Op onze peuterspeelzaal bieden we opvang aan kinderen van 2 tot 4 jaar, ongeacht afkomst, geloof, cultuur of een eventuele lichamelijke of geestelijke handicap. In de groep vangen we maximaal 14 peuters tegelijk op. De peuterspeelzaal is 5 ochtenden open. Afhankelijk van de groepsgrote zijn 1 of 2 leidsters aanwezig. Op de peuterspeelzaal werken 3 vaste leidsters: * Hetty Vercouteren werkt op maandagochtend, dinsdagochtend, woensdagochtend en donderdagochtend . * Annette Slabbekoorn werkt op woensdagochtend en vrijdagochtend *Bianca de Wever werkt op vrijdagochtend Daarnaast zijn er geregeld stagiaires. Het adres van de peuterspeelzaal is Stadhouderslaan 1, 4501 KE Oostburg. Telefoon 0117-453188 In dit gebouw gebruiken we een groepsruimte. In deze ruimte hebben we verschillende hoeken gemaakt een poppenhoek, een autohoek en een blokkenhoek. Door deze hoeken is het voor kinderen duidelijk waar ze met wat kunnen spelen. Ook kunnen ze even een rustig plekje opzoeken. Verder staan er in het lokaal open kasten zodat de kinderen zelf puzzels of ander spelmateriaal kunnen uitkiezen en waarmee ze aan de kleine tafel kunnen werken. De leidsters begeleiden de kinderen tijdens het spel. Naast de groepsruimte hebben we de peutertoiletjes en de verschoonruimte. Even verderop ligt het speellokaal en de gang. Daar maken we gebruik van op het eind van de ochtend, als het slecht weer is. De kinderen kunnen hier spelen en fietsen. In de keuken zetten we het eten en drinken klaar en doen we de afwas. Deze ruimte is gemeenschappelijk. Buiten is er een groot, goed afgesloten speelplein. Er is een zandbak en een speeltoestel. Verder hebben we fietsjes, trekkers en steppen voor de kinderen om te spelen. Er is ook speelgoed voor in de zandbak, ballen en stoepkrijt. In de zomer zetten we er ook vaak de watertafel neer. Bij het kennismaken komt het kind 1 keer met de ouder/verzorger kijken. De ouders krijgen een uitnodiging om een ochtend samen met de peuter vanaf 9.30 uur tot 11 uur mee te draaien. Vanaf 9.30 uur omdat dan alle ouders al weg zijn en alle kinderen al aanwezig zijn en eventueel getroost zijn. We kunnen dan extra aandacht geven. Daarna proberen we het afscheidsritueel kort en duidelijk te houden. De ouder/verzorger mag bellen hoe het met het kind gaat, gaat het niet goed dan wordt de ouder/verzorger gevraagd er nog 1 of meerdere keren bij te blijven. Of een leidster belt de ouder/verzorger te komen en nog eens in overleg bij de peuter te blijven. Wij adviseren de ouder/verzorger om de peuter de eerste keren iets vroeger op te halen, dit voorkomt paniek bij het kind. Daarna kan de ouder dit afbouwen door steeds iets langer weg te blijven. Tijdens de kijkochtend vragen we aan de ouders hoe het kind thuis is en speelt en ook of er bijzonderheden zijn, bijv ergens allergisch voor zijn. Als de kinderen komen hangen ze hun jasje op de kapstok aan de linkerkant bij de pimpampoentjes en leggen eventueel luiers in een mandje in de verschoonruimte. We heten de kinderen en de ouders/verzorgers bij binnenkomst welkom. We vinden het belangrijk dat de kinderen en de ouders/verzorgers zich prettig en vertrouwd voelen. Wederzijds geven ouders/leidsters informatie door. Daarna neemt de leidster de peuter van de ouder/verzorger over, helpt bij het afscheid nemen, niet te lang aarzelen en dan eventueel samen zwaaien. Als een kind niet wil blijven of veel verdriet heeft, dan nemen we het kind op schoot en proberen we het te troosten en af te leiden en vertellen dat de ouder/verzorger straks weer terug komt na het spelen. Afleiden met voorlezen in een rustig hoekje lukt dikwijls. Als het kind aan het vast ritueel gewend is gaat het huilen meestal snel over.
Stimuleren van ontwikkelingsmogelijkheden: Activiteiten. Vrij spelen binnen. De kinderen kunnen in het eigen lokaal spelen o.a. in de zandtafel, ze kunnen met blokken spelen en sjouwen en met karretjes rijden, er is ook een voorleesbank. In het lokaal is er een puzzeltafel die wordt gebruikt voor puzzels, klei constructiewerk enz. Er is ook een poppenhoek o.a. met serviesje en kookcomfort , daar wordt gefantaseerd met rollenspel. Er is een autohoek en ook constructie materiaal is aanwezig , bijv.treinrails, daar mee kan op de mat gespeeld worden. Men kan ook zelf dingen ontdekken met verschillend materiaal. De kinderen kunnen de meeste dingen zelf pakken. Vrij spelen buiten. Buiten kunnen de kinderen fietsen, steppen, skelteren, met trekkarren spelen, in de zandbak spelen. Er is ook een klimhuisje met glijbaan aanwezig. Er worden ook (wippen en) tonnen buiten gebruikt. Ook wordt de kinderen de ruimte gegeven om met natuurlijk materiaal te spelen zoals in de herfst met bladeren. Tijdens het vrij spelen kijkt de leidster toe of helpt mee spelen of begint zelf iets te spelen. Dit ligt aan de situatie hoe de kinderen spelen of zich voelen. Wij vinden het belangrijk dat als het mogelijk is ieder dagdeel buiten te spelen. De kinderen moeten hun energie kwijt kunnen en het is gezond ook. Kringetje: Er is een vast moment op de peuterspeelzaal om in het kringetje te gaan zitten. Na ongeveer 1 uur gespeeld te hebben zijn de kinderen wel aan een rustpunt toe. Dit is ook goed voor het sociale gebeuren. Dan kan er aandacht gegeven worden aan de hele groep. We proberen het zo dat alle kinderen in het kringetje komen, lukt dit niet bij sommige kinderen dan worden ze op schoot genomen en dan lukt het meestal wel. Er wordt een koekje of een stukje appel gegeten en een bekertje appelsap gedronken. De kinderen mogen om de beurt de koekjes of de appeltjes delen. Met kinderen die een speciaal dieet hebben wordt rekening gehouden ( die brengen zelf hun drank of koekje mee). We zingen liedjes en doen spelletjes. Bij de liedjes en versjes wordt dikwijls zo gekozen, waarbij ze iets met bewegingen kunnen doen. Liedjes en spelletjes zijn goed voor hun taal en hun groepsgevoel. De leidsters beginnen meestal met liedjes zingen . Daarna kunnen ook de kinderen kiezen wat ze willen zingen. De kinderen van 3 jaar zullen eerder met wensen komen over liedjes en spelletjes. Kinderen luisteren dikwijls alleen maar naar wat de leidsters zingen en doen dit dan later thuis na. We herhalen veel liedjes, maar doen ook af en toe een nieuw liedje of spelletje. Hoe dit kringetje verloopt is heel wisselend . Er is ook wel eens een ouder aanwezig. Wat we doen bekijken we op dat moment b.v. met rustige of drukke spelletjes , actieve of passieve spelletjes . Hoelang we in de kring zitten ligt aan de stemming . Dit is dus ook wisselend. Gerichte activiteiten met de groep: Ieder dagdeel wordt er iets aan creativiteit gedaan o.a. verven ,plakken , stempelen , vingerverven , tekenen, kleuren , kleien. Dit is niet verplicht voor de hele groep, maar word wel gestimuleerd. We doen het in groepsverband .Dit is goed voor de motoriek en voor het ontdekken/onderzoeken van materiaal . Men kan hier creatief mee bezig zijn . Kent het kind het materiaal nog niet, dan kan de leidster het even voordoen of wijzen naar een ander kind dat het materiaal wel al kent , het kind moet verder zelf ontdekken. Een kind vindt het leuk om iets aan de ouders te kunnen laten zien. Een enkele keer stimuleren we dat alle kinderen iets maken b.v. met Pasen en bij het eindejaarsfeest. Dan maken we iets heel eenvoudigs. Er wordt ook wel eens met een groepje geprikt of geknipt. Als er tijd voor is wordt er ook individueel aandacht aan een kind geschonken , daar waar het nodig is b.v. bij kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling of een taalachterstand of bij een verlegen of teruggetrokken kind of soms in overleg met ouders. Een ouder vraagt wel eens of we ergens op willen letten .Als je met 1 kind iets aan het doen bent dan komen er meestal ook andere kinderen bij. Die betrekken we dan ook bij die bezigheid . Dit is dan weer goed voor de sociale ontwikkeling. Met een stagiaire in de groep kunnen we daar extra tijd voor uittrekken.
Ontwikkeling in het algemeen. Kinderen moeten zelf kunnen verkennen, en spelenderwijs nieuwe ervaring opdoen. Met vallen en opstaan de eigen mogelijkheden en die van anderen ontdekken. Daarom vinden wij het vrije spel erg belangrijk. De individuele ontwikkeling komt dan het best tot zijn recht. Eigen initiatief wordt gestimuleerd. We kijken naar de kinderen en helpen ze daarbij indien nodig. Met de veiligheid van het kind wordt altijd rekening gehouden. Maar klein ongelukjes kunnen we niet altijd uitsluiten. Zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Er wordt ook aandacht besteed aan een kind dat te eenzijdig speelt. Dit kan komen door gebrek aan belangstelling. Het kan ook komen door geremdheid, drempelvrees, verlegenheid of angst voor het nieuwe. Daar wordt individueel op ingegaan. We besteden ook veel tijd aan creativiteit, dit is meestal arbeidsintensief voor de leidsters. We zouden graag nog meer tijd hebben voor het individuele kind. We stimuleren kinderen even met hetzelfde bezig te zijn, leren spelen dus. Maar we gaan hier wel flexibel mee om. Is een kind te weinig actief dan wordt er bekeken wat de rede hiervan is, eventueel samen met de ouders. Dan wordt er gestimuleerd maar niet gedwongen. Op de peuterspeelzaal werken we met het VVE ( vroegtijdige voorschoolse educatie)-programma. Dit bestaat uit een peutervolgsysteem. De kinderen worden door de leidsters in hun ontwikkeling gevolgd, zoals o.a. de sociaal emotionele ontwikkeling, de zelfredzaamheid, de spelontwikkeling, de motoriek, de spraak-taalontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. Deze observatiegegevens worden drie keer vastgelegd. Deze gegevens worden met u besproken en gaan dan mee naar de basisschool. Zo is er een doorgaande lijn. Daarnaast is er ook een activiteiten-aanbod om met name de taalontwikkeling te stimuleren, met het programma Puk en Ko. Er komen verschillende thema’s aan bod zoals “hoera een baby”, “knuffels” of “hatsjoe”. Ieder schooljaar maken we een jaarprogramma, waarbij aandacht aan de seizoenen wordt geschonken. Dit doen we o.a. met iets creatiefs te maken en de lokalen te versieren met o.a een seizoenentafel. Ook aan verschillende feesten schenken we aandacht Sinterklaasfeest, Kerstfeest, voorleesontbijt, verkleedfeest, Paasfeest en op het eind van het schooljaar houden we een peuterfeest. Het overdragen van normen en waarden. In de peuterspeelzaal kun je spreken van groepsopvoeding, omdat voor iedereen in de groep dezelfde regels gelden. En ook omdat de kinderen elkaar nadoen, de regels van elkaar leren. Deze regels zullen soms anders zijn dan bij het kind thuis. Opvoeden doet ieder vanuit zijn eigen achtergrond. Alleen als je op de hoogte bent van elkaars waarden en normen kan er een afstemming in de opvoeding plaats vinden. Daarom horen wij graag van de ouders wat zij belangrijk vinden. Omdat wij als leidsters op de speelzaal ook waarden en normen hanteren, geven wij hieronder een opsomming hiervan, de nadruk ligt steeds op spelenderwijs aanleren. 1
Als belangrijkste waarden en normen die wij de peuters proberen mee te geven, zien wij de keuzevrijheid van het kind bij het kiezen van een activiteit. Het kind heeft bij ons het recht om mee te doen, maar ook om te weigeren.
2
Sociaal gewenst gedrag wordt aangeleerd door spelletjes in de kring, niemand afwijzen, ook met andere omgaan, in plaats van enkele vaste vriendjes. De kinderen worden gestimuleerd in het samenwerken en het samen spelen. Bij de oudste kinderen ligt hier de nadruk nog iets sterker.
3
Bij activiteiten zijn de kinderen niet verplicht om mee te doen of iets af te maken, zij worden hiertoe wel gestimuleerd. Opruimen wordt spelenderwijs aangeleerd.
4
Het is belangrijk dat een kind zijn emoties mag uiten. Om een teruggetrokken en geremd kind beter te kunnen stimuleren, is het belangrijk om eerst een goede vertrouwensband met het kind
op te bouwen. Een wat te uitbundig kind moet soms wat afgeremd worden, als zijn gedrag storend werkt. 5
Zelfvertrouwen wordt gestimuleerd door het kind aan te moedigen en te prijzen. Het kind moet de ruimte krijgen om zijn eigen identiteit te ontwikkelen. We laten de kinderen zelf ruzies zoveel mogelijk oplossen, alleen ingrijpen door de leidsters als het conflict uit de hand dreigt te lopen.
6
Over seksualiteit wordt niet geheimzinnig gedaan, hooguit wordt het kind wat afgeleid bij al te grote nieuwsgierigheid. Kinderen mogen naar elkaar kijken op het toilet.
7
Indien nodig wordt er licht gestraft, meestal door het kind even apart te zetten en wordt eerst gewaarschuwd. Belonen doen we meestal door extra aan dacht te geven, prijzen bijvoorbeeld.
8
Er wordt roldoorbrekend gewerkt door geen onderscheid te maken tussen jongetjes en meisjes.
9
Regels met betrekking tot het mijn en dijn zijn: Niets afpakken van elkaar, een zelf meegebrachte onmisbare knuffel hoeft niet afgestaan te worden. Jassen mutsen enz. dienen van een naam te zijn voorzien.
10
Kinderen met een andere culturele of etnische achtergrond worden waar nodig extra Gestimuleerd, bijv. op taalgebied. Om rekening te kunnen houden met andere waarden en normen is het belangrijk hiervan goed op de hoogte te zijn, daarom is een goed contact met de ouders gewenst. Zij kunnen ons informeren over andere gewoonten en gebruiken.
11
Er is een protocol over kindermishandeling
Als een kind onze regels overtreedt, dan lossen we dit op door te kijken waarom een kind dit doet en dan vertellen we dat het niet mag en vertellen erbij waarom dat niet mag en zo nodig spelen we zelf even mee. Als alles dan goed loopt dan kun je b.v. het kind een pluimpje geven.
Huisregels peuterspeelzaal “Pimpampoentje”in Oostburg Januari 2011 Regels i.v.m. Veiligheid:
*Kinderen zijn nooit alleen in een ruimte aanwezig, altijd met tenminste een leidster *Bij het zwaaien voor het zwaairaam begeleidt een leidster de kinderen *Ouders wordt gevraagd om kleding zonder losse koordjes bij de kinderen aan te doen. Zijn deze wel aanwezig dan worden zij verwijderd. Dit geldt ook voor sieraden. *Gebruik van fopspenen wordt ontmoedigd. Is er toch een speen aanwezig dan wordt die op het bureau gelegd (buiten bereik van de kinderen) en alleen onder toezicht gebruikt. *Speelgoed wordt dagelijks gecontroleerd. Bij gebreken weg zetten om te laten repareren (buiten bereik van de kinderen)of weggooien. *In het lokaal wordt niet met fietsjes e.d. gereden, hiervoor is het speellokaal * in de groepsruimte mogen de kinderen niet hard rennen of met speelgoed gooien * speelgoed wordt gezamenlijk opgeruimd *geen speelgoed in de mond
*kinderen mogen niet staan op krukjes, de bank of het strijkplankje. Ook niet klimmen op de tafel, kast of vensterbank *Tijdens eten en drinken moeten de kinderen blijven zitten. *Deur van de keuken is dicht *kinderen zijn alleen samen met een leidster in de keuken *kinderen zitten aan de tafel als de oven of het fornuis aan is. *messen e.d. liggen op volwassen hoogte *deur van de bergruimte is dicht. *kinderen openen niet de buitendeur *Voor het buiten spelen worden de buitenruimte en de zandbak gecontroleerd en wordt het hek dicht gedaan. * kinderen mogen niet met zand gooien * ouders laten hun fietsen buiten het hek staan. *De kinderen mogen bij warm, zonnig weer niet langer dan een half uur zonder t-shirt in de zon. Altijd goed smeren met een antizonnebrandmiddel dat geschikt is voor kinderen. *Alle schoonmaakmiddelen worden in een van de bovenkastjes bewaard. *schoonmaken gebeurt alleen als de kinderen niet aanwezig zijn. Natuurlijk wordt zichtbare vervuiling wel meteen verwijderd. * verf, plaksel en klei is gifvrij * met scharen en prikpennen blijven de kinderen aan tafel zitten onder toezicht van een leidster. *stopcontacten zijn afgeschermd *In het gebouw is naast de gediplomeerde leidster altijd minstens een persoon aanwezig die in geval van nood hulp in kan roepen. * wanneer kinderen door iemand anders worden opgehaald dan wordt dit van te voren doorgegeven. Regels i.v.m. Hygiëne: *Leidsters wassen na toiletgebruik, niezen, en snuiten zowel van zichzelf als van de kinderen altijd hun handen met water en zeep. *Kinderen wordt aangeleerd om hetzelfde te doen. * kinderen wordt aangeleerd bij het hoesten hun hand voor hun mond te houden. *Wondjes worden zowel bij leidsters als bij kinderen afgedekt met een watervaste pleister. *Stoffen zakdoeken zijn niet toegestaan. Papierenzakdoekjes (1 per kind) worden na gebruik meteen weggegooid in een afgesloten vuilnisbak *Als er (voor bijv. koeling van een bult of blauwe plek,of bloedlip)een washandje wordt gebruikt, wordt dit meteen na gebruik in de was gedaan. (1 per kind!!!) *Hand-, afdroog- doeken worden wekelijks verschoond. Vaatdoekjes dagelijks *Bij vermoeden van besmettelijkheid komt de leidster niet werken maar wordt een vervangster geregeld. *Vloeren en andere oppervlakken worden dagelijks schoongemaakt met stofwisser en/of vochtige doek *Toiletten worden dagelijks schoongemaakt. *Aankleed kussen, en potje wordt na ieder gebruik schoongemaakt. *vuilnisbakken worden dagelijks geleegd. *Groepsruimte wordt dagelijks gelucht *speelgoed wordt regelmatig gereinigd
Dagindeling: Als de kinderen komen kunnen ze spelen met het spelmateriaal wat op tafel klaar ligt of in de verschillende hoeken ( ’t huisje, de auto- of blokkenhoek, zandtafel e.d. ) gaan spelen. Er is ook de gelegenheid om eerst samen met een leidster de ouders uit te zwaaien. Terwijl de kinderen spelen begeleiden en helpen de leidsters hen. Halverwege de ochtend gaan we met de kinderen in de kring. Dan eten en drinken we wat met de kinderen. Er worden dan liedjes gezongen en spelletjes gedaan. Voor of na de kring doen we een activiteit, vaak aan de hand van een thema. Er wordt gekleurd, geverfd of geknutseld. Is het mooi weer dan gaan we buiten spelen. Bij slecht weer gaan we naar het speellokaal. De kinderen kunnen dan nog fietsen e.d.