Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren tekstsoorten 1e graad
2e graad
3e graad
uiteenzetting leerstofonderdeel
uiteenzettingen, probleemstellingen m.b.t. een leerstofonderdeel
uiteenzettingen, probleemstellingen m.b.t. leerstofonderdeel en schriftelijk kunnen weergeven
verslagen van feiten presentaties van informatie - verzameld i.v.m. een bepaalde opdracht - persoonlijke ervaringen instructies
informatieve teksten verslagen feiten en ervaringen
activerende boodschappen
activerende boodschappen
in discussie uitspraken
in een probleemoplossende discussie standpunten en meningen
in media jeugdprogramma's via tv, radio reclameboodschappen
in media en multimediaal informatieve programma's, journaals praatprogramma's, interviews
in een probleemoplossende discussie persuasieve tekst: standpunt, mening via diverse media en multimediaal diverterende (praatprogramma's), informatieve, persuasieve teksten, activerende boodschappen
mondeling aangeboden ontspannende tekst
instructies i.v.m. uitvoeren handelingen reclameboodschappen oproepen en uitnodigingen tot activiteit dialoog, polyloog over school en klas telefoongesprek
procedures en strategieën: lln. kunnen de geschikte luisterstrategieën (oriënterend, zoekend, globaal en intensief) toepassen n.a.v. hun luisterdoel, achtergrondkennis en tekstsoort. de lln. hebben weet van volgende communicatiebevorderende middelen, d.i. ze kunnen ze op hun niveau toepassen:
bij planning, uitvoering van en bij reflectie over luistertaken kunnen de lln.:
luisterdoel bepalen
luister- en tekstdoel bepalen luister- en tekstdoel bepalen hun voorkennis inzetten voorkennis inzetten: kennis van context, principes van woordvorming en woordenboek
aanwijzingen binnen de communicatiesituatie gebruiken
bij planning, uitvoering van en bij reflectie over luistertaken kunnen de lln.:
aandacht concentreren onderwerp, hoofdgedachte identificeren belangrijke informatie noteren
gericht informatie selecteren en ordenen vragen stellen bij onduidelijkheid bijkomende informatie vragen inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen
onderwerp, hoofdgedachte identificeren gericht informatie selecteren en ordenen bijkomende info vragen
functie van bijgeleverde visuele informatie vaststellen
inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen functie van bijgeleverde visuele informatie vaststellen
taalgebruik spreker inschatten aandacht voor non-verbaal gedrag
taalgebruik spreker inschatten aandacht voor non-verbaal gedrag
attitudes de lln. ontwikkelen binnen gepaste communicatiesituaties de bereidheid om - te luisteren, een onbevooroordeelde luisterhouding aan te nemen, een ander te laten uitspreken; - te reflecteren over de eigen luisterhouding; - het beluisterde te toetsen aan eigen kennis en inzichten.
2 Spreken / gesprekken voeren tekstsoorten vragen en antwoorden m.b.t. een leerstofonderdeel
vragen stellen + beantwoorden m.b.t. leerstofonderdelen
vragen stellen en beantwoorden m.b.t. leerstofonderdelen
instructies
instructies: spel en apparatuur
instructies geven
in (telefoon)gesprekken inlichtingen, aanvragen, klachten / bezwaren i.v.m. schools functioneren en vrije tijd
rechtstreeks of d.m.v. de telefoon inlichtingen vragen, aanvragen doen, klachten / bezwaren
presenteren: informatie verzameld m.b.t. bepaalde opdracht; gevoelens, persoonlijke ervaringen en interesses
presenteren: - gedocumenteerde informatie - gevoelens in gepast register - - persoonlijke ervaringen
uitnodigingen tot deelname aan activiteit in (telefoon)gesprekken inlichtingen geven en erom vragen
mededelingen: in klas, m.b.t. klasgebeuren - informatie verzameld m.b.t. bepaald thema - gevoelens , gewaarwordingen, verwachtingen
beschrijven: routes, situaties, personen verslaan: gebeurtenis sollicitatiegesprek voeren aan gedachtewisseling in klas, deelnemen, standpunt innemen en formuleren
in gedachtewisseling: standpunten, meningen, oplossingswijzen voor problemen uiteenzetten /formuleren
in gedachtewisseling, discussie: standpunt / mening of oplossingen voor problemen uiteenzetten en motiveren
activerende boodschappen activerende boodschappen procedures en strategieën de lln. hebben weet van volgende communicatiebevorderende middelen, zo dat ze die op hun niveau kunnen toepassen spreekdoel bepalen
de lln. kunnen bij planning de lln. kunnen bij en uitvoering van en bij planning en uitvoering reflectie op spreektaken: van en bij reflectie op spreektaken: spreek-+ gespreksdoel spreek- en gespreksdoel bepalen, publiek bepalen, zich een beeld beschrijven, voorkennis van publiek vormen, inzetten voorkennis inzetten
informatie verzamelen
gericht info selecteren en verwoorden; bijkomende info vragen
spreekplannetje opstellen
gericht info selecteren en verwoorden; bijkomende info vragen
hun taalgebruik aanpassen hun taalgebruik aanpassen bedoeling: duidelijk formuleren inhoudelijke en functionele relaties ts. tekstonderdelen vaststellen en verwoorden
inhoudelijke en functionele relaties ts. tekstonderdelen vaststellen en verwoorden
visuele informatie gebruiken non-verbaal gedrag observeren en verwoorden adequaat reageren op inbreng van gesprekspartner(s), gespreksconventies hanteren: beginnen, onderbreken, gaande houden + afsluiten argumenten herkennen, aanbrengen
visuele informatie gebruiken non-verbaal gedrag inschatten en inzetten adequaat reageren op inbreng van gesprekspartners gespreksconventies hanteren: beginnen, onderbreken, gaande houden + afsluiten argumenten herkennen, aanbrengen
attitudes: de lln. zijn bereid om te spreken; AN te spreken, en een kritische houding aan te nemen tegenover eigen spreek-, en gespreksgedrag. 3 Lezen tekstsoorten schema's en tabellen ondertiteling bij informatieve en ontspannende tv-programma's
schema's en tabellen onderschriften bij informerende en diverterende programma's
studieteksten
studieteksten, notities
fictionele teksten
fictionele teksten (cf . literatuur)
brieven
zakelijke brieven
schriftelijke oproepen tot actie: instructies reclameteksten en advertenties
instructies, gebruiksaanwijzingen reclameteksten en advertenties
informatieve teksten, incl. infobronnen
informatieve teksten, niet-fictionele teksten: infobronnen in gedrukt en informatieve teksten, elektronisch, van infobronnen, schema's en praktische + tabellen; verslag encyclopedische aard uiteenzettingen formulieren, administratieve tekst
teksten met studiedoeleinden fictionele teksten (cf . literatuur) activerende teksten: instructies reclame, advertenties
persuasieve tekst: opiniestuk, betoog tijdschriftartikelen verslagen recensies hyperteksten
hyperteksten
procedures en strategieën leesdoel bepalen
leesstrategie kiezen: oriënterend, zoekend, globaal en intensief - lees- + tekstdoel bepalen - voorkennis inzetten - functie van beeld + opmaak in tekst herkennen - onderwerp + hoofdgedachte aanduiden - structuur van tekst in grote lijnen aanduiden inhoudelijke + functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen
-
strategieën aanwenden om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen: - gebruik van context - voorkennis van taal en wereld - principes van woordvorming - woordenboek
strategieën aanwenden om aan onbekende woorden betekenis toe te kennen: - gebruik van context, - eigen voorkennis - principes van woordvorming - woordenboek
-
-
-
tekstsoort bepalen lees- + tekstdoel bepalen voorkennis inzetten functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen onderwerp en hoofdgedachte aanduiden en parafraseren inhoudelijke en functionele relaties tussen tekstonderdelen vaststellen inhouds- en vormconventies van taal verzorgen
aanwijzingen binnen communicatiesituatie gebruiken aandacht concentreren gericht informatie zoeken onduidelijke passages herlezen bij niet bekende woorden: context bevragen. woordenboek raadplegen
attitudes: de lln. zijn binnen gepaste situaties bereid om te lezen en te reflecteren over de inhoud van een tekst; om strategieën toe te passen; om verkregen informatie aan eigen kennis en inzicht te toetsen; om lezend informatie te verzamelen over een bepaald onderwerp; om hun persoonlijk oordeel over bepaalde teksten te formuleren.
4 Schrijven tekstsoorten in een voorgestructureerd kader notities nemen formulieren invullen
notities nemen tijdens een les relevante formulieren
een oproep, uitnodiging
uitnodigingen, affiches
uitnodigingen
instructies
instructies
instructies
een informatief stuk
vragen om inlichtingen
antwoorden op vragen over op school verwerkte inhouden agenda + planning een verslag over een gegeven schoolse opdracht
verslagen
verslagen
samenvattingen + schema's van studieteksten
schema's en samenvattingen van gelezen en beluisterde informatie en studieteksten
sollicitatiebrief voor vakantiejob
sollicitatiebrieven en cv's
zakelijke brieven
zakelijke brieven
lezersbrieven recensies gedocumenteerde en beargumenteerde teksten
procedures, strategieën bij planning, uitvoering, beoordeling van schrijftaken kunnen leerlingen - schrijfdoel bepalen
-
-
informatie verzamelen schrijf plan opstellen woordenboek gebruiken
-
-
eigen tekst reviseren
-
-
schrijfdoel(en) bepalen publiek beschrijven schrijfstrategie toepassen voorkennis inzetten, gericht informatie zoeken, ordenen en verwerken logische tekstopbouw creëren met aandacht voor inhoudelijke + functionele relaties eigen tekst reviseren inhouds- en vormconventies van taal verzorgen
-
-
-
-
gebruikmaken van ICT
-
schrijfdoel bepalen bedoeld publiek bepalen tekstsoort bepalen voorkennis inzetten, gericht informatie zoeken, ordenen en verwerken logische tekstopbouw creëren aandacht voor inhoudelijke en functionele relaties eigen tekst reviseren inhouds- en vormconventies van taal verzorgen lay-out verzorgen correct citeren; bronvermelding gebruikmaken van ICT
attitudes binnen gepaste situaties zijn de lln. bereid om te schrijven, schriftelijk informatie te verstrekken, te reflecteren over hun eigen schrijven / schrijfproces; taal indeling, spelling, handschrift en lay-out te verzorgen.