Stichting Oosterwijs. Schoolgids de Sonnewijser Hoofdlocatie: Gerrit van der Veenstraat RD Oss tel

Stichting Oosterwijs

Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Hoofdlocatie: Gerrit van der Veenstraat 24 5348 RD Oss tel. 0412-626300 Afdeling stage: Palestrinastraat 6A 5344 AA Oss tel. 0412-625544 Nevenvestiging: Jacob Cremerstraat 1 4001 XM Tiel tel. 0344-627042

Inhoudsopgave 1. Schoolgids 1.1 1.2 1.3

Wat staat er in deze schoolgids Stichting Oosterwijs Ontwikkelingen op de Sonnewijser

2. Missie en Visie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6

Uitgangspunten van onze stichting Klimaat van de school Gedragscode Geloof Drugs Contact met ouders/ verzorgers

3. Leerlingenzorg 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

3.7 3.8 3.9

Welke leerlingen volgen onderwijs op de Sonnewijser? Voorwaarde voor toelating Aanmelden Handelingsplan en ontwikkelingsperspectief Adviesgesprek Weerbaarheidtraining 3.6.1 Rots en water 3.6.2 Kanjertraining Bijzondere voorzieningen voor leerlingen Verwijzing naar andere scholen Periodiek gezondheidsonderzoek

4. Onderwijs 4.1 4.2 4.3

5.1 5.2

4 4 5 5

6 6 6 7 8 8 8

9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 11 12

14

Onderwijs op de Sonnewijser Onderbouw Vervolgmogelijkheden na de onderbouw Sonnewijser

14 15 17

5. Buitenschoolse activiteiten, ouderbijdrage en sponsoring

22

Buitenschoolse activiteiten en ouderbijdrage Sponsoring

6. Klachtenprocedure en externe vertrouwenspersoon


22 22

23

Pagina 2

7. Medewerkers en medezeggenschapsraad 7.1 7.2 7.3 7.4

Medewerkers Vervanging bij ziekte, compensatieverlof, studie Stagiaires Medezeggenschapsraad

8. Lesuitval, verzuim, schorsing, verwijdering 8.1 8.2 8.3 8.4

9.1 9.2

9.3

Lesuitval Verzuim Schorsing Verwijdering

25

25 25 25

26 26 26 26 26

9. Ontwikkelingen en resultaten van het onderwijs

27

Onderwijsverbetering Samenwerking 9.2.1 Stichting Oosterpoort 9.2.2 Samenwerkingsverbanden 9.2.3 Samenwerking met andere instanties Resultaten van het onderwijs

27 27 27 27 27 28

10. Contactinformatie


33

Pagina 3

1.

SCHOOLGIDS

1.1 Wat staat er in deze schoolgids De Sonnewijser is een cluster 4 school met drie locaties, twee in Oss en één in Tiel. Middels deze schoolgids geven wij u inzicht in en informatie over de inrichting van ons onderwijs. Daarbij willen wij de lezers belangrijke informatie verstrekken geldend voor de verschillende locaties van de Sonnewijser. Informatie betreffende onze missie en visie en ons onderwijsaanbod, de onderwijsresultaten, onze leerlingenzorg maar ook informatie over bijvoorbeeld de MR en klachtenprocedures. Iedere locatie van de Sonnewijser heeft ook een locatiespecifieke informatiegids. In deze informatiegids vindt u praktische en locatiegebonden zaken als vakantieroosters, personeelslijst en bijvoorbeeld informatie over ziekmeldingen. Wij, samenstellers van deze gids, hebben getracht om onze school in al zijn geledingen kort en bondig samen te vatten. Wij menen dit naar behoren te hebben gedaan, maar er is slechts één persoon die de kwaliteit van dit document kan beoordelen en dat bent u als lezer. Wij stellen het daarom op prijs als u op- of aanmerkingen op deze gids aan ons wilt melden. In de volgende versie van onze schoolgids kunnen wij deze dan meenemen. Susan van Proosdij, directeur, Tiel

Ton van Zuilen locatie directeur Oss


Theo van Kilsdonk locatie directeur stage afdeling Oss

Pagina 4

1.2 Stichting Oosterwijs De Sonnewijser is een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs en ressorteert onder het bestuur van Stichting Oosterwijs. Naast de Sonnewijser valt ook de Sterrenkijker (www.desterrenkijker.nl) in Oss en Uden onder dit bestuur. Stichting Oosterwijs is een dochter van de Stichting Oosterpoort (www.oosterpoort.org), een instelling voor jeugd- en opvoedhulp.

1.3 Ontwikkelingen op de Sonnewijser Sinds schooljaar 2013 – 2014, maakt de Sonnewijser in Tiel deel uit van het samenwerkingsverband Rivierenland (SWV VO 2508). De locaties in Oss maken deel uit van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Brabant noordoost (SWV VO 3006). De Sonnewijser is een school die constant in ontwikkeling is. Indachtig onze missie en visie, willen wij ons blijven verbeteren en steeds verder professionaliseren in het belang van onze leerlingen. Tevens willen wij voldoen aan de eisen die de inspectie van onderwijs aan ons stelt. Met het oog op bovenstaand doel en het participeren binnen passend onderwijs, vormgegeven door ons samenwerkingsverband, is een verbreding van ons onderwijsaanbod aan de orde van de dag. In hoofdstuk 9 van deze schoolgids, ons schoolplan en de verschillende jaarplannen, vertellen wij daar meer over.


Pagina 5

2. MISSIE EN VISIE 2.1 Uitgangspunten van onze stichting Het recent vastgesteld schoolplan voor de komende vier schooljaren, baseert zich bij de formuleringen t.a.v. van missie en visie, op de ter zake doende bestuursdocumenten. Hierin staat dat de neutraal bijzondere scholen van de Stichting Oosterwijs speciaal onderwijs verzorgen aan leerlingen van 4 t/m 20 jaar. Bij leerlingen die in aanmerking komen voor deze vorm van speciaal onderwijs is er sprake van gedragsstoornis en/of psychiatrische problemen. De scholen van Oosterwijs zijn alle cluster 4 scholen en maken deel uit van het Regionaal Expertise Centrum Vierland-Zuid. Dit is een Regionaal Expertise Centrum van 10 gelijksoortige scholen in de regio Arnhem, Nijmegen, Oss en Tiel. Met het van kracht worden van de wet op Passend onderwijs met ingang van 1 augustus 2014, vervallen de REC’s en daarmee ook de cluster 4 indicaties. Dit heeft grote gevolgen voor de wijze waarop de ondersteuning voor onze leerlingen die nu een cluster 4 indicatie hebben, wordt geregeld en daarom ook voor onze organisatie. Later in dit schoolplan zullen we daar uitgebreid op terug komen. Onze missie is als volgt: “Wij willen leerlingen de best passende en meest adequate orthopedagogische en orthodidactische benadering en therapeutische ondersteuning aanbieden, waarbij het kind en met name het vertrouwen in de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind, centraal staan.” We willen dit onder andere realiseren door het aanbieden van een pluriform aanbod, dat afgestemd is op de individuele hulpvraag van onze leerlingen. Hierbij hanteert de stichting de volgende uitgangspunten. 1. Het doel van de Stichting is het geven of doen geven van speciaal onderwijs en de daarbij noodzakelijke behandeling van en begeleiding aan leerlingen en leerlingen met ernstige ontwikkelings- en/of gedragsproblemen. 2. We gaan uit van de gelijkwaardigheid van levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen. De Stichting richt zich bij haar onderwijs nadrukkelijk op de overdracht van die normen en waarden welke leiden tot een rechtvaardige en tolerante (verdraagzame) samenleving. Leerlingen moeten vanuit het gegeven onderwijs kunnen groeien tot volwassenen die een eigen levensbeschouwing kunnen ontwikkelen met begrip en respect voor anderen. 3. De Stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door aanwending van alle wettige middelen, waarbij met name aandacht zal worden geschonken aan het oprichten en in stand houden van scholen voor speciaal onderwijs, waarbij orthopedagogische, therapeutische en didactische aspecten centraal staan. De Stichting zal voorts therapeutische hulp stimuleren en het vereiste onderwijs bevorderen. De Stichting wil samenwerking tussen instituten en onderwijsinstellingen met dezelfde aanverwante doelstellingen bevorderen. De Stichting stelt zich tot doel nauw samen te werken met andere instanties die zich richten op de jeugdhulpverlening. 4. De Stichting beoogt niet het maken van winst. 2.2 Klimaat van de school Onze leerlingen kampen met bepaalde problematiek waardoor plaatsing op het regulier Voortgezet Onderwijs (op enig moment) niet mogelijk is. Voor het klimaat op school betekent dat dat er extra risico's voor een negatief klimaat aanwezig zijn. Problemen voorkomen en oplossen, extra aandacht voor leerlingen zijn onder andere middelen die Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 6

wij inzetten om dit tegen te gaan. Openheid en een positieve houding van de volwassenen ten opzichte van de leerling zijn hierbij uitgangspunten. Dit bevordert een positief klimaat. Tegelijkertijd is duidelijk en consequent optreden bij ongewenst gedrag ook belangrijk: dit doen wij dan ook als de situatie hierom vraagt. Leerlingen in de puberleeftijd hebben het recht om grenzen op te zoeken en wij hebben als volwassenen de plicht om die grens aan te geven. Wij zijn kortom voorstander van een open, gezellige sfeer op school: informeel waar dat kan en formeel waar dat moet. Wij zien onze school wat dat betreft als een strenge school, waar in overleg veel kan. Het hier genoemde heeft geresulteerd in een gedragscode die wij op school hanteren en die hierna wordt toegelicht. 2.3 Gedragscode 1 De Sonnewijser is een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. Alle leerlingen die op de Sonnewijser naar school gaan, hebben problemen op één of ander gebied. Die problemen kunnen heel verschillend van aard zijn. We willen alle leerlingen helpen met het oplossen van die problemen. Daarvoor spreken we deze gedragscode af, die op sommige punten anders is dan die van een reguliere Voortgezet Onderwijsschool. Op onze school zijn de volwassenen de baas, de leerlingen doen wat de volwassenen vragen. Leerkrachten zullen de leerlingen, rekening houdend met hun problematiek, op een goede, pedagogisch verantwoorde manier benaderen. Leerkrachten zullen leerlingen altijd respectvol behandelen, maar er moet wel gebeuren wat de volwassene vraagt. Dit zal in eerste instantie gebeuren door leerlingen dat - meerdere malen - te vragen. Daarbij wordt de keuze die de leerlingen maken benadrukt en uitgelegd. Als leerlingen weigeren om dan toch te doen wat de volwassene vraagt, zal in extreme gevallen een fysieke benadering niet uitgesloten zijn. Veel van onze leerlingen hebben problemen in de omgang met anderen. Zij gebruiken andere regels dan de maatschappij van hen verlangt. De problemen die zij hebben zijn heel verschillend, daarom is een gedragsreglement wat voor alle leerlingen geldt moeilijk te geven. Wel kunnen we een aantal aandachtspunten op papier zetten: Omgaan met de anderen Iedereen heeft een naam, bijnamen zijn niet toegestaan. Je beoordeelt niemand op uiterlijk, je lacht elkaar niet uit, je scheldt niet op en roddelt niet over elkaar. De enige waar jij op moet letten is jezelf. Je blijft van elkaar (en van elkaars spullen) af. Je laat elkaar met rust en bemoeit je niet met anderen. Mishandeling, lichamelijk of geestelijk is niet toegestaan, evenmin als anderen bedreigen. Wat zouden we graag zien Als je ziet, merkt of hoort dat iemand gepest wordt, besteed je geen aandacht aan de pester, maar je meldt het (schriftelijk) bij een volwassene. Als je goed luistert naar de ander helpt dat problemen voorkomen en oplossen.

1

Vanuit deze tekst zijn de schoolregels voor de leerlingen opgesteld. Daarom wijkt de tekst hier en daar in toon wat af van de rest van deze gids.


Pagina 7

Nieuwkomers op school help je en vang je op. Weet je nog hoe jij je voelde toen je voor het eerst kwam?

2.4 Geloof De signatuur van onze school is bijzonder neutraal. Dat wil zeggen dat we als school geen geloofsovertuiging ‘aanhangen’. Op onze school wordt geen onderscheid gemaakt ten aanzien van welke levensbeschouwing dan ook en er worden ook geen lessen gegeven over een bepaalde levensbeschouwing. 2.5 Drugsbeleid Sommige genotsmiddelen, waaronder (soft)drugs, zijn door de wet verboden. Op onze school zijn het bezit, het gebruik, het onder invloed zijn en het verhandelen van drugs verboden. Als het vermoeden bestaat of als vastgesteld wordt dat één van de verdovende middelen (zoals alcohol, cannabis, medicatie en/of andere drugs) binnen of buiten de school gebruikt zijn, nemen we de volgende maatregelen:  De leidinggevende bespreekt dit vermoeden en/of gebruik met de betrokken leerling  De politie wordt in hiervan op de hoogte gebracht: de desbetreffende leerling wordt waarschijnlijk op school opgehaald en meegenomen naar het politiebureau  De ouders/verzorgers worden hiervan op de hoogte gebracht  De ouders/verzorgers zullen met de leidinggevende een afspraak moeten maken voor een gesprek waarbij de betrokken leerling aanwezig dient te zijn. Tot dit moment is de leerling niet welkom op school.  Er zal met de leerling en de ouders/verzorgers een contract worden afgesloten. Hierdoor verbindt de leerling zich ertoe geen drugs te gebruiken of te verhandelen binnen onze school. Ook zal in dit contract komen te staan dat de leerling gedurende een bepaalde periode zal moeten nablijven. Als dit contract niet wordt nageleefd, ziet de school zich genoodzaakt om een zogeheten verwijderingsprocedure op te starten die kan leiden tot een definitieve uitsluiting van onderwijs op de Sonnewijser. 2.6 Contact met ouders/verzorgers Wij stellen regelmatig contact met de ouders of verzorgers van onze leerlingen op prijs. Een goede samenwerking tussen ouders/verzorgers en de school geeft namelijk de grootste kans op het goed verlopen van de schoolloopbaan van de leerling. In eerste instantie is de mentor het eerste aanspreekpunt voor ouders/ verzorgers. Mentoren komen aan het begin van het schooljaar op huisbezoek en maken tijdens dit huisbezoek afspraken over contacten tussen school en thuis (wie, wanneer, waarover en hoe bv mailen, bellen etc) Naast het contact met de mentor zijn er op jaarbasis ook een aantal vastgestelde contactmomenten zoals de informatiemiddagen/avonden, adviesgesprekken, rapportgesprekken etc. Ook kan het voorkomen dat ouders/ verzorgers middels een brief ergens van op de hoogte worden gesteld. Soms is bovenstaande echter niet voldoende en is extra contact nodig, bijvoorbeeld bij het niet verschijnen van leerlingen op school, bij extreme conflicten en bij andere calamiteiten. Om deze reden is het noodzakelijk dat wij altijd op de hoogte zijn van de meest recente contactgegevens. Ouders/verzorgers zijn altijd en onbeperkt vrij om contact op te nemen met school. Zij zullen dan op een, bij de vraag passende wijze, geïnformeerd worden over datgene wat zij wilden weten.


Pagina 8

Naast bovenstaande contactmomenten vinden wij het als school ook belangrijk ouders en verzorgers in een meer informele setting te zien en te spreken. Om deze reden organiseren wij bijvoorbeeld jaarlijks een gezamenlijke kerstviering waarbij naast ouders en verzorgers ook opa’s en oma’s, broertjes en zusjes uitgenodigd zijn.


Pagina 9

3. LEERLINGENZORG 3.1 Welke leerlingen volgen onderwijs op de Sonnewijser? Op de Sonnewijser geven wij onderwijs aan leerlingen tussen de 12 en 21 jaar. De leerlingen hebben een zogeheten cluster 4 indicatie gekregen. Dit betekent dat zij te kampen hebben met ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. Er zijn leerlingen met externaliserende problematiek en met meer internaliserende problematiek. Er zijn leerlingen met stoornissen binnen het autistisch spectrum zoals het syndroom van Asperger, PDD-NOS, klassiek autisme, maar ook leerlingen met stoornissen als NLD, of MCDD. ADHD, ADD, ODD zijn tevens veel voorkomende stoornissen. Er zijn ook leerlingen met een dubbele diagnose of leerlingen die naast de diagnose nog een leerprobleem en/of leerachterstand hebben. 3.2 Voorwaarde voor toelating Voor toelating op onze school is tot augustus 2014 een indicatie voor cluster 4 onderwijs noodzakelijk, afgegeven door een Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Vanaf 1 augustus 2014 zijn leerlingen voor onze school toelaatbaar wanneer zij beschikken over een zgn. ‘toelaatbaarheidsverklaring’. Deze worden afgegeven door een speciale commissie die deel uitmaakt van ons samenwerkingsverband. Op dit moment verkeren scholen in een overgangsfase n.a.v. de invoering van passend onderwijs. Wij adviseren ouders/derden om contact op te nemen met onze CvB wanneer men hierover vragen heeft. 3.3 Aanmelden Wanneer een samenwerkingsverband een zgn. toelaatbaarheidsverklaring toekent en daarmee verklaart dat een leerling plaatsbaar is in een school voor cluster-4-onderwijs, kunnen ouders/verzorgers besluiten tot aanmelding bij de Sonnewijser. De procedure verloopt dan als volgt:  U wordt uitgenodigd voor een rondleiding of informatiemiddag. In beide gevallen maakt u nader kennis met de werkwijze van de school en wordt u in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen.  Vervolgens krijgt u een uitnodiging voor een intakegesprek. Dit gesprek zal ongeveer 1 uur duren. Zowel ouders/verzorgers als de leerling dienen hierbij aanwezig te zijn. In het intakegesprek zullen aan u en aan uw zoon/dochter vragen gesteld worden die specifiek op uw zoon/dochter betrekking hebben om alvast wat zicht te krijgen op de begeleidingsvragen voor school.  Bij de scholen van herkomst wordt het dossier opgevraagd.  Na het intakegesprek wordt eventueel gevraagd om aanvullende verslagen wanneer blijkt dat het dossier naar onze mening niet compleet is.  Vervolgens zal dossieronderzoek verricht worden en wordt er eventueel contact gezocht met de school van herkomst.  Nadat het intakegesprek is verwerkt, alle benodigde gegevens zijn verzameld en bekeken, zullen de ouders/verzorgers zo snel mogelijk geïnformeerd worden over definitieve plaatsing. 3.4 Groepsplan en ontwikkelingsperspectief Het handelingsplan kent in ieder geval twee aspecten: het pedagogisch aspect en het didactisch aspect. Er volgt een individueel didactisch handelingsplan (indien nodig) en een groeps(handelings)plan. Hierin staan doelen omschreven voor een groep leerlingen met dezelfde pedagogische hulpvragen. Als blijkt dat een leerling specifiekere hulpvragen heeft, wordt een individueel pedagogisch handelingsplan opgesteld. Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 10

Het handelingsplan wordt opgesteld en geëvalueerd op basis van de beoordeling van verschillende meetinstrumenten die door de mentor en co-mentor worden ingevuld. Deze meetinstrumenten omvatten zowel de sociale- en emotionele ontwikkeling als de taak- werkhouding. Voor het didactisch handelingsplan wordt in principe één keer per jaar een GSO (Gemeenschappelijk School Onderzoek) afgenomen, waarmee het niveau van instrumentele vaardigheden (rekenen, lezen, taal) van iedere leerling wordt bepaald en/of geëvalueerd. Wij gebruiken hiervoor de toetsen van het instituut CITO. Daarnaast stellen we voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. Ouders worden betrokken bij het opstellen en evalueren van die OPP’s. In een OPP wordt ingegaan op de ontwikkeling van de leerling op sociaal-emotioneel gebied, op didactisch gebied en gekeken naar leerlingspecifieke doelen. Deze OPP’s worden jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Indien nodig worden de handelingsplannen en eventueel ook het uitstroomperspectief van de leerling naar aanleiding van deze bespreking aangepast. Incidenteel vindt er aan de hand van bepaalde gebeurtenissen en/of vragen aanvullend onderzoek plaats en daarop volgend overleg met leerling en/of ouders. Ouders krijgen de verslaglegging, met de bijbehorende scores op verschillende meetinstrumenten, mee. Tweemaal per jaar worden de vorderingen van de leerlingen in zowel de theoretische als praktijkvakken beoordeeld. Deze beoordeling wordt vastgelegd in het schoolrapport wat met ouders en betreffende leerling besproken wordt tijdens de rapportmiddag of -avond. Onze verslagen, evenals verslaggeving van derden, worden (digitaal/fysiek) opgeslagen in het leerling-dossier. Dit dossier is op aanvraag door ouders in te zien. Bovenstaande cyclus is per locatie opgenomen in een document waar puntsgewijs per leerjaar uitgeschreven staat wie wanneer wat doet. Dit alles is ook (beknopt) terug te vinden in de jaarkalender. 3.5 Adviesgesprek Aan het einde van een schooljaar wordt er met ouders/verzorgers en betreffende leerling een gesprek gehouden over de doorstroom binnen de Sonnewijser of het uitstroomperspectief. De wensen van de betreffende leerling en ouders/verzorgers worden naast de op de Sonnewijser ervaren mogelijkheden en ontwikkelingen van de leerling gelegd. Het doel is te komen tot een realistisch onderwijs (toekomst) aanbod. Ook bij dit gesprek is de leerling aanwezig. Het advies zal continuering van het huidig onderwijs inhouden of overstap naar een andere vorm van onderwijs. 3.6 Weerbaarheidstrainingen 3.6.1 Rots en Water Leerlingen met gedragsproblemen hebben moeite met het tegemoet treden van hun omgeving op sociaal aangepaste wijze. Een weerbaarheidstraining zoals Rots en Water kan hen daarbij helpen. De training richt zich op het zich onafhankelijk kunnen opstellen en eigen keuzes maken (‘rots’) in combinatie met leren samen werken, spelen en leven (‘water’). Deze training wordt binnen de Sonnewijser ingezet om leerlingen te ondersteunen, die moeite hebben met het controleren, sturen en beheersen van hun eigen gedrag. Het Rots&Water programma beschouwen wij als een weerbaarheidstraining die zich onderscheidt van andere programma’s door zijn meervoudige doelstelling en het bredere pedagogische perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Weerbaarheid en solidariteit, rots en water, worden in balans gepresenteerd en getraind. ‘Rots en water’ heeft als doel het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie, zelfvertrouwen, en communicatieve en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn het voorkomen van (seksueel) geweld en het leren inslaan van een eigen weg belangrijke thema’s. ‘Rots en Water’ maakt gebruik van een psychofysieke didactiek, wat inhoudt dat startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden worden aangereikt en Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 11

voorts verworven. Actie (spel, spelen en simpele vormen van zelfverdediging) wordt afgewisseld met momenten van zelfreflectie en kringgesprekken. De training is zowel geschikt voor leerlingen met externaliserende gedragsproblemen als voor leerlingen met meer internaliserende problematiek. 3.6.2 Kanjertraining Het belangrijkste doel van de Kanjertraining is dat een leerling positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Deze training wordt bij beide van de onderbouwlocaties schoolbreed aangeboden. De kennismaking met de training en de basis ervan wordt gelegd tijdens de sovalessen middels een vast lesprogramma. De Kanjertraining is echter meer dan alleen een aantal losse lessen. Het doel is dan ook dat de Kanjertraining compleet geïmplementeerd en geïntegreerd wordt in het dagelijkse onderwijsaanbod van de Sonnewijser op de onderbouwlocaties. 3.7 Bijzondere voorzieningen voor leerlingen Binnen de Sonnewijser is extra ondersteuning voor de leerlingen mogelijk op diverse gebieden. Dit kan op zowel didactisch als op persoonlijk gebied van de leerling zijn. Ondersteunende gesprekken, sociale vaardigheidstraining en remedial teaching zijn voorbeelden hiervan. Soms hebben gesprekken het doel om een acuut (persoonlijk) probleem van een leerling of tussen leerlingen te helpen oplossen. Dit kan variëren van een probleem in de thuissituatie van een leerling tot een conflict op het schoolplein dat liefst zo snel mogelijk opgelost dient te worden, zodat het onderwijs weer verder kan gaan. Eventueel wordt er met jeugd- en gezinshulpverleningsinstellingen uit de omgeving samengewerkt om een individuele training of therapie op te zetten. Als er een belangrijk en aanwijsbaar verband is met het functioneren op school, kan er voor gekozen worden dat dit tijdens schooltijd en op school plaats vindt. Gesprekken kunnen een structureel of een incidenteel karakter hebben, therapieën zijn altijd structureel. 3.8 Verwijzing naar andere scholen Op onze school zijn leerlingen geplaatst die (nog) niet in staat zijn om onderwijs te volgen op een reguliere school voor Voortgezet Onderwijs. Indien de noodzaak tot plaatsing op het Voortgezet Speciaal Onderwijs ontbreekt, zal een leerling altijd overgeplaatst worden naar een vorm van Voortgezet Onderwijs in zijn of haar woonomgeving. Voor leerlingen die onze school verlaten om over te stappen naar een andere vorm van onderwijs wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport wordt met de desbetreffende leerling en ouders/verzorgers besproken alvorens het wordt opgestuurd naar de andere school. Ouders/verzorgers kunnen van dit rapport een kopie krijgen.


Pagina 12

3.9 Periodiek gezondheidsonderzoek GGD Brabant (www.ggdhvb.nl) De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Hart voor Brabant zet zich in voor de bescherming en bevordering van de gezondheid van kinderen en jongeren tot 19 jaar. Jeugdartsen, een jeugdpsycholoog en sociaal verpleegkundigen richten zich hierbij op het opsporen van gezondheidsproblemen. Waar mogelijk staan zij u als ouders/verzorgers bij met adviezen over de gezondheid en ontwikkeling van de leerling. In de loop van het eerste schooljaar vindt een onderzoek plaats door de jeugdarts en de teamassistente. Aan bod komen ogen, oren, lengte en gewicht en psychosociale ontwikkeling en afhankelijk van de leeftijd wordt de motoriek beoordeeld. Ook kunnen gezondheidsvragen aan u als ouder/verzorger aan de orde komen. Ouders/verzorgers kunnen altijd kosteloos een extra onderzoek of gesprek aanvragen. Het is belangrijk dat u als ouder/verzorger tijdig met uw vragen komt. Indien nodig kan de verpleegkundige betrokken worden bij overleg binnen het zorgteam op school. In dit multidisciplinaire overleg worden leerlingen met problemen besproken. Voor meer informatie over de onderzoeken en werkzaamheden van de GGD of voor het maken van een afspraak, kunt u tegen lokaal tarief bellen naar 0900 - 4636 443. GGD Rivierenland ( www.ggdrivierenland.nl) Periodiek gezondsheidsonderzoek Alle leerlingen van de tweede klas (of 2+ klas) in het voortgezet onderwijs vullen een vragenlijst in over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid. Zij ontvangen hierbij een uitnodiging voor een gesprek met een arts van de GDD van de afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ), die de vragenlijst met de leerling bespreekt. Er is aandacht voor de groei, de rug en indien nodig voor het gehoor en de ogen. Indien gewenst kunnen ouders/verzorgers bij dit onderzoek aanwezig zijn. Wat gebeurt er na het onderzoek? Als een probleem meer aandacht behoeft dan tijdens het onderzoek mogelijk is, dan wordt er een nieuwe afspraak gemaakt om op het onderwerp terug te komen. Soms is extra controle nodig van bijvoorbeeld lengte of gewicht. Hiervoor ontvangt de leerling dan op een afgesproken termijn een uitnodiging. In overleg met de ouders/verzorgers vindt eventueel verwijzing naar een deskundige plaats.


Pagina 13

Extra onderzoek Naast de vaste onderzoeksmomenten kunnen ouders/verzorgers of de leerling zelf op elk gewenst moment een onderzoek of gesprek aanvragen. Ook de docent kan (na overleg met de ouders/verzorgers) een extra onderzoek aanvragen als er zorgen zijn over bijvoorbeeld de ontwikkeling, de groei of het gedrag. Afspraak maken, verzetten of afzeggen Heeft u een uitnodiging voor het spreekuur ontvangen en wilt u deze verzetten of afzeggen? Of wilt u een afspraak maken voor een bezoek aan het spreekuur op school? Stuur dan een mailtje met uw verzoek naar [email protected]. U kunt ook bellen: van maandag t/m donderdag van 09.00-16.00 uur naar (0344) 69 87 45.


Pagina 14

4. ONDERWIJS 4.1 Onderwijs op de Sonnewijser Hieronder wordt weergegeven hoe het onderwijs op de Sonnewijser is opgebouwd en wat de doorstroommogelijkheden zijn. Het eerste schema heeft als bovengrens VMBO T. Het tweede schema heeft als ondergrens VMBO T.

vso 1

vso 2

vso 2+

Arbeidsgerichte leerweg

Diplomagerichte leerweg Cluster 4

Diplomagerichte leerweg symbiose

Diplomagerichte leerweg regulier

ROC Niveau 1, 2, 3, 4

Arbeidscontract

 vso 1 VMBO T

vso 1 HAVO

vso 2 VMBO T

vso 2 HAVO

vso 2+ VMBO T

vso 3 HAVO

vso 3 + HAVO

Diplomagerichte leerweg cluster 4

VMBO-diploma symbiose

Diplomagerichte leerweg regulier

Sonnewijser Andere school Arbeid ipv school


Pagina 15

4.2 Onderbouw De Sonnewijser heeft 2 onderbouwlocaties, te weten de Gerrit van de Veenstraat in Oss en de Jacob Cremerstraat in Tiel. In het schooljaar 2014-2015 bestaat de onderbouwlocatie in Oss wederom uit vier groepen en de onderbouwlocatie in Tiel wederom uit 8 groepen. Op de Sonnewijser locatie Tiel kent men naast de bekende gemengde groepen ook de zogeheten ASS-groepen. Bij het plaatsen van de leerling in één van de twee soorten groepen, wordt de mening van de ouders/verzorgers en de school van herkomst in de overwegingen meegenomen. Op de locatie in Oss wordt onderwijs geboden op VMBO niveau. Op de locatie in Tiel wordt onderwijs geboden tot en met HAVO-niveau. De Sonnewijser heeft een regiofunctie voor het aanbieden van cluster 4 onderwijs. Leerlingen zijn afkomstig uit de regio Noordoost Noord-Brabant en Rivierenland. Het primaire doel van de Sonnewijser is om leerlingen na de onderbouwperiode door te laten stromen naar:  Het reguliere Voortgezet Onderwijs (met ambulante begeleiding)  Het voortgezet speciaal onderwijs met een diplomamogelijkheid (Symbiose-onderwijs)  Arbeidsmarktgerichte leerweg, middels stage lopen bij bedrijven, ter voorbereiding op een vervolgopleiding op het ROC of een arbeidscontract De maximale klassengrootte op de Sonnewijser is in principe 12 leerlingen. Een klas is opgedeeld in 2 subgroepen. Wanneer de ene subgroep praktijkles heeft, heeft de andere subgroep theorieles en omgekeerd. Iedere klas heeft ook een aantal gezamenlijke uren, dus lesuren waarin de hele klas gezamenlijk een theorievak volgt bij de mentor. Ook de gymles wordt met de hele klas gedaan. Iedere dag start en eindigt de klas gezamenlijk in het theorielokaal van de mentor. Wanneer het voor een leerling, om welke reden dan ook, even niet mogelijk is de les in de klas te volgen, kan een timeout plek aangeboden worden. Lesrooster en vakken: Alle leerlingen volgen 30 lesuren per week. De vakken die de leerlingen volgen zijn ingedeeld op basis van het leerjaar en het didactisch niveau. Binnen de klassen is er sprake van differentiatie van lesvorm en lesinhoud op basis van de didactische mogelijkheden die het vak biedt en van de individuele leerling. Naast de aangeboden theorievakken van de basisvorming krijgen de leerlingen ook nog vakken als mentoruur, zelfstandig werken en studie-uur van de mentor aangeboden. Ook krijgen de leerlingen, afhankelijk van het niveau en leerjaar een aantal praktijkvakken aangeboden. De praktijkvakken worden gegeven door diverse vakleerkrachten in – grotendeels speciaal hiervoor ingerichte - lokalen. Te denken valt dan aan houtbewerking, (fiets)techniek, algemene techniek, (vak)tekenen, informatica, koken, sociale vaardigheden, lichamelijke opvoeding, verzorging. Structuur aanbrengen Alle leerlingen hebben een veilige, duidelijke en heldere structuur nodig met vaste regels en afspraken. Alle leerlingen, maar met name leerlingen met een aan autisme verwante stoornis hebben een veilige, voorspelbare, tot relatie en exploratie uitnodigende omgeving nodig: een omgeving die de (voor hen vaak complexe) onderwijssituatie verduidelijkt. Dit kan worden gerealiseerd door het bieden van structuur in de tijd, in de activiteiten en in de ruimte.


Pagina 16

Structuur in de tijd  Het lesrooster is voor alle klassen voor het begin van het schooljaar klaar.  Elke schooldag begint en eindigt op een vast tijdstip.  Alle lessen duren 50 minuten. (Uitzondering is de kookles: dit is een blokuur)  Er zijn vaste pauzetijden. Het is voor leerlingen duidelijk hoe een les is opgebouwd: de lessen zijn, voor zover mogelijk, op dezelfde manier opgebouwd.  Pauzetijden worden duidelijk aangegeven door één of meerdere belsignalen.  De klas is aan het begin van de schooldag, na de pauze en aan het einde van de schooldag altijd in het lokaal bij de mentor.  Het dagprogramma is zichtbaar aanwezig in het lokaal voordat leerlingen de klas inkomen.  In iedere lokaal hangt een time timer om structuur aan te brengen in de tijd.  Indien zich wijzigingen voordoen in het week- of dagprogramma dan wordt aan het begin van de dag een afspraak gemaakt met de leerlingen hoe de tijd anders ingevuld gaat worden.  De leerlingen beschikken thuis over een lesrooster en over een overzicht van lesuren, zodat ze zich thuis al kunnen oriënteren op de dag die gaat komen. Structuur in de activiteiten  Indien nodig motiveert de leerkracht de leerlingen door het invoeren van (individuele of groepsgebonden)beloningssystemen. Hierbij is het belangrijk dat elke leerling weet wat van hem/haar verwacht wordt en waarmee of wanneer een beloning verdiend kan worden. De leerkracht zorgt voor haalbare doelen, zodat een beloning ook echt verdiend kan worden.  De leerkracht controleert of de leerlingen de groepsinstructie hebben begrepen. Eventueel geeft de leerkracht, naast groepsinstructie, extra individuele instructie.  Het is voor de leerlingen duidelijk hoe een les is opgebouwd: de lessen zijn, voor zover mogelijk, op dezelfde manier opgebouwd.  De mentor loopt gezamenlijk met de leerlingen naar het lokaal. Afhankelijk van het leerjaar wordt hier een opbouw in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid gemaakt. Indien er een groep naar praktijk gaat, komt de praktijkdocent de groep ophalen en hij of zij brengt de groep na afloop ook weer terug.  Het is voor de leerlingen duidelijk wat ze in de pauze kunnen gaan doen. Er worden activiteiten aangeboden voor buiten en binnen waaraan ze kunnen deelnemen. Wanneer blijkt dat een leerling dit nodig heeft, bespreekt de mentor voorafgaand aan de pauze met de leerling wat hij of zij in de pauze gaat doen.  De leerkracht geeft per les aan wat behandeld gaat worden en wat van de leerling verwacht wordt. Dit wordt tevens gevisualiseerd (schoolbord). Dit geldt voor klassikaal onderwijs en wordt bij meer individueel gericht onderwijs aangepast.  De mentor loopt gezamenlijk met de klas naar binnen.  Indien er sprake is van een kleine klas, waarbij de hele groep naar praktijk gaat, dan brengt de mentor de leerlingen naar de praktijkles, zodat de vakleerkracht de spullen alvast klaar kan zetten. Indien er een halve groep naar praktijk gaat, komt de vakleerkracht de groep ophalen en brengt deze na afloop ook weer terug. Structuur in de ruimte  Het lokaal wordt onderverdeeld in delen waar altijd dezelfde activiteiten plaatsvinden (instructietafel, eigen tafel, bureau leerkracht, eventueel een hoek voor ontspanning).  Leerlingen hebben de mogelijkheid om hun spullen in de klas op een specifieke plek te bewaren (bijvoorbeeld in kluisjes).  Er is een vaste plaats binnen de klaslokalen gerealiseerd (zo prikkelarm mogelijk) waar leerlingen, indien nodig, een time-out kunnen nemen of kunnen werken.  De (les)materialen worden op een vaste plek in de klas bewaard, voorzien van duidelijke labels, zodat één en ander gemakkelijk te vinden is. Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 17

4.3 Vervolgmogelijkheden na de onderbouw Sonnewijser De Sonnewijser locatie Gerrit van de Veenstraat en de locatie Jacob Cremerstraat bieden de onderbouw van VMBO basis t/m HAVO aan (HAVO alleen op de locatie in Tiel). Op dit moment dienen alle leerlingen aan het eind van de onderbouw een overstap te maken naar een andere locatie van de Sonnewijser of een andere school. Hierbij zijn verschillende adviezen mogelijk, gebaseerd op de mogelijkheden van de individuele leerling en de eisen die gesteld worden vanuit het vervolgtraject. Dit advies wordt geformuleerd en gegeven door de Commissie van Begeleiding. Hieronder is informatie te vinden over de verschillende vormen van uitstroom. (Voor de vervolgmogelijkheden in schematische weergave zie blz. 14) Eerst steekwoorden en daarna meer gedetailleerd. Het advies Bij start op de Sonnewijser krijgt iedere leerling een OntwikkelingsPerspectiefPlan (OPP) waarin een uitstroomperspectief wordt geformuleerd. De Commissie van Begeleiding van de Sonnewijser, bestaande uit de schoolmaatschappelijk werker, de orthopedagoog en de locatiedirecteur, formuleert in het 2e leerjaar van de leerling het vervolgadvies. Dit advies wordt onder andere gebaseerd op basis van de handelingsplannen, beeldbeschrijvingen, observatielijsten, scollijsten, cito-uitslagen, rapporten en statusoverzichten. Na het opstellen van het advies worden ouders/verzorgers uitgenodigd voor een adviesgesprek, waarin het advies wordt besproken. Het kan gebeuren dat ouders/verzorgers andere verwachtingen van het advies hadden en zich niet kunnen vinden in het advies. Ouders en/of verzorgers zijn vrij om toch voor een andere vorm van onderwijs buiten de Sonnewijser te kiezen dan het advies aangeeft. Ouders/verzorgers hebben namelijk het recht hun zoon/dochter op iedere school aan te melden die zij willen. Of die school overgaat tot plaatsing is echter afhankelijk van het aannamebeleid van de betreffende school. In de praktijk blijkt vaak dat scholen het advies van de school van herkomst opvragen en dit sterk mee laten wegen in hun procedure van aanname. De Commissie van Begeleiding probeert ouders en/of verzorgers er bewust van te laten worden dat het advies een gedegen advies is, dat naast een gegronde documentatie ook gebaseerd is op jarenlange ervaring. Er wordt altijd van het welbevinden van de leerling uitgegaan. Er wordt bekeken op welke manier en in welke setting de kans op een succeservaring het grootst zal zijn en het behalen van het doel de meeste kans van slagen heeft. Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 18

Na het adviesgesprek is het aan de ouders/verzorgers een keuze te maken. Afhankelijk van de keuze zullen vervolgstappen genomen moeten worden. Vanzelfsprekend zal dit, indien gewenst, begeleid worden vanuit de Sonnewijser. Vervolgmogelijkheden in steekwoorden + klas ( 2+ voor de VMBO leerlingen of 3 + voor de HAVO leerlingen)  Voor wie? Leerlingen die didactisch en/of sociaal emotioneel nog niet toe zijn aan een overstap naar diplomagerichte of arbeidsgerichte leerweg  Wat? - Leerlijnen afmaken - begeleiding op sociaal emotioneel gebied a.d.h.v. individueel handelingsplan  Waarom? Om de kans van slagen op de arbeidsgerichte of diplomagerichte leerweg zo groot mogelijk te laten zijn  Waar? Sonnewijser locatie Jacob Cremerstraat Tiel Sonnewijser locatie Gerrit van de Veenstraat Oss Arbeidsgerichte leerweg  Voor wie? - Leerlingen die middels praktijkervaring aan certificering willen en kunnen werken  Wat? - Lesaanbod (theorie en praktijk) op school - Praktijkaanbod binnen bedrijven - Ook ondersteunen we leerlingen en ouders/verzorgers bij de aanvragen van sociale voorzieningen zoals bijv. Wajong. (NB: ook dit verandert met de aankomende wetswijzigingen)  Waarom? - Leerlingen met IVIO certificaten door laten stromen naar het ROC - Leerlingen uit laten stromen met een arbeidscontract  Waar? Sonnewijser locatie stage Oss Diplomagericht onderwijs  Voor wie? Leerlingen die middels (theorie)onderwijs aan diplomering willen en kunnen werken  Wat? - Lesaanbod (theorie en praktijk) op school  Waarom? - Leerlingen met een diploma door laten stromen naar het vervolgonderwijs  Waar? Afhankelijk van de begeleidingsvraag, niveau en/of vakrichting

Vervolgmogelijkheden gedetailleerd +klas Voor leerlingen die nog niet toe zijn aan een overstap naar een diplomagerichte of arbeidsgerichte leerweg biedt de Sonnewijser in de onderbouw de mogelijkheid tot een +klas. Hierin wordt een extra jaar les gegeven waarin aan individuele doelen kan worden gewerkt. Het is geen ‘blijven zitten’ Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 19

(doubleren) omdat er namelijk geen sprake is van herhaling van de lesstof. Indien nodig is er zelfs sprake van verdieping van de lesstof. De +klas is gevestigd op de Sonnewijser locatie Jacob Cremerstraat Tiel en op de Sonnewijser locatie Gerrit van de Veenstraat in Oss Er zijn twee gebieden waarop een verlengd traject geadviseerd kan worden: 

Didactisch gebied: de leerling kan het tempo in de klas onvoldoende bijhouden. Dit kan zich op verschillende manieren uiten: o De leerling krijgt zijn dagen weektaken het grootste deel van de tijd niet af, waardoor de leerling een achterstand oploopt. o De leerling laat hiaten zien in zijn ontwikkeling, waardoor voor een specifiek vak of gebied meer aandacht nodig is. o De leerling haalt lagere cijfers dan op basis van zijn capaciteiten en CITO-uitslagen verwacht wordt.

Door de leerstoflijn van de VMBO- of HAVO- onderbouw over een jaar extra uit te spreiden, kan de leerling op een aangepast tempo de leerstof tot zich nemen. 

Sociaal emotioneel gebied: de gedragsproblemen staan dusdanig voorop dat er meer aandacht voor het versterken van de sociale vaardigheden nodig is. Door de leerstoflijn van het VMBO of de HAVO onderbouw over een extra jaar uit te spreiden, creëren wij meer ruimte in het lesprogramma. De ruimte benutten wij om de sociaal emotionele ontwikkeling een impuls te geven. Te denken valt hierbij aan extra lessen sociale vaardigheid, het ontwikkelen van samenwerkingsvaardigheden door projectmatig werken, het uitgebreid voor- en nabespreken van complexe sociale situaties, enzovoorts.

Voor beide gebieden betekent het dat dezelfde leerlijn voor de onderbouw van het VMBO of de HAVO wordt doorlopen als in een regulier traject, maar op een op de individuele leerling afgestemde wijze. Het doel is om de leerling dusdanig sterk te maken op didactisch en sociaal emotioneel gebied, dat de kans van slagen op de arbeidsgerichte of diplomagerichte leerweg zo groot mogelijk wordt. Arbeidsgerichte leerweg Sinds augustus 2003 heeft de Sonnewijser een aparte afdeling waar alleen leerlingen verblijven die een onderwijstraject volgen met als belangrijk onderdeel stage. De stageafdeling is gevestigd op de Palestrinastraat 6A te Oss. Het stageonderwijs heeft als doel leerlingen naar vervolgonderwijsinstellingen of naar de arbeidsmarkt te leiden, naar een zelfstandige en volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven. De benodigdheden voor realisatie van dit perspectief (vaardigheden, kennis en houding) maken deel uit van het onderwijsaanbod, waarbij de toekomstige beroepsbeoefening centraal zal staan. Hierbij wordt uitgegaan van de (individuele) leervraag van de leerling. Bij het stageonderwijs is de weektaak verdeeld in een stagegedeelte en een schoolgedeelte waarbij de lessen op school worden opgebouwd uit verplichte en vrijwillige modules. Samen met de leerling wordt bepaald welke vrijwillige modules hij gaat volgen, zowel qua praktijk- als theorielessen. Programma stage Het programma van de stageafdeling bestaat naast stage lopen in bedrijven uit het volgen van onderdelen uit het programma van het VMBO, voor zover dit relevant is voor de betreffende leerling. Het stageprogramma wordt afgesloten op het moment dat de leerling duidelijkheid heeft over zijn beroepsperspectief of verdere opleidingstraject. Het programma duurt dus niet voor elke leerling even lang. Het onderwijsprogramma is opgebouwd uit losse onderdelen die zowel theoretisch als praktisch kunnen zijn. Sommige onderdelen zijn verplicht, maar er bestaat ook een keuzemogelijkheid. De


Pagina 20

theoretische modules worden gegeven door een eigen stagedocent, de praktische modules door vakleerkrachten. Het stage lopen in bedrijven, die zich verbonden hebben aan de stageafdeling van onze school, wordt begeleid door de persoonlijke stagedocent en de stagebegeleider. Er wordt geen onkostenvergoeding door het stagebedrijf verstrekt. De leerlingen hebben de mogelijkheden om diverse stagebedrijven te bezoeken. Zo kunnen zij zich een realistisch beeld vormen van de beroepsmogelijkheden die hun voorkeur hebben, maar ook aansluiten op hun eigen intellectuele en contactuele mogelijkheden. Stageleerlingen krijgen na het goed afsluiten van een stageprogramma geen diploma. Wel krijgen zij een stagecertificaat. IVIO Examens Op de stageafdeling wordt twee keer per jaar aan de leerlingen de mogelijkheid gegeven om IVIOexamens voor de vakken Nederlands, Rekenen en Wiskunde en Engels te maken. De afkorting IVIO staat voor Instituut voor Individueel Onderwijs. Een IVIO-diploma is een door het ministerie van OC&W erkend diploma. Voor een deel van de leerlingen op onze school is het behalen van een of meerdere diploma’s erg belangrijk omdat het natuurlijk bagage is voor hun toekomst. Tevens betekent het een startkwalificatie voor toekomstige vervolgopleidingen. Daarnaast vormen succeservaringen belangrijke mijlpalen voor de leerlingen. De school zelf bereidt de leerlingen voor op de examens. Aan de hand van schoolresultaten en proefexamens wordt het niveau bepaald en aan de hand van dat niveau wordt een examen afgenomen. Na het behalen van een diploma wordt toegewerkt naar een volgend niveau. Het is mogelijk om meerdere diploma’s per jaar te behalen. De deelname aan een examen verloopt op vrijwillige basis. Dit schooljaar zal er gestart worden met de methode Deviant. AKA Bovenstaande afkorting staat voor Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent. In het schooljaar 2011-2012 is met dit onderwijstraject een start gemaakt in de vorm van een samenwerking met ROC de Leijgraaf te Oss. Daardoor kunnen leerlingen van de stageafdeling deze MBO niveau 1 opleiding op een bijzondere wijze volgen. Zij ontvangen namelijk onderwijs op het genoemde ROC, maar met extra begeleiding van medewerkers van de Sonnewijser. Wanneer zij deze opleiding succesvol afsluiten, krijgen de leerlingen een erkend MBO niveau diploma. Na het behalen van dit diploma kunnen zij eventueel verder gaan studeren in een meer specifieke vakopleiding van hun keuze. Het AKA zal op de verschillende ROC’s dit jaar vervangen worden door de Entree-opleiding. VCA Leerlingen hebben de mogelijkheid om een VCA-certificaat te halen binnen de stageafdeling. Steeds meer (stage)bedrijven vragen om dit certificaat. VCA staat voor Veiligheid Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers. Het behaalde certificaat is 10 jaar geldig.

Diplomagerichte leerweg Een diplomagericht traject is een traject voor leerlingen die graag binnen een gekaderd programma hun middelbare school diploma willen halen. Na de onderbouwjaren op de Sonnewijser stapt een leerling over naar een bovenbouw waar zij direct zullen starten met het PTA, het Progamma van Toetsing en Afsluiting en daarmee dus ook het examenprogramma. Er zijn verschillende vormen van diplomagericht onderwijs, welke hierna beschreven worden.


Pagina 21

Volledig cluster 4 (speciaal onderwijs) Leerlingen die cluster 4 onderwijs nodig hebben om hun diploma te kunnen halen, kunnen worden verwezen naar andere VSO-scholen die een diplomagericht traject aanbieden. Op deze scholen is er een intensieve begeleiding mogelijk op sociaal emotioneel gebied. De klassen zijn aanzienlijk kleiner dan in het regulier onderwijs (12 tot 16 leerlingen). De leerlingen krijgen een mentor, daarnaast worden er lessen verzorgd door praktijkleerkrachten. De onderwijsaanpak wordt op de specifieke behoeften van de leerlingen aangepast, net als op de Sonnewijser. Regulier Leerlingen die voldoende mogelijkheden hebben, zowel op didactisch gebied als op sociaal emotioneel gebied, kunnen hun diploma op het regulier onderwijs halen. De overstap van de Sonnewijser naar het regulier onderwijs is een grote stap. De klassen zijn groter, de leerlingen moeten wisselen van lokaal en er wordt meer zelfstandigheid verwacht van de leerlingen. Leerlingen die zonder indicatie voor cluster 4 naar het regulier onderwijs gaan, kregen tot op heden nog een jaar begeleiding op de nieuwe school van een ambulant begeleider. Leerlingen die een cluster 4 indicatie hebben, kregen tot op heden ambulante begeleiding zo lang als hun indicatie loopt. De ambulant begeleider bood ondersteuning op maat, de begeleiding kon variëren van gesprekken met de leerling waarin bijvoorbeeld huiswerkaanpak werd besproken tot voorlichting aan het docententeam waarin tips werden gegeven hoe om te gaan met de specifieke leerling. Hoe dit er in de praktijk uitzag, was per school maar ook per ambulant begeleider verschillend. Met de invoering van Passend Onderwijs per 01-08-2014 verandert deze ambulante begeleiding en wordt de extra begeleiding vanuit een commissie van het samenwerkingsverband toegewezen. Symbiose (half regulier) In het schooljaar 2010-2011 is Symbiose op het RSG LingeCollege, locatie Teisterbantlaan in Tiel gestart. Een Symbiose-klas is een cluster-4 (speciaal onderwijs) klas met een mentor vanuit de Sonnewijser locatie Tiel, geplaatst in de reguliere school. Door gebruik te maken van de kwaliteiten en middelen van de Sonnewijser gecombineerd met die van het RSG LingeCollege, worden leerlingen naar een regulier diploma begeleid. Het Symbiose biedt op deze manier een mooie tussenvorm, waardoor de kans van slagen toeneemt. Inmiddels zijn er twee Symbiose-klassen, een derde leerjaar en een vierde leerjaar. Leerlingen kunnen in vier leerwegen onderwijs volgen, van VMBO-basis beroepsgerichte leerweg tot en met VMBO-theoretische leerweg. De Symbiose-leerlingen volgen de helft van de lessen bij de mentor vanuit de Sonnewijser in een vast lokaal in kleinere groepen dan een reguliere klas. De rest van de lessen wordt gegeven door docenten van het RSG Lingecollege in reguliere klassen. De mentor van de Sonnewijser begeleidt de leerlingen gedurende de hele dag. Hij is telefonisch bereikbaar en zoekt de leerlingen op tijdens de praktijklessen. De mentor observeert hoe de leerling in de reguliere setting functioneert, of doet navraag bij de reguliere docent. Wanneer de leerling niet goed in zijn vel lijkt te zitten, bespreekt de mentor van de Sonnewijser dit met hem. De mentor van de Sonnewijser geeft de reguliere docenten handvatten bij de aanpak van de Symbiose-leerlingen. Samen met de Commissie van Begeleiding van de Sonnewijser Tiel wordt steeds naar passende oplossingen gezocht, zodat het leerproces zo goed mogelijk verloopt.


Pagina 22

5. BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN, OUDERBIJDRAGE EN SPONSORING 5.1 Buitenschoolse activiteiten en de ouderbijdrage Voor de Sonnewijser geldt dat er een aantal buitenschoolse activiteiten zijn die een educatief (excursies) of een ontspannend (sportdag, uitstapjes) karakter hebben. Het is echter niet zo dat het programma voor alle leerlingen identiek is. Voor de extra kosten die de school maakt voor het organiseren van deze buitenschoolse activiteiten vraagt de school jaarlijks een vrijwillige ouderbijdrage. De vrijwillige ouderbijdrage is € 45,00. Ouders/verzorgers krijgen in de maand november hiervoor een acceptgiro thuisgestuurd. 5.2 Sponsoring De Sonnewijser staat open voor sponsoring vanwege de wenselijke relatie van de school met de maatschappij, als ook vanwege de wenselijkheid en noodzaak om extra middelen te genereren voor het bekostigen van activiteiten die het onderwijsproces ondersteunen. Zeker in tijden van bezuinigingen in het speciaal onderwijs is daar behoefte aan. Daarmee ontstaat dan de vraag of het aannemen van extra middelen , anders dan van de rijksoverheid, wel moreel verantwoord is. Om deze reden zal elke aanvraag/ aanbod onafhankelijk en objectief bekeken, overwogen en beoordeeld worden. Uitgangspunten sponsoring De Sonnewijser onderschrijft de uitgangspunten zoals verwoord in het “Convenant scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring 2002”. De drie belangrijkste uitgangspunten van dit convenant zijn: 1. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. 2. Sponsoring mag niet de objectiviteit, geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. 3. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.


Pagina 23

6. KLACHTENPROCEDURE Evenals elders in onze maatschappij komt het ook binnen het onderwijs voor dat er klachten zijn. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken worden doorgaans in goed overleg tussen ouders/verzorgers, leerlingen, leerkrachten en directie afgehandeld. Zowel de school als de betrokkenen (ouder, verzorger, leerling, leerkracht of medewerker) hebben er baat bij dat eventuele problemen vroegtijdig kenbaar gemaakt worden, zodat er in onderling overleg een voor alle partijen aanvaardbare oplossing kan worden gezocht. Daarom is het van belang dat u, voordat u besluit tot een gang naar de klachtencommissie, de volgende 8 stappen overweegt en eventueel uitvoert:  Spreek de juiste persoon aan, het personeelslid dat het meest direct betrokken is. In de meeste gevallen is dit de leerkracht.  Wacht niet te lang met het signaleren van een probleem. Hoe eerder u aan de bel trekt, hoe beter dat is. Wie kennis heeft van een probleem, zal er over gaan nadenken. Dat is het begin van een oplossing.  Maak snel een afspraak. Probeer dit bijvoorbeeld direct voor of na een les of schooldag te doen met degene die u wilt spreken.  Geef duidelijk aan wat het probleem is. Beperkt u tot hoofdzaken, vermijdt details.  Voorkom machtsongelijkheid. De leerkracht met wie u praat is deskundige op onderwijsgebied. U bent deskundige op het gebied van het opvoeden van uw kind/pupil. Zo moet u de gelijkwaardigheid beleven en van daaruit in gesprek gaan.  Bedenk mogelijke oplossingen. Het probleem stellen is één; een oplossing aandragen is twee. Voorstellen voor oplossingen kunnen het gesprek in een goede richting duwen.  Maak als u er samen niet uitkomt, gebruik van een contactpersoon. Soms kunnen de emoties hoog oplopen tijdens een gesprek. Dan kan het handig zijn om samen af te spreken een neutraal, onafhankelijk persoon aanwezig te laten zijn bij uw gesprek.  Houd bij wat is afgesproken. Een kort verslag van elk gesprek dat door beide partijen wordt ondertekend, is wel zo handig. Vooral als één van beide partijen zich naderhand niets meer kan herinneren. Wanneer de klacht op deze wijze niet naar tevredenheid kan worden afgehandeld, kunt u terecht op een website voor klachten en geschillen in het bijzonder onderwijs. Stichting Oosterwijs, het bestuur van de Sonnewijser, is aangesloten bij de Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs, www.gcbo.nl. Op deze website kunt u terecht voor informatie over de GCBO, de klachtenprocedures, de samenstelling van de commissies en de weten regelgeving. U leest er bijvoorbeeld welke stappen een ouder/verzogers moet zetten voor het indienen van een klacht tegen de school en hoe het in zijn werk gaat als een medewerker van de school een bezwaar wil indienen. Bij het bezoeken van de website moet u dan wel kiezen voor het kopje Algemeen Bijzonder. Zowel op de Sonnewijser in Tiel als in Oss, zijn twee contactpersonen benoemd, een man en een vrouw. Zij zijn bij een klacht de eerste aanspreekpunten. De namen van deze contactpersonen vindt u in het informatieboekje van de locatie. Wie kunnen er klagen? - de ouders/verzorgers van de leerlingen - leerkrachten - leerlingen - leden van de directie - leden van het bestuur Waarover kan men klagen? - de begeleiding van leerlingen - de toepassing van strafmaatregelen Schoolgids de Sonnewijser 2014-2015

Pagina 24

- de beoordeling van leerlingen - de inrichting van de schoolorganisatie - seksuele intimidatie, discriminerend en agressief gedrag, geweld, pesten e.d. Externe Vertrouwenspersoon: 1. De externe vertrouwenspersoon van de GGD begeleidt, behandelt de klachten van ouders/verzorgers bij het vermoeden van een klacht op onze school. Deze persoon is voor de locaties in Oss bereikbaar via GGD, Hart voor Brabant, onder nummer: 073-6404090. Voor de locatie Tiel is dat via GGD Gelderland-Zuid, vestiging Rivierenland, onder nummer: 0344-698700. De medewerker bij de telefoon zal de eerste gegevens noteren en zo snel als mogelijk de vraagstelling doorgeven aan de coördinator Preventie Machtsmisbruik van de GGD. Zij draagt er zorg voor dat de externe vertrouwenspersoon, afhankelijk van de urgentie, dezelfde dag terugbelt of in ieder geval binnen twee werkdagen. 2. U kunt voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld terecht bij: centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs, 0900 111 3 111 3. Als derde meldpunt kunt u terecht bij de Geschillencommissie Bijzonder Onderwijs, www.gcbo.nl.


Pagina 25

7. MEDEWERKERS EN MEDEZEGGENSCHAPSRAAD 7.1 Medewerkers Op onze school werken onderwijsgevenden, groepsleerkrachten en vakleerkrachten, onderwijs ondersteunend personeel en niet onderwijzend personeel. De groepsleerkrachten hebben verantwoordelijkheid over de hen toegewezen leerlingen en verzorgen de theorielessen voor hun klas. Vakleerkrachten geven praktijkles aan alle leerlingen van alle klassen die dat vakgebied op hun rooster hebben. Het onderwijs ondersteunend personeel omvat diverse disciplines o.a. therapeuten, orthopedagogen en psychologen en maatschappelijk werkers. Het niet onderwijzend personeel omvat de administratieve medewerkers en de conciërges. 7.2 Vervanging bij ziekte, compensatieverlof, studie Als er leerkrachten afwezig zijn in verband met ziekte, compensatieverlof of studie zal de school zorgen voor adequate vervanging. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal er sprake zijn van lesuitval en zullen de leerlingen naar huis gestuurd worden, maar dan alleen met berichtgeving vooraf naar ouders/verzorgers. 7.3 Stagiaires Binnen onze school bestaat de mogelijkheid dat medewerkers een stagiair(e) de mogelijkheid bieden om hun opleiding te voltooien, mits dit gedurende een langere periode is. De stagiair(e)s worden door middel van een sollicitatie/stage gesprek geselecteerd en zij moeten aan hoge eisen voldoen. Zij zullen zich, indien zij met ouders/verzorgers en/of leerlingen contact hebben, altijd voorstellen met hun functie en de discipline waarin zij stage lopen (bv. stagiaire orthopedagogiek, stagiaire schoolmaatschappelijk werk ed.). Indien zij taken van hun begeleiders over gaan nemen en deze zelfstandig uitvoeren, omdat gebleken is dat zij daarvoor de vereiste kennis en vaardigheden hebben, zullen zij zich voorstellen met hun functie met de achtervoeging "in opleiding" (bv. orthopedagoog i.o., leraar i.o.) 7.4 Medezeggenschapsraad Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden die volgens de wet zou moeten bestaan uit een aantal ouders/verzorgers en personeelsleden. Ondanks inspanningen onzerzijds is het de laatste jaren moeilijk gebleken om ouders/verzorgers te interesseren voor deze functie. De MR is te bereiken via de leden, Anne Mooi, Bram van Kampen en Sven Evens. Telefonisch zijn zij bereikbaar op nummer 0412-626300. De MR is een inspraakorgaan voor bovenschoolse zaken.


Pagina 26

8. LESUITVAL, VERZUIM, SCHORSING, VERWIJDERING 8.1 Lesuitval Hoewel we als school proberen lesuitval te voorkomen, is er soms sprake van een overmachtssituatie, bijvoorbeeld door veel zieke personeelsleden. Op de Sonnewijser zal er echter nooit sprake kunnen zijn van "tussenuren” doordat lessen uitvallen. Met de aanwezige teamleden wordt naar een oplossing gezocht waarbij geprobeerd wordt om de dag zoveel mogelijk te laten verlopen als een normale dag. 8.2 Verzuim Op de Sonnewijser geldt de afspraak dat ouders/verzorgers de school voor 9.00 uur inlichten als de leerling ziek is. Leerkrachten zullen bij afwezigheid van leerlingen waarvan geen bericht is binnengekomen, diezelfde dag contact (laten) opnemen met de ouders/verzorgers om te vragen wat de reden van het verzuim is. Verdere informatie over ziekmeldingen kunt u vinden in de locatiespecifieke informatiegids. Als school hebben wij ons te houden aan de landelijke regels en afspraken die betrekking hebben tot leerplicht. Informatie daarover kunt u o.a. vinden op de website van de gemeente waarin de leerling woonachtig is. 8.3 Schorsing Op de Sonnewijser kan, zoals op iedere school, een leerling geschorst worden. Een schorsing duurt vaak 3 tot 5 dagen. Deze tijd wordt dan gebruikt om in overleg te treden met leerling en ouders/verzorgers om het ontstane conflict op te lossen. Ouders/verzorgers worden van een schorsing schriftelijk op de hoogte gebracht. Een kopie van deze brief wordt ter kennisgeving gestuurd naar de inspecteur van het onderwijs, aan de leerplichtambtenaar en aan het bevoegd gezag (bestuur) van onze school. Na een schorsing kan een leerling weer toegelaten worden tot de school indien het conflict is opgelost. 8.4 Verwijdering Mocht het conflict met betrokken leerlingen, ondanks inspanningen van school, niet oplosbaar blijken te zijn, dan kan worden overgegaan tot verwijdering van de betrokken leerling. De beslissing tot verwijdering wordt door het bevoegd gezag, het bestuur van Stichting Oosterpoort, genomen. Let wel, daadwerkelijke verwijdering kan alleen dan plaats vinden wanneer de school erin geslaagd is om een andere school bereid te vinden om de leerling op te nemen. Van dit besluit worden ouders/verzorgers schriftelijk op de hoogte gebracht. In dit schrijven zal de reden van het besluit tot verwijdering vermeld staan. In de brief wordt ook uitgelegd dat ouders/verzorgers tegen dit besluit in beroep kunnen gaan en hoe ze dat moeten doen. Van de inhoud van deze brief zal de inspecteur van het onderwijs en de ambtenaar van leerplichtzaken op de hoogte worden gebracht.


Pagina 27

9. ONTWIKKELINGEN EN RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 9.1 Onderwijsverbetering Op de Sonnewijser wordt getracht het onderwijs op een dusdanige wijze te ontwikkelen en verbeteren dat het nog beter aansluit bij de mogelijkheden van de individuele leerlingen en tegelijkertijd te voorzien in de eisen die passend onderwijs en samenwerkingsverbanden aan ons stellen. Het is onmogelijk om in deze schoolgids alle aspecten te vermelden waaraan gewerkt wordt binnen deze ontwikkeling. Daarnaast heeft de Sonnewijser ervoor gekozen om, naast gezamenlijke ontwikkelthema’s, juist die aspecten te ontwikkelen die passen bij de betreffende locatie, c.q. samenwerkingsregio. In het schoolplan 2014 / 2018 staan alle plannen in grote lijnen genoemd binnen een zgn. matrix. Dit schoolplan is aanwezig en ter inzage op al onze locaties. Specifieker worden deze voorgenomen ontwikkelingen beschreven in de jaarplannen. Ook deze zijn op de verschillende locaties aanwezig en ter inzage. In de komende periode zullen in ieder geval aan de orde komen:  Het (door)ontwikkelen van het schoolondersteuningsprofiel  Het ontwikkelen van onderwijsarrangementen op maat. Dit zal gebeuren met partners op het gebied van jeugdzorg, regulier VO, MBO en organisaties op het gebied van dagbesteding.  Het verder ontwikkelen van OPP’s binnen ons onderwijs  Omgang met social media: hoe kijken wij hier als school tegenaan en hoe vertalen we dit naar onze organisatie en onze leerlingen  Vervanging/aanpassing van methodes en implementatie  Verdere invulling van het personeels – en scholingsbeleid 9.2 Samenwerking 9.2.1 Stichting Oosterpoort De Sonnewijser valt onder de stichting Oosterwijs. Stichting Oosterwijs is een dochterstichting van de Oosterpoort. Deze samenwerking beoogt het concept passend onderwijs en garanties van een zorgcontinuüm op leerling/gezinsniveau te versterken. Hulp aan leerlingen binnen maar ook buiten school zal meer en beter geïntegreerd worden verleend. De samenwerking met Oosterpoort levert verder voor de Sonnewijser voordelen op ten aanzien van het strategisch netwerk, contacten met gemeenten e.d. Uitgaande van een intensievere vorm van samenwerking kan ook voordeel worden behaald uit de binnen Oosterpoort beschikbare professionele bestuurs- en ontwikkelkracht. Er kan bovendien centraal gestuurd worden op afstemming tussen onderwijs en zorg. De afstemming van Onderwijs en Zorg zal hierdoor op een betere wijze vorm gegeven kunnen worden. 9.2.2 Samenwerkingsverbanden Met de komst van passend onderwijs vervallen ook de REC’s en zal de Sonnewijser gaan participeren in het samenwerkingsverband waarin zij gevestigd zijn. Voor de locaties in Oss betekent dat Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Brabant Noordoost. Voor de locatie in Tiel betekent dat Samenwerkingsverband Rivierenland. Meer informatie over deze samenwerkingsverbanden kunt u vinden op www.svb-vo.nl en op www.swvrivierenland.nl. Samenwerking en goed overleg met andere onderwijsinstellingen binnen de regio is voor de Sonnewijser van essentieel belang. Door gebruik te maken van elkaars expertise wordt ervoor gezorgd dat leerlingen op die onderwijsinstelling geplaatst worden waar het meeste kans op succes bestaat. Door de intensieve samenwerking tussen lokale en regionale onderwijspartners kan er snel gehandeld worden. Indien nodig kunnen onderwijstrajecten aangepast worden als de ontwikkeling van de leerling dit vereist.


Pagina 28

9.2.3 Samenwerking met andere instanties Om tot een goede begeleiding en goed advies te komen voor onze leerlingen, wordt er nauw samengewerkt met een aantal buitenschoolse instanties. Er is regelmatig overleg met onder andere bureau Jeugdzorg, stichting Oosterpoort, Entrea, MEE, GGZ, UWV en Maatschappelijk werk. Ook kunnen leerlingen en ouders/verzorgers door de Sonnewijser ondersteund worden bij de aanvraag van sociale voorzieningen zoals Wajong (Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten).

9.3 Resultaten van het onderwijs Meetbaarheid van de resultaten van ons onderwijs is moeilijk aan te geven. Omdat op de Sonnewijser naast het doorlopen van het normale curriculum van het voortgezet onderwijs ook veel aan vaardigheden en competenties wordt gewerkt op sociaal-emotioneel vlak, kunnen resultaten niet altijd volledig in cijfers uitgedrukt worden. Bijvoorbeeld: een leerling kan zijn schoolloopbaan bij de Sonnewijser positief hebben afgesloten. Dit kan inhouden dat hij of zij op didactisch niveau enigszins lager uitstroomt dan aanvankelijk werd verwacht, maar dat de leerling wel heeft geleerd om de juiste (sociale) vaardigheden toe te passen om te kunnen (samen)werken, concentreren, conflicten te hanteren, voor zichzelf op te komen etc. Dit zal de kans op een beter toekomstperspectief groter maken dan wanneer de leerling zuiver op didactisch gebied was begeleid. Hieronder geven wij een overzicht van de uitstroom in het schooljaar 2010-2013. Het betreft hierbij de didactische doelen die behaald zijn binnen het doorlopen van het curriculum.


Pagina 29

Onderbouw Oss De leerlingen van de Gerrit van de Veenstraat in Oss volgen daar alleen de onderbouw en stromen vervolgens door. Uitstroomprofiel

Regulier Vmbo-t / gt Vmbo-kb Vmbo-bb Pro Symbiose VMBO-bb Arbeid Arbeidsmarkt gerichte leerweg subtotaal Overige uitstroom Verhuizing buitenland Andere VSOschool Gesloten setting Overig subtotaal Totaal

Aantallen 2011-12

1

% 2011 -12

4

Aantallen 2012-13

% 2012 -13

1

4

1 3

4 12

2

8

Aantallen 2013-14

1 3 1

% 201314

5 14 5

Aantallen over 3 jaar

% over 3 jaar

1 1 5 4

1 1 7 6

2

3

15

62

11

46

10

45

36

51

16

67

18

75

15

68

49

70

Aantallen 2011-12 1

% 2011 -12 4

Aantallen 2012-13

% 2012 -13

Aantallen 2013-14

% 201314


% over 3 jaar

1

1

7

29

5

21

19

27

1

4

1

1

7

32

8

33

6

25

7

32

21

30

24

100

24

100

22

100

70

100

Nb: Om het geheel leesbaar te houden zijn de percentages afgerond.


Pagina 30

Stage-afdeling Oss De leerlingen op de afdeling stage maken hier het voortgezet onderwijs af en stromen ofwel door naar de arbeidsmarkt ofwel naar het ROC. Eindprofiel

Aantallen 201112

% 201112

Aantallen 201213

% 201213

Aantallen 201314

% 201314


% over 3 jaar

1

3

1

3

2 23

Onderwijsgerelateerd ROC nivo 1 BBL ROC nivo 2 BBL Arbeidsgerelateerd Reguliere arbeid Begeleide arbeid Dagbesteding subtotaal Overige uitstroom (‘doorstroompro fiel’) Andere VSOschool Gesloten setting Overig subtotaal

9

31

6

19

9

27

2 19

6 7 3 25

21 24 10 86

5 11

16 34

23

72

7 10 2 29

21 31 6 88

14 21 3 59

17 25 3 70

Aantallen 201112 2

% 201112

% 2012/1 3

Aantallen 2013/1 4

% 2013/1 4


% over 3 jaar

7

Aantallen 2012/1 3 2

7 14

3 4 9

9 12 28

2 4

6

7

4 4

Totaal 29 100 32 100 33 Nb: Om het geheel leesbaar te houden zijn de percentages afgerond.


12 12

6 9 10 25

11 12 30

100

84

100

Pagina 31

Onderbouw Tiel De leerlingen van de Jacob Cremerstraat in Tiel volgen daar alleen de onderbouw en stromen vervolgens door. Uitstroomprofiel

Regulier Havo Vmbo-t / gt Vmbo-kb Vmbo-bb Pro Symbiose (bovenbouw) Vmbo-t / gt Vmbo-kb Vmbo-bb Arbeid Arbeidsmarkt gerichte leerweg

Aantallen 2011-12

% 2011 -12

1 1

2 2

Aantallen 2012-13

% 2012 -13

Aantallen 2013-14

% 2013 -14


% over 3 jaar

1 2

1 1 2

2

2

1

1

3

1

2

1

2

1

3

2 9 2

5 21 5

3 5 6

8 14 16

6 2 4

14 5 9

11 16 12

9 13 10

8

19

6

16

4

9

18

15

subtotaal

24

56

22

60

17

39

63

53

Overige uitstroom

Aantallen 2011-12 13

% 2011 -12 30

Aantallen 2012/13 10

% 2012 -/13 27

Aantallen 2013-14 12

% 2013 -14 28

Aantal ll over 3 jaar

% over 3 jaar

34

28

2

5

2

5

11

9

8

19

10

8

2

5

Andere VSOschool Gesloten setting (agl) Symbiose examen basis # Symbiose examen kader # Symbiose examen tl # Overig

5

12

1

2


5

14

Pagina 32

subtotaal

19

44

15

41

23

61

57

48

Totaal

43

100

37

100

43

100

120

100

Nb: Om het geheel leesbaar te houden zijn de percentages afgerond. # De leerlingen die examen doen in het symbiose zijn leerlingen die al eerder uitgestroomd zijn van de onderbouw. Deze leerlingen worden eigenlijk dubbel geteld. We hebben toch besloten om ze in het overzicht op te nemen omdat het belangrijke informatie is over de school. Zodra er meerdere leerjaren verstreken zijn en er daardoor meer cijfer beschikbaar zijn, zullen wij deze apart gaan vermelden.


Pagina 33

10. CONTACTINFORMATIE De Sonnewijser Oss Gerrit van der Veenstraat 24 5348 RD Oss Tel.: 0412-626300 Fax: 0412-450210 Locatie directeur Ton van Zuilen: [email protected] De Sonnewijser Afdeling stage Palestrinastraat 6A 5344 AA Oss Tel.: 0412-625544 Fax: 0412-632667 Locatie directeur Theo van Kilsdonk: [email protected] De Sonnewijser Tiel Jacob Cremerstraat 1 4001 XM Tiel Tel.: 0344-627042 Fax: 0344-623943 Directeur Susan van Proosdij: [email protected] Samenwerkingsverband Brabant Noordoost Nieuwe Hescheweg 11 5340 AJ Oss Tel.: 0412-617077 Directeur mevr. P. Bonsink: [email protected] Samenwerkingsverband Rivierenland Gershwinhof 1 4102 DJ Culemborg Tel.: 06-13667044 Directeur mevr. A. García Ansensio: [email protected]


Pagina 34


Pagina 35

Stichting Oosterwijs. Schoolgids de Sonnewijser Hoofdlocatie: Gerrit van der Veenstraat RD Oss tel

Recommend Documents