1
23363PD
STATUTENWIJZIGING
Heden, elf juli tweeduizend elf, verscheen voor mij, mr. Paul Adriaan Delen, notaris gevestigd te Baarn: de heer Edward Peter Verrips, wonende te (3761 BT) Soest, Nassaulaan 10, geboren te Kampen op tien mei negentienhonderd acht en vijftig, houder van paspoort met nummer NMD3RHB80, zijnde voorzitter van het bestuur van na te noemen stichting, handelend als schriftelijk gevolmachtigde van het bestuur van de te Baarn statutair gevestigde stichting: STICHTING "HET BAARNSCH LYCEUM", SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR V.W.O. EN H.A.V.O., kantoor houdend op het adres Torenlaan 83 te (3742 CS) Baarn, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Gooi-, Eem- en Flevoland onder dossier nummer 41188303, op deze wijze genoemde stichting rechtsgeldig vertegenwoordigend; deze stichting hierna te noemen: de stichting. Van vermelde volmacht aan de comparant blijkt uit het aan deze akte te hechten uittreksel uit de notulen van de hierna omschreven vergadering van het bestuur van de stichting. De comparant, handelend zoals omschreven, verklaarde het volgende: 1. Het bestuur van de stichting heeft op vier en twintig mei tweeduizend elf besloten, overeenkomstig het in artikel 5 van haar statuten daaromtrent bepaalde, om de statuten van de stichting geheel te wijzigen. 2. Een uittreksel uit de notulen van deze vergadering zal aan deze akte worden gehecht. 3. De statuten van de stichting zijn laatstelijk geheel gewijzigd bij akte op vijf juni negentienhonderd negen en zeventig verleden voor de waarnemer van het vacante kantoor van P.C.J. Beynen, voorheen notaris gevestigd te Baarn. 4. De stichting is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Gooi-, Eem- en Flevoland, onder dossier nummer 41188303. De comparant, handelend zoals hiervoor omschreven, verklaarde als uitvoering van wat hiervoor is omschreven, dat de bestaande tekst van de statuten van de stichting te rekenen met ingang van heden komt te vervallen en wordt vervangen door nieuwe artikelen, luidend: Artikel 1 Naam, zetel en duur 1. De stichting draagt de naam: STICHTING “HET BAARNSCH LYCEUM”, SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VWO EN HAVO. 2. De stichting is gevestigd in de gemeente Baarn en is opgericht voor onbepaalde tijd. Artikel 2 Doel en grondslag 1. De stichting heeft ten doel het geven van voortgezet onderwijs, te onderscheiden in voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen vormend onderwijs en al hetgeen dat daarmee in verband staat. 2. De stichting tracht haar doel te bereiken door het oprichten en in stand houden van één of meer onderwijsinstellingen op algemeen bijzondere grondslag en door andere wettige middelen die voor dit doel bevorderlijk zijn.
2
3.
De stichting gaat bij het (doen) geven van onderwijs uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen en stromingen in het onderwijs waarbij de normen- en waardenoverdracht er op gericht is dat de leerling een levensbeschouwing kan opbouwen en van daaruit een eigen inbreng kan hebben, een en ander met respect voor levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Artikel 3 Bestuur: samenstelling, benoeming, schorsing en ontslag 1. De stichting wordt bestuurd door een algemeen bestuur, bestaande uit een door het algemeen bestuur te bepalen aantal van ten minste vijf (5) en maximaal zeven (7) natuurlijke personen. 2. De bestuursleden worden benoemd door het algemeen bestuur, met inachtneming van het bepaalde in de na deze statuten vermelde Overgangsbepaling. 3. Het algemeen bestuur bestaat uit een toezichthoudend deel en uit een uitvoerend deel. Het algemeen bestuur wijst uit het algemeen bestuur één persoon aan die het uitvoerend deel van het bestuur vormt. Dit bestuurslid maakt deel uit van het algemeen bestuur. De resterende leden van het algemeen bestuur vormen het toezichthoudende deel van het bestuur. 4. Benoeming tot bestuurslid geschiedt met inachtneming van een door het algemeen bestuur opgesteld competentieprofiel. Er wordt een competentieprofiel opgemaakt voor een bestuurslid dat deel uitmaakt van het toezichthoudend deel van het bestuur en een voor het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt. De medezeggenschapsraad adviseert over de competentieprofielen die vervolgens openbaar worden gemaakt. Benoeming geschiedt volgens een door het bestuur opgestelde procedure. 5. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar behoudens het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt. Ten aanzien van het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt kan het algemeen bestuur bepalen dat de benoeming geschiedt voor onbepaalde tijd, voor de duur van de arbeidsovereenkomst of voor een andere periode. De medezeggenschapsraad van de school heeft het recht advies uit te brengen over de aanstelling en het ontslag van het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt. 6. Bestuursleden die deel uitmaken van het toezichthoudend deel van het bestuur kunnen éénmaal worden herbenoemd. Zij treden af volgens een door het algemeen bestuur op te stellen rooster van aftreden. Een lid van het algemeen bestuur dat voorziet in een tussentijdse vacature neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij voorziet. 7. Het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt heeft recht op bezoldiging. De arbeidsvoorwaarden van dit bestuurslid worden met inachtneming van wettelijke bepalingen en de Collectieve arbeidsovereenkomst voor het voortgezet onderwijs door het algemeen bestuur vastgesteld bij besluit dat wordt genomen zonder dat het betreffende bestuurslid een stem uitbrengt. Behoudens het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt ontvangen bestuurleden geen bezoldiging, wel kunnen zij een vergoeding voor gemaakte kosten ontvangen. Het algemeen
3
bestuur legt de vergoedingsregeling vast in het bestuursreglement. Het algemeen bestuur kan met inachtneming van de collectieve bestuursverantwoordelijkheid een onderlinge taakverdeling nader vaststellen. 9. Jaarlijks beoordeelt het algemeen bestuur het functioneren van de bestuursleden die deel uitmaken van het toezichthoudend deel en het functioneren van het algemeen bestuur als zodanig. Jaarlijks beoordeelt het algemeen bestuur het functioneren van het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt. 10. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur staat niet open voor: a. personen die in dienst zijn van de stichting of personen die regelmatig in aan de stichting verbonden instellingen arbeid en/of prestaties verrichten, tenzij het betreft het lid van het algemeen bestuur dat tevens het uitvoerend deel van het bestuur vormt; b. personen die als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn voor derden tot het aangaan van overeenkomsten met de stichting; c. leerlingen van de stichting; d. leden van de medezeggenschapsraad; e. personen die het vrij beheer over hun vermogen missen; f. personen die een directe familie- of daarmee gelijkwaardige relatie hebben met een werknemer van de stichting; g. personen met een functie elders waardoor er in enigerlei vorm belangenverstrengeling zou kunnen optreden; h. personen die lid zijn van een landelijke en/of regionale organisatie van ouders direct betrokken bij het voortgezet onderwijs en medezeggenschap; i. personen die geen Verklaring Omtrent Gedrag kunnen overleggen of als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling niet langer beschikken over een actuele Verklaring Omtrent Gedrag. 11. Het algemeen bestuur kan een bestuurslid ontslaan indien hij niet naar behoren functioneert en/of in alle gevallen wegens gedragingen waardoor de goede naam of de belangen van de stichting worden geschaad. Een besluit hiertoe wordt genomen in een vergadering van het algemeen bestuur waarin alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het besluit tot ontslag kan alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen. Het bestuurslid dat onderwerp is van het besluit tot ontslag stemt niet mee. Zijn in de vergadering waarin dit besluit aan de orde is niet alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, waarin het besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezigen. 12. Het algemeen bestuur kan een bestuurslid schorsen. Een besluit hiertoe wordt genomen in een vergadering van het algemeen bestuur waarin alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het besluit tot schorsing kan alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen. Het bestuurslid dat onderwerp is van het besluit tot schorsing stemt niet mee. Zijn in de vergadering waarin dit besluit aan de orde is niet alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, waarin het besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezigen.
8.
4
13. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien het algemeen bestuur niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. 14. Het betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van het algemeen bestuur waarin ontslag, schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Hij kan zich laten bijstaan door een raadsman. 15. Ten aanzien van het lid van het uitvoerend deel van het bestuur, heeft het defungeren als lid van het algemeen bestuur tevens het defungeren als lid van het uitvoerend deel van het bestuur tot gevolg. 16. Het bestuurslidmaatschap eindigt in geval van: a. het ontstaan van een situatie als genoemd in artikel 3 lid 10; b. overlijden; c. vrijwillig aftreden; d. het –al dan niet voorlopig- van toepassing verklaren van faillissement of surseance van betaling dan wel schuldsaneringsregeling natuurlijke personen; e. onder curatele stelling; f. ontslag door de rechtbank; g. ontslag verleend door het algemeen bestuur; h. het eindigen van de arbeidsovereenkomst met de stichting indien het bestuurslid tevens deel uitmaakt van het uitvoerend deel van het bestuur; i. het verstrijken van de termijn van benoeming behoudens eventuele herbenoeming. 17. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Bij ontstentenis of belet van één of meer van de bestuursleden die het toezichthoudend deel van het bestuur vormen, maar niet alle, nemen de wel beschikbare leden of neemt het wel beschikbare lid, de toezichthoudende taken van het algemeen bestuur waar. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden die het toezichthoudend deel van het bestuur vormen kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de rechtbank van het arrondissement waar de stichting statutair is gevestigd, vragen een persoon aan te wijzen die de toezichthoudende taken van het bestuur waarneemt. 18. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden die het toezichthoudend deel van het bestuur vormen, behoudt het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt alleen de taken en bevoegdheden die hem in die hoedanigheid zijn toegekend. 19. Bij ontstentenis, schorsing of ontslag van het bestuurlid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt, kan het toezichthoudend deel van het bestuur een persoon uit de organisatie aanwijzen die de taken van dit bestuurlid tijdelijk waarneemt zonder dat hij deel uitmaakt van het algemeen bestuur. Artikel 4 Bestuur: taak en bevoegdheden 1. Het algemeen bestuur is belast met het besturen van de stichting en heeft alle taken en bevoegdheden die niet bij of krachtens deze statuten aan anderen
5
2.
3.
4.
5.
zijn toegekend. Bij de vervulling van zijn taak richt het algemeen bestuur zich naar het doel en belang van de stichting, het belang van de school/scholen die door de stichting in stand wordt/worden gehouden en het belang van de samenleving. Het algemeen bestuur fungeert als bevoegd gezag als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. Het uitvoerend gedeelte van het bestuur dient de door het algemeen bestuur vastgestelde hoofdlijnen van het beleid op te volgen en is aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd terzake van de aan hem bij of krachtens de statuten opgedragen taken en bevoegdheden. Het bestuurslid dat het uitvoerend deel van het bestuur vormt legt aan het algemeen bestuur verantwoording af en informeert het algemeen bestuur tijdig over alle zaken die voor een goed functioneren van het algemeen bestuur van belang zijn. Het algemeen bestuur toetst of en in welke mate het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid wordt uitgevoerd en richt zich daarbij in het bijzonder op: a. de onderwijsopbrengsten, waaronder in elk geval worden verstaan de kwaliteit van het onderwijs, het functioneren van het kwaliteitszorgsysteem en de invulling van het beginsel van goed werkgeverschap; b. het algemeen financiële beleid en het functioneren van het interne (financiële) risico- en beheersingssysteem; c. het proces van verantwoording aan en de maatschappelijke dialoog met belanghebbenden. Het bestuurslid dat het uitvoerend gedeelte van het bestuur vormt is belast met de algemene gang van zaken binnen de stichting en de dagelijkse leiding. Hij is tevens belast met de voorbereiding en/of uitvoering van besluiten van het algemeen bestuur, tenzij de voorbereiding en/of uitvoering van besluitvorming bij of krachtens deze statuten aan het algemeen bestuur is voorbehouden. Tot de taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur waarvan de voorbereiding en/of uitvoering niet aan het uitvoerend deel van het bestuur zal worden overgelaten worden onder meer gerekend: a. het bewaken van het normatieve kader waarbinnen het uitvoerend bestuur, de stichting en de door de stichting in stand gehouden school of scholen opereren; b. het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen en de code voor goed bestuur, bedoeld in artikel 103, eerste lid onderdeel a van de Wet op het voortgezet onderwijs, en de afwijkingen van die code; c. het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van de middelen van de school of scholen op grond van de wet op het voortgezet onderwijs; d. het aanwijzen van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die verslag uitbrengt aan het toezichthoudend deel van het bestuur; e. het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van de taken en de uitoefening van bevoegdheden, bedoeld onder b tot en met e en lid 6 a en b;
6
f.
6.
het toezien van de wijze waarop het uitvoerend gedeelte van het bestuur de besluitvorming door het algemeen bestuur voorbereidt en uitvoert en zijn bij of krachtens deze statuten toebedeelde taken en bevoegdheden verricht; g. het vervullen van de werkgeversrol ten opzichte van het lid van het algemeen bestuur dat tevens het uitvoerend deel van het bestuur vormt; h. de periodieke beoordeling en evaluatie van het functioneren van het algemeen bestuur, het uitvoerend bestuur en individuele bestuursleden; i. de overige handelingen die op grond van de wet of bij of krachtens deze statuten zijn opgedragen dan wel voorbehouden aan het algemeen bestuur. Het uitvoerend gedeelte van het bestuur is belast met de voorbereiding van de besluitvorming door het algemeen bestuur. Tot de voorbereiding van de besluitvorming door het algemeen bestuur worden onder meer gerekend: a. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur vast te stellen begroting en meerjarenbegroting; b. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur vast te stellen beleidsplan en meerjarenbeleidplannen; c. het opmaken van een door het algemeen bestuur vast te stellen jaarrekening en jaarverslag; d. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit met betrekking tot het wijzigen van de statuten; e. het voorbereiden van door het algemeen bestuur vast te stellen reglementen, waaronder begrepen het managementstatuut, het treasurystatuut, het medezeggenschapsstatuut en -reglement en een klokkenluiderregeling; f. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit met betrekking tot juridische fusie en juridische splitsing van de stichting; g. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit tot aanvraag van faillissement of surseance van betaling; h. het voorbereiden van de besluitvorming door het algemeen bestuur over het stichten, opheffen, samenvoegen, overnemen, overdragen of afsplitsen van (een deel van) een school of scholen die onder de stichting valt of vallen; i. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit tot het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon, indien dit besluit van ingrijpende betekenis is voor de stichting of voor het instandhouden van de school of scholen die onder de stichting valt of vallen; j. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit tot het verkrijgen, wijzigen of beëindigen van een deelneming of zeggenschap in een andere rechtspersoon en het oprichten van een andere rechtspersoon, alsmede de vaststelling en wijziging van diens statuten voor zover het algemeen bestuur daartoe bevoegd is; k. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit met betrekking tot een reorganisatie met een aanmerkelijke invloed; l. het voorbereiden van een door het algemeen bestuur te nemen besluit tot het aangaan van financiële verplichtingen die niet in een door het
7
algemeen bestuur vastgestelde begroting zijn opgenomen. Het uitvoerend gedeelte van het bestuur is voorts belast met de uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur. Tot de uitvoering van de besluitvorming van het algemeen bestuur worden onder meer gerekend: a. het verrichten van rechtshandelingen en feitelijke handelingen die zijn voorzien in een door het algemeen bestuur vastgesteld beleidsplan of meerjarenbeleidplan; b. het aangaan van verplichtingen die zijn voorzien in of gedekt door een door het algemeen bestuur vastgestelde begroting; c. het aansturen, benoemen, ontslaan en treffen van overige rechtspositionele maatregelen jegens het personeel van de stichting binnen de vastgestelde kaders; d. het onderhouden van contacten met en berichtgeving aan betrokkenen binnen en buiten de door de stichting instandgehouden school of scholen, voor zover het algemeen bestuur niet anders besluit; e. het tijdig en adequaat en gevraagd en ongevraagd informeren van alle leden van het algemeen bestuur over al hetgeen dat voor een goed functioneren van het algemeen bestuur van belang is. 8. Het algemeen bestuur kan bij reglement of anderszins nadere aanwijzingen en instructies aan het uitvoerend deel van het bestuur geven. Artikel 5 Bestuur: werkwijze en vergaderingen 1. Het algemeen bestuur benoemt een van zijn leden tot voorzitter van het algemeen bestuur. De voorzitter kan niet tevens onderdeel uitmaken van het uitvoerend deel van het bestuur. 2. Het algemeen bestuur vergadert ten minste zes maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, het uitvoerend gedeelte van het bestuur of twee of meer bestuurders wenselijk wordt geacht. 3. De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vijf (5) werkdagen vóór de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden. De vergaderingen van het algemeen bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, bij voorkeur in de gemeente Baarn, te bepalen door de voorzitter. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het algemeen bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuursleden vóór het tijdstip van de vergadering hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten. 4. Tegelijkertijd met de oproeping zorgt de voorzitter voor kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan waar de agenda en de stukken ter inzage liggen. 5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter of bij diens afwezigheid door zijn plaatsvervanger die dan ad hoc door de vergadering en alleen voor die vergadering wordt benoemd. 6. Een bestuurder kan zich ter vergadering door een schriftelijke – daaronder mede begrepen per e-mail of fax – gevolmachtigde andere bestuurder doen vertegenwoordigen. 7. Geldige besluiten kunnen slechts worden genomen, indien alle bestuurders met inachtneming van het hiervoor bepaalde zijn opgeroepen en meer dan de 7.
8
helft van alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien de voorschriften betreffende de oproeping niet in acht zijn genomen, kunnen niettemin geldige besluiten worden genomen met algemene stemmen in een bestuursvergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 8. In de vergaderingen van het algemeen bestuur heeft ieder bestuurslid één stem. Met uitzondering van de in deze statuten vermelde besluiten waarvoor een gekwalificeerde meerderheid is benodigd, worden besluiten van het algemeen bestuur genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken wordt het betreffende voorstel aangehouden tot de volgende vergadering. Staken de stemmen bij verkiezing van personen (schriftelijk), dan volgt een herstemming in de volgende vergadering. Als er dan ook geen meerderheid van stemmen is, beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt er herstemming plaats, waarbij kan worden gekozen tussen de twee personen met het hoogste aantal stemmen. 9. Het algemeen bestuur kan ook buiten een bestuursvergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de meerderheid van het aantal bestuursleden zich vóór het voorstel heeft verklaard. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering. Deze mededeling wordt opgenomen in de actie- en besluitenlijst van die vergadering. 10. Het bestuurslid dat de vergadering voorzit bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden. Over personen wordt schriftelijk gestemd. 11. Het door de voorzitter ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. 12. De voorzitter wijst een persoon aan die een actie- en besluitenlijst maakt. De vergadering stelt deze vast in dezelfde of in een volgende vergadering. 13. Als het bestuur bij de behandeling van een onderwerp constateert dat één of meerdere bestuursleden en de stichting een tegenstrijdig belang hebben, neemt dit bestuurslid of nemen deze bestuursleden niet deel aan de discussie en de besluitvorming over dit onderwerp. 14. Het algemeen bestuur kan zich in of buiten de vergadering laten adviseren door een deskundige. 15. Het algemeen bestuur vergadert in beslotenheid en kan besluiten tot openbaarheid van de beraadslagingen, die gemotiveerd wordt vanuit het belang van de onderwijsorganisatie, het daaraan ontleende belang van het algemeen bestuur en/of van personen. 16. Het toezichthoudend gedeelte van het bestuur kan besluiten om naast de vergaderingen van het algemeen bestuur apart bij elkaar te komen. Artikel 6 Vertegenwoordiging 1. Het algemeen bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet
9
niet anders voortvloeit. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan het lid van het uitvoerend deel van het bestuur. 3. Het algemeen bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer bestuursleden alsmede aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Op het ontbreken van deze volmacht kan tegen derden een beroep worden gedaan. Artikel 7 Financiële middelen en jaarstukken 1. De financiële middelen met behulp waarvan de stichting haar doelstelling wil realiseren zijn: a. het stichtingskapitaal en de inkomsten daaruit; b. bekostiging en (overheids)subsidies; c. school- en/of cursusgelden; d. bijdragen van natuurlijke- en rechtspersonen; e. giften, legaten en erfenissen, welke laatste uitsluitend onder het voorrecht van boedelbeschrijving mogen worden aanvaard; f. andere baten die op wettige wijze worden verkregen. 2. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar. 3. Het algemeen bestuur brengt jaarlijks verslag uit over zijn werkzaamheden. 4. Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van de stichting, maakt het uitvoerend deel van het bestuur volgens de wettelijke bepalingen een jaarrekening en een jaarverslag op over dat boekjaar en stelt het algemeen bestuur die jaarrekening vast. De jaarrekening wordt vergezeld van een verklaring van een door het algemeen bestuur benoemde accountant. 5. De jaarrekening wordt voor vaststelling ondertekend door de voorzitter van het algemeen bestuur en één ander lid van het toezichthoudend gedeelte van het bestuur. 6. Het algemeen bestuur laat de jaarrekening onderzoeken door een accountant. Deze wordt benoemd door het toezichthoudend deel van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur is te allen tijde bevoegd om een aan een accountant verleende opdracht in te trekken teneinde een andere accountant aan te wijzen. 7. Het uitvoerend deel van het bestuur legt uiterlijk in de maand december voor het komende boekjaar een voorgenomen besluit met betrekking tot de begroting aan het algemeen bestuur voor. 8. Het uitvoerend deel van het bestuur draagt zorg voor de archivering van de in de vorige leden bedoelde bescheiden volgens de wettelijke termijnen. Artikel 8 Statutenwijziging en andere gewichtige besluiten 1. Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot: a. wijziging van de statuten; b. juridische fusie en juridische splitsing van de stichting; c. aanvraag van faillissement of surseance van betaling; d. het stichten, opheffen, samenvoegen, overnemen, overdragen of afsplitsen van (een deel van) de school of scholen die onder de stichting valt of vallen; e. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere 2.
10
rechtspersoon, indien dit besluit van ingrijpende betekenis is voor de stichting of voor het instandhouden van de school of scholen die onder de stichting valt of vallen; f. een reorganisatie met een aanmerkelijke invloed. 2. De onder lid 1 benoemde besluiten worden genomen in een vergadering van het algemeen bestuur waarin alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen. Zijn in de vergadering waarin een onder lid 1 benoemd besluit aan de orde is niet alle in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezigen. 3. In de oproeping voor een bestuursvergadering, waarin een voorstel met betrekking tot besluitvorming van de onder lid 1 benoemde zaken zal worden gedaan, dient te worden vermeld dat daartoe een voorstel aan de orde komt. Tevens dient een afschrift van het voorstel bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken. 4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder van de bestuursleden is bevoegd deze akte te doen verlijden. 5. Het algemeen bestuur is verplicht een authentiek afschrift van een statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden Handelsregister. Artikel 9 Ontbinding en vereffening 1. Het algemeen bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. 2. Het bepaalde in de artikelen 8 lid 2 en lid 3 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van het bestuur tot ontbinding van de stichting. 3. Het uitvoerend bestuur is met de vereffening belast, tenzij het algemeen bestuur anders besluit. 4. De vereffenaar draagt zorg voor de inschrijving van de ontbinding op het kantoor van het door de Kamer van Koophandel gehouden Handelsregister. 5. De bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo wordt door de vereffenaar vastgesteld in overeenkomst met het doel van de stichting. 6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie". 7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en overige gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven in het in lid 4 vermelde register. Artikel 10
11
Slotbepaling In gevallen waarin deze statuten niet voorzien, beslist het algemeen bestuur. Overgangsbepaling Het eerste algemeen bestuur van de stichting met ingang van het van kracht worden van deze statuten, bestaat uit de thans in functie zijnde bestuurders van de stichting, waarna uiterlijk begin van het jaar tweeduizend twaalf de definitieve samenstelling van het algemeen bestuur door het algemeen bestuur zal worden bepaald, alsdan met inachtneming van het bepaalde in deze statuten, waarbij alsdan de rector van "Het Baarnsch Lyceum" zal worden benoemd als uitvoerend deel van het algemeen bestuur van de stichting en de overige bestuurders het toezichthoudend deel van het algemeen bestuur van de stichting zullen vormen. Slottekst akte De comparant is mij, notaris, bekend. Waarvan akte in minuut is verleden te Baarn op de datum zoals in het begin van deze akte is vermeld. Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte en het geven van een toelichting daarop aan de comparant door mij, notaris, is deze waar nodig gewezen op de gevolgen uit de inhoud van deze akte voortvloeiend, waarna de comparant heeft verklaard tijdig tevoren van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen alsmede met beperkte voorlezing van deze akte; daarna is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de comparant en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.