SECUNDAIR ONDERWIJS
Gratis extraatje t de n me 4 stickerblade de foodtest profielen van
STRAFFE KOST Gepeperde lessen over honger in de wereld en hoe wij omgaan met voedsel Aansluitend bij de Broederlijk Delen campagne-dvd 2013
2 | Campagne 2013
Dag leerkracht, fijn dat je in jouw klas met deze lessen aan de slag wil gaan Met deze kant-en-klare lessenmap kan je direct aan de slag om je leerlingen wegwijs te maken in het campagnethema. De filmpjes op de campagne-dvd plakken een gezicht op het verhaal en zorgen ervoor dat de leerlingen een realistisch beeld krijgen van het leven in Oeganda. De lessenmap bevat drie lessen van verschillende moeilijkheidsgraad. In een eerste les kruipen de leerlingen in de huid van een jonge Oegandese boer(in). Slagen de leerlingen erin om onder moeilijke omstandigheden hun gezin goed te onderhouden? Deze speelse les met lage moeilijkheidsgraad is geschikt voor alle graden. Daarnaast bevat de lessenmap ook een les rond de campagnefilm. Daarin analyseren we het begrip ‘honger’ tot op het bot. De moeilijkheidsgraad van deze les is gemiddeld. Ze is dus eerder geschikt voor de tweede en derde graad. Een derde les handelt over duurzame landbouw. Het westerse landbouwmodel wordt hierin onder de loep genomen en we zoeken naar duurzame alternatieven. Deze les heeft een hogere moeilijkheidsgraad en is vooral geschikt voor de derde graad. Vaste ingrediënten voor elke les zijn afwisselende werkvormen rond aantrekkelijk tekst- en beeldmateriaal. Je kan hiermee aan de slag voor één of twee lesuren. Bijlagen, invulbladen en een overzicht van de vakoverschrijdende eindtermen die per les aan bod komen, vind je allemaal terug in deze lessenmap. Enkel de campagne-dvd dien je nog extra te bestellen. De lessen bezitten zeker ook aanknopingspunten voor verschillende vakken zoals aardrijkskunde, godsdienst, Nederlands, geschiedenis, …
Komen Eten?! Nieuw dit jaar is de lessenreeks ‘Komen Eten?!’ voor Project Algemene Vakken, speciaal op maat van de tweede en derde graad van het beroepssecundair onderwijs.
De lessenreeks bestaat uit vier of zes lesuren (afhankelijk van de graad) waarin je moeiteloos met het campagnethema aan de slag kan. In deze lessenbundel met bijhorende handleiding voor de leerkracht krijgt het inoefenen van vaardigheden door de leerlingen een centrale plaats. Leerlingen worden daarbij ook gestimuleerd om kritisch na te denken over hun eigen omgang met voedsel. Gratis te downloaden op mijn.broederlijkdelen.be.
DANKJEWEL aan nalezers Luc Thewissen, An Maes, Benny Verheyden, Lena Waegeman, Sabien Dessein, Els Guillemyn, Lut Vandamme, Eva Samyn en het team Secundair Onderwijs van Studio Globo
Smaakmakers Deze werkmethodes van 15 tot 30 minuten fungeren als de ideale aperitiefhapjes bij een gevarieerde maaltijd: ze doen je leerlingen verlangen naar meer achtergrond bij de campagne! Een quiz, een wereldstoelenspel rond voedsel en een fotomethodiek vormen de smakelijke ingrediënten. Op aanvraag te verkrijgen via de regionale onderwijsmedewerkers (gegevens op achterflap).
Geef deze lessenmap een kans … en stop de honger!
Bedankt voor jouw inzet! Peter Ketelers en Karen Vandevyvere Verantwoordelijken lessenmap
Webtips http://webtips.broederlijkdelen.be. Studio Globo schuimde het internet af op zoek naar (digitaal) educatief materiaal over de voedselproblematiek dat in de klas kan gebruikt worden. Op deze webpagina vind je het resultaat van deze zoektocht. Check it out!
3 Inhoud campagne
Doe de foodtest
30 Foodtest
Mee de strijd aangaan tegen de honger in het Zuiden betekent ook op eigen bord kijken: hoe ga ik om met voedsel? De foodtest op p. 30 geeft jou en je leerlingen de kans om op basis van enkele vragen jullie voedselprofiel te bepalen. Een confronterende oefening die uitnodigt tot actie. Meer info op www. broederlijkdelen.be/foodtest. Als extraatje geven we alvast vier stickerbladen van de profielen mee. Ideaal voor op de agenda, fiets, gsm of brooddoos van jouw leerlingen.
32 Adressen onderwijsmedewerkers
4 Overzicht campagneaanbod 6 Voedsel op het spel 13 ‘Honger’ op het menu 21 Duurzame landbouw op je bord
Campagne 2013 i.s.m. Tomacom.net Eindredactie Karen Vandevyvere Tekstcorrectie Ann Fransen, Marieke Bastiaens Foto’s Griet Hendrickx Drukkerij Impressa Grafische vormgeving Marine De Keyzer Wettelijk depotnummer D/2012/5.556/5 Verantwoordelijke uitgever Lieve Herijgers, Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel
Campagne 2013 | 3
www.broederlijkdelen.be/campagne
Geef Moses een kans … en stop de honger De affiche voor het secundair onderwijs toont Moses aan het werk als fietshersteller. Moses is 20 en woont in Noord-Oeganda, een regio die het hard te verduren heeft door de gevolgen van jarenlange conflicten. Broederlijk Delen geeft er jongeren als Moses een kans door hen op te leiden of te begeleiden bij het opstarten van een eigen handeltje.
Moses draagt op zijn twintigste al een grote verantwoordelijkheid. Hij heeft een vrouw en twee kinderen. Niet zo ongewoon in Oeganda. Een klein perceeltje landbouwgrond en wat dieren volstaan voor Moses niet om zijn familie te onderhouden. Door mensen op zijn fietstaxi te vervoeren naar het stadje Lira verdient hij soms wat extra geld. Dankzij de steun van Broederlijk Delen kan Moses een opleiding tot fietshersteller volgen, en ook dit zorgt voor een extra inkomen. Hij droomt ervan ooit een motor te kunnen kopen en zo zijn eigen taxidienst uit te bouwen. Moses is een voorbeeld van hoe jongeren in Oeganda, ondanks vele moeilijkheden, er toch in slagen om creatieve wegen te zoeken uit de armoede.
Stop de honger
Campagne 2013 - Affiche vrij van zegel - V.U. Lieve Herijgers, Huidevettersstraat 165, 1000 Brussel - Gedrukt op Circle Silk FSC-papier.
Dagelijkse kost
www.broederlijkdelen.be Steun op BE12 0000 0000 9292
Moses’ verhaal staat symbool voor de vele mensen in NoordOeganda die de strijd tegen honger aangaan. De regio werd twintig jaar lang geteisterd door oorlog. 25 % van de bevolking sloeg op de vlucht. Wie thuisbleef, verloor zijn velden, zijn huis en andere bezittingen. De veestapel werd afgeslacht of gestolen. Kinderen verloren hun ouders, vrouwen hun echtgenoot. Landbouwgrond werd verwaarloosd en ook landbouwkennis, die wordt doorgegeven van generatie op generatie, ging verloren. De bevolking in Noord-Oeganda neemt de draad weer op. 80 % van de mensen zijn afhankelijk van de landbouw. Toch is er nog honger. Vooral in de periode voor de nieuwe oogst (mei, juni, juli) moet er hard gewerkt worden op het land en zijn de voedselreserves vaak op.
andere voedingsproducten, zodat er meer gevarieerde maaltijden op tafel komen. Broederlijk Delen stimuleert ook andere economische activiteiten: boeren leren bijen kweken, jongeren zoals Moses leren fietsen repareren, alleenstaande moeders zetten een naaiatelier op, … De extra opbrengsten zorgen voor een grotere buffer tegen honger en armoede. Mensen leren ook om in groep regelmatig geld opzij te zetten. De youth business group van Moses spaart nu bijvoorbeeld om reserveonderdelen te kunnen kopen en een opslagplaats te huren. Samen staan ze sterker.
Wat doet Broederlijk Delen?
En wij?
Samen met zijn partnerorganisaties in Noord-Oeganda zoekt Broederlijk Delen naar oplossingen die honger op lange termijn bestrijden. Boeren moeten in staat zijn om voldoende eigen voedsel te produceren. Meer nog: ze moeten in staat zijn overschotten te oogsten, die ze vervolgens kunnen verkopen op de markt. De opbrengst kan dan geïnvesteerd worden in de aankoop van
Broederlijk Delen steunen is één iets. Mee de strijd aangaan tegen de honger in het Zuiden betekent ook op eigen bord kijken: hoe ga ik om met voedsel? De foodtest op p. 30 geeft jou en je leerlingen de kans om op basis van enkele vragen jullie voedselprofiel te bepalen. Een confronterende oefening die uitnodigt tot actie. Meer info op www.broederlijkdelen.be/campagne.
4 | Campagne 2013
Je wil als leerkracht ...
... een Broederlijk Delencampagne voeren www.broederlijkdelen.be/ leerkrachten/secundair • Campagne voeren is méér dan een les geven of de campagnefilm tonen. Het is méér dan een Koffiestop organiseren, méér dan een bezinnende tekst in een vastenviering … • Broederlijk Delen laten leven op school is leerlingen de kracht van solidariteit meegeven via alle zintuigen en hen laten ervaren dat verandering mogelijk is. Om dit te bekomen, maak je op school het best gebruik van een mix van de strategieën, methoden en materialen die in dit overzicht worden opgesomd. Ga op zoek naar de combinatie die het best past bij jouw school. Een uitgebreide beschrijving van alle campagnematerialen vind je in de catalogus, raadpleegbaar via www.broederlijkdelen.be/ leerkrachten. > B, D
… het Zuiden naar je toe halen School als gastgemeenschap Solidariteit krijgt een concreet gezicht door met de hele school een inleefweek te organiseren voor een gast uit het Zuiden. Een week die gegarandeerd uitgroeit tot een onvergetelijke ervaring. > C Inleefreis voor scholen Deze unieke reis is een samenwerking tussen Broederlijk Delen en VIA Don Bosco. In de kerstvakantie trekken 4 leerlingen en 1 leerkracht van telkens 4 scholen op inleefreis naar het campagneland. De kandidaatstelling voor deze reis start het jaar voordien in januari. Meer info: www.broederlijkdelen.be/ inleefreizen. > I
... les geven over Noord-Zuid AUDIOVISUEEL Campagne-dvd ‘Geef Molly een kans … en stop de honger!’ Met o.a. het filmportret ‘Moses, de fietshersteller’. > B
KANT-EN-KLAAR Lessenmap ‘Straffe Kost’ Lessen van 1 à 2 lesuren voor iedere graad, aansluitend bij de dvd. Foodtest en 4 stickerbladen inbegrepen. > B, D Smaakmakers Leuke opstapjes van 15 à 30 minuten om de leerlingen te prikkelen rond het campagnethema. > C Lessenreeks ‘Komen Eten?!’ voor Project Algemene Vakken’ Speciaal op maat van de tweede en derde graad van het beroepssecundair onderwijs. > D Webtips Een interessante verzameling links over de voedselproblematiek op http://webtips.broederlijkdelen.be. Algemene lessen Thematische lessen uit vroegere campagnes (klimaat, ontwikkelingssamenwerking, mijnbouw, …). > I
BEGELEID Werkwinkel ‘Aan Tafel’ Interactieve werkvormen, filmfragmenten en deskundige begeleiders vergezellen de leerlingen bij hun zoektocht naar een meer rechtvaardige voedselverdeling in de wereld. > S Sprekers, begeleide workshops, optredens, … > C
Campagne 2013 | 5
OVERZICHT CAMPAGNEAANBOD SECUNDAIR ONDERWIJS LEGENDE
… het gesprek aangaan met collega’s Gespreksnota’s over de visie en werking en de christelijke inspiratie van Broederlijk Delen. > I Om een gesprek te voeren met jouw team kan je ook een beroep doen op de regionale onderwijsmedewerkers. > C
B > te bestellen aan kostprijs via mijn.broederlijkdelen.be D > gratis te downloaden via mijn.broederlijkdelen.be I > gratis te raadplegen via internet op www.broederlijkdelen.be/ leerkrachten/secundair S > meer info op www.studioglobo.be C > contacteer de onderwijsmedewerker van Broederlijk Delen uit jouw regio (gegevens op achterflap).
… nascholing volgen over inhoud en methoden Nascholing ’Mondiaal burgerschap met hoofd, hart en handen’ Van Studio Globo voor schoolteams en leerkrachten met interesse in vakoverschrijdend werken. > S
... geld inzamelen voor Broederlijk Delen Folder ‘Geld inzamelen in het onderwijs’ > B, D Tips om op een creatieve manier geld in te zamelen met je school. Toffe voorbeelden > I Een schatkamer aan inspirerende modellen, uitgetest en goedgekeurd.
Begeleiding op maat De regionale onderwijsmedewerkers van Broederlijk Delen staan paraat met raad en daad. > C
Koffiestop Op www.koffiestop.be vind je meer info over deze (h)eerlijke en gezellige actie.
Vormingsmomenten Broederlijk Delen Neem deel aan uitwisselings- en lanceermomenten in jouw regio of ga mee op inleefreis. > I
Culinair Solidair Recepten en tips voor jouw solidaire maaltijd op www.broederlijkdelen.be/culinair-solidair. Kilometers voor het Zuiden Op www.broederlijkdelen.be/kilometers vind je alles over deze sportieve en solidaire uitdaging.
… leerlingen oproepen tot actie Foodtest Ga als school de uitdaging aan om bewuster om te gaan met voedsel en maak kans op een prijs: www. broederlijkdelen.be/foodtest. Toffe voorbeelden Laat je inspireren door wat andere scholen je voordeden op mondiale dagen, in de vrije ruimte, … > I Spel ‘Youcanda’ Kruip met dit Spoor ZeS-spel voor jeugdgroepen in de huid van een Oegandese boer. > B Wereldkamp Tentenkamp, Hoge Rielen, 8 tot 13 juli 2013, voor jongeren tussen 16 en 25. Meer info op www.wereldkamp.be.
... zin geven aan/in de vastenperiode Tekstenboekje ‘Steek een tandje bij’ Uitgave van Spoor ZeS met opwekkende poëzie, korte werkvormen, een gebed en veel stof tot nadenken. > B Jongerenviering Interactieve viering waarin jongeren stilstaan bij kansen krijgen en werken aan de toekomst. > D Broederlijk Delen ‘in de kijker’ Het VSKO schuift ‘Aan Tafel’ in het Leeftochtnummer van de vasten. Meer op www.ond.vsko.be/ pastoraal. Godsdienstleerkrachten vinden heel wat aanknopingspunten via de speciale ‘in de kijker’ op de Thomaswebsite: http://www.kuleuven.be/thomas/secundair_onderwijs/in_de_kijker/.
6 | Campagne 2013 Voedsel op het spel
Voedsel op het spel Lesschema Doelgroep
Lesstructuur
Lage moeilijkheidsgraad, geschikt voor 1e, 2e en 3e graad.
Leven in Oeganda en de strijd tegen honger ➜➜ met het Levenswegspel.
Duur 1 of 2 aansluitende lesuren.
Nabespreking van het spel ➜➜ met richtvragen over de thema’s van het spel.
Lesonderwerp
Lesvoorbereiding leerkracht
Voedsel op het spel.
Lees de lesinhoud en de verschillende bijlagen door. Bekijk ook de film ‘Moses, de fietsenhersteller’ indien je het thema ‘Jong zijn in Oeganda’ wil behandelen in de nabespreking. Zorg voor voldoende dobbelstenen (1 per 4 leerlingen) en kopieën van bijlage 1, 2 en 3 (1 per 4 leerlingen). Bijlage 1 kan je ook downloaden in A3-formaat op mijn.broederlijkdelen.be. Knip de ‘boerengroepkaartjes’ (bijlage 2) en ‘scorekaartjes’ (bijlage 3) uit of laat dit voor de start van het spel door de leerlingen doen. Voorzie eventueel een leuke prijs voor de winnaars van het spel (bv. iets lekkers uit de Wereldwinkel).
Doelstellingen M.b.t. de inhoud van de les • De leerlingen kunnen met voorbeelden (uit het spel) verduidelijken dat het voor een gezin in Oeganda niet eenvoudig is om voldoende voedsel te hebben. • De leerlingen kunnen het verband leggen tussen de hongerproblematiek in Oeganda en de man-vrouwverhoudingen. • De leerlingen kunnen het verband leggen tussen de hongerproblematiek in Oeganda en klimaatverandering. • De leerlingen kunnen het verband leggen tussen de hongerproblematiek in Oeganda en de rol van onderwijs. • De leerlingen kunnen zich een voorstelling maken van het leven van jongvolwassenen in Oeganda. • De leerlingen kunnen met een voorbeeld verduidelijken op welke manier Broederlijk Delen honger bestrijdt in Oeganda. VOET: context 1 (15), context 4 (2), context 6 (3), context 7 (1, 2) M.b.t. de methodiek • De leerlingen kunnen zich inleven in een rol en het bijbehorende doel nastreven. • De leerlingen kunnen in kleine groepjes de opgelegde taak tot een goed einde brengen. • De leerlingen kunnen het verband leggen tussen het spel en de realiteit. VOET: stam (1, 4, 5, 19)
Didactische werkvormen en leermiddelen • Groepswerk via een inleefspel. • Klasgesprek via richtvragen.
Gebruikte literatuur, media, … Campagnematerialen Broederlijk Delen 2013 (campagnekrant, campagnefilm, achtergronddossier en tekst ‘Voedselzekerheid in Oeganda’) Paper ‘Poverty and Education’, S. van der Berg (IAE & IIEP), 2008. Over aids in Oeganda: http://www.unaids.org/en/regionscountries/countries/uganda/. Over malaria in Oeganda: http://www.unicef.org/uganda/6007_10641.html.
Voedsel op het spel Campagne 2013 | 7
Levenswegspel (30 min.) Vertel de leerlingen dat de campagne van Broederlijk Delen dit jaar over honger in Oeganda gaat. Aan de hand van een variant op het Levenswegspel maken ze kennis met deze problematiek. Ze worden verdeeld in groepjes van vier, maar elke leerling speelt individueel en kiest een eigen pion. Geef elke groep een dobbelsteen, een kopie van het vakjesveld (bijlage 1, p. 10 of te downloaden op mijn.broederlijkdelen.be) en een stapel ‘boerengroepkaartjes’ (bijlage 2, p. 11). Elke leerling krijgt een scoreblaadje (bijlage 3, p. 12).
Leg het spel uit aan de leerlingen aan de hand van onderstaande instructies. Tijdens het spelen volg je op hoe het spel in de verschillende groepjes verloopt. Houd ook de tijd in de gaten. De leerlingen beginnen op ‘start’ als jonge Oegandese man of vrouw. Met een dobbelsteen gaan ze vooruit op het vakjesveld. Dat vakjesveld symboliseert hun levensloop: ze beginnen met een beroepskeuze, trouwen, krijgen eventueel kinderen, enzovoort. Het doel is om doorheen het spel voldoende voedsel te hebben (= punten verdienen) zodat je gezin niet hongerlijdt en je kinderen op het einde een diploma kunnen behalen. Je verdient punten als het oogsttijd is en verliest punten als het etenstijd is of op andere vakjes. Er zijn verschillende soorten vakjes: • gele vakjes: vakjes over belangrijke levensgebeurtenissen (werk, trouwen, geboorte). Het is belangrijk om de info op deze vakjes telkens aan te vullen op het scoreblaadje. • rode vakjes: oogsttijd (je verdient het aantal punten dat bij de beroepskeuze in het begin bepaald werd) of etenstijd (- 1 punt per gezinslid). Telkens wanneer je een rood vakje voorbijgaat, moet je punten optellen of aftrekken, ook al sta je er niet op. • groene vakjes: dagdagelijkse gebeurtenissen die een directe impact hebben op je punten of op je volgende oogst.
• oranje vakjes: als je op deze vakjes staat, kan je voor een bepaalde kostprijs lid worden van een boerengroep. Telkens wanneer je opnieuw op een geel vakje terechtkomt, mag je een kaart trekken van de stapel ‘boerengroepkaartjes’. Deze leveren voordelen op. • blauwe vakjes: gooi met de dobbelsteen: bij 1 tot 4 is het weer onvoorspelbaar (- 2 punten), bij 5 is het een zeer goed jaar (+ 2 punten), bij 6 is het een normaal jaar (er verandert niets). De leerlingen houden doorheen het spel hun individuele puntenscore (en andere info) bij op het scoreblaadje. Een negatief puntensaldo kan niet, dan blijf je gewoon op nul staan. Je moet die negatieve punten wel aftrekken bij jezelf en/of je gezinsleden. Als je kinderen 1 minpunt achter hun naam hebben staan, kunnen ze geen diploma meer halen. Heb je 3 minpunten achter een naam staan, dan sterft dit gezinslid. Bv. Ben heeft puntensaldo + 1, maar passeert een vakje ‘etenstijd’ en heeft 5 monden te voeden. Zijn puntensaldo komt op 0, maar hij moet nog 4 minpunten verdelen over de gezinsleden. Hij kan ze allemaal toekennen aan één iemand of verdelen. Ben beslist om zichzelf en zijn dochter 1 minpunt te geven. Zijn partner geeft hij 2 minpunten.
Ter illustratie: voorbeeld van een ingevulde scorekaart
MINPUNTEN Naam: Ben
- 1
Partner: Karen
- 2
1. Dochter
- 1
Kinderen: 2. Zoon 3. Zoon
Opbrengst per oogst: + 3
Lid van een boerengroep? Ja
SCORE 3 /
/ 2
1 /
/ 0
0 /
4
3 /
Op het einde van het spel kan je met een positief puntensaldo minpunten wegwerken (behalve bij overleden gezinsleden). Per kind dat op het einde een diploma kan halen, verdien je 3 extra punten. Per gestorven gezinslid krijg je 2 minpunten. Wie op het eind de meeste punten heeft, wint !
8 | Campagne 2013 Voedsel op het spel
Nabespreking (20 min.) In het spel zijn vier thema’s voor nabespreking verwerkt. Naargelang het verloop van het spel, de interesse van de leerlingen en de voorziene tijd kunnen één of meerdere thema’s aan bod komen.
1. Man vs. vrouw in Oeganda
2. Klimaatverandering in Oeganda
In het spel
In het spel
Vraag de leerlingen hoe ze in het spel geconfronteerd werden met verschillen tussen mannen en vrouwen en laat hen eventueel even vertellen wat ze hiervan vonden. De opbrengst van de oogst is lager voor vrouwen, mannen betalen een bruidsschat, mannen erven land. Vraag de leerlingen daarna welk verschil de grootste invloed had op hun ‘voedselvoorraad’ (= score). Het feit dat de opbrengst bij elke oogst lager ligt voor vrouwen, is cruciaal.
Vraag de leerlingen hoe ze in het spel geconfronteerd werden met klimaatverandering en laat ze eventueel even vertellen wat ze hiervan vonden. Speculeer met het weer-vakjes, vakjes over droogte en hagelbuien. Vraag de leerlingen welke invloed deze vakjes hadden op hun ‘voedselvoorraad’ (= score). Vooral een negatieve invloed: je verloor punten. Slechts één geval (5 gooien bij het speculeren) was positief.
Naar de realiteit
Pols bij de leerlingen of ze denken dat dit realistisch is: heeft klimaatverandering zo’n groot effect in Oeganda? Vertel dat zeker de boeren de gevolgen van klimaatverandering op dit moment al voelen: • De regenval is door klimaatverandering minder betrouwbaar. Boeren weten niet meer wanneer ze het best kunnen zaaien. • De seizoenen zelf veranderen ook. Er zijn nu bv. meer hevige winden en meer neerslag in wat men in Oeganda het ‘tweede regenseizoen’ noemt.
Pols bij de leerlingen of ze denken dat dit realistisch is en hoe dit volgens hen komt. Leg uit dat het verschil in productiviteit tussen mannen en vrouwen een realiteit is in veel ontwikkelingslanden. Dat komt niet door fysieke of biologische verschillen (bv. mannen hebben meer kracht om het land te bewerken), maar wel door andere hindernissen: • Vrouwen erven niet zo snel grond. Als ze toch grond erven, gaat het vaak om minder goede stukken. • Vrouwen moeten, naast het werk op het land, ook vaak andere gezinstaken op zich nemen: huis onderhouden, zorgen voor familieleden, water en brandhout verzamelen, voedsel bereiden, ... • Vrouwen kunnen moeilijker geld lenen. Daardoor kunnen ze niet investeren in bv. de aankoop van een ossenspan om het land te bewerken.
Wat doen we eraan? Broederlijk Delen steunt boerengroepen die deze ongelijkheid willen bestrijden. Hoe kwam dit volgens de leerlingen aan bod in het spel? Mannen én vrouwen kunnen lid worden van een boerengroep en genieten van de bijbehorende voordelen. Bepaalde boerengroepen organiseren ook specifieke vormingen rond bv. inspraak van vrouwen in het gezin.
Naar de realiteit
Wat doen we eraan? Broederlijk Delen steunt boerengroepen die boeren wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hoe kwam dit volgens de leerlingen aan bod in het spel? Boeren leren om ook uit andere activiteiten inkomsten te halen (bv. bijen- en kippenkweek, fietsherstel, enzovoort). Zo worden de risico’s van mislukte oogsten gespreid. Daarnaast worden boeren ook gesensibiliseerd over het belang van herbebossing en slim waterbeheer in de strijd tegen klimaatverandering.
Aids & malaria Meer dan twee derden van alle mensen met hiv of aids wonen in Sub-Sahara Afrika. Oeganda ligt in Sub-Sahara Afrika. Jaarlijks sterven er in Oeganda maar liefst 64.000 mensen aan aids. Doodsoorzaak nummer één, zeker bij zwangere vrouwen en kinderen jonger dan 5, blijft malaria. Jaarlijks sterven meer dan 70.000 zwangere vrouwen en kinderen jonger dan 5 aan malaria, voornamelijk omdat ze niet onder een muskietennet kunnen slapen of omdat ze wegens geldgebrek niet de nodige medicatie krijgen.
Voedsel op het spel Campagne 2013 | 9
3. Onderwijs in Oeganda In het spel Vraag de leerlingen hoe het thema ‘onderwijs’ in het spel aan bod kwam en laat ze eventueel even vertellen wat ze hiervan vonden. Vakjes met ‘betaal schoolgeld’, op het einde kunnen enkel kinderen zonder minpunten een diploma behalen. Vraag de leerlingen welke invloed ‘schoolgaan’ had op hun ‘voedselvoorraad’ (= score). Een kind met diploma zorgt voor extra punten, maar je moet wel veel punten opofferen voor het schoolgeld en er tegelijk voor zorgen dat je kinderen geen honger (= minpunten) hebben.
Naar de realiteit Pols even bij de leerlingen of ze denken dat dit realistisch is en hoe het volgens hen komt dat naar school gaan een zware stempel drukt op de voedselvoorraden van Oegandese families. Vertel dat verschillende factoren hier meespelen: • Schoolgeld is een hoge kost voor vele families. Om het te kunnen betalen, moeten ze vaak een groot deel van hun oogst verkopen. Daardoor houden ze te weinig over voor eigen gebruik. Later op het jaar moeten die gezinnen dan voedsel inkopen aan een hoge prijs. • Kinderen die naar school gaan, kunnen niet meehelpen op het land. Bovendien brengt de zware investering van het naar school gaan pas op lange termijn op. Gezinnen kunnen daardoor geneigd zijn om voor kortetermijnwinst te kiezen en de kinderen in te schakelen op het land. • Daarbij komt dat investeringen in onderwijs vaak minder opbrengen voor gezinnen waar voedsel al schaars is. Ondervoede kinderen lopen namelijk een groter risico op mentale achterstand. Daardoor doen ze het op school vaak minder goed en is de kans kleiner dat zij uiteindelijk een diploma behalen.
Wat doen we eraan? Broederlijk Delen steunt boerengroepen die boeren op verschillende manieren helpen, zodat ze hun kinderen naar school kunnen sturen. Hoe kwam dit volgens de leerlingen aan bod in het spel? Via verschillende cursussen leren leden de opbrengst van hun oogst vergroten. Zo blijft er meer over voor eigen gebruik. Leden kunnen ook hun producten samen verkopen om een betere prijs te krijgen en leren om hun inkomen via andere activiteiten te vergroten. Leden worden ook aangemoedigd om regelmatig iets opzij te zetten via de spaarkas om zo bv. het schoolgeld beter te kunnen betalen.
4. Jong zijn in Oeganda Toon de leerlingen het filmpje ‘Moses, de fietsenhersteller’ en vraag welke elementen uit het spel ze herkennen in het verhaal van Moses. Moses is een boer die niet voldoende voedsel kan kweken om zijn gezin te voeden. Om wat extra te verdienen, werkt hij ook als fietstaxichauffeur in de stad. Hij volgt sinds kort ook een cursus fietsherstel via een boerengroep. Hij heeft twee kinderen en spaart voor de bruidsschat om met zijn vrouw te kunnen trouwen. Sta met de leerlingen even stil bij enkele aspecten uit het dagelijkse leven van jongeren in Oeganda en vergelijk met de situatie in België: • Moses is een jonge boer, net zoals jullie allemaal in het spel. Worden alle jongeren in Oeganda boer? Hoe zou dit in België zijn? Hoe kan je dit verklaren? Maar liefst 80 % van de Oegandezen is actief in de landbouw. Voor velen is het uit noodzaak, om hun eigen eten te produceren (naast nog andere activiteiten voor extra inkomsten). Bij jongeren is ‘boeren’ niet populair. Vaak dromen ze van een ander beroep. In België is minder dan 2 % van de bevolking actief in de landbouw. Dat aantal blijft dalen en de gemiddelde leeftijd van de boeren stijgt. Weinig jongeren worden dus boer. In België hebben we natuurlijk veel meer beroepskeuzes, en de luxe dat we ons eten niet zelf moeten produceren maar gewoon in de winkel kunnen kopen. • Moses is 20 jaar en heeft al twee jonge kinderen, net zoals bij jullie in het spel mogelijk het geval was. Heeft iedereen veel kinderen in Oeganda? Hou zou dit in België zijn? Hoe kan je dit verklaren? In Oeganda zijn zeer veel grote gezinnen met bv. acht of meer kinderen. Oeganda heeft dan ook een sterke bevolkingsgroei: op twintig jaar tijd is de bevolking verdubbeld. Met een bevolkingsgroei van 3,1 % per jaar staat Oeganda op de tweede plaats in de wereldranglijst. Ter vergelijking: een Belgisch gezin heeft gemiddeld twee kinderen en onze bevolking groeit met 1 % per jaar. De bevolkingsgroei zal het voedselprobleem in Oeganda in de toekomst alleen maar prangender maken. Maar geboortebeperking is een delicaat thema in het zeer gelovige Oeganda en kinderen worden er vaak beschouwd als een vorm van ‘sociale zekerheid’: zij zullen je later opvangen als je oud bent.
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 2 punten
PROFICIAT: een zoon! Noteer bij op je blaadje
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
Speculeer met het weer! Zet 1 punt in en gooi met de dobbelsteen ...
Speculeer met het weer! Zet 1 punt in en gooi met de dobbelsteen ...
Je partner sterft aan aids. Schrap hem/ haar op je blaadje. - 1 punt bij elke volgende oogst!
Je vader sterft. Je erft een extra stuk land als je een man bent. + 1 bij elke volgende oogst!
PROFICIAT: een dochter! Noteer bij op je blaadje
BOERENGROEPKAARTJES
Kapotte muggennetten niet tijdig vervangen. Malaria treft je gezin! - 2 punten per kind!
Je moeder wordt ernstig ziek. Betaal de medicijnen. - 2 punten!
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
ETENSTIJD - 1 punt per gezinslid!
Je oudste kind trouwt. Dochter: + 2 punten voor de bruidsschat Zoon: - 2 punten voor het feest
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 1 punt
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
PROFICIAT: een dochter! Noteer bij op je blaadje
GA TROUWEN! Vanaf nu + 1 extra per oogst Man: - 2 voor de bruidsschat
STOP
ETENSTIJD - 1 punt per gezinslid!
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 1 punt
PROFICIAT: een zoon! Noteer bij op je blaadje
Regen blijft uit en je veld wordt getroffen door droogte. - 1 bij je volgende oogst!
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 1 punt
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 1 punt
PROFICIAT: een zoon! Noteer bij op je blaadje
Speculeer met het weer! Zet 1 punt in en gooi met de dobbelsteen ...
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 2 punten
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
PROFICIAT: een zoon! Noteer bij op je blaadje
PROFICIAT: een dochter! Noteer bij op je blaadje
Man: + 3 bij elke oogst Vrouw: + 2 bij elke oogst
Je wordt boer , ga 3 stappen verder
Een insectenplaag treft je veld. - 1 bij je volgende oogst!
Je wordt boer, ga 4 stappen verder Man: + 4 bij elke oogst Vrouw: + 3 bij elke oogst
Betaal schoolgeld voor je kinderen. - 1 punt per kind!
Man: + 3 bij elke oogst Vrouw: + 2 bij elke oogst
Je wordt boer, ga 5 stappen verder
Man: + 4 bij elke oogst Vrouw: + 3 bij elke oogst
Je wordt boer, ga 2 stappen verder
Man:+ 3 bij elke oogst Vrouw: + 2 bij elke oogst
Problemen in de familie: je broer heeft schulden, jij moet betalen. - 1 punt!
Speculeer met het weer! Zet 1 punt in en gooi met de dobbelsteen ...
PROFICIAT: een tweeling, twee flinke dochters! Noteer bij op je blaadje
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 1 punt
Betaal schoolgeld voor je kinderen. - 1 punt per kind!
IN A3 te downloaden op mijn.broederlijkdelen.be
Betaal schoolgeld voor je kinderen. - 2 punten per kind!
ETENSTIJD - 1 punt per gezinslid!
een dochter! Noteer bij op je blaadje
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 2 punten
Je tikt een oude fiets op de kop. Als fietstaxichauffeur kan je nu in de stad een extra cent verdienen. + 1 bij elke oogsttijd!
Speculeer met het weer! Zet 2 punten in en gooi met de dobbelsteen ...
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 2 punten PROFICIAT:
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
Man: + 3 bij elke oogst Vrouw: + 2 bij elke oogst
Je wordt boer, ga 6 stappen verder
START
OOGSTTIJD! Tel punten bij volgens je inkomen
Bijlage 1: vakkenveld
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren ... Kost: 2 punten
Je zus komt op bezoek en steekt je iets extra’s toe. + 1 punt!
Hevige hagelbuien zorgen voor veel schade op je land. - 2 bij je volgende oogst!
Word lid van een boerengroep! Kan extra voordelen opleveren... Kost: 2 punten
Betaal schoolgeld voor je kinderen. - 2 punten per kind!
GENIET VAN JE OUDE DAG ...
Je wordt boer, ga 1 stap verder
10 | Campagne 2013 Voedsel op het spel
Voedsel op het spel Campagne 2013 | 11
VOEDSEL OP HET SPEL: Boerengroepkaartjes Bijlage 2: boerengroepkaarten ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE KAN EEN VORMING VOLGEN OVER ZAAITECHNIEKEN. DIT KOMT JE VOLGENDE OOGSTEN ZEKER TEN GOEDE! + 1 BIJ ELKE VOLGENDE OOGST
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! JE MAG JE OOGST OPSLAAN IN EEN VOORRAADSCHUUR VAN DE BOERENGROEP. HIERDOOR IS JE OOGST BETER BESCHERMD EN GAAT ER MINDER VERLOREN. + 1 BIJ DE VOLGENDE OOGST
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE VOLGT EEN TRAINING OVER HOE JE JOUW GEWASSEN BETER KAN BESCHERMEN TEGEN ZIEKTES. DIT KOMT JE VOLGENDE OOGSTEN ZEKER TEN GOEDE!
ENKELE LEDEN VAN JE GROEP KOMEN JE VAAK HELPEN MET HET WERK OP JE LAND. DIT KOMT JOUW VOLGENDE OOGST ZEKER TEN GOEDE!
+ 1 BIJ ELKE VOLGENDE OOGST
+ 1 BIJ DE VOLGENDE OOGST
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE HEBT REGELMATIG EEN SPAARCENT OPZIJGEZET IN DE SPAARKAS VAN DE BOERENGROEP. TIJD VOOR DE JAARLIJKSE UITBETALING!
JE HEBT REGELMATIG EEN SPAARCENT OPZIJGEZET IN DE SPAARKAS VAN DE BOERENGROEP. TIJD VOOR DE JAARLIJKSE UITBETALING!
+ 2 PUNTEN
+ 3 PUNTEN ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! JE KRIJGT DE KANS OM EEN VORMING TE VOLGEN OVER INSPRAAK VAN VROUWEN BIJ HET NEMEN VAN BESLISSINGEN IN JE GEZIN.
JE LEERT IN DE BOERENGROEP OVER HET BELANG VAN HERBEBOSSING EN SLIM WATERBEHEER IN DE STRIJD TEGEN KLIMAATVERANDERING.
+ 1 PUNT VOOR ELK VROUWELIJK GEZINSLID
VIER GOOIEN LEVERT + 1 PUNT OP BIJ ELK VAK ‘SPECULEER MET HET WEER’
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE KAN EEN CURSUS FIETSHERSTEL VOLGEN. KLUSSEN AAN FIETSEN LEVERT JE EXTRA INKOMSTEN OP!
JE KRIJGT DE KANS OM LESSEN TE VOLGEN IN EEN NAAIATELIER. SCHOOLUNIFORMEN STIKKEN LEVERT JE EXTRA INKOMSTEN OP!
1 MOND MINDER TE VOEDEN BIJ ELK VAK ‘ETENSTIJD’
1 MOND MINDER TE VOEDEN BIJ ELK VAK ‘ETENSTIJD’
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! DOOR JE OOGST SAMEN MET ANDERE BOEREN TE VERKOPEN, JE EEN BETERE PRIJS KRIJG VOOR JE PRODUCTEN. + 2 PUNTEN
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! JE HEBT VORIG JAAR EEN CURSUS KIPPENKWEEK GEVOLGD EN KAN NU JE EERSTE DIEREN VERKOPEN OP DE MARKT. DIT LEVERT JE EXTRA INKOMSTEN OP! 1 MOND MINDER TE VOEDEN BIJ DE VOLGENDE ‘ETENSTIJD’ ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE MAG JE OOGST OPSLAAN IN EEN VOORRAADSCHUUR VAN DE BOERENGROEP. HIERDOOR IS JE OOGST BETER BESCHERMD EN GAAT ER MINDER VERLOREN.
ENKELE LEDEN VAN JE GROEP KOMEN JE VAAK HELPEN MET HET WERK OP JE LAND. DIT KOMT JOUW VOLGENDE OOGST ZEKER TEN GOEDE!
+ 1 BIJ DE VOLGENDE OOGST
+ 1 BIJ DE VOLGENDE OOGST
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
JE HEBT REGELMATIG EEN SPAARCENT OPZIJGEZET IN DE SPAARKAS VAN DE BOERENGROEP. TIJD VOOR DE JAARLIJKSE UITBETALING!
JE HEBT REGELMATIG EEN SPAARCENT OPZIJGEZET IN DE SPAARKAS VAN DE BOERENGROEP. TIJD VOOR DE JAARLIJKSE UITBETALING!
+ 2 PUNTEN
+ 3 PUNTEN
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! DOOR JE OOGST SAMEN MET ANDERE BOEREN TE VERKOPEN, JE EEN BETERE PRIJS KRIJG VOOR JE PRODUCTEN. + 2 PUNTEN
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP! JE KAN AF EN TOE EENS DE OSSENSPAN VAN JE BOERENGROEP LENEN OM JE VELD TE BEWERKEN. DIT KOMT JOUW VOLGENDE OOGST ZEKER TEN GOEDE! + 1 BIJ DE VOLGENDE OOGST
ENKEL VOOR LEDEN VAN EEN BOERENGROEP!
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Opbrengst per oogst: Lid van een boerengroep?
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Opbrengst per oogst:
Lid van een boerengroep?
Lid van een boerengroep?
Lid van een boerengroep?
2.
Opbrengst per oogst:
Opbrengst per oogst:
1.
8.
8.
1.
7.
7.
Kinderen:
6.
6.
Kinderen:
5.
5.
Partner:
4.
4.
Partner:
3.
3.
Naam:
2.
2.
Naam:
1.
1.
SCORE
Kinderen:
Kinderen:
MINPUNTEN
Partner:
Partner:
SCORE Naam:
Naam:
MINPUNTEN
VOEDSEL OP HET SPEL: Scorekaartjes
MINPUNTEN
MINPUNTEN
SCORE
SCORE
12 | Campagne 2013 Voedsel op het spel
Bijlage 3: scorekaarten
‘Honger’ op het menu Campagne 2013 | 13
‘Honger’ op het menu Lesschema Doelgroep Gemiddelde moeilijkheidsgraad, bij voorkeur voor 2e of 3e graad.
Duur 1 of 2 lesuren (bij voorkeur aansluitend).
Lesonderwerp
Didactische werkvormen en leermiddelen • Demonstreren met verbindingsopdracht, film, cijfermateriaal en artikels. • Groepswerk rond categoriseeropdracht en afbeeldingen met reflectievragen. • Klasgesprek aan de hand van bronnen en richtvragen.
Lesstructuur
‘Honger’ op het menu.
Intro: ‘Wat is honger?’ ➜➜ met verbindingsopdracht en campagnefilm.
Doelstellingen
Uitbreiding: Oorzaken van honger ➜➜ met bronnenopdracht en klasgesprek.
M.b.t. de inhoud van de les • De leerlingen kunnen de begrippen ‘chronische honger’, ‘verborgen honger’, ‘overgewicht’ en ‘gezond eetpatroon’ van elkaar onderscheiden. • De leerlingen kunnen enkele voorbeelden geven van hoe Broederlijk Delen honger bestrijdt in Noord-Oeganda en ze kunnen deze kaderen binnen een bepaalde visie (groei of herverdeling). • De leerlingen kunnen de eigenschappen van de groeivisie en de herverdelingsvisie herkennen in verschillende bronnen en een genuanceerde mening geven over beide visies. • De leerlingen kunnen het verband leggen tussen de hongerproblematiek en de problematiek van voedselverspilling. • De leerlingen kunnen reflecteren over hun eigen omgang met voedsel en de omgang met voedsel in onze maatschappij. VOET: context 4 (2, 3, 4), context 5 (13), context 6 (2, 4, 8), context 7 (2, 3); Stam 27 M.b.t. de methodiek • De leerlingen kunnen met behulp van richtvragen relevante gegevens uit een film halen. • De leerlingen kunnen gegevens ordenen in aangereikte categorieën. • De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren en beargumenteren. • De leerlingen kunnen theoretische begrippen herkennen in aangereikte bronnen. VOET: Stam 1, 12, 13, 16 en 17; Leren Leren: informatieverwerking
Oplossingen voor honger in Noord-Oeganda? ➜➜ met campagnefilm en categoriseeropdracht. Onze rol in dit verhaal ➜➜ met groepsdiscussie over afbeeldingen. Uitbreiding: Onze rol in dit verhaal ➜➜ met campagnefilm en klasgesprek.
Lesvoorbereiding leerkracht Bekijk de campagnefilm en lees de lesinhoud, werkblaadjes en bijlage door. Kopieer werkblad 1 en bijlage 1 voor elke leerling. Voor 2 lesuren: kopieer ook werkblad 2 voor elke leerling.
Gebruikte literatuur, media, … Campagnematerialen Broederlijk Delen 2013 (campagnekrant, campagnefilm en achtergronddossier). ‘Kan zwart-Afrika voedselzekerheid bereiken?’, MO* papers, 2012. Dossier ‘Aan Tafel’, Expo Aan Tafel, 2012. Dossier ‘Klimaat- en voedselcrisis’, Oxfam, 2012. Afbeelding ‘Hunger Map’, FAO, 2010. Rapport ‘Why has Africa become a net food importer?’, FAO, 2011.
Extra achtergrondinfo Interessant filmpje: ‘How to feed the world’ (http://www. youtube.com/watch?v=QloMOOG-bbE).
14 | Campagne 2013 ‘Honger’ op het menu
Wat is honger? (15 min.) Als kennismaking met het begrip ‘honger’ krijgen de leerlingen een verbindingsopdracht voorgeschoteld. Deel werkblad 1 (p. 17-18) uit en bekijk met de leerlingen het taartdiagram. Dit taartdiagram geeft een verdeling weer van de wereldbevolking in vier categorieën. Het is aan de leerlingen om de legende te vervolledigen door de juiste termen te verbinden.
Label
Uitleg
Chronische honger
Te weinig en te eenzijdige 1 miljard voeding over een lange periode
Aantal
Een kwalitatief én kwantitatief tekort. Dit betekent te weinig energie voor een ‘normaal’ leven, wat kan leiden tot meer ziektes, meer beperkingen en een hogere sterftegraad.
Verborgen honger
Tekort aan belangrijke 2 miljard voedingsstoffen
Een kwalitatief tekort door eenzijdige voeding. Een tekort aan vitamines kan onder meer de ontwikkeling vertragen.
Overgewicht
Meer energie opnemen 1,5 miljard dan je verbruikt (BMI > 25)
Door het teveel aan calorieën stijgt je vetmassa. De verhouding lengte-gewicht is abnormaal. Dat kan de gezondheid schaden (bv. diabetes).
Normaal
Gezond voedingspatroon 2,5 miljard
De mens heeft minimaal 1.800 kilocalorieën per dag nodig. De gemiddelde Belg eet er dagelijks 3.500.
Toon nu een eerste stuk van de campagnefilm (tot 3’15’’) en geef de leerlingen een kijkopdracht: welk type honger wordt hier aangekaart? Chronische honger of verborgen honger? Het verhaal van Molly gaat over chronische honger: de maanden net voor de oogst heeft ze te weinig voedsel in voorraad. Haar gezin moet het dan stellen met één maaltijd per dag, vaak met dezelfde ingrediënten (maniok en bonen). Dat heeft verschillende oorzaken: door de oorlog verloor Molly haar man en staat ze er alleen voor, met zes kinderen. De oorlog heeft ook veel kapotgemaakt en landbouwkennis verloren doen gaan. Kleine boeren zoals Molly worden ook te weinig ondersteund door de overheid. Als we het over de hongerproblematiek hebben, denken we vaak aan de schrijnende beelden van hongersnood op tv. Het verhaal van Molly vertelt een ander verhaal over honger, een verhaal dat misschien niet zo ‘erg’ of ‘dringend’ lijkt. Maar toch kiest Broederlijk Delen ervoor om deze kleinschalige boeren
Extra achtergrondinfo
in Noord-Oeganda te steunen in hun strijd tegen honger. Waarom? Laat de leerlingen nadenken over deze vraag aan de hand van twee grafieken die op hun werkblad staan. Twee goede redenen komen naar voren: • De grootste groep mensen met honger wordt gevormd door kleine boeren op het platteland, niet door mensen met honger omwille van rampen of noodsituaties. Straf dus dat vooral mensen die voedsel produceren honger hebben ... • In Sub-Sahara Afrika is de hongerproblematiek het grootst. Gemiddeld heeft 1 op 8 mensen honger. In SubSahara Afrika is dat vaak meer dan 35 % van de mensen. Vertel dat de minder ‘spectaculaire’, maar daarom niet minder schadelijke vormen van chronische honger, vaak onder de radar blijven, hoewel het over een grote groep mensen gaat. Broederlijk Delen wil zijn expertise inzetten om net deze mensen te steunen in hun strijd tegen honger.
Oplossingen voor de honger in Noord-Oeganda (15 of 25 min.) Toon het vervolg van de campagnefilm. Daarin zien we hoe boerengroepen in Noord-Oeganda via verschillende initiatieven honger willen bestrijden. We zien hier twee types: • Initiatieven om een duurzame groei in de landbouwproductie na te streven (groeivisie). • Herverdelingsinitiatieven, opdat mensen gelijke kansen zouden krijgen om toegang te hebben tot voldoende voedsel (herverdelingsvisie).
Voedselzekerheid Voedselzekerheid betekent dat alle mensen op elk moment fysieke en economische toegang hebben tot voldoende, veilig en voedzaam voedsel dat voldoet aan hun behoeften en voorkeuren en hen in staat stelt om een gezond en actief leven te leiden. (bron: Achtergronddossier Campagne 2013 Broederlijk Delen)
‘Honger’ op het menu Campagne 2013 | 15
De leerlingen zoeken per twee uit welk initiatief waar thuishoort. Deel bijlage 1 (p. 20) uit. Daarop staan tien beelden uit de campagnefilm met telkens een korte beschrijving van het initiatief. Afhankelijk van de tijd kan een deel van de foto’s of kunnen alle foto’s aan bod komen. De leerlingen noteren op werkblad 1 op de juiste plaats in de tabel de titel van de initiatieven. Overloop daarna klassikaal de antwoorden. Initiatieven voor duurzame groei oogst of veestapel
Herverdelingsinitiatieven voor betere toegang tot voedsel
cursus over zaaitechnieken cursus over besproeiing cursus over bemesting cursus over kippenkweek samenwerken*
samen sparen cursus over fietsherstel cursus over bijenkweek samen belangen verdedigen cursus over naaitechnieken samenwerken*
* Samenwerken hoort bij allebei thuis. Het gaat zowel over meer productiviteit als betere toegang tot voedsel (door hoger inkomen). Sluit deze oefening af door te vertellen dat Broederlijk Delen via deze initiatieven in Noord-Oeganda chronische honger op een structurele manier wil bestrijden: door lokaal duurzame groei te stimuleren én door mensen een eerlijke kans te geven om toegang tot voedsel te hebben. Met andere woorden: werk maken van voedselzekerheid.
Onze rol in dit verhaal (20 min.) Om de honger in Noord-Oeganda (maar ook elders) te bestrijden, moeten we volgens Broederlijk Delen meer doen dan enkel lokale initiatieven in ontwikkelingslanden ondersteunen. Daarom zet Broederlijk Delen in op verschillende terreinen. Naast beleidsbeïnvloeding in onder meer België wil de organisatie ons via haar campagne ook doen nadenken over onze omgang met voedsel. Zo kan er wereldwijd gewerkt worden aan een duurzaam en eerlijk voedselsysteem. Een belangrijke uitdaging hiervoor is het tegengaan van verspilling, bv. door minder voedsel weg te gooien. De gemiddelde Europeaan gooit 180 kg voedsel per jaar weg ... Hoe komt dat? Op werkblad 1 staan vier afbeeldingen. De leerlingen krijgen de uitdaging om in kleine groepjes na te denken over de bijbehorende reflectievragen. De afbeeldingen kunnen eventueel verdeeld worden over de groepen. Daarna worden de antwoorden teruggekoppeld naar de klasgroep.
Extra info per foto ‘2 + 1 gratis’ Consumenten laten zich door dergelijke promoties vaak verleiden om een product te kopen. Maar ze hebben dat niet altijd nodig, en zo belandt het in de vuilnisbak. In sommige landen werkt men daarom aan een verbod op dat soort reclames.
veilig eten, maar heeft het wat ingeboet udbaar tot: Ten minste ho aan smaak. ‘Te gebruiken tot’ houdt in dat je het product veilig kunt eten tot de vermelde datum, erna niet meer. Veel mensen scheren beide benamingen echter over dezelfde kam en gooien te snel producten weg die nog perfect eetbaar zijn.
Te grote porties
‘Perfecte’ vruchten
Ook de horeca draagt zijn steentje bij tot de verspilling. Niet alleen doordat klanten bij buffetten zelf te veel nemen, maar ook omdat de porties vaak te groot zijn. Maar er zijn ook initiatieven om er iets aan te doen. Zo zijn er restaurants die klanten laten betalen volgens het gewicht van wat ze op hun bord scheppen, of waar klanten kunnen kiezen tussen een kleine of een grote portie (met verschillende prijzen natuurlijk).
Winkels overtuigen consumenten om een product te kopen door ‘het zicht’: appels moeten er rood en glimmend uitzien, vaak ten koste van de smaak ... Het grootste probleem is echter dat boeren die leveren aan winkels zeer streng moeten selecteren: elke vrucht die afwijkt van de norm belandt bij het afval (bv. meloenen moeten 800 gr. wegen. Zijn ze te groot of te klein, dan gaan ze rechtstreeks naar de container). Zo gaan enorme hoeveelheden voedsel verloren.
’Ten minste houdbaar tot’ ‘Ten minste houdbaar tot’ betekent dat het product tot die tijd zijn verwachte kwaliteit behoudt. Erna kan je het nog steeds
Vraag tot slot aan de leerlingen wat ze hiervan meenemen. Waardoor zijn ze verrast? Waar hadden ze nog niet bij stilgestaan? Wat onthouden ze?
16 | Campagne 2013 ‘Honger’ op het menu
Uitbreiding: oorzaken van de honger (30 min.) Deze uitbreiding over oorzaken van honger kan aan bod komen na het stuk ‘Oplossingen voor honger in Noord-Oeganda’. Hoe komt het dat zo veel mensen, vooral in Sub-Sahara Afrika, hongerlijden? De meningen hierover zijn verdeeld. De leerlingen vinden op werkblad 2 (p. 19) twee stellingen terug over de oorzaak van honger. Pols kort even wat ze hiervan vinden. Daarna gaan ze op onderzoek: aan de hand van vijf bronnen staan ze stil bij de achterliggende visie van beide stellingen.
• ‘Toenemende mechanisatie’: honger is een politiek probleem. Veel kleine boeren in ontwikkelingslanden beschikken enkel over hun spierkracht. Ze hebben niet de middelen om machines te kopen en krijgen geen toegang tot kredieten bij de bank. Ze worden ook te weinig gesteund door hun overheid, die liever investeert in (grootschalige) productie voor export.
Overloop met de leerlingen hun antwoorden en laat ze op hun werkblad onder de stellingen de staakwoorden in het vet noteren.
Vertel de leerlingen tot slot dat deze beide visies ook een benaming hebben. Laat ze zelf nadenken bij welke stelling ze ‘groeivisie’ plaatsen (de eerste) en bij welke ‘herverdelingsvisie’ (de tweede). Welke visie heeft het nu bij ‘het rechte eind’? Tijd voor een discussie met de klasgroep. Mogelijke richtvragen voor de discussie: • Bij welke visie sluit jij je het best aan? Waarom? Welke bron is je het meest bijgebleven en waarom? Wat vind je minder goed aan de andere visie? Waarom? • Om de leerlingen van de groeivisie uit te dagen: wat met alle negatieve gevolgen van ons zeer productieve landbouwmodel (CO2-uitstoot, bodemuitputting, vervuiling, olieverbruik, ...)? Als de boeren in onder meer NoordOeganda ook meer gaan uitstoten, dan helpen we het klimaat helemaal om zeep ... • Om de leerlingen van de herverdelingsvisie uit te dagen: wie draagt de verantwoordelijkheid voor herverdeling? Kan bv. de regering in Oeganda dit op haar eentje waarmaken? Denk aan de internationale druk om de koers van de vrije markt te varen. Maar ook aan de verantwoordelijkheid van producenten en consumenten om verspilling tegen te gaan.
Bij stelling 1 • ‘Aantal ton maïs per hectare’: maximale opbrengst per hectare nastreven. De productie in de Afrikaanse landbouw is ondermaats, zelfs rekening houdend met de moeilijke klimatologische omstandigheden. Hier is veel groeipotentieel. • ‘Wereld heeft miljard ton extra graan nodig’: productie moet bevolkingsgroei volgen. Een productieverhoging is zeker nodig om in 2050 9 miljard mensen te kunnen voeden. • ‘Toenemende mechanisatie’: professionalisering van landbouw. Boeren moeten zichzelf zien als managers van een bedrijf en investeren in bv. mechanisatie van het proces. Zo kunnen de winstmarges stijgen.
Bij stelling 2 • ‘Hoeveel procent van het gezinsbudget gaat naar voedsel?’: honger door gebrek aan geld. Vaak is er wel genoeg voedsel, maar hebben mensen simpelweg niet voldoende geld om dat te kopen. Zeker als de aankoop van voedsel een grote hap uit het gezinsbudget neemt, hebben kleine prijsstijgingen grote gevolgen. • ‘Verspilling van voedsel terugdringen is slimste route’: verstandiger omgaan met voedsel. Er wordt genoeg voedsel geproduceerd voor iedereen, maar we moeten er beter mee omspringen.
Sluit de discussie af door te vertellen dat we volgens Broederlijk Delen in ontwikkelingsgebieden zowel groei als herverdeling nodig hebben. Deze groei moet wel lokaal en op een duurzame manier gebeuren, gecombineerd met herverdelingsmaatregelen om armoede op verschillende niveaus te bestrijden.
Uitbreiding: onze rol in dit verhaal (10 min.) Deze uitbreiding kan aan bod komen voor het stuk ‘Onze rol in dit verhaal’. Op het eind van de campagnefilm zagen we een Vlaams gezin dat bewuste voedselkeuzes maakt. In tegenstelling tot Molly hebben wij namelijk het geluk dat we kunnen kiezen wat we eten. Sta even stil met je leerlingen bij deze luxe die we hebben. Mogelijke richtvragen: • Heb je zelf al eens staan twijfelen in de winkel welk product je zou kopen? Hoe heb je de knoop doorgehakt? Op
basis van welke criteria? Wie beslist bij jullie thuis wat er op tafel komt? • Moeten we echt de keuze hebben tussen vijftig soorten diepvriespizza of honderd soorten soep in de winkel? Hebben we niet te veel keuze? En staan we wel voldoende stil bij wat we kiezen? • Welke keuzes maakt het gezin uit de campagnefilm? Wat vind je hiervan? Zou je dat ook doen?
‘Honger’ op het menu Campagne 2013 | 17
Werkblad 1
1 miljard 2,5 miljard
WAT IS HONGER? 2 miljard
1. Maak de legende van deze figuur compleet: verbind het correcte label met de bijbehorende uitleg en de juiste kleur uit de figuur.
1,5 miljard Label
Uitleg
Aantal mensen
Verborgen honger Normaal Overgewicht Chronische honger
Meer energie opnemen dan je verbruikt (BMI > 25) Te weinig en te eenzijdige voeding over lange periode Tekort aan belangrijke voedingsstoffen Gezond voedingspatroon
1 miljard 2 miljard 1,5 miljard 2,5 miljard
Welk type honger herken je in het verhaal van Molly? Wat zijn de oorzaken hiervan?
2. Bekijk de twee onderstaande figuren. Waarom denk je dat Broederlijk Delen ervoor kiest om in zijn campagne kleinschalige boeren uit Noord-Oeganda te steunen?
10% rednoz dats doon
20% 70%
Bron: FAOSTAT Hunger Map 2010 (www.fao.org/hunger)
In welke situatie bevinden mensen met honger zich? ■ Ze wonen op het platteland ■ Ze wonen in de stad ■ Ze zijn getroffen door een noodsituatie (bv. overstroming)
Aantal mensen met honger in ontwikkelingsgebieden ■ Meer dan 35 % ■ Tussen 25 % en 34 % ■ Tussen 15 % en 24 %
■ Tussen 5 % en 14 % ■ Minder dan 5 % ■ Onvoldoende gegevens
18 | Campagne 2013 ‘Honger’ op het menu
OPLOSSINGEN VOOR HONGER IN NOORD-OEGANDA? Vul onderstaande tabel aan met voorbeelden uit de campagnefilm. Initiatieven voor duurzame groei van oogst of veestapel
Herverdelingsinitiatieven voor betere toegang tot voedsel
ONZE ROL IN DIT VERHAAL Bekijk de afbeeldingen hieronder en beantwoord de bijbehorende vragen.
• Wanneer lieten jij of je ouders je hier wel eens door verleiden? Waarom? • Wat is volgens jou de link met verspilling? • In sommige landen wil men dit soort reclames verbieden. Wat vind je daarvan?
• Welk van beide appels zou jij kopen? Waarom? • Welke smaakt volgens jou het best? Waarom? • Wat is volgens jou de link met verspilling?
udbaar tot:
Ten minste ho
• Vind jij de porties op school of op restaurant te groot? • Wat is volgens jou de link met verspilling? • Wat kan hieraan gedaan worden?
• Wat betekent dat precies? • Wat is volgens jou de link met verspilling? • Wat is het verschil met ‘te gebruiken tot’?
‘Honger’ op het menu Campagne 2013 | 19
Werkblad 2 UITBREIDING: OORZAKEN VAN HONGER Twee verschillende meningen ... • Stelling 1: ‘De grote oorzaak van honger is een tekort aan voedsel. De velden van boeren in onder meer Noord-Oeganda brengen te weinig op. Daardoor is er honger.’ • Stelling 2: ‘Er is genoeg voedsel voor iedereen in de wereld, maar de toegang tot voedsel is zeer ongelijk verdeeld. Mensen in onder meer Noord-Oeganda hebben niet dezelfde kansen als wij.’
Bekijk de vijf bronnen hieronder. Bij welke stelling hoort elke bron thuis? Schrijf het nummer van de stelling erbij.
Aantal ton maïs per hectare 6
Verspilling van voedsel terugdringen is slimste route
Afrika “Momenteel wordt maar liefst één derde van al het voedWereld
5
sel verspild. In rijke landen belandt voedsel te snel in de vuilnisbak. In arme landen is de verdeling van voedsel niet goed georganiseerd en bederft het te snel.”
4 3
(De Standaard, 29/08/2012)
2 1 0
1970
Hoeveel procent van het gezinsbudget gaat naar voedsel?
2008
■ Wereld
■ Afrika
Bron: Rapport ‘Why has Africa become a net food importer?’, FAO, 2011
Wereld heeft miljard ton extra graan nodig
75%
“De VN en de OESO waarschuwen in hun nieuw rapport: ‘De landbouwproductie moet tegen 2050 met 60 % kunnen groeien om de wereldbevolking van 9 miljard mensen te kunnen voeden.’”
15%
■ Ontwikkelingslanden
■ België
Bron: Food Security Indicators van de FAO, gepubliceerd in oktober 2012
(De Standaard, 12/07/2012)
Toenemende mechanisatie Oppervlakte per werker 150 ha 100 ha Hoeveelheid graan geproduceerd per werker
0 Bron: Dossier ‘Aan Tafel’, Expo Aan Tafel, 2012
10.000 ton
20.000 ton
20 | Campagne 2013 ‘Honger’ op het menu
Bijlage 1
Cursus over zaaitechnieken Door tijdens het zaaien of planten ervoor te zorgen dat er evenveel ruimte is tussen elk zaadje of elke plant, is het makkelijker om te wieden en kan de opbrengst van de oogst verhogen.
Samen sparen
Samenwerken Boer(inn)en die er alleen voor staan, worden geholpen door mensen uit de boerengroep om bv. hun land te bewerken.
Cursus over bijenkweek Door lid te worden van een spaargroep leren boeren beter omgaan met geld. Ze kunnen ook geld lenen bij de spaargroep.
Cursus over fietsherstel Door jongeren te leren hoe ze fietsen kunnen herstellen, hebben ze een extra bron van inkomsten. Zo worden de risico’s gespreid.
Cursus over besproeiing Door bv. bananenplanten te besproeien met urine van geiten kunnen plantenziektes voorkomen worden en kan de opbrengst van de oogst verhogen.
Cursus over bemesting Door de planten met bv. geitenmest te bemesten, kan de opbrengst van de oogst verhogen.
Door boeren te leren hoe ze bijen kunnen kweken, hebben ze dankzij de verkoop van honing een extra bron van inkomsten. Zo worden de risico’s gespreid.
Cursus over kippenkweek Door te leren hoe je beter kippen kan kweken, kan de opbrengst van je kleinveestapel verhogen.
Samen belangen verdedigen In groep sta je sterker. Zo kunnen de boeren, door in groep hun producten te verkopen, een betere prijs krijgen.
Cursus over naaitechnieken Door mensen een opleiding te geven in een naaiatelier, krijgen ze een extra bron van inkomsten. Zo worden de risico’s gespreid.
Duurzame landbouw op je bord Campagne 2013 | 21
Duurzame landbouw op je bord Lesschema Doelgroep
Lesstructuur
Hoge moeilijkheidsgraad, bij voorkeur 3 graad.
Hoe ga ik om met voedsel? ➜➜ met foodtest en discussiemethodiek.
Duur
Van België naar Oeganda ➜➜ met een Slimste Mens-puzzelopdracht.
e
1 of 2 lesuren (bij voorkeur aansluitend).
Lesonderwerp
Naar een westers landbouwmodel? ➜➜ met grafieken en filmpje.
Duurzame landbouw op je bord.
Uitbreiding: Naar een westers landbouwmodel? ➜➜ met quiz rond cijfermateriaal en grafieken.
Doelstellingen
Naar een duurzaam landbouwmodel voor Noord-Oeganda ➜➜ met 3 P-model en verwerking met artikel.
M.b.t. de inhoud van de les • De leerlingen kunnen kenmerken en voor- en nadelen van ons industrieel landbouwmodel herkennen. • De leerlingen kunnen het begrip ‘duurzaamheid’ duiden aan de hand van het model van de 3 P’s en kunnen dit model toepassen op een concreet voorbeeld. • De leerlingen kunnen zich een alternatief voor het industrieel landbouwmodel voorstellen. • De leerlingen kunnen het begrip ‘duurzame consumptie’ illustreren aan de hand van concrete acties. • De leerlingen kunnen de duurzaamheid van hun eigen eetgewoontes in vraag stellen. VOET: context 1 (5), context 4 (2, 3, 4) en context 6 (4); Stam 27 M.b.t. de methodiek • De leerlingen kunnen met behulp van richtvragen relevante gegevens uit een film of tekst halen. • De leerlingen kunnen een theoretisch model toepassen op een concreet voorbeeld. • De leerlingen kunnen gegevens ordenen in aangereikte categorieën. • De leerlingen kunnen hun eigen mening formuleren en beargumenteren. • De leerlingen kunnen in groep een gemeenschappelijk doel nastreven. VOET: Stam 1, 5, 12, 13, 16 en 19; Leren leren: informatieverwerking
Didactische werkvormen en leermiddelen • Demonstreren met puzzelopdracht, filmpje, cijfermateriaal en een artikel. • Groepswerk rond grafieken, filmpje en wist-je-datjes met reflectievragen. • Klasgesprek aan de hand van stellingen en richtvragen.
Uitbreiding: Duurzame landbouw in België ➜➜ met filmpje en klasgesprek. Uitbreiding: Duurzame consumptie ➜➜ met groepswerk rond wist-je-datjes.
Lesvoorbereiding leerkracht Lees de lesinhoud, bijlages en werkblaadjes door en bekijk de twee filmpjes die in de les aan bod komen: • de trailer van ‘Our daily bread’ • de reportage over ‘Het Open Veld’ Kopieer werkblad 1, bijlage 1 en de foodtest voor elke leerling. Voor twee lesuren: kopieer ook werkblad 2 en bijlage 2 voor elke leerling.
Gebruikte literatuur, media, … Campagnematerialen Broederlijk Delen 2013 (campagnekrant en achtergronddossier). Dossier ‘Aan Tafel’, Expo Aan Tafel, 2012. Dossier ‘Klimaat- en voedselcrisis’, Oxfam, 2012. Rapport ‘Agriculture at a Crossroads’, IAASTD, 2008. Rapport ‘Why has Africa become a net food importer?’, FAO, 2011. Statistics Belgium, Nationaal Instituut voor de Statistiek, http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/. The World Factbook - Uganda, CIA, https://www.cia.gov/ library/publications/the-world-factbook/geos/ug.html.
22 | Campagne 2013 Duurzame landbouw op je bord
Hoe ga ik om met voedsel (15 min.) De campagne van Broederlijk Delen gaat dit jaar over honger in Oeganda. Bij wijze van inleiding staan we even stil bij de manier waarop de leerlingen zelf met voedsel omgaan. Geef elke leerling een exemplaar van de foodtest (p. 30) en laat ze de test maken.
Pols kort per profiel welke leerlingen erop uitkwamen. Daarna wordt een klasgesprek gevoerd aan de hand van het schema hiernaast. Dat kan op het bord worden getekend of op de grond worden aangegeven met papiertape. Bedoeling is dat de leerlingen een positie innemen op het veld (bv. met post-its met hun naam erop) over vier tips uit de Foodtest. Afhankelijk van de tijd kunnen één of meerdere tips aan bod komen. • Eet minder kant-en-klaarmaaltijden. • Eet zoveel mogelijk seizoensgebonden en lokale producten. • Eet 1 dag per week geen vlees. • Overtuig anderen ervan dat duurzaam eten lekker kan zijn. Laat leerlingen met ‘extreme’ posities hun keuze beargumenteren en laat andere reageren. Eventueel kunnen de leerlingen daarna van plaats veranderen.
het heeft zin
ik doe niet mee
ik doe mee
het heeft geen zin
Van België naar Oeganda (10 min.) Na een eerste verkenning over onze omgang met voedsel in België maken de leerlingen nu kennis met het campagneland Oeganda. De leerlingen krijgen op werkblad 1 (p. 26) een Slimste Mens-puzzel voorgeschoteld. De puzzel bestaat uit twaalf begrippen, waaruit vier trio’s kunnen gehaald worden. Het gaat telkens om een bepaald thema met bijbehorende gegevens uit België en Oeganda. Oplossing
Oeganda
België
Aantal mensen dat leeft van de landbouw
80 %
2%
Gemiddelde leeftijd van de bevolking
15 jaar
40 jaar
Aantal mensen onder de armoedegrens
1 op 4
1 op 7
Aantal jaren vrede
7 jaar
68 jaar
Vertel aan de leerlingen dat Oeganda een land is in Afrika. Het noorden werd twintig jaar lang geteisterd door oorlog en is nu in volle heropbouw. Ten gevolge van de oorlog werd veel landbouwgrond verwaarloosd en ging veel landbouwkennis verloren. Met een zeer jonge bevolking en zeer veel mensen afhankelijk van de landbouw is voldoende voedsel produceren een grote uitdaging. Honger is een probleem dat regelmatig terugkeert, zeker in de maanden net voor de oogst, wanneer er hard gewerkt moet worden. Hoe kan dat probleem aangepakt worden?
Landbouw volgens een westers model? (15 min.) Misschien kan Oeganda iets leren uit onze geschiedenis? Na Wereldoorlog II kende Europa een heuse bevolkingsgroei, maar de gevreesde voedseltekorten bleven uit dankzij de modernisering van de landbouw. Wat hield deze modernisering precies in? Omdat beelden soms meer zeggen dan woorden, kan hier de trailer van ‘Our daily bread’1 getoond worden. Daarin komen diverse beelden van ons industrieel landbouwmodel aan bod. Toon de film en vraag aan de leerlingen wat hen opvalt aan onze huidige manier van aan landbouw doen. Probeer te komen tot drie eigenschappen van onze moderne landbouw (A. mechanisering, B. gebruik van verdelgingsmiddelen & meststoffen en C. groot waterverbruik). Laat dit door de leerlingen aanvullen in het schema op werkblad 1 (zie ook het schema hieronder).
1
http://www.vizzi.be/programma/our-daily-bread
Duurzame landbouw op je bord Campagne 2013 | 23
Wat zijn nu de voor- en nadelen van dit landbouwmodel? De leerlingen gaan in groep op onderzoek, bv. per vier. Geef elk groepje een kopie van bijlage 1 (p. 28). Daarop vinden ze vijf grafiekjes. Elke grafiek beschrijft een bepaalde trend in westerse landen die samenhangt met ons westers landbouwmodel2. De leerlingen noteren op werkblad 1 of het over een voor- of nadeel gaat.
Modernisering van de landbouw Eigenschappen:
A. Mechanisering
B. Gebruik van verdelgings- C. Groot waterverbruik middelen & meststoffen
Gevolgen: Voordelen
Nadelen
2. Stijgende productiviteit per hectare
Vertel aan de leerlingen ter afronding van deze opdracht dat ons landbouwmodel, ook wel het industrieel landbouwmodel genoemd, tegenwoordig onder vuur ligt. De negatieve gevolgen krijgen de bovenhand en ook die ene troef, de stijgende productiviteit, lijkt op de terugweg (bv. door bodemuitputting). Volgens een VN-rapport uit 2008 komt de moderne landbouw dan ook steeds dichter bij de grenzen van zijn mogelijkheden. Business as usual is onhoudbaar.
1. Stijgende CO2-uitstoot 3. Dalende winst voor boeren 4. Stijgend aantal failliete boeren 5. Stijgende bodem- en watervervuiling
Lestip: Veeteelt & Globalisering In deze les kan de link gelegd worden tussen de industrialisering van de veeteelt en de toenemende globalisering van de voedselindustrie. Films die dit treffend illustreren: • ‘We Feed the World’ • ‘Darwin’s Nightmare’ • ‘Smakelijk eten’ • ‘Koe 80 heeft een probleem’
Naar een duurzaam landbouwmodel voor Noord-Oeganda (10 min.) Is er een alternatief voor ons industrieel landbouwmodel in Noord-Oeganda? Volgens Broederlijk Delen (en heel wat andere organisaties) wel. Zij schuiven het model van de kleinschalige familiale landbouw naar voren. In plaats van enkel te streven naar zoveel mogelijk opbrengst per hectare, produceer je voldoende voedsel op een duurzame manier. Wat houdt dat in?
Vertel de leerlingen dat ‘duurzaamheid’ vaak geduid wordt met het model van de 3 P’s. Dit model vinden de leerlingen terug op hun werkblad en kunnen ze aanvullen. Waarvoor staan de drie P’s? • profit: de economische pijler, kortweg: de winst (of wat ruimer: de welvaart) • people: de sociale pijler, kortweg: de mensen • planet: de ecologische pijler, kortweg: de planeet Duurzame systemen streven ernaar dat deze drie pijlers onderling in evenwicht zijn. Geef de leerlingen de opdracht om stil te staan bij welke ‘P’ elk voor- en nadeel uit het vorige schema (p. 26) van ons moderne landbouwmodel thuishoort. Laat ze de voor- en nadelen in hun schema op werkblad 1 markeren met de juiste kleur. • profit: 2. stijgende productiviteit per hectare; 3. dalende winst voor boeren • people: 4. stijgend aantal failliete boeren • planet: 1. stijgende CO2-uitstoot; 5. stijgende bodem- en watervervuiling Hieruit blijkt dat er geen goed evenwicht is tussen de 3 P’s. Het voordeel op economisch vlak gaat ten koste van milieu en mensen.
2
De grafiekjes geven enkel een bepaalde trend weer, geen exacte cijfers. Natuurlijk zijn ze wel gebaseerd op gefundeerde wetenschappelijke gegevens (cf. Lesschema: gebruikte literatuur).
24 | Campagne 2013 Duurzame landbouw op je bord
Geef de leerlingen vervolgens de opdracht om het artikel over boerengroepen in Noord-Oeganda (bijlage 1, p. 28) te lezen en laat hen nadenken welke van de 3 P’s erin aan bod komt. Overloop daarna de antwoorden. • profit: boeren kunnen hun inkomsten verhogen via samenwerking en dankzij de gedeelde kennis. • people: wie het moeilijk heeft, krijgt steun van de groep. Samen kunnen de boeren hun belangen beter verdedigen. • planet: ecologische technieken worden uitgewisseld. Door samen te werken wordt er minder verspild. Deze oefening maakt duidelijk dat de 3 P’s hier nauw verweven zijn met elkaar. Door boerengroepen in Noord-Oeganda te ondersteunen, wil Broederlijk Delen een hogere voedselproductie stimuleren, met respect voor mens en planeet. Dit via het model van de kleinschalige, familiale landbouw.
Kleinschalige landbouw Volgens Olivier De Schutter, speciaal VN-rapporteur voor het recht op voedsel, is kleinschalige landbouw per eenheid land productiever dan grootschalige industriële landbouw. Het creëert meer werkgelegenheid, de productie per hectare is hoger en het is ecologisch duurzamer. Ook per eenheid energie die geïnvesteerd wordt, is kleinschalige landbouw veel productiever. Daarnaast draagt het niet alleen bij aan de strijd tegen klimaatopwarming, maar zijn de systemen vaak ook beter opgewassen tegen de veranderende weerspatronen als gevolg van de klimaatverandering. (bronnen: Achtergronddossier campagne 2013 Broederlijk Delen, Achtergronddossier campagne 2012 Oxfam)
Uitbreiding: landbouw volgens een westers model? (15 min.) Deze uitbreiding sluit naadloos aan bij de opdracht met de grafiekjes. Aan de hand van een quiz met cijfermateriaal worden de eigenschappen, gevolgen en hun onderlinge verbanden verder uitgediept. Geef de leerlingen de opdracht om de quiz op werkblad 2 (p. 27) op te lossen. Per vraag denken ze ook na met welke grafiek(en) uit bijlage 1 (p. 28) het cijfermateriaal verband houdt.
Oplossingen 1. B. 32 % (bron: Dossier ‘Klimaat-en Voedselcrisis’, Oxfam, 2012) ➜➜ verwijst naar ‘1. Stijgende CO2-uitstoot’. Landbouw heeft een zeer belangrijk aandeel in de klimaatopwarming. 2. B. 11 % (bron: IAASTD-rapport, VN, 2008) ➜➜ verwijst naar ‘5. Stijgende bodem- en watervervuiling’. Dit hangt samen met het gebruik van verdelgingsmiddelen en meststoffen. 3. C. 5 ton per hectare (bron: FAO-rapport 2011) ➜➜ verwijst naar ‘2. Stijgende productiviteit per hectare’. Dit hebben we te danken aan de drie eigenschappen van de westerse landbouw: A. mechanisering, B. gebruik van verdelgingsmiddelen en meststoffen en C. groot waterverbruik. 4. A. 50.000 boeren (bron: Dossier ‘Aan Tafel’, Expo Aan Tafel, 2012) ➜➜ verwijst naar ‘4. Stijgend aantal failliete boeren’, maar hangt ook samen met ‘3. Dalende winst voor boer’. Boeren moeten steeds meer investeren in machines en verdelgingsmiddelen, maar hun winstmarges nemen af. Om rendabel te zijn, moeten landbouwbedrijven steeds groter worden (= schaalvergroting). Dat verklaart de beperkte daling in landbouwoppervlakte in België, ondanks de grote afname van het aantal boeren. 5. C. Bijna 50 % (bron: Achtergronddossier campagne 2013 Broederlijk Delen) ➜➜ verwijst naar ‘5. Stijgende bodem- en watervervuiling’. Dit hangt samen met het grote waterverbruik en het gebruik van verdelgingsmiddelen en meststoffen.
Vertel de leerlingen dat ons moderne landbouwmodel gevolgen heeft voor mens en planeet. Deze gevolgen zijn sterk met elkaar verbonden. Het is dus niet voldoende om ons huidige model hier en daar wat bij te sturen, bv. door enkel te focussen op zuiniger waterverbruik. Er moet op verschillende fronten tegelijk worden ingezet en dat vraagt een andere aanpak ...
Duurzame landbouw op je bord Campagne 2013 | 25
Uitbreiding: duurzame landbouw in België (10 min.) Deze uitbreiding kan volgen op het onderdeel ‘Naar een duurzaam landbouwmodel in Noord-Oeganda’. Ook in België zijn er allerhande initiatieven die werk willen maken van een ander, duurzaam landbouwmodel. Om dit voor leerlingen concreet te maken, kan het filmpje ‘Het Open Veld’3 getoond worden. Daarin wordt vertrokken van het concept community supported agriculture, een van de mogelijkheden om het anders aan te pakken.
Verdeel vooraf de klas in drie groepen: een groep ‘Planet’, een groep ‘People’ en een groep ‘Profit’. De leerlingen lijken vanuit hun pijler naar het filmpje: hoe komt ‘onze’ P aan bod? Laat ze daarna in groep overleggen en hun antwoorden neerschrijven op werkblad 2 (p. 27). Overloop dit samen: • profit: de risico’s van een mislukte oogst worden gespreid; boer Tom heeft een vast loon; mensen betalen een vast bedrag voor verse producten naar keuze. • people: mensen ontmoeten elkaar op het veld; mensen krijgen verse en gezonde groenten; mensen leren nieuwe groenten kennen. • planet: boer Tom doet aan biologische landbouw en hanteert ecologische principes (schapen om te maaien, verscheidenheid aan gewassen, bijen voor honing en bestuiving van kersen). Start daarna een klasgesprek over dit model van duurzame landbouw. Daarvoor kunnen volgende richtvragen dienen: • Zit ‘jullie’ P er voldoende in? Vinden jullie dat een andere P er te veel of te weinig inzit? Is dit een goed evenwicht? Waarom wel/niet? • Wat vinden jullie van dit landbouwmodel? Zou je dit zelf overwegen? Waarom wel/niet? Sluit af met nog even op te merken dat dit model één van de mogelijke alternatieven is. Het is niet de bedoeling om dit ene voorbeeld overal te kopiëren. Elke context vraagt namelijk een eigen aanpak.
Uitbreiding: duurzame consumptie (25 min.) Deze uitbreiding kan op het einde van de les komen. Pleiten voor duurzame landbouw is natuurlijk zinloos als wij, als consument, geen duurzame keuzes maken in onze voeding. De bedoeling is dat de leerlingen opnieuw nadenken over de duurzame uitdagingen uit de foodtest die ze bij het begin van de les invulden. Gewapend met wat ze nu weten over de uitdagingen van ons huidige landbouwmodel, krijgen ze enkele wist-je-datjes voorgeschoteld die bij hun foodtestprofiel passen. Verdeel de leerlingen in groepjes van twee. Zorg er daarbij voor dat ze telkens hetzelfde profiel hebben. Laat ze vervolgens op de achterzijde van bijlage 2 (p. 29) het kader lezen dat bij hun profiel hoort. Daar worden enkele reflectievragen opgesomd. De leerlingen bespreken deze per twee. Daarna zoekt elk duo een ander duo op met hetzelfde profiel. Beide duo’s bespreken de antwoorden op de reflectievragen. De bedoeling is om verschillende meningen uit te wisselen en, indien mogelijk, tot een gezamenlijk antwoord of een gezamenlijke conclusie te komen. Daarna zoekt elk kwartet, indien mogelijk, een ander kwartet met hetzelfde profiel en wordt de oefening herhaald. Zo komt elke profielgroep tot een gemeenschappelijk antwoord op de reflectievragen. Op het einde vertellen de vier groepen kort tot welke conclusie ze gekomen zijn. De groepjes van de andere profielen kunnen hierop reageren. Tot slot kunnen de leerlingen op zichzelf, met de klas, de graad of zelfs de hele school een uitdaging opnemen rond hun eigen voedselgewoontes. Alle info vind je op www.broederlijkdelen.be/foodtest!
3
http://www.een.be/programmas/dagelijkse-kost/biologische-oogsttuin
26 | Campagne 2013 Duurzame landbouw op je bord
Werkblad 1 OEGANDA vs. BELGIË In deze tabel zijn vier trio’s verstopt die bij elkaar horen, een beetje zoals in het programma ‘De Slimste Mens ter Wereld’. Er wordt telkens een begrip gekoppeld aan een cijfer uit Oeganda en een cijfer uit België. Verbind de juiste trio’s met elkaar.
2%
68 jaar
Aantal mensen onder de armoedegrens
Aantal mensen dat leeft van de landbouw
40 jaar
1 op 4
1 op 7
7 jaar
15 jaar
Gemiddelde leeftijd van de bevolking
80 %
Aantal jaren vrede
LANDBOUW VOLGENS EEN WESTERS MODEL? Je krijgt van de leerkracht een aantal grafiekjes. Er zijn twee types: • grafieken die een voordeel van ons moderne landbouwmodel tonen • grafieken die een nadeel van ons moderne landbouwmodel tonen Noteer in onderstaand schema bij ‘Gevolgen’ het cijfer van de grafiek en een korte beschrijving.
Modernisering van de landbouw Eigenschappen:
A.
B.
C.
Gevolgen: Voordelen
Nadelen
NAAR EEN DUURZAAM LANDBOUWMODEL VOOR NOORD-OEGANDA • Vul de begrippen bij het model van de 3 P’s aan: People: Planet: Profit: Duurzaamheid: • Bekijk terug de voor- en nadelen van ons westerse landbouwmodel. Aan welke P kan je ze koppelen? Markeer de voor- en nadelen met de kleur van de juiste P. • Lees het artikel over Broederlijk Delen in Noord- Oeganda. Welke van de drie P’s herken je? People: Planet: Profit:
People
DUURZAAMHEID Profit
Planet
Duurzame landbouw op je bord Campagne 2013 | 27
Werkblad 2 LANDBOUW VOLGENS EEN WESTERS MODEL? Tijd voor wat cijfertjes! Hieronder vind je zes vragen met telkens drie mogelijke antwoorden. Wat is het juiste antwoord? Geef ook per vraag aan naar welke van de vijf grafiek(en) dit cijfer verwijst. 1. De landbouw is wereldwijd rechtstreeks verantwoordelijk voor 17 % van de uitstoot van broeikasgassen, bv. door de scheten van koeien. Als we de onrechtstreekse uitstoot door onder meer ontbossing meetellen, komen we zelfs op ... a. 22 % b. 32 % c. 42 %
➜➜ verwijst naar grafiek …
2. In zestig jaar tijd steeg de productie van verdelgingsmiddelen van 0 ton naar 3,5 miljoen ton. Wereldwijd gebruiken landbouwers gemiddeld steeds meer verdelgingsmiddelen. De laatste vijftien jaar was er een toename van ... a. 10 % b. 11 % c. 12 %
➜➜ verwijst naar grafiek …
3. Tussen 1960 en 2008 slaagden we erin om wereldwijd de opbrengst van maïs per hectare gevoelig te doen stijgen. Meer bepaald gingen we van 2,5 ton per hectare naar ... a. 3 ton per hectare b. 4 ton per hectare c. 5 ton per hectare
➜➜ verwijst naar grafiek …
4. In 1960 telde België nog meer dan 250.000 landbouwbedrijven. In 2010 moesten we het stellen met minder dan ... a. 50.000 b. 60.000 c. 70.000
➜➜ verwijst naar grafiek …
5. Hoeveel procent van de vervuiling van waterlopen in de VS wordt veroorzaakt door de landbouw? a. bijna 30 % b. bijna 40 % c. bijna 50 %
➜➜ verwijst naar grafiek …
DUURZAME LANDBOUW IN BELGIË Bekijk het filmpje van boer Tom. Hoe komen de 3 P’s in dit landbouwmodel aan bod? • Profit: • People: • Planet:
DUURZAME CONSUMPTIE Lees de ‘wist-je-datjes’ die bij jouw profiel horen en beantwoord de bijbehorende vragen.
28 | Campagne 2013 Duurzame landbouw op je bord
Bijlage 1 LANDBOUW VOLGENS EEN WESTERS MODEL? 2. Productiviteit per hectare in westerse landen Productiviteit per hectare
CO2-uitstoot
1. CO2-uitstoot in westerse landen
1945 - 2000
4. Faillissementen bij boeren in westerse landen Faillissementen bij boeren
Winst voor boer
3. Winst voor boer in westerse landen
1945 - 2000
1945 - 2000
Bodem- en watervervuiling
5. Bodem- en watervervuiling in westerse landen
1945 - 2000
Broederlijk Delen ondersteunt boerengroepen in Noord-Oeganda Broederlijk Delen gaat in Oeganda de strijd aan tegen de honger. Daarvoor ondersteunen we lokale partnerorganisaties die op verschillende manieren te werk gaan.
1945 - 2000
Zo worden boeren verenigd in zogenaamde ‘boerengroepen’. Centraal in deze groepen staat het doorgeven van landbouwkennis aan elkaar. Boeren leren bv. om hun zaden in rijen te zaaien. Zo kunnen ze gemakkelijker wieden en is de opbrengst op het einde van de rit groter. Of ze leren hun planten besproeien met natuurlijke middelen. Zo worden de planten minder snel ziek. Ook samenwerking is binnen deze groepen belangrijk. Boeren die er alleen voor staan krijgen bv. hulp van andere groepsleden om hun land te bewerken. Daarnaast werken ze ook samen om hun oogst gezamenlijk te verkopen. Door de grotere volumes kunnen ze een betere prijs krijgen voor hun producten. Er zijn ook groepen die een gezamenlijke graanschuur bouwen. Zo kunnen ze de zaden beter bewaren voor een volgend jaar en gaat er minder zaad verloren.
Duurzame landbouw op je bord Campagne 2013 | 29
Bijlage 2
Hapklare Brok Wist je dat ...
Exotische Stoot Wist je dat ... • er voor een bakje aardbeien dat in de winter in de winkel ligt 24 keer meer energie nodig is dan voor zomeraardbeien die rechtstreeks van het veld komen? • Colombiaanse bananen 9.000 km afleggen vooraleer ze hier in de winkel liggen? Per vliegtuig is dat goed voor 10.300 kg CO2uitstoot. • lokaal geteelde groenten en fruit meestal meer of een betere smaak hebben? Ze zijn ook beter voor de portemonnee aangezien ze in het oogstseizoen vaak goedkoper zijn. (bron: Evelyne Huytebroeck over project ‘Proef Brussel’)
• de porties van de meeste kant-en-klaarmaaltijden te klein zijn? Hierdoor heb je de neiging om tussendoor sneller te snoepen. • de meeste kant-en-klaarmaaltijden te weinig groenten en vezels bevatten? • de meeste kant-en-klaarmaaltijden te veel zout bevatten? Niet goed voor de bloeddruk dus ... (bron: www.knack.be, ‘Kant-en-klaar gegeten’)
Enkele vragen ... • Had je hier al eens bij stilgestaan? Verbaast dit je? • Verandert dit je mening over kant-en-klaarmaaltijden? • Zou je op basis hiervan overwegen minder kant-en-klaarmaaltijden te eten?
Enkele vragen ... • Had je hier al eens bij stilgestaan? Verbaast dit je? • Verandert dit je mening over lokale en seizoensgebonden producten? • Zou je op basis hiervan overwegen meer lokaal en seizoensgebonden te eten?
Lekker lokaal Ding Wist je dat ... • Steven De Geynst uit Gent een zak muffins uit een afvalcontainer van een supermarkt had meegenomen en hiervoor voor de rechtbank werd gesleept? • Steven ‘de muffinman’ werd vrijgesproken en een symbool werd in het verzet tegen voedselverspilling? Supermarkten gooien te vaak producten weg die nog goed zijn.
Gast met Goesting Wist je dat ... • de gemiddelde Belg 102 kg vlees eet per jaar? Het wereldwijde gemiddelde is 40 kg. • je voor 1 kg varkensvlees 5 kg veevoer nodig hebt? En voor 1 kg rundvlees 15.500 liter water? • 70 % van alle landbouwgrond vandaag gebruikt wordt voor vleesproductie? Minder vlees eten betekent dus dat er meer monden gevoed kunnen worden. (bron: Achtergronddossier campagne 2013 Broederlijk Delen)
Enkele vragen ... • Had je hier al eens bij stilgestaan? Verbaast dit je? • Verandert dit je mening over vlees eten? • Zou je op basis hiervan overwegen om 1 dag per week geen vlees te eten?
• minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten door alle heisa in actie kwam? Ze zag een kans om iets te doen aan de verspilling in winkels én de tekorten bij voedselbanken. • er een proefproject is opgestart in de Delhaize in Sint-Truiden? Onverkocht voedsel dat normaal in de container verdwijnt, wordt nu aan voedselbanken geschonken. Zo komen de afgedankte producten terecht bij mensen die het moeilijk hebben om rond te komen. • dit succesvolle proefproject nu uitgebreid wordt naar andere steden? (bron: De Standaard, ‘Elke dag restjesdag’)
Enkele vragen ... • Had je hier al van gehoord? Wist je dit? • Verandert dit je mening over wat je als individu kan bereiken? • Zou je op basis hiervan overwegen om anderen te overtuigen van jouw voedselprincipes?
30 | Campagne 2013 Duurzame landbouw op je bord
www.broederlijkdelen.be/foodtest
Zweer je bij frietjes met stoofvlees, of doet een oosters wokgerecht je watertanden? Kortom: ben jij een gast met goesting of eerder een exotische stoot? We dagen je uit om over je eigen omgang met voedsel na te denken. Doe de foodtest en ontdek welk voedselprofiel het best bij jou past. Wat zou jij doen in de gegeven situatie? Omcirkel telkens het meest waarschijnlijke antwoord. Draai daarna je blad om en ontdek jouw profiel.
1. Het is tijd om te lunchen. In welke situatie kan je jezelf het best vinden? Ik smeer mijn boterhammetjes met groentesalade. Dat zal smaken! Ik kies voor een warme maaltijd. Boterhammen zeggen me niet zoveel. Ik ontdek in de koelkast nog een pittige mango-currysalade voor op mijn brood. Een heerlijke combinatie met mijn Thaise noedelsoep. Ik koop snel een belegd broodje en speel het met smaak naar binnen. 2. Je hebt iets te vieren en er komen enkele vrienden eten. Wat zet je op het menu? Ik laat pizza aan huis leveren en zet een dvd op. We ploffen samen in de zetel om knusjes een leuk filmpje te bekijken. Ik maak een kruidige pasta met heel wat verse groentjes, noten en een rijke salade. Heerlijk gewoon! Ik twijfel tussen tapas, een pittig oosters wokgerechtje of een hartige chili con carne. Mijn oude vertrouwde menu: véél frietjes met stoofvlees of vol-au-vent. 3. Het is woensdagavond, je maag knort, het is tijd om te eten. Welke situatie past het best bij jou? Deze avond volg ik muziekles of ga ik sporten. Veel tijd om rustig te eten zal er alleszins niet zijn. Ik koop waarschijnlijk iets onderweg. Op woensdag eten we vaak een ovenschotel met de groentjes uit ons biopakket. De frietpot staat al op en heerlijke frietdampen komen uit de keuken. Nu nog wachten tot iedereen thuis is, dan kunnen we allemaal aan tafel. Ik hoop op een verrassende Italiaanse pasta … zolang het maar geen gewone aardappelen zijn, zo saai. 4. Stel: je krijgt 50 euro waarmee je inkopen mag doen voor een maaltijd. Wat vinden we hoogstwaarschijnlijk in jouw winkelkar terug? Champignons, linzen, biologische kaas, walnoten, pastinaak, een pittige tomatentapenade en een bessentaart. Scampi’s, ananas, een blikje kokosmelk, gember, noedels en verse mango’s. Een zak diepvriesfrietjes, biefstuk, chips, hapjes voor in de oven en chocomousse. Een kant-en-klaarmaaltijd, frisdrank, borrelnootjes en een doos fruitsla. 5. Je gaat met je familie iets kleins eten op restaurant. Er wordt gezamenlijk gekozen voor de dagschotel: ribbetjes met frietjes en sla. Hoe reageer je? Je prijst jezelf gelukkig. Zonder een stevige portie vlees heb je niet gegeten. Je vraagt de ober of er een vegetarisch alternatief is. Je bent opgelucht en blij dat het een dagschotel is geworden. Je mag er niet aan denken hoeveel tijd je zou verliezen als iedereen vrij zou kiezen van de menukaart. Je hoopt dat het menu de volgende keer wat minder typisch Vlaams zal zijn. 6. Heel wat producten in de supermarkt hebben al duizenden kilometers afgelegd voor ze in de rekken belanden. Wat denk jij hierover? Komen mijn aardappelen uit Nieuw-Zeeland of België? Het maakt me niet uit, zo lang ze maar lekker smaken. Voor ik iets koop, kijk ik naar de herkomst van het product. Ik kies zo vaak mogelijk voor het meest lokale. De wereld heeft zo veel lekkers te bieden, dus waarom zou ik altijd Belgische producten kiezen? Die kilometers vallen heus wel mee … Uitzoeken waar mijn product vandaan komt? Ik heb wel betere dingen te doen. 7. Er staat nog een restje eten van gisteren in de koelkast. Wat doe je ermee? Met restjes maken we thuis de dag nadien meestal nog iets lekkers. Vaak zijn de resultaten verrassend! Na enkele dagen belandt het waarschijnlijk in de vuilbak. Ik verlies de restjes meestal uit het oog. Ik vind het maar saai om 2 dagen achter elkaar hetzelfde gerecht te eten. Als ik zie welke andere nieuwe dingen in de koelkast me toelachen, is de keuze snel gemaakt! Die restjes steek ik wel in de diepvries voor later. Restjes zwier ik bij de kippen. Dat levert me later nog een lekkere omelet op.
Ga in de vragenlijst na welk symbool je het meest hebt gekozen. Vul vervolgens de tabel hiernaast aan en ontdek je profiel! Welke uitdagingen zijn voor jou weggelegd? Dat kom je te weten als je verder leest.
Aantal
Jij bent een… Hapklare brok Exotische stoot Gast met goesting Lekker lokaal ding
Je hebt duizend en één plannen, je agenda staat altijd vol en je hebt een hekel aan wachten. Voor een bezige bij als jij moet alles snel gaan, je wilt geen tijd verspillen aan nutteloze dingen. Een goede maaltijd? Die is volgens jou vooral snel en praktisch. Een belegd broodje of een kant-en-klaarmaaltijd vormen voor jou dagelijkse kost. Zelf koken of lang op restaurant zitten is iets voor mensen met te veel tijd!
Knap hoe je erin slaagt elke minuut nuttig te gebruiken, maar neem ook even de tijd voor een time-out! Heb je al eens stilgestaan bij het kostenplaatje van je eetgedrag? We hebben het dan niet alleen over de prijs, maar ook over de restjes die je vaak weggooit, en vooral over de enorme berg verpakkingsafval die je produceert. Zet jezelf misschien wat vaker op pauze en durf stil te staan bij je voedselkeuzes. Wie weet welke culinaire hoogstandjes je allemaal ontdekt ... Ga de uitdaging aan: ga de strijd aan met je kookpotten en gooi minder weg.
Hoe pak je dit aan? Ontdek onze tips en suggesties op www.broederlijkdelen.be/hapklarebrok
Je bent creatief en probeert graag nieuwe dingen uit, hoe zotter hoe liever. Ook op je bord laat je je graag verleiden door exotische onbekenden. Je vindt dat niet alleen spannend, maar meestal nog lekker ook. Als je zelf aan het koken slaat, pak je graag uit met ingrediënten uit verre landen of speciale gerechten waar nog bijna niemand van gehoord heeft. Worst met appelmoes en aardappelen? Hoe saai! Jij gaat op z’n minst voor een pittige tajine of een oosters wokgerechtje. Je bent een echte durver, maar zoek je het soms niet te ver? Een speciale maaltijd kan je net zo goed bereiden met gewaagde ingrediënten van
eigen bodem. Een gerecht met pastinaak, koolrabi, warmoes of rammenas, daar zijn je vrienden misschien nog meer van onder de indruk. Een tip als je de exotische keuken niet kan laten: ga voor eerlijke handel uit de Oxfam Wereldwinkel. Ga de uitdaging aan: denk globaal, probeer lokaal! Ga aan de slag met seizoensgebonden lokale ingrediënten en laat een nieuwe wereld voor je opengaan.
Hoe pak je dit aan? Ontdek onze tips en suggesties op www.broederlijkdelen.be/exotischestoot
Je profiteert van het leven, dat staat vast, maar dat kan ook anders. Met volle teugen genieten van het leven, daar ben je een krak in. Uitgaan met vrienden is heilig voor jou. En daar hoort vanzelfsprekend ook een stevige maaltijd bij. Het eten hoeft voor jou niet speciaal te zijn, als het maar lekker en vooral veel is. Een grote portie vlees met frietjes of kroketjes en een goeie kwak saus, wat wil een mens nog meer? Groentjes, tja, die neem je er wel bij als er nog plaats is op je bord.
Ga de uitdaging aan: genieten kan ook op een andere manier ... Al eens gedacht aan af en toe veggiedag? Wie weet bevalt die ‘groene’ keuken je net heel goed, want je leert gegarandeerd heel wat nieuwe, overheerlijke gerechten kennen.
Hoe pak je dit aan? Ontdek onze tips en suggesties op www.broederlijkdelen.be/gastmetgoesting
Als iedereen dacht zoals jij, zou de wereld er heel anders uitzien. Helaas, zover zijn we nog niet … Je bent iemand met pit die zich graag inzet voor anderen. Geen inspanning is je te veel, zolang iedereen er maar beter van wordt. Wat betreft eten probeer je zo veel mogelijk te kiezen voor lokale en seizoensgebonden producten. Biowinkel, voedselteams of je eigen moestuin, je gaat ervoor, want ‘duurzaam’ is jouw motto. Niet om mee uit te pakken bij je vrienden, maar wel als principe om naar te leven. Want volgens jou maakt het wel degelijk een verschil.
Ga de uitdaging aan: zet jouw voedselprofiel op de kaart bij minder overtuigde mensen. Niet met opgestoken vingertje, maar op een leuke en uitnodigende manier.
Hoe pak je dit aan? Ontdek onze tips en suggesties op www.broederlijkdelen.be/lekkerlokaalding
De foodtest is een initiatief van Broederlijk Delen met de steun van EVA vzw, Voedstelteams vzw, Velt vzw, Oxfam-Wereldwinkels, Netwerk Bewust Verbruiken vzw en Femma.
Onderwijsmedewerkers Broederlijk Delen Antwerpen Elisabeth Hendrikx Rolwagenstraat 73 2018 Antwerpen tel. 03 217 24 94
[email protected] Limburg Myriam Philippens Tulpinstraat 75 3500 Hasselt tel. 011 24 90 25
[email protected] Oost-Vlaanderen Frank Lavens Sint-Salvatorstraat 30 9000 Gent tel. 09 269 23 45
[email protected] Vlaams-Brabant/Mechelen/Brussel Karen Delvoye Varkensstraat 6 2800 Mechelen tel. 015 29 84 59
[email protected] West-Vlaanderen Mieke Casteleyn Sint-Jorisstraat 13 8800 Roeselare tel. 051 26 08 01
[email protected] Nationaal secretariaat Peter Ketelers Huidevettersstraat 165 1000 Brussel, tel. 02 213 04 45 fax 02 502 81 01
[email protected] www.broederlijkdelen.be Studio Globo secundair Huidevettersstraat 165 1000 Brussel, tel. 02 526 10 98
[email protected] www.studioglobo.be