ME
AP FE M N E K E AF THODI O ‘STR
maken n kennis te la te n ijke handel sene aal van eerl f volwas o rh n ve t e re h e t g e m n om jon
VIDE E D J I B e ethodiek 3m
’
KOFFIE
STRAFFE KOFFIE
INHOUD 2 STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
_________________________________________________________________________ ‘Straffe koffie’. Een ‘straffe’ video over koffie en eerlijke handel OPWARMER _________________________________________________________________________ De ultieme test. Ben ik een bewuste koffiedrinker? METHODIEK 1 ________________________________________________________________________ Van boon tot kop. Het basisverhaal van eerlijke handel METHODIEK 2 _________________________________________________________________________ Van koffie tot pampers. Het politieke werk van eerlijke handel in het Noorden METHODIEK 3 _________________________________________________________________________ Beste vrienden. De producentenpartners van eerlijke handel in het Zuiden EXTRA _________________________________________________________________________ De tien meest gestelde vragen over Oxfam-Wereldwinkels en eerlijke handel INLEIDING
B I J L A G EN
1. 2. 3. 4. 5. 6.
8 foto’s over de koffieketen 4 koffiemerken / 10 logo’s 1 campagneaffiche 6 fiches voor een rollenspel Brief van John Kanjagaile Kaart van Tanzania
COLOFON Concept & methodieken: Peter Cristiaensen Eindredactie: Ben Schokkaert Lay-out: Pier Druk: Druk in de Weer Een uitgave van Oxfam-Wereldwinkels vzw, november 2003 Aankoopprijs € 1,25. Verkoopprijs € 1,50 Bestelnummer 923
4 6 8 15 22 24
3
VOORWOORD De drie methodieken in deze map zijn gemaakt om te gebruiken na het bekijken van de video ‘Straffe Koffie’, een voorstellingsvideo over eerlijke handel en Oxfam-Wereldwinkels. De methodieken zijn bedoeld voor een publiek vanaf 15 jaar dat weinig of niets afweet van eerlijke handel of Oxfam-Wereldwinkels. Elke methodiek bestaat uit verschillende stappen en behandelt één aspect van eerlijke handel en de werking van Oxfam-Wereldwinkels. De methodieken kunnen naar eigen keuze gecombineerd worden. De doelgroepen van deze methodiekenmap zijn zowel wereldwinkeliers die Oxfam-Wereldwinkels ergens gaan voorstellen als leerkrachten tweede en derde graad secundair onderwijs die een les aan eerlijke handel willen besteden - kortom: elke potentiële begeleider van een groep jongeren of volwassenen.
BRON De voornaamste bron voor de informatie in deze handleiding is het rapport Mugged. Poverty in your coffee cup van Oxfam-Internationaal (Oxford, 2002). Meer info over dit rapport: www.maketradefair.com We maakten ook gebruik van het ‘Fair Trade Jaarboek’, Eerlijke handel: een uitdaging voor een betere wereld 2001-2003 (EFTA, 2001), verkrijgbaar in de meeste Oxfam-Wereldwinkels.
INLEIDING 4 STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
STRAFFE KOFFIE. EEN ‘STRAFFE’ VIDEO OVER KOFFIE EN EERLIJKE HANDEL In de video ‘Straffe koffie’ (duur: 9’) doet John Kanjagaile uit Tanzania zijn verhaal. Nathalie zit in een gezellig café koffie te drinken. Plots hoort ze een stem: “Er is een probleem met je koffie. En met je suiker of je chocolaatje.” John is exportdirecteur van een coöperatie van 50.000 koffieboeren in Tanzania. Jaarlijks exporteren zij 500 containers koffie naar Europa. Maar de prijs die ze er voor krijgen is … ‘peanuts’. Gelukkig kunnen ze ook een deel van de oogst naar organisaties als Oxfam-Wereldwinkels exporteren: “Voor onze boeren een wereld van verschil”, zegt John. Nathalie gaat al surfend op onderzoek uit. Ze belandt in een wereldwinkel en in een grootwarenhuis, op zoek naar producten van eerlijke handel. Nathalie en John ontmoeten elkaar bij een actie van Oxfam-Wereldwinkels. Want bedrijven en politici moeten aangepord worden om iets te doen aan de lage koffieprijzen. ‘Straffe koffie’ is een productie van Philippe Rohmer, Patrick Geeraerts en Oxfam-Wereldwinkels. Met John Kanjagaile (Tanzania) en Nathalie De Schepper. Muziek van Coldplay (met dank aan Coldplay en EMI). Geschikt voor kijkers vanaf 14 jaar. Beschikbaar op VHS en cd-rom. Aankoopprijs € 8,00. Verkoopprijs € 10,00. Bestelnummer 957
5
DE TEKST VAN DE VIDEO De uitleg van John Kanjagaile is de enige tekst in de video. We publiceren hem integraal. cafescene Hallo, mijn naam is John. Ik ben de exportdirecteur van een coöperatie in Tanzania. Onze 50.000 leden telen koffie, bananen, bonen en maïs. Voor hun inkomsten zijn ze afhankelijk van koffie. Jij daar! Er is een probleem met je koffie. En ook met je suiker en met je chocolaatje. De producenten worden onvoldoende betaald voor hun werk. De koffie is misschien lekker, maar de koffieboeren hebben het moeilijk.
computerscene Miljoenen families in Afrika, Azië en Latijns Amerika zijn boeren. Ze zijn afhankelijk van de landbouw voor hun eigen voedsel en voor hun inkomen. Daarmee zouden ze hun kinderen naar school kunnen sturen en zelf kunnen rondkomen. Maar het werk op het veld levert zo goed als niets op. Op de internationale markt zijn er geen regels die ons kunnen helpen om de handel tussen Noord en Zuid in goede banen te leiden. Het is zoals bij de vissen: de groten peuzelen de kleintjes op. Wat we nodig hebben zijn regels, een evenwichtig beleid. Kijk wat er nu gebeurt, 60 dollar voor een zak koffie. Hoe kan iemand daarvan overleven? Er moet een oplossing komen. De situatie is verschrikkelijk. De koek moet eerlijk verdeeld worden. Een stuk voor de distributeur. Een stuk voor de exporteur. Een stuk voor de koffiebrander. En dan zou er nog een stuk voor de koffieboer moeten overblijven. Maar dat is nu niet zo... Natuurlijk geldt dit ook voor andere producten. Cacao, suiker, rijst en andere voedingsproducten uit het Zuiden. Tien jaar geleden leerden we eerlijke handel kennen.Het verschil is groot.
wereldwinkelscene De afgelopen tien jaar werkten we samen met organisaties van eerlijke handel, zoals Oxfam. Onze leden ervaren het verschil. Want eerlijke handel betaalt altijd een afgesproken minimumprijs. Vandaag bedraagt die 126 dollar voor een zak. Dat is bijna drie keer de wereldmarktprijs. Met deze som betalen ze ten minste onze productiekosten terug. Zo kunnen onze boeren hun huizen verbeteren, hun velden onderhouden, hun kinderen naar school sturen en ziektes als malaria behandelen.
grootwarenhuisscene Het is belangrijk dat de markt voor eerlijke handel groeit. Dat is mogelijk. Er zijn genoeg mensen die we kunnen aanspreken. Het moet kunnen. Laat het ons proberen.
actiescene Ik hou van deze campagne omdat het de beste manier is om mensen bewust te maken. Zonder die bewustmaking zouden mensen niet weten wat ze voor het Zuiden kunnen doen. Iedereen moet het horen. Doe zo voort. Het is heel belangrijk dat eerlijke handel op de agenda van politici en bedrijven belandt. Dat kan. Opdat iedereen eerlijk denkt en eerlijk handelt.Voor de mensen en voor de wereld.
OPWARMER 6
DE ULTIEME TEST. BEN IK EEN BEWUSTE KOFFIEDRINKER?
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
Deze opwarmer kan je gebruiken bij elk van de drie methodieken en zelfs vóór het bekijken van de video. Je kan er een echte quiz van maken met een quizmaster, verschillende quizgroepjes, … (15’). Of je kan elke deelnemer een kopie van het quizblad geven en de vragen individueel laten invullen (5’). De vragen Het quizblad (blz 7) kan je zelf kopiëren al naargelang het aantal quizgroepen of deelnemers. De antwoorden 1a 2b 3c 4c 5b 6a 7c 8c
Dit is de legende. Alleszins ligt de bakermat van koffie in de bossen van Zuid-Ethiopië, een streek met de naam Kaffa. Speculanten zijn grote financiële groepen die de koffie kopen en verkopen zonder ooit iets van plan te zijn met de koffie zelf. De koffie verhuist fysisch niet van plaats.
Dat van die schep boter is waar. Maar die gaat in de thee en niet in de koffie.
Ben ik een bewuste koffiedrinker?
DE VRAGEN
1 GESCHIEDENIS Waar werd voor het eerst de werking van koffie ontdekt?
5 NEDERLANDS Wat is koffie van ‘eerlijke handel’?
a Ethiopië: een geit knabbelde van wilde koffiestruiken en bleef zó wakker dat zijn baasje het ook probeerde b Mexico: tijdens rituelen mochten enkel Azteekse hogepriesters een aftreksel van de koffiestruik drinken c Griekenland: bij de oude Olympische Spelen (2.500 jaar geleden) werd cafeïne ontdekt als dopingproduct bij atleten uit Sparta
a Koffie verhandeld door de Hollanders, want die staan als eerlijk bekend b Koffie waarvoor de boeren een eerlijke prijs krijgen c Koffie zonder extra chemische smaakstoffen
2 GESCHIEDENIS Uit welk jaar dateert het eerste pakje Douwe Egberts? a 1493 (met koffie door Columbus uit Amerika meegebracht) b 1753 (met koffie door de Hollanders uit hun kolonie Nederlands Indië meegebracht) c 1890 (met koffie door de Belgische koning Leopold II uit Congo meegebracht) 3 ACTUALITEIT Het is crisis in de koffiesector. Waarom? a Omdat de concurrentie met andere drugs steeds sterker wordt b Omdat insecten steeds agressiever aan de koffiestruiken knabbelen c Omdat de prijzen op de koffiebeurzen ingestort zijn wegens een overaanbod aan koffie 4 NEDERLANDS Wat is ‘papieren koffie’? a Economische term voor een aandeel in een koffiebedrijf b Populaire term in Zuid-Europa voor cafeïnevrije koffie c Koffie die door speculanten wordt gekocht en verkocht en opnieuw gekocht en weer verkocht (en zo gemiddeld 11 keer) om winst te maken
6 CULINAIR Belgen drinken gemiddeld 9 kg koffie per jaar. Maar wie zijn de grootste koffiedrinkers? a Finnen. Om het warm te krijgen natuurlijk. b Italianen. In hun straffe espresso’s zit immers veel meer koffie. c Duitsers. Tijdens een ‘kaffeeklatsch’ drinken ze liters. 7 CULINAIR Wat is ‘diplomatenkoffie’? a Koffie zoals de Russen hem drinken: zwart en met een schijfje citroen b Koffie zoals de Japanners het doen: met een kopje thee erbij c Koffie met advocaat en slagroom 8 VARIA Eén van de volgende uitspraken is niet waar. Welke? a Aan het Franse hof in de 18e eeuw werd koffie opgediend in kopjes in de vorm van de borsten van Marie-Antoinette. b In Turkije volstond het voor een man om de echtscheiding aan te vragen als zijn vrouw weigerde hem koffie te serveren. c In Tibet smeren ze boter niet op hun boterham maar zwieren ze een flinke schep boter in hun koffie.
7
METHODIEK 1 8
VAN BOON TOT KOP. HET BASISVERHAAL VAN EERLIJKE HANDEL.
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
Een methodiek in vier stappen stap 1 intro 5’ stap 2 ketenanalyse 10’ stap 3 en nu met cijfers 10’ stap 4 eerlijke handel 10’
STAP 1: INTRO Na het bekijken van de video willen we weten of iedereen enkele essentiële zaken begrepen heeft. Vraag of de volgende uitspraken ‘juist’ of ‘niet juist’ zijn. Geef bij elke uitspraak eventueel nog wat meer info. Snel en bondig (5’). Je kan mensen individueel laten antwoorden, maar je kan ze ook per twee samenzetten en even laten overleggen. Opgelet! We geven bij elke stap behoorlijk uitgebreide achtergrondinformatie. Dat is het geval in de hele brochure. Het is evident dat je als begeleider selecteert naargelang de groep die voor je zit.
1. Koffie groeit enkel in de tropen. Juist of niet juist? Juist. Koffie is een tropisch gewas dat enkel in het warme Zuiden groeit, bij voorkeur op de flanken van bergachtige gebieden. De belangrijkste producenten zijn Brazilië (30% van de wereldproductie), Vietnam (10%) en Colombia (10%).
Koffieproductie (cijfers 2001) minder dan 1 miljoen zakken 1-5 miljoen zakken meer dan 5 miljoen zakken
2. De meeste koffie wordt ter plaatse gedronken. Juist of niet juist? Niet juist. 70% van de wereldproductie wordt naar het Noorden (Europa, Noord-Amerika) geëxporteerd en daar geconsumeerd. Sommige landen zijn economische enorm afhankelijk van de export van koffie. Bijna 80% van de Burundese export is koffie. Voor Ethiopië en Oeganda is dat ongeveer de helft, voor Brazilië slechts 5%.
9
3. Koffie is door de Arabieren over de hele wereld verspreid. Juist of niet juist? Niet juist. Koffie was al langer gekend in de Islamitische wereld. Tijdens de Turkse invasies maakte Europa met de drank kennis. Maar het is pas in de koloniale periode dat koffie de wereld veroverde. Vooral de Hollanders gingen koffie massaal kweken op plantages in Java. De andere koloniale mogendheden volgden. Zo schoten ook in Centraal- en Zuid-Amerika en in Centraal-Afrika de koffiestruiken als paddestoelen uit de grond.
4. Koffie is na olie het tweede belangrijkste handelsproduct. Juist of niet juist? Juist. Koffie komt na olie op de tweede plaats. Wereldwijd proberen naar schatting 25 miljoen boeren hun kost met de teelt van koffie te verdienen.
5. Koffie wordt vooral geteeld op grote plantages. Juist of niet juist? Niet juist. 70% van de productie gebeurt door boeren die over minder dan 10 hectare grond beschikken. De meeste van hen zijn arme families met nauwelijks enkele hectare grond. 30% wordt geproduceerd op - soms zeer grote - plantages.
KOFFIE STAAT SYMBOOL VOOR EEN HELE REEKS PRODUCTEN De huidige crisis in de koffiesector is geen alleenstaand geval. De prijzen voor de meeste grondstoffen (cacao, suiker, rubber, jute, katoen, …) zakken, met rampzalige gevolgen voor vele kleine producenten in het Zuiden. Bovendien zijn heel veel landen in het Zuiden sterk afhankelijk van de export van die grondstoffen. Ook de oorzaken van de lage koffieprijzen zijn vaak dezelfde voor de verschillende producten: een systematische overproductie. Het aanbod is groter dan de vraag. Die overproductie is op zijn beurt het gevolg van een economisch advies van het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank aan het Zuiden: verhoog je inkomsten door meer te exporteren. Maar als iedereen dezelfde grondstoffen exporteert, concurreer je mekaar natuurlijk dood. In deze handleiding werken we verder met het voorbeeld koffie. Omdat het een mooi voorbeeld is. Omdat het een schrijnend voorbeeld is. Omdat het koffieverhaal de kern van de politieke boodschap van OxfamWereldwinkels is. Het is geen toeval dat koffie meer dan 30 jaar geleden het eerste product van de wereldwinkels was en vandaag nog steeds het belangrijkste product van eerlijke handel is.
10
STAP 2: KETENANALYSE
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
Kopieer de acht foto’s uit bijlage 1. Geef aan kleine groepjes de opdracht om de foto’s te rangschikken volgens de chronologie van het productieproces van koffie. Moeilijk is dat niet, maar het geeft wel de mogelijkheid om een ketenanalyse van koffie te maken en - in de derde stap - de verschillen tussen een pak koffie uit het commerciële circuit en een pak koffie van eerlijke handel op een eenvoudige manier duidelijk te maken. Geef de groepjes enkele minuten de tijd om dit te doen. Overloop daarna of iedereen juist zat. Zorg dat één rij foto’s voor iedereen zichtbaar in de goede volgorde komt te liggen (op de grond in het midden van de cirkel of aan een bord).
De koffieboer of De plantage-eigenaar met zijn seizoensarbeiders Foto 1
Het plukken van de rode koffiebessen van de koffiestruiken.
Foto 2
Het verwijderen van het vruchtvlees. (een koffiebes kan je best vergelijken met een kers: het vruchtvlees zit rond een harde kern die bestaat uit twee boontjes)
Foto 3
De bonen drogen in de zon. De lokale opkoper / De lokale exportfirma (zij verpakken de koffie in zakken van 60 kg)
Foto 4
Lokale opkopers kopen de oogst van de boeren op. De importeur van koffie (grote koffiehandelaars zijn enorme bedrijven, meestal zonder naambekendheid, zoals Neumann, Volcafé, Cargill, Aron of Mitsubishi).
Foto 5
Op de koffiebeurzen van New York en Londen wordt de koffie verhandeld. De gemiddelde prijs van de laatste jaren is 60$/zak voor arabica koffie (er zijn twee ‘koffiefamilies’ die vermarkt worden: de zachtere arabica en de bitterdere robusta; elk heeft zijn standaardprijzen volgens de kwaliteit).
Foto 6
Opslag van koffiebalen in grote magazijnen.
Foto 7
Foto 8
De koffiebrander Koffiebranders branden, malen, mengen en verpakken de koffie (de meeste koffie is een mélange van verschillende soorten). Ze strijden met hun merken voor een marktaandeel. De vier grote koffiebranders in de wereld zijn Nestlé, Sara Lee (met onder meer Douwe Egberts), Kraft en Procter & Gamble De distributie De koffie wordt verkocht in grootwarenhuizen of de kleinhandel
11
STAP 3: EN NU MET CIJFERS Koffie wordt ook wel ‘het groene goud’ genoemd. Maar voor wie is koffie ‘van goudwaarde’? De ketenanalyse van koffie toont aan dat vele spelers allemaal een graantje meepikken. En sommige spelers meer dan één graantje. Om dat duidelijk te maken schrijf je op vier (aparte) bladen de volgende getallen: 0,14 $ 0,45 $ 1,64 $ 26,40 $ Terwijl je stap voor stap het verhaal van de Ugandese koffie uit Kituntu vertelt, leg je die getallen naast de foto’s (of je schrijft de getallen op het bord naast de foto’s, of je maakt met slides op een overheadprojector stap voor stap zichtbaar). Selecteer uit de onderstaande informatie wat je wil meegeven. De koffieboer
Een Ugandese boer in Kituntu verkoopt begin 2002 één kilo koffie aan een lokale opkoper voor 0,14$.
De lokale opkoper / De lokale exportfirma
De lokale opkoper betaalt het transport en neemt zijn marge (0,05$). Hij verkoopt de koffie voor 0,26$/kilo aan een exportfirma. Die regelt de verpakking, het transport naar de haven, de verzekering, de taksen, … Ze neemt een eigen marge van 0,09$. De koffie gaat het schip op voor een prijs van 0,45$/kilo.
De importeur van koffie
De importfirma betaalt het transport per schip, de taksen en de havenkosten. Ze neemt een marge van 0,11$. Hij verkoopt de koffie voor 1,64$/kilo.
De koffiebrander De distributie
De koffiebrander betaalt het branden, malen, mengen en verpakken in zijn fabriek, plus de publiciteitskosten. In het rek van een grootwarenhuis in Groot-Brittannië kost die kilo oploskoffie 26,40$.
De koffieboeren zijn de eerste schakel in een lange keten. Het grootste deel van de verwerking gebeurt echter in het Noorden. Dat betekent dat ook het grootste deel van de inkomsten in het Noorden blijven. Het Zuiden exporteert slechts een ‘ruwe’ grondstof. In een markt die volledig vrij is en een overaanbod kent betekent dit ook dat de koffieboeren de zwakste schakel zijn. De koffieprijzen op de beurzen staan op hun laagste peil ooit. De gevolgen voor de koffieboeren zijn dramatisch. Toch zijn er ook winnaars in de koffiecrisis. De laatste jaren rapporteerden de grote koffiebranders hoge winsten in hun koffieafdeling. De prijzen die ze op de koffiebeurzen betalen, zijn immers laag, terwijl de consumentenprijs nauwelijks daalde. De tweede methodiek gaat dieper in op de oorzaken van de lage koffieprijzen en de gevolgen van de koffiecrisis voor zowel ‘de verliezers’ als ‘de winnaars’.
12
DE KOFFIEHANDEL IN CIJFERS
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
• 10 jaar geleden verdienden de koffieproducerende landen ongeveer 10 miljard dollar op een koffiemarkt die ongeveer 30 miljard dollar waard was. Vandaag krijgen zij naar schatting 6 miljard dollar aan inkomsten van de consumenten die ongeveer 60 miljard dollar aan koffie spenderen. Het aandeel van de koffieproducenten is dus gezakt: van meer dan 30% naar minder dan 10%. • Van de prijs van een kop koffie, verkocht in een café of restaurant, gaat ongeveer 1% naar de koffieboer. Van de prijs van een pakje koffie van 250g, verkocht in een grootwarenhuis, gaat ongeveer 6% naar de koffieboer. • Ethiopië kreeg in 2001 voor 58 miljoen dollar schulden kwijtgescholden. Maar het verlies aan koffie-inkomsten door de lage prijzen bedroeg datzelfde jaar 110 miljoen dollar. • Studies in Centraal-Amerika hebben de productiekost voor een zak koffie geschat op 80 dollar per zak. De huidige wereldmarktprijs van 60 dollar betekent dus dat boeren onder de productiekost verkopen. Boeren zonder inkomsten sturen hun kinderen niet meer naar school en lijden honger. Duizenden koffieboeren verwaarlozen hun koffiestruiken, proberen iets anders of verlaten het platteland richting sloppenwijken.
EL SALVADOR: SOCIALE RAVAGE DOOR KOFFIECRISIS WORDT DUIDELIJK In El Salvador waren in 2002 nog maar 80.000 mensen aan het werk in de koffiesector. Tot 1997 telde El Salvador zo’n 20.000 koffieboeren, die samen werk gaven aan 150.000 mensen en nog eens 750.000 anderen indirect aan een baan hielpen. Die aantallen zijn intussen gedecimeerd. Kleine koffieboeren kunnen het zich niet meer veroorloven hun plantages te (laten) wieden of de struiken te snoeien. “Het werk op de plantages van kleine koffieboeren ligt bijna stil”, zegt Ricardo Espitia, de directeur van de Salvadoraanse Koffieraad. De Salvadoraanse koffieoogst lag in 2001 65 procent lager dan het jaar voordien. De export van koffie bracht het land in 2001 nog amper 130 miljoen dollar op - tegenover 311 miljoen dollar in 2000. Koffieboeren krijgen geen kredieten meer omdat de banken denken dat ze hun geld niet zullen terugzien. Veel eigenaars van kleine plantages oogsten alleen nog wat ze snel kunnen plukken. Ze zijn overgeschakeld op overlevingslandbouw of proberen als dagloner bij grote landbouwbedrijven aan de kost te komen. “De producenten zijn wanhopig,” zegt Espitia. “Vorig jaar werden al hun schulden herschikt: ze moesten pas in september van dit jaar beginnen af te betalen. Maar nu beginnen ze bang te worden dat ze weer in gebreke zullen blijven.” De kleine en middelgrote koffieboeren in El Salvador staan voor ongeveer 330 miljoen dollar in het krijt bij de banken. (Bron: IPS)
13
STAP 4: EERLIJKE HANDEL Nu vraag je aan diezelfde groepjes een opsomming te maken van de vier belangrijkste verschillen tussen de Ugandese koffie en de koffie van de Tanzaniaanse coöperatie in de video, verkocht in de Oxfam-Wereldwinkels. Met andere woorden: waarin verschilt eerlijke handel van het commerciële circuit? De meeste antwoorden komen aan bod in de video.
1. van coöperaties
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels handelen niet met plantages en niet met individuele boeren. Wel met coöperaties van kleine boeren: boeren die samenwerken in een groep en met de meeropbrengst van eerlijke handel een aantal sociale doelstellingen willen realiseren.
2. zonder tussenhandelaars
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels kopen koffie rechtstreeks bij de coöperaties. Ze slaan de stap van de lokale opkopers over. Vanuit hun machtspositie buiten de opkopers de boeren uit. Daarom worden ze in Latijns-Amerika vaak ‘coyotes’ genoemd.
3. aan een eerlijke prijs
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels kopen de koffie aan een ‘eerlijke prijs’. De eerlijke prijs is internationaal vastgelegd. Voor koffie bedraagt hij 126 dollar voor een zak arabicakoffie. 121 dollar is de prijs voor de producent. 5 dollar is de zogenaamde ‘fairtradepremie’, bedoeld voor de versterking van de werking van de coöperatie.
4. zonder winstoogmerk
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels herinvesteren hun winst grotendeels in sensibilisatie en politiek werk rond de koffiecrisis en andere thema’s. Ook dat komt ten goede aan de kleine producenten.
Verschillen die niet in de video aan bod komen:
5. met voorfinanciering
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels betalen de producenten een gedeelte vooraf (voorfinanciering). Dergelijke praktijk is onbestaande in het commerciële circuit. Voor vele boeren is voorfinanciering echter nóg belangrijker dan de eerlijke prijs. Vooraleer een boer zijn oogst kan verkopen, heeft hij immers al maanden op zijn koffieveld gewerkt zonder inkomsten.
6. voor jaren
Eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels werken samen met producentengroepen voor langere tijd. Dat geeft de producenten zekerheid voor verschillende jaren.
14
DE PRIJSOPBOUW VAN EEN PAKJE OXFAM FAIRTRADE DESSERTKOFFIE
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
Prijs aan de coöperatie 126$ per zak van 60 kg (€ 0,79 voor een pakje van 250 g) (hierin is begrepen: inkomen koffieboer, kosten koffieboer, projecten coöperatie, transportkosten, haventaksen,…) + verscheping & douanetaksen + branden & verpakken + licentie Max Havelaar + marge Oxfam Fairtrade cv + marge plaatselijke wereldwinkel
€ 0,22 (pakje van 250g) € 0,38 € 0,05 € 0,37 € 0,40
Totaal
€ 2,23
Ongeveer 35% van de consumentenprijs van een pakje koffie gaat naar de producentengroep in het Zuiden om alle kosten te betalen en een inkomen te verwerven!
MAX HAVELAAR: EEN KEURMERK VOOR FAIRTRADE FLO (Fairtrade Labelling Organisations International) sleept in december 2002 de Internationale Koning Boudewijnprijs voor Ontwikkelingssamenwerking in de wacht. FLO is de internationale koepel van 17 keurmerkorganisaties voor eerlijke handel, zoals Max Havelaar in België. FLO en haar leden controleren of koffiebranders beantwoorden aan een reeks criteria van eerlijke handel, bijvoorbeeld het betalen van een minimumprijs van 126$/zak. Koffiebranders die aan de criteria voldoen, krijgen een licentie en mogen het keurmerk op het pakje aanbrengen. Van alle licentiehouders van Max Havelaar België biedt Oxfam Fairtrade het ruimste assortiment aan. Maar ook Delhaize, Carrefour, Fort, Rombouts en Java - om maar enkele voorbeelden te noemen - hebben koffiesoorten met fairtradegarantie. Zie ook www.maxhavelaar.com
METHODIEK 2 Van koffie tot pampers. Het politieke werk van eerlijke handel in het Noorden. Een methodiek in vier stappen plus een optie stap 1 dalende prijzen 10’ stap 2 wie zijn de koffiebedrijven? 10’ stap 3 acties 5’ stap 4 ronde tafel 30’ optie koffieconferentie 60’
STAP 1: DALENDE PRIJZEN Teken ruwweg onderstaande grafiek op het bord of op een blad. De details hebben geen belang, wel de dalende tendens. De grafiek is het vertrekpunt van methodiek 2, die het heeft over de oorzaken en de mogelijke oplossingen van de koffiecrisis. Tegelijk krijgen de deelnemers een idee van het campagnewerk en het politieke lobbywerk van eerlijke handelsorganisaties.
De dramatische val van de koffieprijzen
Robusta, USdollar cent/pond Arabica, USdollar cent/pond
Bron: Wereldbank
Bedoeling is in te gaan op de oorzaken van die lage prijs (en dus van de crisis voor de koffieboeren). Je kan een open vraag stellen (“waarom is die prijs zo laag?”) en op het bord of een blad de redenering samen met de groep opbouwen. Als de deelnemers minder met deze economische materie vertrouwd zijn, kan je ze de oorzaken geven, hen vragen om uit te leggen wat dat betekent en zo de redenering opbouwen.
15
16 STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
De wereldmarktprijs voor koffie schommelt en bereikte in augustus 2002 zelfs een absolute bodemkoers: 43 dollar per zak. De laagste prijs in 30 jaar. Amper de helft van wat beschouwd wordt als de productieprijs voor een zak koffie. Hoe komt dat? Er zijn drie belangrijke oorzaken:
Er wordt te veel koffie geproduceerd.
Het aanbod is groter dan de vraag. Een probleem dat dodelijk is in een markt die volledig vrij is. Tot 1989 bestond er een Internationaal Koffieakkoord (onderhandeld in de schoot van de ICO, International Coffee Organisation). Als de prijs beneden een bepaalde grens zakte, trad een quotaregeling in werking (vergelijkbaar met de oliequota van de OPEC). De producerende landen mochten in dat geval niet méér koffie exporteren dan hun respectieve quota. Die regeling lukte vrij aardig. Maar in 1989 ontplofte het systeem, onder andere onder druk van de Verenigde Staten. De ICO bestaat nog, maar heeft geen enkel instrument meer dat op de prijzen inwerkt. Intussen kwamen enkele nieuwe spelers erbij, zoals Vietnam, dat uit het niets opklom tot de tweede koffieproducent ter wereld. Vietnam en andere nieuwkomers werden door het Internationaal Muntfonds aangespoord om exportproducten als koffie te telen. Ze hoopten aan die export goed te verdienen. Die hoop is echter ijdel gebleken, want nu is er te veel koffie en concurreren ze elkaar dood. In de jaren ’90 deden enkele landen, verenigd in de ACPC (Association of Coffee Producing Countries), verschillende pogingen om via productieafspraken de prijzen opnieuw te doen stijgen. Met weinig succes. Koffie is dan ook een veel moeilijker product dan bijvoorbeeld olie. Olie kan je gewoon in de grond laten zitten, maar koffiebonen kan je niet aan de struiken laten hangen. Vele landen hebben ook niet de mogelijkheden om koffie te stockeren.
Enkele multinationale bedrijven controleren de markt
Ze kunnen met hun enorme stocks op de prijsschommelingen inspelen.
Beleggers halen enorme winsten op de koffiebeurs door te speculeren op de koersschommelingen.
Koffie wordt op papier tientallen keren gekocht en verkocht zonder dat er iets mee gebeurt. Speculanten zijn bijvoorbeeld pensioenfondsen uit de Verenigde Staten en Japan.
17
STAP 2: WIE ZIJN DE KOFFIEBEDRIJVEN? Wie zijn eigenlijk de spelers op de internationale koffiemarkt? Welke bekende merken behoren tot de vier grootste koffiebedrijven? Via een korte opdracht - met de logo’s in bijlage 2 - ontdekken de deelnemers dat multinationale bedrijven tegelijk bezig zijn met koffie en … pampers. De grote vier in de koffiewereld:
1. Nestlé
Omzet: meer dan 50 miljard dollar - grootste multinational die ook in koffiesector actief is. Bekende merken van Nestlé: Nestea, Smarties, Perrier, Vittel, Kitkat. Met het merk Nescafé bezet Nestlé wereldwijd zo’n 13% van de koffiemarkt. Quote: “3900 tassen Nescafé worden elke seconde gedronken in 120 landen wereldwijd.”
2. Kraft
Omzet: 35 miljard dollar. Voornaamste merken: Philadelphia, Cote d’Or, Milka. Met de koffiemerken Carte Noir en Café Hag maar minimaal op Belgische markt aanwezig. Wereldwijd goed voor 13% van de koffiemarkt.
3. Procter & Gamble
Omzet: 40 miljard dollar. Bekende merken: Pampers, Always, Tampax, Dreft, Ariel, Pringles, … De koffiemerken Folgers en Millstone zijn bij ons minder bekend. 4% van de koffiemarkt.
4. Sara Lee
Omzet: 18 miljard dollar. Bekende merken: Wonderbra, Hanes, Sanex, Champion, … Douwe Egberts is een dochteronderneming van Sara Lee en heeft ongeveer 50% van de Belgische koffiemarkt in handen (met merken als Douwe Egberts, Jacquemotte, Moccona en Zwarte Kat). Wereldwijd is Sara Lee goed voor 10% van de koffiemarkt. Deze vier bedrijven rapporteerden in hun jaarcijfers de laatste jaren belangrijke winsten in hun koffieafdeling.
18
STAP 3: ACTIES
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
Oxfam-Wereldwinkels beschouwt het als één van zijn doelstellingen dit soort bedrijven aan te zetten tot ethische bedrijfsvoering. Vertaald naar de koffiesituatie: “Betaal de koffieboer een prijs waar hij tenminste een leefbaar inkomen aan heeft.” Met de huidige wereldmarktprijzen is dit niet het geval. In deze stap gaan we in op de actievormen die eerlijke handelsorganisaties als Oxfam-Wereldwinkels gebruiken. Startvraag: welke actievormen waren in de video te zien? wat vind je van deze actievormen? Actievormen te zien in de video:
1. een petitie
Nathalie plaatst haar handtekening en kleeft die op een groot bord. Op die manier verzamelden de wereldwinkels 130.000 handtekeningen in Vlaanderen.
2. een media-actie om de resultaten van de petitie bekend te maken Via een media-actie aan de Beurs in Brussel verspreiden we de boodschap.
3. een Bekende Vlaming
Het inschakelen van een BV als Herr Seele versterkt de boodschap.
4. beklimming van het gebouw van Douwe Egberts in Grimbergen met een reuzenspandoek 5. overhandiging van de petitie aan Douwe Egberts
STAP 4: RONDE TAFEL Oxfam-Wereldwinkels voert niet enkel campagne op straat of aan de deur van koffiebedrijven. Ze zit met de bedrijven ook rond de tafel om met hen te discussiëren over mogelijke oplossingen voor de koffiecrisis. In deze stap kan je met de deelnemers een kort rollenspel opzetten tussen een eerlijke handelsorganisatie en een koffiebedrijf. Bedoeling is vooral om de argumenten van beide kanten te leren kennen en de deelnemers te laten inzien hoe moeilijk een oplossing is. Wil je het grootser aanpakken, dan kan je kiezen voor de optie ‘een echte koffieconferentie’ (zie verder). In de ronde tafel zitten twee gesprekspartners tegenover elkaar. Heb je een beperkte groep, dan deel je die gewoon in twee. Grotere groepen kan je opsplitsen in meerdere parallelle ronde tafels. Beide partijen krijgen voorbereidingstijd om de fiches ‘directie van een koffiebedrijf’ en ‘Oxfam-Wereldwinkels’ uit bijlage 4 te verwerken (5’). Geef hen als concrete opdracht een korte speech voor te bereiden waarin ze hun standpunt uiteen zetten. Na de speeches van beide partijen (5’) is er een discussieronde (10’), waarin beide partijen bekijken of ze achter mogelijke oplossingen kunnen staan. Daarna laat je iedereen uit zijn rol stappen en leg je de resultaten samen in een nagesprek (10’): wat vonden de directeurs van hun rol? wat vonden de eerlijke handelsmensen van hun rol? wat vinden ze van de bereikte resultaten? welke resultaten denken ze dat er in realiteit bereikt worden? Als begeleider kan je tot slot de realiteit en de complexiteit van de problematiek schetsen. Goed om weten: de gesprekken tussen Oxfam-Wereldwinkels en Douwe Egberts zijn tot nu toe (september 2003) grotendeels een dovemansgesprek gebleven. Het enige concrete resultaat van de internationale koffiecampagne situeert zich in de Verenigde Staten: na gesprekken met Oxfam Amerika besliste Procter & Gamble om ook een koffie van eerlijke handel op de markt te brengen.. Voor actuele informatie over de koffieacties en –campagne: www.oww.be
19
OXFAM-WERELDWINKELS BEZORGDE 130.000 HANDTEKENINGEN AAN DOUWE EGBERTS 150 actievoerders van OxfamWereldwinkels dropten op 24 januari 2003 een petitie met meer dan 130.000 handtekeningen aan de hoofdzetel van Douwe Egberts in Grimbergen. Oxfam-Wereldwinkels vraagt Douwe Egberts een eerlijke prijs aan de koffieboeren te betalen. De actie was het orgelpunt van onze petitiecampagne die Douwe Egberts, de leider op de Belgische koffiemarkt, wilde aanporren om de koffieboeren een eerlijke prijs te betalen. Ze begon aan de Beurs in hartje Brussel. Meer dan een uur hielden actievoerders de trappen van het gebouw bezet met enkele reuzendisplays waarop telkens 126 handtekeningen prijkten. Een symbolisch getal: 126 dollar voor een zak koffie is de minimumprijs die Oxfam-Wereldwinkels en de eerlijke handel aan de koffieboeren garandeert - zowat vijf keer meer dan een boer verdient als hij aan Douwe Egberts verkoopt. De actie verliep in aanwezigheid van vertegenwoordigers van twee koffiecoöperaties waar Oxfam-We-
reldwinkels mee samenwerkt: John Kanjagaile van KCU in Tanzania en Santiago Dolmus en José Ramón Gutierrez van Cecocafen in Nicaragua. Ze kreeg de steun van de 11.11.11-fanfare, een 30-tal kinderen uit Schellebelle die in hun school meer dan 2.000 handtekeningen hadden ingezameld, mediaman en pianostemmer Herr Seele en delegaties van Magasins du monde-Oxfam en Novib (de Oxfam-afdeling uit Nederland). De actie mocht ook rekenen op massale persbelangstelling. De keuze voor de Beurs als locatie was niet toevallig: één dag eerder had Sara Lee, het Amerikaanse moederhuis van Douwe Egberts, nieuwe kwartaalcijfers bekendgemaakt. De nettowinst verdubbelde in het tweede kwartaal van dit boekjaar tot 348 miljoen dollar. De omzet steeg met 1,9 procent tot 4,8 miljard dollar. Sara Lee wijt de forse winstverbetering vooral aan kostenbesparingen. Maar de Financieel-Economische Tijd van 24 januari stelt vast dat “de koffieafdeling van andere groten zoals Kraft en Nestlé een gelijkaardige omzet en
winst halen. Deze forse cijfers zijn volgens de bedrijven voor een deel te danken aan de lage grondstoffenprijzen.” Na de actie aan de Beurs trok het gezelschap naar de hoofdzetel van Douwe Egberts in Grimbergen. Daar kieperden twee vrachtwagens meer dan 130.000 handtekeningen uit. Ongeveer drie vierkante kilometer displays bezaaiden het parkeerterrein voor de werf waar Douwe Egberts 16 miljoen euro in een nieuw bedrijfsgebouw investeert. Een onderhoud met Marleen Vaesen en Jo Van Eynde, de twee topmensen van Douwe Egberts België, bracht weinig resultaat op. Douwe Egberts erkende dat er een koffiecrisis is, maar ontkende enige verantwoordelijkheid terzake. “De overproductie in de koffiesector is niet onze schuld en moet door de internationale politiek worden opgelost.” (Bron: WeeWeeKrant, het bewegingsblad van Oxfan-Wereldwinkels)
20
OPTIE: KOFFIECONFERENTIE
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
De ‘koffieconferentie’ is een uitgebreidere versie van de ronde tafel, met als thema mogelijke oplossingen voor de koffiecrisis. In dit uitgebreidere rollenspel speelt de begeleider een essentiële rol. Verdeel de deelnemers in groepjes. Laat hen eerst inleven in een rol - hiervoor hebben ze de fiches in bijlage 4 nodig - en vervolgens debatteren. De bedoeling is vooral dat ze actief met de materie bezig zijn.
Spelkader
De Koffieconferentie heeft plaats in de gebouwen van de Internationale Koffieorganisatie (ICO) in Londen. De ICO heeft het voortouw genomen om een aantal belangrijke spelers in de koffiecrisis rond de tafel te brengen voor verkennende gesprekken.
Voorzitter
De voorzitter van de conferentie is de voorzitter van de ICO, de Colombiaan Nestor Osorio. Je neemt als begeleid(st)er die rol best zelf op. De voorzitter structureert het debat en houdt de timing in het oog.
Bedoeling
We willen duidelijkheid over de standpunten van elke rol en krijgen op die manier een beeld van de complexe koffiecrisis. Deelnemers kunnen nadenken over oplossingen, al zal dit niet evident zijn. Als iedereen op zijn standpunt blijft staan, is er trouwens geen oplossing. Dat is wat in realiteit nu ook gebeurt: de gesprekken tussen Oxfam-Wereldwinkels en Douwe Egberts zijn tot nu toe (september 2003) grotendeels een dovemansgesprek gebleven. Zie www.oww.be voor actuele informatie.
Als in het rollenspel een deelnemer wèl over de brug komt, laat je dat best gebeuren (tenzij de deelnemer echt te ver van de rol afwijkt, waardoor het spel compleet irreëel zou worden). In de nabespreking kan je dan opnieuw de stap naar de realiteit zetten.
Timing 15’ 2’ 10’ 15’ 3’ 15’
De deelnemers lezen de fiche van hun rol, proberen zich in te leven en bereiden een korte speech met hun voornaamste standpunten voor. De voorzitter opent de conferentie, stelt zichzelf voor en schetst de aanleiding voor de conferentie. Elke rol krijgt kort het woord om zijn standpunt te verduidelijken. De voorzitter opent het debat en polst op verschillende terreinen of er oplossingen mogelijk zijn. De voorzitter trekt zijn conclusies en sluit het debat. Iedereen stapt uit zijn rol en geeft zijn reactie op het debat.
De rollen
1. Voorzitter Nestor Osorio van de internationale Koffieorganisatie Nestor Osorio is een man met uitgesproken meningen (zie interview in bijlage), maar moet als voorzitter van de conferentie in de eerste plaats diplomaat zijn. Hij wil zoeken naar compromissen tussen de verschillende standpunten. 2. De directie van een groot koffiebedrijf De standpunten zijn samengesteld uit de antwoorden van de vier ‘groten’ aan Oxfam. Tussen de vier zijn er slechts lichte verschillen. 3. Oxfam-Wereldwinkels 4. KCU, de koffiecoöperatie van John uit Tanzania 5. Een Belgische consumentenorganisatie 6. Een groep kritische consumenten Laat de deelnemers de keuze tussen een klassieke consumentenorganisatie voor wie kwaliteit en prijs de belangrijkste criteria zijn en een consumentenorganisatie die ook sociale aspecten voor de producenten in rekening neemt. Als er veel deelnemers zijn, kan je er twee rollen van maken.
21
En zitten de regeringen niet mee aan de tafel?
Uit de discussies van de laatste jaren blijkt dat regeringen in een vrije koffiemarkt nauwelijks instrumenten in handen hebben om iets aan de crisis te doen. Beschouw deze conferentie als een overleg van een aantal spelers. Sommige maatregelen die uit deze conferentie komen, zullen misschien door regeringen gecontroleerd of uitgevoerd moeten worden. Je kan het rollenspel afsluiten met de mededeling dat je als voorzitter van de ICO met de bereikte resultaten naar de regeringen zal stappen. “Als sommige bedrijven wat minder gulzig zouden zijn, zouden vele mensen heel wat meer hebben. Het is aan ons om politici tot daden aan te zetten. En om eerlijke koffie te kopen. Steun de campagnes van Oxfam om handel eerlijker te maken.” Chris Martin (zanger van Coldplay)
METHODIEK 3 22 STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
BESTE VRIENDEN. DE PRODUCENTENPARTNERS VAN EERLIJKE HANDEL IN HET ZUIDEN Een methodiek in drie stappen stap 1 input van informatie (brief of video) 15’ stap 2 Tanzania 5’ stap 3 stellingen 20’ Wie zijn de producentengroepen (vaak coöperaties) waar eerlijke handelsorganisaties mee samenwerken? Wat levert die samenwerking voor hen op? We werken het voorbeeld uit de video, KCU uit Tanzania, verder uit. Informatie over andere partners van Oxfam-Wereldwinkels: www.oww.be.
STAP 1: INPUT VAN INFORMATIE Vanzelfsprekend hebben de deelnemers extra informatie nodig over de werking van coöperaties als KCU in het zuiden. ‘Straffe koffie’ is op dat vlak zeer beperkt. Er zijn drie mogelijkheden:
1 Een tweede video
Een tweede video ‘Ik wil niet sterven aan de koffiecrisis’ (duur: 15’) is opgebouwd rond interviews met John Kanjagaile (KCU in Tanzania) en Santiago Dolmus & Jose Ramon Gutierrez (Cecocafen in Nicaragua). Hun coöperaties verkopen koffie aan Oxfam-Wereldwinkels. Alle drie geven ze toe dat de relatie met de eerlijke handel in Europa hen helpt te overleven, vooral nu ze voor hun koffie op de wereldmarkt dramatisch lage prijzen krijgen. “Wij koffieboeren willen niet sterven aan de koffiecrisis”, zegt Santiago. “Wij willen voortdoen als koffieboeren.” Een uitspraak die perfect de situatie in Nicaragua en Tanzania samenvat. ‘Ik wil niet sterven aan de koffiecrisis’ Aankoopprijs € 8,00. Verkoopprijs € 10,00. Bestelnummer 970 Natuurlijk is het niet interessant een groep die net naar ‘Straffe koffie’ heeft gekeken, onmiddellijk een nieuwe video voor te schotelen. Dan gebruik je best ons tweede voorstel. Maar als je sessie wat langer duurt - door een combinatie van methodieken - of als je in verschillende sessies werkt, kan het natuurlijk wel.
2 Een fictieve brief
In een fictieve brief van John Kanjagaile hebben we alle interessante informatie gebundeld (zie bijlage 5). Kopieer de brief en laat hem door de groep lezen.
3 Extra informatie
Laat de groep zelf extra informatie opzoeken. Als je op een zoekrobot op internet (Alta vista, Google, …) ‘KCU’ en ‘Tanzania’ invult, vind je geen website van KCU (die hebben ze voorlopig niet), wel een aantal artikels over KCU. Meestal gaat het om teksten in het Frans of het Engels op websites van Europese eerlijke handelsorganisaties.
STAP 2: TANZANIA Kopieer de kaart van Tanzania (bijlage 6). Laat de deelnemers Bukoba, het Victoriameer, Moshi en Tanga zoeken. Zo maak je duidelijk dat het geen evidentie is vanuit zo’n afgelegen streek 500 containers koffie te verschepen.
23
STAP 3 STELLINGEN Via een stellingenspel laat je de groep over de aangeboden informatie nadenken en leg je de link naar ons eigen consumptiegedrag. Voorzie genoeg ruimte. Wie akkoord gaat met een stelling, gaat links staan. Wie niet akkoord gaat, kiest voor rechts. Laat ‘links’ en ‘rechts’ proberen elkaar te overtuigen. Tijdens de discussie kan iedereen zijn positie wijzigen. Voor de duidelijkheid is het vaak handig de stellingen op het bord of op een blad te schrijven. Bij een stellingenspel is je rol als begeleider heel belangrijk.Bij elke stelling volg je best de volgende methode: 1. Geef eerst de ene kant het woord. Laat ze elkaar aanvullen tot er geen nieuwe argumenten meer zijn. Duid af en toe zelf iemand aan die nog niets gezegd heeft. 2. Doe hetzelfde voor de andere kant. 3. Laat de beide kanten op elkaar rageren. Stap desnoods zelf even uit je rol en help één kant met argumenten. Bij een stellingenspel is zelden de ene kant ‘fout’ en de andere kant ‘juist’. Belangrijker zijn de argumenten die gebruikt worden. Daarom geven we hier ook enkele valabele argumenten voor beide kanten.
Stelling 1:
De koffieboeren in Kagera kunnen enkel overleven dankzij eerlijke handel.
Niet akkoord:
Eerlijke handel bedraagt maar 5% van de totale verkoop. De voordelen zijn dus zeer beperkt en kunnen nooit het overleven garanderen. Zonder de fairtradepremie zou KCU het in de huidige koffiecrisis nog veel moeilijker hebben (zie elementen in de brief van John). Dankzij eerlijke handel kan KCU investeren in projecten die belangrijk zijn voor de toekomst van de organisatie en van de boeren, zoals omschakeling naar bio, aandelen in Tanica, …
Akkoord:
Stelling 2:
Het kan me niet schelen waar mijn koffie vandaan komt. Mijn koffie moet vooral lekker of goedkoop zijn.
Niet akkoord: Akkoord:
Met zijn verhaal roept John ons op de sociale oorsprong ook belangrijk te vinden. Als ik eerlijk ben: ik doe niet de moeite om naar producten van eerlijke handel te zoeken. Als jongere overtuig ik ook mijn ouders niet om dat te doen. Kwaliteit en prijs zijn in de praktijk veel belangrijker dan sociale criteria.
Stelling 3:
Consumenten hebben toch geen invloed op de situatie in landen als Tanzania.
Akkoord:
De groep consumenten van eerlijke handel is nog te klein om veel impact te hebben (zie ook ‘de tien meest gestelde vragen over Oxfam-Wereldwinkels en eerlijke handel’). ‘Consumeren is elke dag stemmen’. Door producten al dan niet te kopen maak je keuzes die gevolgen hebben. Als consument kan je dus wel degelijk de wereld veranderen. Voor John en co maakt eerlijke handel alvast een verschil.
Niet akkoord:
Stelling 4:
Als de boeren in het Zuiden een eerlijk inkomen zouden hebben, zouden er minder vluchtelingen in het Noorden zijn.
Akkoord:
De huidige koffiecrisis is voor vele boeren inderdaad zo rampzalig dat ze geen andere oplossing zien dan hun velden te verlaten. In vele landen van het Zuiden werkt de helft of meer van de actieve bevolking in de landbouw (ter vergelijking: in België is 2 à 3 procent landbouwer). Het is een cruciale opdracht om die honderden miljoenen mensen ook een toekomst in de landbouw te geven, anders trekken nog meer boeren naar de sloppenwijken (een evolutie die volop bezig is) en ontploft een sociale tijdbom. Die economische vluchtelingen belanden meestal in de sloppenwijken van de grootsteden in hun eigen land. Vandaaruit proberen vele mensen in Centraal-Amerika de VS binnen te raken. Maar toegegeven: de vluchtelingen die in Europa terechtkomen, zijn vaker hoger geschoold dan boeren.
Niet akkoord:
EXTRA 24 STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
DE TIEN MEEST GESTELDE VRAGEN OVER OXFAM-WERELDWINKELS EN EERLIJKE HANDEL 1. VAN WAAR KOMT DE NAAM ‘OXFAM’? Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond in Groot-Brittannië de organisatie Oxfam (voluit: ‘Oxford Famine Relief’). Aanvankelijk verschafte Oxfam hulp aan oorlogsvluchtelingen. Vanaf de jaren zestig verlegde de organisatie de aandacht naar caritatieve ontwikkelingshulp. Ook in andere landen richtte Oxfam afdelingen op, onder andere in België in 1964. Door de ontgooche≠lende resultaten van de verschillende ‘UNCTAD’conferen≠ties (conferenties van de Verenigde Naties waar over recht≠vaardige handelsver≠houdingen werd gesproken), de revolte van mei ‘68 en de slepende oorlog in Vietnam beseften derdewereldorganisaties zoals Oxfam dat armoede structurele oorzaken heeft en dat hulp alleen onvol≠doende is. ‘Trade, not Aid’ werd de slogan: liever rechtvaardige handelsrelaties dan traditionele ontwik≠kelingshulp en liefdadigheid. Daarom startte Oxfam-België op 5 april 1971 met een wereldwin≠kel in de oude stads≠kern van Antwerpen. Het wereldwinkelidee werkte aanstekelijk: op het einde van 1971 telde Vlaanderen reeds 11 wereldwin≠kels. Klanten kochten er eerlijke producten uit het Zuiden. Het allereerste wereldwinkelproduct was koffie uit Tanzania. In de wereldwinkels vonden klanten en actiegroepen ook maatschappijkritische, informatie en begeleiding: rond de Vietnamoorlog, de dictatuur van Pinochet in Chili of maatschappelijke problemen in eigen land.
2. WAT IS OXFAM-WERELDWINKELS? Oxfam-Wereldwinkels is een zogenaamde ‘eerlijke handelsorganisatie’. Ze heeft drie doelstellingen: 1) het Vlaamse publiek sensibiliseren rond de onrechtvaardigheid in de wereld, vooral dan op het vlak van handel 2) politiek lobbyen bij overheden en bedrijven om iets aan die onrechtvaardigheid te doen 3) een concreet alternatief aanbieden en tonen dat eerlijke handel mogelijk is Oxfam-Wereldwinkels vzw is het netwerk van 200 Oxfam-Wereldwinkels. Zij proberen in hun gemeente die drie doelstellingen te realiseren. Oxfam Fairtrade cv is de handelsorganisatie (met de vzw als meerderheid saandeelhouder). De cv concentreert zich op de derde doelstelling
3. WIE WERKT BIJ OXFAM-WERELDWINKELS? In de 200 plaatselijke wereldwinkels werken haast uitsluitend vrijwilligers. In een aantal grotere steden is er wel een wereldwinkel met betaald personeel. In totaal engageren zich zo’n 6.500 vrijwilligers om de plaatselijke wereldwinkel open te houden, met een stand op de markt te staan, in een school les over eerlijke handel te geven, een petitieactie op straat te voeren, … Oxfam-Wereldwinkels is een basisdemocratische organisatie. Vrijwilligers uit de plaatselijke groepen beheren de organisatie via de Algemene Vergadering, de Raad van Beheer en werkgroepen, Op het nationaal secretariaat in Gent, waar zowel de vzw als de cv huist, werken 60 personeelsleden.
4. BESTAAN WERELDWINKELS ENKEL IN BELGIË? Zeker niet! In heel Europa zijn er ongeveer 3.000 wereldwinkels. 15 wereldwinkelorganisaties uit 13 landen hebben zich verenigd in NEWS! (‘Network of European World Shops’). NEWS! richt zich op het Europese niveau tot politici, bedrijfswereld en consumenten. 12 organisaties van eerlijke handel uit 9 landen vormen samen EFTA (‘European Fair Trade Association’). De EFTA-leden overleggen over het producten≠aanbod en werken samen voor verwerking, verpakking en trans≠port. Een taakverdeling zorgt voor een efficiënte werking. De Europese aanpak is een pluspunt, zowel voor de samenwerking met de partners in het Zuiden als voor het politieke lobbywerk in het Noorden. Ook in Noord-Amerika, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland bestaan eerlijke handelsorganisaties.
25
5. WAT VERKOOPT EEN OXFAM-WERELDWINKEL? Het assortiment van Oxfam-Wereldwinkels onderscheidt vier soorten producten: 1) Producten van eerlijke handel Oxfam Fairtrade cv concentreert zich op de import van voedingsproducten. Magasins du monde-Oxfam (de Waalse wereldwinkels) en Fair Trade Organisatie (uit Nederland) importeren handnijverheidsproducten (sieraden, textiel, T-shirts, speelgoed, muziekinstrumenten, …) 2) Solidariteitsproducten Niet het product zelf is het belangrijkste. Wel wat er gebeurt met de winst uit de verkoop. De meeste organisaties ondersteunen met de verkoop van solidari≠teitsproducten hun eigen werking. Bekende voorbeelden: de T-shirts van Greenpeace, de kaarsen van Amnesty Internatio≠nal en Time for Peace, de kalenders van 11.11.11, ... Solidariteitsfonds steunt met de verkoop van haar producten (solidariteitsagenda’s, T-shirts, …) projecten van Oxfam-Solidariteit. 3) Informatie- en cultuurdragers Voorbeelden: derdewereldliteratuur, cd’s met wereldmuziek, boeken over allerlei maatschappelijke thema’s, tijdschrif≠ten, brochures, folders, informatieve spelen, ... 4) Producten van maatschappelijk belang Voorbeelden: kringlooppapier, ongebleekte koffiefilters, producten die “op aantoonbare en directe wijze een effectieve bijdrage leveren op het maatschappelijk relevante terrein van duurzame ontwikkeling”.
6. ZIJN OXFAM FAIRTRADE PRODUCTEN ENKEL IN DE OXFAM-WERELDWINKELS TE KOOP? Neen. Je vindt ze op steeds meer plaatsen. Diverse producten in supermarkten zoals Colruyt, Delhaize en Alvo. Bioproducten in natuurvoedingswinkels. Fruitsap via drankenhandels in scholen. Koffie en fruitsap op culturele plekken als ‘Vooruit’ in Gent en ‘Ancienne Belgique’ in Brussel. Het lijstje wordt elke dag langer.
7. ZIJN ER NOG ANDERE PRODUCTEN VAN EERLIJKE HANDEL DAN DIE VAN OXFAM FAIRTRADE? Ja. Er zijn in België 5 importeurs van eerlijke handel: Oxfam Fairtrade (voeding), Magasins du mondeOxfam (handnijverheid), Fair Trade Organisatie (handnijverheid en koffie) en Miel Maya Honing (honing). Daarnaast is er nog Max Havelaar België. Deze organisatie verleent een keurmerk aan producten die aan de eerlijke handelscriteria beantwoorden. Op dit moment zijn die criteria uitgewerkt voor koffie, chocolade, thee, fruitsap, suiker en honing.
8. ZIJN OXFAM FAIRTRADE PRODUCTEN DUUR? Ja en neen. Sommige wel en sommige niet. Een vergelijking met A-merken van supermarkten (kwaliteitsproducten) geeft een wisselend beeld. Vaak zijn Oxfam Fairtrade producten iets duurder, maar soms zijn ze iets goedkoper - omdat ze rechtstreeks bij de producenten werden aangekocht. Oxfam Fairtradekoffie is op dit moment duurder. Maar wie deze handleiding gelezen heeft, is daar niet langer verwonderd over. Van ónze koffie kunnen de boeren ten minste overleven.
26
9. HOEVEEL VERKOOPT OXFAM FAIRTRADE?
STRAFFE KOFFIE • methodiekenmap
In 2002 verkocht Oxfam Fairtrade voor 11,5 miljoen euro aan producten, een stijging met meer dan 20% in vergelijking met 2001. Het overgrote deel werd verkocht in Vlaamse, Waalse en andere Europese wereldwinkels. 13% werd doorverkocht aan ‘andere’ kanalen, zoals supermarkten (zie vraag 6). Vooral op dit laatste terrein liggen de groeimogelijkheden. Interessanter - en vooral ontnuchterend - zijn de cijfers van het marktaandeel van eerlijke handel in België. Ondanks de enorme groei van de laatste jaren blijft het marktaandeel van alle Belgische eerlijke handelsorganisaties samen beperkt (cijfers van 2001): Koffie 1,11% Bananen 1,33% Honing 1,35% Fruitsap 0,19% Wijn 0,31% Alle eerlijke handelsorganisaties samen bereiken dus slechts een kleine groep consumenten. Eerlijke handel is een ‘nichemarkt’. Er is nog veel werk aan de winkel. Europees scoort België niet slecht. Enkele uitschieters tonen echter aan dat meer mogelijk is. ‘Eerlijke’ koffie haalt in Nederland en Zwitserland een marktaandeel van ongeveer 3%., Bananen van eerlijke handel zijn in Zwitserland zelfs goed voor 15% van de markt.
10. HOE KOM IK MEER TE WETEN OVER OXFAM-WERELDWINKELS EN EERLIJKE HANDEL? Interessante websites: Oxfam-Wereldwinkels Magasins du monde-Oxfam Fair Trade Organisatie Miel Maya Honing Max Havelaar België EFTA NEWS! FLO Oxfam-Internationaal
www.oww.be www.madeindignity.be www.fairtrade.be www.maya.be www.maxhavelaar.be www.eftafairtrade.org www.workshops.org www.fairtrade.net www.maketradefair.com
Centrum Informatieve Spelen heeft enkele spelen uitgewerkt rond (eerlijke) handel. Ervaar aan den lijve de overlevingsstrijd van een koffieboer! Meer info: www.spelinfo.be
27
V.U. Lode Vanoost, Ververijstraat 17, 9000 Gent • METHODIEKENMAP
BIJ DE VIDEO ‘STRAFFE KOFFIE’ • November 2003