Stichting Diergeneeskunde In Ontwikkelingssamenwerking
Jaarverslag 2005
Stichting DIO Yalelaan 1, 3584 CL,Utrecht, Nederland Internet: www.dio.nl; E-mail:
[email protected] KvK Utrecht 41182569
Inhoudsopgave Introductie ....................................................................................................................3 Organisatie....................................................................................................................4 Activiteitenverslag 2005...............................................................................................5 Informatievoorziening ................................................................................................5 Projecten .....................................................................................................................8 Ontwikkelingseducatie ...............................................................................................9 Samenwerking ..........................................................................................................10 Jarrekening 2005........................................................................................................13 Toelichting op de jaarrekening 2005........................................................................17 De verwachtingen voor 2006 .....................................................................................20 Informatievoorziening ..............................................................................................20 Projecten ...................................................................................................................20 Ontwikkelingseducatie en bewustmaking ................................................................21 Samenwerking ..........................................................................................................21 Begroting 2006............................................................................................................22 Toelichting op de begroting 2006..............................................................................24 Bijlage I: Accountantsverklaring .............................................................................25
2
Introductie Veehouderij is in ontwikkelingslanden een belangrijke bron van inkomsten. Niet alleen als productiedier (voor vlees, melk of eieren), maar ook om bijvoorbeeld de ploeg te trekken of om koopwaar naar de markt te brengen. Daarnaast vervult het dier voor zijn eigenaar vaak nog een andere, minstens zo belangrijke rol. Het is de bruidsschat als de dochter gaat trouwen, het is de betaling voor een begrafenis en het voorziet de eigenaar van een bepaalde status. Als de kudde ziek wordt, is het hele dorp in gevaar! De voedselvoorziening stort in, zekerheden vallen weg en sommige dierziekten zoals miltvuur, hondsdolheid en worminfecties kunnen ook mensen ziek maken. Ons motto is daarom:
Gezonde dieren, gezonde mensen! De doelstelling van Stichting Diergeneeskunde In Ontwikkelingssamenwerking (DIO) is het bieden van steun en advies op het gebied van dierlijke gezondheid en veehouderij aan minder bedeelde bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, ongeacht herkomst of politieke overtuiging. Wij geloven dat diergeneeskunde een onmisbaar middel is in de strijd tegen armoede! Dit trachten we te bereiken door: Het verstrekken van voorlichting aan diergeneeskundigen en andere geïnteresseerden ten aanzien van veterinaire en agrarische ontwikkelingsproblematiek; Het onderzoeken, behandelen en oplossen van diergeneeskundige vraagstukken, afkomstig van individuen uit ontwikkelingslanden of ontwikkelingsorganisaties; Het onder de aandacht van ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties brengen van aanvragen voor diergeneeskundige hulp vanuit ontwikkelingslanden; Het overwegen van en vormgeven aan zelfstandige uitvoering van bovengenoemde projecten; Het aangaan en onderhouden van nauwe inhoudelijke contacten en het samenwerken met andere soortgelijke ontwikkelingsorganisaties, op zowel nationaal als ook internationaal niveau; Het ontwikkelen van andere dan bovengenoemde activiteiten die kunnen bijdragen tot verwezenlijking van onze doelstelling. Binnen Nederland is DIO een unieke organisatie. Wij zijn de enige non-profit organisatie die zich primair richt op de gezondheid van dieren in relatie tot het overleven van mensen. Het voornaamste middel hierbij blijft de Veterinaire Informatie Service (V.I.S.), een gratis vraagbaak voor het oplossen van diergeneeskundige problemen die ter plekke spelen.
3
Organisatie Stichting DIO draait volledig op de inzet van onbetaalde vrijwilligers. Dierenartsen, studenten diergeneeskunde, maar ook steeds meer mensen met een niet diergeneeskundige achtergrond weten de weg naar ons kantoor te vinden. In 2005 waren ongeveer veertig vrijwilligers actief. Uit deze vrijwilligers wordt ook het (onbetaalde) bestuur benoemd. De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van drie jaar en als iemand tussentijds het bestuur verlaat, neemt zijn opvolger diens plaats in het rooster van aftreden in. Het bestuur benoemt zelf de nieuwe bestuursleden. Het bestuur van DIO was in 2005 als volgt samengesteld: Voorzitter: drs. Mariska Leeflang, dierenarts, junior onderzoeker in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam; Secretaris: drs. Sita Bennema, studente diergeneeskunde; Penningmeester: ing. Fay Koen Tjoa, zelfstandig IT-ondernemer; Algemeen bestuurslid: drs. Hanneke Mertens, studente diergeneeskunde. Zij vervulde binnen het bestuur de functie van coördinator Veterinary Information Service; Algemeen bestuurslid: drs. Janneke Allaart, docent varkensgezondheidszorg aan de Faculteit Diergneeskunde. Zij vervulde binnen het bestuur de functie van coördinator PR en Voorlichting.
Het bestuur van DIO in 2006 heeft de volgende samenstelling: Voorzitter: drs. Mariska Leeflang, dierenarts, junior onderzoeker in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam; Secretaris: drs. Sita Bennema, studente diergeneeskunde; Penningmeester: ing. Fay Koen Tjoa, zelfstandig IT-ondernemer; Algemeen bestuurslid: drs. Hanneke Mertens, studente diergeneeskunde. Zij vervult binnen het bestuur de functie van coördinator Veterinary Information Service; Algemeen bestuurslid: mw. Anniek Lemmens, studente diergneeskunde. Zij vervult binnen het bestuur de functie van coördinator PR en Voorlichting. Algemeen bestuurslid: mw. Jaël van der Woude. Zij zal zich gaan bezig houden met het sponsoring- en fondsenwervingsbeleid.
Het bestuur werd met advies bijgestaan door een Adviserend Comité (AC), welke een tweeledige functie vervult. Enerzijds heeft het AC grote toegevoegde waarde voor ons bestuur door de gespecialiseerde kennis en ervaring in veterinaire ontwikkelingsprojecten. Anderzijds vervullen zij een (zij het niet formeel) bewakende rol in het naleven van beleidsplannen. Het AC wordt gevormd door: Prof. Dr. Cornelissen, decaan van de Faculteit Diergeneeskunde; Prof. dr. S.G. van den Bergh, oud-hoogleraar en oud-decaan van de faculteit diergeneeskunde; Dr. B.E.C. Schreuder, ID-Lelystad, voorzitter Dutch Committee for Afghanistan; Dr. A.J. de Smit, werkzaam bij Intervet International B.V. als wetenschappelijk redacteur; Ir. G. Straver, projectcoördinator van de wetenschapswinkel in Wageningen. Drs. J. Rijks, werkzaam bij het Dutch Wildlife Health Center als dierenarts. Drs. M. Andriessen, sociaal geografe en werkzaam als projectcoördinator bij NOVIB. Drs. K. van ’t Hooft, dierenarts en werkzaam bij ETC, Leusden. DIO is in 2005 herbeoordeeld voor de Verklaring van Geen Bezwaar van het Centraal Bureau voor Fondsenwerving. Deze is wederom toegekend.
4
Activiteitenverslag 2005 Informatievoorziening Onze belangrijkste doelstelling is informatievoorziening voor en voorlichting aan minder bedeelde bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden. Dit vertaalt zich voornamelijk naar onze Veterinaire Informatie Service (V.I.S.), waarbinnen vrijwilligers vanuit Nederland diergeneeskundige vraagstukken, afkomstig van individuen uit ontwikkelingslanden of ontwikkelingsorganisaties onderzoeken, behandelen en oplossen. Met behulp van ervaren veterinaire en agrarische specialisten (zowel van de Faculteit der Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht als van andere instituten en organisaties) worden praktische oplossingen gezocht. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van een uitgebreide bibliotheek en informatie op internet. Waar mogelijk wordt intensief contact onderhouden tussen vraagsteller en DIOvrijwilliger. Deze overdracht van informatie vormt naar onze mening de basis van een moderne en duurzame vorm van ontwikkelingssamenwerking. Veterinaire Informatie Service In 2005 zijn er 34 vragen beantwoord (figuur 1), dit is minder dan we aan het begin van het jaar hadden voorzien. Deze vragen zijn binnengekomen via de website (9), per brief (5), email (19) of mondeling (1 per telefoon). Sommige vragen komen direct van de vraagsteller, andere worden naar ons doorgestuurd via verschillende andere organisaties (2 via Agromisa, 1 via ITDG en 2 via SIVtro (VSF Italië)). Veel vragen kwamen dit jaar vanuit eerder gelegde contacten: Togo (waar we een project financieren); Indonesië (hiermee hebben we al langer contact), Rwanda (naar aanleiding van een projectaanvraag die ook bij ons was ingeleverd, maar uiteindelijk is afgewezen); en Kameroen (na een bezoek van een van onze vrijwilligers aldaar) (zie ook onder ‘projecten’). De onderwerpen waar de vragen betrekking op hebben, staan weergegeven in figuur 3. De 34 binnen gekomen vragen, waren er 26 minder dan we verwachtten te ontvangen. Deze verwachting werd gewekt door de plannen om bij 10 organisaties DIO bekend te maken, zodat zij aan ons denken op het moment dat er binnen een project een veterinaire vraag leeft. Helaas is het niet gelukt om die 10 organisaties te benaderen. Er zij er slechts twee benaderd, waarvan één organisatie ons ook daadwerkelijk een vraag heeft gesteld. Als een vraag bij ons via e-mail of de website binnen komt, wordt binnen een week de vraagsteller op de hoogte gesteld van ontvangst en indien mogelijk wordt dan ook een voorlopig antwoord meegestuurd. De gestelde termijn waarbinnen een vraag volledig beantwoord dient te zijn is 1 maand voor in het Engels of Nederlands gestelde vragen en twee maanden als een vraag eerst vertaald moet worden. Van de binnen gekomen vragen in 2005 is er slechts één niet binnen deze termijn beantwoord. Dit werd veroorzaakt door de uitgebreidheid van de vraag. Behalve het beantwoorden van binnengekomen vragen, proberen we ook de kwaliteit van de antwoorden te verbeteren. Hiertoe is een trainingstraject opgezet, met een verplicht deel (eerste uitleg) voor nieuwe vragenbeantwoorders en een facultatief deel (verdieping/verbreding) dat voor iedereen toegankelijk is. Daarnaast hebben we alle boeken die we in onze eigen bibliotheek hebben, systematisch genummerd en geplaatst. Ook zijn de boekgegevens en bijbehorende plaatsingsnummers elektronisch beschikbaar gemaakt.
5
Vragen beantwoord 1999 - 2005 60 50 40 30 20 10 0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Figuur 1: Deze figuur laat het variabele verloop van het aantal vragen sinds het begin van de V.I.S. zien. 2004 was duidelijk een uitschieter, maar geeft wel aan wat de mogelijkheden zijn.
V.I.S. vragen 2005
Vragen uit Afrika 2005 7%
12%
4%
9%
4%
4%
26%
7% 7% Zuid-Amerika
79%
22%
Afrika Azie
19%
Kameroen Ethiopie Ghana Nigeria Rw anda Sahara Tanzania Togo West.Sahara
Figuur 2 en 3: Deze figuren geven de fractie vragen per land weer. De rechterfiguur is uitgesplitst naar de landen in Afrika. Ter informatie: 4% staat gelijk aan 1 vraag.
Diersoortspecifiek 2005
11%
Kleine herkauw ers
26% 11% 3% 3%
Rund Kamelen Konijnen Pluimvee
8%
Varken
3%
19% 16%
Vissen Overige Anders
Figuur 4: Deze figuren geven de fractie vragen per diersoort weer. De “anders”-categorie bestaat voornamelijk uit algemene veterinaire vragen en vragen naar netwerken en adressen.
6
De kwaliteit van de antwoorden van onze V.I.S. hebben we geprobeerd te toetsen aan de hand van evaluatieformulieren die met het antwoord meegestuurd werden. Voor deze evaluatieformulieren hebben we in het verleden een abonnement op een internationaal antwoordnummer genomen. Vraagstellers hadden de mogelijkheid om de formulieren (en eventuele verdere vragen) gratis naar ons te versturen. Over 2004 en 2005 zijn echter slechts 3 brieven op dit nummer binnen gekomen. We hebben daarom besloten het antwoordnummer op te heffen om op de kosten te besparen. Een andere overweging hierbij was dat steeds meer vragen en andere correspondentie via e-mail binnen komt. Evaluatie formulieren zullen in het vervolg nog wel per e-mail verstuurd worden.
Agrodok-serie Informatievoorziening uit zich binnen DIO ook in de samenwerking met de Wageningse organisatie Agromisa (zie ook onder ‘samenwerking’). Zij geven een serie informatieve boekjes over uiteenlopende agrarische onderwerpen, geschreven in voor leken begrijpelijke taal, uit. Voor deze Agrodok-serie verzorgen enkele vrijwilligers van DIO het redactiewerk van drie boekjes die over veterinaire onderwerpen gaan. Het eerste boekje waar we in 2003 vol enthousiasme mee begonnen, is “Tropische ziekten bij kippen”. Dit was gebaseerd op een Nederlandstalige scriptie. Het omschrijven van een scriptie naar een praktische handleiding was toch lastiger dan we hadden verwacht. Vandaar dat het boekje eind 2005 nog niet is afgerond. De andere twee onderwerpen zijn “Inheemse diergeneeskunde” en “Zoönosen”(ziekten die van dieren over kunnen gaan op mensen en vice versa). Ook van deze twee boekjes is het samenwerken met en het tot schrijven aanzetten van de verschillende schrijvers tijdrovender gebleken dan verwacht. Maar beide boekjes laten wel voortgang zien en van het boekje over inheemse diergeneeskunde zal begin 2006 de proefdruk klaar zijn. Naar aanleiding van het boekje over traditionele diergeneeskunde, is juni 2005 in Kameroen een workshop georganiseerd over endogenous livestockkeepers development (veehouderij met de kennis en opvattingen van de veehouder als uitgangspunt). Hanneke Mertens was hierbij namens DIO aanwezig. Een van de aanwezigen zal de bevindingen rapporteren in een discussiestuk voor de aanwezigen. Dit komt in de loop van 2006 uit.
7
Projecten Ten aanzien van projecten wordt al jaren een ‘nee-tenzij’-beleid gehandhaafd: projecten worden alleen in overweging genomen indien DIO de gewenste capaciteit en expertise in huis heeft om een project kwalitatief goed uit te voeren en het project overzichtelijk en haalbaar is. Dat betekent dat we dan ook alleen projecten aannemen die aan strikte voorwaarden voldoen en waarvoor we een vrijwilliger kunnen vinden die kan garanderen gedurende de duur van het (deel)project betrokken te kunnen zijn. Omdat we zelf geen fondsen beheren, kunnen we ook alleen projecten honoreren indien we voldoende externe financiering kunnen vinden. Daarbij moet een project aansluiten bij onze doelstellingen en in zekere mate duurzaam bevonden worden. Het afgelopen jaar hebben we gewerkt aan een standaardformulier waar deze criteria duidelijk in vermeld staan. Eind 2004 liep het contract dat we met de organisatie Child Future Africa (CFA) in Zimbabwe hadden, af. Omdat het contact gedurende de duur van het project steeds moeizaam was verlopen, hebben we besloten het contract niet te verlengen in 2005 en het initiatief voor eventuele hernieuwde samenwerking bij CFA te leggen. Hier hebben we tot op heden niets meer van vernomen. Tijdens het bezoek aan Kameroen van een van onze bestuursleden, is ook een bezoek gebracht aan de coöperatie van varkensboeren die vorig jaar door ons geholpen zijn met een vaccinatieschema tegen vlekziekte. Naar aanleiding van dit bezoek zijn in 2005 maar liefst 5 projectaanvragen vanuit die regio bij ons binnen gekomen. Het waren allemaal aanvragen voor financiering, maar niet passend binnen onze doelstelling of niet voldoende duurzaam volgens ons. Helaas hebben we daarom deze aanvragen afgewezen. Momenteel wordt nog wel bekeken of we de aanvragers niet kunnen helpen elders financiering te vinden. Een andere actie die het afgelopen jaar voor meerdere projectaanvragen zorgde, was de afronding van het project dat we financierden voor de USSS (Udhagamandalam Social Service Society) in India. Doordat dit project ook uitgebreid op onze website genoemd staat, hebben we het afgelopen jaar vier projectaanvragen binnen gekregen vanuit hetzelfde gebied in India (Tamil Nadu). Hiervan is er slechts 1 voorlopig aangenomen. Daarnaast is een volgende aanvraag vanuit de USSS zelf in behandeling. In 2006 zal hierover een beslissing genomen worden. Over de evaluatie van het project met de USSS zijn we zeer positief. Een van onze vrijwilligers heeft ter plekke het project geëvalueerd en daar een verslag van gelegd. Dit verslag is bij ons op te vragen door een bedrag van 7,50 euro over te maken op giro 6910 o.v.v. “verslag India”. Eén van de bevindingen was dat de gezinnen van vrouwen die mee hebben gedaan met het project nu drie, in plaats van 1, maaltijden per dag kunnen nuttigen. Twee projecten die net als het (mogelijke) project in Kameroen, voortkomen uit de contacten van onze V.I.S., zijn projecten in Indonesië en Togo. De samenwerking met de YPK, een liefdadigheidsorganisatie met verschillende gezondheid-gerelateerde projecten op Oost-Java (Indonesië), bestaat voornamelijk uit het bieden van advies op het moment dat er iets met de koeien van de organisatie aan de hand is. Dit gebeurt vaak snel, via e-mail of telefonisch. Daarnaast hebben we begin 2005 een deel van de nieuw te bouwen melkvoorzieningen gefinancierd. In Togo financieren we een trainingsproject voor boeren, inclusief de bouw van onderkomens voor de dieren. Ook hier bestaat de samenwerking naast het financieren van het project, uit het versturen van informatie. Een andere aanvraag voor financiering betreft een blindenproject in Rwanda, waarbij de aanschaf van kippen door blinden gefinancierd zou worden, tezamen met de medicatie van de dieren. Deze projectaanvraag is na langdurig overleg afgewezen, omdat we geen vertrouwen
8
hadden in de duurzaamheid van het project en er geen duidelijke projectbegroting gepresenteerd kon worden. Tenslotte hebben we nog een aanvraag binnen gekregen voor een blindenproject met kippen vanuit Burkina Faso. Hoewel het in eerste instantie om financiering leek te gaan, bleek bij nader inzien de behoefte aan informatie groter. Hier is momenteel een van onze vrijwilligers het vaste aanspreekpunt voor.
Ontwikkelingseducatie Een andere doelstelling van DIO is het onder de aandacht brengen van ontwikkelingsproblematiek bij het Nederlandse publiek in het algemeen en diergeneeskundig publiek in het bijzonder. DIO doet dit door middel van o.a.: -
Het kwartaalblad, de DIO-dialoog. Deze wordt verspreid onder de donateurs en vrijwilligers. Vaste rubrieken in de DIO-Dialoog zijn een V.I.S.-vraag, een verslag van een DIO-activiteit en iets actueels op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
-
De website www.DIO.nl: via de website bereiken we een breed publiek. Enerzijds vergroten we hier onze bekendheid mee en anderzijds heeft de site een educatieve functie.
-
Een jaarlijkse informatieavond, waarop verteld wordt over het werken als dierenarts in ontwikkelingslanden. Hiervoor bestaat de doelgroep voornamelijk uit diergeneeskundestudenten. In 2005 heeft deze in februari plaatsgevonden.
-
Het jaarlijks organiseren van een symposium. De symposia van DIO trekken ieder jaar opnieuw een breed publiek uit binnen- en buitenland. Behalve een leerzaam aspect kennen deze symposia dus ook heel sterk een sociaal aspect: het publiek is heel breed en men spreekt elkaar makkelijk aan. Op 27 oktober 2005 was het onderwerp: "(Ab)use of veterinary medicines in developing countries". Sprekers waren een dierenarts uit Kameroen, medewerkers bij de farmaceutische industrie en een medewerker van een ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie.
-
Tenslotte zijn er kleine lezingen gehouden door het jaar heen. Deze werden gepresenteerd op het maandelijkse vrijwilligersoverleg. Te denken valt aan onderwerpen als internationale samenwerking, reisverslagen en stageverslagen.
9
Samenwerking DIO acht het samenwerken met andere organisaties zeer belangrijk. Het biedt een mogelijkheid tot het uitwisselen van informatie en expertise tussen organisaties, zodat een effectiever gebruik van kennis en middelen mogelijk is. Door deze samenwerking beoogt DIO ook een sterkere stem te krijgen ten opzichte van politiek en publiek. Daarom is DIO lid van een aantal netwerken en samenwerkingsverbanden. VSF Europa DIO maakt sinds 1989 deel uit van dit samenwerkingsverband, dat sinds 2000 een officiële juridische status heeft. In VSF Europa zijn negen Europese organisaties uit evenveel verschillende landen vertegenwoordigd: VSF-Suisse TOG VETAID UK VSF Austria VETERMON
(VSF Zwitserland) (VSF Duitsland) (VSF Schotland) (VSF Oostenrijk) (VSF Spanje)
VSF-France SIVtro VSF Belgium DIO
(VSF Frankrijk) (VSF Italië) (VSF België) (VSF Nederland)
Het doel van dit samenwerkingsverband is om als organisatie nog sterker te staan in Europa en de wereld op het gebied van veterinaire ontwikkelingssamenwerking. Het dagelijks bestuur komt tweemaal per jaar samen, waarvan één van deze bijeenkomsten samen valt met een dagvullend symposium. In april 2005 vond dit plaats in Brussel. Een verslag van deze bijeenkomst en het symposium werd gepubliceerd in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde1. De tweede bestuursbijeenkomst van 2005 vond plaats in Wenen. Het afgelopen jaar is door VSF-E iemand aangesteld die zich in zal inzetten om een financieringsaanvraag te schrijven die ingediend kan worden bij de EU. Met deze financiering hopen we een coördinator gedurende drie jaar te kunnen betalen. Deze coördinator zal zich onder andere richten op informatiemanagement binnen VSF-E, op voorlichting binnen Europa en op het versterken van de onderlinge samenwerking tussen de verschillende leden. Totdat de coördinator gevonden is, heeft het bestuur van VSF-E besloten de bezigheden op een laag pitje te zetten.
INTI In 2002 heeft DIO zich ook aangesloten bij INTI, hetgeen staat voor International Network for Technical Information. INTI is een samenwerkingsverband tussen verschillende Europese vraag- en antwoordservices, gericht op ontwikkelingslanden. De deelnemende organisaties zijn allen gespecialiseerd in een bepaald onderwerp: landbouw, duurzame energie, textiel etc. DIO is de enige binnen INTI die zich bezig houdt met veterinaire vraagstukken. Het doel van de samenwerking is het verbeteren van de services door de krachten te bundelen, vragen aan elkaar door te spelen en ervaringen uit te wisselen. Binnen het INTI-netwerk heeft DIO vooral veel contact met de twee andere Nederlandse organisaties: Werkgroep OntwikkelingsTechnieken (WOT) en Agromisa. DIO ontvangt regelmatig vragen van vooral Agromisa en ook op andere vlakken (zie elders in het verslag) wordt nauw samengewerkt. Omdat deze samenwerking niet meer zo goed liep en niemand het initiatief nam voor de jaarlijkse bijeenkomsten, heeft Agromisa de groep voor een keuze gesteld: of we heffen het netwerk op, of we gaan een aantal concrete plannen en stappen afspreken. Voor het laatste is gekozen. Het plan van Agromisa is om als INTI samen te werken met kenniscentra in ontwikkelingslanden (m.n. in Afrika). Op die manier kunnen boeren die een vraag hebben ter 1
Leeflang M. Symposium Vétérinaires Sans Frontières Europa. Tijdschr Diergeneeskd. 2005;130(11):352-3.
10
plekke geholpen worden door mensen die de lokale situatie goed in kunnen schatten. Daarnaast zijn deze lokale kenniscentra geholpen met een ‘achterwacht’ in Europa, die indien nodig de meer gespecialiseerde vragen kunnen beantwoorden. Er worden voorbereidingen getroffen om begin 2007 een pilot project te starten.
Europees Studentennetwerk In oktober 2004 hebben we een bijeenkomst georganiseerd voor veterinaire studenten die geïnteresseerd zijn in ontwikkelingssamenwerking. Dit was naar aanleiding van contacten met verschillende Europese studentenorganisaties die zich graag voor een goed doel in willen zetten, maar geen aansluiting of erkenning vinden bij leden van VSF Europa. Het voornaamste doel van de samenwerking is uitwisseling van informatie en zorgen voor een onderlinge stimulans. In 2005 hebben we ook een gezamenlijke actie op touw gezet (Common Action Day), waarbij iedere studentengroep in de eigen omgeving iets aan voorlichting deed. DIO heeft in het kader van deze actie tijdens de landelijke kinderboerderijdag een vossenjacht georganiseerd. Het samenwerkingsverband is voortgezet met een tweede vergadering in Bern, Zwitserland in november 2005. Een bestuurslid van DIO had de eer deze vergadering te mogen voorzitten. Op deze vergadering zijn concretere afspraken gemaakt over het onderling contact houden en een nieuwe Common Action Day in 2006. Een direct resultaat van de samenwerking is het feit dat circa 12 Zwitserse studenten nu ook helpen met het beantwoorden van de VIS-vragen. We houden met hen contact per e-mail. Overig Hoewel DIO een onafhankelijke stichting is en zeker geen studentenvereniging, onderhouden wij wel goede contacten met de Faculteit Diergeneeskunde. Het kantoor van Stichting DIO bevindt zich sinds haar oprichting in 1987 op het terrein van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. DIO organiseert op de faculteit diergeneeskunde haar symposia en voorlichtingsavonden waardoor de avonden veel bezocht worden door studenten diergeneeskunde en medewerkers van de faculteit. Op deze manier draagt DIO tevens bij aan educatie en diversiteit binnen de opleiding. Daarnaast geeft DIO studenten diergeneeskunde de kans mee te werken in de organisatie en zich hierin verder te ontwikkelen. Anderzijds maakt DIO weer gebruik van de kennis en expertise aanwezig op de faculteit voor de V.I.S. Ook met het Bureau Internationale Contacten van de faculteit diergeneeskunde onderhouden wij contacten, welke voornamelijk bestaan uit het doorzenden van vacatures die bij DIO binnen komen.
11
Daarnaast onderhouden wij contacten met (medewerkers van) de volgende organisaties binnen en buiten Nederland: -
Agromisa, www.agromisa.org Werkgroep OntwikkelingsTechnieken, http://www.student.utwente.nl/~wot/index_nl.html Vereniging Civiel Ingenieur, http://www.civielingenieur.nl/ Heifer Nederland en Heifer International, www.heifer.org Hogeschool Larenstein in Deventer, http://www.larenstein.nl/homepage/index.cfm Wageningen University and Research, www.wur.nl ETC Leusden, http://www.etc-adviesgroepnederland.org/ Agriterra, http://www.agriterra.org/ Dutch Committee for Afghanistan, http://www.dca-vet.nl/ Network for Endogenous Livestockkeepers Development (e-mail groep) ANTHRA (India), www.anthra.org FLRHT (India), www.frlht-india.org CECIK (Ghana), http://www.compasnet.org/english/members/cecik/overview.htm
Deze contacten bestaan uit het inwinnen van advies bij V.I.S. – vragen; het naar elkaar doorsturen van binnen gekomen vragen; informele individuele contacten; bij een aantal van bovengenoemde organisaties zit een medewerker in ons Adviserend Comité.
12
Jaarrekening 2005 Staat van baten en lasten Werkelijk 2005 BATEN Baten uit eigen fondsenwerving - Donaties - Giften/Schenkingen - Sponsoring - Overige activiteiten (Oliebollenactie)
2.315 8.510 780 339
Begroot 2005
2.000 2.000 2.450 350 11.944
Kosten eigen fondsenwerving - (in)directe verwervingskosten - Uitvoeringskosten
-1.000 -382
0 -545
11,57%
Netto baten Resultaat verkopen artikelen - nettowinst Aandeel acties van derden Subsidies Overige baten - Rente - Restitutie telefoonkosten 2004 - Diversen Totaal beschikbaar voor doelstelling
3.438 280 --231 6.800
-1.382 (in % van baten uit eigen fondsenwerving)
Werkelijk 2004
3.949
-1.169 -542 -545
8,00%
-1.711 43,32%
10.562
6.255
2.238
226
50
63
0
0
4.807
186
500
0
580 927 109
450 --700
764 --105
1.616
1.150
869
12.590
7.955
7.977
13
LASTEN Voorlichting/bewustmaking - DIO-dialoog - Symposium - Debatavond/infoavond - Kleine lezingen - Common Action Day 2005 - Uitvoeringskosten
2.032 473 261 23 0 653
1.950 450 265 50 200 625 3.442
Structurele hulp - India - Indonesië - CFA - Kameroen, varkensproject - Agrodok - Bestemmingsfonds projecten - Uitvoeringskosten
p.m. p.m. 0 83 500 0 653
3.540
p.m. p.m. 0 100 500 0 625 1.236
Veterinary Information Service - Verzenden boeken - Verzenden overig materiaal - Uitbereiding bibliotheek - Divers - Uitvoeringskosten
170 0 4 60 914
925 --0 --0 4.807 1.964
500 25 100 135 999
932 0 125 0 261
4.276
1.225
1.148 Netwerken - VSF-E - INTI - Studentennetwerk - Overige organisaties - Uitvoeringskosten
2.076 200 36 0 --1.964
7.696
358 --419 59 2.750 1.759
1.100 50 --0 250
3.586
1.108 0 --170 786
1.318
1.400
2.064
0
300
2.595
Totaal besteed aan doelstelling
7.144
8.224
20.217
Saldo
5.446
-269
-12.240
Overige uitgaven
14
Verdeling uitvoeringskosten naar bestemming Doelstellingen Fondsen- Totaal Begroot Totaal Voorlichting/ Structurele V.I.S. Netwerken werving boekjaar boekjaar boekjaar bewustmaking hulp 2005 2005 2004 Verdeling over doelstellingen en fondsenwerving in % Personeelskosten Kantoorkosten Kosten voor vrijwilligers en bestuur Afschrijving inventaris Overige algemene kosten Vehuiskosten Niet verdeeld over doelstellingen PR-kosten Totaal uitvoeringskosten
25% 0 259 58 --336 ---
653
25% 35% 0 0 259 361 58 82 ----336 471 -----
653
Gemiddeld aantal personeelsleden: Totaal bezoldiging bestuurders en toezichthouders: Leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan bestuurders en toezichthouders:
914
10% 0 103 23 --135 ---
5% 0 51 12 --67 ---
100% 0 1.033 233 --1.345 ---
0 1.078 515 --906 ---
0 1.780 217 3.537 1.756 567
261
252 382
252 2.863
545 3.044
149 8.006
Werkelijk 2005 Begroot 2005 Werkelijk 2004 0 0 0 0 0 0 0
0
0
15
Balans 31-12-2005 ACTIVA Materiële vaste activa - Inventaris
Vorderingen - Nog te ontvangen sponsoring en garantiesubsidies - Te ontvangen rente - Overige
Voorraden - PR-folder DIO - DIO T-shirts - Kerstkaarten - Acceptgiro's Liquide middelen - Postbank - Kas
01-01-2005
0
0
1.028
984
555
1.000
495 400 133
0 195 260 100
30.975 398
33.439 --31.373
Totaal
32.956
35.423
PASSIVA Eigen vermogen * Vrij besteedbaar eigen vermogen
14.941
9.050
* Vastgelegd vermogen - India project - Bestemmingsfonds projecten (CfC) - Bestemmingsfonds toekomstige India projecten - Fonds activa bedrijfsvoering
0 11.014 3.712 555
4.603 17.704 --1.000 15.281
Schulden * Kortlopende schulden - Drukkosten DIO-dialoog 2005 - Te betalen aan VSF-E - Drukkosten Kerstkaarten - Accountant, jaarrekening 2005 - Overige * Vooruit ontvangen donaties
3.066 -------------
412 211 452 765 414 480 2.734
Totaal
32.956
35.423
16
Toelichting op de jaarrekening 2005 Algemeen De jaarrekening 2005 is opgesteld conform de Richtlijn “Verslaglegging fondsenwervende Instellingen versie 2000 (modellen A, B en C). De waardering van activa en de passiva heeft plaatsgevonden tegen de nominale waarde. Alle baten en lasten worden, rekening houdend met de waarderingstoeslagen, toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Het accountantsbureau “Berculo Te Selle” te Amersfoort heeft de jaarrekening gecontroleerd en op 8 februari 2006 akkoord bevonden (zie bijlage voor de accountantsverklaring). Toelichting op de staat van baten en lasten Er is een goed resultaat behaald in het boekjaar 2005. Dit is met name te danken aan de onverwachte hoeveelheid giften die DIO ontvangen heeft. Diverse diergeneeskundige kringen zijn opgeheven en hebben de overblijvende gelden gedoneerd aan DIO en een diergeneeskundige praktijk heeft een inzamelingsactie gehouden op hun open dag. Ten slotte heeft een dierenarts die zijn praktijk beëindigd heeft, een deel van de opbrengsten van de verkoop daarvan en het inzamelingsresultaat van zijn afscheidssymposium geschonken aan DIO. Verdeelsleutel uitvoeringskosten Uitvoeringskosten zijn kosten van de eigen organisatie voor beheer en uitvoering. Dit soort kosten zijn in het algemeen niet toe te kennen aan een specifieke doelstelling en/of de fondsenwerving en vindt daarom plaats door middel van een verdeelsleutel. De uitvoeringskosten zijn gewogen verdeeld over de eigen fondsenwerving en de vier doelstellingen voorlichting/bewustmaking, structurele hulp, V.I.S. en netwerken met respectievelijk 5%, 25%, 25%, 35% en 10%. De verdeling over de vier doelstellingen geeft misschien een wat vertekend beeld omdat de directe kosten voor de Veterinaire Informatie Service (V.I.S.) betrekkelijk laag zijn en de hoge uitvoeringskosten niet in verhouding lijken te staan. Met de verdeling komt wel tot uiting dat de V.I.S. als belangrijkste doelstelling van stichting DIO wordt gezien. Het percentage bij de kosten eigen fondsenwerving is laag gesteld omdat de niet-verdeelde PR-kosten (€ 382,=) volgens de regels van het CBF aan geheel de kosten fondsenwerving te worden toegewezen. Bovendien is het onderscheid tussen echte PR (fondsenwerving) en voorlichting (één van onze doelstellingen) moeilijk te maken. Verschillenanalyse rekening versus begroting De inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn ruim € 4000,= hoger dan wat er begroot was. Daarvan is een groot deel te danken aan de giften (€ 6500,= meer dan begroot). Daar staat wel tegenover dat we ons doel met de sponsorwerving en ook het binnenhalen van subsidies weer niet gehaald hebben door ondercapaciteit. Voor 2006 is een extra bestuurslid speciaal belast met deze taak om dit te verbeteren. De genoemde (in)directe verwervingskosten van € 1000,= waren niet begroot. In de loop van 2005 heeft in overleg met het CBF en de accountant een herziening van de jaarrekening 2004 om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor de Verklaring van Geen Bezwaar van het CBF. Het gevolg was dat de drukkosten van de PR-folder die oorspronkelijk in 2004 geheel zou worden afgeschreven nu deels (te weten € 1000,=) ook in 2005 worden afgeschreven. In 2005 hebben we een kerstkaarten actie gehouden die een kleine winst heeft opgeleverd waardoor we iets hogere inkomsten uit de verkoop van artikelen hebben. Deze kerstkaarten zijn ontworpen door een grafisch kunstenaar. Doel van de actie was naast het genereren van inkomsten ook weer een beetje extra bekendheid creëren. De actie zal in 2006 doorgezet worden en we zullen proberen nu ook de dierenartspraktijken te benaderen.
17
Tenslotte zijn de inkomsten uit overige baten gunstiger uitgevallen dankzij een restitutie van teveel betaalde telefoonkosten. Een voorzichtige verwachting was € 500,= (begroot onder de post diversen) omdat de restitutie deels ook over 2003 ging. Uiteindelijk hebben we meer terugontvangen dan gehoopt. Voor onze uitgaven heeft het bestuur in 2005 een strenge begrotingsbewaking gehanteerd, met name op de uitvoeringskosten. Dit komt voort uit ons streven om het kostenpercentage van eigen fondsenwerving zo laag mogelijk te laten zijn. De meeste van onze lasten zijn aardig conform de begroting. Dat uitgaven voor de V.I.S. zijn lager uitgevallen komt omdat er geen directe verzoeken voor het toezenden van boeken zijn binnengekomen. Dat was in 2004 wel het geval. De € 170,= die wel besteed is zijn boeken die verzonden zijn als extra documentatie bij het antwoord op een V.I.S.-vraag. Hoewel het totaal van de uitvoeringskosten iets lager uitvalt dan de begroting is de opbouw daarvan wel afwijkend van de begroting. De afwijkingen zitten in de lagere kosten voor vrijwilligers/bestuur en de hogere overige algemene kosten. Deze laatste post op de uitvoeringskosten is ongeveer € 400,= hoger uitgevallen omdat er extra kosten (€ 65,=) zijn gemaakt voor de accountant i.v.m. de herziening van de jaarrekening 2004. Daarnaast bleken de kosten voor hertoetsing voor de Verklaring van Geen Bezwaar van het CBF € 340,= te bedragen waar bij het opstellen van de begroting geen rekening is gehouden. Als laatste bleken we onze voorraad acceptgiro’s die verzonden worden aan donateurs te moeten aanvullen. De kosten (circa € 200,=) worden in twee jaar lineair afgeschreven en vallen ook onder de overige algemene kosten. De kantoorkosten bestaan uit de telefoonkosten 2005 (circa € 550,=), de algemene portokosten (circa € 200,= ), ICT-kosten (onderhoud computers en hosting domeinnaam, circa € 90,=) en de kosten voor de inboedelverzekering (circa € 50), printertoner en ander klein materiaal. Deze kosten zijn wel volgens de verwachtingen. Een apart aandachtspunt is de DIO-dialoog. We zijn er ons van bewust de kosten relatief hoog zijn. Hoewel we in het afgelopen boekjaar gepoogd hebben deze lager te krijgen, is dat niet mogelijk gebleken zonder naar onze mening teveel te moeten toegeven op de kwaliteit. De kosten (circa € 1650,= drukkosten, circa € 350,= verzendkosten) zijn daarom overeenkomstig voorgaande jaren.
Toelichting op de balans Het vrij besteedbare eigen vermogen is door het positieve resultaat over 2004 uiteraard toegenomen. Met een bedrag bijna € 15.000,= als vrij besteedbaar eigen vermogen is DIO is een financieel gezonde organisatie te noemen. Als continuïteitsreserve is dit bedrag zelfs aan de hoge kant. Globaal zal een bedrag tussen de € 7.500,= - € 10.000,= voldoende zijn om twee jaren met weinig inkomsten te overleven. Aangezien ons streven niet is om een zo hoog mogelijk eigen vermogen op te bouwen zullen we de komende twee jaar, ondanks ons ‘neetenzij’-beleid ten aanzien van projecten, het toch proberen te besteden aan deze doelstelling. Ons eigen vermogen staat voor het grootste deel op een spaarrekening van de postbank. Een belegging is gezien het eventuele risico van verliezen voor het bestuur geen optie. Uit het bestemmingsfonds projecten (Coins for Care) zijn in 2005 de bouw van een melkkamer bij het project in Indonesië (€ 4000,=) en de eerste fase van het project in Togo (circa € 2700,=) gefinancierd. Hoewel Stichting DIO vrij is in de keuze van de projecten en/of de vorm van structurele hulp, komt met dit bestemmingsfonds wel de door Coins-forCare opgelegde beperking dat het geld niet aan fondsenwerving of overheadkosten zal worden besteed tot uitdrukking.
18
Het bestemmingsfonds toekomstige India projecten is het restant van het in 2005 afgesloten van USSS (Udhagamandalam Social Service Society) in India. Dankzij koerswinsten en blijkbaar een te hoge projectbegroting is daarvan geld overgebleven. Het is niet meer dan logisch het resterende deel weer aan een soortgelijk project in India te besteden omdat een deel van het bedrag specifiek voor dit project geschonken is, namelijk de uitkering van het Rabobank Fonds (2003) en onze wervingsactie geiten-project in 2002. Bij de balanspost voorraden is de PR-folder door de tweede en laatste afschrijving in 2005 op nihil uitgekomen. Nieuw opgevoerd zijn DIO T-shirts, de nog te verkopen kerstkaarten en de tweede en laatste lineaire afschrijvingstermijn van de voorraad acceptgiro’s. Al de voorraden zijn gewaardeerd tegen de betaalde inkoopprijs. De opstaande vorderingen zijn bijna volledig inbaar zodat we op dit punt maar een risico van niet meer dan € 250,= lopen.
19
De verwachtingen voor 2006 DIO kan niet zonder vrijwilligers! Zij staan daarom centraal in ons beleid voor 2006. Hoewel we de nadruk zullen leggen op het niet vrijblijvend zijn van het vrijwilligerswerk, zal er ook genoeg ruimte zijn voor gezelligheid: samen kamperen, borrelen en een eigen intern vrijwilligersblaadje. Verder zullen we actief vrijwilligers gaan werven onder andere disciplines. Maar daarnaast zullen er ook evaluatiegesprekken met de vrijwilligers gevoerd worden, waarin mensen op eventueel niet nagekomen afspraken aangesproken kunnen worden. Een ander speerpunt voor het komende jaar, zal onze PR zijn. En dan vooral het vergoten van de bekendheid in de doelgroep (om het aantal vragen dat binnen komt te verhogen) en voor het werven van nieuwe donateurs (omdat het aantal donateurs de laatste jaren een dalende trend laat zien).
Informatievoorziening Nemen de vrijwilligers in 2006 een bijzondere plaats in, dat geldt dubbel voor de vrijwilligers die de bij ons binnen gekomen vragen beantwoorden. Zij zijn de draaiende motor achter onze belangrijkste doelstelling. Om deze motor nog beter te laten draaien, zijn we vorig jaar begonnen met een trainingstraject. In 2006 zullen we deze trainingen voortzetten. Onderwerpen die aan bod zullen komen zijn: zoeken op internet, traditionele diergeneeskunde en business in development. Het blijft moeilijk in te schatten wat ter plaatse mogelijk is. Oplossingen zijn het gebruik maken van specialisten met ‘tropenervaring’ en gebruik te maken van de kennis in onze netwerken. Maar vanaf nu zullen we per beantwoorde vraag (indien van toepassing) ook op zoek gaan naar organisaties en instanties in de buurt van de vragensteller, die hem of haar ook kunnen helpen (en die perfect op de hoogte zijn van de lokale situatie). Daarnaast zal bij ieder antwoord beter gelet worden op bronvermelding en eventuele problemen die opgetreden (en weer opgelost) zijn. Over de Agrodoks in samenwerking met Agromisa, zullen in het eerste kwartaal van 2006 duidelijke afspraken gemaakt worden, zodat deze alledrie eind 2006 voor DIO afgerond kunnen worden. Naar verwachting zal in elk geval het boekje over traditionele geneeswijzen in 2006 uitgegeven kunnen worden. Tenslotte hebben we besloten een aantal (in elk geval 1) korte standaardteksten (1 à 2 A4tjes) op te stellen met daarin relevante informatie over een bepaald onderwerp: de zogenoemde “Vetbriefs”. Te denken valt dan aan algemene informatie over vaccineren, standaard ontwormschema’s en algemene informatie over bepaalde ziekten. We hopen door middel van onze PR-activiteiten, de publicatie van het eerste Agrodokje en publicatie van de VetBriefs op onze website, het aantal vragen dat binnen komt te kunnen verhogen tot 60 vragen.
Projecten Projecten waarbij DIO kan bijdragen aan kennisoverdracht hebben de voorkeur boven projecten waarvoor we alleen de financiering hoeven te verzorgen. Voor financieringsaanvragen hebben we een aanvraagformulier ontworpen en een aantal vaststaande criteria opgesteld waaraan een aanvraag moet voldoen. Zo moet er bijvoorbeeld
20
minimaal zes maanden tijd zitten tussen de aanvraag en de start van het project, om ons voldoende tijd te geven voor de beoordeling. Er moet duidelijk een voorlichtingsdeel in staan en de relatie met diergezondheid moet naar voren komen. Tenslotte moet er nagedacht zijn over de opvang van de doelgroep nadat het project is afgerond. Op deze manier hopen wij duidelijkheid te scheppen naar aanvragers toe en naar onszelf (als beoordelaars van de aanvragen) toe. Deze criteria zullen gepubliceerd worden op de website. Het aanvraagformulier zal alleen toegezonden worden indien men ons daar expliciet om vraagt en als het project op het eerste gezicht geschikt lijkt voor ons.
Ontwikkelingseducatie en bewustmaking Het beleid ten aanzien van ontwikkelingseducatie en bewustmaking zullen we in 2006 meer naar buiten treden. Er zal minimaal één grote Nederlandse ontwikkelingsorganisatie benaderd worden met een presentatie (en dus niet 10, zoals vorig jaar). Daarnaast zal in plaats van een informatieavond (die doorgaans alleen op diergeneeskunde studenten gericht is) een debatavond (voor een breder publiek) georganiseerd worden. Deze zal als onderwerp het ‘one medicine’ concept hebben: één geneeskunde voor zowel mens als dier. Met als centrale vraag: waar heeft een dorp in een afgelegen gebied meer aan, een arts of een dierenarts?
Samenwerking Veel van onze samenwerkingsverbanden lopen via individuele contacten. Om hier beter structuur in aan te bregen, zal komend jaar een contactendatabase opgezet worden. Hierin komen zowel de contacten in Nederland als die in ontwikkelingslanden te staan, samen met de namen van de DIO-vrijwilligers die de contacten onderhouden. Studentennetwerk Het studentennetwerk proberen we te consolideren. Zo zal 8 april een ‘Common Action Day’ georganiseerd worden, waarbij alle studentenorganisaties die bij het netwerk aangesloten zijn op dezelfde dag in ‘hun’ eigen land de aandacht zullen vestigen op het belang van dieren voor ontwikkeling. Verder zal eens per drie maanden een gezamenlijke “e-mail dag” georganiseerd worden, waarbij de vertegenwoordigers van de verschillende groepen een hele dag heen en weer gaan mailen. Door op deze manier te overleggen is het mogelijk elkaar op de hoogte te houden en te volstaan met een jaarlijkse vergadering. In het najaar van 2006 zal er weer een bijeenkomst zijn. VSF-E Voor VSF-E wordt 2006 een belangrijk jaar: er zal gezocht worden naar een coördinator die de leden kan motiveren de schouders onder VSF-E te zetten. DIO heeft bij het bestuur voor de eerste vergadering in 2006 een verzoek ingediend om een onafhankelijk voorzitter aan te stellen. INTI Er komen in 2006 twee vergaderingen. We hebben nog steeds een afwachtende houding t.o.v. INTI. Wel zullen we bij de vergaderingen aanwezig zijn in 2006.
21
Begroting 2006 BATEN Baten uit eigen fondsenwerving - Donaties - Giften/Schenkingen - Sponsoring - Overige activiteiten (Oliebollenactie)
LASTEN 2.250 2.500 1.000 300 6.050
Kosten eigen fondsenwerving - (in)directe verwervingskosten - Uitvoeringskosten
3.728
10,75% 5.399
Netto baten Resultaat verkopen artikelen - nettowinst
Structurele hulp - India - Togo - Agrodok - Verzenden boeken (boekenaanvragen) - Uitvoeringskosten
p.m. p.m. 50 300 728
125 0
Aandeel acties van derden
1.000
Subsidies Overige baten - Rente - Diversen
1.950 450 250 100 150 100 728
0 -651 -651
(in % van baten uit eigen fondsenwerving)
Voorlichting/bewustmaking - DIO-dialoog - Symposium 2006 - Infoavond 2006 - Kleine lezingen bij DIO - Common Action Day 2006 - Reiskosten lezingen geven - Uitvoeringskosten
400 200
1.078 Veterinary Information Service - Verzenden boeken (beantwoording vragen) - Verzonden overig materiaal - Uitbereiding bibliotheek - Divers - Uitvoeringskosten
300 0 100 105 1.020 1.525
600 Netwerken - VSF-E - Studentennetwerk - INTI - Overige - Uitvoeringskosten
450 150 150 50 291 1.091
Totaal beschikbaar voor doelstelling
7.124
Saldo
-298
0 7.422
Overige uitgaven Totaal besteed aan doelstelling
22
Verdeling uitvoeringskosten naar bestemming Doelstellingen Voorlichting/ Structurele V.I.S. bewustmaking hulp Verdeling over doelstellingen en fondsenwerving in % Personeelskosten Kantoorkosten Kosten voor vrijwilligers en bestuur Overige algemene kosten Niet verdeeld over doelstellingen PR-kosten Totaal uitvoeringskosten
25% 0 275 101 353
728
25% 0 275 101 353
728
Fondsen- Totaal Netwerken werving boekjaar 2006 35% 0 384 142 494
1.020
10% 0 110 41 141
5% 0 55 20 71
100% 0 1.098 405 1.410
291
505 651
505 3.418
23
Toelichting op de begroting 2006 Baten De inkomsten uit donaties zijn voorzichtig begroot. De afgelopen jaren is het aantal donateurs namelijk afgenomen. Onze inspanningen in 2005 om deze tendens tegen te gaan zijn nog niet voldoende. In 2006 gaan we daarom nog beter ons best doen om meer donateurs te werven; naar onze mening bewijzen donateurs in zekere zin namelijk ook ons (maatschappelijke) bestaansrecht. De resultaten van de actievere aan donateurwerving kunnen we waarschijnlijk pas in 2006 verwachten. De giften hebben de afgelopen jaren een zeer grillig verloop vertoond, variërend van € 280,= in tot € 8.500,=. Met een begroot bedrag van € 2.500,= rekenen we onszelf niet bij voorbaat rijk. Het gestelde doel voor de inkomsten uit sponsoring en subsidies verwachten we dit jaar eindelijk eens wel te halen omdat het hoger op onze prioriteitenlijst staat. Ook de overige inkomsten zoals de verkoop van de kerstkaarten, rente en diversen zijn behoudend begroot. De kosten uit eigen fondsenwerving zullen lager uitvallen dan de voorgaande twee jaar omdat de PR-folder is afgeschreven (post (in)directe verwervingskosten). Wel is het bedrag voor de PR (uitvoeringskosten) opgeschroefd in verband met onze extra inspanningen om meer donateurs te werven.
Lasten De kosten voor de DIO-Dialoog zijn begroot op de bekende kosten. En hoewel vorig jaar al tevergeefs geprobeerd de kosten omlaag te krijgen bij gelijk blijvende kwaliteit wordt dat dit jaar nogmaals geprobeerd. We vinden de kosten namelijk relatief te zwaar drukken op onze uitgaven. Bij de structurele hulp zijn uitgaven voor ons trainingsproject in Togo en een eventueel Indiaproject pro memorie vermeld. Hoewel daar zeker geld (naar Togo circa € 1500,=) naar toe gaat, zal dat niet ten laste van de exploitatierekening 2006 komen. De bestemmingsfondsen op de balans zullen hiervoor gebruikt worden. Dit past ook in het streven om ons eigen vermogen te verlagen en dat te gebruiken voor onze doelstellingen. Hoewel het vorig jaar niet gebeurd is hebben we toch ook weer een klein bedrag begroot voor instellingen die ons een direct verzoek doen om boeken toe te sturen. We zien namelijk ook dit als een vorm van kennisoverdracht. Bij de Veterinairy Information Service is vaak handig om als ondersteuning van het antwoord op een V.I.S.-vraag een boek mee te sturen naar de vraagsteller. Het bedrag voor het verzenden is verdubbeld ten opzichte van de jaarrekening 2005. We proberen in 2006 namelijk ook een dubbel aantal vragen te beantwoorden. De uitvoeringskosten zijn iets ruimer begroot ten opzichte van jaarrekening 2005. De kantoorkosten (met name telefoon en portokosten) zullen ongeveer gelijk blijven, maar de kosten voor vrijwilligers/bestuur en de PR zullen omhoog gaan. Met een extra bedrag kan iets meer worden gedaan om de waardering voor de inspanningen van de vrijwilligers te laten blijken. De motivatie voor de hogere PR-uitgaven is hierboven al aangegeven. Dat de overige kosten tamelijk hoog zijn heeft onder andere te maken met de kosten voor de accountant (€ 765,=) en een reservering voor een toekomstige herbeoordeling van het CBF (€ 170,=) die vanaf dit jaar jaarlijks begroot zal gaan worden. Verder zijn nog wat kleine kosten zoals de KvK en uiteraard een post onvoorzien van € 200,= opgenomen.
24
sunls/^0ycNt/swl? Nl sJNvlNnoll v
'^\g 6 lelp z {eog uI uoluoue8dosluozEuruo{eJJwf op e{ezrrr ueEurlsdoq oïftleiloÀ\op uu?leoplo^ue SurlaE -Ee1sre,r elolcuuuuroon ue8elspuorS opJue^uuu ueerue8ppu?lJepeNur leru Euururelsueereno ul r0^o lwlFser loq uB^uo Jequecep do ua8oure^leq ue^ Eurllelsuourus 9002 9002 Ig ep ue 4looJ8 ep uel ryea8pleeqmnorleEueeSurua4erreel ep tep loopJoouurrufrz ft16 improO'uo8uqlelsur epue^JeÀ\uospuoJ Joo^ SutE8alSulsra,rruef roorl ueufrpqcrrop ruJoJuoc lqcrJJo^sr eloJluocozuo mpêtpEmi:€^A'ue)pleJlsJe^ e1Suruelarreelep e{uzul Sutrul4re,rsluutunocce ueopreqlfrlepJoo^uueJe^ earo sr leH 'Eurlqcpgêp us^ Jnnlseg]eq uu^ pteq4ftleprooÀuueJe^ ropuopletseEdosr Euruelerreufaq'proelorluoco8tqJerln e1Euqron -ueruuss8uqoï{IÀuuo ur opun{seoueErarq Eunqcpsep uB^ gggTEuruelatteelep ueqqeqtr16
1q-mrpdo
'u0p04u?ezïJê^\opJao^oft1n suoJoopop Je^on frmuareiloddurfrqrarg 'Jnnlseq
1qc3êc
90I0rI 9/O^U/996008:JeU 'uooJsreuv 9002rruruqeJg
lqcertn'IJ tSsg I u??lepÀ
€oh ')'d'V 'rrlp'^'e'I EuqreinÉarues sEur1e441tqu9 q Eunqcp u epunïseoueErer g epue^relsaeurEuruuad epuuy
:yreur-g lu'el[àsà1-olnJreq@snqlsod t9 00 09t (t€0) :x?d 99 00 09t (€e0):uooJàloJ IooJsreuv av00g€ ,02 snqlsod uooJsreuvvN IIge gg 8e,vres1qce4n
lrrrs-7il lornrals
ffi 'Euruelerruufep uurr u3 g 'g uepftzpulqep J?uun lrrrruazft,tJe^sorlEcurceds arepuuroo6 6 '989'Ll3letu lualnser teq u?^ íuuEtrnrooiruoelrp luoïeleq (OVZ'ZyA opl?sSglapuu) l111ve^ alqctzdoue; '9W'g uB^opps Enuquealou llnls g00Zre^o uolsulue uetequB^tuutseC A
MTIV:NNSNTT 'lsurÀ\uE^ue{stu teq leru fooeq íullqcps eq 'l3op uuuua8urpltqelp uollall^IlJ?oJepusellv leq uurrEur4frpeze1!\re^ roos eJepuutelu ue{Jel\ e1[11aft i sanestuuErosEutla>14rlguo -uerues ue sequredgoc'uelceluora4frtopnoqur uo ueeEueu ernnuuuu^ uopnoqJepuo leH loq ue uBÀue8errrreno ueauene8urrorr iualceforduerrEuuoo4rnaErpuuls;lez loH 'uepuuls8urta4rynluo roon dpq e3lpun4saeuo8retp iuelcalordslu pJoelnurogo8 llnwÀ leequerre uE^lqoepueeep JepuoloH uu,rue8uerqseqesruu8ro-s8uqrerrrueurussEulle>p1t,tl1uo ueEerrruee lseqesruu8rosEurleryllmluo uo uepuulsEullo>ppmluo tln uonpl^IpuluB^ 'ueleozropuotêH 'ue4lnlsEeerl ue uolepwqeq uurr uessoldo oErpunlseeue8rerp Ensuro4gu ep ue^ toerzrrea ilerluurelqords8ulle4>1tn1uo ueeSupqcllJoo^uB^ue>plerlsJe^ eJepuuue ueSrpun4seeueErerp ue1uapJeesseralur.o8 teH :Joopue{reJeqot Ieopl1plqcuJtSurlqcnseO,'Z 'EurErrurerro e>1eur1od Jo tsuo{Joq lqcueSuo 'uepuqsEuge)pg^uuo eplaepeqJopuruuee ftrepnoqoe^ep ue pteqpuozeE ur uodeorEsEuqloneq e>1f11re1p uu,rpetqaEteq do sel^peue unelswÀ uepolq1oqsr Eurlqcpsep uE^ Eutllatslaopoq '1 durlqcrlsap uu^ Ieoc
MftTAiïI5'FT