Stichting RHP
‘Communication and continuity’
Annual Report 2007
Jaco Dijkshoorn:
‘Communication and continuity’ Annual Report 2007
‘Lage drempels en korte lijnen’
Content
Colophon
Preface
4
Roelof Buisman:
More international profile
6
Ton Dekkers:
Convincing retail
8
Tom van Wijk en Theo van der Venne:
‘New measurement casing soil’
10
Jan van Leeuwen:
Production nursery stock is no waste pit
12
Stichting RHP Galgeweg 38 2691 MG ’s-Gravenzande Tel: +31 174 62 03 60 Fax: +31 174 64 04 13 www.rhp.nl
[email protected] Photography Henk Bouwman Harmen Kammenga Tijs Kierkels Ank van Lier Sxc.hu
RHP’s fieldwork:
Improved uniformity coir mats
14
New cactus potting soil mixture:
WOK-analysis right choice
16
Ronald Keijzer:
18
Bark without impurities
20
Lay-out Lisette Tegelberg
22
Printing Sandedruk, Nootdorp
Leo Hermans:
An improved eye for quality of peat Stabiliteit substraat:
Coir scares proven unfounded Henri Elen:
Opportunities for quality compost
Text Pieternel Bouwman- van Velden (coordination) Harmen Kammenga Tijs Kierkels Ank van Lier
24
July 2008
Leon Terlingen en Ronald Clemens:
Providing service to customers
26
Herman Steinvoorte:
Expert opts for RAG landscaping
28
Open House RHP
29
RHP from inside RHP financial report
30
Statement of income and expenditure
32
Organisation and employees
33
RHP • Annual Report 2007
03
Preface
Responsible for continuity The potting-soil sector is constantly faced with cli-
Necessary investments
matic extremes. Cold winters and wet summers
The situation at the peat works is quite different from
keep coming back. Some potting-soil suppliers will
that at the potting-soil companies. In some regions it
remember the 1962/63 season, when raw materials
is actually quite distressing. Peat fetches only a few
were scarce and the entire Dutch sector was still to-
euros per cubic metre. This sometimes makes it un-
tally dependent on fen peat from the Netherlands.
feasible for peat works to make simple, but necessa-
2007 will likewise go down in history as a year of
ry investments to promote continuity. At peat works
scarcity. The wet summer meant that insufficient
in Sweden, for example, sods are covered with plastic
white peat and sods were produced. In the warm,
– an act that involves time and material – and hence
wet winter that followed that summer we had dif-
money. This allows the drying process to proceed in
ficulties obtaining supplies from the peat works. So
wet summers, too, enabling the peat works to conti-
in a way it was fortunate for the industry that the
nue to supply dried sods.
bedding-plant season made a slow start in 2008
Investments will have consequences for an end pro-
owing to the cold spring, resulting in a temporarily
duct’s price. Buyers must know why they have to
lower demand for potting soil. Besides this, several
pay a higher price, and will – quite rightly – make
potting-soil producers made efforts to use alternative
demands. This makes it important for RHP and the
raw materials.
potting-soil sector to communicate well with our customers. Potting soil must meet high quality require-
At the same time we are being faced with extremely
ments. It’s not without reason that the Netherlands is
high energy prices. For us, this rise in prices has a dou-
Europe’s breeding ground of young plants.
ble effect. On the one hand the costs involved in the
With this example RHP wants to underline the fact
transport of peat are increasing. And on the other the
that, in our sector, we all have a responsibility, and
price of the peat itself is rising, because the greater
we must all make efforts to ensure continuity for
part of the peat is used as fuel, and the selling price of
our customers. This we can already do by investing
that peat fluctuates in line with the price of oil.
in raw-material production. Continuity can also be
Although the first batches of peat products have me-
achieved by creating adequate storage capacity in
anwhile fortunately arrived, our sector will more than
the chain and at the potting-soil companies themsel-
ever before have to consider the lessons that are to
ves. Why shouldn’t we make that effort?
be learned from this concurrence of circumstances.
04
The raw-material and substrate producers are jointly
Preventive action
responsible for ensuring continuity in the availability
Once every ten years the potting-soil sector expe-
of their products. We should make sure we are not
riences a raw-material crisis. That forces all parties in-
too dependent on the whims of nature.
volved to ensure good communication between raw-
Annual Report 2007 • RHP
material suppliers, potting-soil companies and buyers – before, during and after the crisis. So even now that sufficient raw materials are available it is a good thing to inform customers. We are of the opinion that our sector should focus on taking action to prevent the risk of us ending up in a reprehensible situation. Such a pro-active approach is entirely in accordance with the present aim to
ensure
efficient
chain management. We are aware that the buyers of our products are making ever higher demands. Multinationals such as Ikea stipulate that all raw materials used in their products’
manufac-
ture must be free of heavy metals. Meeting such a demand is in line with the principles of our quality mark, as is guaranteeing that our products involve no risk of Legionella infection or that they are produced without the use of child labour. The RHP quality mark is one of the few quality marks that cover an entire production process, from beginning to end. We may rightly be proud that our sector launched this initiative, and then went on to implement it in a practical, efficiently controlled approach. The approach we chose however also forces us to continuously adjust our methods and procedures to ensure that our quality mark retains its leading edge in the market, to immediately respond to new developments and to adopt a pioneering attitude with respect to our target group. Sound stock management and continuity are essential aspects of our approach. They are the keys to success for our industry. Rob Voogt, chairman of Supervisory Board RHP Hein Boon, Managing Director RHP
RHP • Annual Report 2007
05
Roelof Buisman: Jaco Dijkshoorn:
‘RHP zich nog profileren’ ‘Lagemag drempels enmeer korteinternationaal lijnen’
Als het aan Roelof Buisman van Tref EGO Substrates ligt, ontwikkelt RHP zich de komende jaren tot een gerenommeerde onderzoeksinstelling voor de Nederlandse potgrondsector, terwijl bij internationale afnemers en potgrondproducenten het belang van de RHP-keurmerken actiever onder de aandacht wordt gebracht. Onderzoek en ontwikkeling bepalen op deze maan-
daar meer van doordrongen raken. Nu moeten wij als
dagmiddag de atmosfeer op het kantoor van Roelof
producent nog te vaak uitleggen wat het betekent
Buisman. Hij wijst op het nut van onderzoek en ont-
om ‘onder RHP’ te leveren. Dat we daarmee niet al-
wikkeling door RHP, zoals het ontwikkelen van reken-
leen in het hogere prijssegment opereren, maar ook
modellen voor chemische en fysische specificaties
de meest betrouwbare leverancier kunnen zijn.”
van potgrondproducten. Maar het gaat natuurlijk ook
Buisman ziet het uitbreiden van het internationale
over de recente overname van de Tref Group door
aanbod aan door RHP gekeurde producten als een be-
Jiffy International. Hoe kijkt het nieuwe fusiebedrijf
langrijke methode om klanten met RHP vertrouwd te
aan tegen het belang van certificering door RHP?
maken. “Als ook buitenlandse leveranciers laten zien
“We blijven streven om al onze producten onder het
dat ze waarde hechten aan RHP, zal dit het keurmerk
RHP-keurmerk aan te bieden. Omdat dit een hogere
sterker maken. Bovendien concurreren we dan meer
mate van zekerheid biedt voor de gebruikers van
op dezelfde voorwaarden.” Dat dit werkt ziet Buis-
onze producten. Dat geldt voor de grondstoffen, de
man in Estland, waar de laatste jaren steeds meer
potgrondsubstraten en ook voor de plantvermeerde-
veenproductielocaties zich bij RHP hebben aangeslo-
ringssystemen van Jiffy”, aldus Buisman. “Jiffy bleek
ten. Buisman verwacht dat dit ook in andere landen
al voor de fusie zelf ook bezig met een certificerings-
zo kan werken. Hij roept RHP dus op om diens bood-
proces bij RHP voor hun product uit Sri Lanka. Dat wis-
schap actief internationaal uit te blijven dragen.
ten wij niet, maar we vinden het heel positief. Ook voor RHP trouwens, want zo’n deelnemer draagt bij
Chemische specificaties
aan een breder en internationaler profiel van RHP.”
Voor de toekomst ziet Buisman voor RHP een an-
Internationaal profileren
onderzoek en ontwikkeling ten behoeve van de pot-
der speerpunt in het organiseren en uitvoeren van
06
Zich internationaal profileren als hét kwaliteitskeur-
grondsector en RHP-deelnemers. De ontwikkeling
merk voor potgronden en groeimedia is iets wat RHP,
van chemische specificaties voor potgronden noemt
als het aan Buisman ligt, nog wel meer mag doen.
hij als voorbeeld van een goede dienst in die richting.
“De afzet van Tref is grotendeels gericht op het bui-
“Het rekenmodel dat de chemische specificaties voor-
tenland en ook de productie verplaatst zich meer
spelt, heeft ons meer geleerd over de samenstelling
naar de grondstofwinningslocaties. De Nederlandse
van groeimedia en effecten van het combineren van
sector heeft met RHP internationaal een belangrijke
bepaalde grondstoffen”, vindt Buisman, al tekent hij
voorsprong als het gaat om kwaliteit en betrouwbaar-
aan dat vooral op het gebied van het combineren van
heid. Ik zou graag zien dat onze buitenlandse klanten
grondstoffen het model verder kan worden verbe-
Annual Report 2007 • RHP
International presentation
terd. De voorspelling van de chemische specificaties is overigens vooral een tool voor de producenten zelf. “Klanten vragen nauwelijks naar chemische specificaties”, aldus Buisman. Hij is daarom enigszins terughoudend als het gaat om plannen voor fysische specificaties. “Zo’n model zou bijvoorbeeld een voorspelling van de wateropnamekarakteristiek van een potgrondmengsel moeten bevatten, maar die is afhankelijk van heel veel factoren. Dat gaat dus heel lastig worden, lijkt me.” En met de
If it’s up to Roelof Buisman, RHP may in the years to come evolve into a leading research organisation for the potting soil industry. Tref Ego Substrates aims to sell all its products under the RHP quality mark. The recent takeover by Jiffy International once again shows how important an international quality mark is for our sector. Unfortunately, customers outside the Netherlands are still insufficiently familiar with the RHP quality mark. The SPGcalculation model for predicting chemical specifications is a useful tool for composing cultivation media, says Mr Buisman.
wetenschap dat klanten toch niet naar de specificaties vragen, hoeft RHP wat Buisman betreft geen vliegende haast te maken met zo’n model. Het belang van het verder ontwikkelen van fysische specificaties ziet Buisman meer in de daarmee gepaard gaande kennisontwikkeling.
Tref Group Tref Group is een internationaal opererend bedrijf dat potgronden produceert in Nederland, Estland en Zweden. Het wint grondstoffen in onder meer Duitsland, Estland, Sri Lanka en Zweden en is vertegenwoordigd in alle belangrijke tuinbouwproductiegebieden ter wereld. Tref Group is in het laatste decennium ontstaan uit een keten van fusies tussen verveners en binnenlands en buitenlands georiënteerde veenverwerkers en potgrondproducenten. De fusies hebben onlangs een vervolg gekregen in de overname van Tref Group door Jiffy International. Jiffy hecht op zijn verstigingen in Nederland, Denemarken, Noorwegen, Spanje, Canada en Japan grote waarde aan milieuverantwoord ondernemen. De grondstoffenproductie, handel en potgrondproductie bij Tref zijn ondergebracht in drie business units, respectievelijk Tref Peat Production, Tref Trade en Tref EGO Substrates. Het hoofdkantoor van de Tref Group is gevestigd bij de productie- en importlocatie bij Moerdijk. Roelof Buisman is manager Substrates Production bij Tref EGO Substrates.
RHP • Annual Report 2007
07
Ton Jaco Dekkers: Dijkshoorn:
‘De retail overtuigen van lijnen’ het belang ‘Lage drempels en korte van veilige potgrond’
Klasmann Benelux behoort tot de grotere leveranciers van hobbypotgronden voor de consument. Die consument houdt zich nauwelijks bezig met de veiligheid van potgrond voor plant, mens en dier. Voor Ton Dekkers is dat een gegeven. Inkopers in de retail zien daarentegen wel degelijk het belang van goed risicomanagement, ook als het om potgronden gaat.
Ik zie een toenemende aandacht voor aspecten van
consument. Die koopt in het voorjaar een paar keer wat
veilig gebruik van potgrond voor mens, dier en plant”,
planten en schaft dan ook potgrond aan. Daarbij is hij
stelt directeur Ton Dekkers. “Dat is niet iets wat we el-
er zich vaak al nauwelijks van bewust of hij nou Buxus-
kaar in de potgrondsector maar aanpraten. Neem nou
potgrond of potgrond voor Fuchsia van de pallet pakt.
onlangs dat onderzoek naar een mogelijke Legionella-
Laat staan dat hij zich iets afvraagt over de veiligheid.”
besmetting vanuit potgrond. Dat bleek gelukkig he-
Dat is niet iets wat de potgrondsector zomaar even zou
lemaal niet uit veen afkomstig, maar je had de kran-
kunnen veranderen. “Het ontbreekt ons simpelweg aan
tenkoppen moeten zien, als dat wél het geval zou zijn
de financiële middelen om écht de consument te bena-
geweest. En vervolgens de onrust onder consumenten
deren. Bovendien, wanneer zou je dat moeten doen?
die dat zou hebben opgeleverd. Nee, aandacht voor de
De momenten waarop die potgrondproducten worden
fysische, chemische en microbiologische veiligheid van
gekocht, zijn zeer weersafhankelijk. Het zou nooit luk-
hobbypotgronden, bijvoorbeeld door het keurmerk RHP
ken om daar met een campagne op aan te sluiten.”
Consumer, is zeker niet onbelangrijk.” Maar Dekkers geeft wel aan, dat die aandacht vooralsnog vooral leeft
Retail overtuigen
bij de potgrondleveranciers zelf en dat zij de boodschap
Dekkers kiest voor Klasmann Benelux daarom een an-
moeten proberen over te brengen op de relevante in-
dere manier om veilig gebruik van veilige potgrondpro-
kopers in bijvoorbeeld de retail. Consumenten houden
ducten te bevorderen. “Dat doe ik nu vooral mondeling
zich niet bezig met de veiligheid van potgrond. “Dat kan
in de contacten die ik heb met inkopers van de retail
ook niet”, meent Dekkers. “Het hele concept ‘potgrond’
en de tuincentra waaraan wij verkopen. Daarbij breng
staat daarvoor veel te kort op de ‘breinladder’ van de
ik soms het voorbeeld van die Legionella-besmetting onder de aandacht. Dan wijs ik op het belang van het RHP-keurmerk en op de veiligheidsgaranties die wij kunnen geven op basis van ons eigen verregaande quality management system.” Volgens Dekkers valt deze informatie bij de meeste inkopers in vruchtbare aarde. “Het zijn natuurlijk vaak geen mensen met verstand van potgrond. Maar het zijn meestal wel goede inkopers. En die zijn zich heel goed bewust van het belang van goed risicomanagement. Misschien weten ze soms niet zo goed waar RHP precies voor staat, maar
08
Annual Report 2007 • RHP
Safe potting soil
kwaliteitskeurmerken zijn er voor allerlei producten in allerlei sectoren. Het nut daarvan zien veel inkopers daarom heel goed in.” In Dekkers’ visie zou dit ook de insteek van RHP moeten zijn: “De retail overtuigen is het meest nuttig. Misschien zouden wij als aangesloten producenten van consumentenpotgronden eens de inkopers van onze klanten kunnen uitnodigen voor een informatiemiddag met bijvoorbeeld een lezing van RHP over de inhoud
Consumers show very little concern for the safety of potting soil. Retail buyers are on the contrary acutely aware of the importance of good risk management. Dekkers finds it most effective to explain things to those buyers orally. In his opinion, product safety deserves a lot more attention than it is currently receiving. As an example of useful information for retail buyers and consumers he mentions volume measurements, which ensure that products bearing the RHP quality mark conform to the volume specified on the packaging.
en het nut van het RHP-keurmerk.”
Gecontroleerd volume Productveiligheid dient daarbij volgens Dekkers aandacht te krijgen, maar bijvoorbeeld ook het feit dat RHP onafhankelijk controleert en garandeert dat verpakkingen daadwerkelijk de inhoud bevatten die erop staat aangegeven. “Als wij als producent vragen krijgen van consumenten – en dat zijn er hooguit een handvol per jaar – dan gaan ze altijd over deze twee dingen: of de plantjes groeien niet goed in de potgrond óf iemand heeft ontdekt dat er meer zakjes potgrond in een kruiwagen gaan dan je op basis van het opgegeven volume zou verwachten. Het eerste is meestal terug te voeren op iets van verkeerd gebruik. Als antwoord op de tweede vraag moet ik gaan uitleggen hoe moeilijk het is om de inhoud van zoiets als een luchtig en indrukbaar potgrondmengsel te bepalen. Dan is het erg prettig om te kunnen verwijzen naar een keurmerk dat garandeert dat die volumebepaling bij ons goed gebeurt en onafhankelijk wordt gecontroleerd. Ook naar inkopers toe is dat een sterk argument om te kiezen voor producten met het RHP-keurmerk.”
Klasmann Benelux Klasmann Benelux is onderdeel van de internationale Klasmann-Deilmann- groep. Klasmann-Deilmann voorziet de wereld jaarlijks van ruim 3,5 miljoen kubieke meters groeimedia en potgronden. Daarmee kan hij zich wereldmarktleider op dit gebied noemen. Vanuit moderne productiefaciliteiten in de havens van Schiedam verzorgt Klasmann Benelux de distributie van groeimedia en potgronden voor zowel de professionele markt als de consumentenmarkt in Nederland, België en Luxemburg. Daarbij is de consumentenmarkt goed voor ongeveer eenderde van het gedistribueerde volume. Ton Dekkers is directeur van Klasmann Benelux.
RHP • Annual Report 2007
09
Tom van Wijk en Theo van der Venne: Jaco Dijkshoorn:
‘Nieuwe meetmethode champignon‘Lage drempels en kortekan lijnen’ sector op hoger plan tillen’
CNC Grondstoffen bv levert sinds vier jaar dekaarde onder het RHP Mushrooms-keurmerk. Hiermee voldoet het bedrijf aan diverse eisen op het gebied van voedselveiligheid. CNC ziet echter graag dat vanuit het keurmerk ook een meetinstrument voor fysische aspecten wordt ontwikkeld én dat wat dit betreft normen worden opgesteld. “Dit kan de champignonsector op een hoger plan tillen. Het is tijd voor actie.” Dekaarde is een essentiële grondstof voor de teelt van
ontwikkeling van het keurmerk. Hij is sinds november
champignons; op de doorgroeide compost - een laag
vorig jaar directeur van CNC Grondstoffen en maakt
van circa 30 centimeter - wordt doorgaans 5 tot 6 cen-
onderdeel uit van de directie van de CNC-holding. Van
timeter dekaarde gebracht. Toch werd het belang van
Wijk: “Met het opstellen van de voedselveiligheids-
dekaarde lange tijd onderschat, zo geeft Theo van der
normen is een eerste stap gezet, maar sindsdien is
Venne aan. Hij is hoofd van het dekaardebedrijf van
het keurmerk stil blijven staan. En dat is jammer, aan-
CNC Grondstoffen bv in Milsbeek “Eerst werd gedacht
gezien er nog veel is te winnen.” Hij doelt hiermee
dat alleen de kwaliteit van de doorgroeide compost
voornamelijk op de ontwikkeling van een meetme-
van invloed was op de teelt en productkwaliteit. Niets
thode voor de fysische aspecten van dekaarde. Deze
is echter minder waar; ook de dekaarde speelt hierin
is momenteel nog niet voorhanden. “Zaken als het
een belangrijke rol. Essentieel is bijvoorbeeld dat de-
luchtpercentage en het wateropnemend vermogen
kaarde een open structuur heeft, zodat er uitwisse-
van dekaarde kunnen nu nog niet worden gemeten.
ling - bijvoorbeeld van voedingsstoffen en CO2 - kan
De productie van dekaarde komt hierdoor aan op ge-
plaatsvinden tussen de compost en het product.”
voel en ervaring; het beroemde ‘Fingerspitzengefühl’
Sinds vier jaar produceert CNC Grondstoffen dekaar-
is heel belangrijk. Wanneer een kweker aangeeft dat
de onder de vlag van RHP Mushrooms. CNC stelde,
de dekaarde niet optimaal is, kunnen wij slechts gis-
samen met de twee andere dekaardeproducenten in
sen naar de oorzaak. Een onderbouwing met cijfers is
ons land, de normen op voor het dekaarde-keurmerk.
niet mogelijk. Deze situatie maakt dat we als bedrijf
“We zijn aan de slag gegaan met RHP, omdat buiten-
erg afhankelijk zijn van mensen met kennis en erva-
landse afnemers vroegen om bepaalde garanties op
ring. Omdat er geen ‘harde’ normen zijn, kun je de
het gebied van voedselveiligheid. Het RHP-keurmerk
productie niet zomaar aan iedereen overlaten.”
omvat nu dus vooral voedselveiligheidsnormen. Zo is bijvoorbeeld vastgelegd hoeveel zware metalen de
Meerwaarde
grondstoffen mogen bevatten”, legt Van der Venne
Van Wijk en Van der Venne zouden graag zien dat
uit.
vanuit RHP Mushrooms een methode voor het meten
Fingerspitzengefühl
keurmerk zouden daarnaast specifieke normen moe-
Hoewel CNC nu dus voldoet aan de gevraagde eisen
ten worden opgesteld voor deze aspecten. “Op deze
op het gebied van voedselveiligheid, ziet Tom van
manier wordt duidelijker waarvoor RHP-dekaarde
Wijk graag dat een volgende stap wordt gezet in de
staat én wordt het mogelijk om de dekaarde gericht
van fysische aspecten wordt ontwikkeld. Binnen het
10
Annual Report 2007 • RHP
Higher level
en onderbouwd te optimaliseren. Wanneer een meetmethode voorhanden is, kun je immers ook bekijken welke verhouding van grondstoffen optimaal is en of de toevoeging van andere grondstoffen wellicht een optie is. Kortom: hiermee kun je gaan werken aan de ideale dekaarde, die
CNC Grondstoffen has for four years now been producing casing soil under the RHP quality mark. The company would very much like to see the quality mark expanded in the future. Messrs Van Wijk and Van der Venne are of the opinion that a tool should be developed for measuring the physical aspects of casing soil, and that standards should be formulated for those aspects. They believe that that would be very beneficial with respect to efforts to optimize the product.
zorgt voor een zo hoog mogelijke productie. Een en ander heeft dus duidelijke meerwaarde voor de kwekers, dit kan de sector vooruit helpen”, aldus Van der Venne.
Financiën CNC Grondstoffen had verwacht dat de ontwikkeling van een meetinstrument voor fysische aspecten van dekaarde en de normontwikkeling op dit vlak al eerder zou zijn opgepakt door RHP. “Het is jammer dat dit nog niet is gebeurd”, zo zegt Van Wijk. “Wellicht heeft dit ermee te maken dat de dekaardesector maar klein is. Daarbij hebben wij als producenten misschien niet duidelijk genoeg aangegeven wat we verwachtten.” Van Wijk en Van der Venne hopen in ieder geval dat er wat dit betreft snel actie wordt ondernomen. Zij beseffen wel dat ook de financiële kant van het verhaal dan zal moeten worden geregeld. “Ik durf te stellen dat wij als dekaardebedrijven wel geld willen vrijmaken voor de ontwikkeling van een meetmethode. En het zou goed zijn als het Productschap Tuinbouw hiervoor ook budget zou reserveren.
CNC Grondstoffen bv CNC Grondstoffen bv - onderdeel van CNC Holding bv - levert grondstoffen en diensten aan champignontelers in Nederland en andere Europese landen. De productie van dekaarde vindt plaats in Milsbeek; de doorgroeide compost wordt geproduceerd op zes verschillende bedrijven in onder meer Moerdijk, Milsbeek en Ammerzoden. Tom van Wijk is directeur van CNC Grondstoffen en maakt onderdeel uit van de directie van de CNC-holding. Theo van der Venne is hoofd van het dekaardebedrijf van CNC Grondstoffen bv in Milsbeek.
RHP • Annual Report 2007
11
Jan Leeuwen: Jacovan Dijkshoorn:
‘Boomkwekerij niet lijnen’ het afvalputje ‘Lage drempels mag en korte van Nederland worden’
Als boomkweker moet je weten welke aanvulgrond je koopt. In het vak is nog niet iedereen bekend met RAG-certificering. Wie zich richt op een kwaliteitsproduct mag de waarde van hoogwaardige aanvulgrond niet onderschatten. “De boomkwekerij staat of valt met fytosanitaire
het budget beperkt is, maar er zijn ook middelen om
maatregelen. Als sector mag je totaal geen risico ne-
meer free publicity te krijgen.
men met ziekteverspreiding. Niet het aantal takken, recht of krom, is bepalend voor de exportkansen,
Goedkoop
maar de gezondheid van boom en kluit.” Aan het
De druk op de boomkwekerijsector is groot. Aanvul-
woord is Jan van Leeuwen, voorzitter van de Bond
gronden zijn kostbaar. Bij de teelt van park- en laan-
voor Boomkwekers. Hij is bezorgd over de ontwik-
bomen komt het niet zelden voor dat een kweker bij
kelingen in de boomteelt, waar steeds vaker gebruik
het uitsteken van kluiten zo veel grond kwijtraakt,
wordt gemaakt van slechte kwaliteit aanvulgronden.
dat hij per hectare voor 15.000 euro aanvulgrond
Het is vaak een sluitpost op de begroting van boom-
moet kopen. Vanuit de aannemerij, door huizenbouw
kwekers. Uiteindelijk is dat verkeerde zuinigheid. Dat
of aanleg van wegen wordt vaak grond aangeboden
is Van Leeuwen een doorn in het oog.
die van mindere kwaliteit is of zelfs vervuild kan zijn, bijvoorbeeld door vermenging met licht vervuilde
12
Onbekend
grond. Zulke grond is goedkoop, gratis of de teler
In de boomkwekerij, vooral in het traditionele teelt-
krijgt zelfs geld toe. Zo’n situatie zorgt ervoor dat te-
gebied rond Boskoop, is het RAG-keurmerk goed be-
lers geneigd zijn om voor een goedkope oplossing te
kend. Aanleiding tot invoering van het RAG-keurmerk
kiezen.
was de exportstop naar het Verenigd Koninkrijk in
“Die goedkope gronden kunnen besmet zijn met
1990, als gevolg van de Rhizomanie-besmetting des-
ziektekiemen, bijvoorbeeld grond die vrijkomt bij het
tijds. Boskoopse kwekers hebben dus aan den lijve
sorteren en verpakken van aardappelen. Maar ik ben
ondervonden wat het betekent als de export van de
niet alleen bezorgd om plantenziekten, maar ook om
ene op de andere dag wegvalt. Een risico dat zij wil-
de chemische samenstelling van de grond. De boom-
len uitsluiten. Sindsdien gebruiken boomkwekers in
kwekerij mag niet het afvoerputje van Nederland
deze regio RAG-gecertificeerde gronden als aanvul-
worden”, aldus Van Leeuwen.
grond of bodemverbeteraars op hun percelen.
Het klinkt tegenstrijdig. Kwekers kiezen voor gecerti-
Wat voor de Boskoopse kwekers vanzelfsprekend is,
ficeerd uitgangsmateriaal en besteden veel aandacht
geldt nog niet automatisch voor de rest van Neder-
aan het substraat voor hun teelt. Dat is logisch, want
land. In de buitengebieden heerst vaak nog onbe-
het teeltresultaat hangt daar mee samen. Daarom is
kendheid met deze materie. Volgens Van Leeuwen
het verbazingwekkend dat over aanvulgrond soms
ligt daar een taak voor RHP. “Wat mij betreft mag RHP
te licht wordt gedacht. Van Leeuwen: “Gaat het om
de contacten met de sector nog verder verbeteren.
eenmalige contractteelt, dan kan ik me daar nog iets
We moeten gewoon meer van ze horen. Ik weet dat
bij voorstellen, maar een perceel dat intensief wordt
Annual Report 2007 • RHP
Clean soil essential
gebruikt, moet goed blijven. En ik moet eerlijk zeggen dat de goede bedrijven geen risico’s nemen met aanvulgronden.”
Supplementary soil is still too often an unimportant item in tree growers’ budgets. Clean soil is however absolutely essential for excluding phytosanitary risks in the export of nursery stock. RHP should pay greater attention to promoting certification. Every tree grower should always opt for RAGcertified soil as a rational choice, says the president of the Dutch Nursery Stock Association.
Eisen In de boomkwekerij lijkt de behoefte aan certificering talende. Dat zou ook kunnen gaan gelden voor aanvulgronden. Van Leeuwen bestrijdt deze ontwikkeling. “Die kant mag het niet op gaan. We kennen enkele exportlanden die strenge fytosanitaire
maatregelen
treffen. Ik verwacht dat het aantal landen dat eisen stelt, alleen zal toenemen. De kluit moet schoon zijn.” RAG certificeert niet alleen om risico’s uit te sluiten, maar ook om de kwaliteit uit te bouwen. Van Leeuwen verwacht dat het RAG-keurmerk daar aan kan bijdragen. “Er liggen zeker kansen. Maar, die kwaliteit moet zich ook vertalen naar opbrengsten. Uiteindelijk bepaalt de markt of kwekers deze ontwikkeling oppakken.”
Nederlandse Bond van Boomkwekers De NBvB (Nederlandse Bond van Boomkwekers) behartigt de belangen van ongeveer 1.100 boomkwekers en vaste-plantenkwekers in Nederland. De bond is een zelfstandige organisatie die samenwerkt met LTO-Nederland en opkomt voor de zakelijke belangen van de leden. In de doelstellingen staat dat de bond ervoor zorgt dat er perspectief blijft voor de sector en dat de kwekers ruimte krijgen om hun bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Jan van Leeuwen is boomkweker in Oudenbosch en voorzitter van de NBvB.
RHP • Annual Report 2007
13
RHP’s fieldwork: Jaco Dijkshoorn:
Standard systemen improves homogeneity ‘Lage drempels korte lijnen’ of coir mats
Growers have been using preformed coir substrates for some time now. Being produced in different areas, using different production methods and different raw materials, these coir slabs or mats, which are rather like rockwool mats, may vary substantially in properties. This is now going to change, thanks to the efforts of Foundation RHP. Standardised quality specifications and a test protocol for producers will ultimately lead to a homogeneous product. An RHP method for inspecting the physical properties of coir mats is on its way. Growing plants on a mat is not so easy. The dry, com-
First of all the growers’ requirements and the expe-
pacted coir substrates that arrive in the Netherlands
rienced problems were inventoried. This showed that
are usually between 1 and 1.5 cm thick. The mats
the volumes of coir mats often vary at the beginning
may be either uniform or have a layered compositi-
of a cultivation process, and that the volume some-
on, with the bottom layer containing coarser material
times decreases throughout the process. Both factors
than the layer(s) above it.
affect the way in which the water is retained in the
The coir mats, which are supplied in a sleeve, must
mat, and hence the air and water regime.
be saturated with water before use, to allow the sub-
Low mats have a smaller root volume, are usually
strate to swell to a height of around 10 cm. This is
wetter and contain less air. Differences between indi-
where things sometimes go wrong, resulting in pro-
vidual substrate mats moreover lead to non-uniform
blems with respect to air and water in the root envi-
crop development, which is of course also undesi-
ronment and the plant’s development.
rable. An awful lot would be gained if the suppliers
Physical aspects
ween coir mats.
succeeded in decreasing the degree of variation betA few years ago the substrate suppliers affiliated with Foundation RHP took up the gauntlet. They were asked
Biological activity
to specify the problems, especially the physical ones,
A decreasing substrate volume during a cultivation
define standards for the relevant aspects and formula-
process means a too high level of biological activity
te a test protocol with which producers and importers
in the mat. Bacteria affect the stability, causing the
would be able to check the products’ quality.
volume to decrease and the water concentration at the bottom of the mat to become too high. According to Hans Verhagen, head of RHP’s research department, there is a relation between biological activity on the one hand and the processing method and the age of the employed coir fibres on the other. “In 2005 we organised a large-scale trial to investigate this in India, where several substrate suppliers buy their material or produce it themselves. India and Sri Lanka are the two main sources of coir. After large
14
Annual Report 2007 • RHP
Increasing demand for coir Now that it is becoming ever more possible for coir producers and suppliers to guarantee the quality and homogeneity of their products, the demand for coir substrates is gradually increasing. The substrates are used in the cultivation of both vegetables and cut flowers such as roses. Hans Verhagen of Foundation RHP parts of the old coir supplies had been used and the industry switched to fresher material, the structural stability, which is related to biological activity, seemed to cause more problems. Apparently it takes some time for the bacteria to ‘lose their effect’.”
is of the opinion that this increasing demand is partly attributable to the favourable cultivation properties of coir dust, such as its good response to rewatering and its buffering capacity with respect to water, EC and pH. He
Processing methods The researcher continues: “When we were analysing this problem we also had to consider the fact that different producers use different processing methods. In Sri Lanka it is customary for the husks to be soaked in water for a long time, to make it easier to remove the fibres. In India the husks are soaked less long. We wondered whether some degree of stabilisation takes place already during the soaking of the husk. This indeed proved to be the case.” Generally speaking, the material has to be stored for some time to obtain the required stability, with the length of the storage time depending on the employed production method. RHP therefore developed guidelines to help producers measure the biological activity in a uniform, reliable manner. “That gives them a better understanding of their product’s quality, which is important for the growers and importers.” Producers are currently gaining experience with the measurement method so as to be able to further improve their production processes.
has noted that growers for whom socially sound entrepreneurship is a key concern tend to opt for coir, whether or not on the advice of retailers. It is widely believed that coir involves less burden on nature and the environment than peat and rockwool. Although the latter product is now also being recycled, its production process is fairly energy-intensive. “Coir products for use in the horticultural sector are residual products obtained from coconuts cultivated for fresh consumption or vegetable oil. You could actually say that, by using coir, the horticultural sector is freeing the coir-producing countries from an
New RHP inspection RHP has moreover developed measurement protocols and specified ranges for variations in height, volume and air content of the substrate. “To determine the air and water concentrations we first saturate a coir mat with water using drippers. The mat is then left for 24 hours, during which the water can run/evaporate freely from it. After that we measure the remaining weight. A standard mat will then have a water content of around 70 percent,” explains Hans Verhagen. “It may deviate slightly,
environmental problem. Before coir dust began to be used here, countries such as India and Sri Lanka had to contend with tremendous quantities of waste. That waste has now largely disappeared. This is what you’d call a win-win situation.”
but the water content mustn’t vary too much from one mat to another, otherwise growers will definitely be faced with differences in growth.” Producers must specify beforehand what dimensions a soaked coir mat should acquire. This is checked, and the deviation from the specification and the degree of variation are determined.
(Source: Onder Glas 2007, Jan van Staalduinen)
RHP • Annual Report 2007
15
Jan van Leeuwen: New Jaco Dijkshoorn: cactus potting soil mixture:
‘Boomkwekerij mag niet lijnen’ het WOK ‘Lage analysis drempels helps make theafvalputje right choice en korte van Nederland worden’
Together with substrate supplier Klasmann Benelux, Gert Ubink from Kudelstaart is searching for a new, universal soil mixture for his cacti. Six mixtures were subjected to WOK analysis. Three of those mixtures will be further investigated in a subsequent round of tests. “We want an alternative for coir, but that’s not easy to find,” he says. “Coir is important with respect to the root ball’s water absorption.” Gert Ubink is an old hand at growing cacti. When as-
by the way have not been causing for many years
ked what requirements good cactus soil should meet
now. I’m interested in finding out whether it’s possible
his answer is: “It should have a fine, stable structure
to produce mixtures with a more stable structure with
and should absorb water easily in dry condition. As we
the same favourable properties as my present mix-
water our cacti from beneath, it is important for the
ture. There is moreover a risk of coir becoming scarcer
soil to have good water uptake and for the root ball to
and more expensive in the future. We’ll have to make
absorb water homogeneously.”
sure we’ve done our homework by then.”
Gert Ubink has been using his present soil mixture for many years. “It’s very satisfactory, but I’m neverthe-
Assumptions prove correct
less looking for an alternative,” he explains. “A quarter
In their search for a new mixture the cactus grower
of my present mixture consists of coir peat. Mixtures
and his substrate supplier are using RHP’s WOK (Wa-
containing coir seem to be somewhat more sensitive
ter Absorption Characteristic) analysis. Adviser Martin
to soil fungi such as Rhizoctonia and Fusarium, which
Nugteren of Klasmann Benelux: “We composed six different trial mixtures and we measured their water absorption at specific times. None of the trial mixtures contains coir. In some mixtures we used certified RHPcompost from green waste, as such compost may have an antagonistic effect against soil fungi.” On the basis of his experience and knowledge of raw materials the substrate supplier of course had some idea of what the results would be like. “My assumptions were largely confirmed. Coir and clay are both important components for realising rapid rewetting of the root ball. Mixtures in which both components were absent proved unsatisfactory. Compost from green waste gives a mixture a fine structure, but contributes only little towards the mixture’s ability to absorb water.” Gert Ubink adds: “Clay is expensive, but it has a powerful effect on a mixture’s water absorption, and it buffers both water and fertilizers. This forces the plants
16
Annual Report 2007 • RHP
The trial mixtures Using the present soil mixture as a reference, Klasmann Benelux tested six trial mixtures for Gert Ubink by subjecting them to WOK analysis. The term ‘assessment’ indicates the ratio of the amounts of water absorbed after 1.5 and 24 hours. None of the samples performed better than the currently employed mixture, which contains both clay and approximately 15% coir. to work harder, but the advantage is that their root balls will dry out less.
Present mixture for cacti:
That makes the root environment more stable and leads to less extreme
fine sod fraction, coir dust,
peaks and drops in the amount of water that can be freely absorbed. I
sphagnum peat, 2 types of clay
wouldn’t like to grow my cacti without clay.”
Assessment: 89.7%
One mixture per watering unit
Trial mixture 1:
The three trial mixtures with the best water absorption characteristics (3, 5
RHP-compost, Irish peat,
and 6; see the table) were promoted to a second round of tests, which has
2 types of clay
recently been organised. In this second round a few new mixtures will be
Waardering: 74,8%
tested, and also the effect of a wetting agent. In order to arrive at reliable statements about the effects on plants, a large-scale test set-up was used,
Trial mixture 2:
with one mixture per watering unit.
RHP-compost, Irish peat,
Gert Ubink explains that a WOK analysis is a good way of objectively deter-
fine sod fraction
mining a mixture’s water uptake, but that practical conditions differ from
Assessment: 46.7%%
those in a laboratory. “Here, water concentrations rarely drop below 30%. So the soil dries out less than that of the samples used in the analyses ac-
Trial mixture 3:
cording to the WOK protocol. Good rewetting in dry condition is however
RHP-compost, Irish peat,
important, because our cacti enjoy a period of rest in the winter, and slow-
fine sod fraction, 2 types of clay
growing varieties then sometimes go without water for two months.”
Waardering: 84,9%
Highest common factor
Trial mixture 4:
Gert Ubink’s nursery supplies a wide range of cacti in many different pot
Irish peat, fine sod fraction
sizes. The nursery also sells cacti grown by Dutch and foreign colleagues.
Assessment: 42,5%
Ubink is for example the European agent of a group of Korean cactus growers and co-owner of a nursery on the Canary Islands.
Trial mixture 5:
He says that the substrates used to grow cacti may vary tremendously.
Irish peat, fine sod fraction,
“Some growers swear by mixtures that their fathers or grandfathers used,
2 types of clay
although I would never use such mixtures myself. Many batches that arrive
Assessment: 77,4%
here are quite heterogeneous. I’d be very happy if more growers were to objectively scrutinise their substrates. A new world would open up for them.”
Trial mixture 6:
For his own cacti, Ubink always uses the same mixture for practical rea-
Irish peat, fine sod fraction,
sons, in spite of the substantial differences in pot sizes and in the lengths of
2 types of clay (higher dose)
the cultivation periods (from 6 weeks to 9 months). “It’s not ideal, but using
Assessment: 83,4%
different mixtures would make my internal logistics too complicated,” he explains. “So I’m looking for the highest common factor.”
(Source: Onder Glas 2007, Jan van Staalduinen)
RHP • Annual Report 2007
17
Ronald Keijzer: Jan Leeuwen: Jacovan Dijkshoorn:
‘Stabiele kwaliteit zonder houtjes, ‘Boomkwekerij mag niet lijnen’ het afvalputje ‘Lage drempels en schors korte stenen’ van cambium Nederlanden worden’
De expansie van de Phalaenopsis-teelt heeft de vraag naar schors doen stijgen. Het RHPkeurmerk voor schors kon daarom niet uitblijven. Een aantal kwaliteitseisen ligt nu vast, maar over schors is ook nog veel onbekend. Het levende product met mediterraan karakter kan zich grillig gedragen. Dus moet je weten waar je mee bezig bent. Niets dat duidt op de aanwezigheid van een potgrond-
substraat ligt dat anders. Wij willen bijvoorbeeld geen
bedrijf in het Groene Hart. Langs de weg van Zoeter-
cambium tussen de schors. Dat verteert, wordt snel nat,
woude naar Stompwijk liggen bergen veen en schors
trekt insecten aan. Kortom, niet gewenst.” Keijzer is er
volledig verborgen achter een dikke rij bomen. “Lang zal
duidelijk over.
dat niet meer duren”, vertelt Ronald Keijzer. Het bedrijf
Sinds kort is 100 procent toepassing van schors voor
heeft nieuwbouwplannen, waardoor de grondstoffen
de orchideeënteelt onder het RHP-keurmerk van toe-
voortaan in overdekte hallen komen te liggen. Weers-
passing. Het is een omvangrijk proces geweest om tot
omstandigheden zullen de productie van voldoende
goede normering te komen. Keijzer ziet de meerwaarde
voorraden dan niet meer kunnen beïnvloeden. En door
van dit keurmerk, hoewel de orchideeëntelers hun ei-
de landelijke ligging zullen coniferen plaats gaan maken
sen ook voor die tijd wel kenbaar maakten. “Ik vind de
voor begroeiing die in deze omgeving past. Slingerland
teeltproef die RHP doet, een goede aanvulling. Als leve-
Potgrond is een aantal jaren geleden overgegaan in
rancier deden we die proef nog niet. We doen uiteraard
de Hortimea-groep. Het bedrijf investeerde tot dusver
wel onderzoek naar chemische en fysiologische eigen-
meer in zijn substraten dan in een degelijk kantoor.
schappen en vooral ook zuiverheid in ons eigen lab.
Buiten liggen verschillende ruwe materialen, afkomstig
De normen die je als sector gezamenlijk opstelt, moeten
van de mediterrane zeeden (Pinus pinaster) hoog op-
wel hout snijden. Voor een product als schors is dat heel
getast. Een shovel rijdt af en aan om de verschillende
moeilijk. We weten nog lang niet alles van schors en hoe
fracties na breken, zeven en sorteren naar de juiste
het zich onder bepaalde omstandigheden gedraagt. Het
voorraad te transporteren. Een sterke dennengeur
is een levend product, waar verschillen tussen zitten die
hangt boven het terrein. Ronald laat de schors door zijn
we nog niet altijd kunnen onderbouwen.”
handen glijden en vertelt over de vooruitgang die de
Langzaam aan begint het tot de telers door te dringen
laatste jaren is geboekt.
dat schors als orchideeënsubstraat nu ook onder het RHP-keurmerk valt. De reacties zijn wisselend. Het is
Hoge eisen
volgens Ronald te vroeg om daar iets over te zeggen.
“Deze schors komt van zagerijen in Portugal en Frank-
De potplantentelers zijn volgens hem voldoende ‘RHP-
rijk. Op die bedrijven is hout het hoofdproduct. Voor
minded’ om vanzelfsprekend aan te nemen dat er ook
schors of bark hebben zij inmiddels ook een goede afzet
voor schors normen zijn opgesteld.
gevonden. Voor de consumentenmarkt, speelplaatsen
18
en openbaar groen, of als brandstof voor de zagerijen
Onbekend terrein
zelf. Voor die toepassing zijn de eisen niet zo hoog. Een
RHP is begonnen om zagerijen te bezoeken om afspraken
houtje of een steen is geen probleem. Voor gebruik als
te maken over de werkwijze en opslag van schors. Keijzer
Annual Report 2007 • RHP
Unfamiliar
merkt dat de zagerijen die aanpak nog niet kennen. “Je merkt wel dat ze het besef krijgen dat schors wordt toegepast in een teelt, die zelf ook onderhevig is aan eisen van afnemers. Maar de omvang en professionaliteit is voor de me-
The use of 100% bark in the cultivation of orchids under the RHP quality mark has only just begun. Slingerland Potgrond is the market leader in substrates for orchid cultivation in the Netherlands. The company aims to further improve this cultivation medium. Ronald Keijzer explains that a lot of effort will have to be invested in familiarising producers with the RHP standards. There is moreover still a lot of research to be done into bark.
dewerkers van zagerijen nog niet te bevatten”, meent Keijzer. Op de zagerijen gelden inmiddels regels voor hygiëne, scheiding en opslag. “Zelf werken we met ongeveer vijftig zagerijen. Dat zijn tamelijk kleine bedrijven die onderling verschillen in professionaliteit. Je ziet wel dat daar ook schaalvergroting optreedt. We hebben ter plekke verzamelplaatsen, waar al een deel van de bewerking plaatsvindt. Dit om transport van overbodige bestanddelen te beperken.” Schors staat als substraat nog aan het begin van nieuwe ontwikkelingen. Ronald Keijzer meent dat de kwaliteit van het materiaal nog verder omhoog kan. “Voor onszelf leggen we de lat al hoger dan de RHP-normering. We gaan ook specifiek in op de wensen van de klant. Persoonlijk denk ik dat er nog veel verbetering aan het substraat mogelijk is. De vochthuishouding van schors kan nog beter. Dat kan bijvoorbeeld door veen en Sphagnum toe te voegen. Deze ontwikkeling is nog maar net in gang gezet en vraagt de komende jaren nog heel veel teeltspecifiek onderzoek.”
Slingerland Potgrond Slingerland Potgrond valt met vijf tuinbouwgerelateerde bedrijven onder Hortimea. Het oorspronkelijke familiebedrijf is al vijftig jaar actief in de potgrondsector. Slingerland levert groeisubstraten voor langdurige teelten. Het bedrijf is marktleider in substraten voor de orchideeëncultuur. Kwaliteitsverbetering van schors heeft de afgelopen jaren erg veel aandacht gekregen. Geen wonder, want dit product is inmiddels verantwoordelijk voor eenderde van de totale omzet. Ronald Keijzer is hoofd kwaliteit van Slingerland Potgrond en Lentse Potgrond, het andere substraatbedrijf dat onder Hortimea valt.
RHP • Annual Report 2007
19
Leo JacoHermans: Dijkshoorn:
‘Oog veenkwaliteit ‘Lagevoor drempels en korte sterk lijnen’gegroeid’
Door de gunstige prijs/kwaliteitverhouding blijft veen de topgrondstof voor potgrond, is de overtuiging van Leo Hermans, directeur van Kalloveen. Potgrondbedrijven hebben in toenemende mate oog gekregen voor kwaliteit. Zorgpunt is de hoge olieprijs, die de kostprijs sterk verhoogt. Een website heeft Kalloveen niet. Het kantoor bestaat
centen en op de productie van kokos zit een limiet.
uit portacabins. Algemeen directeur Leo Hermans
Schommelingen in de beschikbaarheid van veen zijn vol-
neemt de telefoon op en schrijft facturen uit. Nie-
ledig toe te schrijven aan de weersomstandigheden tij-
mand zal kunnen zeggen dat Kalloveen te veel geld
dens de oogst. Een lange, droge en warme periode, liefst
in overhead stopt. Een zeer grote opslaghal in het ha-
met wat wind, stuwt de productie op. Losmaken, enkele
vengebied van Puurs, een eigen loskade met kraan,
dagen drogen en oogsten gaan dan continu door. Een
zeef- en mengfaciliteiten. Dat is alles. Hiermee is Kal-
regenbui zet de teller weer op nul. Dan moet er worden
loveen in acht jaar tijd uitgegroeid tot een toonaan-
gewacht tot de turf weer droog is. Een continu oogstpro-
gevende groothandel in kwaliteitsveen. Directeur Leo
ces geeft een betere kwaliteit want iedere bewerking
Hermans weet wat zijn klanten belangrijk vinden: een
zorgt voor verfijning van de turf.
goede kwaliteit, een gunstige prijs, betrouwbaarheid
“Wij vragen de turf zo grof mogelijk te produceren. We
en het product kunnen kopen wanneer zij dat zelf wil-
hebben een voorkeur voor vacuüm verzamelen want
len. Voor dat laatste dient die grote hal. Hermans hoeft
dan verloopt de oogst sneller, maar qua kwaliteit ontlo-
nooit ‘nee’ te verkopen; er is altijd voldoende voorraad
pen vacuüm en mechanisch oogsten elkaar niet veel.” Dit
van alle veensoorten. Die logistieke flexibiliteit, zowel
is ook aangetoond in RHP-onderzoek op veenderijen.
wat betreft laad- en loscapaciteit als openingsuren, is een bijzonder sterk punt van Kalloveen, dat aan het
Kwaliteitsbesef op niveau
Zeekanaal Brussel-Schelde ligt. Zo’n 85 procent van de
De kwaliteit hangt vooral af van de Sphagnum-soort.
aanvoer komt per schip, de rest – veelal blokkenturf –
Bij freesturf gaat de voorkeur van Kalloveen uit naar
per vrachtwagen of container. De ligging maakt het
Estland, voor de turven heeft Hermans graag Zweeds
mogelijk schepen tot 20.000 ton te ontvangen.
of Iers veen. Dat is een grof, stabiel materiaal met een hoog luchtpercentage en uitermate geschikt voor lang-
20
Veen nummer één
durige teelten. Probleem in deze landen is echter de
Veen blijft qua prijs/kwaliteitverhouding aan de top
oogstcapaciteit, die veel – duur – handwerk vraagt.
staan, is Hermans overtuiging. “Alternatieven zijn vaak
Hermans is ervan overtuigd dat hij meer veen van hoge
duurder. Bij een dip in de aanvoer van veen zie je wel
kwaliteit zou kunnen verkopen als het aanbod groeit.
verschuivingen naar andere grondstoffen, maar de af-
Het kwaliteitsbesef zit er goed in bij de afnemers, vindt
nemers keren weer terug naar veen als het probleem is
hij. In vijftien jaar tijd is het aantal potgrondbedrijven
opgelost.” Bovendien kennen alternatieve grondstoffen
gehalveerd. De overblijvers hebben, mede door inspan-
ook hun problemen. De prijs van schors en bark staat
ningen van RHP, tegenwoordig veel oog voor kwaliteit.
onder druk vanwege belangstelling van energieprodu-
Kwaliteitsbesef blijft echter een continuproces.
Annual Report 2007 • RHP
Peat to remain leading raw material
Hermans neemt zijn klanten mee naar Estland en Letland voor meer inzicht in productie en kwaliteitsbepalende factoren. Dat doet hij ook bij klanten die vragen krijgen over de milieukanten van de veenwinning, een kwestie die met name in het Verenigd Koninkrijk speelt. “Dan laten we zien dat Estland alles goed controleert en dat de hele winning is vergund. Ook de waterhuishouding wordt goed in de gaten gehouden.” Vooralsnog is de roep om ‘peat free’ geen al te be-
The young Belgian company Kalloveen stands for quality and flexibility by ensuring adequate stocks. Leo Hermans is of the opinion that peat will remain the leading raw material for potting-soil mixtures as far as price/quality ratio is concerned. The high oil price will raise the cost price of raw materials. In the past, transport by ship was always cheaper than road transport, but that has now changed. Lorries driving to Russia can bring back peat as return cargo.
langrijke factor in de markt.
Dure stookolie De hoge olieprijzen zorgen voor een sterke stijging van de grondstofprijzen. Zes jaar geleden kostte zware stookolie nog zo’n tweehonderd dollar. Nu is dat zes keer zoveel. Sinds vorig jaar is de prijs meer dan verdubbeld. Normaliter is scheepstransport goedkoper dan wegtransport, maar Hermans constateert toch een toename van het vervoer over de weg. “Veel vrachtwagens die naar Rusland rijden, komen leeg terug. Die kunnen worden gevuld met veen. Het transport daarvan wordt dan in feite betaald door de heenreis. Daardoor is dat wegtransport te goedkoop in vergelijking met het schip. Dat heeft belangrijke nadelen: het geeft meer afval (door de verpakking in big bags) en het kost meer werk.” Hermans ziet de toekomst zonnig tegemoet. Kalloveen is volop in ontwikkeling en steeds op zoek naar nieuwe wegen.
Kalloveen BVBA Kalloveen is in 2000 gestart door vijf aandeelhouders. Nu is het bedrijf toonaangevend als groothandel in veen. Het verhandelt jaarlijks meer dan 500.000 kubieke meter, afkomstig uit Estland, Zweden, Ierland, Finland en Letland. Leo Hermans is algemeen directeur. Daarnaast is Herman Oosterkamp verantwoordelijk voor de turven en zijn er nog twee werknemers. Afnemers zijn potgrondbedrijven in België (25 procent), Nederland (30 procent), Frankrijk (40 procent), Duitsland en Spanje.
RHP • Annual Report 2007
21
Substrate stability: Jaco Dijkshoorn:
Coir scares proven ‘Lage drempels en unfounded korte lijnen’
In the past few years improved processes for the production of coir products have led to a stable, reliable substrate. But even though coir products are now marketed under a quality mark, there are still a lot of scares going around. Around 1990 coir dust – obtained from the husks of coco-
last century and the belief that coir offered numerous ad-
nuts – was introduced as a raw material for use in the sub-
vantages led to a search for new solutions. Foundation RHP
strate industry, which also includes the production of pot-
and the affiliated substrate producers invested a lot of time,
ting soil. At first, good results were obtained with plants
money and energy in the development of a system for pre-
grown in substrates containing coir dust, but after some
paring coir in order to turn it into a high-quality, reliable
time problems began to occur. The use of poorly prepared
raw material that would be particularly suitable for use in
coir substrate in particular caused a lot of damage.
potting soil.
Extensive research was carried out to identify the cau-
It would be going too far to describe the entire processing
ses of the problems. The research revealed both physical
procedure in detail here, but generally speaking the pro-
and chemical problems. It identified the causes, and also
blems have been largely eliminated.
found solutions.
In the product’s countries of origin – mainly India and Sri
One of the physical problems was found to be compac-
Lanka – the coir is now stored protected from external in-
tion due to decomposition and decreasing air content.
fluences so that it cannot be contaminated by weed seeds.
The chemical problems included a shortage of calcium
An alternative is to subject coir to steam treatment. The
and magnesium, but also too high sodium, potassium and
coir moreover remains in storage for at least five months,
chloride concentrations.
to ensure its physical stability and prevent the risk of com-
The cons of course overshadowed the pros, and the effect
paction during use. RHP has developed what is known as
was to make coir lose favour for use as a raw material in
a ‘respiration measurement’ to check the coir’s stability.
the substrate industry.
When the medium decomposes at a high rate, large quan-
Although solutions became available in the mid-1990s,
tities of CO2 are released. This does not happen in the case
and efforts continue to be made to fine-tune coir raw
of a stable medium. Random samples of coir batches are
materials, there are still persistent scares about problems
subjected to this measurement. Such measurements are
going around. Some growers are still afraid of undesired
always carried out by independent organisations, under
chemical effects, such as excessively high sodium and
approval of ECAS.
chlorine concentrations, or the presence of weed seeds.
The presence of chloride is moreover minimised by rinsing
But those fears are groundless, because the problems ex-
the coir. On top of this, the processing companies also ‘buf-
perienced in the past have been solved. That’s something
fer’ the coir’s adsorption complex. This ensures that calcium
of which growers may rest assured – that is, providing
remains available for the plants and prevents the uncon-
they opt for a substrate bearing the RHP quality mark.
trolled release of sodium and potassium from the coir.
Improved preparation
whether the adsorption complex is adequately buffered.
The shortage of peat that occurred at the end of the
RHP subjects all batches to these analyses. Providing they
Analyses are carried out with barium chloride to check
22
Annual Report 2007 • RHP
Advantages of coir
have been properly prepared, coir products show largely the same chemical behaviour as peat products.
Certificate It is important that growers use only coir products bearing the RHP certificate. Only then will they know for sure that they will not be confronted with any of the aforementioned problems, and that they will on the contrary be able to fully benefit from the advantages of coir products. The same holds for coir as for all other raw materials used in the substrate industry: you must make sure you choose the right substrate to suit you crop and cultivation conditions. And to be able to make the right choice, you need correct, expert advice. Something else that is important besides the immediate advantages for growers is the social aspect. Buying coir products allows various developing countries to build up a new industry, offering new prospects and opportunities for numerous underprivileged people in those countries. The Netherlands has always been at the forefront of new developments in the agricultural sector. Other countries follow as a matter of course. This will enable the coir industry to offer long-term employment in the production countries. The countries are moreover working
• In spite of its fine structure, coir has a high air content (that of coir dust up to 25% and that of coir granules up to 35%); • contrary to most peat products, coir can absorb water quickly even in very dry condition; • its fine structure makes coir ideally suitable for incorporation in advanced potting systems; • coir is very stable; it can be used as a substrate for at least two years without any risk of loss of its favourable physical properties; • coir can be excellently subjected to steam treatment without any risk of loss of its physical quality; • the substrate’s raw material is a residual product of the coconut industry; it is what remains after the coconut flesh has been scraped from the shell or the fibres have been removed from the husk; • there is no risk of environmental pollution after use, as for example in the case of rockwool (when not recycled properly).
together with RHP on the further development of production methods.
(Source: Vakblad voor de Bloemisterij 2007)
What is coir substrate? Coconuts contain flesh on the inside, which is consumed. On the outside, coconuts have a husk that produces the coir that is suitable for use in substrates. In countries such as India and Sri Lanka the fibres from the husk are used for several purposes, for example for stuffing mattresses and car seats and for manufacturing mats and brooms. When the fibres are removed from the husk a residual product is obtained: the material contained between the fibres. This material has a fine structure. In industrial contexts it is referred to as coir dust. So it is a side-product of the fibre industry. Coir substrate has a coarser structure when the entire husk is used. This is done in areas with no, or only a small-scale fibre industry. The entire husk (including the fibres) is then chopped up or crushed and sieved to obtain the desired fraction. Coir fibre is also included in potting-soil substrates – often the short fibres from the fibre industry.
RHP • Annual Report 2007
23
Henri Elen: Jaco Dijkshoorn:
‘Reglementering zal kansen ‘Lage drempels en korte lijnen’ kwaliteitscompost vergroten’
Leveranciers van hoogwaardige compost kampen met het slechte imago van het product. Tijd voor meer reglementering, vindt Henri Elen, directeur van Renovius in Overpelt. Hij heeft het beeld duidelijk voor ogen: de overheid moet regels stellen en die ook controleren; het bedrijfsleven - onder de vlag van RHP - moet werken aan een beter imago en onderzoek stimuleren om de kwaliteit verder omhoog te stuwen. Toen Henri Elen uit potgrondbedrijf Peltracom stapte,
goede potgrond is zeker 20 tot 40 procent compost
was hij zo slim om het bedrijfsterrein voor zichzelf te
te gebruiken.” Elen vindt dat mede door het bioleven
houden. Dat heeft compostbedrijf Renovius een vlie-
in de compost de kwaliteit van de plant sterk voor-
gende start gegeven. Als hij 6 hectare industrieter-
uitgaat bij toevoeging van compost. Dat geldt in de
rein had moeten aankopen, zou dat meteen zwaar op
eerste plaats voor groentegewassen.
het nieuwe bedrijf hebben gedrukt. Nu heeft Reno-
Ook kan een combinatie van compost en kokos een
vius volop ruimte voor de aangevoerde grondstoffen
antwoord zijn voor klanten die een peat free product
(snoeihout, gras, blad), de rillen waarin het compos-
willen maken.
teringsproces plaatsvindt en de opslag van de uitge-
24
zeefde compost. Elen laat het gevarieerde heuvel-
Natuurlijk proces
landschap met trots zien. In een jaar tijd heeft hij een
Renovius heeft drie poten: compost, biomassa en
goed draaiend bedrijf neergezet dat een hoogwaar-
kokos. De leveranciers van de grondstoffen zijn ge-
dig product voor de potgrondsector produceert. Zijn
meenten, hoveniers en particulieren, die tegen beta-
vroegere achtergrond als potgrondproducent maakt
ling hun groenafval kwijt kunnen. Na een ingangs-
Renovius onderscheidend. “Onze ervaring in de pot-
controle wordt het materiaal grof versnipperd. Daarna
grond is ons voordeel. We hebben een hoogwaardige
vindt het composteringsproces plaats op rillen, die
compost gerealiseerd met een kwaliteit die voorheen
regelmatig worden gekeerd. Na zeving is de compost
onbekend was. Een heel hoog organische-stofgehalte
gereed. Dit alles vindt in de buitenlucht plaats; dus de
- zo’n 80 procent - met goede fysische eigenschap-
natuurlijke manier van composteren. Afnemers zijn
pen wat betreft water en lucht. Bovendien een laag
potgrondbedrijven in België, Nederland en Frankrijk.
gehalte aan voedingsstoffen. En het bioleven in de
De compostsector is een jonge sector en er zijn al-
compost geeft een surplus.”
lerlei bedrijven vanuit verschillende achtergronden
Het geheim van de smid geeft hij niet prijs, maar het
ingedoken. Dat is niet goed geweest voor de kwa-
komt neer op een proces van breken en zeven.
liteit en het imago van compost. Elen: “In het ver-
Een volledig alternatief voor veen is compost niet,
leden was men te veel op de inname gefocust. Het
maar wel een goede aanvulling. “Als je veen voor
eindproduct was voor veel producenten niet belang-
100 procent zou vervangen, krijg je problemen met
rijk. Ze leefden van de subsidie op de aanvoer. Voor
de sturing en de voedingselementen. Compost is
ons met onze potgrondachtergrond ligt dat natuurlijk
minder neutraal dan veen en je hebt toch een ze-
omgekeerd. We proberen juist een zo goed mogelijk
kere marge nodig om te kunnen sturen. Maar in een
eindproduct te maken.”
Annual Report 2007 • RHP
Regulations for the quality of compost
Imagoverbetering nodig Hoe krijg je het imago van zorgvuldig geproduceerde compost nu omhoog? “Eerst zorgen voor goede regels. RHP is daar goed mee bezig, maar spijtig genoeg is niet iedereen aangesloten. Dus zou de overheid moeten verplichten dat iedereen aan de regels voldoet en dat ook controleren”, zegt Elen. Ook zou een andere naam dan compost welkom zijn, die de nadruk legt op de natuurlijkheid en de hernieuwbaarheid van de grondstoffen. Elen ziet een dubbele rol voor RHP als het
Henri Elen is of the opinion that the Dutch government should formulate regulations for compost. Compost producers should perform research in order to improve the quality of their compost. Renovius produces high-quality compost for the potting-soil sector. The compost’s biolife can improve the quality of the crops grown in the compost. Compost alone is not a suitable alternative to peat, but combined with other products such as coir, it may provide an ideal solution for growers who want to grow peat-free products.
om compost gaat: werken aan een beter imago en meer onderzoek naar fysische en biologische eigenschappen, zodat het product nog kan worden verbeterd. Naast compost produceert Renovius biomassa voor energieopwekking. De belangstelling daarvoor is groeiende. Toch zal dat niet ten koste gaan van de compostproductie. Het vult elkaar juist heel goed aan, waardoor het bedrijf economisch sterker staat. “De energiesector is geïnteresseerd in de fractie groter dan 40 millimeter. Voor compost heb je juist de kleinere fractie nodig. Het zijn twee onderscheidende markten. Wij moeten in beide markten aanwezig zijn. En het liefst zou ik ook voor de biomassa reglementering zien. Dit is een nog nieuwere markt, die nog minder gestructureerd is.”
Renovius Renovius bestaat sinds 2007 en is voortgekomen uit Peltracom. Directeur Henri Elen was eigenaar van dit potgrondbedrijf tot hij zijn aandelen verkocht. Het nieuwe bedrijf is gevestigd op het oude terrein van Peltracom in Overpelt. Momenteel bedraagt de productie 75.000 ton per jaar (compost en biomassa). Het streven is om tot 150.000 ton te komen. Afnemers zijn potgrondbedrijven in België, Nederland en Frankrijk. Renovius produceert verder biomassa (afnemers: energiecentrales, industrie, particulieren) en kokosproducten.
RHP • Annual Report 2007
25
Leon Terlingen en Ronald Clemens: Jaco Dijkshoorn:
‘RHP-certificering service richting klanten’ ‘Lage drempels enals korte lijnen’
Vorig najaar ontvingen de eerste drie producenten van CRF-meststoffen het RHP-keurmerk. Onder hen ook meststoffenproducent The Scotts Company. Hoewel de CRF-certificering heel wat voeten in aarde had, heeft het RHP-keurmerk een duidelijke meerwaarde. “Wij komen hiermee tegemoet aan de wens van onze klanten. Ook vinden wij het een goede zaak dat een minimaal kwaliteitsniveau voor CRF-meststoffen is vastgesteld”. Veel boomkwekers met containerteelt zijn bekend
waren tot voor kort nog geen normen voor.” Deze
met de producten van Scotts, en dan met name met
normen heeft RHP de afgelopen jaren opgesteld in
Osmocote Exact. Het gaat hierbij om een product op
samenwerking met enkele producenten, waaronder
basis van zogeheten CRF-meststoffen, ofwel gecon-
Scotts. De bedrijven werden bij het proces betrokken,
troleerd vrijkomende meststoffen. “Dit zijn mest-
omdat binnen RHP nog relatief weinig kennis be-
stoffen die langzaam vrijkomen. De werkingsduur
schikbaar was van CRF-meststoffen. Ronald Clemens
varieert van zes weken tot zelfs achttien maanden.
geeft aan dat de normontwikkeling niet zonder slag
Potgrondfabrikanten mengen deze meststoffen in de
of stoot verliep. “Elke producent heeft immers zijn ei-
potgrond”, legt Leon Terlingen uit. “Met name boom-
gen productiemethode en belangen. Daarnaast had
kwekers, maar ook pot- en perkplantenkwekers ge-
ook RHP specifieke eisen. Hierdoor duurde het een
bruiken potgrond met CRF-meststoffen. Omdat dit
aantal jaren voordat richtlijnen waren vastgesteld.”
een heleboel werk scheelt - gecoate meststoffen zijn
Scotts hoefde uiteindelijk geen aanpassingen door te
immers langer werkzaam dan ‘normale’ meststoffen
voeren in het productieproces om aan de eisen van
- en omdat dit efficiënter is. CRF-meststoffen spoelen
het RHP-keurmerk te kunnen voldoen.
namelijk minder snel uit.”
De vraag is natuurlijk waaróm Scotts besloot CRF-
“Daarnaast leveren we voornamelijk wateroplosbare
meststoffen onder het RHP-keurmerk te gaan pro-
meststoffen”, zegt Ronald Clemens.
duceren. “Dit is heel eenvoudig; onze belangrijkste
Normontwikkeling
gen hierom en wij zien het als een extra service naar
partners in de markt - de potgrondbedrijven - vroe-
26
Tot vorig najaar vielen CRF-meststoffen - in tegen-
hen toe. Het afzetten van potgrond onder het RHP-
stelling tot ‘gewone’ meststoffen – nog niet onder
keurmerk heeft voor potgrondbedrijven een dui-
het RHP-keurmerk. Dit kwam vooral doordat het op-
delijke meerwaarde, aangezien RHP een goede en
stellen van richtlijnen voor gecoate meststoffen niet
gevestigde naam heeft. Zij hebben dan ook positief
eenvoudig was. Leon Terlingen legt uit: “De elemen-
gereageerd op de certificering”, aldus Clemens.
ten waaruit normale meststoffen bestaan, zijn mak-
Scotts vindt het daarnaast een goede zaak dat een
kelijk te benoemen en hiervoor zijn ook wettelijke
minimaal kwaliteitsniveau is vastgesteld voor CRF-
eisen opgesteld. Bij CRF-meststoffen ligt dit anders.
meststoffen, zodat kwekers weten welke gecoate
Niet alleen de elementen waaruit de meststof be-
meststoffen goed van kwaliteit en gecontroleerd
staat, zijn van belang, ook het afgiftepatroon gedu-
zijn. Daarnaast denkt het bedrijf dat het certificaat
rende de teelt moet worden meegenomen. En hier
wellicht ook een meerwaarde kan hebben over de
Annual Report 2007 • RHP
Customer service
grenzen. Terlingen: “Er worden steeds meer keurmerken ingesteld, ook internationaal. Het geeft een voorsprong wanneer je kunt aangeven dat je product extern is gecontroleerd.”
Stijgende prijzen meststoffen Terlingen en Clemens verwachten dat de toepassing van gecoate meststoffen in de toekomst aan terrein zal winnen, onder meer in de potplan-
In the autumn of 2007 the RHP quality mark was officially presented to the first three producers of CRFs, one of which is The Scotts Company. RHP sat down with producers to discuss the regulations to be formulated for the CRF quality mark. The development of the necessary standards took some doing. For Scotts, the RHP quality mark definitely has added value. It enables the company to meet its customers’ wishes, and it hopes to be able to distinguish itself in the market on the basis of the quality mark.
ten- en de vollegrondsteelt. Dit vanwege de toenemende aandacht voor het milieu. “Schoon water is vandaag de dag bijvoorbeeld heel belangrijk. Het feit dat CRF-meststoffen minder snel uitspoelen, is dus een voordeel; hierdoor raakt het grondwater minder vervuild”, aldus Clemens. Maar het is niet allemaal goud wat er blinkt. Het feit dat de prijzen voor anorganische meststoffen en grondstoffen - de basis voor CRF-meststoffen - het afgelopen jaar fors gestegen zijn, vormde een tegenvaller voor Scotts. “Deze stijgende prijzen hebben onder meer te maken met de hogere levensstandaard in het Verre Oosten, zoals China en India. Hier wordt steeds meer vlees gegeten en daar is dus ook steeds meer graan nodig om het vee te voeren. Dit zorgt voor extra vraag naar meststoffen Daarnaast worden steeds meer biogewassen verbouwd, als gevolg van de politieke aandacht voor biodiesel”, aldus Terlingen. “Door deze ontwikkeling zijn onze productiekosten fors gestegen. Of de prijsstijging nog verder gaat, durf ik niet te zeggen. Maar het lijkt erop dat de prijzen voorlopig niet zullen dalen.”
The Scotts Company The Scotts Company is producent van tuinverzorgingsproducten, voor zowel de consumentenmarkt als de professionele markt. Het hoofdkantoor van Scotts is gevestigd in de VS, in ons land heeft het bedrijf vestigingen in Waardenburg en Heerlen. Leon Terlingen is director R&D voor de professionele tak binnen het bedrijf, Ronald Clemens is international technical manager voor de sierteelten (pot- en perkplanten en boomkwekerij).
RHP • Annual Report 2007
27
Herman Steinvoorte: Jaco Dijkshoorn:
Ingenieursbureau ‘Lage drempels enAmsterdam korte lijnen’opts for RAG Landscaping Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) is the first company in Amsterdam to use tree sand that is sold under the RAG quality mark. Herman Steinvoorte, urban green spaces adviser of the open space planning department of Ingenieursbureau Amsterdam, explains why he wants to work with the quality mark
“Our contractors are familiar with our requirements and I have the big stick in cases in which I have doubts concerning the quality. I can also have samples tested.” When a contractor agrees to participate in a project’s implementation, IBA includes the quality mark in the specifications. This may have consequences for the price. “In such cases we nevertheless opt for the certainty of tree sand of a good quality – always of
““With tree sand that is supplied under the RAG qua-
course in close consultation with our customer,” says
lity mark I know for certain that I’m using sand of a
Steinvoorte.
good quality. Tree sand is a complex issue. There’s a big supply of it, of varying quality. Sometimes I come
A compromise
across a substrate that looks a bit dark and then I
Depending on a tree’s intended location, IBA deter-
have my doubts. That’s a purely visual assessment.
mines the requirements concerning the tree sand’s
A tree won’t tell us whether we’ve done a good job
supporting power and pore volume. It’s not so dif-
until after many years,” says Herman Steinvoorte.
ficult to find good soil for trees in parks, but in Am-
Amsterdam has its own soil bank, with soil of a gu-
sterdam’s urban environment there are a comparati-
aranteed quality. The municipal authorities also use
vely large number of places where trees have a lot to
many different tree sand suppliers. Which supplier
endure. Steinvoorte does not find tree sand the best
is used will depend on the party commissioning the
substrate, because more than 90% of it is sand. “It’s
tree planting. Besides assignments for the municipal
a compromise. We have to use it because we need
authorities of Amsterdam, IBA also does projects for
the sand’s supporting power. If a tree is to be plan-
other municipal authorities and private enterprises.
ted along a pedestrian path or a cycle track tree sand will be able to resist the pressure of the paving wit-
The big stick
hout losing its pore volume. But in the case of trees
Steinvoorte first heard about RHP at a lecture given by
along a busy road you can’t use tree sand, because
the Dutch National Tree Bank. The background of the
the weight of the traffic rushing by would compact
RAG quality mark greatly appealed to him. He contac-
it too much. In such cases we have to make a self-
ted Rob Scholman and discussed his wishes with him.
supporting tree container that we can fill with soil of
Steinvoorte: “We talked about quality requirements
good quality.”
and did some tests to determine the moisture content of the tree sand.” The talks were so positive that
Many years
he then passed the information he had obtained on
“The problem with trees is that we don’t get to see
to IBA. IBA decided that from then onwards it would
the consequences of our measures until after many
only use tree sand supplied under the RAG quality
years. A tree will usually grow well for the first two or
mark, unless customers want to use their own sand.
three years, even in a non-optimum substrate. Sometimes you’ll find you did something wrong only after ten years. That’s why we find it so important to use tree sand that is supplied under a quality mark. That gives us a sense of security. Time will tell whether we’ve made the right decision. This is the first time that we’re working this way – so the quality mark will have to prove what it’s worth. Insofar as I can assess things at this stage I find RHP’s principles and research good.”
(Source: RHP InfoBulletin december 2007)
28
Annual Report 2007 • RHP
Open Dag RHP in teken van ontwikkelingen binnen substraatsector Stichting RHP heeft een nieuwe locatie betrokken en greep daarom de gelegenheid aan om voor haar deelnemers op 7 juni 2007 een informatiebijeenkomst te organiseren en deze te combineren met een open dag.
ondersteunden de onderwerpen. Deze varieerden van praktijkproblemen tot de ontwikkeling van nieuwe methoden die inzicht verschaffen in de praktische eigenschappen van substraten. In aanvulling op de onderwerpen op de posters toonden de RHP medewerkers
EN-volume
praktijkvoorbeelden van afwijkende plant-
Op de informatiebijeenkomst ’s morgens
groei als gevolg van onjuist geproduceer-
verzorgde Hans Verhagen een inleiding over
de potgrond of een verontreiniging in het
het EN-volume. Hij maakte de materie toe-
logistieke proces. Willem Lenting toonde
gankelijk door de voor- en nadelen van wa-
planten met schadebeelden die we in de
termaat en EN-volume duidelijk te presente-
praktijk hoogst zelden meer zien. Dit is het
ren. Tegen het einde van de ochtend kwamen
resultaat van een goede procesbeheersing
er twee conclusies naar voren. Ten eerste
en kwaliteitszorg op de bedrijven van de
vraagt een beheerste potgrondproductie
deelnemers.
om werken op basis van EN volume. Ten
Marco Zevenhoven wist zijn toehoorders te
tweede is EN hét hulpmiddel om vast te
boeien met het RMO-model dat op eenvou-
stellen welk volume de klant nodig heeft.
dige wijze aangeeft hoe voorraadbemes-
Over deze methode praten we nu al een
ting van substraten een stuk eenvoudiger
kleine tien jaar en bedrijven passen deze
kan worden uitgerekend. Door de verre-
steeds vaker toe.
gaande specialisatie op de teeltbedrijven is de receptuur voor potgrond erg divers ge-
Open Dag
worden. Met het model kunnen RHP-deel-
Het middagprogramma bestond uit een
nemers een juiste verhouding uitrekenen.
rondgang langs kantoor, kas en laborato-
Indien u de presentaties heeft gemist, dan
rium (de Keet). Rond de 80 bezoekers wer-
verzorgen wij graag alsnog een toelichting.
den door RHP-medewerkers geïnformeerd
Er zijn volop ontwikkelingen die bijdragen
over nieuwe ontwikkelingen en wetens-
aan kennis en inzicht, maar ook de inhoud
waardigheden. Vijftien posterpresentaties
van het RHP- en RAG-keurmerk.
RHP • Annual Report 2007
29
Organisation scheme
Supervisory Board
R. Voogt - chairman
G. van Berckel
R. Jacobs
I. Janssen
M. Bakker
Director
Quality management
H. Boon
B. de Jong
Technical Committee
Standard Committees
Secretariat
Consultancy en support
Research and development
Office manager
Technical advisors
Head research
B. de Jong
M. Zevenhoven
H. Verhagen
G. Wever
Administrative employees
R. Scholman
Researcher
L. Kort - Bekooy
R. ten Lohuis
I. Geuijen
Research assistant
M. J. Olsthoorn - Enthoven (Freelance)
W. Lenting
RHPRHP • Annual Report 2007 • Jaarverslag 2006
33 09
Jaco Dijkshoorn:
Organisation and ‘Lage drempels enemployees korte lijnen’
Director
Consultancy en support
Hein Boon
Technical advisors
Marco Zevenhoven
Secretariat
Office manager
Ben de Jong
Administrative employees
Lia Kort - Bekooy
Gerrit Wever
Rob Scholman
Marie José Olsthoorn - Enthoven
(Freelance)
Rob ten Lohuis
Research and development
Head research
Hans Verhagen
Researcher
Ine Geuijen
34
Annual Report 2007 • RHP
Research assistant
Willem Lenting
RHP • Annual Report 2007
35
Stichting RHP