Jaarinformatie Stichting Pensioenfonds C1000 over het verslagjaar 2012 (opgesteld op basis van het jaarbericht 2012)
1
1
Inhoud Algemeen 5 De bestuursleden van Pensioenfonds C1000 6 Uw pensioen van Pensioenfonds C1000 7 De financiële situatie van Pensioenfonds C1000 in 2012 10 Onze baten en lasten in 2012 11 Hoe staat het pensioenfonds ervoor? 12 De beleggingen van het pensioenfonds in 2012 14 Uw aanvullende pensioen bij Robeco 15 Jaarlijkse controle, intern toezicht en klachten 16 Vooruitblik 17 Pensioenfonds en betrokken organisaties 18
3
Colofon De informatie in deze uitgave is zorgvuldig samengesteld. U kunt er echter geen rechten aan ontlenen. Bij verschillen tussen deze uitgave en het jaarbericht 2012 van Stichting Pensioenfonds C1000 d.d. 6 juni 2013 is het jaarbericht 2012 leidend. Het jaarbericht 2012 kunt u vinden op de website www.SPC1000.nl
4
Algemeen Op grond van artikel 18 lid 3 van de statuten stelt Stichting Pensioenfonds C1000 deze jaarinformatie op ten behoeve van alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. Deze jaarinformatie is gebaseerd op het jaarbericht 2012 d.d. 6 juni 2013. Vragen over uw pensioen? Hebt u na het lezen van deze jaarinformatie vragen over uw pensioen? Stuur dan een e-mail aan:
[email protected]. Bellen kan ook met ons pensioenbureau, op werkdagen via telefoonnummer 033 - 453 37 01.
5
De bestuursleden van Pensioenfonds C1000 Namens de werkgever: J.L.M. Sliepenbeek G. Sterkenburg L. Zijl (voorzitter) Namens de werknemers: J.H.A. Ceulemans (secretaris) E.H.W. Bosman I.L. Brillemans R. Wolters Namens de gepensioneerden: E.F. Martens J. Pluimers
6
Uw pensioen van Pensioenfonds C1000 Voor u ligt de populaire versie van het jaarbericht van Stichting Pensioenfonds C1000 (hierna SPC1000) over het verslagjaar 2012. Algemeen Het fonds is opgericht op 8 april 2011. In 2011 waren er nog geen deelnemers. Per 1 januari 2012 zijn alle rechten en verplichtingen overgenomen van Stichting Pensioenfonds Schuitema (SPS). Ook is toen gestart met de pensioenopbouw voor C1000 medewerkers in de pensioenregeling.
De pensioenregeling Ons pensioenfonds heeft
Het verslagjaar 2012 heeft in het teken gestaan van het op orde brengen van de financiële huishouding van het fonds. Hiertoe heeft het bestuur een aantal maatregelen moeten nemen. Ondanks goede beleggingsresultaten is het niet gelukt om een definitieve korting af te wenden. In het onderstaande treft u de belangrijkste gebeurtenissen aan die zich tijdens het verslagjaar 2012 hebben voorgedaan.
één regeling. Deze is voor het kantoorpersoneel en de medewerkers van de distributiecentra. Voorgenomen korting
Financieel Korten van pensioenaanspraken en -uitkeringen Het voornemen tot korten van de pensioenen met 2,1% per 1 april 2013 is begin 2013 definitief gemaakt. De korting is op uniforme wijze voor alle verzekerden doorgevoerd. De financiële gevolgen van de korting zijn verwerkt in het verslagjaar 2012. Begin 2013 heeft het bestuur besloten tot een voorgenomen korting met 1,1% per 1 april 2014. Deze korting is nog niet definitief en is afhankelijk van de financiële positie per ultimo 2013.
Op www.spc1000.nl kunt u de ontwikkeling van de dekkingsgraad en de verwachte korting volgen. Pensioenvoorziening Het geld dat nodig is voor het uitbetalen van de
Aanpassing tariefsgrondslagen De tariefgrondslagen zijn per 31 december 2012 aangepast. Dit was nodig omdat blijkt dat de Nederlandse bevolking steeds langer leeft. Door deze aanpassing is de pensioenvoorziening met € 2,5 mln. toegenomen.
pensioenen noemen we de pensioenvoorziening.
Ook is vastgesteld dat onze deelnemers gemiddeld langer leven dan de Nederlandse bevolking. Als gevolg hiervan heeft het bestuur besloten om ervaringssterfte toe te passen. Hierdoor is de pensioenvoorziening nog eens met € 12,7 mln. toegenomen. Voorts is de voorziening voor administratiekosten met € 1 mln. verhoogd. Deze extra voorziening wordt voldoende geacht om de kosten te dekken van het liquideren van het pensioenfonds. Tenslotte zijn de uitruilfactoren en de inkooptarieven voor het Robeco kapitaal en het 15-jaarspensioen met ingang van 2013 aangepast.
7
Adempauze Een adempauze geldt voor één jaar en kan slechts één
Premiebeleid Er is een adempauze aangevraagd voor 2012. Door deze adempauze was het mogelijk om de premie voor 2012 niet te verhogen ten opzichte van de premie van 2011. Deze adempauze is goedgekeurd door DNB.
keer gebruikt worden. Een adempauze biedt een
De premie voor 2013 is verhoogd, zodat deze aan de wettelijke eisen voldoet.
pensioenfonds de mogelijkheid om een lagere premie te vragen, dan de wettelijke minimum
Ontwikkeling rekenrente De rekenrente wordt gebruikt voor het bepalen van de hoogte van de pensioenvoorziening. De rekenrente is in 2012, evenals in de voorgaande jaren gedaald.
premie. Dekkingsgraad De verhouding tussen de
Hoe lager de rekenrente, hoe meer geld er nodig is om in de toekomst de pensioenen te kunnen betalen. De regels voor het bepalen van de rekenrente zijn in 2012 aangepast, waardoor pensioenfondsen met een iets minder lage rekenrente mogen rekenen.
bezittingen aan de ene kant en de toekomstige pensioenverplichtingen aan de andere kant. Als de bezittingen en
Beleggingsrendement Het jaar 2012 was een prima beleggingsjaar. Het fonds heeft een rendement behaald van 10,0% exclusief rentederivaten. Het rendement op de rentederivaten bedroeg 4,5%. Het totaal rendement komt daarmee op 14,5%.
verplichtingen van een pensioenfonds precies overeenkomen, dan is de
Verklaring verloop dekkingsgraad over 2012 Het verloop van de dekkingsgraad kan als volgt worden verklaard:
dekkingsgraad 100%.
Dekkingsgraad begin 2012
Oorzaak
94,6
Premie
Adempauze
+ 0,0
Uitkeringen
Dekkingsgraad < 100 zorgt voor daling
Toeslagen / Korting
Geen toeslagverlening, wel korting van 2,1%
Rente
Daling rekenrente
-/- 6,0
Rendement
Netto rendement van 14,5%
+ 12,4
Overig
Aanpassing tariefgrondslagen
-/- 5,3
Dekkingsgraad eind 2012
-/- 0,2 + 2,0
97,5
Verlenging uitvoeringsovereenkomsten De Uitvoeringsovereenkomsten met C1000 voor de pensioenregeling en de 15-jarenregeling zijn met één jaar verlengd tot en met 31 december 2013. Er is een grote kans dat deze uitvoeringsovereenkomsten daarna niet verlengd zullen worden.
8
Aantal deelnemers eind 2012 medewerkers die pensioen opbouwen 2.090 oud-medewerkers 2.591 gepensioneerden 891 totaal 5.572
Aantal deelnemers overgenomen van SPS per 01.01.2012 medewerkers die pensioen opbouwen 2.273 oud-medewerkers 2.528 gepensioneerden 827 totaal 5.628 Toeslagenbeleid: Voor actieven is de toeslagverlening voorwaardelijk en geldt dat het bestuur jaarlijks beslist of er een toeslag op de pensioenaanspraken wordt verleend. Het bestuur streeft ernaar ieder jaar de pensioen¬aanspraken met maximaal de CAO-loonindex te laten stijgen. Voor oud-medewerkers en gepensioneerden is de toeslagverlening ook voorwaardelijk en geldt dat het bestuur jaarlijks beslist of er een toeslag op de pensioenaanspraken wordt verleend. Het bestuur streeft ernaar ieder jaar de pensioenaanspraken met maximaal de prijsindex te laten stijgen. De (gewezen) deelnemers hebben dus niet automatisch recht op aanpassing van hun pensioenaanspraken en -rechten en kunnen aan de toeslagverlening in enig jaar geen rechten ontlenen ten aanzien van de toekomst. Toeslagverlening is afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds en wordt gefinancierd uit de beleggings¬rendementen van het pensioenfonds. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen op de pensioenaanspraken en -rechten. De pensioenaanspraken en -rechten waarop een voorwaardelijke toeslagverlening van toepassing is, zijn conform het kortetermijn-herstelplan in 2012 niet verhoogd. Voorwaardelijke toeslagverlening Voor deelnemers die per 31 december 2009 al deelnemer waren geldt een aanvullende toeslag. Voor deze aanvullende toeslag wordt een extra premie gevraagd. Deze premie wordt gebruikt om de aanvullende toeslag te verlenen, indien de toeslagverlening achterblijft bij de CAO-loonindex. Het bestuur heeft besloten om over 2012 een aanvullende toeslag te verlenen van 1,1%.
9
Beleggingen risico deelnemers Dit is het totaal van alle stortingen door de deelnemers aan de pensioen-beleggingsrege-
De financiële situatie van SPC1000 in 2012
(balans per 31 december 2012, bedragen in miljoenen euro’s)
ling bij Robeco. Omdat u dit geld voor eigen rekening belegt, ligt het beleggingsrisico bij uzelf. Vorderingen Geld waar het pensioenfonds nog recht op heeft, heten vorderingen.
Waar bevindt ons vermogen zich? 01-01-2012 31-12-2012 Beleggingen risico pensioenfonds 285,2 463,0 Beleggingen risico deelnemers 25,1 27,1 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen 2,6 Vorderingen 4,6 2,1 Overige activa 2,7 0,3 Liquide middelen 37,2 17,5 Totaal 354,8 512,6
Een belangrijk deel hiervan betreft de lopende rente op beleggingen. Liquide middelen Het geld dat op de bankrekening van het pensioenfonds staat, heet liquide middelen. Dit wordt o.a. gebruikt om mee te
Waar is het geld voor nodig? Pensioenvoorziening regeling Pensioenvoorziening deelnemers Totaal pensioenvoorzieningen Overige reserves Pensioenvermogen Bestemde reserves Schulden Totaal
307,5 349,3 25,1 27,1 332,6 376,4 (16,6) (8,7) 316,0 367,7 4,9 9,1 33,9 135,8 354,8 512,6
beleggen en om de pensioenen mee uit te betalen. In het onderste deel van het overzicht staat hoeveel geld SPC1000 nodig
Wat betekenen deze cijfers? Het beheerde kapitaal van SPC1000 bestaat voornamelijk uit beleggingen, vorderingen en liquide middelen. Het grootste deel van ons pensioenvermogen wordt belegd in aandelen, vastrentende waarden, vastgoed en overige beleggingen.
heeft en waarvoor dat geld nodig is. Schulden Het geld dat het pensioenfonds nog moet betalen aan loonheffingen, beleggingen en overige kosten. Pensioenvermogen Het geld dat aanwezig is om in de toekomst pensioenen te kunnen uitbetalen noemen we het pensioenvermogen.
10
De totale pensioenvoorziening is gestegen. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt door een daling van de rekenrente en door het aanpassen van de tariefgrondslagen.
Onze baten en lasten in 2012 (bedragen in miljoenen euro’s)
Baten 2012 Contributies 18,1 Beleggingsresultaat 45,3 Overige baten 3,3 Totaal baten 66,7
Contributies Dit zijn de pensioencontributies die C1000 en u zelf hebben bijgedragen.
Lasten Pensioenuitkeringen 9,4 Wijziging pensioenvoorzieningen: - wijziging tariefgrondslagen 15,3 - wijziging rekenrente 28,7 Saldo overdrachten rechten 0,0 Overige lasten 1,1 Totaal lasten 54,5 Saldo van baten en lasten
12,2
Beleggingsresultaat In 2012 is een prima beleggingsresultaat behaald. Het beleggings¬rendement van de totale portefeuille is voor 2012 14,5%. Pensioenuitkeringen De uitkeringen zijn de
Verdeling baten en lasten Bestemde reserve 4,3 Overige reserves 7,9 Totaal 12,2
pensioenen die wij hebben betaald aan gepensioneerden of hun nabestaanden.
Wat betekenen deze cijfers? De baten van ons pensioenfonds bestaan uit contributies (premies), het beleggingsresultaat en overige baten. Onze lasten bestaan uit de pensioenuitkeringen, wijziging pensioenvoorzieningen, overdrachten van rechten en overige lasten.
11
Hoe staat het pensioenfonds ervoor?
Dekkingsgraad De verhouding tussen de
De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht op alle pensioenfondsen in Nederland. Een belangrijke eis van DNB is dat wij voldoende reserves hebben om de pensioenen te blijven uitbetalen. Daarbij kijkt DNB naar de dekkingsgraad. Die moet minimaal 104,4% zijn.
bezittingen aan de ene kant en de toekomstige pensioenverplichtingen aan de andere kant. Als de bezittingen en
Dekkingsgraad te laag Na de overdracht van SPS bedroeg de dekkingsgraad 94,6%. In 2012 is de dekkingsgraad gestegen naar 97,5%. In deze dekkingsgraad is de korting van 2,1% per 1 april 2013 al verwerkt.
verplichtingen van een pensioenfonds precies overeenkomen, dan is de dekkingsgraad 100%.
Ontwikkelingen pensioenvermogen, verplichtingen en reserve In het onderstaande schema ziet u een overzicht van de ontwikkelingen van het afgelopen jaar (bedragen in miljoenen euro’s.) Pensioenvermogen Gefinancierde verplichtingen Beschikbaar voor beleggingsreserve Vereiste reserve Overschot / tekort
01-01-2012 31-12-2012 316,0 367,7 332,6 376,4 -16,7 -8,6 59,9 62,2 -76,5 -70,8
Herstelplan Het herstelplan van SPS is overgenomen door SPC1000. Per 1 januari 2014 moet het fonds weer een dekkingsgraad van minimaal 104,4% hebben en in 2024 weer het vereiste vermogen van 120%. Hiervoor zijn de volgende maatregelen getroffen: • geen voorwaardelijke toeslagverlening • contributieverhoging (herstelpremie) tot 1 juli 2014. Begin 2013 is een evaluatie herstelplan ingediend bij DNB. Op grond van de uitkomsten van deze evaluatie heeft het bestuur moeten besluiten tot korten van de pensioenen met 2,1% per 1 april 2013. Ook is er een besluit genomen tot het voornemen tot korten van de pensioenen met 1,1% per 1 april 2014. Wanneer de financiële situatie niet beter wordt, dan volgt er met ingang van 1 april 2014 een nieuwe korting. De hoogte van dit kortingspercentage hangt af van de dekkingsgraad op 31 december 2013.
12
Hogere contributie Een onderdeel van het herstelplan is de verhoging van de contributie met € 1.036.800 per jaar. Per deelnemer komt deze herstelpremie neer op 2,1% van de pensioengrondslag. C1000 betaalt daarvan tweederde deel en de deelnemer eenderde deel. Wanneer de in 2013 te ontvangen herstelpremie lager is dan € 1.036.800 wordt het verschil aangevuld door C1000. Tijdelijke maatregelen De maatregelen van het kortetermijnherstelplan gelden zolang we nog in een situatie van onderdekking zitten. Dit geldt eveneens voor het opschorten van waardeoverdrachten. Deze zijn namelijk niet toegestaan als de dekkingsgraad onder de 100% is. Als de dekkingsgraad boven 100% komt, dan mogen er weer waardeoverdrachten worden uitgevoerd. Ook de tijdelijk opgeschorte waardeoverdrachten moeten dan weer worden opgepakt. Komt de dekkingsgraad drie aaneengesloten kwartalen boven de 104,4%, dan kan het bestuur in overleg met de werkgever beslissen om de contributieverhoging (herstelpremie) weer te laten vervallen.
Waardeoverdracht Overdracht van opgebouwde pensioenen naar een ander pensioenfonds. Dit gebeurt als iemand van baan verandert en via zijn nieuwe werkgever bij een ander
De voorwaardelijke toeslagverlening is afhankelijk van de dekkingsgraad van het fonds. Bij dekkingsgraden boven de 104,4% kan er weer gedeeltelijk toeslag worden verleend. SPC1000 heeft een voorwaardelijk toeslagenbeleid. Dat houdt in dat het bestuur altijd kan beslissen om wel of geen toeslagen te geven.
pensioenfonds hoort.
13
De beleggingen van het pensioenfonds in 2012 Het jaar 2012 was een prima beleggingsjaar. Het fonds heeft een rendement behaald van 10,0% exclusief rentederivaten. De rentederivaten zijn bedoeld voor de afdekking van het renterisico. Het fonds heeft gekozen voor een strategie waarbij het renterisico voor ruim de helft wordt afgedekt. Het rendement op de rentederivaten bedroeg 4,5%. Het totaal rendement voor 2012 komt daarmee op 14,5%. Beleggingsbeleid in 2012 Het bestuur heeft de beleggingen van SPS overgenomen per 1 januari 2012. Daarbij is ook het beleggingsbeleid overgenomen. In 2012 zijn er geen noemenswaardige aanpassingen doorgevoerd in het beleggingsbeleid van het fonds. Asset Liability Management (ALM) studie De studie wordt uitgevoerd om de beleggingen en de verplichtingen van het fonds zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen met als resultaat een zo hoog mogelijk verwacht rendement op de beleggingen bij een zo laag mogelijk risico. De resultaten van de ALM studie die eind 2010 is uitgevoerd door SPS zijn overgenomen.
14
Uw aanvullende pensioen bij Robeco De pensioenregeling bestaat uit twee onderdelen, de premieovereenkomst en de kapitaalovereenkomst. Voor de kapitaalovereenkomst bouwt u een aanvullend pensioen op bij Robeco: elke maand wordt een bedrag op uw eigen pensioenbeleggingsrekening bij Robeco gestort. Als u met pensioen gaat, dan wordt het gespaarde bedrag omgezet in een ouderdoms- en eventueel nabestaandenpensioen. Contributies en beleggingen Wij storten een deel van het pensioengeld op een Flexioenrekening van Robeco. De jaarlijkse storting wordt belegd in een adviesmix die aansluit bij uw leeftijd. U mag hiervan afwijken, maar u moet dit dan wel melden. Flexioen product van Robeco: Life Cycle Service Bij Robeco wordt gebruik gemaakt van de Life Cycle Service. Deze service voldoet aan de eisen die de Pensioenwet stelt aan de zorgplicht. Met dit product kunnen deelnemers beleggen in combinaties van verschillende beleggingsfondsen, de zogenoemde adviesmixen. De belangrijkste kenmerken van dit product voor de deelnemers zijn:
Toelichting op beleggingsresultaat In 2012 hebben de Robeco-beleggingen het goed gedaan, maar niet zo
• er zijn acht adviesmixen. Hierdoor gaat de deelnemer geleidelijk over naar een steeds lager risico in zijn beleggingsportefeuille • de adviesmixen zijn samengesteld uit aandelen, obligaties, alternatieve beleggingen en spaarmogelijkheden • mogelijkheid om te beleggen in niet-Robeco-beleggingsfondsen.
goed als de fondsbeleggingen. De totale waarde van de beleggingen van de deelnemers is gestegen met 1,9 miljoen euro.
De deelnemer belegt voor eigen rekening. Dit betekent dat het beleggingsrisico in de pensioenbeleggingsregeling geheel bij de deelnemer ligt.
Net als de beleggingen van ons eigen pensioenfonds,
Overzicht beleggingsresultaat Robeco
worden ook de beleggingsresultaten van de
mix Mix 1 Mix 2 Mix 3 Mix 4 Mix 5 Mix 6 Mix 7 Mix 8
2011 2012
Robeco-mixfondsen ieder kwartaal besproken door de
-4,4% -3,4% -2,3% -1,3% 0,2% 1,8% 2,2% 2,5%
13,6% 13,1% 12,6% 12,2% 11,1% 8,6% 6,5% 3,7%
beleggingsadviescommissie. Ook deze aanvullende pensioenen zijn per 1 januari 2012 overgedragen aan Pensioenfonds C1000, waardoor er voor de deelnemers niets verandert.
15
Jaarlijkse controle, intern toezicht en klachten Jaarlijkse controle Elk jaar worden de administratie en het jaarbericht van SPC1000 door twee externe instanties gecontroleerd: actuaris Ernst & Young en accountant Deloitte. Daarnaast staat SPC1000 onder toezicht van DNB en de AFM. Visitatiecommissie Er gelden eisen aan het interne toezicht van pensioenfondsen in Nederland. Het interne toezicht wordt bij SPC1000 uitgevoerd door een visitatiecommissie met drie onafhankelijke (externe) deskundigen. Minimaal eens per drie jaar kijken zij kritisch naar het functioneren van het bestuur en maken hiervan een rapport. Klachten In 2012 zijn er geen klachten ingediend door deelnemers.
16
Vooruitblik Bij de evaluatie van het herstelplan eind 2012 is vastgesteld dat de werkelijke dekkingsgraad achterblijft bij het herstelplan. Als gevolg hiervan heeft het bestuur moeten besluiten tot het definitief korten van de pensioenen met 2,1% per 1 april 2013. Ook heeft het bestuur moeten besluiten tot het voornemen tot korten van de pensioenen met 1,1% per 1 april 2014. Het besluit tot daadwerkelijke korting is afhankelijk van de financiële positie per 31 december 2013. De uitvoeringsovereenkomst (UVO) eindigt per 31 december 2013. In de UVO is opgenomen dat de kans aanwezig is dat er vanaf 2014 geen nieuwe UVO meer wordt afgesloten. Het bestuur in dit kader is gestart met het uitvoeren van een strategische verkenning voor het geval de UVO daadwerkelijk niet verlengd wordt.
Strategische verkenning Dit betreft een onderzoek naar de toekomst van het fonds. Centrale vraag bij dit onderzoek is: zelfstandig doorgaan of uitbesteden van de pensioenen.
17
Pensioenfonds SPC1000 en betrokken organisaties Bestuursleden SPC1000
Namens de werkgever J.L.M. Sliepenbeek G. Sterkenburg L. Zijl (voorzitter) Namens de werknemers I.L. Brillemans E.H.W. Bosman J.H.A. Ceulemans (secretaris) R. Wolters Namens de gepensioneerden E.F. Martens J. Pluimers
18
Adviserend actuaris
Mercer B.V.
Certificerend actuaris
Ernst & Young Actuarissen B.V.
Accountant
Deloitte Accountants B.V.
Juridisch adviseur
Towers Watson B.V.
Dagelijks bestuur
J.H.A. Ceulemans L. Zijl
Audit commissie
J. Pluimers G. Sterkenburg
Communicatie commissie
E.F. Martens J.L.M. Sliepenbeek
Pensioen commissie
I.L. Brillemans G. Sterkenburg
Beleggingsadviescommissie
J.L.M. Sliepenbeek J.H.A. Ceulemans R. Wolters L. Zijl
Beleggingsadviseur
Strategeon Investment Consultancy B.V.
Manager pensioenbureau
J.P. Vrieleman
Compliance officer
R.J. Caro
Verantwoordingsorgaan
Benoemd door de werkgever V. de Boer Benoemd door de Ondernemingsraad B. Bakker Benoemd door de uitkeringsgerechtigden C.P. Roodnat
Visitatiecommissie
J. Ruben
VCHolland
H. Hanneman W. de Bruijn
Medewerkers pensioenbureau H.J. van Burgsteeden B.B. Biesenbeek