STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN RUP Bedrijvigheid Gemeente Kinrooi Voor Antea Group,

Miguel Vanleene, Ruimtelijk planner - projectleider

DE VOORZITTER,

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 4 mei 2015

DE SECRETARIS,

DE BURGEMEESTER,

Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek in het gemeentehuis werd neergelegd van 18 mei 2015 tot en met 16 juli 2015.

DE SECRETARIS,

DE VOORZITTER,

Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van

DE SECRETARIS,

COLOFON Opdracht: RUP Bedrijvigheid Gemeente Kinrooi Opdrachtgever: Gemeente Kinrooi Breeërsteenweg 146 3640 Kinrooi Opdrachthouder: Antea Belgium N.V. Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.01 www.anteagroup.com

Corda 6 Kempische Steenweg 293-32 3500 Hasselt Tel 011/89.77.00 Fax 011/89.77.01

BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer:

Datum:

Concept Voorontwerp Voorontwerp – rev 01 Ontwerp (VV) Ontwerp (DV)

status / revisie:

2267573045_sbv/miv

Mei 2014 Juni 2014 November 2014 April 2015 November 2015

Controle: / vrijgave Marten Dugernier - Accountmanager ruimte Projectmedewerkers: Wim Smeets - Landschapsarchitect / Stedenbouwkundige Miguel Vanleene – Ingenieur-architect / Ruimtelijk planner

© Antea Group 2015 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

INHOUD ART. 0 ALGEMENE BEPALINGEN .............................................................................................. 4 0.1 VOORSCHRIFTEN................................................................................................................................ 4 0.2 GEBRUIK VAN DE GRONDEN ................................................................................................................. 4 0.3 MATERIAALGEBRUIK EN ARCHITECTONISCH VOORKOMEN ......................................................................... 4 0.4 BESTAANDE CONSTRUCTIES EN INFRASTRUCTUREN .................................................................................. 5 0.5 AFSLUITINGEN ................................................................................................................................... 5 0.6 VEILIGHEID T.A.V. HOOGSPANNINGSLEIDING .......................................................................................... 5 0.7 PARKEREN ........................................................................................................................................ 6 0.8 INTEGRAAL WATERBEHEER................................................................................................................... 6 0.9 RECHT VAN VOORKOOP....................................................................................................................... 7 0.10 ARCHEOLOGISCH BODEMARCHIEF ......................................................................................................... 7 0.11 BEGRIPPEN ....................................................................................................................................... 7 ART. 1 ZONE VOOR KMO ................................................................................................... 10 ART. 2 ZONE VOOR BUFFER ................................................................................................. 13 ART. 2BIS ZONE VOOR BUFFERHAAG (INDICATIEVE AANDUIDING)...................................................... 14 ART. 3 ZONE VOOR NATUURLIJKE WATERBERGING..................................................................... 15 ART. 4 ZONE VOOR BOUWVRIJ AGRARISCH GEBIED .................................................................... 16 ART. 5 ZONE VOOR ONTSLUITING .......................................................................................... 17 ART. 5BIS ZONE VOOR ONTSLUITING (INDICATIEVE AANDUIDING) ..................................................... 18 ART. 6 ZONE NON AEDIFICANDI (IN OVERDRUK)........................................................................ 19

2267573045_sbv - RUP Bedrijvigheid – Kinrooi Stedenbouwkundige voorschriften - versie: definitieve vaststelling

Art. 0

Algemene bepalingen

Richtinggevend Toelichting

Verordenend Essentiële aspecten

Stedenbouwkundige voorschriften

0.1 Voorschriften Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of het beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht.

0.2 Gebruik van de gronden Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is met de bestemming.

0.3 Materiaalgebruik voorkomen

en

architectonisch

Men dient met een hedendaagse, kwalitatieve bedrijfsarchitectuur te streven naar een samenhangend geheel van gebouwen. Alle gebouwen dienen een positieve bijdrage te leveren aan het imago van het bedrijventerrein waarop ze zich bevinden. Bij de materiaalkeuze van de bebouwing moet voldoende rekening worden gehouden met de landschappelijke integratie van de bebouwing ten opzichte van de open ruimte en van het openbaar domein. Het materiaal moet zowel qua textuur als kleur aanvaardbaar zijn in haar omgeving en de omliggende open ruimte. Verhardingen


De verharding van de niet bebouwde delen dient maximaal te bestaan uit waterdoorlatend materiaal met uitzondering van het openbaar domein of indien dit om milieutechnische redenen niet haalbaar is of indien dit vereist is conform andere vigerende wetgeving. Het materiaalgebruik wordt omstandig gemotiveerd in de toelichtingsnota gevoegd bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.

4



Stedenbouwkundige voorschriften

0.4 Bestaande constructies en infrastructuren Voor bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte constructies en infrastructuren vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op: -

het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken;

-

het uitvoeren van verbouwings- en renovatiewerken binnen het bestaande vergunde of vergund geachte bouwvolume

0.5 Afsluitingen Tenzij expliciet anders vermeld in de voorschriften van de betreffende zone zijn afsluitingen, met een maximum hoogte van 2m, onder volgende vorm toegelaten: -

als levende hagen bestaande uit streekeigen beplanting al dan niet met draad versterkt;

-

Open hekwerk of palen met draadwerk, al dan niet in combinatie met levende hagen bestaande uit streekeigen beplanting of klimopbegroeiing

Houten panelen, Betonplaten en metalen- en PVC panelen zijn niet toegelaten. Alle materialen, kleuren en vormen van de afsluitingen dienen in harmonie te zijn met de aanpalende gebouwen en/of de omgeving en met het straatbeeld. Aan de straatzijde worden de afsluitingen geplaatst op de rooilijn. Ongeacht de specifieke stedenbouwkundige voorschriften van de betreffende zone, blijft steeds de vigerende regelgeving inzake veiligheid, de technische randvoorwaarden opgelegd door de netwerkbeheerders en de erfdienstbaarheden van kracht met betrekking tot bestaande en toekomstige leidingen. In het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op een 2267573045_sbv - RUP Bedrijvigheid – Kinrooi Stedenbouwkundige voorschriften - versie: definitieve vaststelling

0.6 Veiligheid t.a.v. hoogspanningsleiding Hoogspanningsleiding: de aanduiding is bestemd voor bestaande en nieuwe hoogspanningsleidingen en aanhorigheden. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de aanleg, exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden zijn toegelaten. De aanvragen 5

Richtinggevend Toelichting hoogspanningsleiding. Binnen de specifieke stedenbouwkundige voorschriften worden bijkomende voorwaarden opgenomen.


Stedenbouwkundige voorschriften voor vergunningen voor hoogspanningsleidingen en hun aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. Deze bestemming is van toepassin in zoverre de aanleg, de exploitatie en de wijzgingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang wordt gebracht. Voor bovengrondse hoogspanningsleidingen gelden veiligheidsafstanden tot constructies en voor werken zoals o.m. bepaald in artikels 164, 192 en 266 van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties). Gelieve het advies van Elia in te winnen bij bouwen/of milieuvergunningsaanvragen en bij bouw-, graaf- en constructie-activiteiten in de nabijheid.

0.7 Parkeren Er dienen steeds voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein voorzien te worden, zowel voor eigen personeel als bezoekers. Dit dient aangetoond te worden bij de vergunningsaanvraag. Parkeerplaatsen kunnen inpandig of in open lucht gerealiseerd worden. De gewestelijke verordening inzake hemelwater blijft bij inwerkingtreding van het RUP onverminderd van toepassing. Oa. volgende maatregelen zijn daarbij van toepassing: •

ingenomen ruimte voor water bergen op het terrein;

•

verplicht ruimte voor water creëren bij de aanleg van verharding;

•

aanleg van infiltratievoorzieningen voor afvoer hemelwater;

0.8 Integraal waterbeheer In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk afvalwater. Bij de uitvoering van nieuwe infiltratiemaatregelen moet steeds gekozen worden voor open waterstructuren zoals grachten of vijvers (wadi’s). Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend worden om het water in de grond te laten infiltreren. Bij de aanleg van verhardingen dient steeds voldoende ruimte voor water gecreëerd te worden. Bij de dimensionering hiervan binnen het openbaar domein moet uitgegaan worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 20 jaar. Ondergrondse constructies zijn toegelaten, indien kan aangetoond worden dat de


6



Stedenbouwkundige voorschriften inname van ondergrondse ruimte voor water én eventuele ophoging van het maaiveld t.h.v. bebouwing gecompenseerd wordt op het eigen terrein.

0.9 Recht van voorkoop Op het grafisch plan is aangegeven op welke plandelen Alle kadastrale percelen, die geheel of gedeeltelijk zijn opgenomen binnen deze weergave komen in aanmerking voor de toepassing van het voorkooprecht. Het voorkooprecht is ten gunste van een limitatief opgesomde reeks actoren en instanties, die hieronder worden opgesomd. De opsomming geeft ook de rangorde aan van de toepassing van het voorkooprecht: de eerst vermelde actor mag als eerste gebruik maken van zijn of haar voorkooprecht. -

Gemeente Kinrooi

-

AGB Kinrooi

Het voorkooprecht houdt geen koopverplichting in voor de vermelde actoren. Het voorkooprecht wordt ingesteld krachtens artikel 2.4.1. en 2.4.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en geldt voor 15 jaar vanaf de inwerkingtreding van het plan.

0.10 Archeologisch bodemarchief Overeenkomstig het geldende decreet en de uitvoeringsbesluiten houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, dient voorafgaandelijk aan ingrepen in de bodem contact opgenomen te worden met het Agentschap Onroerend Erfgoed zodat – indien nodig – de nodige stappen voor een archeologisch vooronderzoek kunnen georganiseerd worden.

0.11 Begrippen Afsluiting: Omheining, begrenzing van een perceel. Bebouwingsindex (B/T): De bebouwingsindex is de verhouding van de bebouwbare oppervlakte (B) op de terreinoppervlakte (T) van een bedrijfsperceel. 2267573045_sbv - RUP Bedrijvigheid – Kinrooi Stedenbouwkundige voorschriften - versie: definitieve vaststelling

7



Stedenbouwkundige voorschriften Bedrijfsperceel: geheel van één of meerdere kadastrale percelen waarop een bedrijf gevestigd is. Bedrijfswoning/conciërgewoning: Woning bij een bedrijf; deze woning wordt bewoond door de eigenaars van het bedrijf of een conciërge. De woning is steeds ondergeschikt aan de bedrijvigheid. Bestemming: het ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een kaveldeel, dat d.m.v. voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld. De hoofdbestemming is deze waarvoor meer dan 60% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten is bestemd. De nevenbestemming is deze waarvoor minder den 40% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten is aangewend of zal aangewend worden. De procentuele berekening gebeurt op basis van de vloeroppervlakten. Bouwhoogte: totale hoogte van een gebouw gemeten tussen het maaiveldniveau en het hoogste punt van het bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, technische ruimtes, liftkokers, … Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Groendak: dak dat volledig voorzien is van een substraatlaag of teelaarde en groen wordt ingericht. Groenindex (Gr/T): De groenindex is de verhouding van de groen ingerichte oppervlakte (Gr) op de terreinoppervlakte (T) van een bedrijfsperceel. Perceelsgrens: De grens van het verkavelde (bouw)perceel. Plat dak: Dak onder een helling die lager is dan 10%. Representatieve gevel: Zichtbare gevel van een bedrijfsgebouw op een zichtlocatie, waarvoor bij het ontwerp en de uitvoering speciaal aandacht besteed werd aan de architectuur: eigentijdse vormentaal, harmonische compositie van de


8



Stedenbouwkundige voorschriften gevelopeningen, duurzaam materiaalgebruik, doordachte weergave van reclame,… Rooilijn: Huidige of toekomstige scheidingslijn tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen. Uitzwaaizone: de zone aan weerszijde van de buitenste geleider van de hoogspanningslijn waarin de max. toegelaten bouwen werkhoogte niet mag overschreden worden. Verharding: behandelingen waarbij de bodem aangepast wordt aan een niet natuurlijk gebruik (weg, pad, terras, parking) en de waterdoorlaatbaarheid sterk beperkt wordt. Veelvuldig gebruikte verhardingen zijn betonklinkers, kasseien, beton, steenslag, asfalt, dolomiet enz. Waterdoorlatende verhardingen zijn verhardingen die de waterdoorlaatbaarheid slechts in beperkte mate beperken zoals betonrasterstenen, grindpaden en andere aangepaste materialen… Voorbouwlijn: Locatie waarop verplicht de voorgevel van een hoofdgebouw wordt ingeplant. Zone: het op het plan omlijnd en/of met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is. Zonegrens: grens van een bestemmingszone


9

Art. 1

Zone voor KMO



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: bedrijvigheid

Bestemming - hoofdbestemming: oprichten van gebouwen en infrastructuur voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s met een lokaal karakter

Onder Seveso-inrichtingen worden inrichtingen bedoeld die vallen onder artikel 3 van het Samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Toonzalen kunnen worden toegestaan voor het ‘ten toon stellen’ van eigen producten die ter plaatse geproduceerd of verwerkt worden (vb toonzaal voor keukens bij eigen schrijnwerkerij). Een toonzaal op zich die niet gekoppeld is aan eigen productie ter plaatse is verboden (vb. verdeler van ramen, verdeler van autoonderdelen, …)


- nevenbestemming: bedrijfswoning, ondersteunende kantoorruimte, toonzalen.

De zone is bestemd voor het oprichten en in stand houden van gebouwen en bijhorende infrastructuur voor ambachtelijke bedrijven en middelgrote ondernemingen met een lokaal karakter. Volgende activiteiten zijn toegelaten als nevenbestemming: o

Eén woongelegenheid (conciërgewoning) per bedrijf,

o

Kantoorruimten in zoverre deze een ondersteunende rol vervullen bij de hoofdactiviteit en fysisch geïntegreerd zijn in het bedrijfsgebouw

o

Toonzalen gekoppeld aan de toegelaten hoofdactiviteit van individuele bedrijven, voor zover deze geïntegreerd worden binnen de bedrijfsgebouwen.

Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: o

zuivere kleinhandel;

o

agrarische productie;

o

autonome kantoren

o

SEVESO bedrijven

o

Louter toonzaal, niet gekoppeld aan eigen productie ter plaatse

10



Stedenbouwkundige voorschriften Inrichting Alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig zijn voor de realisatie van de bedrijfsgebouwen en -infrastructuur inclusief het aanleggen, inrichten, of uitrusten van wegen of paden voor de ontsluiting van de bedrijfsgebouwen zijn toegestaan.

De KMO-zones zijn verkavelbaar / opdeelbaar in meerdere loten. Ten aanzien hiervan zijn een aantal randvoorwaarden van toepassing.

- verkaveling kavelgrootte

/

Om efficiënt ruimtegebruik te stimuleren worden naast de traditionele open bebouwing van bedrijfsgebouwen ook bedrijfsgebouwen in halfopen en gesloten bebouwing toegelaten.

De bestemmingszone kan middels één of meerdere verkavelingen, delingen of stedenbouwkundige vergunningen ontwikkeld worden. Volgende randvoorwaarden zijn van toepassing: -

bedrijfsgebouwen in open, halfopen of gesloten bebouwing;

-

de grootte van de kavels bedraagt min 20 are en max. 50 are, van oppervlaktematen kan op hoek- en restpercelen worden afgeweken;

-

inplanting gebouwen

Bij de inplanting van de gebouwen dient ook rekening gehouden te worden met het advies van de brandweer.

o

zijgevel: op min 4m van de zijdelingse vrije perceelgrens

o

voorgevel: op 10m van de rooilijn

o

achtergevel: op min 10m van de achterste perceelsgrens

- B/T

De bebouwingsindex (B/T ) bedraagt min. 0,35 en max. 0,65 Er wordt een max. bouwhoogte van 11m voorzien,dit laat toe om een voldoende geïsoleerd dak te voorzien dat voldoet aan de brandweernormen.

- max. bouwhoogte: 11m

De maximale bouwhoogte van de bebouwing bedraagt 11m.

- bouwbeperking hoogspanning

Voor de segmenten van de hoogspanningslijn t.h.v. de bebouwbare delen van het plangebied worden de respectievelijke uitzwaaizones weergegeven op het grafisch plan.

Daarboven kunnen de gebouwen op het dak bijkomend voorzien worden van de nodige technische inrichtingen (draagbruggen, ….) voor de exploitatie.

Binnen deze uitzwaaizones gelden volgende bouwbeperkingen: 2267573045_sbv - RUP Bedrijvigheid – Kinrooi Stedenbouwkundige voorschriften - versie: definitieve vaststelling

Segment 202M-203M: een maximale bouwen werkhoogte van 3,70m 11



Stedenbouwkundige voorschriften t.o.v. het niveau van de bovenkant van de betonvoet van mast 203M, binnen een uitzwaaizone van 21,60m. -

- één bedrijfsconciërgewoning toegelaten

De dakvorm is verplicht plat. Een inrichting als groendak is wenselijk.

- dakvorm: plat

of

Segment 203M-204M: een maximale bouwen werkhoogte van 5,85m t.o.v. het niveau van de bovenkant van de betonvoet van mast 203M, binnen een uitzwaaizone van 15,40m.

Behalve bedrijfsgebouwen wordt per kavel (na het verkavelen of delen) of per bedrijfsperceel één bedrijfs- of conciërgewoning toegelaten op voorwaarde dat deze woning geïntegreerd wordt binnen het hoofdvolume dat de bedrijvigheid bevat. De nuttige vloeroppervlakte van de woning bedraagt max. 150m². De dakvorm is verplicht plat.

- verlichting

Grootschalige verlichting wordt beperkt en strooilicht dient maximaal vermeden te worden.

- Parkeren

Er dient op eigen terrein voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid.

- groenindex

Min. 15% van de totale terreinoppervlakte dient groen ingericht te worden. Een zachte buffer(gracht) of infiltratiebekken op eigen terrein maakt onderdeel uit van de interne groenzones en meegenomen worden bij de berekening van de groenindex. Deze dient dan wel op een zo natuurlijk mogelijke en landschappelijk verantwoordelijke manier te worden aangelegd.


12

Art. 2

Zone voor buffer



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: bedrijvigheid

Bestemming - groenbuffer

Deze zone dient voor het inrichten van een buffer die de overgang vormt tussen de KMO-zone en het omliggende landschap en/of de omliggende woningen. De bufferzone zorgt voor een landschappelijke inpassing van de bedrijvigheid in het bestaande open landschap en/of het bestaande weefsel.

Inrichting Om de KMO-zone op een kwalitatieve manier in te passen in de omgeving en om het zicht vanaf het agrarisch gebied richting plangebied te filteren, wordt een groene bufferzone aangelegd.

- breedte buffer is weergegeven op grafisch plan

Binnen deze zone zijn alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en het onderhoud van het groen toegelaten. De bufferzone is verplicht aan te leggen op de aangeduide plaatsen, met een minimale breedte zoals aangeduid op het grafisch plan. De buffer wordt uitgevoerd met streekeigen opgaande soorten.

- dicht groenscherm

De buffer dient een voldoende dicht groenscherm te creëren.

- doorbrekingen

Doorbrekingen van de groenbuffer worden niet toegestaan. Behalve voor de aanleg van verkeersverbindingen. De ontwikkelaar van de KMO-zone staat in voor de inrichting van de zone rondom de zone voor KMO. De realisatie wordt als last aan de vergunning gekoppeld. De ontwikkeling van de buffer op de percelen 553m en 554B6 (zie nummering op grafisch plan) wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van deze percelen als zone voor KMO.


13

Art. 2bis

Zone voor bufferhaag (indicatieve aanduiding)



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: ///

Bestemming De bufferhaag zorgt plaatselijk voor een dicht groen scherm tussen het verkeer op de Raamdijk en de bedrijfsactiviteiten.

- bufferhaag

Deze zone is bestemd voor het oprichten van een dicht groen scherm in de vorm van een haag.

Inrichting Om de KMO-zone op een kwalitatieve manier in te passen in de omgeving en om het zicht vanaf het openbaar domein van de Raamdijk te bufferen, wordt plaatselijk een groene bufferzone aangelegd.

- breedte

Alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en het onderhoud van het groen toegelaten. De bufferzone is verplicht aan te leggen op de aangeduide plaatsen, met een minimale breedte van 1,00m. De bufferhaag wordt uitgevoerd met streekeigen opgaande soorten.


- dicht groenscherm

De bufferhaag dient een voldoende dicht groenscherm te creëren.

- doorbrekingen

Doorbrekingen van de bufferhaag worden niet toegestaan.

14

Art. 3

Zone voor natuurlijke waterberging



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: overig groen

Bestemming De zone rond de Jettenbeek is overstroombaar vanuit de waterloop. In het RUP wordt hiervoor ruimte voorzien, waarin tevens ook de bestaande natuurwaarden behouden kunnen blijven. Deze ruimte wordt volledig gevrijwaard van bebouwing.

Deze zone is bestemd voor de natuurlijke waterberging van de Jettenbeek en het behoud en versterken van de natuurwaarden in en rond de beek.

Inrichting Binnen deze zone zijn alle handelingen en werken in functie van groenaanleg en waterberging toegelaten, alsook hun onderhoud. Het oprichten van gebouwen en/of het ophogen van het maaiveld is niet toegelaten binnen deze bestemmingszone. Voor de aanleg van nieuwe beplanting wordt enkel gebruik gemaakt van streekeigen soorten. De ontwikkelaar van de KMO-zone staat in voor de inrichting van de zone rondom de zone voor KMO. De realisatie wordt als last aan de vergunning gekoppeld. De ontwikkeling van de buffer op de percelen 553m en 554B6 (zie nummering op grafisch plan) wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van deze percelen als zone voor KMO.


15

Art. 4

Zone voor bouwvrij agrarisch gebied



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: landbouw

Bestemming Als begrenzing van de westzijde van de bestaande KMO – zone te Leuerbroek en de uitbreiding hiervan (fase 1) wordt een bouwvrij agrarisch gebied voorzien. Dit gebied kan bij een mogelijk latere uitbreiding van de KMO - zone (fase 2) herbestemd worden in functie van lokaal bedrijventerrein met integratie van een nieuwe volwaardige groenbuffer als westelijke begrenzing van heel de KMO - zone.

- hoofdbestemming: landbouw

Dit gebied is bestemd voor grondgebonden landbouw.

Inrichting Het bouwen van (bedrijfs)gebouwen en andere constructies zijn niet toegelaten binnen dit gebied met uitzondering van schuilhokken voor weidedieren.


16

Art. 5

Zone voor ontsluiting



Stedenbouwkundige voorschriften Gebiedscategorie: lijninfrastructuur

Bestemming Het betreft de intstandhouding en/of heraanleg van de wegen: Leuerbroek

Deze zone is voorzien voor de instandhouding en/of realisatie van lokale wegenis voor lokaal bestemmingsverkeer. Inrichting De zonegrens werd uitgezet t.o.v. de as van de bestaande ontsluitingsweg binnen de bestemmingszone. - Behoud van het bestaande wegenpatroon

Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van de weginfrastructuur zijn toegelaten. Naast de aanleg van deze weginfrastructuur zijn ook nutsvoorzieningen en maatregelen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de bedrijvenzone toegelaten. Gronden die niet onmiddellijk voor de inrichting of het functioneren van de weginfrastructuur gebruikt worden, moeten op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd worden in de omgeving. Het resterende deel van het openbaar domein wordt ingericht als onverharde berm en verschaft toegang tot de bedrijfspercelen.


17

Art. 5bis

Zone voor ontsluiting (indicatieve aanduiding)




Bestemming Deze zone is bestemd voor de aanleg van een lokale ontsluitingsweg. Inrichting Het tracé van de ontsluitingswegen van de KMO-zone wordt indicatief weergegeven op het plan. De as van de ontsluitingsweg kan 20,00m verschuiven t.a.v de op plan aangeduide verbindingen. Alle handelingen, werken en constructies voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van de weginfrastructuur zijn toegelaten. Naast de aanleg van deze weginfrastructuur zijn ook nutsvoorzieningen en maatregelen met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de bedrijvenzone toegelaten.


18

Art. 6

Zone non aedificandi (in overdruk)




Bestemming Ten aanzien van onbevaarbare waterlopen zijn zowel provinciale reglementen als wetten van toepassing. Deze blijven met de inwerkingtreding van het RUP onverminderd van toepassing.

Deze zone betreft een overdrukzone zonder eigen bestemming. De bestemming in grondkleur is van toepassing. De aanduiding als zone non–aedificandi legt beperkingen op ten aanzien van de voorschriften in grondkleur. Inrichting

Deze zone is bestemd als een zone non-aedificandi, met een natuurlijk-ecologisch karakter, die fungeert als ruimingszone bij de desbetreffende waterloop. Ze omvat een flexibele zone, die veranderlijk is afhankelijk van de dynamiek van de beek (meandering, verleggingen, …). De zone is indicatief op het grafisch plan ingetekend en is afhankelijk van de werkelijke stroming van de waterloop op terrein.


- meetwijze

De ‘zone non-aedificandi’ betreft een indicatief aangeduide zone. Deze heeft een breedte van 5m te meten vanaf de kruin van de waterloop. Binnen deze zone zijn volgende bepalingen van toepassing: -

er mogen geen nieuwe gebouwen, vaste constructies en vaste beplanting worden opgericht of aangeplant;

-

het oprichten van afrasteringen of afsluitingen is verboden met uitzondering van verplaatsbare afrasteringen en afsluitingen parallel aan de oeverlijn indien geplaatst op 0,75 tot 1m van de oeverlijn en met een max. hoogte van 1,5m

-

voor de ophoging, aanbrengen van oeververdediging of andere werken aan de waterloop is machtiging van de deputatie vereist;

19

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Recommend Documents