Stichting Pensioenfonds C1000 te Amersfoort Jaarbericht 2014 28 mei 2015
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Inhoud Blad
Jaarbericht 2014 Jaarverslag van het bestuur Jaarrekening Balans per 31 december 2014 na resultaatverdeling, bedragen in € 1.000 Staat van baten en lasten Bestemming saldo van lasten en baten Kasstroomoverzicht (volgens de directe methode) Toeslagverlening actieven Toeslagverlening niet-actieven (gepensioneerden en gewezen deelnemers) Actuariële grondslagen en veronderstellingen Premiebijdragen Beleggingsresultaten
4 5 20 21 23 24 25 31 32 35 38 38
Toelichting op de balans per 31 december 2014
39
Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2014
52
Overige gegevens Bestemming saldo lasten en baten Verklaring van de actuaris Verklaring van de accountant Samenvatting verslag Visitatie door VC Holland
66 66 67 69 71
Jaarbericht 2014
2
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Kengetallen per 31 december 2014 In het volgende overzicht zijn kengetallen opgenomen over het jaar 2014.
Aantal actieve deelnemers Aantal slapers Aantal gepensioneerden Totaal Verhouding actieven / niet actieven Bijdragen van de werkgever en werknemers (€.000) Pensioenuitkeringen (€.000) Vastrentende waarden (€.000) Aandelen (€.000) Onroerend goed (€.000) Derivaten* (€.000) Overige beleggingen (€.000) Totale beleggingen voor risico pensioenfonds (€.000)
Feitelijke premie (€.000) Kostendekkende premie (€.000) Gedempte kostendekkende premie (€.000) Pensioenvermogen (€.000) Pensioenverplichtingen (€.000) Pensioenvermogen exclusief Robeco (€.000) Pensioenverplichtingen exclusief Robeco (€.000) Aanwezige dekkingsgraad Vereiste dekkingsgraad Minimaal vereiste dekkingsgraad * Het saldo kan als volgt worden gespecificeerd: Positieve marktwaarde Negatieve marktwaarde
Jaarbericht 2014
2014
2013
103 4.032 1.010 5.145
114 4.258 972 5.344
2/98%
2/98%
7.548
18.526
10.737
10.815
268.074 162.935 97.433 147.645 20.741 24.362 34.137 (9.135) 29.540 34.121 449.925 359.928
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
17.083 16.358 12.647
451.494 403.023 451.494 403.023 112,0% 113,7% 104,0%
377.639 362.782 350.107 335.250 104,4% 120,4% 104,4%
34.137 0 34.137
1.798 (10.933) (9.135)
3
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Jaarbericht 2014
· · ·
Jaarverslag van het bestuur Jaarrekening Overige gegevens
Jaarbericht 2014
4
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Jaarverslag van het bestuur Voorwoord Hierbij treft u het jaarverslag over het verslagjaar 2014 van het bestuur van Stichting Pensioenfonds C1000 (SPC1000) aan. Doordat de uitvoeringsovereenkomst eind 2013 niet is verlengd door de werkgever is het verslagjaar 2014 het eerste verslagjaar als een gesloten fonds. In het onderstaande treft u de belangrijkste gebeurtenissen aan die zich tijdens het verslagjaar 2014 hebben voorgedaan. Algemeen - Het bestuur is verder gegaan met het uitvoeren van strategische verkenningen met betrekking tot de toekomst van het Fonds. Daarbij is onderzocht of het mogelijk is om de bij SPC1000 opgebouwde pensioenen en kapitalen elders onder te brengen zodat SPC1000 uiteindelijk opgeheven kan worden. Daarbij heeft het bestuur gesteld dat een overdracht niet mag leiden tot een verslechtering ten opzichte van de situatie waarbij doorgegaan wordt als gesloten fonds. - Het bestuur heeft naar aanleiding van deze strategische verkenningen besloten om de opgebouwde pensioenkapitalen in de Pensioen-beleggingsregeling onder te brengen bij Robeco PPI. De overdracht is in oktober 2014 afgerond. Deze overdracht zorgt voor een aanzienlijke vereenvoudiging van de administratieve lasten van SPC1000. - Het onderzoek naar het elders onderbrengen van de opgebouwde pensioenen heeft in 2014 nog niet geleid tot een succesvolle uitbesteding. Het bestuur heeft gesproken met meerdere bedrijfstakpensioenfondsen en met verzekeraars. Uitbesteding aan een verzekeraar wordt bij de huidige lage rentestanden niet gezien als een aantrekkelijke optie, omdat daarmee de kans op toekomstige toeslagverlening wordt opgegeven. Een overgang naar Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Groothandel in Levensmiddelen en Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf bleek ook niet haalbaar onder andere vanwege de verschillen in financiële posities van de fondsen. Daarop is het bestuur van SPC1000 in overleg getreden met het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB). - In maart 2015 is een overeenkomst afgesloten met PGB om daar de opgebouwde pensioenen onder te brengen. Deze overeenkomst ligt ter beoordeling bij De Nederlandsche Bank (DNB). Zodra DNB aangeeft de overdracht niet te zullen blokkeren treedt SPC1000 in liquidatie. Het streven is om de pensioenen met ingang van 30 juni 2015 over te dragen. - In verband met de overgang naar de gesloten fonds situatie heeft het bestuur een ALM studie laten uitvoeren. Op basis van deze ALM studie is gekozen om het beleggingsbeleid aan te passen en het risicoprofiel te verlagen. De beleggingsportefeuille is hierop in het eerste en het tweede kwartaal van 2014 aangepast. Daarbij is het belang in zakelijke waarden teruggebracht en het belang in vastrentende waarden uitgebreid. Ook is de afdekking van het renterisico in belangrijke mate verhoogd. - Per 1 april 2014 zijn de pensioenen met 4,55% verlaagd. De financiële gevolgen van deze verlaging zijn reeds in de cijfers van het boekjaar 2013 verwerkt.
Jaarbericht 2014
5
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Financieel - De financiële positie is in 2014 sterk verbeterd. De dekkingsgraad per 1 januari 2014 bedroeg 104,4. In deze dekkingsgraad is reeds rekening gehouden met de verlaging van de pensioenen per 1 april 2014 met 4,55%. Per 31 december 2014 is de dekkingsgraad gestegen naar 112,0. - De rente is in 2014 fors gedaald. Deze daling van de rente heeft ervoor gezorgd dat de Voorziening Pensioen Verplichting met € 67,54 mln. is toegenomen. - Het boekjaar 2014 was een bijzonder goed beleggingsjaar voor SPC1000. In totaal is een rendement behaald van 15,4% exclusief rentederivaten. Dit is conform de benchmark. Inclusief rentederivaten – en na aftrek van de directe kosten voor vermogensbeheer - is een netto rendement behaald van 28,7%. Dit komt overeen met een rendement van ruim € 97 mln. op de beleggingen die voor het risico Fonds komen. - De tariefgrondslagen zijn per 31 december 2014 aangepast. De levensverwachting van de populatie van SPC1000 is licht gedaald. Dit zorgt voor een afname van de Voorziening Pensioen Verplichting met € 1,45 mln. - Per 31 december 2014 is het 15-jaarspensioen ingekocht. Ook is in 2014 voor degenen die gekozen hebben hun Robeco kapitaal niet over te dragen naar Robeco PPI, pensioen ingekocht. Juridisch - De statuten van SPC1000 zijn per 1 juli 2014 aangepast in verband met de invoering van de Wet Versterking Bestuur. - Het pensioenreglement is aangepast met ingang van 1 januari 2015. De pensioenopbouw is in overeenstemming gebracht met de fiscale wet- en regelgeving. De dekking voor het tijdelijk risico partnerpensioen is komen te vervallen voor deelnemers. Ook zijn de factoren voor inkoop, flex, uitruil en afkoop aangepast. - De Actuariële en Bedrijfstechnische Nota is aangepast. Het verloop van de dekkingsgraad over 2014 kan als volgt worden verklaard: Dekkingsgraad begin 2014 in %
Oorzaak
104,4
Premies
Geen premie ontvangen in 2014
+ 0,0*
Uitkeringen
Vrijval door dekkingsgraad > 100%
+ 0,1*
Toeslagen
Er zijn geen toeslagen verleend in 2014.
+ 0,0*
Rente
Daling marktrente
- 15,6*
Rendement
Rendement verminderd met eerstejaarsrente
+ 21,9*
Overig
o.a. Afname levensverwachting en resultaat Inkoop 15-jaarspensioen en Robeco kapitaal
+ 1,2*
Dekkingsgraad eind 2014 in %
112,0
* De wijzigingen zijn uitgedrukt in procentpunten dekkingsgraad waarbij rekening is gehouden met kruislingse effecten.
Jaarbericht 2014
6
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Personalia per ultimo 2014 Bestuur Benoemd door de werkgever R.J. Caro H.H. Idzerda L. Zijl (voorzitter) Benoemd door de Ondernemingsraad I.L. Brillemans E.H.W. Bosman R. Wolters (secretaris) Gekozen door de uitkeringsgerechtigden E.F. Martens J. Pluimers Accountant Deloitte Accountants B.V. Adviserend Actuaris Mercer B.V. Beleggingsadviseur Strategeon Investment Consultancy B.V. Certificerend Actuaris Ernst & Young Actuarissen B.V. Juridisch Adviseur Towers Watson B.V. Dagelijks Bestuur R. Wolters L. Zijl Audit Commissie I.L. Brillemans H.H. Idzerda J. Pluimers Beleggingscommissie E.H.W. Bosman H.H. Idzerda R. Wolters L. Zijl Communicatie Commissie R.J. Caro E.F. Martens Pensioen Commissie I.L. Brillemans E.H.W. Bosman L. Zijl
Jaarbericht 2014
7
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Manager Pensioenbureau J.P. Vrieleman Compliance officer A. Blankenstijn Verantwoordingsorgaan Benoemd door de werkgever (VO) V. de Boer Benoemd door de Ondernemingsraad B. Bakker Gekozen door de uitkeringsgerechtigden C.P. Roodnat Visitatiecommissie Visitatiecommissie Holland J. Ruben (voorzitter) H. Hanneman N. De Jager
Jaarbericht 2014
8
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Organogram De organisatie van het pensioenfonds is schematisch weergegeven in het onderstaande organogram.
DB = Defined benefit DC = Defined Contribution
Profiel Juridische structuur SPC1000 is opgericht per 8 april 2011. Het fonds is vanaf 1 januari 2014 een gesloten fonds. Bij SPC1000 waren de volgende ondernemingen aangesloten: C1000 B.V. en C1000 Supermarkten B.V. De pensioenregeling werd uitgevoerd voor het kantoorpersoneel en de distributiecentra vallend onder de GIL-CAO. Doelstelling SPC1000 was belast met de uitvoering van de pensioenregelingen van C1000 B.V. en C1000 Supermarkten B.V. Het fonds stelt zich ten doel dit op een zorgvuldige en efficiënte wijze te doen in overeenstemming met de statuten en reglementen.
Jaarbericht 2014
9
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het fonds werkt met een actuariële en bedrijfstechnische nota over het te voeren beleid. Daarin is opgenomen de financiële opzet in relatie tot de bezittingen en de pensioenverplichtingen. Organisatie Het bestuur vertegenwoordigt de stichting en is verantwoordelijk voor het pensioen- en beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. Jaarlijks legt het bestuur haar financiële verantwoording af in het jaarverslag van het fonds. Het bestuur bestaat uit acht leden, van wie drie namens de werkgever, drie namens de werknemers en twee namens de pensioengerechtigden. Het bestuur wordt bij zijn beleidsbepalingen geadviseerd door een audit commissie, een beleggingscommissie, een communicatie commissie en een pensioencommissie. De commissies dragen zorg voor de uitvoering of voorbereiding van bestuursbesluiten. De uitvoerende werkzaamheden gebeuren door het pensioenbureau onder leiding van een manager. Het gaat om de administratieve uitvoering van de pensioenregelingen, de financiële- en beleggingsadministratie en het vermogensbeheer. Daarbij geldt dat de beleggingen nagenoeg volledig zijn uitbesteed aan professionele externe vermogensbeheerders, die binnen een vastgesteld mandaat opereren. Toezicht op het naleven van het mandaat is uitbesteed aan een externe custodian. Zowel de vermogensbeheerder als de custodian brengen periodiek verslag uit aan het fonds over de behaalde beleggingsresultaten. De custodian verzorgt ook maandelijkse compliance rapportages voor het pensioenbureau en het bestuur. De pensioenregeling De pensioenregeling die het pensioenfonds voor C1000 uitvoerde is een geïndexeerde middelloonregeling en voorziet in een ouderdomspensioen vanaf 65 jaar. Ook voorziet deze regeling in een risicopartnerpensioen voor deelnemers en een wezenpensioen. In 2014 en 2015 is deze pensioenregeling aangepast in verband met de gewijzigde fiscale wet- en regelgeving. Daarnaast werd tot oktober 2014 een pensioenbeleggingsregeling uitgevoerd die voorziet in de opbouw van een kapitaal bij Robeco voor de aankoop van nabestaandenpensioen. In oktober 2014 is de pensioenbeleggingsregeling vervallen en overgedragen aan Robeco PPI.
Jaarbericht 2014 10
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Beleggen In verband met het niet verlengen per 1 januari 2014 van de uitvoeringsovereenkomst heeft het bestuur een ALM studie laten uitvoeren. Op grond van de uitkomsten van deze ALM studie is besloten om het risicoprofiel aan te passen en in de toekomst minder risicovol te gaan beleggen. De wijzigingen in het beleggingsbeleid zijn in het eerste en tweede kwartaal van 2014 geïmplementeerd. Het bestuur streeft binnen haar beleggingsportefeuille geen specifieke vorm van maatschappelijk verantwoord beleggen na. Interne ontwikkeling Bestuurssamenstelling, De heer Ceulemans (benoemd namens de werknemers) is per 1 juni vergaderingen en rooster 2014 afgetreden. Er is geen opvolger benoemd voor de heer van aftreden Ceulemans. De rol van de heer Ceulemans als secretaris is overgenomen door de heer Wolters. Het rooster van aftreden ziet er als volgt uit: Naam Brillemans Wolters Bosman Pluimers Martens
Datum aftreden 01.06.2015 01.06.2016 01.06.2017 01.06.2015 01.06.2016
In bestuur namens werknemers werknemers werknemers pensioengerechtigden pensioengerechtigden
Er zijn in het verslagjaar 10 bestuursvergaderingen gehouden. Uitvoeringskosten De kosten voor pensioenbeheer bedroegen over 2014 € 0,85 mln. (2013 € 0,96 mln.). Deze kosten kunnen onderverdeeld worden naar: Kosten (exclusief vermogensbeheer) 2014 2013 Bestuurskosten 11 11 Administratiekosten 610 780 Advies- en controlekosten 229 172 TOTAAL 850 963 Dit komt neer op gemiddeld € 165 per verzekerde (2013 € 180). De directe kosten voor vermogensbeheer voor de basisregeling en voor de pensioenbeleggingsregeling bedragen in totaal € 0,41 mln. (2013 € 0,42 mln.).
Jaarbericht 2014 11
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het gemiddeld belegd vermogen over 2014 bedroeg € 418,80 mln. (2013: € 386,12). Dit bedrag is vastgesteld door het primo saldo van het belegd vermogen inclusief de beleggingen voor rekening van de deelnemers te middelen met het ultimo saldo. Uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen komen de directe kosten van vermogensbeheer uit op 0,10% (2013: 0,11%). De directe kosten voor vermogensbeheer voor risico van het pensioenfonds kunnen als volgt worden onderverdeeld: Directe kosten vermogensbeheer risico 2014 pensioenfonds Advieskosten vermogensbeheer 137 Kosten fiduciair beheer 0 Bewaarloon 276 Totaal 413
2013 148 0 274 422
De indirecte kosten voor vermogensbeheer bestaan uit beheerkosten en transactiekosten. Deze bedragen in totaal € 2,20 mln. Uitgedrukt in een percentage van het gemiddeld belegd vermogen komen de indirecte kosten van vermogensbeheer uit op 0,53% (2013 0,53%). De indirecte kosten voor vermogensbeheer voor risico van het pensioenfonds over het jaar 2014 kunnen als volgt worden onderverdeeld: Indirecte kosten vermogensbeheer Beheer Transactie Totaal risico pensioenfonds kosten kosten Kosten per beleggingscategorie Vastgoed 164 38 202 Aandelen 390* 127 517 Vastrentende waarde 726* 735 1.461 Commodities 0 2 2 Overige beleggingen (4) 3 (1) Kosten overlay beleggingen 22 22 Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën incl. overlay 1.298 905 2.203 * De directe beleggingskosten voor Aberdeen Asset Management (ABAM) zijn naar rato verdeeld over de beheerkosten voor aandelen en vastrentende waarden. De directe beleggingskosten bij ABAM bedroegen in totaal € 576, waarvan € 461 in vastrentende waarden.
Jaarbericht 2014 12
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
De indirecte kosten voor vermogensbeheer voor risico van het pensioenfonds over het jaar 2013 zijn als volgt onderverdeeld: Indirecte kosten vermogensbeheer Beheer Transactie Totaal risico pensioenfonds kosten kosten Kosten per beleggingscategorie Vastgoed Aandelen Vastrentende waarden Commodities Overige beleggingen Kosten overlay beleggingen Totaal kosten toe te wijzen aan categorieën incl. overlay
223 502* 437* 73
8 689 22 92
223 510 1.126 73 22 92
1.235 811 2.046 * De directe beleggingskosten voor Aberdeen Asset Management (ABAM) zijn naar rato verdeeld over de beheerkosten voor aandelen en vastrentende waarden. De directe beleggingskosten bij ABAM bedroegen in totaal € 724, waarvan € 437 in vastrentende waarden.
Bij ontbrekende gegevens is uitgegaan van de schattingsmodellen van de pensioenfederatie. Het fonds betaalt geen performance gerelateerde fees. Toeslagenbeleid Voor actieven is de toeslagverlening voorwaardelijk en geldt dat het bestuur jaarlijks beslist of er een toeslag op de pensioenaanspraken wordt verleend. Het bestuur streeft ernaar ieder jaar de pensioenaanspraken met maximaal de CAOloonindex te laten stijgen. Voor premievrijen en gepensioneerden is de toeslagverlening ook voorwaardelijk en geldt dat het bestuur jaarlijks beslist of er een toeslag op de pensioenaanspraken wordt verleend. Het bestuur streeft ernaar ieder jaar de pensioenaanspraken met maximaal de prijsindex te laten stijgen. De (gewezen) deelnemers hebben dus niet automatisch recht op aanpassing van hun pensioenaanspraken en -rechten en kunnen aan de toeslagverlening in enig jaar geen rechten ontlenen ten aanzien van de toekomst. Toeslagverlening is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds en wordt gefinancierd uit de beleggingsrendementen van het pensioenfonds. Er zijn geen middelen gereserveerd voor toekomstige toeslagen op de pensioenaanspraken en -rechten.
Jaarbericht 2014 13
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
De pensioenaanspraken en -rechten waarop een voorwaardelijke toeslagverlening van toepassing is, zijn over 2014 niet verhoogd, omdat de dekkingsgraad op de toetsingsdatum 30 september 2014 onvoldoende was om een toeslag te kunnen verlenen. Communicatie Het bestuur acht een goede voorlichting en open communicatie van groot belang. Voor deelnemers is het belangrijk te weten waar zij aan toe zijn en waar zij terecht kunnen met vragen over hun pensioen. Op de website www.spc1000.nl is deze informatie vermeld. Het fonds heeft in het verslagjaar de volgende informatie verstrekt: - de startbrieven en stopbrieven; - UPO’s voor de middelloon- en de pensioenbeleggingsregeling; - informatie over ontwikkelingen rondom (het verlagen van) pensioenen en aanpassing van de tariefgrondslagen; - aanlevering deelnemerinformatie aan het Pensioenregister; - pensioenkrant inzake de toekomst van het pensioenfonds. Deskundigheids- In een sterk veranderende wereld van pensioen- en vermogensbeheer bevordering is het noodzakelijk dat bestuurders permanent worden (bij)geschoold. De Nederlandsche Bank stelt steeds strengere eisen aan de bestuurders van pensioenfondsen. Het bestuur heeft hiervoor een deskundigheidplan opgesteld. Jaarlijks worden afspraken gemaakt met de bestuurders over de te volgen opleidingen. Deze opleidingen worden gevolgd bij een gecertificeerde instelling. De binnen het bestuur aanwezige deskundigheid en de afspraken over te volgen opleidingen zijn vastgelegd in het deskundigheidsplan. De Nederlandsche Bank Conform de Pensioenwet wordt gemeld dat de toezichthouder geen (DNB) dwangsommen en/of boetes heeft opgelegd aan de uitvoerder en dat de toezichthouder geen noodzaak tot aanwijzingen heeft gezien en dat er geen bewindvoerder is aangesteld. Aanpassing Het bestuur heeft op advies van de adviserend actuaris besloten om tariefgrondslagen over te gaan op de meest recente overlevingstafel: Prognosetafel AG 2014. De VPV is hierdoor met € 1,45 mln. gedaald. Herstelplan In verband met de invoering van het nieuwe Financiële Toetsingskader zijn alle herstelplannen per 31 december 2014 vervallen. Onder het nFTK zal vanwege van de financiële positie van het fonds in 2015 een nieuw herstelplan moeten worden ingediend.
Jaarbericht 2014 14
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Besluiten inzake Op basis van de evaluatie van het herstelplan over 2013 heeft het (voornemen tot) korten bestuur besloten tot een definitieve korting van 4,55% per 1 april pensioenen 2014. Deze korting is reeds verwerkt in het jaarverslag 2013. Pension Fund Eénmaal per jaar legt het bestuur aan het Verantwoordingsorgaan Governance (VO) verantwoording af. Over 2014 heeft dit plaatsgevonden in een gecombineerde bestuurs / VO-vergadering op 28 mei 2015. Daarnaast vindt er elk kwartaal een overleg plaats tussen het VO en het Dagelijks Bestuur. Risicomanagement Door het bestuur is een risicomatrix opgesteld, waarin de risico’s, de maatregelen en de taken en verantwoordelijkheden benoemd zijn. Het monitoren van deze risico’s is belegd bij de diverse commissies. Uit de monitoring zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. Een van de belangrijkste risico’s die het fonds loopt is het renterisico. Het renterisico is voor ca. 75% (o.b.v. Rente Termijn Structuur) afgedekt door middel van obligaties en rentederivaten, met een bandbreedte van 70-80%. Oordeel Verantwoordingsorgaan
Wij hebben kennis genomen van het jaarbericht 2014 en van de aanvullende rapportages zoals de bevindingen van de Visitatiecommissie, de rapportage van de waarmerkend actuaris en het accountantsverslag. Alle verslagen hebben aanleiding gegeven voor nadere vragen onzerzijds. Deze vragen werden consequent, zorgvuldig en per omgaande beantwoord of zijn aanleiding geweest voor aanpassingen. Verder zijn wij van oordeel dat het bestuur van het pensioenfonds een positief resultaat heeft bereikt door kostenbeheersing en een goed afgewogen rente- en beleggingsbeleid. Wij willen het bestuur én de ondersteunende medewerkers van het pensioenbureau met het bereikte resultaat complimenteren. Wij hebben met het bestuur overleg gehad over de mogelijke toekomstige scenario’s voor het pensioenfonds. Als VO zijn wij steeds geïnformeerd over de voortgang. Daarbij hebben wij de communicatie naar de deelnemers regelmatig geagendeerd. Het bovenstaande is reden voor ons om als het VO van SPC1000 het vertrouwen uit te spreken over de handelswijze van het bestuur over het verslagjaar 2014 alsmede haar waardering uit te spreken voor de ondersteuning van het pensioenbureau.
Jaarbericht 2014 15
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Reactie van het bestuur Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel van het VO over op het oordeel van het het jaarbericht 2014 waarin het vertrouwen wordt uitgesproken over verantwoordingsorgaan de handelswijze van het bestuur in 2014. Het bestuur heeft in het afgelopen jaar frequent en intensief overlegd met het VO. Daarbij is uitgebreid stilgestaan bij de strategische verkenningen die door het bestuur zijn uitgevoerd en die uiteindelijke hebben geleid tot een overeenkomst met Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB). Het bestuur dankt het VO voor de positieve, maar ook kritische houding waarmee het VO de adviesaanvraag met betrekking tot de voorgenomen collectieve waardeoverdracht naar PGB heeft behandeld. Het bestuur zal het VO proactief blijven informeren over de verdere afwikkeling van het fonds. Ook zal er daarbij aandacht zijn voor de communicatie naar de deelnemers. Klachten- en Geschillenregeling
In het verslagjaar zijn er géén klachten bij het bestuur van het pensioenfonds aangeboden.
Herverzekering Het fonds heeft een ANW-hiaten verzekering afgesloten. De verzekering is afgesloten bij Nationale Nederlanden.
Externe ontwikkelingen Beleggingen Overzicht De samenstelling van de strategische beleggingsmix is aangepaste in beleggingsportefeuille 2014. Na aanpassing ziet de strategische beleggingsmix er als volgt uit: Strategische beleggingsmix m.i.v. 07-04-2014 Zakelijke waarden - Aandelen - Onroerend Goed Vastrentende waarden - Matching - Return Totaal
Jaarbericht 2014 16
23% 7% 48% 22% 100%
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Performance De performance van de beleggingsportefeuille (exclusief derivaten voor beleggingsportefeuille het afdekken van het marktrenterisico) over het jaar 2014 is als volgt: Portefeuille
Beleggingscategorie
Benchmark
Vastrentende waarden Aandelen Onroerend goed
16,5% 14,6% -0,6%
16,8% 13,9% 1,4%
Totale performance beleggingsportefeuille
15,4%
15,4%
Het totale rendement inclusief het afdekken van het marktrenterisico bedraagt 28,9%. Na aftrek van de directe beleggingskosten bedraagt het totale netto rendement 28,7%. Pensioenbeleggings- De pensioenbeleggingsregeling is in oktober 2014 overgedragen aan regeling Robeco PPI. De performance van de pensioenbeleggingsregeling over 2014 is: Mix
2013
Mix 1 Mix 2 Mix 3 Mix 4 Mix 5 Mix 6 Mix 7 Mix 8
9,6% 7,5% 5,3% 3,1% 3,7% 3,6% 3,8% 2,3%
2014* 11,0% 10,3% 9,5% 8,7% 7,9% 6,1% 4,7% 2,6%
* Voor 2014 zijn de behaalde rendementen tot de datum overdracht in aanmerking genomen.
Jaarbericht 2014 17
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toekomst Vooruitblik Het bestuur heeft op 16 maart 2015 besloten om de opgebouwde pensioenaanspraken over te dragen aan PGB. De collectieve waardeoverdracht is aangemeld bij DNB. Zodra DNB kenbaar maakt de voorgenomen collectieve waardeoverdracht niet te zullen blokkeren treedt het Fonds in liquidatie. Vanaf dat moment worden de waarderingsgrondslagen aangepast zal de waardering van activa en verplichtingen plaatsvinden tegen liquidatiewaarde. Voor de waardering van de pensioenverplichtingen wordt dan uitgegaan van de inkoopsom bij PGB. Bij de waardering van de beleggingen wordt dan rekening gehouden met verkoopkosten. De voorgenomen datum van overdracht is 30 juni 2015. Er is nog geen reactie van DNB ontvangen inzake het verzoek tot collectieve waardeoverdracht op het moment van vaststelling van dit jaarverslag. In verband met de voorgenomen collectieve waardeoverdracht naar PGB is aan DNB verzocht om ontheffing van de verplichtingen in het kader van de invoering van het nieuwe Financiële Toetsingskader, waaronder het indienen van een nieuw herstelplan. Op het moment van vaststelling van dit jaarverslag is er nog geen reactie ontvangen van DNB op dit verzoek. Door VC Holland is in 2015 een visitatie uitgevoerd over het verslagjaar 2014. Daarbij is ook de besluitvorming inzake de voorgenomen collectieve waardeoverdracht naar PGB meegenomen. Een samenvatting van het verslag van VC Holland is opgenomen als bijlage in het jaarverslag.
Jaarbericht 2014 18
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Namens het Bestuur van Stichting Pensioenfonds C1000
______________________ L. Zijl Voorzitter
__________ R. Wolters Secretaris
______________________ E.H.W. Bosman Bestuurslid
__________ I.L. Brillemans Bestuurslid
______________________ R.J. Caro Bestuurslid
__________ H.H. Idzerda Bestuurslid
______________________ E.F. Martens Bestuurslid
__________ J. Pluimers Bestuurslid
Amersfoort, 28 mei 2015
Jaarbericht 2014 19
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Jaarrekening
· · ·
Jaarbericht 2014 20
Balans Staat van baten en lasten Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Balans per 31 december 2014 na resultaatverdeling, bedragen in € 1.000 31.12.2014
31.12.2013
Activa Vaste activa Beleggingen voor risico pensioenfonds
Onroerend goed [1] Aandelen [2] Vastrentend [3] Derivaten [4] Overige beleggingen [5]
20.741 97.433 268.074 34.137 29.540
24.362 147.645 162.935 1.798 34.121 449.925
370.861
Beleggingen voor risico deelnemers
Aandelen [6] Vastrentend [7] Overige beleggingen [8]
-
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [9]
10.207 12.890 4.435 -
27.532
2.310
2.600
Vlottende activa Vorderingen op sponsors [10] Vorderingen inzake beleggingen [11] Overige vorderingen en overlopende activa [12]
Liquide middelen [13]
Jaarbericht 2014 21
5.291 5.274
646 6.353
755
33 11.320
7.032
5.596
7.715
469.151
415.740
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
31.12.2014
31.12.2013
Passiva Reserves Bestemde reserve 15-jarenregeling [14] Overige reserves [15]
48.471
7.702 14.857 48.471
22.559
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
403.023
335.250
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers [17]
-
27.532
Technische voorzieningen [16]
Kortlopende schulden Overige schulden beleggingen [18] Crediteuren Overige schulden en overlopende passiva [19]
Jaarbericht 2014 22
16.562 124
28.852 50
971
1.497 17.657
30.399
469.151
415.740
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Staat van baten en lasten Bedragen in € 1.000 2014 Baten Premiebijdragen werkgever en werknemers [20] Premiebijdragen risico deelnemers [21] Beleggingsresultaten risico pensioenfonds [22] Beleggingsresultaten risico deelnemers [23] Overige baten [24]
2013
7.548
17.476
-
1.095
99.359
906
2.110 404
827 649 109.421
Lasten Uitkeringen pensioenen [25] Uitvoeringskosten [26] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico pensioenfonds: Pensioenopbouw [16] Indexering en overige toeslagen [16] Intresttoevoeging [16] Onttrekking voor pensioenuitkeringen [16] Wijziging marktrente [16] Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten [16] Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen [16] Aanpassing levensverwachting [16] Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers [27] Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen [28] Saldo overdrachten van rechten [29] Overige lasten
Saldo van baten en lasten
Jaarbericht 2014 23
20.953
10.737 850
10.815 963
188 1.248
11.245 1.047 1.260
(10.691) 67.540
(10.906) (11.457)
(5.433)
(552)
16.366 (1.445)
(7.351) 2.646
(27.532)
478
290 31.329 62
626 47 83.509
(1.139)
25.912
22.092
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Bestemming saldo van lasten en baten Het totale saldo van lasten en baten ad € 25.912 wordt als volgt verdeeld:
Bestemde reserve 15-jarenregeling A-regeling Overige reserves
Jaarbericht 2014 24
2014
2013
(7.702) 33.614 25.912
(1.416) 23.508 22.092
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Kasstroomoverzicht (volgens de directe methode) Bedragen in € x 1.000 2014
2013
2.201 83 2.284 -11.056 -6.157 -5 -943 -18.161 -15.877
17.854 651 18.505 -10.696 -637 -46 -1.451 -12.830 5.675
8.782 8.782
-9.187 -9.187
4.603 522.347 526.950
1.606 529.285 530.891
-521.079 -895 -521.974
-142 -536.336 -649 -537.127
Totaal kasstromen uit (investerings-) en beleggingsactiviteiten
13.758
-15.423
Mutatie liquide middelen
-2.119
-9.748
Saldo liquide middelen primo boekjaar
7.715
17.463
Saldo liquide middelen ultimo boekjaar
5.596
7.715
Kasstromen uit pensioenactiviteiten Premies Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars Pensioenuitkeringen Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitvoeringskosten Totaal kasstromen uit pensioenactiviteiten Kasstromen uit (investerings-) en beleggingsactiviteiten Directe beleggingsopbrengsten Desinvesteringen, aflossingen en verkopen - Pensioenbeleggen - Overige beleggingen Investeringen en aankopen - Pensioenbeleggen - Overige beleggingen - Betaalde kosten vermogensbeheer
Jaarbericht 2014 25
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Activiteiten Stichting Pensioenfonds C1000 is een ondernemingspensioenfonds, gevestigd te Amersfoort. Het pensioenfonds heeft als doelstelling het financieren en uitkeren van pensioenen aan deelnemers van het fonds.
Toegepaste grondslagen voor waardering van activa en passiva De jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten. Voor zover niet anders is vermeld zijn de balansposten gewaardeerd tegen nominale waarde. De bedragen in de jaarrekening zijn vermeld opgenomen in hele duizendtallen tenzij anders vermeld. Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk kunnen worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Door het bestuur gevormde oordelen bij toepassing van de grondslagen die belangrijke gevolgen hebben voor de jaarrekening, en schattingen die een aanmerkelijk risico in zich bergen van materiële aanpassingen in het volgende jaar zijn vermeld in de toelichting.
Jaarbericht 2014 26
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Vaste activa Financiële beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. De waardering van participaties in beleggingsinstellingen geschiedt tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op gelijke wijze gewaardeerd. Onroerend Goed Niet beursgenoteerde (indirecte) onroerend goedbeleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde welke is bepaald op basis van de netto vermogenswaarde per participatie per balansdatum. Participaties in fondsen met onroerend goed in ontwikkeling worden gewaardeerd op basis van gedane uitgaven, inclusief bouwrente, waarbij wordt getoetst of die uitgaven tot waarde wijzigingen leiden. Na oplevering worden door deze fondsen (her)ontwikkelde objecten op marktwaarde gewaardeerd. Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen worden opgenomen tegen de per balansdatum geldende beurskoers. De actuele waarde van nietbeursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsfondsen is vastgesteld op basis van het zichtbare eigen vermogen van genoemde beleggingsfondsen. Indien geen betrouwbare schatting van de aandelen is te maken, wordt gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen worden opgenomen tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico, oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de vastrentende waarden is te maken, wordt gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. De lopende rente wordt onder de vorderingen inzake beleggingen gepresenteerd.
Jaarbericht 2014 27
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten belichaamd in contracten, waarvan de waarde afhankelijk is van een of meer onderliggende primaire financiële instrumenten. Derivaten bevatten rechten en verplichtingen, waardoor een of meer van de financiële risico’s waaraan de onderliggende primaire financiële instrumenten onderhevig zijn, tussen partijen worden overgedragen. De meeste derivaten leiden niet tot overdracht van het onderliggende primaire financiële instrument bij het aangaan van de overeenkomst en overdracht behoeft ook niet altijd plaats te vinden bij expiratie van de overeenkomst. Basisvormen zijn termijncontracten, swaps en futures. Het onderliggende primaire financiële instrument kan onder meer een renteproduct, een valutaproduct of een aandelenproduct zijn. De overgedragen financiële risico’s zijn de prijsrisico’s van de onderliggende markten. Derivaten worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de marktwaarde van het contract. Voor beursgenoteerde contracten is dit de beurskoers per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op beschikbare marktinformatie. In het geval van de swaps betreft dit de Eonia rentecurve. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als actiefpost verantwoord in de balans onder de beleggingscategorie derivaten en de derivaten met een negatieve marktwaarde worden als een passief post onder de schulden verantwoord. Saldering van positieve en negatieve marktwaarde is enkel daar toegepast waar richtlijnen dit voorschrijven. Overige beleggingen Onder de post overige beleggingen zijn commodities opgenomen alsmede geldmarktfondsen. Commodities zijn derivaten die tegen beurswaarde worden gewaardeerd. SPC1000 belegt niet rechtstreeks in deze derivaten, maar in een commodity beleggingsfonds. De geldmarktfondsen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de per balansdatum geldende beurskoers. Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde bedragen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Jaarbericht 2014 28
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Pensioenregelingen De door Stichting Pensioenfonds C1000 uitgevoerde pensioenregeling bestaat uit een basisregeling en een pensioenbeleggingsregeling. Deze regelingen worden in het onderstaande toegelicht. In 2014 is de pensioenregeling aangepast. Daarbij zijn onder andere de toeslagverlening en de opbouwpercentages aangepast. Basisregeling In de basisregeling worden het levenslange ouderdoms- en het levenslange nabestaandenpensioen opgebouwd in een geïndexeerde middelloonregeling. Daarnaast wordt gedurende het deelnemerschap, op risicobasis, een nabestaandenpensioen en een wezenpensioen verzekerd. Levenslang ouderdomspensioen Het levenslange ouderdomspensioen gaat in op 65 jaar en wordt opgebouwd volgens een geïndexeerde middelloonregeling. Met ingang van 1 januari 2014 wordt jaarlijks 1,84% van de voor dat jaar geldende pensioengrondslag aan pensioen opgebouwd. Met ingang van 1 januari 2015 is het opbouwpercentage verder verlaagd naar 1,60%. Levenslang nabestaandenpensioen Per 1 januari 2014 is de dekking van het levenslang nabestaandenpensioen aangepast. Het levenslang partnerpensioen wordt vanaf 1 januari 2014 op opbouwbasis voortgezet. Het jaarlijks opbouwpercentage voor het levenslang partnerpensioen is voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 gelijk aan 1,51% van de pensioengrondslag. Vanaf 1 januari 2015 bedraagt dit jaarlijks opbouwpercentage 1,31%. Voor deelnemers met een partner wordt er een levenslang nabestaandenpensioen verzekerd op risicobasis. Het nabestaandenpensioen is gelijk aan 0,775% van de laatst geldende pensioengrondslag vermenigvuldigd met de deelnemerstijd tot 1 januari 2014, verhoogd met het vanaf 1 januari 2014 opgebouwde levenslange nabestaandenpensioen en verhoogd met 1,51% (1,31% vanaf 2015) van de laatst geldende pensioengrondslag vermenigvuldigd met de deelnemerstijd van de overlijdensdatum tot de pensioendatum. Tijdelijk nabestaandenpensioen Voor deelnemers met een partner werd in 2014 een tijdelijk nabestaandenpensioen (tot de 65-jarige leeftijd van de nabestaande) verzekerd op risicobasis. Het recht op tijdelijk nabestaandenpensioen wordt bepaald door de leeftijd van de nabestaande en het jongste kind (voor zover aanwezig). Hoofdgedachte is dat de nadelige financiële gevolgen van de vervanging van de AWW door de ANW worden gecompenseerd. Het tijdelijk nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd vanaf het moment dat de Anw-uitkering niet (meer) wordt uitgekeerd en uiterlijk tot de 65-jarige leeftijd. De hoogte van het tijdelijk nabestaandenpensioen is dan gelijk aan de Anw-uitkering voor een nabestaande met een kind jonger dan 18 jaar, zonder inkomenstoets. Met ingang van 1 januari 2015 is deze risicodekking vervallen.
Jaarbericht 2014 29
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Wezenpensioen Voor deelnemers met één of meerdere kinderen wordt er een wezenpensioen verzekerd op risicobasis. Het wezenpensioen bedraagt 20% van het bij overlijden van de deelnemer vastgestelde levenslange nabestaandenpensioen (met een verdubbeling voor zogenoemde volle wezen) en eindigt zodra het kind 21 jaar wordt dan wel eerder mocht komen te overlijden. Pensioenbeleggingsregeling Tot en met 31 december 2013 werden er maandelijks ten behoeve van de deelnemer premiestortingen verricht op zijn/haar pensioenbeleggingsrekening bij Robeco. Op basis van stortingen en de rendementsontwikkeling van de door de (gewezen) deelnemer gekozen beleggingsmix wordt het saldo op de pensioenbeleggingsrekening bepaald. Op de datum waarop het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer ingaat wordt van het saldo op de pensioenbeleggingsrekening een nabestaandenpensioen en/of ouderdomspensioen bij het pensioenfonds binnen de fiscale regels aangekocht. Indien de (gewezen) deelnemer vóór de pensioendatum mocht komen te overlijden dan wordt het dan aanwezige saldo aangewend voor de inkoop van een nabestaanden- en/of wezenpensioen. Per 1 januari 2014 zijn de premiestortingen in de pensioenbeleggingsregeling beëindigd. Het product Life Cycle Service voldoet aan de vereisten die de Pensioenwet stelt aan de zorgplicht. Binnen het product kan de deelnemer kiezen voor volledig beheer of eigen beheer. Bij volledig beheer regelt Robeco de beleggingen op basis van de standaard adviesmixen die zijn samengesteld door het fonds. De deelnemer is er dan van verzekerd dat de verhouding tussen rendement en het risico is afgestemd op hun persoonlijke profiel. Bij eigen beheer kiest de deelnemer zelf zijn beleggingsstrategie en beheert hij zelf zijn/haar beleggingsportefeuille. Hierbij kan worden gekozen uit beleggingsfondsen die het fonds beschikbaar stelt. Robeco adviseert jaarlijks aan de hand van het persoonlijke beleggingsprofiel van de deelnemer over de pensioenbeleggingen. Voor zowel volledig als eigen beheer geldt dat de deelnemer zelf het beleggingsrisico draagt. De pensioenbeleggingsregeling is in oktober 2014 overgedragen aan Robeco PPI. Daarmee is de pensioenbeleggingsregeling komen te vervallen. Deelnemers die hun in de pensioenbeleggingsregeling opgebouwde pensioenkapitaal niet wensten over te dragen naar Robeco PPI hebben de mogelijkheid gekregen om voor dit pensioenkapitaal pensioen in te kopen bij het fonds. Overgangsbepalingen Voor een bepaalde groep van deelnemers kan sprake zijn van een overgangsbepaling. Dit geldt voor deelnemers: · die zijn geboren op of na 1 januari 1950 en op 1 januari 1999 al in dienst waren bij C1000 B.V. of C1000 Supermarkten B.V., of · die zijn geboren op of na 1 januari 1950 en voorheen bij A&P Holding B.V. werkzaam waren en op 17 juni 2001 in dienst zijn gekomen bij C1000 B.V. of C1000 Supermarkten B.V. en toen de overstap hebben gemaakt naar de A-regeling.
Jaarbericht 2014 30
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Deze overgangsbepaling betreft een voorwaardelijke toezegging op extra ouderdomspensioen (zgn. voorwaardelijke 15-jaars pensioeninkoop). Deze overgangsbepaling is vervallen doordat op eind 2014 de pensioeninkoop voor het 15-jaarspensioen heeft plaatsgevonden voor de resterende rechthebbenden conform de afspraken die hierover zijn gemaakt door sociale partners.
Toeslagen Toeslagverlening actieven Voorwaardelijke toeslagverlening voor actieven op basis van een ex ante bepaalde maatstaf per 1 januari van een jaar Het bestuur beslist jaarlijks in de maand november of er een toeslag op het pensioen kan worden verleend. Het pensioenfonds probeert ieder jaar het pensioen te verhogen met maximaal de algemene salarisverhogingen conform de geldende CAO (GIL), gerekend over een periode startend op de eerste dinsdag van de eerste periode van het vorige jaar en eindigend op de eerste maandag van de eerste periode van het nieuwe jaar. De jaarlijkse aanpassing is op 1 januari. Toeslagverlening is geen recht De toeslagverlening is voorwaardelijk. De actieven hebben niet automatisch recht op aanpassing van het pensioen. De toeslagverlening is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Het bestuur van het pensioenfonds beoordeelt elk jaar of er voldoende geld is en let daarbij vooral op de hoogte van de werkelijke dekkingsgraad. Voor het toekennen van een toeslagverlening is een besluit van het bestuur noodzakelijk. Een actieve deelnemer mag aan de aanpassing in enig jaar geen rechten ontlenen ten aanzien van toekomstige aanpassingen. Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen de actuele waarde van het vermogen en de actuele waarde van de pensioenverplichtingen die het pensioenfonds heeft jegens (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. Het peilmoment van de dekkingsgraad met betrekking tot de toeslagverlening is 1 oktober voorafgaand aan de aanpassingsdatum van 1 januari van enig jaar. Partiële toeslagverlening De mate van toeslagverlening in enig jaar is afhankelijk van de dekkingsgraad per 1 oktober van het voorafgaande jaar. Als de dekkingsgraad 110% of minder is, dan vindt er geen toeslagverlening plaats. Is de dekkingsgraad hoger dan 130%, dan wordt er volledige toeslagverlening toegekend. Ligt de dekkingsgraad tussen de 110% en de 130%, dan vindt er partiële toeslagverlening plaats, aan de hand van een partieel toeslagpercentage. In tabelvorm ziet het beleid er als volgt uit voor de actieven: Dekkingsgraad peilmoment · Als dekkingsgraad < 110% · 110% ≤ dekkingsgraad <130% · 130% ≤ dekkingsgraad < 140% · dekkingsgraad > 140%
Jaarbericht 2014 31
Partiële toeslagverlening Géén toeslagverlening Toeslagverlening conform lineair schema Volledige toeslagverlening Volledige toeslagverlening + inhalen korting + gemiste indexaties
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het product van het partiële toeslagpercentage en de ex ante bepaalde toeslagmaatstaf (de loonindex) is de toeslag die een actieve ontvangt met ingang van het jaar (T). De aldus vastgestelde toeslagverlening wordt getoetst aan de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar. Is de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar lager, dan 110%, dan vindt er geen toeslagverlening plaats. Als de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar hoger is dan 110%, dan kan de toeslagverlening plaatsvinden, onder voorwaarde dat de dekkingsgraad niet onder de 110% daalt. Mocht door toeslagverlening de dekkingsgraad lager worden dan 110%, dan wordt de toeslagverlening beperkt totdat een dekkingsgraad van 110% bereikt is. Mocht door het inhalen van korting of gemiste indexaties de dekkingsgraad lager worden dan 140%, dan wordt het inhalen beperkt totdat een dekkingsgraad van 140% bereikt is. Financiering van de toeslagverlening De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor toeslagverlening. Het pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd om het pensioen van actieven te verhogen. Toeslagenmatrix De toeslagverlening voor de actieve deelnemers, de gewezen deelnemers en de gepensioneerden is een voorwaardelijke toeslagverlening op basis van een ex ante bepaalde maatstaf. De financiering van de toeslagverlening is in principe uit overrendementen. Hiermee kwalificeert zich de toeslagverlening als categorie D1 in de toeslagenmatrix van De Nederlandsche Bank. Toeslagverlening niet-actieven (gepensioneerden en gewezen deelnemers) Voorwaardelijke toeslagverlening voor niet-actieven op basis van een ex ante bepaalde maatstaf per 1 januari van een jaar Het bestuur beslist jaarlijks in de maand november of er een toeslag op het pensioen kan worden verleend. Het pensioenfonds probeert ieder jaar het pensioen van de niet-actieven te verhogen met maximaal de prijsindex, die gelijk is aan de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerde consumentenprijsindexcijfer, reeks ‘Alle Huishoudens, afgeleid’. De prijsindex wordt berekend over de periode oktober tot en met september van het jaar gelegen vóór de verhogingsdatum (1 januari). Toeslagverlening is geen recht De toeslagverlening is voorwaardelijk. De niet-actieven hebben niet automatisch recht op aanpassing van het pensioen. De toeslagverlening is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Het bestuur van het pensioenfonds beoordeelt elk jaar of er voldoende geld is en let daarbij vooral op de hoogte van de werkelijke dekkingsgraad. Voor het toekennen van een toeslagverlening is een besluit van het bestuur noodzakelijk. Een niet-actieve deelnemer mag aan de aanpassing in enig jaar geen rechten ontlenen ten aanzien van toekomstige aanpassingen.
Jaarbericht 2014 32
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het product van het partiële toeslagpercentage en de ex ante bepaalde toeslagmaatstaf (de prijsindex) is de toeslag die een niet-actieve ontvangt met ingang van het jaar. Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen de actuele waarde van het vermogen en de actuele waarde van de pensioenverplichtingen die het pensioenfonds heeft jegens (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. Het peilmoment van de dekkingsgraad met betrekking tot de toeslagverlening is 1 oktober voorafgaand aan de aanpassingsdatum van 1 januari van enig jaar. Partiële toeslagverlening De mate van toeslagverlening in enig jaar is afhankelijk van de dekkingsgraad per 1 oktober van het voorafgaande jaar. Als de dekkingsgraad 110% of minder is, dan vindt er geen toeslagverlening plaats. Is de dekkingsgraad hoger dan 130%, dan wordt er volledige toeslagverlening toegekend. Ligt de dekkingsgraad tussen de 110% en de 130%, dan vindt er partiële toeslagverlening plaats, aan de hand van een partieel toeslagpercentage. In tabelvorm ziet het beleid er als volgt uit voor de actieven: Dekkingsgraad peilmoment · Als dekkingsgraad < 110% · 110% ≤ dekkingsgraad <130% · 130% ≤ dekkingsgraad < 140% · dekkingsgraad > 140%
Partiële toeslagverlening Géén toeslagverlening Toeslagverlening conform lineair schema Volledige toeslagverlening Volledige toeslagverlening + inhalen korting + gemiste indexaties
Het product van het partiële toeslagpercentage en de ex ante bepaalde toeslagmaatstaf (de prijsindex) is de toeslag die een niet-actieve ontvangt met ingang van het jaar (T). De aldus vastgestelde toeslagverlening wordt getoetst aan de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar. Is de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar lager, dan 110%, dan vindt er geen toeslagverlening plaats. Als de dekkingsgraad per 31 december van het voorafgaande jaar hoger is dan 110%, dan kan de toeslagverlening plaatsvinden, onder voorwaarde dat de dekkingsgraad niet onder de 110% daalt. Mocht door toeslagverlening de dekkingsgraad lager worden dan 110%, dan wordt de toeslagverlening beperkt totdat een dekkingsgraad van 110% bereikt is. Mocht door het inhalen van korting of gemiste indexaties de dekkingsgraad lager worden dan 140%, dan wordt het inhalen beperkt totdat een dekkingsgraad van 140% bereikt is. Financiering van de toeslagverlening De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor toeslagverlening. Het pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd om het pensioen van niet-actieven te verhogen.
Jaarbericht 2014 33
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toeslagenmatrix De toeslagverlening voor de niet-actieve deelnemers is een voorwaardelijke toeslagverlening op basis van een ex ante bepaalde maatstaf (prijsindex). De financiering van de toeslagverlening is in principe uit overrendementen. Hiermee kwalificeert zich de toeslagverlening als een categorie D1 in de toeslagenmatrix van De Nederlandsche Bank.
De toeslagverlening van ingegaan tijdelijk nabestaandenpensioen en ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen is onvoorwaardelijk.
Jaarbericht 2014 34
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Actuariële grondslagen en veronderstellingen Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2014 heeft de waardering plaatsgevonden conform onderstaande tariefgrondslagen. Algemeen Overlevingsgrondslagen De overlevingskansen zijn voor mannen en vrouwen ontleend aan de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel 2014, met de tafel 2015 als starttafel. Voor wezen zijn de sterftekansen verwaarloosd. Ervaringssterfte Voor zowel mannen als vrouwen wordt rekening gehouden met ervaringssterfte. De tabellen met de correctiefactor per leeftijd zijn opgenomen in de Actuariële Bedrijfs Technische Nota (ABTN). Leeftijdsvaststelling Er wordt van uitgegaan dat iedereen geboren is op 1 juli. De leeftijd wordt in jaren en maanden nauwkeurig vastgesteld. Rente De disconteringsvoeten zijn ontleend aan de per de berekeningsdatum geldende nominale rentetermijnstructuur voor het Financieel Toetsingskader zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank. Sinds 2012 wordt de rentetermijnstructuur door DNB vastgesteld met gebruik van driemaandsmiddeling en een zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). Partnerfrequentie Voor deelnemers en gewezen deelnemers wordt partnerpensioen verzekerd op basis van het onbepaalde-partnersysteem, waarbij iedereen onder de verzekering valt. Er wordt bij het vaststellen van de voorziening van het nabestaandenpensioen gebruik gemaakt van de volgende partnerfrequenties: Mannen (leeftijd=x) Tot 18 jaar Van 18 tot 25 jaar Van 25 tot 35 jaar Van 35 tot 65 jaar
Partnerfrequentie 0 0,01 + 0,07 * (x – 18) 0,50 + 0,04 * (x – 25) 0,90
Vrouwen (leeftijd=y) Tot 18 jaar Van 18 tot 25 jaar Van 25 tot 30 jaar Van 30 tot 50 jaar Van 50 tot 65 jaar
Partnerfrequentie 0 0,05 + 0,10 * (y – 18) 0,75 + 0,02 * (y – 25) 0,85 0,85 – 0,01 * (y – 50)
Jaarbericht 2014 35
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Voor de gepensioneerden wordt rekening gehouden met de werkelijke burgerlijke staat. Leeftijdsverschil Verondersteld is dat de man drie jaar ouder is dan de vrouw. Er wordt van uitgegaan dat de deelnemer en de partner van verschillend geslacht zijn. Uitkeringen De pensioenuitkeringen worden verondersteld continu te geschieden. Uitruil De omzetting van pensioenaanspraken op leeftijd 65 zal plaatsvinden op basis van de volgende factoren: - omzetting van ouderdomspensioen naar partnerpensioen: 4,0986 - omzetting van nabestaandenpensioen naar ouderdomspensioen: 0,2440 Financiering op basis van éénjarige risicopremies / risicoverzekeringen Dit is niet meer van toepassing door de overgang naar een gesloten fonds situatie, met uitzondering van de sociaal planners en de arbeidsongeschikte deelnemers. Herverzekering De stop-loss verzekering is per 31 december 2013 geëindigd bij Nationale-Nederlanden. Verlenging van de stop-loss verzekering bleek niet mogelijk. Daarop is een inventarisatie gemaakt van de risico’s die het fonds loopt. Daaruit bleek dat door de overgang naar een gesloten fonds en daarmee de beëindiging van de pensioenopbouw de risico’s voor het fonds voor een belangrijk deel niet meer aanwezig zijn. Ook bleek dat de risicodekking van het tijdelijk nabestaandenpensioen nog een relatief groot risico vormde voor het fonds. Naar aanleiding van deze inventarisatie is besloten om het tijdelijk nabestaandenpensioen te verzekeren bij Nationale-Nederlanden in de vorm van een ANW-hiatenverzekering. Bij de stop-loss verzekering is het uitlooprisico voor arbeidsongeschiktheid meeverzekerd. Eventuele claims die hieruit volgen voor verzekerden die per 31 december 2013 ziek waren en in de loop van 2014 of 2015 arbeidsongeschikt worden, vallen nog onder de stop-loss verzekering. Voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen Bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen heeft de waardering plaatsgevonden conform de tariefgrondslagen zoals beschreven onder ‘Actuariële grondslagen en veronderstellingen’. De voorziening voor ingegane (excedent-)WAO-hiaatuitkeringen in eigen beheer wordt vastgesteld op basis van de contante waarde van de ingegane (excedent-)WAO-hiaatuitkeringen. Deze voorziening is vastgesteld op basis van de fondsgrondslagen en er is geen rekening gehouden met revalidatiekansen. De voorziening is als gevolg van onvoorwaardelijke indexering van 2% opgehoogd met 14%.
Jaarbericht 2014 36
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Voorziening toekomstige administratiekosten Voor toekomstige administratiekosten is een voorziening kosten opgevoerd ter grootte van 2% van de netto voorziening pensioenverplichtingen alsmede een extra opslag ad € 3.000. Deze voorziening is mede bedoeld voor het kunnen afwikkelen van de administratieve verplichtingen na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst. Vanaf 2014 zal deze extra opslag jaarlijks worden afgebouwd met de uitvoeringskosten voor het betreffende jaar verminderd met de vrijval van de excassokosten behorend bij de pensioenuitkeringen die in dat jaar verricht zijn. De uitvoeringskosten over 2014 bedroegen € 850, terwijl de vrijval van de excassokosten € 214 bedroeg. Per eind 2014 is de voorziening voor toekomstige administratiekosten daardoor 2% van de netto voorziening pensioenverplichtingen verhoogd met een opslag van € 2.364.
Jaarbericht 2014 37
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toegepaste grondslagen voor resultaatbepaling Premiebijdragen Als premies en spaarbedragen zijn vermeld het totaal van de in het verslagjaar in rekening gebrachte premies. Het betreft vooral de bijdragen van werkgevers en werknemers alsmede de mutatie in het obligo van pensioensparen. Beleggingsresultaten Directe beleggingsresultaten Uit hoofde van directe beleggingsresultaten zijn opgenomen de bruto directe beleggingsresultaten onder aftrek van de kosten van vermogensbeheer. Als bruto directe beleggingsresultaten zijn verantwoord: · de aan het verslagjaar toe te rekenen interest; en · de in het verslagjaar gedeclareerde dividenden. Indirecte beleggingsresultaten Als indirecte beleggingsresultaten zijn verantwoord: · alle aan het verslagjaar toe te rekenen gerealiseerde en ongerealiseerde waarderingsverschillen; en · alle aan het verslagjaar toe te rekenen gerealiseerde en ongerealiseerde valutaverschillen. Kosten van vermogensbeheer Onder de kosten van vermogensbeheer zijn opgenomen de aan beleggingsactiviteiten toe te rekenen kosten, zijnde de door de externe vermogensbeheerders / adviseurs alsmede custodian in rekening gebrachte beheerkosten. De kosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Saldo overdrachten van rechten De waardeoverdrachten worden toegerekend aan het jaar waarin de bijbehorende rechten zijn verwerkt. Uitvoeringskosten Onder uitvoeringskosten zijn de kosten van de uitvoering van de pensioenregelingen opgenomen. Deze kosten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Toegepaste grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
Jaarbericht 2014 38
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toelichting op de balans per 31 december 2014 Beleggingen voor risico pensioenfonds Er wordt zowel direct als indirect (via beleggingsfondsen) belegd. De indirecte beleggingen worden gezamenlijk met directe beleggingen verantwoord, waarbij de rubricering plaatsvindt aan de hand van het gevoerde beleggingsbeleid van het betreffende beleggingsfonds. Het fonds houdt geen beleggingen aan in premiebijdragende ondernemingen. Het pensioenfonds heeft geen beleggingen middels security lending uitgeleend aan derden. Het fonds kent geen constructies waarbij de beleggingen niet ter directe beschikking van het fonds staan. Onroerend goed [1]
Onroerend goedbeleggingen bestaan uit:
Indirecte onroerend goedbeleggingen Onroerend goedbeleggingen in ontwikkeling
2014
2013
20.737
24.356
4 20.741
6 24.362
Het verloop van de indirecte onroerend goedbeleggingen, zijnde participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in onroerend goed, is als volgt weer te geven:
Balanswaarde per 1 januari Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
Jaarbericht 2014 39
2014
2013
24.356 (1.550) (2.069) 20.737
38.919 (566) (13.997) 24.356
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het verloop van de onroerend goedbeleggingen in ontwikkeling is als volgt weer te geven: 2014 Balanswaarde per 1 januari Koersresultaat Balanswaarde per 31 december
6 (2) 4
2013 3 3 6
Aandelen [2] Beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen 2014 2013 Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
147.645 74.746 16.563 (141.521) 97.433
113.937 34.302 10.364 (10.958) 147.645
Vastrentend [3]
De vastrentende waarden bestaan uit:
Obligaties, hypothecaire leningen, en waardepapieren met een vaste of variabele rente (Niet-)Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden
2014
2013
176.634
84.360
91.440 268.074
78.575 162.935
Het verloop van de waardepapieren met een vaste of variabele rente is als volgt weer te geven: 2014 2013 Balanswaarde per 1 januari Aankopen Koersresultaat Uitlotingen en verkopen Balanswaarde per 31 december
Jaarbericht 2014 40
84.360 330.591 26.030 (264.347) 176.634
60.654 307.618 (1.064) (282.848) 84.360
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Het verloop van de beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden is als volgt weer te geven: 2014 2013 Balanswaarde per 1 januari Aankopen Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
78.575 14.506 6.802 (8.443) 91.440
63.773 14.196 606 78.575
Derivaten [4]
Balanswaarde per 1 januari Aankopen Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
2014
2013
(9.135) 1.943 42.831 (1.502) 34.137
32.459 (12.942) (28.652) (9.135)
De balanswaarde per 31 december van de derivaten bestaat uit positieve en negatieve marktwaarde op contracten. Er is in totaal EUR 36,7 mln aan collateral ontvangen waarvan 20,2 mln in obligaties en 16,5 mln in cash. Het gedeelte in cash is in de jaarrekening gepresenteerd onder de overige schulden uit hoofde van beleggingen. Het saldo kan als volgt worden gespecificeerd: Positieve marktwaarde Negatieve marktwaarde
2014
2013
34.137 34.137
1.798 (10.933) (9.135)
2014
2013
34.137 34.137
1.798 1.798
In de eindstand van de positieve marktwaarden zijn begrepen:
Vorderingen inzake Currency hedges Vorderingen inzake Swaptions / Swaps
Jaarbericht 2014 41
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Overige beleggingen [5]
De overige beleggingen bestaan uit:
Commodities Liquiditeitsfondsen
2014
2013
29.540 29.540
13.456 20.665 34.121
2014
2013
13.456 659 (14.115) -
9.804 5.000 (1.348) 13.456
2014
2013
20.665 99.277 25 (90.427) 29.540
37.870 175.219 13 (192.437) 20.665
Commodities
Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
Liquiditeitsfondsen
Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
Jaarbericht 2014 42
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Beleggingen voor risico deelnemers Naast de basisregeling voerde het pensioenfonds tot oktober 2014 de pensioenbeleggingsregeling uit. De beschikbaar gestelde premies uit hoofde van deze regeling werden gestort op een per deelnemer hiertoe geopende rekening bij Robeco. De deelnemer had de keuze uit een achttal mixfondsen. Door het opheffen van de pensioenbeleggingsregeling zijn er per einde boekjaar geen beleggingen meer voor risico deelnemer. Aandelen [6] Beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen
Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
2014
2013
10.207 4.761 1.166 (16.134) -
9.816 552 1.020 (1.181) 10.207
Vastrentend [7] Beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden 2014 2013 Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
12.890 11.501 798 (25.189) -
12.761 13.567 (54) (13.384) 12.890
2014
2013
4.435 361 151 (4.947) -
4.477 1.838 (94) (1.786) 4.435
Overige beleggingen [8]
Balanswaarde per 1 januari Aankopen (inclusief claims) Koersresultaat Verkopen Balanswaarde per 31 december
Jaarbericht 2014 43
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen [9] De WAO-hiaat uitkeringen zijn nagenoeg volledig herverzekerd. Om deze reden is de contante waarde inclusief 2% excassokosten (2013 2%) zowel als vordering als verplichting in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen ad € 2.310 (2013: € 2.600). Vorderingen op sponsors [10] Deze post betreft de per balansdatum nog te ontvangen premies en is als volgt te specificeren:
Rekening courant werkgever C1000 B.V. Te ontvangen pensioenpremies VPL C1000 B.V.
2014
2013
(107) 5.398 5.291
646 646
2014
2013
5.274 5.274
3.321 3.032 6.353
2014
2013
42 376 337 755
33 33
Vorderingen inzake beleggingen [11] De vorderingen inzake beleggingen is als volgt te specificeren:
Interest obligaties / deposito's / swap Vorderingen uit verkooptransacties beleggingen Overige vorderingen en overlopende activa [12]
De overige vorderingen en overlopende activa bestaan uit:
Te ontvangen dividendbelasting Rekening courant Stichting Uittreding Schuitema Te ontvangen uitkeringen herverzekeraar
Liquide middelen [13]
Jaarbericht 2014 44
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
De liquide middelen betreffen rekening couranten met de huisbankiers:
RBS ABN AMRO KAS Bank
2014
2013
159 868 4.569 5.596
4.707 3.008 7.715
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds. De liquide middelen bij KAS Bank bevatten de liquide middelen die bij de externe vermogensbeheerders beschikbaar zijn. Bestemde reserve 15-jarenregeling [14] Actieven in dienst vanaf 1-1-1999 C1000 B.V. heeft met ingang van 1 januari 2006 een deel van haar werknemers een tijdelijke overgangsmaatregel toegezegd, namelijk de zogenaamde 15-jarenregeling zoals bedoeld in het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004. Onder voorwaarden worden er op pensioendatum, maar uiterlijk op 31 december 2020, extra pensioenaanspraken ingekocht. Deze tijdelijke overgangsmaatregel is, zolang door de werknemer nog niet aan de voorwaarden van de 15jarenregeling is voldaan, geen pensioen in de zin van de Pensioenwet. De Pensioenwet is derhalve niet van toepassing op deze tijdelijke overgangsmaatregel, waardoor er geen sprake is van een plicht tot evenredige financiering, en waardoor er bij tussentijdse uitdiensttreding geen recht bestaat op evenredige (pensioen)-aanspraken voor de vertrekkende werknemer. Per 31 december 2014 is deze regeling beëindigd en zijn er naar aanleiding van de door sociale partners gemaakte afspraken extra pensioenaanspraken ingekocht. Actieven in dienst voor 1-1-2010 Ter financiering van deze tijdelijke overgangsmaatregel zou het pensioenfonds in de periode van 31 december 2006 tot en met 31 december 2020 premies van C1000 B.V. ontvangen. Deze premies maken geen onderdeel uit van de (kostendekkende) premies voor de pensioenregelingen die door het pensioenfonds worden uitgevoerd. Het pensioenfonds zal een bestemmingsreserve aanhouden ten aanzien van de financiering van de 15-jarenregeling. Het pensioenfonds belegt de bestemmingsreserve op basis van haar gebruikelijke beleggingsbeleid. De bestemmingsreserve en de belegde middelen die daartegenover staan, tellen niet mee voor de bepaling van de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Door het beëindigen van de regeling worden er na 1 januari 2015 geen premies meer ontvangen. Ook is er per 31 december 2014 geen bestemmingsreserve meer.
Jaarbericht 2014 45
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Stand per 1 januari Dotatie bestemmingsreserve op basis van doorsneepremie Dotatie incidentele premie Rendementsvergoeding Onttrekking pensioencompensatie Onttrekking door inkoop van rechten Stand per 31 december
2014
2013
7.702
9.118
7.145 1.010 (15.857) -
1.481 379 (207) (182) (2.887) 7.702
Er wordt een rendementsvergoeding toegekend op basis van door het pensioenfonds in het betreffende jaar behaalde totale netto rendement op de beleggingen. Indexatie De aanvullende toeslag regeling is met ingang van 1 januari 2014 vervallen omdat de uitvoeringsovereenkomst niet is verlengd. Hierdoor wordt er geen premie meer ontvangen voor de aanvullende toeslag. De indexatie over 2013 heeft per 1 januari 2014 plaatsgevonden.
Beschikbare middelen op basis van doorsneepremie Rendementsvergoeding Onttrekking door indexatie per 1 januari volgend jaar *1
2014
2013
-
1.137 (3)
-
(1.134) -
*1
De indexatie per 1 januari 2014 betreft 0,97% van de opgebouwde rechten voor een gesloten groep deelnemers.
Overige reserves [15] 2014
2013
Stand per 1 januari Resultaat boekjaar
14.857 33.614
(8.651) 23.508
Stand per 31 december
48.471
14.857
Jaarbericht 2014 46
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toereikendheidstoets Dekkingsgraad in % Vereiste dekkingsgraad in % Tekort in % Vereist eigen vermogen Min. Vereist eigen vermogen Min. Vereiste dekkingsgraad
2014 112,0% 113,7% -1,7% 55.134 16.065 104,0%
2013 104,4% 120,4% -16,0% 68.509 14.736 104,4%
De overige reserve is het verschil tussen de beschikbare middelen en de voorziening pensioenverplichtingen. De overige reserve is de beschikbare bron voor de vereiste solvabiliteitsbuffer alsmede toekomstige toeslagen. De dekkingsgraad voor 2014 is als volgt berekend: het aanwezige pensioenvermogen exclusief het vermogen in de pensioenbeleggingsregeling, minus de bestemde reserve 15-jarenregeling gedeeld door de pensioenverplichtingen risico fonds. De minimaal vereiste dekkingsgraad is 104,0% (2013: 104,4%). De vereiste dekkingsgraad inclusief solvabiliteitsbuffer is 113,7% (2013: 120,4%). De daling van de vereiste dekkingsgraad is het directe gevolg van het aanpassen van het beleggingsbeleid in 2014. De werkelijke dekkingsgraad bedraagt 112,0%. Er is daardoor sprake van een reservetekort. Bij een reservetekort ligt de waarde van het fondsvermogen onder de waarde van de toekomstige pensioenverplichtingen inclusief het vereist eigen vermogen. Bij een reservetekort is er te weinig eigen vermogen om toekomstige tegenvallers op te vangen. Als gevolg van dit tekort zal er in 2015 onder het nFTK een nieuw herstelplan opgesteld dienen te worden. In verbandmet de voorgenomen collectieve waardeoverdracht naar PGB is aan DNB ontheffing gevraagd inzake het indienen van dit nieuwe herstelplan.
Jaarbericht 2014 47
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Technische voorzieningen [16] Voorziening pensioenverplichting (VPV) voor risico van het pensioenfonds. Het verloop van de VPV is als volgt:
Stand per 1 januari
2014
2013
335.250
349.318
1.248 188 67.540 15.857 509 85.342
4.798 1.260 1.047 11.245 0 2.646 2.887 199 373.400
(10.691) (5.433) (1.445) (17.569)
(10.906) (552) (11.457) (15.235) (38.150)
403.023
335.250
2014
2013
16.741 224.217 162.065 403.023
16.028 177.235 141.987 335.250
Bij-mutaties - toekomstige administratiekosten - intresttoevoeging *1 - toeslagen - pensioenopbouw - actualisering marktrente - aanpassing levensverwachting - inkoop VPL - overige mutaties Af-mutaties - onttrekking voor pensioenuitkeringen - overdracht van rechten - actualisering marktrente - aanpassing levensverwachting - korting
Stand per 31 december Gegroepeerd per status deelnemer is de samenstelling van de VPV als volgt:
Actieven Inactieve deelnemers “slapers” Gepensioneerden *1
De benodigde intrest wordt berekend door de voorziening pensioenverplichtingen te vermenigvuldigen met de marktrente en de looptijd. Voor wat betreft de beginstand alsmede de mutaties die vallen op 1 januari (bijv. indexatie) geldt als looptijd 1. Voor de overige mutaties wordt uitgegaan van een looptijd van 0,5.
Jaarbericht 2014 48
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
De samenstelling van het aantal deelnemers ultimo boekjaar kan als volgt worden weergegeven: 2014 103 4.032 1.010 5.145
Actieven Inactieve deelnemers “slapers” Gepensioneerden
2013 114 4.258 972 5.344
Per 31 december 2014 zijn de tariefgrondslagen aangepast. Het fonds is overgegaan op Prognosetafel AG2014, waardoor de VPV met € 1.445 is gedaald. Voorziening pensioenverplichting voor risico deelnemers [17] Naast de basisregeling voert het pensioenfonds de pensioenbeleggingsregeling uit. De beschikbaar gestelde premies uit hoofde van deze regeling worden gestort op een per deelnemer hiertoe geopende rekening bij Robeco. De deelnemer heeft de keuze uit een achttal mixfondsen. Het verloop van de voorziening pensioenverplichting kan als volgt worden gespecificeerd:
Stand per 1 januari Aankopen Gestort door werknemer Gestort vanuit waardeoverdrachten Saldo door o.a. switches tussen fondsen Resultaat boekjaar
2014
2013
27.532
27.054
15
1.112 8
16.535 16.550 2.115
14.802 15.922 872
(25.985)
(89)
(3.677)
(1.425)
(16.535) (46.197)
(14.802) (16.316)
-
27.532
Verkopen Opgenomen ivm waardeoverdrachten Opgenomen ivm OP danwel overlijden / afkoop Saldo door o.a. switches tussen fondsen
Stand per 31 december
Jaarbericht 2014 49
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Overige schulden beleggingen [18] Deze post betreft de per balansdatum nog te betalen bedragen inzake currency hedges en swaps alsmede posities in derivaten en is als volgt te specificeren:
Verplichtingen uit hoofde van collateral management Schulden inzake Currency hedges Schulden inzake Intrest rates swaps Schulden uit aankooptransacties beleggingen Bankrente
2014
2013
16.560 2 16.562
207 10.276 17.915 4 28.852
2014
2013
54 20 49 102 159 22 7 499 59 971
36 20 312 3 171 101 7 683 164 1.497
Overige schulden en overlopende passiva [19]
Nog te betalen accountantskosten Nog te betalen actuariskosten Loonheffing en sociale verzekeringen Te betalen kosten herverzekering Te betalen beheerkosten Te betalen inzake uitgaande waardeoverdrachten Te betalen fiscale kosten vermogensbeheer Niet opgevraagde pensioenen Vooruit ontvangen pensioenpremies Sociaal Plan C1000 B.V. Diverse schulden en overlopende passiva
Jaarbericht 2014 50
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Er zijn geen verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
Jaarbericht 2014 51
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Toelichting op de Staat van baten en lasten over 2014 Premiebijdragen werkgever en werknemers [20] 2014
2013
Premiebijdrage werkgever Premiebijdrage werknemer VPL premie Sociaal plan Bijdrage FVP
-50 7.145 271 82 7.548
10.596 4.975 1.860 45 17.476
Totaal kostendekkende premie *1 Totaal gedempte kostendekkende premie *1
n.v.t. n.v.t.
16.358 12.647
*1 2013: De vermelde kostendekkende premies zijn exlusief VPL-premie. De kostendekkende premie is vastgesteld op basis van de RTS. De gedempte premie is vastgesteld op basis van een rentevoet van 4%. Daar het fonds een gesloten fonds is zijn de kostendekkende premie en gedempte premie niet meer van toepassing.
Premiebijdragen risico deelnemers [21]
Premiebijdrage
2014
2013
-
1.095
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds [22]
De beleggingsresultaten voor risico SPC1000 bestaan uit:
Directe beleggingsresultaten Indirecte beleggingsresultaten Kosten vermogensbeheer
Jaarbericht 2014 52
2014
2013
9.068 91.280 (989) 99.359
6.596 (4.544) (1.146) 906
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Directe beleggingsresultaten
Indirecte onroerend goedbeleggingen (Niet-) Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen Waardepapieren met een vaste of variabele rente Opbrengsten rentederivaten Opbrengsten liquide middelen
2014
2013
1.424
638
3.630 3.964 50 9.068
73 2.385 3.459 41 6.596
2014
2013
(1.550) (2)
(566) 3
16.563 26.030
10.364 (1.064)
6.802 42.831 (78) 684 91.280
606 (12.942) 390 (1.335) (4.544)
2014
2013
(137) (576) (276) (989)
(148) (724) (274) (1.146)
Indirecte beleggingsresultaten
Indirecte onroerend goedbeleggingen Onroerend goedbeleggingen in ontwikkeling (Niet-) Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen Waardepapieren met een vaste of variabele rente (Niet-) Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden Derivaten Overige resultaten liquiditeiten Overige beleggingen
Kosten vermogensbeheerders
Advieskosten vermogensbeheer Directe beleggingskosten Bewaarloon
Jaarbericht 2014 53
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Beleggingsresultaten risico deelnemers [23]
De beleggingsresultaten voor risico van de deelnemers bestaan uit:
Indirecte beleggingsresultaten Kosten vermogensbeheer
2014
2013
2.115 (5) 2.110
872 (45) 827
2014
2013
1.166
1.020
798 151 2.115
(54) (94) 872
2014
2013
406 (2) 404
651 (2) 649
2014
2013
8.706 301 1.600 13 117 10.737
8.438 351 1.592 10 399 25 10.815
Indirecte beleggingsresultaten
(Niet-) Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen (Niet-) Beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden Overige beleggingen Overige baten [24]
Ontvangen schadebedragen inzake herverzekering Overige kosten inzake informatievoorziening herverzekering Uitkeringen pensioenen [25] De uitkeringen kunnen als volgt nader worden gespecificeerd:
Ouderdomspensioen Invaliditeitspensioen Weduwe-/weduwnaarspensioen Wezenpensioen Afkoop kleine pensioenen Andere uitkeringen Totaal
Jaarbericht 2014 54
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Uitvoeringskosten [26] De uitvoeringskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Accountantskosten Actuariskosten Administratiekosten C1000 B.V. Inhuur tijdelijk personeel Automatiseringskosten Bijdrage DNB Advieskosten Overige kosten
2014
2013
79 58 98 346 98 29 98 44 850
75 67 158 374 87 29 122 51 963
2014
2013
66 13 14 93
73 2 34 109
Accountantskosten De accountantskosten laten zich als volgt verdelen:
Controle van de jaarrekening en verslagstaten Nagekomen kosten controle jaarrekening Andere controle opdrachten Andere niet controle opdrachten
Jaarbericht 2014 55
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers [27] 2014
2013
15
1.112 8
16.535 16.550 2.115
14.802 15.922 872
(25.985)
(89)
(3.677)
(1.425)
(16.535) (46.197) (27.532)
(14.802) (16.316) 478
Aankopen Gestort door werknemer Gestort vanuit FVP-bijdrage Saldo door o.a. switches tussen fondsen Resultaat boekjaar Verkopen Opgenomen i.v.m. waardeoverdrachten Opgenomen i.v.m. OP danwel overlijden Saldo door o.a. switches tussen fondsen Saldo mutaties
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen [28] De dotatie contante waarde herverzekeraar (inclusief opslag 2% voor toekomstige administratiekosten) betreffende herverzekering arbeidsongeschiktheid wordt toegelicht onder nummer 9. 2014 2013 Stand per 1 januari Mutatie boekjaar
2.600 (290)
2.600 -
Stand per 31 december
2.310
2.600
Jaarbericht 2014 56
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Saldo overdrachten van rechten [29]
Inkomende waardeoverdrachten (FVP-bijdrage) Uitgaande waardeoverdrachten
2014
2013
(15) 31.344 31.329
(8) 634 626
Actuariële en bedrijfstechnische analyse In het onderstaande overzicht vindt u de samenstelling van het resultaat naar bronnen en een toelichting hierop. 2014 Premie Beleggingsresultaten Wijziging rentetermijnstructuur Kosten Indexatie Actuariële grondslagen 15-jarenregeling Korten pensioenaanspraken Sterfte Arbeidsongeschiktheid Uitkeringen Overig*
97.071 (67.540) (1.221) (188) 1.445 (7.702) (200) 28 (45) 4.264 25.912
2013 2.080 (378) 11.457 (4.107) 87 (2.646) (1.416) 15.235 (353) 1.290 8 835 22.092
De in de analyse gehanteerde benodigde interest (resultaat op beleggingsopbrengsten) is vastgesteld op basis van 0,379%, de door DNB voorgeschreven 1-jaars rente uit de rentetermijnstructuur primo het jaar. De definitieve korting van de pensioenen per 1 april 2014 is reeds in deze opstelling verwerkt in het boekjaar 2013. · In Overig is in 2014 een bedrag begrepen inzake resultaat VPL ad 3.637.
Jaarbericht 2014 57
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Risicoparagraaf Vereist eigen vermogen Het vereist eigen vermogen is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het fonds. De evenwichtssituatie is die situatie waarin het eigen vermogen dusdanig is dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds binnen één jaar over minder middelen beschikt dan nodig om te kunnen voldoen aan de onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. De berekeningen ten behoeve van het Vereist Eigen Vermogen zijn gebaseerd op de feitelijke mix. De Nederlandsche Bank heeft een zogenaamde standaardmethode vastgesteld om te bepalen of het eigen vermogen toereikend is. Deze standaardtoets meet voor een zestal risicofactoren de (negatieve) effecten op het eigen vermogen. Deze factoren zijn afhankelijk van de marktomstandigheden alsmede door de samenstelling van de beleggingsmix. Onderstaand een toelichting op de zestal risicofactoren van de standaardmethode: · Renterisico (S1) Het effect op het eigen vermogen indien de rente een schok ondergaat. Deze renteschok wordt gesimuleerd met behulp van een voorgeschreven tabel. · Zakelijke waarden risico (S2) Het effect van een daling van de zakelijke waarden aan de hand van een daling van de benchmark voor: · Aandelen & indirect onroerend goed 25% · Aandelen emerging markets 35% · Direct onroerend goed 15% · Hedge funds / private equity 30% · Valutarisico (S3) Het effect van een daling van alle valutakoersen ten opzichte van de euro met 20%. ·
Grondstoffenrisico (S4)
Het effect van een daling van de benchmark voor commodities met 30%. ·
Kredietrisico (S5)
Het effect van een toename van de actuele creditspread van de vastrentende waarden met kredietrisico.
Jaarbericht 2014 58
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
·
Verzekeringstechnisch risico (S6)
Verzekeringstechnisch zijn o.a. de volgende risico’s aanwezig: · Procesrisico · NSA (Negatieve stochastische afwijking) · TSO (Trendsterfteonzekerheid) DNB heeft gestandaardiseerde modellen vrijgegeven om de risico’s uitgedrukt in euro’s te kunnen bepalen. De gevoeligheid van deze risico’s zijn mede afhankelijk van het aantal deelnemers van het fonds alsmede de gemiddelde leeftijd van de deelnemers. De risico’s S7 t/m S10 zijn niet van toepassing en worden bij de berekeningen buiten beschouwing gelaten. Totalisering De effecten van de risico’s S1 t/m S6 worden in een door DNB voorgeschreven formule herleid tot een totaaleffect op de solvabiliteit. In de formule wordt rekening gehouden met het feit dat alle risico’s niet gelijktijdig optreden (diversificatie). Indien het aanwezige eigen vermogen (overige reserve) groter is dan het vereiste eigen vermogen (uitkomst formule) is sprake van voldoende eigen vermogen. DNB schrijft voor dat de immateriële vaste activa niet tot de beschikbare middelen gerekend mag worden. Tevens worden bestemde reserves (eigen vermogen) niet tot de beschikbare middelen beschouwd. Voor het fonds betreft dit de bestemde reserve 15-jarenregeling. De stand per 31 december 2014 van de bestemde reserve voor de 15-jarenregeling is echter nihil. Onderstaande tabel geeft de uitkomsten van de standaardtoets voor het fonds weer. € 000
%
S1 Renterisico
11.718
2,9%
S2 Zakelijke waarden
30.326
7,5%
S3 Valutarisico
19.803
4,9%
0,00
0,0%
S5 Kredietrisico
27.575
6,8%
S6 Verzekeringstechnische risico's
21.789
5,4%
(56.079)
(13,9%)
55.134
13,7%
S4 Grondstoffenrisico
Af: diversificatie-effect Solvabiliteitsopslag
Jaarbericht 2014 59
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Onderstaand een toelichting per risicofactor: ·
Renterisico (S1)
De rentegevoeligheid wordt uitgedrukt in de zogenaamde duration (modified duration). Indien de activa (vastrentende waarden) een andere duration heeft dan de passiva (pensioenverplichtingen) dan is een renterisico aanwezig. De duration van de vastrentende waarden van het fonds is 6,1 jaar terwijl de duration van de VPV 17,9 jaar is. Door deze verschillende durations is sprake van een durationmismatch en loopt het fonds renterisico. Om deze mismatch te verkleinen wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde intrest overlay. ·
Zakelijke waarden risico (S2)
Beleggingen in zakelijk waarden zijn koersgevoelig. Door een goede spreiding naar regio en categorie is op lange termijn het risico te beheersen.
Marktwaarde
Dalings %
Buffer
DNB class.
107.071
25%
26.793
S2a
12.902
35%
4.516
S2c
in € 1.000 Aandelen Emerging markets
De buffers worden met behulp van de voorgeschreven formule herrekend naar de vereiste opslag. Hierbij wordt rekening gehouden met de correlatie tussen de verschillende beleggingscategorieën. ·
Valutarisico (S3)
Mede door de geografische spreiding van de beleggingsportefeuille zijn delen van de portefeuille in andere valuta’s dan de euro. De pensioenverplichtingen zijn echter volledig uitgedrukt in euro’s en daardoor loopt het fonds valutarisico’s. De vreemde valuta positie is 23,5% van de beleggingsportefeuille per 31 december 2014. Marktwaarde
Dalings %
Buffer
20%
19.803
in € 1.000 Valutarisico
Jaarbericht 2014 60
99.015
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
·
Grondstoffen risico (S4)
Bij beleggingen in derivatenposities in grondstoffen, zogenaamde commodities, loopt het fonds risico. De voorgeschreven buffer op commodities is 30%.
Marktwaarde
Dalings %
0
30%
Buffer
in € 1.000 Commodities ·
0
Kredietrisico (S5)
Indien de credit spread van een debiteur inzake vastrentende waarden stijgt neemt het risico van kredietwaardigheid toe. De kredietwaardigheid van de portefeuille wordt mede weergegeven door de rating. De rating wordt toegekend door internationale rating agenten. Tevens wordt gekeken naar de soort belegging, het risico op een overheidsobligatie is anders dan het risico op een bedrijfsobligatie.
in € 1.000 Vermogen
Buffer bij stijging spread
Portefeuille
Staatsobligaties
212.294
-18.041
Bedrijfsobligaties
47.734
-4.159
High yield obligaties
18.689
-4.010
Emerging Markets Debts
22.551
-1.367
301.267
-27.575
TOTAAL
Jaarbericht 2014 61
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Onderstaande grafiek geeft de rating van de vastrentende waarden aan: Onderverdeling credit rating Portfolio
Rating
Benchmark
0,0
5,0
10,0
15,0
20,0
25,0
30,0
35,0
40,0
45,0
50,0
Percentage
·
Verzekeringstechnisch risico (S6)
Ouderdom- en nabestaandenpensioen worden levenslang uitgekeerd. De verwachting is dat mensen langer leven in de toekomst. Mede door deze redenen loopt het fonds risico, dit risico is mede afhankelijk van het aantal deelnemers van een fonds. Hoe meer deelnemers een pensioenfonds heeft hoe kleiner het risico. Het aantal deelnemers per 31 december 2014 is: Actieven
103
Slapers
4.032
Gepensioneerden
1.010 5.145
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 50,8 jaar, de pensioenleeftijd is 65 jaar.
Jaarbericht 2014 62
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
DNB heeft gestandaardiseerde modellen vrijgegeven om S6 te kunnen berekenen, mede door de parameters deelnemers, pensioenleeftijd en gemiddelde leeftijd kan onderstaande tabel worden gevuld: Leeftijd
c1
c2
aantal
TSO
NSA
Afgerond naar beneden, 5 jaar
50
38,0% 146,0%
7,0
5%
40%
Afgerond naar boven, 5 jaar
55
23,0%
68,0%
4,0
4%
40%
Leeftijd
51
35,8% 134,3%
6,6
5%
40%
De uitkomsten (in € 1.000) kunnen worden onderverdeeld in: · Procesrisico € 2.114 · NSA ( Negatieve stochastische afwijking) € 2.247 · TSO (Trendsterfteonzekerheid) € 19.547 De uitkomst van de formule ter bepaling van S6 is € 21.789 Totaliserend De uitkomsten van S1 tot en met S6 worden met behulp van de Wortelformule (WORTEL(S1^2 + S2^2 + (2 * 0,5*S1*S2)+S3^2 +S4^2+S5^2+S6^2) herleid tot het totaal vereiste eigen vermogen. De uitkomst van de wortelformule is 13,6%. Dit houdt in dat de vereiste dekkingsgraad van het fonds 113,7% is. Kasstroomrisico De som van premies, directe beleggingsopbrengsten en aflossingen van beleggingen in vastrentende waarden is groter dan de som van uitkeringen en kosten. De kans op een liquiditeitstekort is derhalve beperkt, temeer daar tevens de mogelijkheid bestaat om beursgenoteerde fondsen per direct te verkopen. Toekomstige kasstromen voorziening pensioenverplichtingen (VPV) De geprognosticeerde kasstromen van de toekomstige pensioenuitkeringen worden contant gemaakt tegen de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (RTS). Deze RTS is de swapcurve op basis van zero coupon rentes. De VPV op basis van marktwaarde is per 31 december 2014 € 403.023.000. De modified duration van de verplichtingen komt hiermee op 17,9. De bijbehorende yield uit de RTS is 1,56%
Jaarbericht 2014 63
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
De toekomstige kasstromen kunnen grafisch als volgt worden weergegeven: Uitkeringen Yield-curve
3,50
12.000
3,00
10.000
2,50
€ x 1 miljoen
14.000
8.000
2,00
6.000
1,50
4.000
1,00
2.000
0,50
-
0,00
Jaar
Toereikendheidstoets 2014
2013
Dekkingsgraad
112,0% 104,4%
Vereiste dekkingsgraad
113,7% 120,4%
Min. Vereiste dekkingsgraad
104,0% 104,4%
Tekort
(1,7%) (16,0%)
Tekort
(6.663) (53.652)
Jaarbericht 2014 64
Rentepercentage
Kasstromenoverzicht Stichting Pensioenfonds C1000
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Gemiddeld aantal personeelsleden Het fonds heeft geen werknemers in dienst. Werkzaamheden worden verricht door C1000 B.V. Beloningen bestuurders De bestuursleden namens de gepensioneerden ontvangen per bestuursvergadering een vergoeding van € 250,- en € 125,- per commissievergadering. In 2014 is aan de bestuursleden € 10.856,- aan vergoedingen uitbetaald.
Namens het Bestuur van Stichting Pensioenfonds C1000
______________________ L. Zijl Voorzitter
__________ R. Wolters Secretaris
______________________ E.H.W. Bosman Bestuurslid
__________ I.L. Brillemans Bestuurslid
______________________ R.J. Caro Bestuurslid
__________ H.H. Idzerda Bestuurslid
______________________ E.F. Martens Bestuurslid
__________ J. Pluimers Bestuurslid
Amersfoort, 28 mei 2015
Jaarbericht 2014 65
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Overige gegevens Bestemming saldo lasten en baten Het totale saldo van lasten en baten ad € 25.912 wordt als volgt verdeeld:
Bestemde reserve 15-jarenregeling Overige reserves
2014
2013
(7.702) 33.614 25.912
(1.416) 23.508 22.092
Gebeurtenissen na balansdatum Het bestuur heeft op 16 maart 2015 besloten om de opgebouwde pensioenaanspraken over te dragen aan PGB. De collectieve waardeoverdracht is aangemeld bij DNB. Zodra DNB kenbaar maakt de voorgenomen collectieve waardeoverdracht niet te zullen blokkeren treedt het Fonds in liquidatie. Vanaf dat moment worden de waarderingsgrondslagen aangepast zal de waardering van activa en verplichtingen plaatsvinden tegen liquidatiewaarde. Voor de waardering van de pensioenverplichtingen wordt dan uitgegaan van de inkoopsom bij PGB. Bij de waardering van de beleggingen wordt dan rekening gehouden met verkoopkosten. De voorgenomen datum van overdracht is 30 juni 2015. Er is nog geen reactie van DNB ontvangen inzake het verzoek tot collectieve waardeoverdracht op het moment van vaststelling van dit jaarverslag. In verband met de voorgenomen collectieve waardeoverdracht naar PGB is aan DNB verzocht om ontheffing van de verplichtingen in het kader van de invoering van het nieuwe Financiële Toetsingskader, waaronder het indienen van een nieuw herstelplan. Op het moment van vaststelling van dit jaarverslag is er nog geen reactie ontvangen van DNB op dit verzoek. Statutaire gegevens Stichting Pensioenfonds C1000 Databankweg 26 3821 AL AMERSFOORT
Jaarbericht 2014 66
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Verklaring van de actuaris Opdracht Door Stichting Pensioenfonds C1000 te Amersfoort is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2014. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard.Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: — heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en — heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Mijn oordeel is gebaseerd op het Financieel Toetsingskader zoals dat op balansdatum van toepassing was. Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen, maar niet lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een reservetekort.
Jaarbericht 2014 67
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van artikel 132. De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds C1000 is naar mijn mening niet voldoende, vanwege een beperkt reservetekort.
Amsterdam, 28 mei 2015
drs. C.D. Snoeks AAG verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
Jaarbericht 2014 68
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Verklaring van de accountant Aan: het Bestuur van Stichting Pensioenfonds C1000 te Amersfoort
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Pensioenfonds C1000 te Amersfoort gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag van het bestuur, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het pensioenfonds.
Jaarbericht 2014 69
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van het pensioenfonds gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds C1000 per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag van het bestuur, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 28 mei 2015 Deloitte Accountants B.V.
drs. M. van Luijk RA
Jaarbericht 2014 70
Stichting Pensioenfonds C1000 Amersfoort
Samenvatting verslag Visitatie door VC Holland Het intern toezicht heeft betrekking op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging door het bestuur staan daarbij centraal. Het bestuur van de Stichting Pensioenfonds C1000 heeft in verband met de voorgenomen liquidatie van het Fonds aan VCHolland de opdracht verleend tot de uitvoering van een (eind)visitatie gericht op de beleidsvoorbereiding en besluitvorming alsmede de uitvoering van de voorgenomen liquidatie en de collectieve waardeoverdracht. De visitatiecommissie beoordeelt (wet- en regelgeving daarbij in aanmerking genomen) het functioneren van het bestuur in het voorgenomen liquidatieproces, zowel met betrekking tot de processen en procedures, de risicobeheersing en de evenwichtige belangenafweging als goed. Het bestuur heeft met ondersteuning van een professionele externe partij een plan opgesteld voor het in kaart brengen van de alternatieven voor de uitvoering na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst. Na een zorgvuldige afweging van alle aspecten van de alternatieven heeft het bestuur de voorkeur gegeven aan een bedrijfstakpensioenfonds. Hierbij werd de kans op behoud van koopkracht (hierbij de kans op toekomstige korting accepterend) bij een bedrijfstakpensioenfonds voor de deelnemers gunstiger geacht dan de hoge mate van zekerheid van een nominale uitkering bij een verzekeraar zonder enig perspectief op toekomstige indexatie. Binnen de categorie Bedrijfstakpensioenfondsen heeft het bestuur na ampele overwegingen de voorkeur gegeven aan PGB. Daarbij heeft het Fonds nota genomen van de door PGB opgegeven historie van de indexatie en het feit dat PGB een achterstand bij het indexeren heeft. Het feit dat PGB en het Fonds ongeveer dezelfde dekkingsgraad hadden, heeft hierbij een rol gespeeld. Over het bestuursbesluit tot collectieve waardeoverdracht is op 21 januari 2015 advies gevraagd aan het VO. Het VO heeft schriftelijk d.d. 27 januari 2015 zijn – instemmend – advies aan het bestuur kenbaar gemaakt. Hiermee is voldaan aan artikel 115a PW. Het VO geeft gedurende het proces blijk van een positief kritische opstelling. Het statutair vereiste overleg met de aangesloten ondernemingen heeft plaatsgevonden en zal resulteren in een vrijwaring door de aangesloten ondernemingen jegens PGB. De visitatiecommissie constateert dat daarmee aan de statutair voorgeschreven voorwaarden tot opheffing. De visitatiecommissie is van oordeel dat het bestuur in de aanloop naar en gedurende het liquidatieproces transparant en helder heeft gecommuniceerd over de beweegredenen voor liquidatie en het te doorlopen keuzeproces van een nieuwe uitvoerder en daarvoor de haar ten dienste staande communicatiemiddelen adequaat heeft ingezet. Tevens is de visitatiecommissie van oordeel dat het bestuur op zorgvuldige en transparante wijze tot een keuze is gekomen waarbij adequate waarborgen zijn gecreëerd de belangen van alle betrokken op een zo evenwichtig mogelijke wijze af te wegen. De visitatiecommissie Henk Hanneman Niek de Jager John Ruben, voorzitter
Jaarbericht 2014 71