Vitaal Landelijk Gebied 2009 Het vierde en tevens laatste jaarboek van het cluster Vitaal Landelijk Gebied is uitgegeven door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in samenwerking met Wageningen UR. ‘Vitaal Landelijk Gebied in kaart’ besteedt aandacht aan veertig beleidsondersteunende projecten voor de ontwikkeling en inrichting van een vitaal landelijk gebied. Deze projecten zijn overzichtelijk gerangschikt in acht onderzoeksthema’s, waaronder ‘de nieuwe samenwerking tussen stad en platteland’ en ‘onderzoek voor een gericht plattelandsbeleid’ met onderwerpen als krimp, Europa en recreatie.
Het jaarboek is te downloaden via www.kennisonline.wur.nl. Sinds begin dit jaar is het Vitaal Landelijk Gebied onderdeel van het Domein Natuur, Landschap en Platteland (NLP). Het domein NLP is verantwoordelijk voor onderzoek naar onder meer beheer en kwaliteit van natuur lijke hulpbronnen, ruimtegebruik, gebiedsprocessen, gebiedsontwikkeling, beheer en kwaliteit van terrestrische en mariene ecosystemen.
Krimp: crisis of kans (1) De vereniging Groninger Dorpen vreest dat alle aandacht voor de krimpproblematiek leidt tot negatieve beeldvorming en zo mensen er juist van weerhoudt zich te vestigen in krimpregio’s als Noord- en Oost-Groningen. De vereniging noemt deze negatieve benadering van het platteland stigmatiserend. De vereniging Groninger Dorpen vindt het tijd voor een positief tegengeluid. Zij laat daarom samen met zusterorganisaties in Friesland en Drenthe een onderzoek verrichten naar de demografische ontwikkelingen in de dorpen in de noordelijke provincies. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn er verschillen tussen kleine, middelgrote en grotere dorpen als het gaat om vergrijzing, krimp en ontgroening? En zo ja, wat is de verklaring daarvoor?
Krimp: crisis of kans (2) Minister Verburg van LNV meldt aan de Tweede kamer dat naar aanleiding van het adviesrapport ‘Kansen voor een krimpend platteland’ van de Raad voor het Landelijk Gebied een aantal pilots en experimenten van start is gegaan in het kader van het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling.
De bevolkingsdaling op het platteland levert zeker kansen op, vindt Verburg. De aangekondigde pilots en experimenten moeten antwoord geven op de vraag hoe en door wie de vrijgekomen ruimte zo benut kan worden dat zowel de leefbaarheid, de sociale en economische vitaliteit erdoor vooruitgaan, als de groene beleidsdoelen op het gebied van natuur, landschap, recreatie en landbouw. Verburg vindt de betrokkenheid van de inwoners belangrijk. De participatie van burgers en ondernemers zal dan ook deel uitmaken van de diverse pilots en experimenten. De minister vraagt ook aan de Landelijke Vereniging Kleine Kernen (LvKK) en het Netwerk Platteland aandacht te besteden aan de problematiek van de bevolkingsdaling op het platteland.
Farmland Birds across the World Voor iedereen die geïnteresseerd is in natuurbescherming, vogels, landbouw, voedsel en het overheidsbeleid op dat gebied is er een Engelstalige uitgave verschenen: ‘Farmland Birds across the World.’ Een rijkgeïllustreerd boek dat laat zien welke vogelrijkdom is te vinden in landbouwsystemen. Landbouwgebied vormt wereldwijd het meest wijdverbreide habitat. Zeven deskundigen op het gebied van landbouw nemen de lezer mee op reis naar alle continenten. Ze beschrijven meer dan vijfhonderd vogelsoorten en de voornaamste agrarische landschappen tarweakkers, rijstvelden en koffieplantages. Het boek, uitgegeven door het Centrum voor Landbouw en Milieu en met een voorwoord van minister Gerda Verburg, besteedt ook aandacht aan de vele bedreigingen waaraan vogels blootstaan en de mogelijkheden voor bescherming. De uitgave is te bestellen via e-mail:
[email protected].
De sprong wagen De VIPbus brengt ideeën, dromen, geschiedenis en cultuur tot leven. Utrechtse ondernemers maakten dit voorjaar op initiatief van de VIPbus een grote sprong voorwaarts met een polsstok. Letterlijk en figuurlijk waagden ze de sprong: in het ondernemerschap en over de sloot. Van te voren bespraken de ondernemers met elkaar wat hun doel was, welke stap zij figuurlijk
wilden zetten. ‘Bij het letterlijk je grens opzoeken, merk je wat voor ondernemer je bent,’ aldus Dennis Nolte van de VIPbus. ‘Iedereen had iets aan elkaar en je ziet mensen groeien. Zo was er een deelnemer die bij het proefspringen op het droge amper de stok in kwam, maar zodra het erop aankwam over het water, sprong hij het verste van allemaal.’ De VIPbus organiseert meer activiteiten om de link tussen stad en platteland te leggen.
PUBLICATIES De boer op, het land in
Voorbeelden van een toegankelijk platteland Recreanten beleven graag het platteland. Agrarische ondernemers kunnen in deze behoefte voorzien door het land toegankelijk te maken. Dit levert voor alle partijen winst op. De bezoeker mag het land gebruiken, het geeft een bedrijfseconomisch voordeel voor de agrariër en bovendien is het gunstig voor het imago van de sector. De brochure van de Taskforce Multifunctionele Landbouw in samenwerking met het Kenniscentrum Recreatie geeft vijf inspirerende voorbeelden om aan de slag te gaan met de toegankelijkheid van het platteland. De publicatie is te vinden op: http://www.multifunctionelelandbouw.nl/recreatie/handleidingen/
STREEK 5
Foto: fotolia.com
Foto: fotolia.com
Veel ouderen verhuizen uit hun kleine dorp naar grotere kernen wanneer zij gezondheidsklachten krijgen en er niet genoeg voorzieningen zijn die hen helpen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. In steeds meer gemeenten speelt de vraag: moeten zulke voorzieningen geconcentreerd worden in centrumdorpen of kunnen ze ook in kleine dorpen beschikbaar blijven? Er blijkt veel mogelijk als de dorpsbewoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten de handen ineen slaan.
Werken aan het organiserend vermogen van dorpen
Wonen, welzijn en zorg in kleine kernen Ouderen maken de overstap naar een centrumdorp vooral als hun gezondheid achteruitgaat en ze behoefte krijgen aan (intensievere) zorg, zo bleek uit het onderzoeksrapport Ouderen onder dak 1. Ofschoon ouderen vaak tevreden zijn over hun eigen woning, zijn zij minder te spreken over voorzieningen zoals winkels en het openbaar vervoer. Daarom gaan veel ouderen vanwege de gewenste nabijheid van voorzieningen verhuizen als hun mobiliteit afneemt en ze niet meer kunnen autorijden. Ook het verlies aan sociale contacten door vertrek of overlijden van leeftijdgenoten speelt een rol. Niet iedereen kan weer nieuwe contacten aangaan en dan verschraalt het sociale netwerk, zodat – zeker wanneer de kinderen niet in de buurt wonen – vereenzaming dreigt. In het centrumdorp vindt men winkels, een dorpshuis voor contacten en activiteiten 6 STREEK 2 10
en vaak ook een 24-uurs zorgvoorziening in de vorm van een woon-zorgcentrum. Dorpsinitiatief
Toch komt er een tegenbeweging op gang. In concoursen van het type ‘het beste dorp’ treden kleine dorpen voor het voetlicht die het vertrek van ouderen en mensen met beperkingen een halt weten toe te roepen. Vaak zijn het initiatieven van de dorpsbewoners zelf. Zij kennen de lokale situatie goed en hebben daardoor de beste ideeën voor oplossingen. Die oplossingen doen niet alleen een beroep op de professionals, maar leggen juist de verbinding tussen professionele en informele zorg- en dienstverlening. Elsendorp, gelegen in de Brabantse gemeente Gemert-Bakel, is zo´n dorp dat eruit springt. Op initiatief van het dorpsbelangenoverleg zijn initiatieven genomen om
ouderen met beperkingen de kans te bieden in het duizend inwoners tellende dorp te blijven wonen. Elsendorp won hiermee in 2007 de prijs voor het meest vernieu-
Door vertrek of overlijden van leeftijdgenoten dreigt vereenzaming
wende dorp van Nederland. De woon- en welzijnsvoorzieningen werden geclusterd bij een brede school en er werd een dorpsondersteuner aangesteld die het eerste aanspreekpunt is bij hulpvragen op het vlak van wonen, welzijn en zorg. De dorpsondersteuner regelt de nodige ondersteuning en legt zo nodig contact met het gemeentelijke
Wmo-loket. Maar de dorpsondersteuner is vooral de spin in het web van professionele en informele zorg- en dienstverleners. Dat lukt onder meer doordat Elsendorp als dorp heeft gekozen voor één zorgaanbieder, die bereid is om zorgmedewerkers in te zetten die zélf wonen in Elsendorp. Zij kennen de sociale kaart goed en kunnen in samenspraak met de dorpsondersteuner vraag en aanbod met elkaar verbinden. Uiteraard staat het de dorpsbewoners vrij te kiezen voor een andere zorgaanbieder. Sinds enige tijd verhuizen er nauwelijks nog ouderen naar het centrumdorp. Dit succes heeft de gemeente ertoe gebracht ook in de andere kleine kernen een dorpsondersteuner aan te stellen. Opgave gemeenten
Plattelandsgemeenten zien zich voor de vraag gesteld hoe zij de ouderen in de kleine kernen die zelfstandig willen blijven wonen, kunnen ondersteunen. Knelpunten daarbij zijn de toenemende vergrijzing, verschuivingen van de AWBZ naar de WMO en de verwachte kortingen op de gemeentefondsen. Uit onderzoek van Bureau HHM 2 blijkt dat nog maar weinig gemeenten een nieuwe visie ontwikkelen op maatschappelijke ondersteuning en participatie van burgers met beperkingen. De gemeenten die hier wel al aan werken, zijn op zoek naar nieuwe arrangementen, waarin zij zo veel mogelijk inzetten op preventieve, collectieve
voorzieningen. Zo willen zij het beroep op duurdere, individuele (zorg)verstrekkingen voorkomen of uitstellen. De Friese gemeente Opsterland is zo’n gemeente die samen met bewoners en maatschappelijke organisaties een oplossing zoekt in het vormgeven van woonservicegebieden. De gemeente wil in haar verantwoordelijkheid voor de WMO nadrukkelijk de rol van regisseur vervullen. Dit gebeurt in drie gebieden, waarbij het accent ligt op vraaggericht werken en kleinschalige, integrale zorg- en dienst-
In Opsterland heten de toekomstscenario’s Krimpsterterp en Groeisterwoude verlening. De basisvoorzieningen en accommodaties worden opnieuw tegen het licht gehouden. In 2009 zijn daarvoor scenario’s uitgewerkt, genaamd ‘Krimpsterterp’ en ‘Groeisterwoude’. Die helpen bij het ontwikkelen van een toekomstvisie. Vervolgens is in alle dorpen een dorpsgesprek gevoerd over deze scenario’s en zijn de scenario’s met maatschappelijke organisaties doorgesproken. De uitkomsten worden in een visiedocument vastgelegd. Daarin wordt vastgesteld welke voorzieningen in de kleine kernen, de centrumdorpen óf de regio gewenst
zijn. Ook is de gemeente betrokken bij het project De Kanteling 3 dat zich waar mogelijk richt op de inzet van collectieve voorzieningen. Binnenkort worden in lokale werkconferenties de toekomstlijnen vastgesteld en kunnen uitvoeringsplannen worden opgesteld. In het landelijke ondersteuningsprogramma W+W+Z=Maak het samen 4 gaat een aantal plattelandsgemeenten in praktijkwerkplaatsen aan de slag met de thema’s krimp en wonen, welzijn en zorg. De ontwikkelde kennis zal te vinden zijn op www.wwzmaakhetsamen.nl. In het ondersteuningsprogramma ligt het accent op versterking van regie door gemeenten en samenwerking van gemeenten met het maatschappelijk middenveld en bewoners. door Hilde van Xanten, senior adviseur bij MOVISIE, op de terreinen wonen-welzijn-zorg, participatie en leefbaarheid.
1. O uderen onder dak. Een onderzoek naar wonen, welzijn en zorg voor ouderen in kleine dorpen, Publicatie VROM, mei 2006. 2. E ffecten AWBZ pakketmaatregelen op de WMO, eindrapport, Bureau HHM, 2009. 3. De Kanteling is een VNG project, zie www.vng.nl 4. W+W+Z=Maak het samen! is een ondersteuningsprogramma van de ministeries VWS en WWI, uitgevoerd door KCWZ, MOVISIE en Vilans.
foto: Zaïda Oenema
STREEK 7
‘We krijgen steeds meer mensen mee’ Wat bindt u aan Weststellingwerf? ‘Weststellingwerf is een uitge strekte plattelandsgemeente. Wij wonen in de Rottige Meenthe, een laagveenmoerasgebied. Ik voel me verbonden met dit gebied door het landschap. Van oorsprong komen we uit Zoeterwoude en Hazers woude in het Hollandse laagveen. Toen we gingen verhuizen wilden we naar een rustig gebied met wa ter en polders.’ Wat motiveert u om u in te zetten voor Transition Towns? ‘Toen ik over de uitgangspunten van Transition Towns (TT) las voelde ik me aangesproken door die positieve benadering. Het idee is de problemen van piekolie en klimaatverandering het hoofd te bieden door minder fossiele brand stof te gebruiken en de weerbaar
heid van lokale gemeenschappen te versterken. TT gaat ervan uit dat je van onderaf tot veranderingen kunt komen door mensen en initi atieven met elkaar te verbinden.’ Wat doet Transition Towns in Weststellingwerf? ‘Onze initiatiefgroep is sinds sep tember 2009 bezig. We verkennen de wensen en mogelijkheden. We hebben folders en een website gemaakt en we verzorgen film avonden om mensen te informe ren over TT. We nodigen onszelf ook uit bij organisaties om meer bekendheid te krijgen. Zo heb ben we een presentatie gegeven voor de Vereniging Kleine Dorpen Weststellingwerf in de hoop dat de besturen van de Plaatselijke Belangen ons uitnodigen voor een presentatie in hun dorpen.
We krijgen steeds meer mensen mee. Het is een sneeuwbaleffect. We willen ook bestaande organisa ties en initiatieven met elkaar ver binden. In je uppie kun je niet zo veel veranderen, maar samen wel.’ Wat hoopt u te bereiken met Transition Towns? ‘We hopen dat het sneeuwbaleffect doorgaat, zodat er steeds meer men sen betrokken raken. Oplossingen die de mensen als eerste aandragen, zijn vaak de lokale voedselvoorzie ning en lokale energieopwekking. Er zijn inmiddels twee tuingroepen in de gemeente die het zelf groente verbouwen promoten. En ik zou het geweldig vinden als er een lokale alternatieve energiecentrale zou ko men. Er zijn hier ook al mensen die zich bezighouden met biobrandstof. Er moet van alles mogelijk zijn.’
Nelleke Berg Transition Towns Weststellingwerf
STREEK-bewoners portretteert in elk nummer vier mensen die zich inzetten voor een sterk en aantrekkelijk platteland.
STR EE K
Saskia van Goelst Meijer Transition Towns Emmen
‘Samen betrokken zijn op de aarde’ Wat bindt u aan Emmen? ‘Ik woon sinds kort in Zwartemeer, een dorpje dat onder de gemeente Emmen valt.’ Wat motiveert u om u in te zetten voor Transition Towns? ‘Ik ben in Zwartemeer gaan wonen omdat ik milieubewust, sociaal en zelfvoorzienend wil proberen te leven. Het uitgangspunt van Tran sition Towns (TT) is het streven om niet – of veel minder – van olie afhankelijk te zijn. Daar streef ik naar, en ik vind het leuk om in contact te komen met gelijkge zinden. Ik denk dat je om dat te bereiken grotere verbanden nodig hebt. Daarvoor moeten mensen op elkaar betrokken raken en erover gaan nadenken. Daar wil ik me voor inzetten.’ 8 STREEK 2 10
Wat doet Transition Towns in Emmen? ‘We zijn nog in de beginfase. We oriënteren ons en vinden steeds meer initiatieven waarbij we kun nen aansluiten. Er is bijvoorbeeld in Emmen onlangs een milieu-educa tiecentrum geopend. Daar hebben we onszelf gepresenteerd. We leg gen contacten en proberen mensen te enthousiasmeren. Binnenkort beginnen we met TT-cafés; dat zijn bijeenkomsten voor ontmoeting en kennisuitwisseling. Zo kunnen we mensen bij elkaar brengen en hen helpen na te denken over andere manieren van leven. Steeds meer mensen worden enthousiast en willen meedoen. We worden ook steeds vaker uitgenodigd om iets over TT te komen vertellen. Er is een goede voedingsbodem; er zijn
veel initiatieven van mensen die milieubewuster en energiezuiniger willen leven. Daar sluiten we op aan.’ Wat hoopt u te bereiken met Transition Towns? ‘Ik zou het fijn vinden als er in de omgeving van Emmen heel veel mensen aan de slag gaan met een milieubewuste manier van leven. En voor mij hangt milieubewust leven heel sterk samen met sociaal bewust leven: ik zou willen dat er een groot netwerk ontstond van mensen die op elkaar betrokken zijn en samen op de aarde betrok ken zijn. Het sociale aspect is heel belangrijk. Een van de uitgangs punten van TT is ook: mensen bij elkaar brengen, zodat ieder op z’n eigen manier kan bijdragen.’
‘Een gemeenschapstuin voor en door buurtbewoners’ Wat doet Transition Towns in Delft/Pijnacker? ‘We hebben drie filmavonden georga niseerd en daarmee een groep mede standers geworven. TT is altijd geba seerd op de kracht van de plaatselijke gemeenschap. We overleggen nu over concrete plannen, zoals een gemeen schapstuin inrichten voor en door buurtbewoners. Daar kunnen ze dan Wat motiveert u om u in te zetgroenten verbouwen. Die tuin zou op ten voor Transition Towns? openbaar terrein terrein moeten ‘De klimaatverandering en het op komen. En er is een idee om – ook op raken van de fossiele brandstof gemeentegrond – op verschillende fen zijn een grote uitdaging. TT plaatsen boomgaardjes te starten waar biedt een mooie positieve manier mensen een fruitboom kunnen adopte om plaatselijke oplossingen te ren. Het oogsten moet een gezamelijk zoeken. We moeten beter naden feest worden. Zo willen we een posi ken over onze manier van leven, tieve impuls geven aan de inrichting en ons consumptiepatroon aan de sociale betrokkenheid. en het feit dat we ons voedsel Verder oriënteren we ons op plaat van de andere kant van de wereld selijke energievoorziening. Wat dat laten komen.’ betreft zitten we hier in Delft goed: Wat bindt u aan Delft/ Pijnacker? ‘Ik woon in Delfgauw. Dat ligt vlak bij Delft, maar het hoort bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp. We hebben met z’n drieën het initiatief genomen voor Transi tions Towns (TT) hier en wonen alle drie in Delfgauw.’
we leggen contact met de Techni sche Universiteit. Er komt ook een wilde-plantentocht onder leiding van een deskundige. Dan leren de deelnemers eetbare wilde planten kennen en zelf klaarmaken.’ Wat hoopt u te bereiken met Transition Towns? ‘Het is de bedoeling dat Delft en Pijnacker-Nootdorp meer zelfvoor zienend worden en minder afhanke lijk van de fluctuaties op het gebied van economie, energie- en voedsel voorziening. Dat kan door lokaal voedsel te verbouwen en energie op te wekken. We willen niet afhankelijk zijn van de overheid, maar moeten natuurlijk wel in overleg over de projecten die we op openbaar terrein willen realiseren. Het belangrijkste is dat de burgers zelf stappen zetten en dat gebeurt ook.’
Eric Pol
Transition Towns Delft/Pijnacker
BEW O NERS
Ditmaal mensen die actief zijn in Transition Towns (TT), lokale gemeenschappen die ernaar streven om hun manier van leven minder olie-afhankelijk te maken. Zie www.transitiontowns.nl.
Jeanette Klein Velderman Transition Towns Dongemond
‘Zelf het heft in handen nemen’ Wat bindt u aan de regio Dongemond? ‘Ik woon hier ’n jaar of acht. Dongemond is de streek waar Raamsdonk, Raamsdonkveer en Geertruidenberg in liggen. Raams donk is landelijk, Raamsdonkveer heeft stedelijke voorzieningen en industrie en Geertruidenberg is een prachtig oud stadje; dat heeft cultuur en geschiedenis.’ Wat motiveert u om u in te zetten voor Transition Towns? ‘Ik ben me ervan bewust dat onze huidige manier van leven geen stand kan houden. De olie wordt onbetaalbaar en we zijn in veel opzichten afhankelijk van olie. De meeste mensen weten dat, maar ze weten niet hoe het anders kan. TT biedt een eenvoudig stappenplan.
Het idee komt eigenlijk uit Cuba. Dat stortte helemaal in toen de Sov jet Unie uit elkaar viel. Er was geen voedsel, geen brandstof, niets. Toen zijn mensen zelf voedsel gaan ver bouwen, ze gingen fietsen, er kwam een kringloopcultuur op gang. Ze hadden geen olie meer nodig.’ Wat doet Transition Towns in Dongemond? ‘Na een half jaar van oriëntatie, overleg en voorbereiding zoeken we nu de publiciteit. We hebben folders gemaakt, er zijn stukjes in de plaatselijke krant verschenen en we zijn op de plaatselijke radio ge weest. We organiseren een inloop avond over voedsel en een lezing over duurzaamheid. We willen ook een oude-ambachtenmarkt organi seren. Daar kunnen mensen weer
leren kapotte dingen te repareren in plaats van ze weg te gooien.’ Wat hoopt u te bereiken met Transition Towns? ‘Onze eerste taak is informatie verspreiden. Dan kunnen mensen zelf keuzes maken. Het gaat er uiteindelijk om, de planeet veilig te stellen. Maar de mensen moe ten ook weer gaan inzien wat echt belangrijk is: ontmoeting en ge zelligheid, voedsel en informatie delen. In je eentje kun je de we reld niet veranderen, maar samen wel. Er zijn prachtige voorbeelden uit het buitenland van plaatselijke gemeenschappen die zelf het heft in handen nemen en samen hun eigen omgeving verbeteren. He laas blijven zulke verhalen buiten de media.’ STREEK 9
Onderzoek
De effecten van de multifunctionele landbouw
Burger betreedt boerenland Steeds meer boeren ontdekken de burger als klant. Ze leveren geen suikerbieten aan de fabriek, maar produceren eindproducten die ze zelf aan de man brengen. Dat varieert van boerenkaas tot een dagje plattelandsbeleving. Wat betekent de nieuwe burgergerichtheid voor de boer en zijn omgeving? Alterra deed onderzoek naar de invloed van multifunctionele landbouw op het landschap en de Taskforce Multifunctionele Landbouw onderzoekt andere effecten.
De vraag wat de multifunctionele landbouw de boer biedt, is niet moeilijk te beantwoorden. Hij kiest voor multifunctionele landbouw voor meer inkomsten, of omdat het leveren van een eindproduct hem meer voldoening schenkt. Ook laten veel boeren de burgers graag het platteland beleven en willen ze er best over vertellen.
Het landschap behoort tot het bedrijfskapitaal van de multifunctionele landbouw Wat de multifunctionele landbouw met het landschap doet is lastiger te zeggen, omdat het niet mogelijk is identieke gebieden te vergelijken met en zonder multifunctionele landbouw. In het recente onderzoek ´Multifunctionele landbouw en Landschap´ schetst Alterra een beeld. Kroonjuweel
Het onderzoeksbureau concludeert dat multifunctionele ondernemers hun bedrijven kleinschaliger – meer op de menselijke maat – inrichten dan reguliere landbouwbedrijven. Verder bestempelt het rapport het landschap als het kroonjuweel van de multifunctionele landbouw. Het is voor recreatieondernemers immers essentieel dat mensen graag in hun landschap vertoeven;
10 STREEK 1 10
daar leven ze van. Het landschap behoort daarmee tot het bedrijfskapitaal. Toch is de invloed van een enkel multifunctioneel bedrijf op de omgeving beperkt, zo stelt Alterra. De invloed van de vestiging van burgers op het platteland, gebiedsontwikkeling en natuuraanleg is groter. Maar multifunctionele bedrijven hebben wel de mogelijkheid samen hun gebied te veranderen. Ze maken het platteland levendiger door samen te werken, mensen aan te trekken en de lokale economie te stimuleren. Ook zijn veel kleine veranderingen in het landschap bij elkaar, zoals nieuwe erfbeplanting of de renovatie van oude bedrijfsgebouwen, wel zichtbaar. Wandelpaden
Multifunctionele bedrijven vergroten de toegankelijkheid van het boerenland. Recreatie- of kleinschalige horecabedrijven zijn meer geneigd wandelpaden over hun land aan te leggen dan gangbare bedrijven. Ze hebben belang bij aanloop van mensen, en stellen hun land eerder open. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de Achterhoek, waar door het kleinschalige landschap de bedrijven minder konden groeien en vaker een neventak hebben. Daar zijn de vroegere kerkenpaden relatief makkelijk in ere hersteld: elf dorpen hebben fiets- en wandelroutes van tien kilometer of meer aangelegd, zo blijkt uit het boekje ‘De Boer op, het land in’, van de Taskforce Multifunctionele Landbouw.
Het onderzoek van Alterra laat de keerzijde zien: in Oost-Groningen, waar veel grootschalige akkerbouw is, speelt de recreatie een geringe rol en zijn de percelen niet toegankelijk. Toekomst
De onderzoekers concluderen dat we de multifunctionele landbouw serieus moeten nemen als factor in de landschapsontwikkeling. Er ontstaat een nieuwe economische drager van het landschap dat we willen behouden. Waar de reguliere landbouw alleen niet meer rendabel is, kunnen multifunctionele bedrijven het onderhoud van het landschap overnemen als onderdeel van hun bedrijfskapitaal. Plaastelijk zorgen multifunctionele bedrijven voor schaalverkleining van het landschap. De toekomstschetsen in het rapport laten ook zien hoe het uit de hand kan lopen: koeien hebben last van de drukte, er wordt volop gebouwd en de smalle buitenwegen raken overvol. De begeleiding van deze ontwikkelingen is vooral een taak van de gemeenten. Die kunnen de problemen van een gebied koppelen aan het verlenen van vergunningen voor bedrijfsontwikkeling. Ze kunnen eisen stellen op het gebied van toegankelijkheid of de aanleg of onderhoud van landschapselementen in ruil voor een bouwvergunning. De beste aanpak verschilt echter per
Een dagje plattelandsbeleving op de boerderij. Foto: Jan Willem van Vliet
gebied. In een kleinschalig landbouwgebied dat ver van de stad ligt, kan door een mix van nieuwe en oude ondernemers de multifunctionele landbouw haast vanzelf ontstaan. Daar kan de overheid meer inzet van de ondernemers vragen dan in een traditioneel grootschalig landbouwgebied waar recreatie en toerisme
Multifunctionele landbouw kan helpen het voorzieningenniveau op peil te houden nauwelijks van de grond komen. Als daar toch een gebiedsopgave ligt kan stimuleren en enthousiasmeren helpen, maar is
het moeilijk nog extra eisen te stellen. De Taskforce Multifunctionele Landbouw is momenteel bezig een handreiking te maken die de mogelijkheden van gemeenten om gewenste ontwikkelingen te stimuleren inzichtelijk maakt. Leefkwaliteit
De meerwaarde van de multifunctionele landbouw zit echter niet alleen in het landschap. Zo meet de Taskforce Multifunctionele Landbouw de meerwaarde ook in termen van het op peil houden van het voorzieningenniveau, de betrokkenheid van steden bij het agrarische platteland, de lokale werkgelegenheid en de bijdrage aan de regionale economie. Programmaleider Maarten Fischer: ‘Wanneer in een dorp geen kinderopvang of supermarkt meer is, maar wel een boer-
derijwinkel of agrarische kinderopvang, kunnen bewoners daar ook terecht. En er zijn intussen multifunctionele landbouwbedrijven die een nieuw publiek weten aan te trekken en nu de grootste afnemer van de bakker en de slager zijn. Het zijn bedrijven met veel lokale verbindingen die zo een belangrijke bijdrage leveren aan de leefkwaliteit van het gebied.’ Dit bleek al uit een eerder onderzoek naar de impact van multifunctionele landbouw op de omgeving. In de zomer verwacht de Taskforce hiervan een update uit te brengen. Rapport:
Multifunctionele landbouw en landschap, onderzoek naar de invloed van multifunctionele landbouw op het landschap, nu en in de toekomst. A. Kempenaar e.a. Alterra rapport 1937, Wageningen 2009
STREEK 11
Reportage
Losse brandnetelvezels
Van stengel tot spinbare vezel
Van netel tot kleding In de Noordoostpolder ligt een groot terrein met lichtbruine sprieten, er ligt een stapel bruine balen en er staat een helikopter. Aan de linkerkant vinden we de winkel waar we voor gekomen zijn. Brennels is opgericht door de familie Crébas, eerder eigenaar van Het Goed en Marktplaats. Als enige in Europa produceert Brennels kleding van de weinig geliefde brandnetel. Om de ultieme vezel uit de brandnetelstengel te krijgen zijn er nog veel experimenten nodig. Streek neemt een kijkje.
De beste brandnetel
Nienke Feddes, communicatiemanager bij Brennels, komt ons tegemoet. Ze vertelt dat het park vandaag dicht is. Dat geeft ons alle ruimte ieder hoekje van Brennels
Van het netelige imago van de brandnetel is bij de kleding niets te merken Buiten te ontdekken. We komen om het proces van brandnetel tot kleding van dichtbij te bekijken en dat begint bij de aanplant van nieuwe brandnetels. Achter een zandheuvel op het terrein vinden we een groot veld met jonge brandnetels. ‘Niet voor te stellen dat ik dit ooit nog eens zou zeggen,’ begint Feddes, ‘maar wat 12 STREEK 2 10
groeien de brandnetels mooi dit jaar. Zo gelijkmatig.’ Met tweeëntwintig velden, waarvan het verste veld vijftien kilometer verderop ligt, is er inmiddels een flinke oogst per jaar. ‘We hebben velden van verschillende leeftijden,’ vertelt Feddes. ‘Sommige velden zijn net als het bedrijf vijf jaar oud. De brandnetel van twee à drie jaar oud geeft de beste vezels.’ Experimenteerfase
Waarom gaat iemand brandnetels kweken? Na het succesvolle ondernemerschap bij Het Goed en Marktplaats wilde het gezin Crébas nog één keer gezamenlijk ondernemen. Met een beetje idealisme kwamen ze uit bij het telen van brandnetels om daar kleding van te maken. Het grote voordeel: je hoeft niet naar het buitenland, ons klimaat is namelijk heel geschikt
voor de brandnetel. En minder vervoer geeft een lagere milieubelasting. ‘In het begin waren we maar met een klein team met heel veel ideeën. We wisten meteen we mensen in een belevingscentrum kennis wilde laten maken met brandnetelkleding,’ zegt Feddes. ‘Eerst bedachten we ‘Netelland’, dat is Brennels Buiten geworden. Alles gaat met voortschrijdend inzicht.’ Inmiddels is het bedrijf gegroeid naar 31 medewerkers. Iedereen in het bedrijf is een duizendpoot. Zelfs bij het aanplanten van stekjes helpt iedereen een handje mee. Harde stukjes
Alle brandnetels bij Brennels zijn speciaal geselecteerd op de lange vezel van hoge kwaliteit. Ondanks eerder onderzoek in Duitsland en Engeland is Brennels op dit moment de enige die kleding maakt van brandnetels.
Balen brandnetelvezel, klaar voor transport
Terwijl we naar de testmachine lopen die de brandnetelstengels verwerkt, vertelt Feddes: ‘Eigenlijk is brandnetelkleding een heruitvinding. Hunebedbouwers droegen al brandnetelkleding en Vikingen gebruikten de stof voor zeilen. Na de 19e eeuw is het product in de vergetelheid geraakt. Hierdoor zijn er geen verwerkingsmachines speciaal voor de brandnetelvezel.’ De testmachine bij Brennelsverwerkte oorspronkelijk hennep en wordt nu gebruikt voor onderzoek naar de beste manier om al het hout uit de brandnetelstengel te krijgen. ‘Zo zijn we ook niet volledig afhankelijk van externe bedrijven. Er valt nog veel te experimenteren,’ licht Ellen Atema, product engineer bij Brennels, toe. ‘Ons eerstvolgende doel is een heel fijne vezel te krijgen, zodat we ook zeer fijne stoffen voor shirtjes kunnen fabriceren. Dit is nu nog niet mogelijk met de brandnetel.’ Balen
Naast de machine vinden we wat balen brandnetelvezel. Dat verklaart meteen de balen buiten op het land: Brennels Buiten fungeert oo k als opslag. Doordat er in Nederland geen geschikte spinnerijen zijn
Duurzame kleding in de winkel van Brennels
voor de brandnetelvezel, gaan de balen naar spinnerijen in Italië en Frankrijk voor stofproductie. De spinnerij in Italië is gespecialiseerd in fijn katoen en die van Frankrijk in linnen. Beide mengen de vezels met katoen. Een kledingstuk van 100% brandnetel zou te duur worden. ‘Natuurlijk streven we naar zoveel mogelijk brandnetel in de kleding. Doordat de stofeigenschappen nog vrijwel onbekend zijn, proberen we voor onderzoek op dit moment wel pure brandnetelstof te maken,’ zegt Atema. ‘Het is waarschijnlijk slijtvaster dan katoen en de holle vezel neemt de verf erg goed op.’ Imago
Na het hele productieproces zijn we natuurlijk geïnteresseerd in het resultaat. In de winkel van Brennels is van het netelige imago van de brandnetel niets te merken. Feddes licht toe: ‘We proberen kleding te ontwerpen die je ook volgend jaar nog wilt dragen, want dat is pas echt duurzaam.’ Voor wie thuis een kijkje wil nemen staat de collectie ook op de website van Brennels. En die helikopter, daar kunt u vergaderen. Meer informatie:www.brennels.nl
Het productieproces Zodra het gewas hoog genoeg is, wordt de brandnetel gemaaid. De blaadjes vallen snel af en het prikkende mierenzuur verdroogt. Het beste is om de stengels te laten liggen, zodat ze op natuurlijke wijze meerdere malen nat en droog worden. Dit proces heet roten: de pectine, die de vezels met de binnenste houtkern verbindt, breekt af. En die vezels wil Brennels gebruiken als basis voor de stof. Door het onvoorspelbare Nederlandse weer, kan roten omslaan in rotten, dus ontwikkelt Brennels een nieuwe methode. Ze halen de brandnetel vrij snel van het land en bootsen het rotingsproces na zonder het gebruik van chemicaliën. Het is vergelijkbaar met een biovergistingsproces. Daarna haalt een machine mechanisch de laatste stukjes hout uit de vezels. Nadat de vezels en de houtachtige kern van elkaar gescheiden zijn, wordt de vezel in grote balen naar de spinnerij vervoerd. Hier wordt de brandnetelvezel, gesponnen, geverfd en verwerkt tot stof. Vervolgens ontwerpt de eigen ontwerpster van Brennels, Rianne de Witte, de kleding die in de winkel hangt.
Ellen Atema en Nienke Feddes
STREEK 13
streek- idee
Charlotte Leemans leest voor uit de Kleine IJsbeer
Een verhaaltje voor het slapengaan Anderhalf miljoen inwoners van Nederland zijn laaggeletterd, waarvan één miljoen autochtonen. De VoorleesExpress maakt er werk van door twintig keer een uur voor te lezen aan kinderen tussen de twee en acht jaar oud. Het doel is hen vertrouwd te maken met boeken. Stiekem hoopt VoorleesExpress natuurlijk dat ieder kind uiteindelijk iedere avond voor het slapengaan wordt voorgelezen. Na een start in de steden, wil de VoorleesExpress nu ook laaggeletterde plattelandskinderen bereiken.
In het kantoor in een flat in de Utrechtse wijk Kanaleneiland vertelt Charlotte Leemans, projectleider van Platform VoorleesExpress, hoe snel het is gegaan met de VoorleesExpress. Een paar jaar geleden hadden de zusjes Anne en Marieke Heinsbroek een idee om Utrechtse kinderen met een taalachterstand met boeken in contact te brengen. Nu loopt het project al in tien steden.
Uitbreiding Met het Platform VoorleesExpress zet Leemans zich in voor de verspreiding en coördinatie van de VoorleesExpress over het hele land. ‘Stichting Lezen wees ons op de doelgroep op het platteland’, vertelt ze. ‘Het is niet echt bekend waarom er op het platteland relatief veel laaggeletterdheid voorkomt, maar ik kan me voorstellen dat de bibliotheken daar minder goed bereikbaar zijn en wellicht wordt er minder belang gehecht aan lezen en voorlezen.’ 14 STREEK 1 10
Stappenplan
Interactie
Het vergt veel enthousiasme en inspanning om het kleinschalige initiatief om te toveren naar een landelijk project. Het Platform wil de gezinnen onder andere bereiken via bibliotheken, welzijnsorganisaties en buurthuizen. ‘We hebben particulieren en organisaties nodig die het
Hoe werkt de VoorleesExpress? Een projectleider legt contact met ouders. Vervolgens komt een zorgvuldig geselecteerde vrijwilliger twintig keer een uur voorlezen. ‘Twintig uur is precies genoeg tijd om een vertrouwensband te kweken, maar niet te lang. Er moet nog wel een stimulans blijven voor de ouders,’ vertelt Leemans, ‘want die gaan na het project hopelijk zelf aan de slag met voorlezen.’ Tijdens de voorleesperiode worden kinderen actief betrokken bij de verhalen. Daarnaast neemt de vrijwilliger de gezinsleden ook mee naar de bibliotheek. Het is de bedoeling dat kinderen en ouders steeds vaker zelf boekjes gaan uitzoeken om uit voor te lezen.
Laaggeletterdheid komt relatief veel voor op het platteland project lokaal opzetten. In Deventer waren er bijvoorbeeld vier personen enthousiast; die konden we met elkaar in contact brengen.’ Als iemand een plaatselijke VoorleesExpress wil initiëren, kan hij of zij bij het Platform VoorleesExpress een helder stappenplan aanvragen met twintig stappen.
Liefde voor boeken Als kind werd Leemans iedere dag voorgelezen. ‘Ik heb daar zulke fijne herinneringen aan. Later las ik zelf veel; iedere week ging ik naar de
c o lumn Martine Vonk
Effectiviteitsonderzoek Het Platform VoorleesExpress heeft in 2008-2009 een effectiviteitsonderzoek uitgevoerd onder deelnemers in Utrecht. De resultaten zijn positief. Zo pakken meer kinderen na afloop van het project zelf een boek en gaan ze vaker naar de bibliotheek. Leerkrachten geven aan dat de woordenschat van de kinderen is verbeterd. Kinderen zien lezen minder als een verplichting, ze hebben er plezier in en ook de ouders krijgen plezier in het voorlezen. Het volledige onderzoek is via www.voorleesexpress.nl te downloaden.
Den Haag – platteland v.v.
De Tweede-Kamerverkiezingen staan voor de deur. Dat betekent voor veel kandidaat-kamerleden campagne voeren. Ook ik doe dit jaar mee, nu ik kandidaat sta als nummer 8 op de lijst van de ChristenUnie. Een belangrijk onderdeel van de campagne is de regiotour, om mensen in het land te ontmoeten. De bus rijdt door alle provincies en bezoekt stad en platteland. Het is van belang dat politici de praktijk opzoeken, luisteren naar mensen en zelf met de voeten in de klei (het zand of het veen) staan. Want als je ergens beleid over wilt maken, moet je wel weten waar je het over hebt.
bibliotheek. Ik denk dat het heel goed is dat een klein kind al in aanraking komt met boekjes, want later moet je ook voor school gaan lezen en dan is die drempel veel lager.’ Zelf wil ze zoveel mogelijk gezinnen bereiken en die de liefde voor boeken meegeven.
Het is goed dat een klein kind al in aanraking komt met boeken
Leemans vertelt: ‘Een moeder ging tegen het eind van het project zelf voorlezen aan haar kinderen. Ze was heel enthousiast en interactief. Zo las ze bijvoorbeeld voor over een rood jasje en vroeg vervolgens de kinderen de rode dingen in de kamer aan te wijzen. Ik merkte dat ik niet meer nodig was. En ik had nog wel gedacht dat ik bij dat gezin niet veel zou bereiken.’
De verhalen van mensen maken het beleid tastbaar. Wat werk wel? Wat werkt niet? Dat zien we bij het Netwerk Platteland ook tijdens het plattelandsparlement en andere bijeenkomsten. Juist mensen die hart hebben voor hun dorp, hun streek of hun bedrijf kunnen als geen ander aangeven waar de knelpunten liggen en waar het beleid verbeterd moet worden. Zij hebben zelf ideeën voor verbeteringen en willen betrokken worden bij de oplossing. Een onderwerp als Natura 2000 bijvoorbeeld moet op regionale schaal bekeken worden. De situatie is overal anders. De regio opzoeken in campagnetijd is één ding, maar het is nog veel belangrijker om de lijnen van en naar Den Haag doorlopend open te houden. Het is een kunst, en vooral ook een keuze, om vanuit Den Haag voeling met de praktijk te blijven houden. Maak daarom gebruik van de mogelijkheid parlementsleden uit te nodigen voor een werkbezoek. Laat ze het platteland voelen en ervaren! Wilt u dat ze zich gaan inzetten voor een vitaal platteland, dan moet u ze erbij betrekken. Mocht ik na 9 juni naar Den Haag gaan, dan neem ik in ieder geval mijn ervaring en praktijkkennis van de afgelopen jaren bij het Netwerk Platteland mee. Ik heb er zin in. En ik hoop dat u me ook daar weet te vinden.
Martine Vonk Netwerk Platteland
STREEK 15
AG E NDA
Netwerk Platteland 2.0 Een vraag voorleggen aan collega’s elders in het land, of hen vertellen waar u mee bezig bent, een discussie starten, kennismaken met vakgenoten. Dat kan tegenwoordig allemaal via de computer. Daarom heeft Netwerk Platteland een groep op LinkedIn. Lid worden? Dat kan. Ga naar www.linkedin.com > groups > netwerk platteland. Ook op twitter kunt u het Netwerk Platteland volgen: www.twitter.com/netwerkplatteland.
STREEK feliciteert… Op 25 maart werden de Passie-op-het-plattelandprijzen uitgereikt. De winnaars waren • Rozenkwekerij Otte uit Kapelle (Zeeland) in de categorie Milieu. Deze kweker verwarmt zijn kassen met regionaal geproduceerde biomassa en resthout. • Boerderij Spa in Nutter (Twente) in de categorie Leefbaarheid. Een leegstaande boerderij werd omgetoverd in een kleinschalig wellness-centrum. • SWET (Groningen) in de categorie Leader. Theatervoorstellingen die vorm geven aan de verbondenheid met het cultureel erfgoed van de streek. • Dorpshuis Weersterheem in Garrelsweer kreeg de Publieksprijs. Alle prijswinnaars van harte gefeliciteerd!
Tweede leertraject Platteland 2.0
22.06.2010 > Thuis in de
Na het succesvolle eerste leertraject in februari van dit jaar is begin mei weer een leertraject Platteland 2.0 gestart. Vier weken lang trokken de deelnemers virtueel gezamenlijk op. Zij leerden over het gebruik van weblogs, LinkedIn, wiki’s, Skype en Twitter om die te kunnen toepassen in hun activiteiten op het platteland. Het thema platteland als inhoudelijk kader voor het leertraject bood de deelnemers de kans om al lerende meteen waardevolle contacten op te doen voor hun eigen werk. Het on line-leertraject werd op 6 en 7 juni afgesloten met een tweedaagse bijeenkomst. Die werd helemaal afgestemd op de vragen van de deelnemers en de praktijkgevallen die ze aan de groep wilden voorleggen.
Uitwisselingsdag voor iedereen die betrokken is bij streek- of plattelandshuizen in Nederland en België, medewerkers van programmabureaus en andere geïnteresseerden.
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Ondersteuning zelfevaluatie Plaatselijke Groepen LEADER We zijn halverwege de programmaperiode van POP2. Een mooi moment om te evalueren en zo nodig de agenda aan te scherpen. Netwerk Platteland biedt daarom ondersteuning bij de zelfevaluatie van Plaatselijke Groepen (PG’s) of gebiedscommissies. In de vorige programmaperiode is daar dankbaar gebruik van gemaakt. De zelfevaluatie heeft als doel terug te kijken naar de voortgang van het programma en het functioneren van de PG. Bovendien is het mogelijk de agenda voor de toekomst aan te scherpen en tegelijk het groepsproces te versterken. Een evaluatiebijeenkomst duurt circa 2,5 uur. De resultaten van de evaluatie zijn vooral bedoeld voor de PG zelf. Daarnaast zal Netwerk Platteland de resultaten publiceren en gebruiken om conclusies te trekken over het verloop van het programma en de noodzaak van toekomstige acties. Neem voor meer informatie contact op met Marieke Koot,
[email protected], 033-4326024.
regio
Locatie: Streekhuus, Dr. Grashuisstraat 8, Zelhem
[email protected] www.netwerkplatteland.nl
04.10.2010 > Leergang
gebiedsgericht werken
Uitgebreide leergang voor mensen die beroepsmatig met projecten en processen in wijken en gebieden werken. Organisator: SVGW Acht modules van twee dagen, start 4 oktober 2010 Kosten: € 5800,Locatie: Zeist
[email protected] www.svgw.nl
11.10.2010 > Symposium
Vitaal Platteland
Jaarbijeenkomst Vrouwen van Nu, medegeorganiseerd door Netwerk Platteland. Alleen voor leden www.nvbp.nl
18.11.2010 > Conferentie:
De grens als economische motor Ondernemersconferentie in de grensstreek De Kempen over samenwerking, vermarkting van de streek en de versterking van recreatie en cultuurhistorie. De conferentie is goed te combineren met de internationale conferentie van 19.11. Locatie: De Kempen, België
[email protected] www.netwerkplatteland.nl
19.11.2010 > International
Inspiratie halen bij Zweeds plattelandsparlement Een medewerker van Netwerk Platteland bezocht van 6 tot 9 mei het Zweedse plattelandsparlement in Sunne in Midden-Zweden. Het was de elfde keer dat het plattelandsparlement georganiseerd werd: een evenement dat vier dagen duurt en waaraan twaalfhonderd mensen uit heel Zweden deelnamen. Het is een plek waar burgers, professionals, beleidsmakers en politici elkaar ontmoeten en met elkaar in debat gaan. Honderd internationale deelnemers uit 23 verschillende landen namen deel aan het plattelandsparlement en konden bovendien via workshops en excursies zien wat er leeft in Zweden op het gebied van plattelandsontwikkeling. Het complete verslag is te lezen op www.netwerkplatteland.nl/blog/
conference: (Inter)regional business development in North West Europe Internationale conferentie over regiobranding, nieuwe intersectorale producten en diensten en cradle to cradle. Locatie: De Kempen, België
[email protected] www.netwerkplatteland.nl