STICHTING ROTTERDAM MATTIE
Beleids-‐ en activiteitenplan 2015-‐2016
1. Inleiding
Stichting Rotterdam Mattie neemt vanaf het najaar van 2015 het programma Mattietrainingen over van Stichting Rotterdam Boxing. Met dit programma worden met de bokssport als middel problemen als overgewicht, agressief/ onaangepast gedrag en onvoldoende weerbaar gedrag aangepakt. Het programma wordt uitgevoerd in samenwerking met zorg-‐ en onderwijsinstellingen en met betrokkenheid van ouders/verzorgers. In 2015-‐2016 zijn wij met name actief in Rotterdamse aandachtswijken in Rotterdam-‐Zuid, Delfshaven en Noord/Kralingen-‐Crooswijk (voornamelijk omgeving Crooswijk).
2. Gegevens organisatie
Naam Adres Postcode + woonplaats Telefoonnummer Contactpersoon E-‐mailadres Website Inschrijving Kamer van Koophandel Voorzitter Secretaris/penningmeester Bestuurslid
Stichting Rotterdam Mattie Landverhuizersplein 121 3072MH Rotterdam 010-‐4233829 / 06-‐53814857 Ronald Blom (voorzitter)
[email protected] www.rotterdamboxing.nl/mattietraining/ 64164543 Dhr. R. Blom Dhr. C. P. Been Dhr. F. Bestebreurtje
3. Achtergrond
In Rotterdam signaleert Stichting Rotterdam Mattie dat veel Rotterdamse jongeren in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar op een dusdanige manier problemen ervaren, dat zij moeite hebben goed richting aan hun leven te geven. Stichting Rotterdam Mattie ziet dit met name op terreinen als overgewicht en onaangepast/agressief gedrag, leidend tot schooluitval en andere bijkomende problemen en daarnaast is er een grote groep jongeren, die onvoldoende weerbaar is en bijvoorbeeld slachtoffer is van pestgedrag.
Stichting Rotterdam Mattie is opgericht om boksen ook als middel in te zetten om op maatschappelijk vlak problemen aan te pakken en zich in te zetten voor de bewoners van de stad Rotterdam. De initiatiefnemers vinden dan ook dat partijen uit alle geledingen van de samenleving de verantwoordelijkheid dienen te nemen in een gemeenschappelijke aanpak om de integrale problematiek onder jongeren aan te pakken. Dit omdat de gevolgen voor de stedelijke gebieden verstrekkend en langdurig zijn en er op jonge leeftijd veel resultaat geboekt kan worden in de bestrijding ervan.
Naast de inzet van Stichting Rotterdam Mattie rondom het aanpakken van obesitas gaan we hier met name in op het ondersteunen van jongeren in het veranderen van problematisch gedrag. Het gaat hier specifiek om onaangepast/agressief gedrag van jongeren en het ondersteunen van jongeren die onvoldoende weerbaar zijn. In beide gevallen staat het gedrag de jongeren in de weg om goed te kunnen functioneren binnen de samenleving. Jongeren met onaangepast/agressief gedrag komen met grote regelmaat in conflictueuze situaties terecht. Hun gedrag is bijvoorbeeld
zo moeilijk te hanteren dat dit leidt tot schooluitval. Deze jongeren kennen dan geen startkwalificaties en lopen een verhoogd risico om af te glijden en bijvoorbeeld in crimineel gedrag te vervallen.
In Nederland is er de laatste jaren al wel veel aandacht voor het terugdringen van schooluitval. Dit levert ook succes op. Landelijk gezien en ook in Rotterdam neemt de schooluitval af, zoals blijkt uit cijfers van het Ministerie van Onderwijs & Cultuur. Met 3,7 % aan schooluitval1 in het schooljaar 2013-‐2014 is Rotterdam nog wel de stad waar het percentage schooluitval het hoogst ligt. In de minder kansrijke wijken waar Stichting Rotterdam Mattie actief is, ligt de schooluitval boven dit Rotterdamse gemiddelde.
Binnen het vaak harde klimaat in de aandachtswijken zien wij daarnaast jongeren, die moeite hebben zich daarbinnen staande te houden. Zij worden bijvoorbeeld gepest, hebben een laag zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld, etc. Ook gaat het om met name meisjes, die door de culturele setting waar zij in opgroeien beperkt worden in hun mogelijkheden zich te ontwikkelen en daar nauwelijks weerstand tegen kunnen bieden. Deze jongeren hebben zoveel moeite om zichzelf staande te houden, dat ook hier schooluitval op de loer ligt. Bij hen is er onder meer sprake van dat ze eigenlijk meer kunnen dan ze denken. De kwaliteiten van deze jongeren komen er alleen bij lange na niet uit.
Beide soorten gedrag zorgen er dus voor dat deze jongeren tegen een hoop problemen aanlopen en moeite hebben zich op een positieve manier te ontwikkelen. Naast het feit dat dit voor de jongeren persoonlijk problemen oplevert om mee te komen in de samenleving kent dit ook maatschappelijke gevolgen. Zo hebben, vooral als het gaat om onaangepast/agressief gedrag, de directe omgeving van deze jongeren, zoals ouders, andere jongeren, maar ook buurtbewoners op een negatieve manier te maken met dit gedrag. Daarnaast is de kans dat deze jongeren aanspraak maken op de maatschappelijke voorzieningen in de vorm van uitkeringen en in aanraking komen met de politie groter, hetgeen ook maatschappelijk te dragen kosten met zich mee brengt.
Sporten blijkt een uitstekend middel om deze jongeren te bereiken om vervolgens bij hen gedragsverandering tot stand te brengen. De doelgroep waar wij ons op richten, jongeren in Rotterdamse achterstandswijken, heeft een bovengemiddelde interesse in vechtsporten, die daarom een grote aantrekkingskracht op deze jongeren hebben. Boksen past perfect in de belevingswereld van deze jongeren.
Rotterdam Mattie hanteert het klassieke boksen, een olympische sport die streng gereglementeerd is en bovenal uitgaat van conditionele training, techniek en discipline. Het kent elementen, die zeer geschikt zijn om bij jongeren met onaangepast gedrag verandering in dit gedrag aan te brengen. Voor jongeren, die juist niet zo weerbaar zijn, biedt de bokssport mogelijkheden om aan zelfvertrouwen en uitstraling te werken. Vanuit de Mattietrainingen spoort stichting Rotterdam Mattie deze jongeren vervolgens aan om blijvend te sporten en zich aan te sluiten bij een sportvereniging. Naar het inzetten van vechtsporten als middel om probleemgedrag aan te pakken, zijn inmiddels diverse onderzoeken verricht. De tabel geeft een schets van de resultaten van een onderzoek waarbinnen men heeft gekeken naar de resultaten in het werken aan agressiereductie en vergroting van weerbaarheid.
1
http://www.vsvverkenner.nl/gemeente/0599/rotterdam/vergelijken/resultaten
Vechtsport in de jeugdzorg
behaald, 8D 9 SP-‐groep) procent enigszins en 11 procent niet. (onderzoek Perspectief van de hulpverleners Specifiek onderzoek naar de sport-‐zorgtrajecten van de Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Ook a an d e hulpverleners is gevraagd om na afloop van ieder traject per jongere een evaluatieformulier fitnessfederatie (KNKF) in te vullen over zijn of haar eventuele voor-‐ uitgang op een aantal kernaspecten. De hulpverleners baseren zich daarbij op de Nederland waargenomen buiten 2008-‐ de sportcontext. Op basis van 48 In opdracht van Jeugdzorg deed gedragsverandering DSP-‐groep in de periode 2010 onderzoek naar vijftig geretourneerde v ragenlijsten k an e en i ndicatief b eeld w orden g eschetst. sportzorgtrajecten (waaronder die van boksvereniging Van ‘t Hof). Februari 2011 verscheen de
eindrapportage van dit onderzoek, getiteld 'Sport zorgt. Ontwikkeling van vier waardevolle
Dit indicatieve beeld maakt duidelijk dat ook de hulpverleners over het algemeen positief zijn over de sportaanpakken voor jongeren in de jeugdzorg'. bijdrage van de vechtsporttrajecten aan de hulpverlening van jongeren in de jeugdzorg. Bij 40 procent van de gedrag volgens de hulpverleners Cijfers en deelnemers resultaten vis an het KNKF sport-‐zorgtrajecten 2008-‐2010 sterk verbeterd, bij 43 procent licht, bij 4 niet en bvij an 13 1p1 rocent kunnen de hulpverleners hier 9g een inschatting van maken. •procent Uitvoering KNKF-‐sport-‐zorgtrajecten, waarvan hebben deelgenomen aan het
onderzoek. Deze bevindingen zijn in lijn met bde inschatting trainers over de doelrealisatie. In iets minder • Er zijn onderzoeksgegevens eschikbaar van van 292 de deelnemers uit de jeugdzorg. mate zijn ook ade sociale vaardigheden van jongeren, naar inschatting •sterke Het werkelijke antal jeugdzorgjongeren, dat hde eeft deelgenomen aan een van de hulpverleners, verbeterd door deelname aan het vechtsporttraject. Bij een zesde van de jongeren zien de hulpverleners vechtsporttraject, ligt naar schatting rond de 400. een s terke e n b ij r uim d e h elft e en l ichte v erbetering op edn at lak. • Onder de deelnemers bevinden zich 62% jongens 3v8% meisjes. Met betrekking tot de specifieke KNKF-‐doelen nemen de hulpverleners bij 73 procent van de • Meer dan drie kwart is tussen de 12 en 18 jaar. deelnemers een verbetering waar op het vlak van agressieregulatie en sociale Het • Het betreffen vooral jongeren met externaliserende problematiek (gedrags-‐ en aweerbaarheid. gressie-‐ zelfbeeld e n z elfvertrouwen i s v erbeterd b ij 7 9 p rocent v an d e d eelnemers. Problemen). • Een derde van de deelnemers is voortijdig uitgestroomd, vooral door externe oorzaken, Perspectief an de jongeren elf zoals ovverplaatsing of bzeëindiging van jeugdzorg. Bovenstaande bevindingen, die wijzen op positieve effecten van vechtsport op het gedrag van jongeren • Hoewel geen expliciet doel is van 21% van de deelnemers bekend dat ze zijn door in de gestroomd jeugdzorg, worden ondersteund door de resultaten op de vragenlijsten die door is de vermoedelijk deelnemers naar reguliere sportdeelname. Het werkelijke aantal doorstromers zelf zijn i ngevuld. hoger, want van 65% ontbreken gegevens hierover. • Trainers zien bij circa 95% van de deelnemers lichte tot sterke verbetering van het gedrag in de Afgaande op de SDQ, de 'Strengths and Difficulties Questionnaire', heeft 67 procent van de deelnemers sportcontext. zich verbeterd. op vhet van emotionele problemen, gedragsproblemen •(n=12) Hulpverleners zien bVooral ij circa 80% an de vlak deelnemers lichte tot sterke verbetering in gedrag en en hyperactiviteit laten zij na afloop van het traject minder problemen zien. Op het gebied van zelf-‐ sociale vaardigheden. •waardering, gemeten met de CBSA, Competentie BelevingsSchaal voor Adolescenten scoort 54 procent Van de jongeren zelf rapporteert twee derde een vermindering van gedragsproblematiek, vooral van de deelnemers (n=11) beter dean ij de voormeting. Dhit impliceert dat gevoel voor eigenwaarde op het vlak van emotionele-‐ n gbedragsproblemen, yperactiviteit en hzun elfwaardering. is toegenomen. Tenslotte maken de verschilscores op de BHDI, Buss-‐Durkee Hostility Inventory, (n=14) duidelijk, dat 79 procent minder directe agressie laat zien na afloop van het vechtsporttraject en 57 Doelrealisatie en gedragsverandering procent minder hulpverleners indirecte agressie. Zowel trainers, als jongeren zelf rapporteren een positieve gedragsverandering bij het
leeuwendeel van de jeugdzorgjongeren, die hebben deelgenomen aan één van de negen * opsomming van conclusie uit het onderzoek” Vechtsport in de zorg” uitgevoerd door DSP groep. vechtsporttrajecten. Ook de resultaten van het kwalitatieve onderzoek wijzen in die richting. Daarmee is aannemelijk gemaakt dat vechtsport voor jongeren in de jeugdzorg meerwaarde heeft voor hun gedrag in het algemeen, en agressieregulatie, sociale weerbaarheid en zelfbeeld in het bijzonder.
Perspectief van de trainers De trainers hebben van 159 deelnemers aangegeven in welke mate de twee belangrijkste individuele doelen zijn bereikt. De trainers baseren zich daarbij vooral op de waargenomen gedragsverandering binnen de sportcontext.
Mate van doelrealisatie bij 159 deelnemers volgens trainers: Doel algemeen Agressiereductie Doel behaald: 15% 26% Doel enigszins behaald: 81% 69% Doel niet behaald: 4% 5%
Weerbaarheid 24% 72% 4%
Naar inzicht van de trainers heeft ruim 95 procent van de deelnemers uit de jeugdzorg dus enigszins tot veel baat gehad bij het vechtsporttraject. Met betrekking tot de centrale KNKF-‐doelen, agressieregulatie en bevorderen sociale weerbaarheid, is het beeld nog positiever.
Er is een duidelijk onderscheid tussen deelnemers waarvan bekend is dat ze het traject voltooien en deelnemers die voortijdig uitstromen. Van de voltooiers heeft 23 procent de individuele doelen behaald, 76 procent enigszins en 1 procent niet. Van de voortijdig uitstromers heeft 0 procent de doelen volledig
4. Doelgroep
Met de Mattietrainingen richten wij ons aanvankelijk op jongeren. Aangezien er met name goede resultaten worden bereikt wanneer wij de omgeving rondom de jongere bij ons programma betrekken, is onze doelgroep uiteindelijk breder dan alleen jongeren. Onze volledige doelgroep ziet er als volgt uit:
1. Jongeren in de leeftijd van 10 t/m 18 jaar bij wie sprake is van problemen rondom onaangepast/agressief gedrag, onvoldoende weerbaar gedrag en overgewicht 2. Professionals uit onderwijs-‐, jeugdhulpverlenings-‐ en welzijnsinstellingen 3. Ouders of verzorgers van de deelnemende jongeren. 4. Een selectie leden van Rotterdam Boxing (ontwikkelaar van Mattietrainingen en partner van Rotterdam Mattie), die in het kader van hun maatschappelijke ontwikkeling worden ingezet als (hulp) trainer in de Mattie trainingen. Ad 1.
Wij werken hoofdzakelijk met jongeren woonachtig en/of levend in Rotterdamse aandachtswijken, aangezien daar de problematiek het grootst is. Daarbij zijn wij met name actief in Oud-‐Charlois, Tarwewijk, Nieuwe Westen, Spangen, Crooswijk, Rubroek en het Oude Noorden. De jongeren, zowel jongens als meisjes hebben veelal een niet Nederlandse etnische achtergrond. Daarbinnen gaat het om veel verschillende culturen en is hun referentiekader mede gevormd vanuit verschillende geloofsovertuigingen. De verdeling tussen jongens en meisjes is bij de programma’s voor obesitasbestrijding en vergroten van weerbaarheid 50-‐50. Het programma met betrekking tot agressiereductie kent een verdeling van 60% jongens en 40% meisjes.
Ad 2/3
In 2014 werkten wij al samen met verschillende professionals vanuit onderwijs-‐ jeugdhulpverlenings-‐ en welzijnsinstellingen en betrokken wij waar mogelijk ook ouders en verzorgers bij de trajecten. Onze ervaring is dat wij in de begeleiding van een jongere betere
successen boekten wanneer zijn/haar omgeving nauw betrokken was. In 2015 gaan we er dan ook de voorwaarde stellen dat mensen uit de omgeving van een jongere hun betrokkenheid tonen.
Het laten deelnemen van jongeren bij wie sprake is van overgewicht doen wij vanuit de JGZ richtlijn Obesitas en de NHG standaard Obesitas.
Naast het voortzetten van de samenwerking met reeds bestaande partners zoeken wij in 2015 ook aansluiting bij de Wijkteams.
In 2015-‐2016 richten wij ons op 168 jongeren. Daarbij gaan we voor 50 jongeren een programma verzorgen omtrent agressiereductie, 65 jongeren nemen deel aan het programma voor het vergroten van weerbaarheid en met 35 jongeren werken we aan het tegen gaan van obesitas.
Hieronder een kort overzicht met de verschillende activiteiten en de daaraan gekoppelde aantallen deelnemers. Allereerst de aantallen voor de programma’s ‘weerbaarheid en bestrijding schooluitval’ en ‘agressiereductie’:
Weerbaarheid Blok 1 (12 weken) 24 jongeren 3 trainingen
Blok 2 (12 weken) 24 jongeren 3 trainingen
Blok 3 (12 weken) 24 jongeren 3 trainingen
Agressiereductie Blok 1 (12 weken) 32 jongeren 4 trainingen
Blok 2 (12 weken) 24 jongeren 3 trainingen
Obesitas Blok 1 (20 weken) 24 jongeren 3 trainingen
Blok 2 (20 weken) 16 jongeren 2 trainingen
5. Doelstelling en resultaten
Doelstellingen: -‐ Door het inzetten van de bokssport als middel bij jongeren met onaangepast/agressief gedrag en jongeren die onvoldoende weerbaar zijn een positieve gedragsverandering teweeg brengen. -‐ Met het veranderen van gedrag voorkomen van schooluitval, waardoor de betreffende jongeren zich kunnen ontwikkelen en kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. -‐ Door het inzetten van de bokssport als middel bij jongeren die kampen met overgewicht bewustwording creëren en een positieve gedragsverandering teweeg brengen op het gebied van voeding en beweging. -‐ Versterken van het effect bij de jongeren door het nauw betrekken van professionals en ouders/verzorgers bij de Mattietrainingen.
-‐
Het ondersteunen van jong talent in het ontwikkelen van pedagogische vaardigheden waarmee wij het team aan bokstrainers voor de Mattietrainingen verbreden.
Resultaten: Zoals in de inleiding reeds aangegeven is het Mattie concept afgelopen jaar (2014) voor het eerst grootscheeps uitgerold waardoor meer dan 190 kinderen/jongeren hebben kunnen deelnemen aan één van de Mattietrainingen. Op 19 januari j.l. heeft een eerste evaluatie plaatsgevonden met de betrokken werkers in het veld. Ook is er een rapportage opgesteld opgebouwd uit een analyse van de resultaten uit observaties en evaluaties.
De belangrijkste conclusies uit de rapportage en werkconferentie zijn: -‐ Het inzetten van de bokssport als middel om gedragsverandering tot stand te brengen is positief ontvangen door partners als scholen en jeugdhulp verlenende instantie. Zij ervaren de meerwaarde van de Mattietrainingen. Veelvuldig werd de toename van zelfvertrouwen waargenomen en vermindering van conflicten op school. -‐ Het meest zichtbare resultaat boekten we bij deelnemers bij wie sprake was van onvoldoende weerbaar gedrag. Door veel aandacht te besteden aan houding werden de deelnemers zelfverzekerder. Zo viel het leerkrachten op dat deelnemers aan de Mattietrainingen rechter op lopen en constateerden leerkrachten bijvoorbeeld dat deze kinderen meer vragen beginnen te stellen. -‐ Het behalen van resultaat bij deelnemers met onaangepast/agressief gedrag verloopt voor een deel langzamer en is meer complex. Er wordt zichtbaar resultaat geboekt binnen de lessen waar de deelnemers minder “wild” worden en zich dus leren te beheersen. Het feit dat ze elkaar moeten raken, draagt er buiten de lessen toe bij dat er op scholen een afname van conflicten valt waar te nemen. De geringste aanraking leidde voorheen al snel tot hoog oplopende spanningen. Nu accepteert men dit sneller. In situaties waar deelnemers onaangepast/agressief gedrag vertonen dat diep geworteld ligt door een complex aan oorzaken is er minder gemakkelijk resultaat te boeken. Dit vergt bijvoorbeeld een steviger inzet i.c.m. therapie. -‐ Om ook in de toekomst goede ondersteuning te kunnen blijven bieden, is vergroting van de capaciteit aan trainers noodzakelijk. Intern leidt stichting Rotterdam Mattie inmiddels jonge talenten op voor het verzorgen van trainingen met een maatschappelijk doel. Hiermee brengen wij deze jongeren bij dat zij met hun sport van betekenis kunnen zijn voor de maatschappij en raken zij pedagogisch onderlegd. -‐ Het beste resultaat komt tot stand wanneer de omgeving van de deelnemer nauw betrokken is. In situaties waar ouders, verzorgers en/of professionals betrokkenheid toonden door aanwezig te zijn bij intake-‐ en evaluatiegesprekken en de trainingen bijwoonden, vond er een goede vertaling plaats naar situaties buiten de bokstraining. Hetgeen wij behandelen binnen de trainingen, wordt dan voortgezet in situaties op school en thuis.
De bovenstaande bevindingen vervormen wij in 2015-‐2016 tot concrete acties om tot verdere effectversterking te komen.
6. Activiteiten 2015-‐2016
In 2015-‐2016 voert stichting Rotterdam Mattie Mattietrainingen uit gericht op agressiereductie, verhogen van de weerbaarheid en obesitas bestrijding. Deze trainingen voeren wij uit met in totaal 168 jongeren. Wij werken hierbij met groepen van maximaal 8 jongeren, waarbij de looptijd
gemiddeld 12 weken is voor de trainingen gericht op vergroten van weerbaarheid en agressiereductie. Het programma gericht op obesitasbestrijding bestaat uit trainingen van 20 weken. In de komende paragrafen vindt u een omschrijving van de activiteiten die wij ondernemen om jongeren met onze Mattietrainingen te begeleiden in het veranderen van hun gedrag.
6.1
Werving van jongeren voor deelname aan de Mattietrainingen
Om jongeren deel te laten nemen aan de Mattietrainingen zetten wij verschillende manieren in om jongeren te selecteren, die veel profijt kunnen hebben van onze ondersteuning. We maken daarbij gebruik van:
a. b. c.
Werving van deelnemers via scholen Werving van deelnemers via Flexus Jeugdplein (jeugdhulpverlening) Werving van deelnemers via organisaties binnen het jongerenwerk, zoals “Thuis Op Straat”
Ad a. Stichting Rotterdam Mattie heeft inmiddels samenwerkingsverbanden opgebouwd met verschillende middelbare-‐ en basisscholen. Zij kennen onze werkwijze en het effect dat de Mattietrainingen op de deelnemers hebben. Regelmatig zijn wij met hen in contact omtrent mogelijk nieuwe deelnemers aan de Mattietrainingen en ondersteuning vanuit de scholen daarbij. Aan een groot aantal basisscholen die onderdeel uitmaken van de Rotterdamse Children’s Zone hebben wij de Mattietrainingen middels een direct mailing onder de aandacht gebracht. Wij bieden daarbij de mogelijkheid om gratis introductielessen te verzorgen. Bij interesse voor deelname aan de Mattietrainingen bespreken wij met de betreffende scholen de bijdrage die zij zowel financieel als in de ondersteuning van de deelnemers kunnen leveren. Naast de reeds enthousiaste scholen uit 2014 hebben de eerste nieuwe scholen zich inmiddels ook aangemeld. Ad b. Stichting Rotterdam Mattie heeft goede contacten opgebouwd met Flexus Jeugdplein en met hen al trainingen op het gebied van agressie reductie verzorgd. Flexus Jeugdplein is een organisatie, die passende hulp en ondersteuning biedt aan jongeren, kinderen en ouders. Daarbij gaat het om jongeren en kinderen, die zelf problemen ervaren of ouders, die bijvoorbeeld moeilijkheden ondervinden in het opvoeden van hun kind. Flexus Jeugdplein heeft dan ook veelvuldig contact met individuele jongeren en ouders, die steun vragen. Voor bepaalde jongeren ziet Flexus Jeugdplein onze Mattietrainingen als een hele goede interventiemethode voor jongeren met onaangepast gedrag en jongeren die problemen ervaren met weerbaarheid en bijvoorbeeld gepest worden. Met Flexus Jeugdplein hebben wij dan ook een afspraak voor het selecteren van 18 jongeren voor de Mattietrainingen gericht op agressie reductie en 18 jongeren voor deelname aan de weerbaarheidstrainingen.
Ad c. Stichting Rotterdam Mattie heeft een goede samenwerkingsrelatie opgebouwd met de organisatie Thuis op Straat. Zij begeleiden jongeren in de openbare ruimte door onder andere op pleinen activiteiten aan te bieden. Jongeren die baat kunnen hebben bij de Mattiettrainingen melden zij bij ons aan. Daarbij bekijken we ook de mogelijkheid voor aanmelding van een complete groep door Thuis op Straat waarbij zij aanvullende begeleiding bieden. Ondertussen hebben wij ook
contact met de verschillende opgestarte wijkteams in Rotterdam, waarin vertegenwoordigers van verschillende zorg-‐ en welzijnsinstellingen zitting hebben.
6.2
Intake
Voordat wij met de jongeren, die via (middelbare) scholen, Flexus Jeugdplein, Thuis op Straat en overige instellingen bij ons worden aangemeld, starten met de Mattietrainingen houden wij eerst een intake. Deze intake is met de jongere zelf, zijn ouder(s)/verzorger(s) en indien noodzakelijk een pedagoog of een diëtist (die laatste wanneer het een jongere met overgewicht betreft). Tijdens de intake willen wij een beeld krijgen wie de jongere is, waar hij/zij tegenaan loopt en hoe zijn/haar ouder(s)/verzorger(s) daar tegenaan kijken. Met de jongere nemen wij uitgebreid door wat hij/zij van het trainingsprogramma kan verwachten en met de ouder(s)/verzorger(s) spreken wij door wat wij ook van hen daarin verwachten. 6.3
Mattietrainingen agressiereductie
Het veranderen van onaangepast/agressief gedrag bij jongeren is een intensief en vaak moeizaam proces. In de regel werken wij hieraan met de jongeren gedurende 12 weken. Het gaat zeker voorkomen dat we na deze 12 weken nog niet het gewenste resultaat hebben bereikt. In dat geval verlengen we het traject.
Tijdens de training krijgen jongeren 1 keer per week bokstraining. Jongeren met onaangepast/agressief gedrag kennen veel conflicten, die zij geneigd zijn op te lossen door te vechten of verbaal geweld te gebruiken. Boksen spreekt deze jongeren dan ook vrijwel direct aan. De bokssport kent echter strakke regels en vereist veel discipline. De invulling van de lessen verloopt dan ook heel strak, bijna militair. Tijdens de trainingen ervaren de jongeren dat boksen meer is dan er op los slaan. Je moet in goede conditie zijn, geduld hebben, kunnen accepteren, etc. Kenmerken als direct reageren en het hebben van een kort lontje blijkt tegen hen te werken in de boksring. Zelfbeheersing, je momenten kiezen, het kunnen incasseren en doorzetten zijn belangrijke vaardigheden binnen het boksen. Hier wordt dan ook in eerste instantie aan gewerkt, waarbij ook het plezier beleven aan het boksen van groot belang is. Vervolgens betrekken we de pedagoog meer bij de trainingen. De vaardigheden, die binnen het boksen van belang zijn, worden met de jongeren vertaald naar andere facetten van het leven. Veel van de elementen die gebruikt worden zijn afgeleid van de rots en water trainingen. Om iets te bereiken helpt het bijvoorbeeld om een opleiding af te maken. Ook daarbinnen moet je discipline aan de dag brengen, is het nodig door te zetten wanneer het moeizaam gaat en kom je niet ver door je tegendraads op te stellen.
Tijdens de trainingen onderhoudt de pedagoog, naast het contact met de jongeren, ook contact met de school waar de jongere op zit, eventuele jeugdhulpverlenende instanties of welzijnswerkers en met zijn ouder(s)/verzorger(s). Daarbij zetten wij er op in mensen uit de omgeving van de jongere te overtuigen om zo veel mogelijk ook de trainingen te bezoeken. Hierdoor zijn er enerzijds meer contactmomenten waarbij de voortgang van de jongere en de rol van zijn omgeving kunnen worden besproken en kunnen zij met eigen ogen zien waaraan wij binnen de trainingen werken. Hiermee kan de lijn naar andere leefsituaties, zoals school en thuis beter doorgetrokken worden.
6.4
Mattietrainingen Weerbaarheid
Voor het verbeteren van de weerbaarheid bij jongeren hanteren wij een andere aanpak dan bij de Mattietrainingen m.b.t. onaangepast/agressief gedrag. Weliswaar starten wij hier ook met bokstraining en sport, maar is de aanpak wat “vriendelijker”. De eerste weken gebruiken we echt om de deelnemers plezier te laten beleven in het bewegen. Veel van de jongeren met wie wij werken gaan niet naar sportverenigingen of sporten in het geheel niet. We vinden het dan ook belangrijk dat zij zich door sport lekkerder in hun vel gaan voelen. Daarnaast is het voor hen vaak een drempel om iemand te raken. Aangezien de essentie van de bokssport is om iemand te raken, zorgen wij er eerst voor dat zij dat ook daadwerkelijk en met overgave durven te doen. Vervolgens gaan we daarnaast meer in op het versterken van weerbaarheid bij jongeren. Jongeren die onvoldoende weerbaar zijn, hebben ook veelal te maken met pestgedrag. Met de jongeren gaan we dan ook in op hoe pestgedrag ontstaat en welke rol de gepeste daar ook zelf in heeft. We laten jongeren er zich dus van bewust worden dat zij zelf hier ook een rol in spelen. Iemands uitstraling bepaalt onder andere het wel of niet gepest worden. Binnen de trainingen werken wij dan ook heel sterk aan de houding van de jongeren. Daarbij komen lichaamshouding, gegrond zijn en grenzen stellen nadrukkelijk aan de orde. Wij maken hierbij veelvuldig gebruik van rollenspellen, aangezien dat een goed middel is om jongeren te laten voelen wat houding en het stellen van grenzen met je doet. We leren jongeren niet te vechten, maar door houding en het bewust worden van waar hun grenzen liggen een groter zelfvertrouwen te ontwikkelen. Ook hier maken we weer de vertaling naar andere aspecten van het leven. Een goed voorbeeld om de verschillende aspecten te trainen betreft solliciteren. Sollicitatiegesprekken zijn bij uitstek momenten waar het gaat om een goede eerste indruk te maken. Daarnaast pakken we ook situaties op straat of op school waarin deze jongeren gebaat zijn bij meer weerbaarheid. Uiteindelijk realiseren we bij deze jongeren een grotere mate van zelfvertrouwen en zelfverzekerdheid. In de praktijk komen ze mogelijk nog wel bepaalde angsten tegen, maar kunnen daar vervolgens anders mee omgaan.
Net als bij de Mattietrainingen gericht op gedragsverandering van onaangepast/agressief gedrag bestaat de basis uit 12 weken training. Het versterken van de weerbaarheid wordt in de praktijk ook wel sneller behaald.
6.5
Mattietraining tegen obesitas en voorlichting gezonde voeding
Binnen het aanbod voor meer bewegen werken trainers van de boksverenigingen samen met fysiotherapeuten en diëtisten om kinderen met overgewicht (weer) plezier in het sporten te geven. Hierbij gaan ze zowel op fysiek als mentaal vlak aan de slag. Het programma moet de kinderen fitter, gezonder en weerbaarder maken, zodat ze met plezier mee kunnen bewegen met hun leeftijdsgenoten. Tevens heeft dit programma positieve neveneffecten op gebied van discipline, agressiereductie, motivatie en maatschappelijke integratie.
De deelnemers gaan gedurende 20 weken eens per week trainen. Uiteindelijk stromen ze door naar de sportvereniging waar ze structureel blijven sporten. Instroom wordt gerealiseerd door samen te werken met onderwijsinstellingen, de eerstelijnszorg, welzijnsinstellingen en door contact te hebben met Wijkteams. De sportverenigingen worden hierbij ondersteund door BuurtSportCoaches en CombiFunctionarissen op het gebied van gezondheid en sport (boksen).
Aanvullend op de Mattietrainingen besteden wij aandacht aan gezonde voeding. Gezond eten is een belangrijk aspect om lekker in je vel te zitten. Daarnaast zijn er genoeg producten, die niet bijdragen aan de gezondheid van jongeren en mogelijk hun gedrag versterken. Binnen de voorlichting verzorgen wij sowieso een bijeenkomst waar ook de ouders bij betrokken worden. Ouders kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het eten van meer gezond voedsel en spelen dan ook een belangrijke rol in het ondersteunen van hun kind daarin.
6.6
Afsluiting
Wanneer de jongeren een Mattietraining succesvol afsluiten, staan we daar met z’n allen ook echt even bewust bij stil. In een relatief korte tijd hebben de jongeren hard aan zichzelf gewerkt en manieren gevonden om conflicten anders op te lossen, dingen te accepteren, door te zetten, dan wel hun lichaamshouding sterk verbeterd hebben. De kans dat deze jongeren zich nu beter staande houden en binnenboord blijven is sterk toegenomen. Daar mogen ze dus best trots op zijn. Tijdens een afsluitende bijeenkomst in het bijzijn van hun ouder(s)/verzorger(s), trainers, pedagoog, etc. reiken wij deze jongeren een certificaat uit en stimuleren hen om sowieso te blijven sporten.
6.7
Scholen talentvolle jeugd in het verzorgen van Mattietrainingen
In 2014 heeft stichting Rotterdam Boxing (ontwikkelaar van de Mattietrainingen en partner van Rotterdam Mattie) halverwege de uitvoer van de Mattietrainingen een start gemaakt met het opleiden van jonge talentvolle boksers om een rol te gaan spelen in de uitvoer van de Mattietrainingen. Binnen onze organisatie beschikken wij over een aantal ervaren bokstrainers die naast het aanleren van bokstechnieken over goede pedagogische vaardigheden beschikken. Daarmee is de capaciteit voldoende om het opgestelde programma uit te kunnen voeren, maar is het wenselijk de capaciteit uit te breiden. In het verleden zijn er al regelmatig jongeren bij ons komen trainen, die destijds te scharen waren onder de huidige doelgroep die wij met de Mattietrainingen willen bereiken. Een deel van deze jongeren beschikt inmiddels al over de capaciteit om goede technische bokstrainingen te verzorgen. Wij willen een deel van deze jongeren nu ook bewegen om een rol van betekenis te gaan spelen voor andere jongeren. Door hen te trainen in de ontwikkeling van pedagogische vaardigheden kunnen zij op termijn zelfstandig Mattietrainingen gaan verzorgen. Onze meest ervaren bokstrainers verzorgen dan met name de Mattietrainingen m.b.t. agressiereductie, aangezien de begeleiding van deze doelgroep het meest vraagt van de trainers. De intern opgeleide jonge bokstrainers zetten wij dan aanvankelijk in op het verzorgen van de Mattietrainingen gericht op bestrijding van obesitas en mogelijk het vergroten van weerbaarheid. Op de langere termijn vindt er doorstroom plaats en gaan zij ook van betekenis zijn voor jongeren die deelnemen aan de agressiereductietrainingen.
In 2014 hebben wij een aanvang gemaakt om op deze wijze 5 talentvolle bokstrainers pedagogisch bij te scholen, zodat zij ook Mattietrainingen kunnen gaan verzorgen. 3 van deze jongeren zijn momenteel assistent trainer/coach en hadden een vergelijkbare achtergrond als de jongeren die nu instromen in onze Mattietrainingen. 6.8
Evaluatie en monitoring van de activiteiten
Per jongere maken wij aan de hand van het intakegesprek een 0-‐meting. Tijdens de intake krijgen wij al een beeld van de jongere, zijn/haar gedrag en de problemen waar deze tegen aan loopt en krijgen we ook via de ouder(s)/verzorgers en via mentoren, hulpverleners, etc. al informatie over de betreffende jongere.
Om de ontwikkelingen van de individuele jongeren goed te kunnen monitoren, wordt er vervolgens van alle bijeenkomsten, die wij organiseren een kort verslag gemaakt. Daarin beschrijven we aan de hand van observaties de wijze waarop de jongere zich gedraagt binnen de groep, waar vorderingen worden gemaakt en wat aandacht verdient. Aan de hand van deze observaties kan er in de volgende bijeenkomst extra aandacht besteed worden aan onderdelen van het individuele gedrag.
Tijdens de trainingen onderhouden we ook contact met personen uit de omgeving van de jongere, met name met de ouders, mentoren/leerkrachten en hulpverleners die met de jongere te maken hebben. Zodoende krijgen we ook via hen een beeld in welke mate onze input effect heeft op het gedrag van de jongere. Wij stimuleren hen ook om zo goed mogelijk betrokken te zijn bij het proces. Met de jongere zelf houden wij een tussenevaluatie en een eindevaluatie.
6.9
Planning van de activiteiten
De Mattietrainingen gericht op het vergroten van weerbaarheid vinden verspreid over 3 blokken van 12 weken plaats. Het agressiereductieprogramma kent 2 blokken van 12 weken en het obesitasprogramma 2 blokken van 20 weken. De uitvoering van de verschillende blokken vindt volgens onderstaande planning plaats.
Programma weerbaarheid Traject Looptijd 1. September ’15 t/m november ’15 2.
December ’15 t/m februari ’16
3.
Maart ’16 t/m mei ’16
Inzet Intake, 12 evaluatie Intake, 12 evaluatie Intake, 12 evaluatie
trainingen,
observatie,
Groepen 3
trainingen,
observatie,
3
trainingen,
observatie,
3
Programma Agressiereductie Traject Looptijd 1. September ’15 t/m december ’15 2.
Januari ’16 t/m april ’16
Inzet Intake, 12 trainingen met uitloopmogelijkheid, observatie, evaluatie Intake, 12 trainingen met uitloopmogelijkheid, observatie, evaluatie
Groepen 3 4
Programma Obesitasbestrijding Traject Looptijd 1. September ’15 t/m januari ’16 2.
Februari ’16 t/m juni ’16
Inzet Groepen Intake, 20 trainingen, begeleiding diëtist, 3 evaluatie Intake, 20 trainingen, begeleiding diëtist, 2 evaluatie
Het totale programma evalueren wij in juni 2016.
7.
Samenwerkingspartners
Stichting Rotterdam Mattie werkt in haar integrale aanpak samen met partijen uit verschillende geledingen van de samenleving. Zij is ervan overtuigd dat door met de juiste partijen samen te werken en jongeren te ondersteunen daadwerkelijk verschil kan worden gemaakt. Stichting Rotterdam Mattie maakt dan ook afspraken met deze partners en coördineert het programma. Daarbij spelen de volgende partners een belangrijke rol:
Boksvereniging van ’t Hof; verzorgt de bokstrainingen en sportprogramma’s waarbij in overleg met de pedagoog een gerichte aanpak wordt gebruikt.
Flexus Jeugdplein; ondersteunt jongeren en ouders in het aanpakken van aanwezige problemen in de ontwikkeling en opvoeding van jongeren. Zij hebben dus veel contacten met de doelgroep en zien onze aanpak als een goed instrument voor bepaalde jongeren om aan hun gedrag te werken. Zij selecteren dan ook jongeren voor wie onze aanpak zinvol wordt geacht, onderhouden contact met de pedagoog over de individuele jongeren en geven ondersteunende hulp aan de jongere om zijn problemen aan te pakken.
Thuis op Straat; Door het aanbieden van activiteiten aan kinderen en jongeren op pleinen in onder meer Rotterdamse achterstandswijken heeft deze organisatie ook veel kennis in huis van hoe het met jongeren gaat. Zij signaleren op straat jongeren, die zich onaangepast/agressief gedragen of te weinig weerbaar zijn. Vanuit deze signalen spelen zij een rol in de werving van jongeren voor deelname aan onze Mattietrainingen en onderhouden buiten de trainingen om contact met de individuele jongeren. Melanchton Kralingen / W. van de Velden School / VSO de Hoge Brug/Theresiaschool; Het gaat hier om scholen in het basis-‐ en middelbaar onderwijs. Wij verzorgen hier de introductielessen en bekijken vervolgens met de mentoren van de scholen voor welke jongeren onze inzet goed zou zijn. Tijdens de trainingen onderhouden wij contact met de scholen om ook via hen te horen op welke manier zij de effecten van onze trainingen in het gedrag van de jongeren terug zien. Naast deze scholen verwachten wij nog meer scholen voor onze programma’s te interesseren.
Onderdelinden Training, Coaching en Advies; verzorgt pedagogische ondersteuning en begeleiding van de deelnemers aan onze trajecten en betrokken ouders, professionals in de naaste omgeving van de deelnemers. Verzorgt onder andere de intakes, coaching tijdens het traject en evaluaties met deelnemers en betrokkenen en begeleidt de ‘zwaardere’ gevallen op individuele en meer intensieve basis.
Mano, Bureau voor Maatschappelijke Ontwikkeling; biedt ondersteuning bij de verdere ontwikkeling, geeft allerhande projectbegeleiding, advies en verzorgt de zakelijke organisatie van de projecten.
Stichting Hoedje van Papier; Stelt het netwerk aan scholen beschikbaar, ondersteunt in de werving hiervan en verzorgt de scholierenobservaties tijdens de uitvoer van de Mattietrainingen.
Wijkteams; Met de transfer van de WMO naar gemeenten zijn er binnen de gemeente Rotterdam in alle Rotterdamse gebieden Wijkteams samengesteld. Deze teams bestaan uit vertegenwoordigers van onder andere zorg-‐ en welzijnsinstellingen en werken op lokaal niveau aan het vormgeven van zorg en welzijn in hun werkgebied. Wij leggen contact met deze Wijkteams om onze interventies onder de aandacht te brengen en bespreken de mogelijkheid voor het deel laten nemen van jongeren uit de diverse werkgebieden aan onze programma’s.
8. Financiën
Begroting Lekker in je vel, Stichting Rotterdam Mattie 2015-‐2016 Activiteitenkosten Project-‐, planontwikkeling en voorbereidingen Algehele projectleiding en netwerkontwikkeling Medewerker PR en publiciteit Materiaal PR en publiciteit (website, flyers, affiches en overig materiaal)
€ 7.260 € 7.260 € 2.904 € 2.500
Uitvoeringskosten programma weerbaarheid Projectcoördinatie Fysieke trainer Pedagoog Vrijwilligers Observator Locaties en materialen
€ 3.388 € 7.841 € 1.960 € 600 € 2.360 € 2.959
Uitvoeringskosten programma agressieregulatie Projectcoördinatie Fysieke trainer Pedagoog Vrijwilligers Observator Locaties en materialen
€ 3.388 € 6.098 € 3.049 € 600 € 2.360 € 2.301
Uitvoeringskosten programma obesitas Projectcoördinatie Fysieke trainer Diëtist Vrijwilligers Locaties en materialen
€ 3.388 € 7.260 € 4.840 € 600 € 2.740
Indirecte activiteitenkosten Administratie en boekhoudcontrole Fondsenwerving en projectbegeleiding Overige kosten en onvoorzien
€ 1.997 € 4.840 € 6.000
Totale kosten
88.493
Dekking Lekker in je vel, Stichting Rotterdam Mattie 2015-‐ 2016 Eigen bijdrage stichting Rotterdam Mattie Partnerbijdrage scholen
Te realiseren middels fondsenwerving: • Gemeente Rotterdam – cluster Maatschappelijk Ontwikkeling • Animus Donandi • Bond voor Lichamelijke Opvoeding Rotterdam • Fonds DBL • Sint Laurens Fonds • Solidarodam • Steunfonds Jeugdbescherming Rotterdam • Volkskracht • VSB fonds Totale dekking
€ 5.000 € 5.250 € 78.243
€ 88.493
9. Bestuur, directie & management
Het bestuur van Rotterdam Mattie is belast met de algemene leiding over en het behartigen van de belangen van de Stichting. Het bestuur heeft een beleidsbepalende taak, bestaande uit: • Bepalen/ goedkeuren en bewaken van algemeen beleid; • Bepalen/ goedkeuren en bewaken van personeelsbeleid; • Bepalen/ goedkeuren en bewaken van inhoudelijk beleid. Daarnaast heeft het bestuur een voorwaardenscheppende taak, die bestaat uit: • Scheppen van voorwaarden en faciliteiten zodat de stichting haar werk kan verrichten en de continuïteit van de stichting is gewaarborgd; • Creëren van maatschappelijk en politiek draagvlak; • Creëren van financiële mogelijkheden; • Een bijdrage leveren aan het imago van de stichting (ambassadeursfunctie).
Het bestuur en de directeur komt minstens vier keer per jaar bijeen om te vergaderen. Daarnaast lassen zij extra besprekingen in mocht dat wenselijk zijn. Naast het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen worden incidenteel en afhankelijk van de bestuursfunctie extra inspanningen van bestuursleden gevraagd. De tijdsinvestering van bestuursleden vraagt gemiddeld 4 uur per maand. Afhankelijk van de taak kan incidenteel meer tijd nodig zijn. In de praktijk functioneert het bestuur als een raad van toezicht en is het een bestuur op afstand. De directeur rapporteert aan het bestuur en toetst de huidige strategie en werkwijze voor de verdere invulling van de uitvoering. Doordat het bestuur haar bevoegdheden heeft gedelegeerd aan de directeur, kan het bestuur geen directe invloed uitoefenen op de bedrijfsvoering.
Taken, verantwoordelijkheden en werkwijze Het bestuur heeft de directeur gevolmachtigd voor de dagelijkse aansturing van de stichting. Het bestuur fungeert als sparringpartner voor de directeur van de stichting en moet goedkeuring geven aan de toekomstrichting die de directeur voorstelt. Ook moet financieel goedkeuring worden gegeven aan de begroting en de jaarrekening en heeft het bestuur een adviserende en
stimulerende rol als het gaat om het verzamelen van inkomsten via subsidiestromen. Het bestuur is het enige orgaan dat de directeur uit de functie mag ontslaan.
De directeur informeert en betrekt de bestuursleden bij de werkzaamheden van de stichting tijdens bestuursvergaderingen. Voorafgaand aan de vergadering ontvangen de bestuursleden een managementrapportage. Op basis hiervan moeten de bestuursleden op hoofdlijnen mee kunnen denken en kunnen klankborden over vernieuwing en professionalisering en de bedrijfsvoering van de stichting. Bovendien bewaakt het bestuur dat nieuwe ideeën en plannen binnen de kaders van de gekozen strategie passen. De secretaris schrijft de notulen van de vergadering.
Bevoegdheden van het bestuur zijn voorts: -‐ Het in onderling overleg toebedelen van bestuurstaken; -‐ Aangaan van verbintenissen met derden; -‐ Vertegenwoordiging van de stichting naar buiten; -‐ Benoeming, schorsing en eventueel ontslag van directie. Het profiel van de bestuursleden kenmerkt zich door: • durven de verantwoordelijkheid te nemen voor de stichting; • onderschrijven van de doelstellingen van de organisatie en het hebben van een brede belangstelling op de ontwikkelingen op het gebied van de doelstellingen van de stichting; • staan achter de huidige strategie en werkwijze; • het hebben van een gezonde positieve kritische houding; • interesse hebben in de samenwerkingsverbanden ten behoeve van het bewaken van de ontwikkeling van kinderen in een doorgaande lijn; • het hebben van affiniteit met werken met kinderen en jongeren en zich kunnen verplaatsen in de leefwereld van kinderen en jongeren; • zich bij voorkeur in deze belangstelling worden ondersteund door hun ervaring met en/of inzicht op dit gebied; • het zijn van betrokken bestuurders en representatief zijn voor de doelstellingen van de stichting; • hebben van visie op het besturen op afstand en bij voorkeur hebben van ervaring met en inzicht in beleidsmatige en bestuurlijke processen; • hebben van affiniteit met de verschillende doelgroepen waarmee en waarvoor de stichting werkt; • hebben van een visie op ervaringsdeskundigheid, empowerment, sportzorg, participatie en vermaatschappelijking; • bekendheid met politieke verhoudingen, de organisaties/-‐bewegingen en voorzieningenstructuur in de regio Rotterdam; • beschikken over goede communicatieve en sociale vaardigheden; • Hebben van persoonlijke ervaring in het werkgebied. Bezoldigings-‐ en vergoedingenbeleid Bestuursleden ontvangen geen vergoedingen voor hun werkzaamheden. Directie en evnetuele medewerkers ontvangen een salaris dat qua hoogte vergelijkbaar is met de salarisschalen uit de CAO Welzijn. Er is geen pensioenvoorziening voor de medewerkers. Medewerkers ontvangen een onkostenvergoeding voor woon-‐werkverkeer en, afhankelijk van de functie, een mobiele telefoon van de zaak.
Wijze benoemen en zittingsduur bestuur Het bestuur van Rotterdam Mattie bestaat uit vijf bestuursleden. Overeenkomstig de statuten worden zij benoemd door het voltallige bestuur voor een periode van vijf jaar, vastgelegd in een rooster van aftreden. Een jaar voorafgaand aan het aftreden van bestuursleden kunnen bestuursleden en directie nieuwe kandidaten aandragen. Bij een meerderheid van drie stemmen zullen zij worden uitgenodigd voor een gesprek waarbij het voltallige bestuur en de directeur aanwezig zullen zijn.
Directie De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het team, binnen de kaders zoals die door het bestuur worden vastgesteld. Het bestuur is vervolgens eindverantwoordelijk voor het door de directie gevoerde beleid.
10. Beheer en besteding vermogen
Om de activiteiten te kunnen uitvoeren zijn financiële middelen nodig. Rotterdam Mattie werft hiervoor op verscheidene manieren gelden en voert daarnaast projecten uit in opdracht, tegen betaling. De fondswerving kenmerkt zich door de volgende speerpunten:
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Inzetten op een toenemende bijdrage van de gemeentelijke overheid. De gemeente heeft ten slotte een direct voordeel van ons werk. Bouwen aan een lange termijn relatie met fondsen. Voortdurend betrekken van nieuwe fondsen bij ons werk, o.a. door middel van fondsaanvragen voor afgebakende activiteiten en deelprojecten. Contacten leggen met vermogende particulieren via charity managers en de bokswereld. Toenemende betrokkenheid van bedrijfsleven en particulieren creëren.
Beleggingsbeleid Overtollige liquide middelen worden aangehouden op risicoloze spaarrekeningen bij solide bankinstellingen. Van enige vorm van belegging is aldus geen sprake.
Financiële organisatie Het stichtingsbestuur is eindverantwoordelijk voor het financiële beleid. Zij werkt hierin nauw samen met de directie. Meerdere keren per jaar worden de financiën door het bestuur besproken. De uitvoerende taken aangaande de financiën zijn gedelegeerd aan de directeur in samenwerking met de penningmeester. De begroting wordt in nauw overleg met de penningmeester opgesteld en jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Vier keer per jaar krijgt het bestuur een overzicht van de actuele financiële situatie. De jaarlijkse controle van de financiële jaarcijfers wordt uitgevoerd door een erkend accountant. De zwaarte hiervan zal afhankelijk zijn van de eisen van financiers, maar zal op zijn minst een beoordelingsverklaring betreffen.
Fondsenwerving De fondsenwerving voor de organisatie wordt uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de directeur in samenwerking met het bestuur en een fondsenwerver. De directeur rapporteert periodiek over de voortgang van geldwerving aan het bestuur. De directeur en voorzitter zijn het gezicht naar de fondsenverstrekkers.
Vermogensbeheer Rotterdam Mattie streeft er naar om met een toenemende begroting ook het eigen vermogen deels mee te laten groeien. Het eigen vermogen wordt gevormd door de continuïteitsreserve. De continuïteitsreserve mag volgens de VFI (Vereniging van Fondsenwervende Instellingen) maximaal 1,5 maal de jaarlijkse kosten zijn. Het is de intentie van Rotterdam Mattie om in de komende jaren de continuïteitsreserve op te bouwen naar tenminste 0,5.
Belangrijkste aanleidingen voor het creëren van deze reserve zijn: • Fondsen en subsidies worden steeds vaker gedeeltelijk uitgekeerd, waarbij het restdeel later o.b.v. de eindrapportage over het verstreken boekjaar wordt uitgekeerd (4 tot 6 maanden later); • Besluitvorming van fondsen en subsidiërende instanties laten soms lang op zich wachten; regelmatig valt een besluit over de aanvraag pas als het nieuwe exploitatiejaar al enige tijd loopt (leidt tot voorfinanciering en afbreukrisico als de aanvraag alsnog wordt afgewezen); • Het kan gebeuren dat fondsaanvragen worden afgewezen of gedeeltelijk worden toegekend; het is dan veelal niet meer mogelijk om op korte termijn elders financiële dekking te vinden.
De continuïteitsreserve van Rotterdam Mattie heeft dus als doel om de doorlopende kosten (langere termijn) van de organisatie te kunnen betalen als bepaalde inkomsten, om welke reden dan ook, mochten wegvallen of later worden uitgekeerd.