Geïntegreerd spelen in de praktijk Veel speelterreinen zijn niet toegankelijk en bespeelbaar voor kinderen met een beperking. Bij de inrichting en het beheer van speelterreinen wordt onvoldoende rekening gehouden met het feit dat zij ook kinderen zijn en dat spelen ook voor hen belangrijk is. Anders dan bij de bouw van openbare gebouwen is er geen wettelijke verplichting om speelvoorzieningen toegankelijk te ontwerpen en te bouwen. BURO-QIS vindt dat een speelvoorziening een belangrijke publieke voorziening is en dient in dezelfde mate toegankelijk te zijn voor kinderen met een beperking. Aan de hand van een inventarisatie en een analyse van belemmeringen, samen met de opdrachtgever en mogelijke doelgroepen, kunnen specifieke maatregelen genomen worden om de speelvoorziening bereikbaar, toegankelijk en bespeelbaar te maken. Uitgangspunt van het beoordelen en toepassen van de maatregelen is het toepassen van het Wenkenblad van de NUSO -speelruimte Nederland(richtlijnen voor toegankelijke en bespeelbare speelvoorzieningen). Een integraal toegankelijke speelvoorziening voldoet aan de volgende richtlijnen: Bereikbaarheid van de speelvoorziening, Toegankelijkheid van de paden (75 % van de speeltoestellen bereikbaar), Toegankelijkheid van gebouwen (voldoen aan ITS-criteria), Bespeelbaarheid van speeltoestellen (minimaal 50 % van elk type toestellen). Tijdens de herinrichting en uitbreiding van de speelvoorziening rondom het bezoekerscentrum 'de Veluwezoom' van Natuurmonumenten te Rheden is nadrukkelijk rekening gehouden met het samenspel tussen kinderen met en zonder een beperking. Veel praktijkvoorbeelden zijn opgenomen in dit document.
Wenkenblad: De ingang van de speelvoorziening moet goed zichtbaar zijn, bijvoorbeeld door toepassing van opvallende kleuren of het plaatsen van oriëntatiepunten.
1
Wenkenblad: Tenminste 75 procent van alle speeltoestellen dient vanaf de ingang van de speelvoorziening bereikbaar te zijn door een verhard pad (rolstoel toegankelijke looproute).
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Wenkenblad: De afstand van het verharde pad tot het opstappunt van de betreffende speeltoestellen mag maximaal 5 m zijn. De afstand tussen het verharde pad tot het opstappunt van het toestel mag worden overbrugd met een halfverharding mits deze berijdbaar is door een rolstoel. Rubber, gras, decowood, e.d. kunnen geschikte materialen zijn. Ook een oploopschot met flauwe helling kan een prima hulpmiddel zijn.
Mag ik Ivana even voorstellen? Ivana is bijna twaalf jaar oud en 117 cm groot. Hoewel ze beperkt is in haar handen beenfunctie is ze zeer ondernemend. Haar grootste hobby's zijn tafeltennis en voetbal. Als ze grotere afstanden moet overbruggen of moe wordt maakt ze gebruik van een rolstoel. Ze gaat veel uit fietsen met haar ouders en twee broers. Dan zit ze voorop bij haar vader op de fiets. "Niet op de stang maar op een echt zadel" volgens een van haar broers. Het gehele gezin bracht een bezoek aan de Veluwezoom. Op verzoek wilde ze enkele elementen in de speeltuin uitproberen om te kijken of ze er in kon komen en spelen. Na een half uurtje had ze veel uitgeprobeerd. Voldaan ging ze naar huis. "Jaaa, ik ben de eerste die in de speeltuin heeft gespeeld…" klonk het enthousiast.
2
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Er zijn diverse hangmatten met een lage instap en bereikbaar via het gras. Het kost Ivana weinig moeite om erin te stappen en heerlijk te schommelen.
Ook het overbruggen van diverse niveauverschillen is voor Ivana niet te moeilijk. De lage balk en een extra grijppunt aan de vertikale staander geeft voldoende ondersteuning.
3
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Wenkenblad:
Zorg dat de afstand tussen grijp- en steunpunten is afgestemd op kinderen. Zorg dat ‘klimelementen van speeltoestellen die voor een groot deel uit kabels of kettingen bestaan stijf zijn. Slappe touwladders en slappe klimnetten zijn nauwelijks beklimbaar. Zorg dat de afstand tussen grijp- en steunpunten is afgestemd op kinderen. Zorg dat een kind bij het beklimmen van elementen van speeltoestellen meerdere grijp- en steunpunten tegelijk kan gebruiken. Zorg dat op steunpunten twee voeten naast elkaar geplaatst kunnen worden. Bij een klimwand moet men denken aan voetsteun en tegelijk grijppunten voor de handen. Bij een trap moet men denken aan steun voor de voeten en grijppunten voor de handen. Bij een trap verdient de aanbeveling om de treden zo breed te maken dat er 2 voeten naast elkaar geplaatst kunnen worden.
Ivana doet veel op haar buik, zowel erin als eruit kruipen.
4
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
De opstap naar de brede glijbaan is niet de meest makkelijke. Met enige inspanning weet Ivana haar weg naar boven te vinden. "Het moet ook niet te makkelijk worden" is het nuchtere commentaar van haar vader.
Wenkenblad: Aandachtspunten voor kinderen met beperkte arm- , hand en/of loopfunctie: Helling met veel steun- en grijppunten altijd in combinatie met een luie trap. Klimnetten en touwladders niet slap (bijv. strak spannen) Zitmogelijkheden. Veel steun- en grijppunten.
5
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Wenkenblad: Aandachtspunten glijbanen voor kinderen met een verstandelijke beperking Glijbaan van boven en van beneden geheel te overzien. Glijbaan voorzien van met hoge zijkanten. Bewegingszone einde glijbaan markeren Extra sterke constructie
Haar broer wil het ook uitproberen en vindt de weg makkelijk naar boven. Hij stapt ook makkelijk over de balustrade.
6
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Dit is voor Ivana niet makkelijk en zij kruipt eronder door.
Er is echter een meer toegankelijke route aan de andere zijde van de brede glijbaan. Het is aan de kinderen welke route ze kiezen en aankunnen.
7
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Een oploopschot met diverse grijppunten is een ideaal route naar boven. Het moet echter blijken of dit ook functioneert. Voor Ivana geen probleem.
En waar geklommen wordt moet ook gedaald worden. Het sluitstuk van een inspannend half uurtje proefkonijn.
8
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-
Wenkenblad: Samen met deze kinderen, hun ouders/ verzorgers en eventuele deskundigen dient na de totstandkoming te worden nagegaan of de aanpassingen naar behoren functioneren. Na in gebruik name dient regelmatig, minstens één maal per jaar door de beheerder een grondige controle plaats te vinden van de basisrichtlijnen. Extra aandacht moet daarbij zijn voor verzakkingen en begroeiingen van de looproute, het ontbreken van beveiligingen en slijtage van onderdelen van toestellen. Bij speelvoorzieningen in een natuurlijke omgeving moet voortdurend aandacht zijn voor verzakkingen en begroeiingen en zullen meerdere inspecties in het jaar noodzakelijk zijn.
BURO-QIS Henk Bleyendaal Mendes da Costalaan 18 1251 NP Laren E: W:
[email protected] www.buro-qis.com
T: M:
035 5250832 06 57260572
U wilt dat alle kinderen kunnen spelen, met en zonder een beperking. Er zijn voldoende spelmogelijkheden voor kinderen in uw omgeving. Maar zijn ze altijd geschikt voor kinderen met een beperking? Hoe voorkomt u dat juist deze kinderen aan de zijlijn staan en alleen maar kunnen toekijken? BURO-QIS wil meer kwaliteit brengen in het samenspel tussen kinderen met en zonder een beperking. Dit vraagt diverse maatregelen in de inrichting van een speelvoorziening. Deze maatregelen zijn vaak eenvoudig en goedkoop, maar dienen wel afgestemd te zijn op de doelgroep. Uit dit document blijkt dat er voldoende richtlijnen zijn die de toegankelijkheid, bespeelbaarheid en gebruikswaarde van speelvoorzieningen en speeltoestellen optimaal geschikt maken voor kinderen met een beperking. BURO-QIS heeft veel informatie beschikbaar om de kwaliteit in het samenspel verder te ontwikkelen. Niet alleen in de openbare ruimte, speeltuinen of schoolpleinen, maar ook in parken, bossen en natuurlijke speelplekken. Het gaat dan vooral om de bereikbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid van speelterreinen, speelvoorzieningen en spelaanleidingen. 9
BURO-QIS - Praktijkvoorbeelden geïntegreerd spelen-