STRANDZEIL REGLEMENT KITEBUGGY KLASSE 8 Versie 1.1 november 2014
Inhoudsopgave Wijzigingsoverzicht Voorwoord International Sailing and Racing Rules (I.S.R.R.) Deel 1: Strandzeilreglement Artikel 1 – Basis bepalingen Artikel 2 – Algemene voorschriften Artikel 3 – Zeilwagens Artikel 4 – Nadering Artikel 5 – Kruisen Artikel 6 – Inhalen Artikel 7 – Fair play Deel 2: Wedstrijdreglement Artikel 8 – Wedstrijden Artikel 9 – Piloten Artikel 10 – Aanmelding Artikel 11 – Wedstrijdprogramma Artikel 12 – Wedstrijdcomité structuur en definitie Artikel 13 – Het parcours Artikel 14 – Signalen/Vlaggen Artikel 15 – Boeien/Bochtvlaggen Artikel 16 – Voorafgaand aan de start Artikel 17 – De start Artikel 18 – Geldigheid van de race Artikel 19 – Middelen van aandrijving en duwen Artikel 20 – Wisselen van zeilwagen Artikel 21 – Finish Artikel 22 – Vroegtijdig stoppen van de race Artikel 23 – Klassering Artikel 24 – Overtredingen Artikel 25 – Protest bij de jury Artikel 26 – Beroepsprocedure Specificaties Klasse 8 1. De kitebuggy (algemeen) 1.1 Definitie 1.2 De piloot 1.3 De rem 2. Afmetingen en gewicht 2.1 Lengte 2.2 Breedte 2.3 Wielen 2.4 Draaicirkel 2.5 Ballast 2.6 Ledig gewicht 3. Kite en lijnen 3.1 Definitie 3.2 Bevestiging 3.3 Lengte van de lijnen 3.4 Materiaal 4. Uitrusting Piloot 5. Identificatienummers Vlaggen van de wedstrijdleiding Nadering Kruisen Inhalen Inhalen bij obstakels 1
3 3 4 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 7 8 8 9 9 10 11 11 12 12 13 13 13 13 14 15 15 16 17 17 17 17 17 17 17 17 17 17 17 18 18 18 18 18 18 18 18 19 20 21 22 23
1
Inhalen bij obstakels 2 Startprocedure Klasse 8 1. Algemeen 1.1 Definitie 1.2 Briefing 1.3 Basisregels 2. Startprocedure klasse 7 3. De vliegende start met één lijn 3.1 Bepalingen 3.2 Locatie van de startlijn 3.3 Verloop van de start 4. Overtreding van het reglement 4.1 Strafpunten 4.2 Diskwalificatie 4.3 Vroegtijdige start en correctie Wedstrijdreglementen Klasse 8 1. Gedragsregels tijdens races 1.1 Positie van de kite 1.2 Herstarten van de kite 1.3 Wenden 1.4 Downwind priority 1.5 Gevaar aanduiding 1.6 Wisselen van materiaal 2. Parcours regels en algemeenheden 2.1 Parcours regels 2.2 Parcours en race 2.3 Procedures en algemeenheden Nationale Wedstrijdregelgeving BCH 1. Nationale competitie 1.1 Structuur 1.2 Aankondiging 1.3 Aanmelding 1.4 Betaling 1.5 Tijdschema 1.6 Afgelasting 2. Wedstrijd klassen 2.1 Structuur 2.2 Promoveren 3. Algemene bepalingen 3.1 Terugkerende piloten 3.2 H1 3.3 Marshalls 4. Wedstrijd bepalingen 4.1 Fair Play 4.2 Race omstandigheden 4.3 Alcohol en drugs 4.4 Full-face helm 4.5 Aramide 4.6 Verzekering 4.7 Waarschuwingssignaal 4.8 Oranje lijn 4.9 Finish 4.10 Boeien (turning markers) 4.11 Hulp aan piloten 4.12 Strafpunten 4.13 Race geldigheid 4.14 Fun-race
24 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25 26 26 27 27 28 28 28 28 28 28 28 29 29 29 30 30 31 31 31 31 31 31 31 31 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 33 33 34 34 34 34 34 34 34 34 34
2
Wijzigingsoverzicht
Versie
Datum
Naam
Wijziging
1.0
05-10-2013
BCH Bestuur
Start versie
1.1
06-11-2014
BCH Bestuur
FISLY update Smith Creek [2014]
Voorwoord Beste piloten en geïnteresseerde lezers, Het voorliggende werk bevat een complete Nederlandse vertaling van de FISLY–I.S.R.R. strandzeil reglementen evenals de, voor de klasse 8, relevante annexen. Toegevoegd is tevens de Nationale wedstrijdregelgeving van de BCH, deze regelgeving dient als aanvullend te worden beschouwd op de overkoepelende FISLY-I.S.R.R. reglementen en is enkel van toepassing op het Nederlands Kampioenschap Kitebuggy klasse 8. Na goedkeuring door de FISLY algemene vergadering worden aan de bestaande reglementen jaarlijks toevoegingen/wijzigingen doorgevoerd. Zodra dergelijke toevoegingen/wijzigingen beschikbaar komen zullen zij, in vertaalde vorm, ook in dit werk opgenomen worden. Specifieke toevoegingen/wijzigingen voor de klasse 8, worden bij de FISLY aangedragen door de KBA, een overkoepelende verband van kitebuggy federaties, waarbinnen ook de BCH actief is. De meest recente aanpassingen in dit werk zijn vet gedrukt en voorzien van het jaartal [2014] waarin de aanpassing van kracht werd. Als BCH bestuur hopen wij met dit werk de helderheid in de regelgeving binnen onze mooie sport, voor al onze leden, te kunnen vergroten. Met sportieve groet, Bestuur en Wedstrijdleiding BCH
© BCH Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder schriftelijke toestemming van de Buggy Club Holland.
3
INTERNATIONAL SAILING AND RACING RULES I.S.R.R. 2014
Version: Smith Creek, Nevada USA WORLD CHAMPIONSHIP 2014 General Assembly date voted : 3/05/2014
4
INTERNATIONAL SAILING AND RACING RULES I.S.R.R. Goedgekeurd door FGA (FISLY General Assembly) te St. Peter Ording 19/09/93 Voltooid te De Panne 19/12/93 Versie mei 2014: Wereld kampioenschap Smith Creek, Nevada USA, [2014]
Deel 1: Strandzeilreglement Artikel 1 – Basis bepalingen 1. TOEPASSING Dit reglement is, onder alle omstandigheden en te allen tijde, van toepassing daar waar gestrandzeild wordt. 2. VERTALINGEN Enkel de Franse versie is bindend. 3. GELDIGHEID Dit reglement is geldig vanaf 01/01/94. 4. WIJZIGINGEN Dit reglement kan enkel gewijzigd worden op voordracht van de FISLY reglementen commissie. Alle voorgedragen wijzigingen dienen eerst te worden goedgekeurd door de FISLY algemene vergadering. Voor goedkeuring is een 2/3 meerderheid nodig. 5. ORIGINEEL Het origineel van dit document zal bewaard worden door de secretaris van de FISLY.
Artikel 2 – Algemene voorschriften 1. LICENTIE Elke piloot dient een geldige stranzeillicentie te kunnen overleggen. Deze licentie dient uitgegeven te zijn door de landelijke federatie of een daarbij aangesloten vereniging. Wanneer een landelijke federatie of vereniging niet bestaan vervalt deze verplichting. De landelijke federatie of een hierbij aangesloten vereniging zijn verantwoordelijk voor het uitgeven van licenties. 2. VERZEKERING Alle piloten dienen voor het strandzeilen, in recreatief als ook in wedstrijd verband, in het bezit te zijn van een (aanvullende) aansprakelijkheidsverzekering. Een bewijs van deze verzekering dient de piloot op verzoek altijd te kunnen tonen. 3. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Het is de persoonlijke verantwoordelijkheid van de piloot, tijdens het strandzeilen (conform art. 3.7), deugdelijke beschermende kleding en uitrusting te dragen. Tijdens het strandzeilen (conform art. 3.7) is een piloot verplicht een helm te dragen. Een full-face helm is verplicht voor de klassen 2, 3 en 8. [2014] 4. VERANTWOORDELIJKHEID Een piloot is persoonlijk verantwoordelijk voor de inschatting zijn zeilwagen, onder heersende omstandigheden, veilig te kunnen controleren. Ook is hij ervoor verantwoordelijk dat zijn zeilwagen in goede en veilige staat verkeert.
Artikel 3 – Zeilwagens 1. DEFINITIE Strandzeilwagen of Landzeilwagen: Elk voertuig op wielen, bestuurd door een piloot, dat enkel door de wind aangedreven wordt.
5
2. HERKENNINGSTEKENS Alle zeilwagens dienen, aan beide zijden van het zeil, een nummer te voeren. Dit nummer dient voorafgegaan te worden door één of meer letters die het land van herkomst aangeven. (zie annex 01)
3. ZEILWAGENKLASSEN Er bestaan verschillende zeilwagen klassen ingedeeld naar zeiloppervlak en verschillende voertuigkenmerken. (zie omschrijving van verschillende klassen, annex 02) 4. METING EN KEURING Elke Nationale Federatie of daarbij aangesloten vereniging is verantwoordelijk voor het keuren en controleren van de zeilwagens van haar leden in overeenstemming met annex 03. Het totale zeiloppervlak van iedere zeilwagen dient, tot één decimaal nauwkeurig, vermeld te staan op het zeil. 5. REMSYSTEEM Elke zeilwagen, welke bestuurd wordt door een piloot in liggende of zittende positie, dient te zijn uitgerust met een effectief remsysteem. 6. VERLICHTING Wanneer een zeilwagen (led) verlichting voert, dient dit, aan de voorzijde wit, en aan de achterzijde rood, licht te zijn. 7. Een zeilwagen “zeilt” enkel wanneer de piloot in zijn normale zeilpositie aan boord is. Een zeilwagen die niet “zeilt” verliest alle recht op voorrang, en zal gezien en behandeld worden als obstakel.
Artikel 4 – Nadering (annex 07A) 1. FRONTALE NADERING Wanneer twee zeilwagens elkaar frontaal naderen dienen zij beide naar rechts uit te wijken, om elkaar zo met voldoende tussenruimte te passeren.
Artikel 5 – Kruisen (annex 07B) 1. KRUISEN Wanneer twee zeilwagens kruisen, heeft de van rechts komende zeilwagen voorrang. De zeilwagen die geen voorrang heeft dient vaart te minderen en/of uit te wijken. Een zeilwagen die voorrang heeft dwingen zijn koers aan te passen of te vertragen, teneinde een aanvaring te voorkomen, is niet toegestaan.
Artikel 6 – Inhalen (annex 07C & 07D) 1. BEGIN MANOEUVRE De inhaalmanoeuvre begint wanneer er minder dan 2 meter afstand resteert tussen de uitersten van de inhalende zeilwagen en de uitersten van de ingehaalde zeilwagen. 2. EINDE MANOEUVRE De inhaalmanoeuvre is beëindigd wanneer de afstand tussen de uitersten van de inhalende zeilwagen en de uitersten van de ingehaalde zeilwagen weer meer als 2 meter bedraagt. 3. VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE MANOEUVRE De piloot van de inhalende zeilwagen is verantwoordelijk voor de inhaalmanoeuvre. 4. DE INGEHAALDE De ingehaalde zeilwagen dient zijn koers te behouden wanneer deze in een rechte lijn rijdt, of uit te wijken. In geval de ingehaalde zeilwagen een bocht maakt dient hij deze koersverandering op een normale manier uit te voeren. De piloot van een ingehaalde zeilwagen mag desalniettemin zijn koers wijzigen wanneer hij een obstakel tegen komt. 5. DE INHALENDE De inhalende zeilwagen moet wijken voor de ingehaalde zeilwagen. Het is niet toegestaan de ingehaalde zeilwagen te dwingen, zijn koers te wijzigen of af te remmen, teneinde een aanvaring te voorkomen.
6
Artikel 7 – Fair Play 1. FAIR PLAY Alle bij een event betrokken partijen dienen de regels te interpreteren vanuit het fair play, eerlijk en sportief spel, beginsel. [2014]
Deel 2: Wedstrijdreglement Artikel 8 – Wedstrijden 1. ALGEMENE DEFINITIE “Event”: Samenkomst waarbij zeilwagens racen om vast te stellen wie de beste piloot is. Een Event mag bestaan uit meerdere Regatta’s. Een Regatta mag bestaan uit meerdere races. 2. WEDSTRIJD CATEGORIEEN De Nationale Federatie dient FISLY ieder jaar de wedstrijden door te geven die zij door FISLY erkend wenst te zien. Internationale wedstrijden dienen aan FISLY voorgelegd te worden voor het einde van het voorgaande jaar. Wedstrijden worden ingedeeld volgens de specificaties omschreven in annex 11. 3. PASSAGIERS Passagiers zijn niet toegestaan tenzij uitdrukkelijk vermeld in het wedstrijdprogramma. 4. RECLAME Reclame is toegestaan op het complete chassis/romp van de zeilwagen. Reclame is toegestaan op het onderste gedeelte van het zeil, tot 2/3 van de hoogte van het zeil voor klasse 7 en tot 1/3 van de hoogte van het zeil voor alle andere klassen (annex 01). Tijdens Events, georganiseerd door de Nationale Federatie of een hierbij aangesloten vereniging, mag een piloot of zeilwageneigenaar nooit gedwongen worden reclame te voeren. Desalniettemin dienen alle piloten de reclamewetgeving van het land waarin zij rijden na te leven. 5. RECORDPOGINGEN De Nationale Federatie en een hierbij aangesloten vereniging dienen de FISLY te informeren (locatie en datum) wanneer hun leden een zeilwagenrecord trachten te vestigen of te verbreken. De FISLY erkende records zijn: Maximale snelheid over 50 meter (zie annex 10A) Totale afstand afgelegd door maximaal 3 piloten in 24 uur. (zie annex 10B)
Artikel 9 – Piloten 1. LIDMAATSCHAP Alle piloten dienen te zijn aangesloten bij de Nationale Federatie of een hierbij aangesloten vereniging. Piloten die sancties opgelegd hebben gekregen en hun lidmaatschap wensen te wijzigen dienen hiervoor toestemming te hebben van de Nationale Federatie en/of een hierbij aangesloten vereniging. 2. LEEFTIJD De minimale leeftijd voor deelname dient vermeld te staan in de specifieke reglementen van elke competitie. Piloten jonger dan 18 jaar dienen een schriftelijke verklaring van hun ouder(s) of voogd te overleggen waarin zij verklaren dat de piloot onder hun verantwoordelijkheid deelneemt aan een zeilwagen competitie, organisatoren hiervan mogen een Nationale Federatie of een hierbij aangesloten vereniging om een bevestiging van goedkeuren van een dergelijk document vragen.
7
De wedstrijdlicentie van een minderjarige piloot staat voor een bevestiging van goedkeuring. In ieder geval zullen 2 kopieën van een dergelijke verklaring noodzakelijk zijn, één voor de Nationale Federatie en één voor de hierbij aangesloten vereniging. 3. TRANSFER Het overplaatsen van een piloot van een Nationale Federatie of een hierbij aangesloten vereniging naar een andere Nationale Federatie of vereniging op onderhandse afspraak tussen beide is niet toegestaan. Een piloot mag in competitie voor een ander land als zijn/haar thuisland uitkomen op voorwaarde dat: -Hij/zij lid is van de Nationale Federatie of een hierbij aangesloten vereniging van het desbetreffende land. -Hij/zij is geselecteerd door het desbetreffende land en tenminste heeft deelgenomen aan 3 door dit land georganiseerde events. -Hij/zij bij het desbetreffende land, en enkel bij dit land, een licentie heeft sedert minimaal 1 jaar. -De transfer voor de 31e december van het voorgaande jaar is aangekondigd bij de secretaris van de FISLY.
Artikel 10 – Aanmelding 1. INSCHRIJVING Inschrijving dient te geschieden volgens de manier en binnen de termijn waarop deze in het wedstrijdprogramma vermeld staat. Inschrijving is bindend en vermeld in ieder geval de piloot zijn: -Naam, voornaam, adres, geboortedatum -Zeilwagenklasse en wedstrijdnummer en/of transponder [2014] -Vereniging/club 2. AANVAARDING VAN HET REGLEMENT Piloten verklaren, middels hun handtekening bij inschrijving, de regels vermeld in de FISLY I.S.R.R. en de specifieke regels van het wedstrijd programma, evenals alle aanwijzingen van het wedstrijdcomité in acht te nemen. [2014]
Artikel 11 – Wedstrijdprogramma 1. HET WEDSTRIJDPROGRAMMA Het programma vermeldt tenminste: -De organisator -Het doel van het event -De categorie piloten die mogen deelnemen -De zeilwagenklassen die mogen deelnemen -De sluitingsdatum van de inschrijving -De kosten van inschrijving -Speciale wedstrijdregels -Het tijdstip van de eerste briefing -De naam van de wedstrijdleider 2. AANKONDIGING Het wedstrijdprogramma dient minimaal 1 maand voor het event aangekondigd te worden en te worden opgehangen in het clubhuis van de organiserende club. Wedstrijdprogramma’s voor internationale events dienen in minimaal 2 talen te worden gepubliceerd, 1 van de talen moet Engels zijn. 3. PROGRAMMA WIJZIGING Vanaf het moment van de eerste briefing heeft enkel de wedstrijdleider de mogelijkheid het wedstrijdprogramma te wijzigen. De wedstrijdleider moet zijn besluit tot wijziging motiveren tijdens de briefing wanneer hij ook de deelnemende piloten zal informeren over de wijzigingen.
8
Artikel 12 – Wedstrijdcomité structuur en definitie 1. DEFINITIE Arbitrale commissie = Wedstrijdleider + Jury Wedstrijdcomité = Arbitrale commissie + assistent wedstrijdleider + marshalls + tellers 2.HERKENBAARHEID Het wedstrijdcomité dient duidelijk herkenbaar te zijn (bijvoorbeeld door jassen of hesjes in signaalkleuren) 3. ONPARTIJDIGHEID Het is een lid van het wedstrijdcomité niet toegestaan een piloot te helpen gedurende de wedstrijd, tenzij een piloot in gevaar is of een gevaar voor anderen zou kunnen vormen. 4. WEDSTRIJDLEIDER De wedstrijdleider dient als zodanig te worden erkend door de verantwoordelijke instanties. Hij/zij is verantwoordelijk voor het doorvoeren van het wedstrijdprogramma conform de FISLY I.S.R.R. regelgeving en de eventueel speciale regelgeving van het wedstrijdprogramma. De wedstrijdleider zal zorg dragen voor het benoemen van voldoende tellers en marshalls. Hij/zij zal de wedstrijden coördineren door het gebruik van vlaggen en andere middelen. 5. TELLERS Dit zijn de personen die bevoegd zijn, bij de boeien en bij de finishlijn, het aantal doorkomsten, en de volgorde van binnenkomst, van de verschillende piloten vast te stellen. 6. MARSHALLS Deze personen helpen de wedstrijdleider. 7. JURY Een minimaal aantal van 3 leden is vereist om een jury te vormen. Een jury dient altijd te bestaan uit een oneven aantal leden. De voorzitter van de jury wordt gekozen door een meerderheidsstem van de leden. De juryleden dienen als zodanig te worden erkend door de verantwoordelijke instanties en dienen aanwezig te zijn op de wedstrijd locatie. Het is de taak van de jury er voor te zorgen dat de FISLY I.S.R.R. regelgeving en eventuele speciale regelgeving van het wedstrijdprogramma strikt wordt nageleefd/toegepast. De jury hanteert de FISLY en speciale regelgeving bij het beslechten van alle geschillen. Beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen. In geval er geen jury gevormd is zal de jury bestaan uit de wedstrijdleider en 2 secondanten. De jury heeft een actieve rol in het handhaven van de reglementen, bij enige overtreding hiervan dient zij op te treden en waar nodig sancties op te leggen. De namen van de juryleden dienen voor de start van een wedstrijd bekend gemaakt te zijn. Een jurylid moet terugtreden wanneer er bij een geschil/protest een familielid betrokken is. 8. VERZEKERING Voor eventuele aansprakelijkheidstelling van ontstane lichamelijke of materiële schade tijdens wedstrijden, dient een organiserende instantie een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De financiële dekking van deze verzekering dient ten minste €500.000,- te bedragen.
Artikel 13 – Het Parcours 1. DEFINITIE Het parcours is de locatie waar, binnen de aangegeven begrenzingen, de wedstrijd verreden wordt. 2. OBSTAKELS Dit zijn bepaalde plaatsen/gedeelten van het parcours waar een zeilwagen niet veilig kan rijden. Voorbeelden van dergelijke obstakels zijn: palen, waterpoelen, plekken met zacht zand, richels of geulen, tot stilstand gekomen zeilwagens, zeilwagens die aangeduwd worden. Obstakels mogen gemarkeerd worden met vlaggen, pionnen of afzetlint.
9
3. GESLOTEN CIRCUIT Binnen een gesloten circuit dient de afstand tussen de boeien minimaal 1000 meter [2014] te bedragen. (deze regel geldt niet voor de Mini-Yacht klasse) Het wedstrijdprogramma kan afwijken van deze regel. 4. BOEIEN/BOCHTVLAGGEN Binnen een gesloten circuit dienen minimaal 2 boeien/bochtvlaggen een oranje zone te hebben. 5. PARCOURS MARKERING RAKEN Het is niet toegestaan om parcours markeringen en/of boeien te raken of omver te rijden. 6. ZONES De wedstrijdleider dient wachtzones voor de zeilwagen te markeren. Direct na de finish dienen piloten snelheid te minderen in het gebied tussen de finishlijn en de wachtzone, de wedstrijdleider kan hiervoor ook een specifieke deceleratiezone aanwijzen. 7. GESCHEIDEN PARCOURS Wanneer het parcours gescheiden is dient dit aangegeven te worden middels een gele vlag met een zwarte, verticale, lijn in het midden. De minimale afmetingen van deze vlag zijn: Vlag 50x70cm - Zwarte lijn 5cm dik. 8. PARCOURS MARKERING EN BOEIEN Met uitzondering van de oranje zone dienen alle markers te bestaan uit minimaal 2 markeringen. 1 van deze markeringen moet een vlag of driehoekig gevormde boei zijn met een minimale afmeting van: 0,7 meter basis en 0,5 meter hoogte. [2014] 9. REGISTREREN VAN DOORKOMENDE ZEILWAGENS Zeilwagens dienen elke ronde te passeren tussen de tellers en de desbetreffende parcours marker/boei. [2014]
Artikel 14 – Signalen/Vlaggen (annex 04) 1. PROGRAMMA WIJZIGING Het wedstrijdreglement/programma dient te vermelden hoe piloten op de hoogte gebracht zullen worden van eventuele programmawijzigingen. (Vlaggen worden hiervoor niet langer gebruikt) 2. VLAGGEN VAN DE WEDSTRIJDLEIDING -Rode vlag: Rijden niet toegestaan. -Rode vlag en Briefing vlag samen: Rij direct richting de technische zone. -Rode vlag tijdens de race: Stop onmiddellijk met rijden, stel je zeilwagen/materiaal veilig en wacht op verdere instructies. -Rode vlag omlaag: Is het signaal voor de start van een race. -Groene vlag met gele diagonaal: Briefing -Zwart-wit geblokte vlag: Finish, einde van de race. De zeilwagen op koppositie wordt met deze vlag afgevlagd. Alle volgende zeilwagens worden op dezelfde wijze afgevlagd. -Gele vlag: Annuleert de race, alle piloten keren terug naar de start. -Gele vlag en Geblokte vlag samen: Race is ten einde, klassering op basis van voorgaande ronde. -Geel/Blauwe vlag: De piloot voor wie deze gehesen wordt dient onmiddellijk te stoppen, de wedstrijdleider acht deze piloot een gevaar voor zichzelf of voor anderen. De stop kan tijdelijk zijn. -Groene vlag: Geeft verkorting van de raceduur aan. Deze vlag dient geplaatst te worden op de finishlijn wanneer de leidende zeilwagen passeert ter indicatie, aan de andere piloten, dat deze aan zijn laatste ronde is begonnen.
10
Artikel 15 – Boeien/Bochtvlaggen 1. ORANJE ZONE De eerste zeilwagen die de oranje zone binnenkomt wordt beschouwd als zijnde ingehaald door zeilwagens die na hem de oranje zone binnenkomen. Het is, binnen de oranje zone, niet toegestaan een voorganger te passeren tussen diens zeilwagen en de oranje lijn, tenzij de ingehaalde stilstaat of geduwd wordt. 2. BEGRENZING VAN DE ORANJE ZONE De zone is trapeziumvormig en is als volgt gemarkeerd: a) Inner Marker (IM) Dit punt ligt op een as van het parcours op minimaal 20 meter afstand van de Turning Marker (TM). De IM is gemarkeerd met een oranje vlag. b) Excentered Marker 2 (EM2) Dit punt ligt op de lijn die parallel loopt aan de oranje lijn en wel loodrecht tegenover de Turning Marker (TM). EM2 ligt op minimaal 20 meter afstand van EM1 en is gemarkeerd met een oranje vlag. c) Excentered Marker 1 (EM1) Dit punt ligt op de lijn die parallel loopt aan de oranje lijn en wel loodrecht tegenover de IM. EM1 ligt op minimaal 20 meter afstand van EM2 en is gemarkeerd met een oranje vlag. d) Outer Marker (OM) Dit punt ligt in het verlengde van de oranje lijn minimaal 30 meter voorbij de Turning Marker (TM). De OM is gemarkeerd met een oranje vlag. 3. ORANJE LIJN Is de lijn tussen de Inner Marker (IM) en de Turning Marker (TM). Deze lijn wordt gevormd door oranje/blauwe vlaggen of pionnen. De lijn mag niet doorkruist worden. 4. TURNING MARKER (TM) De TM dient gemarkeerd te zijn door een diagonaal rood/wit gekleurde vlag. 5. RIJRICHTING VAN HET PARCOURS Wanneer hierover geen instructies zijn gegeven door de wedstrijdleider, dienen de Turning Markers tegen de klok in gerond te worden. 6. AFMETINGEN VAN DE BOCHTVLAGGEN De vlaggen die de IM en TM markeren dienen 0,7meter lang en 0,5meter hoog te zijn. 7. TURNING MARKER KLASSE 8 De klasse 8 TM is een driehoekige boei, [2014] of dient als volgt opgebouwd te zijn: a) Turning Marker (TM) gemarkeerd met een diagonaal rood/wit gekleurde vlag. b) Inner Marker (IM) gemarkeerd met een oranje vlag en ligt aan de binnenkant van de TM op een minimale afstand van 2 meter. c) Een oranje lijn (OL) dient tussen de IM en de TM geplaatst te worden wanneer de afstand tussen beiden meer dan 5 meter bedraagt. De afstand tussen de pionnen mag maximaal 5 meter bedragen. De oranje lijn mag zowel door piloten die aankomen bij de boei als door piloten die vertrekken bij de boei niet doorkruist worden.
Artikel 16 – Voorafgaand aan de wedstrijd 1. BRIEFING Wanneer een groene vlag met een gele diagonaal gehesen wordt vraagt dit om de directe samenkomst van alle piloten bij de wedstrijdleider. Het is voor alle piloten verplicht de briefing bij te wonen. De wedstrijdleider geeft uitleg over het parcours, de duur van de race, en de resterende tijd voor de start. De wedstrijdleider kan besluiten tot het laten rijden van een proefronde, dit zal hij ook tijdens de briefing mededelen. De briefing mag in verschillende talen gegeven worden, Engels dient echter gebruikt te worden voor internationale wedstrijden. Bij internationale wedstrijden is het raadzaam de briefing in verschillende talen te houden teneinde correcte uitleg te kunnen geven en misverstanden te vermijden. De wedstrijdleider dient de piloten altijd te vragen of alles duidelijk is en of er nog vragen zijn. 2. UITSTEL OF ANNULEREN VAN DE START Bij uitstel of annuleren van een start wordt de briefing gegeven op het tijdstip aangegeven in het wedstrijdprogramma. De wedstrijdleiding geeft een reden voor het
11
uitstellen van de start, en geeft aan wanneer een volgende briefing gehouden zal worden, ook zal de wedstrijdleiding de piloten informeren over het vervolg van het aangepaste programma.
Artikel 17 – De Start (annex 06) 1. DE STARTLIJN (ANNEX 06A) Dit is de lijn waarop piloten hun startposities innemen (Morel grid annex 06B). De zeilwagens worden, conform Morel grid, achter de lijn geplaatst met het voorwiel op hun startnummer en wel dusdanig dat zij in zijwaartse richting minimaal 3 meter en in lengterichting minimaal 6 meter tussenafstand ten opzichte van elkaar hebben. Wanneer plaatselijke strandcondities het onmogelijk maken bovenstaande afstanden aan te houden mogen deze aangepast worden. Zeilwagens Klasse 7 mogen een vliegende start maken, dit dient te worden aangegeven in het wedstrijdprogramma. 2. POSITIE VAN DE STARTLIJN Indien mogelijk dient er gestart te worden richting een bovenwindse (upwind) marker/boei. De eerste marker/boei dient op minimaal 500 meter van de startlijn te liggen, dit geldt niet voor de Mini-yacht Klasse. De startlijn dient haaks te liggen op de bissectrice van de hoek, gevormd door de richting van de wind en de lijn naar de eerste marker/boei, snijdend in het midden van de startlijn. 3. STARTOPSTELLING Zeilwagen nummer 1 staat uiterst rechts aan de startlijn opgesteld. 4. HET STARTSIGNAAL Het neerhalen van de rode vlag is het startsignaal, dit mag ondersteund worden met een geluidssignaal maar enkel het neerhalen van de vlag heeft officieel geldigheid. Er dient altijd gezorgd te worden voor een veilige start. 5. VOORRANG Gedurende de start, en totdat de startlijn gepasseerd is, wordt een zeilwagen als ingehaald beschouwd door de zeilwagen aan zijn bakboord (linker) zijde. 6. GEHANDICAPTE PILOTEN Gehandicapte piloten mag hulp geboden worden hun zeilwagen aan te duwen, om veiligheidsredenen mag dit niet in het startveld. Tijdens de race mogen marshalls en/of persoonlijke helpers hulp bieden de zeilwagen aan te duwen. 7. STARTPROCEDURE MINI-YACHTS Voor deze startprocedure zie annex 2G
Artikel 18 – Geldigheid van de race 1. GELDIGHEIDSVOORWAARDEN Een race heeft enkel geldigheid wanneer aan onderstaande voorwaarde is voldaan: Voorafgaand aan de start van een race dient de windsnelheid gedurende minimaal 3 minuten boven de 4m/s te liggen. Na de start is het enkel ter beoordeling van de wedstrijdleider of de omstandigheden nog voldoende racewaardig zijn en of hij/zij de race zal annuleren middels gebruik van de gele vlag. Medische hulpverlening dient ter plaatse aanwezig te zijn of moet, via telefoon of portofoon, bereikbaar zijn. (doktor en ambulance) 2. ANNULEREN EN ONGELDIG VERKLAREN Enkel de wedstrijdleider heeft de bevoegdheid,na de start, een race te annuleren/stoppen middels het gebruik van de gele vlag. De jury heeft de bevoegdheid achteraf de resultaten van een race te verwerpen en deze ongeldig te verklaren. Een dergelijke beslissing dient de jury schriftelijk te onderbouwen en officieel te publiceren. Wanneer de jury de windcondities, gedurende een race, niet meer racewaardig acht, dient zij de wedstrijdleider direct van haar besluit van op de hoogte te stellen.
12
3. DUUR VAN DE RACE De raceduur is, voor de klassen 2, 3 en 5, minimaal 30 minuten, tenzij artikel 22 van toepassing is. Voor een marathonrace is 120 minuten minimaal.
Artikel 19 – Middelen van aandrijving en duwen 1. AANDRIJVING Het is piloten niet toegestaan hun zeilwagen aanhoudend of herhaaldelijk aan te duwen. 2. AANDUWEN IN DE WIND Het is niet toegestaan een zeilwagen direct tegen de wind in te duwen. 3. HERSTARTEN Wanneer een zeilwagen, door welke oorzaak dan ook, tot stilstand komt is het de piloot toegestaan reparaties aan zijn zeilwagen uit te voeren. Voorgenoemde mag niet repeterend/herhaaldelijk gebeuren. Het is piloten toegestaan gereedschap mee te voeren en elkaar bij reparaties te helpen. Piloten mogen, tijdens de race, buiten de technische zone, geen hulp ontvangen. Een piloot wordt als uitgevallen beschouwd wanneer hij, tijdens een race, hulp ontvangt: Overal, door een lid van het wedstrijd comité. Buiten de technische zone door iedereen.
Artikel 20 – Wisselen van zeilwagen Het is piloten niet toegestaan tijdens een regatta te wisselen van zeilwagen. Voorgenoemde geldt niet voor klasse 8. In geval van een ongeluk kan de jury een piloot toestemming geven voor het wisselen/vervangen van chassis, of romp. Enkel in geval chassis en/of romp onherstelbaar beschadigd zijn mag een jury besluiten toestemming te geven tot het wisselen van de gehele zeilwagen. Een dergelijk besluit dient officieel gepubliceerd te worden.
Artikel 21 – Finish (annex 08) Wanneer de aangekondigde raceduur verstreken is zal de zeilwagen in koppositie bij zijn eerstvolgende doorkomst, door de wedstrijdleider, worden afgevlagd met de geblokte vlag. Alle zeilwagens worden, op gelijke wijze, met dezelfde vlag, afgevlagd. Een zeilwagen is gefinisht wanneer de mastvoet de finishlijn passeert. Iedere piloot moet finishen aan boord van zijn of haar zeilwagen. Het is niet toegestaan te stoppen op de finishlijn of de finishlijn voor een 2e keer te doorkruisen.
Artikel 22 – Vroegtijdig stoppen van de race 1. Wanneer de omstandigheden op het parcours het noodzakelijk maken een race te stoppen voordat de aangekondigde raceduur verstreken is: a) Zal een race als geldig beschouwd worden wanneer meer als 2/3 van de aangekondigde raceduur verstreken is. Nadat met de groene vlag een raceduur verkorting is aangegeven zullen piloten, op gebruikelijke wijze, met de geblokte vlag worden afgevlagd. Deze groene vlag zal op de finishlijn gehesen worden, bij het passeren van de zeilwagen in koppositie, en hiermee aan de volgende piloten aangeven dat de leidende zeilwagen aan zijn laatste ronde begonnen is. b) Zal een race als ongeldig (geannuleerd) beschouwd worden wanneer minder dan 2/3 van de aangekondigde raceduur verstreken is. De gele vlag zal gebruikt worden om het annuleren van de race aan te geven. c) Deze regel is niet van toepassing in geval van onvoldoende wind. 2. Wanneer na het finishen van de zeilwagen in koppositie (geblokte vlag op de finishlijn) de race omstandigheden dusdanig verslechteren dat racen onveilig dan wel onmogelijk wordt zal de wedstrijdleider, aan de resterende piloten, het onmiddellijk stoppen van de
13
race aangeven door naast de finishvlag de gele vlag te zwaaien. In dit geval zullen de piloten die nog niet zijn afgevlagd een score toebedeeld krijgen op basis van hun laatst volbrachte ronde.
Artikel 23 – Klassering 1. KLASSERING VAN PILOTEN Bij elke race worden de deelnemende piloten geklasseerd op basis van het door hen volbrachte aantal rondes op het parcours en de volgorde in welke zij de finishlijn passeren wanneer de race ten einde is. Om geklasseerd te worden dienen de piloten ten minste 1 ronde te volbrengen. 2. TOEBEDELING VAN PUNTEN PER RACE a) Geklasseerde piloten: De eerste/winnende piloot ontvangt 0 punten, piloten die na de winnaar over de finishlijn komen krijgen een aantal punten toegewezen overeenkomstig met hun finish plaats. Piloten die stoppen of uitvallen worden geklasseerd op basis van het door hen volbrachte aantal rondes en de volgorde in welke zij de laatste keer de finishlijn passeerden. Wanneer 2 piloten op het zelfde moment de finishlijn passeren zullen zij beide een gelijk aantal punten ontvangen, volgende piloten krijgen een aantal punten toegewezen overeenkomstig met hun finish plaats. b)
Niet-geklasseerde piloten: Piloten die, gediskwalificeerd zijn, niet gestart zijn of minder dan 1 complete ronde hebben volbracht, zullen een aantal punten toebedeeld krijgen, gelijk aan het aantal ingeschreven deelnemers voor het desbetreffende event of regatta, plus 1. 3. TOTAAL AANTAL PUNTEN IN EEN EVENT OF REGATTA a) Wanneer er 3 of minder geldige races verreden zijn in een event of regatta is het aantal punten behaald door een individuele piloot de som van het aantal punten die hij/zij per race heeft behaald. b) Wanneer er meer dan 3 geldige races verreden zijn wordt het slechtste race resultaat geschrapt. c) Wanneer er meer dan 7 geldige races verreden zijn worden de 2 slechtste race resultaten geschrapt. In alle bovengenoemde gevallen wordt het aantal behaalde punten verhoogd met het totaal aantal toegewezen strafpunten [2014] om zo tot het uiteindelijke aantal punten te komen. De winnaar is de piloot met het minst aantal punten, verdere piloten worden op volgorde van het aantal door hen behaalde punten geklasseerd. 4. ALGEMEEN KLASSEMENT De winnaar is de piloot met het minst aantal punten, gevolgd door de piloot met het, op de winnaar na, minst aantal punten..enz..enz. Wanneer 2 piloten een gelijk aantal punten behaald hebben (conform Art. 23-3.) zal het hoogste aantal behaalde eerste plaatsen tussen hen de doorslag geven. Wanneer beide piloten vervolgens nog steeds gelijk staan zal het hoogst aantal behaalde tweede plaatsen de doorslag geven, dan derde..enz..enz. (bij voorgaande zullen reeds geschrapte races buiten beschouwing blijven. Art. 23-3) Wanneer piloten nog steeds gelijk staan zullen zij ook gelijk blijven in de uiteindelijke klassering. 5.PUBLICATIE Na de laatste race van de dag zullen de resultaten zichtbaar opgehangen worden in het clubgebouw of andere hiervoor aangewezen plaats. Het tijdstip van publicatie dient op de resultatenlijst vermeld te worden. 6. WEDSTRIJDUITSLAG Wanneer na afloop van een event blijkt dat de wedstrijduitslag onjuist is heeft de Nationale Federatie of de FISLY de mogelijkheid om dit te wijzigen. Elke deelnemende piloot en alle leden van het wedstrijd comité dienen in een
14
dergelijk geval schriftelijk geïnformeerd te worden. Tegen een wijzigingsbesluit kan conform Art. 26 in beroep gegaan worden. [2014]
Artikel 24 – Overtredingen 1. STRAFPUNTEN Gedurende een event zullen overtredingen van de reglementen bestraft worden met strafpunten. De eerste overtreding zal bestraft worden met 1 strafpunt, de tweede met 2 strafpunten, de derde met 3 strafpunten..enz..enz. Wanneer er bij een overtreding sprake is van een aanrijding en/of het wedstrijdresultaat op oneerlijke wijze wordt beïnvloed, kan de overtreder bestraft worden met een dubbel aantal strafpunten of diskwalificatie. Enkel de jury is bevoegd strafpunten toe te kennen. 2. STRAFPUNT PROCEDURE De jury besluit tot het toekennen van strafpunten na het horen van alle leden van het wedstrijdcomité. De jury dient de toekenning van strafpunten te publiceren, de publicatie moet de volgende informatie bevatten: Naam, zeilklasse, wedstrijdnummer van de bestrafte piloot, datum van de race, race nummer wanneer mogelijk [2014], artikel, beslissing en datum en tijd van de beslissingneming. De publicatie dient te zijn ondertekend door een jurylid. 3. DISKWALIFICATIE OF UITSLUITING VAN DEELNAME AAN ÉÉN RACE. Bovenop eventueel toegekende strafpunten conform Artikel 24 (2 en 3) kan [2014] een piloot die de volgende artikelen overtreedt bestraft worden met diskwalificatie of uitsluiting van deelname aan een race: -Art. 2 -Art. 17 (1) -Art. 3 -Art. 19 (2) -Art. 8 (3) -Art. 20 -Art. 8 (4) -Art. 14 (2) Negeren geel/blauwe vlag Negeren rode vlag -Art. 16 (1) -Een diskwalificatie is een overtreding. [2014] 4. GEDRAGINGEN De jury en wedstrijdleider mogen fatsoenlijk gedrag van de piloten verwachten. Wanneer piloten zich misdragen hebben zij de bevoegdheid directe sancties op te leggen, deze kunnen zijn; een waarschuwing, uitsluiting van deelname aan een race of een event of diskwalificatie [2014]. De jury/wedstrijdleider dient een dergelijk besluit schriftelijk nader te onderbouwen. 5. SCHORSING Op basis van ontvangen informatie van een organiserende instantie kan de FISLY besluiten een piloot uit te sluiten van deelname aan één of meerdere internationale kampioenschappen. De FISLY dient een dergelijk besluit, schriftelijk, nader te onderbouwen en zal de Nationale federatie en hierbij aangesloten vereniging, van de betreffende piloot, hiervan op de hoogte stellen. Nationale federaties hebben in bovenstaande dezelfde bevoegdheid als de FISLY maar dienen de FISLY wel op de hoogte te stellen van hun besluiten.
Artikel 25 – Protest bij de jury 1. PROTEST AANTEKENEN Een deelnemende piloot mag schriftelijk bezwaar maken tegen een door de jury genomen beslissing en/of voorval in een race. Het is aan de piloot zijn bezwaar te onderbouwen en waar nodig bewijzen aan te dragen. 2. PROCEDURE Elke piloot die bezwaar wenst te maken tegen een beslissing/voorval dient dit, binnen 10 minuten na het einde van de betreffende race, aan te geven aan een lid van het wedstrijdcomité. Enkel piloten die (conform voorgaande) hun intentie tot het maken van
15
bezwaar, aangegeven hebben aan een lid van het wedstrijdcomité, mogen binnen 30 minuten na de laatste race van de dag een officieel bezwaarschrift indienen bij de jury. Tot binnen één uur na de publicatie van de voorlopige wedstrijduitslagen en strafpunten is het alle piloten toegestaan hiertegen bezwaar aan te tekenen. De jury dient alle betrokken partijen te horen en hun beslissing schriftelijk te publiceren. Om een officieel protest aan te tekenen dient de betrokken piloot: Een aanbetaling van €20,- euro te doen aan de jury. Dit bedrag zal worden terugbetaald wanneer de uitspraak ten gunste van de betrokken piloot uitvalt. Het FISLY protest formulier (annex 09) compleet in te vullen en de artikelen, aangaande het voorval, te benoemen. De bewijslast rust op de protesterende piloot. 3. BESLISSING VAN DE JURY Er kan geen sanctie opgelegd worden voordat een, bij een voorval betrokken, piloot gehoord is door de jury, dit om de piloot in kwestie de mogelijkheid te bieden zichzelf te verdedigen. De beslissing van de jury dient dezelfde dag genomen te worden en vervolgens schriftelijk gepubliceerd te worden. Wanneer een jurylid het oneens is met de genomen beslissing kan hij/zij om herstemming vragen. Een beslissing genomen bij herstemming is definitief. De beslissing van de jury dient te allen tijde genomen te worden op basis van de artikelen beschreven in de FISLY I.S.R.R., en komt tot stand door een meerderheidsstemming.
Artikel 26 – Beroepsprocedure 1. Een piloot die een protest aangetekend heeft (conform Art. 25 of Art 23(6) [2014]) en het niet eens is met de uiteindelijke beslissing kan hiertegen in beroep gaan. Om dit te doen dient de piloot: Een aanbetaling van €20,- euro te doen aan de commissie van beroep. Dit bedrag zal worden terugbetaald wanneer de uitspraak ten gunste van de betrokken piloot uitvalt. Een geschreven verklaring van beroep te verzenden aan de commissie van beroep. In beroep gaan tegen een genomen beslissing dient te gebeuren binnen 30 dagen. Bij Nationale kampioenschappen dient men in beroep te gaan bij de Nationale commissie van beroep, bij Internationale kampioenschappen bij de internationale commissie van beroep. 2. Leden van de Commissie van beroep: Nationale federaties en FISLY moeten elk een team samenstellen van leden van de commissie van beroep. De Nationale federatie dient een Nationale commissie van beroep te vormen, deze dient te bestaan uit 3 ervaren wedstrijdleiders en/of juryleden. De FISLY dient een Internationale commissie van beroep te vormen, deze dient te bestaan uit 3 wedstrijdleiders en/of juryleden met internationale ervaring. De gevormde commissie van beroep mag geen leden bevatten die betrokken zijn geweest bij het oorspronkelijke besluit waartegen in beroep gegaan is. De commissie dient alle betrokken partijen te horen en hun uiteindelijke beslissing schriftelijk te publiceren en te onderbouwen. Het besluit van de commissie van beroep is bindend.
16
Specificaties Klasse 8 FISLY annex 2F (Nederlands)
1.
De Kitebuggy (algemeen)
1.1
Definitie De kitebuggy is een voertuig met minimaal 2 wielen aangedreven door een kite. De kite wordt bestuurd door de piloot en is niet verbonden met de kitebuggy.
1.2
De piloot De piloot moet de kitebuggy vanuit een liggende of een zittende houding besturen. De piloot mag niet ingesloten zijn door enig deel van de kitebuggy en mag er ook op geen enkele wijze mee verbonden zijn. Voetbanden aan de voetsteunen zijn toegestaan, mits deze flexibel zijn en niet vervaardigd van metaal. De voetsteunen dienen op de kopse zijde afgerond te zijn en geen scherpe delen en/of hoeken te bevatten. Piloten jonger dan 16 jaar, dienen hun achteras te voorzien van een, goed zichtbare, fluorescerende tape. Een piloot moet, aan zijn harnas, zittend in zijn normale rij positie, verticaal uit zijn buggy getrokken kunnen worden.
1.3
De rem Het remsysteem van de kitebuggy is de ‘wind-brake’ manoeuvre uitgevoerd met de kite.
2.
Afmetingen en gewicht
2.1
Lengte De maximale totale lengte bedraagt 3,5 Meter.
2.2
Breedte De maximale totale breedte bedraagt 3,0 Meter.
2.3
Wielen De maximale diameter van de wielen bedraagt 27 inch (685mm), gemeten bij een bandenspanning van 2,0 Bar. Er zijn geen beperkingen aan de breedte van de banden. Ieder type ‘spaakwiel’ (kunststof of metaal) dient afgedekt te zijn. Afdekkappen moeten minimaal het ronde oppervlak bedekken van, 1cm buiten de naaf, tot 3 cm binnen de velg. Ongeacht het type wiel mag er nooit een steel met een diameter van 3cm (bezemsteel) doorheen gestoken kunnen worden.
2.4
Draaicirkel Hieraan zijn geen beperkingen gesteld.
2.5
Ballast Het is toegestaan extra gewicht aan de kitebuggy te bevestigen. Het extra toegevoegde gewicht mag niet meer zijn dan 5KG, de gewichten dienen een afgeronde vorm te hebben en mogen geen scherpe kanten bevatten. Massieve kitebuggy onderdelen zijn niet toegestaan als ballast gewicht, tevens mogen onderdelen niet gevuld worden met verzwarende materie.
17
Gemonteerde onderdelen die geen constructieve functie hebben zijn niet toegestaan. De gebruikte gewichten mogen tijdens het rijden niet kunnen bewegen. Het is piloten niet toegestaan zichzelf te verzwaren met gewichten. 2.6
Ledig gewicht Het maximale gewicht van de kitebuggy is, in iedere configuratie, 60KG. Dit gewicht kan voor maximaal 5 KG bestaan uit ballast.
3.
Kite en lijnen
3.1
Definitie De lijnen zijn deze die de toming van de kite verbinden met de handles.
3.2
Bevestiging De lijnen dienen een directe verbinding te vormen tussen de kite en de handles.
3.3
Lengte van de lijnen De maximale lijnlengte is 50Mtr. gemeten tussen de handels en de achterkant van de laatste kite.
3.4
Materiaal In niet-ommantelde vorm zijn lijnen van aramide vezel, evenals metaalhoudende lijnen, niet toegestaan. In volledig ommantelde vorm mag aramide wel gebruikt worden in de toom van de kite. In de lead lines van de handels mag tot maximaal 30cm van dit materiaal, in ommantelde vorm, gebruikt worden. [2014]
4.
Uitrusting piloot Harnas systemen moeten van een “open type” zijn (open haak of katrol) of voorzien zijn van een veiligheidssluiting (quick release system). Omsloten systemen zonder quick release zijn verboden.
5.
Identificatie nummers Nummerborden moeten bevestigd zijn aan beide zijde van de kitebuggy evenals op de achterkant. Zijnummerborden dienen verticaal bevestigd te worden, en alle nummers rondom moeten duidelijk zichtbaar zijn. De borden dienen geconstrueerd te worden uit een vlak plaatmateriaal. De nummers moeten tegen een witte achtergrond bevestigd worden. Identificatienummers dienen minimaal de volgende afmetingen te hebben: Hoogte: 14cm Breedte: 5cm Dikte: 2cm Zowel de letters als de nummers moeten van een non-script (niet lijkend op handgeschreven) lettertype zijn, gevoerde letters moeten allen hoofdletters zijn. Het identificatienummer bestaat uit de letter(s) van het land direct gevolgd door het clubnummer van de piloot. Letters en nummers mogen elkaar niet raken en er dient een vrije ruimte van minimaal 1cm aangehouden te worden rondom het gehele identificatienummer.
18
Vlaggen van de wedstrijdleiding FISLY annex 4 (Nederlands)
-Rode vlag: Rijden niet toegestaan. -Rode vlag tijdens de race: Stop onmiddellijk met rijden, stel je zeilwagen/materiaal veilig en wacht op verdere instructies. -Rode vlag omlaag: Start van een race.
+
-Rode vlag en Briefing vlag samen: Rij direct richting de technische zone.
-Groene vlag met gele diagonaal: Briefing.
-Zwart-wit geblokte vlag: Finish, einde van de race. De zeilwagen op koppositie wordt met deze vlag afgevlagd. Alle volgende zeilwagens worden op dezelfde wijze afgevlagd.
+
-Gele vlag en Geblokte vlag samen: Race is ten einde, klassering op basis van voorgaande ronde.
-Gele vlag: Annuleert de race, alle piloten keren terug naar de start. Voor klasse 8: alle piloten keren terug naar de technische zone. [2014]
-Groene vlag: Geeft verkorting van de raceduur aan. Deze vlag dient geplaatst te worden op de finishlijn wanneer de leidende zeilwagen passeert ter indicatie, aan de andere piloten, dat deze aan zijn laatste ronde is begonnen. -Geel/Blauwe vlag: De piloot voor wie deze gehesen word dient onmiddellijk te stoppen, de wedstrijdleider acht deze piloot een gevaar voor zichzelf of voor anderen. De stop kan tijdelijk zijn.
19
Nadering FISLY annex n. 07A
20
Kruisen FISLY annex n. 07B
21
Inhalen FISLY annex n. 07B
22
Inhalen nabij obstakels FISLY annex n. 07D1
23
Inhalen nabij obstakels FISLY annex n. 07D2
24
Regelgeving voor startprocedure klasse 8 FISLY annex n.13 (Nederlands) In geval van tegenstrijdigheden met de I.S.R.R. zijn onderstaande regels bepalend.
De vliegende start 1.
Algemeen
1.1.
Definitie De vliegende start is een mogelijke startprocedure voor de klasse 8. De buggy’s dienen voor de start te rijden.
1.2.
Briefing Voorafgaand aan elke race zal de wedstrijdleider een briefing geven, deze zal worden aangekondigd door een goed hoorbaar geluidssignaal en het hijsen van de briefingvlag. Alle piloten dienen aanwezig te zijn bij deze briefing.
1.3.
Basisregels Vanaf het moment dat de bovengenoemde signalen zijn gegeven zijn de I.S.R.R. van kracht. Enkel het visuele signaal heeft hiervoor geldigheid.
2.
Startprocedure klasse 7 Dit complete hoofdstuk bevat startprocedures voor klasse 7 “Speedsail”, wij zullen deze regels hier niet nader toelichten omdat deze irrelevant zijn voor de klasse 8.
3.
De vliegende start met 1 lijn
3.1.
Bepalingen
3.1.1 Start lijn: De start lijn is een rechte lijn gemarkeerd door 2 boeien en/of pionnen, 1 aan elk uiteinde van de lijn. 3.1.2 Lengte en veiligheid: De startlijn dient lang genoeg te zijn om alle deelnemers veilig te laten starten.
3.2.
Locatie van de startlijn De startlijn dient uitgezet te worden onder een hoek van +/- 45 graden ten opzichte van de windrichting. De buggys dienen te starten in de up-wind richting.
3.3.
Verloop van de start
3.3.1 Signalen: Alle officiële signalen zullen worden gegeven door de wedstrijdleider of een steward. Een geluidsignaal mag gebruikt worden naast het visuele signaal, maar enkel het visuele heeft geldigheid. 3.3.2 Het waarschuwingssignaal: Het waarschuwingssignaal wordt gegeven op het eind van de briefing, 15 minuten voor de start. De briefingvlag wordt gestreken.
25
3.3.3 Het 5 minuten signaal: Dit signaal zal door de wedstrijdleider 5 minuten voor de start gegeven worden, een geluidssignaal gevolgd door een luide roep; “ 5 minuten”. Na dit signaal is het piloten verboden de startlijn nog te doorkruisen. Word de startlijn toch doorkruist dan dient/dienen de betreffende piloot/piloten terug te keren achter de startlijn. Dit dient te gebeuren tussen de startboeien, enkel aan de uiteinden van de lijn. Een piloot die na het vroegtijdig doorkruisen van de startlijn terugkeert in het startveld, mag hierbij geen hinder veroorzaken voor andere piloten, ook heeft hij geen recht van voorrang totdat hij de startlijn correct doorkruist heeft. 3.3.4 Het 1 minuut signaal: Dit signaal zal door de wedstrijdleider 1 minuut voor de start gegeven worden, een geluidssignaal gevolgd door een luide roep; “ 1 minuut”. 3.3.5 Het 10 seconden signaal: Dit signaal zal door de wedstrijdleider 10 seconden voor de start gegeven worden, de rode vlag gaat omhoog en de laatste 10 seconden worden luid afgeteld. 3.3.6 Het start signaal: Dit signaal zal door de wedstrijdleider 15 minuten na het waarschuwingssignaal gegeven worden, de rode vlag gaat omlaag.
3.3.7 Diagram:
4.
Overtreding van het reglement
4.1.
Strafpunten Piloten zijn strafbaar wanneer zij: -stilstaan in het startveld -hun buggy duwen tijdens de startprocedure -de I.S.R.R. overtreden -stoppen voor de startlijn
26
4.2.
Diskwalificatie Elke piloot die zich buiten de gestelde grenzen van het startveld begeeft kan gediskwalificeerd worden.
4.3.
Vroegtijdige start en correctie Wanneer een buggy (of een deel ervan) de startlijn doorkruist voordat het startsignaal is gegeven zal deze buggy beschouwd worden als zijnde; ‘niet de startlijn te hebben doorkruist’. Om correct te starten zal de buggy, zonder de startlijn te doorkruisen, terug moeten keren achter de startlijn. Er mag hierbij geen hinder veroorzaakt worden voor andere piloten, ook heeft de piloot geen recht van voorrang totdat hij de startlijn correct doorkruist heeft.
27
Wedstrijdreglementen Klasse 8 FISLY annex n.15 (Nederlands) In niet-wedstrijdverband gelden enkel de regels beschreven in I.S.R.R. In geval van tegenstrijdigheden met de I.S.R.R. zijn onderstaande regels, in wedstrijdverband, bepalend. Wanneer er geen sprake is van tegenstrijdigheid dienen zij als aanvullend beschouwd te worden. Alle onderstaande regels moeten in de geest van fair play worden opgevat. Piloten dienen botsingen te allen tijde te vermijden.
1.
Gedragsregels tijdens races
1.1
Positie van de kite In het geval van inhalen, kruisen of passeren, dient de upwind piloot zijn kite omhoog te sturen en de downwind piloot zijn kite te laten zakken. De inhalende piloot dient te allen tijde rekening te houden met de ingehaalde piloot.
1.2
Herstarten van de kite Het is niet toegestaan een kite op te laten of te landen met de intentie hiermee andere piloten te hinderen en/of een hindernis voor hen op te werpen. Wanneer de kite, na het oplaten, zijn hoogste punt (zenith) bereikt heeft dient deze beschouwd te worden als lineair obstakel. Gezeten in de buggy gelden de normale voorrangsregels. Op de grond liggende kite en lijnen dienen gezien te worden als obstakel, een piloot, wiens materiaal op de grond ligt, mag derhalve hulp geboden worden zijn kite te herstarten. Kite en lijnen die een obstakel vormen moeten door andere piloten altijd ontweken worden. Een piloot mag zijn kite enkel herstarten/oplaten wanneer dit geen hinder oplevert voor andere piloten.
1.3
Wenden Een piloot mag bij het wenden (upwind-turn of downwind-turn) andere piloten in geen geval hinderen. Of eerstgenoemde voorrang heeft of niet is hierbij niet relevant. Voorafgaand aan het wenden moet de piloot die een bocht in wil gaan zetten dit kenbaar maken aan piloten om hem heen, dit dient te gebeuren door een luide roep; “upwind” dan wel “downwind” (afhankelijk van de uit te voeren bocht) in de richting van de andere piloten.
1.4
Downwind Priority De wedstrijdleiding kan er voor kiezen tijden een race “downwind priority” toe te passen, tijdens de briefing zal aangegeven worden of en waar dit van toepassing is. Note: Downwind priority geeft binnen een wedstrijd voorrang aan de piloot met de meest voor de windse (meest downwind) koers.
1.5
Gevaar aanduiding Een oranje vlag is een indicatie voor gevaar, alle piloten dienen oplettend te zijn, hun snelheid te verminderen en waar nodig te stoppen.
28
1.6
Wisselen van materiaal Piloten mogen tijdens een race enkel in de technische zone of buiten het wedstrijdterrein wisselen van materiaal (buggy, kite, lijnen, enz..) Een dergelijke wissel mag in geen geval andere piloten hinderen. Het wisselen van materiaal tussen piloten onderling is tijdens een race niet toegestaan.
2.
Parcours regels en algemeenheden
2.1
Parcours regels
2.1.1 Technische zone (TZ) De TZ is een door de wedstrijdleiding afgebakend gebied waar piloten tijdens een wedstrijd event hun materiaal (tassen, buggy, kite, lijnen) dienen op te stellen. Tevens dient deze ruimte voor het treffen van voorbereidingen en het eventueel uitvoeren van reparaties tijdens de race. De locatie van de TZ moet dusdanig zijn dat deze op een veilige afstand van publiek en parcours gelegen is en toch direct aangesloten is op het wedstrijd parcours. Alle piloten gebruiken een gedeelte van de TZ rekening houdend met elkaars materiaal en veiligheid, de wedstrijdleiding zal hierop toezien. Het is piloten toegestaan kleine reparaties (bv. het vastdraaien van een wielbout) aan hun materiaal uit te voeren tijdens een race. Voor dergelijke reparaties mag gereedschap gebruikt worden wat meegevoerd wordt in de buggy of gereedschap wat de piloot persoonlijk bij zich draagt. Het uitwisselen van gereedschap tussen piloten onderling of het aannemen/gebruiken van gereedschap van derden is tijdens een race niet toegestaan. 2.1.2 Boeien en hun markeringen (klasse 8) a) Turning Marker (TM Boei) wordt gemarkeerd door diagonaal gekleurde roodwitte vlag. b) Inner Marker (IM Boei) wordt gemarkeerd met een oranje vlag en bevind zich aan de binnenzijde van de TM Boei op een minimale afstand van 2 meter. c) Oranje lijn: wanneer de afstand tussen de TM boei en IM boei meer als 5 meter bedraagt, dient er met pionnen een oranje lijn tussen beide gevormd te worden. De afstand tussen de pionnen mag maximaal 5 meter bedragen. De oranje lijn mag zowel door piloten die aankomen bij de boei als door piloten die vertrekken bij de boei niet doorkruist worden. 2.1.3 Boeien en markeringen op het parcours Het is niet toegestaan boeien, vlaggen en andere parcoursmarkering te raken met buggy, vlieger of lijnen. 2.1.4 Finishlijn De finishlijn dient duidelijk aangegeven te zijn door markeringen aan de uiteinden van de lijn. 1 van deze markeringen is normaliter een boei in het parcours. De wedstrijdleider zal bij de finishlijn binnenkomende piloten afvlaggen met de finishvlag. De start en finishlijn mogen op dezelfde plek liggen maar de wedstrijdleiding mag anders besluiten.
29
2.2
Parcours en race
2.2.1 Type en duur van de race De tijdsduur van alle races die op een gesloten circuit plaatsvinden is vooraf bepaald. Op een gesloten circuit is de minimale raceduur 20min en de maximale raceduur 40min. In geval van een lange afstands/endurance race is de minimale duur 1uur en de maximale duur 2uur. In alle gevallen mag er in totaal nooit meer dan 4uur per dag geracet worden. Voor de start van elke race zal de wedstrijdleiding de duur van de race bekend maken. 2.2.2 Parcours opbouw Het parcours dient minimaal 2 Turning markers (boeien) te bevatten en dient door de wedstrijdleiding zo technisch en uitdagend mogelijk ontworpen te worden met in acht name van de veiligheid voor piloten en toeschouwers. Als voorbeeld, het ideale parcours met 3 boeien biedt al draaipunten, een rak dat upwind gereden moet worden en een rak dat downwind gereden moet worden.
2.3
Procedures en algemeenheden
2.3.1 Klasse 8 vlag Vlag Klasse 8: Wit, trapeziumvorm, met een rood kruis in het midden. 2.3.2 Reclame Reclame is toegestaan op het gehele oppervlak van de kite. 2.3.3 Besluit tot starten De wedstrijdleiding heeft als enige het beslissingsrecht een race te starten, dan wel, middels een gele vlag, een race te annuleren. 2.3.4 Protest procedure Een piloot die protest aan wil tekenen dient dit te doen binnen 1uur na het einde van de laatste race van de dag. Ook dient een piloot de wedstrijdleiding op de hoogte te stellen direct na de race waarin zaken voorgevallen zijn waartegen hij protest wil maken. Een ieder die protest aantekent dient de jury een vergoeding van 10,-Euro te betalen, wanneer het protest gegrond blijkt zal hij deze vergoeding terugkrijgen.
30
Nationale Wedstrijdregelgeving BCH Onderstaande regelgeving dient als aanvullend te worden beschouwd op de overkoepelende FISLY I.S.R.R. en is enkel van toepassing op het Nederlands Kampioenschap Kitebuggy. In geval van tegenstrijdigheden met de I.S.R.R. zijn onderstaande regels bepalend. 1.
Nationale competitie
1.1
Structuur Het Nederlands kampioenschap kitebuggy (NK) bestaat uit 7 Events (wedstrijdweekenden), ieder event bestaat uit 2 regatta dagen, iedere regatta dag bestaat uit meerdere wedstrijden (races). Door mogelijke afgelasting van afzonderlijke events kan het NK bestaan uit minder dan 7 events. Om te kunnen compenseren voor mogelijke afgelasting van events kunnen in de NK planning reserve events worden ingepland.
1.2
Aankondiging Alle event data voor een NK zullen minimaal 1 maand voor aanvang van het desbetreffende NK bekend gemaakt worden. Bekendmaking van de data geschiedt via publicatie op de BCH website en in diverse online media.
1.3
Aanmelding Aanmelding voor deelname aan events dient te geschieden via online registratie op de BCH website. Voor ieder event is afzonderlijke aanmelding vereist. Het online aanmelden voor een event kan uiterlijk tot zondag avond voorafgaand aan het desbetreffende event. Piloten die zich niet tijdig hebben aangemeld en toch wensen deel te nemen zijn bij aanmelding ter plaatse een dubbel inschrijfgeld verschuldigd. Deelnemende piloten dienen in het bezit te zijn van een geldige wedstrijdlicentie.
1.4
Betaling De betaling voor deelname aan een event dient uiterlijk de woensdag voorafgaand aan het event bijgeschreven te zijn op rekening van de BCH. Kosten voor deelname aan een event zijn: Volwassenen 18 jaar en ouder 25,- euro Junioren 13 t/m 17 jaar 15,- euro Kiddys 8 t/m 12 jaar 5,- euro Indien een deelnemer zich wel heeft aangemeld maar niet op tijd betaalt zal zijn inschrijfgeld met €10,- verhoogd worden.
1.5
Tijdschema Voor NK events hanteert de BCH een standaard tijdschema, dit schema is te vinden op de BCH website. Indien het bestuur besluit af te wijken van dit schema zal het dit voortijdig bekendmaken via publicatie in diverse online media.
1.6
Afgelasting Het bestuur van de vereniging maakt voorafgaand aan een event een evaluatie van de voorspelde weersomstandigheden. Het bestuur besluit de woensdagavond voorafgaand aan een event, op basis van deze evaluatie, tot mogelijke afgelasting. In geval gekozen wordt tot afgelasting van een event zal het bestuur dit diezelfde avond bekendmaken/publiceren op de BCH website en in diverse online media.
31
Door piloten reeds betaalde inschrijfgelden zullen bij een voortijdige afgelasting worden doorgeschoven naar een volgend event waaraan de individuele piloot wenst deel te nemen. Het Bestuur behoudt de mogelijkheid bij onvoorziene omstandigheden of calamiteiten op een later moment een event of regatta dag te annuleren/af te gelasten.
2.
Wedstrijd klassen
2.1
structuur Het Nederlands kampioenschap kitebuggy (NK) is onderverdeeld in 2 klassen, Master klasse en Open klasse. De Master en de Open klasse rijden binnen een event, gescheiden van elkaar, hun wedstrijden. Master klasse: Open Klasse:
Dit is nationaal de hoogste klasse, een piloot bereikt deze klasse door promotie vanuit de Open klasse. Dit is nationaal de klasse waarin beginnende piloten starten.
Wij onderscheiden binnen het Nederlands Kampioenschap 4 sub klassen: Heren Klasse: Dames klasse: Junior klasse: Kiddy klasse:
2.2
Heren 18 jaar en ouder, deze sub klasse is ingedeeld in de Open dan wel de Master klasse. Dames 18 jaar en ouder, deze sub klasse is ingedeeld in de Open klasse. 13 t/m 17 jaar, deze sub klasse is ingedeeld in de Open dan wel de Master klasse. 8 t/m 12 jaar, deze sub klasse is ingedeeld in de Open klasse.
Promoveren Wanneer een NK seizoen ten einde is zal de hoogst gekwalificeerde Open piloot promoveren naar de Master klasse. Het bestuur heeft de mogelijkheid om meer Open piloten te promoveren naar de Master klasse, uitgangspunt hierbij is beide klassen gelijk te houden qua grootte. Met uitzondering van de promotie van de hoogst gekwalificeerde Open piloot is promotie van verdere piloten op vrijwillige basis.
2.2.1 Wildcard Het bestuur kan besluiten tot het gebruik van wildcards. Een wildcard is een direct startbewijs voor de Master klasse (acute promotie). Een Wildcard kan enkel uitgereikt worden aan een event winnaar in de Open klasse.
3.
Algemene bepalingen
3.1
terugkerende piloten Open piloten die na afwezigheid van 1 of meer NK seizoenen weer aan events deel willen nemen starten in de Open klasse. Master piloten hebben na afwezigheid van 1 of meer NK seizoenen de keuze of zij wensen te starten in de Master dan wel de Open klasse, voorwaarde hierbij is echter dat het clublidmaatschap niet onderbroken is geweest, is dit wel het geval dan start een terugkerende piloot altijd in de Open klasse.
32
3.2
H1 Dit wedstrijdnummer is gereserveerd voor de winnaar van het NK seizoen in de Master klasse. Voorgenoemde verdient hiermee het recht een jaar lang (tot het eind van het volgende seizoen) dit nummer te voeren.
3.3
Marshalls Marshalls doen, tijdens de races, dienst aan de boeien. Bij een Open klasse race zullen de Master piloten dienst doen als marshall, bij een Master klasse race zullen de Open piloten dienst doen als marshall. Marshalls hebben de volgende taken: Het signaleren van gevaar tijdens een race en het hierop attenderen van piloten middels het gebruik van de oranje vlag. Het helpen van piloten die gestrand zijn. Het controleren op naleving van de wedstrijdreglementen en het schriftelijk bijhouden van overtredingen hierop. (strafpunttelling) Het via aanwezige communicatiemiddelen attenderen van de wedstrijdleiding op (ernstige) ongevallen.
4.
Wedstrijd bepalingen
4.1
Fair play De fair play, eerlijk en sportief spel, bepaling van de FISLY willen wij hier nogmaals benadrukken.
4.2
Race omstandigheden Onder de volgende omstandigheden zullen er geen officiële NK races verreden worden: bij onweer, mist en sneeuwval. bij gladheid door ijsvorming op het event terrein. wanneer er dusdanig veel water op het event terrein staat dat geen droge technische zone van voldoende omvang te realiseren is. Officiële NK races dienen verreden te worden onder racewaardige omstandigheden, dit is ter beoordeling van de wedstrijdleiding. Een door de wedstrijdleiding genomen beslissing hieromtrent is bindend.
4.3
Alcohol en drugs Het is voor deelnemende piloten niet toegestaan tijdens een event alcohol of drugs te nuttigen/gebruiken. Een piloot die deze regel overtreedt zal direct uitgesloten worden van verdere deelname aan het event.
4.4
Full-face helm Het dragen van een full-face helm is voor piloten, tijdens de wedstrijden, op het parcours, verplicht.
4.5
Aramide Het gebruik van dit materiaal, in niet ommantelde vorm, is niet toegestaan in zowel lijnen als toming van de kite. Een piloot die betrapt wordt op het gebruiken van aramide, in bovenstaande vorm, zal onmiddellijk uitgesloten worden van verdere competitie. Aramide is o.a. bekend onder handelsnamen Kevlar, Twaron en Technora.
33
4.6
Verzekering Een piloot dient te allen tijde een geldig bewijs van aanvullende verzekering voor de buggysport te kunnen overleggen wanneer hem hier tijdens een event naar gevraagd wordt. Een piloot die bovenstaande bewijs niet kan overleggen kan uitgesloten worden van verdere deelname aan het event.
4.7
Waarschuwingssignaal Het waarschuwingssignaal (countdown) kan afwijken van de, in de startprocedure Klasse 8 (FISLY annex n.13), gestelde 15 minuten.
4.8
Oranje lijn Een oranje lijn, als beschreven in FISLY I.S.R.R. artikel 15 – 7C, hoeft niet verbonden te zijn met boeien maar kan in een parcours vrij liggend gebruikt worden. Een geplaatste lijn moet goed zichtbaar zijn en mag in geen geval met de buggy doorkruist worden.
4.9
Finish Een gefinishte piloot dient na te zijn afgevlagd direct en zonder omweg naar de technische zone te rijden. De gefinishte piloot mag hierbij geen nog niet gefinishte piloten hinderen.
4.10
Boeien (turning markers) Boeien als beschreven in FISLY I.S.R.R. artikel 15 – 7 hoeven niet te bestaan uit 2 afzonderlijke markers (IM en TM). Een boei hoeft niet te zijn gemarkeerd met een rood-witte vlag. Boeien hoeven geen oranje zone te bevatten. Boeien dienen goed zichtbaar te zijn en mogen niet gevormd worden door een star/solide object.
4.11
Hulp aan piloten Piloten in de Master klasse mag, tijdens een race, geen hulp geboden worden. Het is de aanwezige marshalls enkel toegestaan Master klasse piloten hulp te bieden wanneer: Een gestrande piloot in gevaar is of een gevaar vormt voor anderen. Een gestrande piloot met zijn materiaal de doorgang op een parcours compleet blokkeert.
4.12
Strafpunten Voor een overtreding van in de wedstrijdreglementen vastgestelde regels zal een piloot, tenzij anders aangegeven, 1 strafpunt toegekend worden. Het omverrijden van boeien in een wedstrijdparcours wordt bestraft met een dubbel aantal punten.
4.13
Race geldigheid Wanneer voor de start van een race de minimaal vereiste windkracht van 4m/s gedurende 3 minuten niet gehaald wordt zal dit bij de start van de race, door de wedstrijdleiding, aangegeven worden door naast de rode startvlag een blauwe vlag te tonen. Wanneer een blauwe vlag op deze manier gebruikt wordt informeert dit de piloten dat zij starten aan een fun-race en niet aan een officiële NK race.
4.14
Fun-race Een fun-race is elke tijdens een Nationaal kampioenschap gestarte race die geen officiële geldigheid heeft voor dit kampioenschap.
34
De wedstrijdleiding kan onder verschillende omstandigheden besluiten tot het starten van een fun-race. Bij een fun-race kunnen Open en Master klasse samen starten.
Einde reglement
35