PROVINCIE GEMEENTE
OOST-VLAANDEREN LOVENDEGEM
ONTWERP
R.U.P. HISTORISCHE DORPSKERN
OPDRACHTGEVEND BESTUUR
GEMEENTEBESTUUR LOVENDEGEM
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS Afdeling Stedenbouw & Ruimtelijke Planning
Ir. Arch. B. Van Acker Arch. L. Scheerder Arch. L. Verbanck
planoloog stedenbouwkundige stedenbouwkundige
Congreslaan 36, 9000 Gent I Tel. 09 222 23 45 I Fax 09 221 34 56 I e-mail:
[email protected]
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Goedkeuring door de deputatie dd. ……………..
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
1
dossier 2028_01
datum Voorontwerp: 28 oktober 2013 Ontwerp: 7 mei 2014
datum 5 november
wijzigingen Kleine aanpassing als gevolg van de bespreking van de bezwaarschriften
Initiatiefnemer Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45 9920 Lovendegem
Opdrachthouder Architectenbureau Van Acker & Partners Congreslaan 36 9000 Gent I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
2
GEMEENTE LOVENDEGEM RUP HISTORISCHE DORPSKERN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Gezien en voorlopige vaststelling door de gemeenteraad in vergadering van 22 mei 2014
De Secretaris Marijn De Vos
De Burgemeester Chris De Wispelaere
Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat het plan en de bijhorende bestemmingsvoorschriften ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd
De Secretaris Marijn De Vos
De Burgemeester Chris De Wispelaere
Gezien en definitieve vaststelling door de gemeenteraad in vergadering van
De Secretaris Marijn De Vos
De Burgemeester Chris De Wispelaere
Bijgaand bij het besluit van de Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Goedkeuringsbeslissing met ref.:
De provinciegriffier
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
De gouverneur-voorzitter
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
3
GEMEENTE LOVENDEGEM RUP HISTORISCHE DORPSKERN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN INHOUD 1. Gemeenschappelijke bepalingen 2. Algemene verordenende stedenbouwkundige voorschriften 3. Bijzondere verordenende stedenbouwkundige voorschriften voor de zoneringen Categorie 1 ‘Wonen’ - subcategorie woongebied - Art. 1 Woonzone met gemengde bebouwing - Art. 2 Zone voor groepsbouw - Art. 3 Centrumzone - Art. 4 Woonpark Categorie 6 ‘Overig groen’ - Art. 5 Parkzone Categorie 8 ‘Lijninfrastructuur’ - Art. 6 Zone voor openbaar domein Categorie 9 ‘Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen’ - Art. 7 Zone voor gemeenschapsvoorzieningen - Art. 8 Zone voor begraafplaats
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
4
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Er dient te allen tijde gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en vrijwaring van goede plaatselijke ordening. Het grafisch plan en de stedenbouwkundige voorschriften bestaan uit zones met artikelnummers die de vertaling zijn van de inhoudelijke opties. De inhoudelijke invulling van deze zones en aanduidingen steunt op de visie en de krachtlijnen die voor de ruimtelijke ontwikkelingen van het gebied zijn uitgewerkt. De stedenbouwkundige voorschriften evenals het grafisch plan hebben een verordenende kracht. Het bijhorende grafisch plan is opgemaakt op basis van grafische kadastrale gegevens en is dus benaderend. Alvorens tot de verwezenlijking van dit plan en zones over te gaan, zullen terreinmetingen de verdere onmisbare gegevens verstrekken. De beoordeling van een stedenbouwkundige aanvraag gebeurt op basis van criteria zoals zorgvuldig ruimtegebruik, kwaliteitsvolle aanleg, verantwoord duurzaam materiaalgebruik… Architecturaal voorkomen en materiaalgebruik: de architectuur in al zijn onderdelen (zowel van gevels, inkom, garage, uitbouwen, schrijnwerk,…) dient te getuigen van kwaliteit zowel in zijn vormgeving als materiaalgebruik. Bij de gevels en de dakbedekking van hellende daken moeten duurzame, waardige en eenvoudige materialen worden gebruikt, waarbij materialen met scherpe kleur niet kunnen worden toegelaten. De aard en de kleur van de gevel- en dakmaterialen moeten harmonisch zijn met het bestaande straatbeeld. Duurzaamheid: bij het bouwen, inrichten en het beheer moet een zo hoog mogelijk niveau van duurzaamheid worden nagestreefd, zowel m.b.t. de ruimte inname, de energiehuishouding, de waterhuishouding, de afvalstromen al m.b.t. het materiaalgebruik. Hoofd- en nevenbestemmingen Alle hoofdbestemmingen van de zones zijn voorgesteld op het bestemmingsplan. Mogelijke nevenbestemmingen werden opgenomen in de rubriek stedenbouwkundige voorschriften. De nevenbestemmingen zijn alleen toegestaan wanneer de hoofdbestemming op het perceel reeds gerealiseerd is of indien ze samen met de hoofdbestemmingen gerealiseerd worden. Inplanting van de gebouwen 1. De specifieke voorschriften voor de inplantingen van de gebouwen in de verscheidene zoneringen worden in de stedenbouwkundige voorschriften bepaald. 2. Constructies: de constructies moeten in harmonie zijn met het straatbeeld. Bij het aanbouwen aan een bestaand gebouw dient de aansluiting harmonisch te gebeuren. Dit betreft o.a. de dakhelling, de materialen, de afwerking van de scheidingsmuren, het gebouwenvolume, de verhoudingen. Bij het aanbouwen aan gebouwen met een ander gabariet dan voorzien in het RUP mag de nieuwe constructie afwijken van de zonevoorschriften om een harmonische overgang mogelijk te maken. Bij ongelijke aansluiting dienen alle zichtbare geveldelen te worden afgewerkt waarbij de overgangen tussen de verschillende bouwhoogtes met bijzondere zorg (esthetisch en duurzaam) moeten worden uitgewerkt. 3. Bij structurele renovaties, herbouw en nieuwbouw dient rekening gehouden te worden met een compacte bebouwingswijze en een optimale zonneoriëntatie van de bebouwing en daken ten einde passieve zonne-energiewinsten te kunnen maximaliseren. Terreinbezetting De terreinbezetting wordt uitgedrukt in het procent (%) of in m² van het perceel gelegen binnen de betreffende zone.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
5
Bouwvolume 1. Het toegelaten bouwvolume wordt aangegeven door een combinatie van dakvormen, maximum aantal bouwlagen, bouwdiepten en bouwhoogten; 2. De hoogte, diepte en dakvorm van hoofd- en bijgebouwen moet in harmonie zijn met de aanpalende gebouwen en/of omgeving. Desbetreffend kan niet gerefereerd worden naar bestaande bouwdiepten en/of bouwhoogten, die niet in overeenstemming zijn met of storend zijn voor de omgeving. Bouwhoogte 1. De maximale bouwhoogte wordt bepaald voor de kroonlijsthoogte en de nokhoogte met uitzondering van de uitbouwen zoals voor technische ruimten en voor schouwkanalen. Deze dienen geplaatst te worden binnen een hoek van 45° gemeten en een hoogte van 80cm vanaf de bovenste dakafwerking. 2. Afgeknotte daken worden niet toegelaten. 3. De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het omliggende bestaande maaiveld aan de straatzijde van het gebouw. De hoogte wordt uitgedrukt in meter. 4. Nokhoogte: is het hoogste gedeelte van het dak 5. Kroonlijsthoogte: de hoogte wordt gemeten van het aanpalend maaiveld aan de straatzijde tot de bovenkant kroonlijst of dakrand.
Bebouwingstypes 1. Gesloten bebouwing: bebouwing waarbij minstens twee gevels van het hoofdgebouw op de zijdelingse perceelsgrenzen zijn gebouwd. 2. Halfopen bebouwing: bebouwing waarbij minstens één gevel van het hoofdgebouw op de perceelsgrens is gebouwd, met de bedoeling tegenaan te bouwen. 3. Open bebouwing: bebouwing waarbij alle gevels van het hoofdgebouw op enige afstand van de perceelsgrenzen zijn gebouwd. Deze afstand stemt minimaal overeen met de voorziene bouwvrije zijtuinstrook.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
6
Art. 0 ALGEMENE VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Art. 0.1 Bestaande constructies Bestaande vergunde of vergund geachte gebouwen, verhardingen en andere elementen die in hoofdzaak regelmatig werden vergund, kunnen wat betreft de plaats, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven en verbouwd worden met behoud van deze afmetingen, inplanting of bezettingsgraad. Bij herbouw dienen de voorschriften van het RUP te worden nageleefd. Art. 0.2 Nutsvoorzieningen Voorzieningen in functie van hernieuwbare energie kunnen in elke zone ingeplant worden, mits ruimtelijk verantwoord. (= passend in het straatbeeld en niet hinderlijk voor de (woon)omgeving) Art. 0.3 Gemeenschapsvoorzieningen In alle zones die niet bestemd zijn voor gemeenschapsvoorzieningen en waar bebouwing toegelaten is, kunnen gebouwen voor gemeenschapsvoorzieningen worden opgericht op voorwaarde dat ze qua gabarit en numerieke voorschriften overeenstemmen met de voorschriften van de betrokken zone. De uitbating van deze gebouwen mag geen aanleiding geven tot omgevingshinder die groter is dan wat normaal kan verwacht worden in de woonomgeving. Art. 0.4 Technische installaties Alle technische installaties moeten zoveel als mogelijk binnen het volume van de gebouwen ondergebracht worden. Indien dit niet mogelijk is, moeten deze zo beperkt mogelijk gehouden worden en zorgvuldig ingepast worden in het architecturaal concept. Een technisch verdiep bovenop het toegelaten aantal bouwlagen is mogelijk binnen de 45°regel en voor zover de hoogte en de omvang beperkt worden en enkel dienen voor het onderbrengen van technische installaties. Art. 0.5 Inrichtingsstudie Een inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen of de vergunningsaanvraag voldoet aan de vereisten van de goede ruimtelijke ordening. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning en wordt als dusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen. Latere vergunningsaanvragen binnen dezelfde zonering kunnen vergezeld worden van een inrichtingsstudie die afwijkt van de vroeger ingediende studie, maar waarin in ieder geval rekening gehouden wordt met de reeds verleende vergunningen en attesten en de reeds gerealiseerde elementen binnen het gebied. Voor kleine werken die niet relevant zijn voor de globale projectontwikkeling geldt deze verplichting niet. Een inrichtingsstudie zal beoordeeld worden op basis van criteria zoals het passen binnen de omgeving, kwaliteitsvolle aanleg… Zij omvat minstens volgende aspecten: - Inpassing in de omgeving, straatbeeld; - Een plan dat de ordening van de zone aangeeft met aanduiding van de functies, van de inplanting en de hoogte van de bebouwing; - Op welke manier de parkeerproblematiek wordt aangepakt; - De inrichting van de publieke ruimte, de onbebouwde en verharde gedeelten, de groene ruimten met aanduiding van de beplante en verharde gedeelten; - Op welke manier kwalitatieve woongelegenheden met een voldoende buitenruimte worden gerealiseerd; - De eventuele fasering van de ontwikkeling; I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
7
-
Het waterbeheer.
Art. 0.6 Seveso-inrichtingen Het inplanten van inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van het samenwerkingsakkoord betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, zijn in het ganse RUP verboden, ook als nabestemming. Art. 0.7 Ondergrondse constructies Ondergrondse constructies zijn in alle bestemmingszones toegelaten met een maximum van 2 niveaus onder het maaiveld. Art. 0.8 Meergezinswoningen Onder meergezinswoningen in dit RUP wordt begrepen een gebouw dat meer dan één wooneenheid omvat, met uitzondering van bejaardentehuizen, rvt’s, seniories, serviceflats, verpleeginrichtingen, hotels en zorgwoningen. Art. 0.9 Publiciteit en uithangborden Publiciteitsinrichtingen zijn dragers van merknamen van producten die te koop aangeboden worden. Ze zijn niet toegelaten tenzij aangebracht op het straatmeubilair. Uithangborden verwijzen naar de ter plekke uitgeoefende activiteit. Ze zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden: - Uithangborden aan de voorgevel bevinden zich minimum 2,20m boven het maaiveld of straatniveau, hebben een maximale oppervlakte van 1,00m² per bedrijf of instelling en mogen niet meer dan 0,60m uit het gevelvlak steken en nooit aangebracht worden op vooruitspringende delen van de gevel (balkon, erker). - Uithangborden mogen nooit tot een daling van de leef- en woonkwaliteit leiden. Dit houdt in dat de plaatsing van dergelijke constructies nabij ramen van woningen zeer nauwkeurig moeten afgewogen worden. - Ze moeten zich op een kwaliteitsvolle wijze inpassen in het architecturale geheel van de gevel. - De publiciteit moet een duidelijke en herkenbare relatie hebben met het gebouw of de plaats waar ze zijn aangebracht. Art. 0.10 Archeologisch onderzoek Voorafgaand aan de ontwikkeling van gebied groter dan 0,5ha dient een evaluerend archeologisch onderzoek plaats te vinden. Indien relevante archeologische sporen aangetroffen worden, dient afgewogen te worden of behoud in situ mogelijk is. Kan dit niet, dan moeten er door de ontwikkelaar/bouwheer de nodige tijd en financiële middelen worden voorzien voor een volwaardige archeologische opgraving. Art. 0.11 Materialen - Gevels en daken in duurzame, esthetische en ecologisch verantwoorde materialen; - In overeenstemming met de omgeving; - Bij geluidsgenererende functies dienen akoestische materialen gebruikt te worden. Art. 0.12 Beoordelingscriteria tot duurzame ontwikkeling De principes van het duurzaam, energiezuinig en milieuvriendelijk bouwen dienen toegepast te worden. Alle gebouwen en constructies worden opgetrokken in duurzame materialen die harmonisch inpassen in de omgeving. Voor alle gevels dienen de gebruikte materialen duurzaam, esthetisch verantwoord te zijn. De aanleg van groendaken en daktuinen, zonnepanelen worden toegelaten. Elke aanvraag tot een stedenbouwkundige vergunning binnen dit RUP zal, naast de toetsing aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften, onder meer beoordeeld worden aan de hand van volgende criteria: - Zuinig en compact ruimtegebruik; - Kwalitatief kleur en materialengebruik; I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
8
-
Omgevingsintegratie; Waterbeheersing (gescheiden riolering, verhouding verharde oppervlakten, …)
Art. 0.13 Beschermde/geklasseerde monumenten en dorpsgezichten - De functies van beschermde/geklasseerde gebouwen en dorpsgezichten kunnen afwijken van de bestemming zoals voorzien binnen de bestemmingszone waarin ze liggen. Ze kunnen een andere bestemming krijgen voor zover deze nieuwe bestemming bijdraagt tot het behoud, de revitalisering en/of de opwaardering van het monument. De nieuwe bestemming moet evenwel in harmonie kunnen functioneren met de omgeving en op schaal en niveau van de gemeente. - De gebouwen kunnen enkel in geval van heirkracht afgebroken worden en zullen enkel het voorwerp van verbouwingen en uitbreidingen kunnen zijn. Bijgebouwen of vorige verbouwingen kunnen wel verwijderd worden nadat aangetoond is via historisch onderzoek dat deze geen deel uitmaakten van het oorspronkelijk concept. Art. 0.14 Gebouwen met beeldkwaliteit en cultuurhistorische waarde - Voor gebouwen met beeldkwaliteit of bebouwing uit de inventaris waardevol erfgoed, zoals aangeduid op het plan bestaande en/of juridische toestand en op het bestemmingsplan (asterisk *), geldt dat bij de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen rekening wordt gehouden met de beeldkwaliteit. Een stedenbouwkundige vergunning kan pas afgeleverd worden nadat de erfgoedwaarde van het gebouw afgewogen is via een algemene onroerend erfgoedtoets.. - De architecturale eigenheid, verschijningsvorm en typologie van het gebouw moet behouden blijven. Volume en verhoudingen moeten op elkaar inspelen. De typische kenmerken waaraan het gebouw zijn eigenheid te danken heeft, dienen behouden te blijven of gerestaureerd te worden. - Elke verbouwing en/of uitbreiding gebeurt met respect voor het bestaande typologie (volume en kroonlijsthoogte, de verhouding van de oorspronkelijke geleding en structuur van het gebouw, de oorspronkelijke openingen van de gevels, de stijlelementen, oorspronkelijke kleur en materiaalgebruik). De typische kenmerken waaraan het gebouw zijn eigenheid te danken heeft, dienen behouden te blijven of gerestaureerd te worden. - Deze gebouwen kunnen slechts in geval van heirkracht vervangen worden door gebouwen met architecturale kwaliteiten die passen binnen de omgeving. Dit betekent dat in geval van vervangende nieuwbouw de waarde van het straatbeeld moet verhogen. Art. 0.15 Verboden constructies - Grootschalige kleinhandel - Autonome kantoren - Tankstations en servicestations; - Lunaparken, kansspelinrichtingen, dancings; - Verkeersgenerende handelsinrichtingen (functies die aanzienlijke verkeersstromen – voornamelijk autoverkeer – veroorzaken); - Seveso-inrichtingen (het inplanten van inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van het samenwerkingsakkoord betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken); - Bedrijven of inrichtingen die erop gericht zijn brandstoffen op te slaan en/of het verkopen van chemische producten of andere, potentieel zeer brandbare, giftige en/of explosieve producten waarvoor speciale vergunningen noodzakelijk zijn. Art. 0.16 Voetgangers- en fietsverbindingen Voetgangers- en fietsverbindingen kunnen doorheen alle zones, bepaald binnen het grafisch plan, worden aangelegd.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
9
Art. 0.17 Waterhuishouding Bij het bouwen of herbouwen van constructies dient voldaan te worden aan het Besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 (en eventuele latere aanpassingen) houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater of latere wijzigingen hieromtrent. Art. 0.18 Verkavelingen Bij het van kracht zijn van het RUP worden deze verkavelingen opgeheven: Kasteeldreef: 50/1 – 10/126/543V (06.11.1964) Kasteeldreef: 6211/1 - 10/126/720 (28.12.1956) Kasteeldreef: 309/1 – 5/44036/727/1 (21.02.1997) Kasteeldreef: 51/1 – 10/126/544V (16.12.1964) Kasteeldreef: 6212/1 – 10/126/698 (14.06.1956) Larestraat: 280/1 – 5/44036/702/2 (09.08.1989) en herziening: 280/2 – 5/44036/702/3 (19.09.2005) Larestraat: 298/1 – 5/44036/719V/2 (07.09.1995) Schachterijstraat: 53/1 – 10/126/546V (22.12.1964) Vaartstraat: 236/1 – 44036/675V (14.06.1988) Vaarstraat: 79/1 – 10/126/568V (12.04.1966) Vaartstraat: 24/1 – 10/126/524V (02.10.1963) Vaartstraat: 6226/1 – 10/126/1472 (19.09.1968)
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
10
BIJZONDERE VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE ZONERINGEN CATEGORIE 1
WONEN – subcategorie woongebied
Art.1 WOONZONE MET GEMENGDE BEBOUWING Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming Het betreft een zone waar het wonen centraal staat binnen een gedifferentieerde bebouwings-typologie en ingenomen door uitsluitend ééngezinswoningen
Bestemming Hoofdbestemming: - De gronden gelegen binnen deze zone zijn bestemd voor één- en meergezinswoningen. - In de Schachterijstraat zijn enkel ééngezinswoningen toegelaten. - Gemeenschapsvoorzieningen. Nevenbestemming In nevenbestemming zijn diensten, horeca, vrije beroepen, detailhandel en kantoren toegelaten. De in nevenbestemming toegelaten bestemmingen kunnen enkel gerealiseerd worden indien ze ondergeschikt zijn aan de hoofdbestemming, niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving, de privacy respecteren en op schaal en niveau van de gemeente.
Inplanting en bebouwing
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Inrichtingsvoorschriften Hoofdgebouw Bouwzone - Voorste bouwlijn: minimum 5.00m van de rooilijn of zoals bestaande bouwlijn bij de goedkeuring van het RUP; - De maximale bouwdiepte van het gelijkvloers vanaf de bouwlijn bedraagt 18.00m; - De bouwdiepte op de verdieping bedraagt maximum 12.00m; - T.o.v. de zijdelingse perceelsgrens: - Minimum 3.00m bij open bebouwing; - Halfopen en gesloten bebouwing: de zijgevels worden ingeplant LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
11
Art.1 WOONZONE MET GEMENGDE BEBOUWING Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften op de laterale perceelsgrens of op minimum 3.00m van één zijdelingse perceelsgrens voor de driegevelwoningen; - T.o.v. de achterste perceelsgrens: minimum 8.00m; - Indien op het aanpalende perceel op de perceelsgrens is gebouwd, dient men verplicht op deze gevel aan te sluiten; - De woning gebouwd op de rooilijnen op de hoek Schachterijstraat – Vaartstraat, alsook de woning op de hoek van de Vaartstraat Larestraat kunnen op dezelfde inplanting volledig herbouwd worden. Bouwhoogte - Kroonlijsthoogte: maximum 6.50m; - Nokhoogte: maximum 12.50m; - Schachterijstraat: - Kroonlijsthoogte: maximum 6.50m; - Nokhoogte: maximum 9.00m. - De kroonlijsthoogte voor bebouwing aangeduid als erfgoed is te behouden volgens de bestaande kroonlijsthoogte. Geveluitbouwen De uitbouwen (enkel balkons en terras) zijn toegelaten onder volgende bepalingen: - t.o.v. de voorgevelbouwlijn: - maximum 0.60m; - Minimale hoogte vanwaar de uitsprong kan beginnen: 2.50m gemeten vanaf het bestaande maaiveld of bovenkant aanpalend voetpad indien aanwezig; - t.o.v. de achterbouwlijn en enkel voor terrassen: maximum 1.50m. - t.o.v. de zijkavelgrens max.0.60m. Dakvorm - Verplicht hellende daken met een maximum dakhelling van 50°. Afgeknotte daken worden niet toegelaten; - 1/3 van de totale dakoppervlakte mag minder dan 5° bedragen; - Dakuitbouwen: max. 50% van de gevelbreedte met een max. hoogte
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
12
Art.1 WOONZONE MET GEMENGDE BEBOUWING Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften van 2.50m boven het dakvlak en op minimum 0.90m achter de voorgevellijn.
Bijgebouwen Bouwzone Aanpalend aan het hoofdgebouw kan aan één zijde in de bouwvrije zijstrook een open constructie aan het hoofdvolume toegebracht worden. - Inplanting: vanaf 5.00m achter de voorbouwlijn; - Tot op 1.00m van de perceelsgrenzen; - Bouwen tot op de zijdelingse perceelsgrens is mogelijk; - Maximum bepaalde bouwdiepte: 9.00m. Bouwhoogte - Kroonlijsthoogte: maximum 3.00m; - Indien gebouwd op de zijdelingse perceelsgrens: maximum kroonlijsthoogte 2.70m ter hoogte van de perceelsgrens; - Nokhoogte: maximum 4.50m. Dakvorm Maximum 45° schuinoplopend naar het hoofdgebouw. Alleenstaande tuinberging Bouwzone - Minimum 1.00m van de perceelsgrens; - Bouwen tot op de perceelsgrens is mogelijk mits toelating van de aanpalende; - Aansluitend bij reeds bestaande gebouwen of constructies op de aanpalende percelen; - Oppervlakte: bij percelen < 500m² maximum 25m² bij percelen > 500m² maximum 40m² Bouwhoogte I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
13
Art.1 WOONZONE MET GEMENGDE BEBOUWING Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften - Kroonlijsthoogte: maximum 3.00m; - Nokhoogte: maximum 4.50m. Dakvorm Zowel zadeldaken als platte daken zijn toegelaten. Tweede bouwzone: Bouwzone - T.o.v. alle perceelsgrenzen: minimum 10.00m; - Bestaande gebouwen, hoofdzakelijk vergund, kunnen behouden blijven en op dezelfde plaats herbouwd worden. - Maximum volume uitbreiding is 10% t.o.v. de huidige toestand. Bouwhoogte - Maximum twee bouwlagen en een dakverdieping - De kroonlijsthoogte: maximum 6.50m - De nokhoogte: maximum 9.00m. Dakvorm - Verplicht hellende daken met een maximum dakhelling van 45°; - 1/3 van de totale dakoppervlakte mag minder dan 5° bedragen. - Dakuitbouwen: maximum 2.50m hoogte boven de kroonlijst over een breedte van maximum 50%. Alleenstaande tuinbergingen Bouwzone: - Minimum 1.00m van de perceelsgrens. Bouwen op de perceelsgrens is toegelaten; - De maximale oppervlakte bedraagt 40m²; Bouwhoogte: - Kroonlijsthoogte: maximum 3.00m; - Nokhoogte: maximum 4.50m.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
14
Art.1 WOONZONE MET GEMENGDE BEBOUWING Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Dakvorm: Zowel zadeldaken als platte daken zijn toegelaten Verhardingen - Maximum 1/3 van de totale niet bebouwde oppervlakte van het perceel mag verhard worden ten behoeve van een toegang tot de bebouwing, oprit, parkeervoorzieningen, terrassen, tuinpaden en andere constructies geen gebouwen zijnde. De resterende oppervlaktes dienen met groenvoorzieningen aangelegd te worden. - Waterdoorlatende verhardingen worden niet in de oppervlakteberekening van de verhardingen begrepen. Erfscheidingen t.h.v. de rooilijn in de Kasteeldreef - Materialen: - muurtjes in baksteen: maximum hoogte 0.60m; - metalen smeedwerk: maximum hoogte 2.50m; - groenafsluiting: maximum hoogte 1.50m. - combinatie van baksteen en/of smeedwerk en/of groen - indien de woning minder dan 3.00m van de rooilijn staat bedraagt de hoogte van het metalen smeedwerk of van de groenafsluiting max. 0.90m Parkeerplaatsen - Minimum 1 parkeerplaats op eigen terrein bij de inrichting van een bijkomende woning. - Bij herbouw of nieuwbouw van een woning met een gevelbreedte >6.00m verplicht 1 parkeerplaats per woongelegenheid in te richten op het perceel. - Bij nieuwbouw van een meergezinswoning minimum 1 parkeerplaats per woongelegenheid.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
15
CATEGORIE 1
WONEN – subcategorie woongebied
Art. 2 ZONE VOOR GROEPSBOUW Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming Binnen het RUP wordt deze zone opgenomen in een zone voor groepsbouw omwille van een mogelijke integrale en kwalitatieve stedenbouwkundige ontwikkeling waarin gegroepeerde woningen kunnen opgericht worden rond straten, gemeenschappelijke open ruimtes en pleintjes. De zone is gericht naar het wonen in de breedste betekenis waarin de woonkwaliteit naar de toekomst gegarandeerd dient te worden.
Inplanting en bebouwing
I
De gronden zijn reeds in eigendom van een sociale huisvestingsmaatschappij.
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Bestemmingsvoorschriften Hoofdbestemming De gronden gelegen binnen deze zone zijn bestemd voor één- en meergezinswoningen. Nevenbestemming - Enkel functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrije beroepen en dienstverlening zijn toegelaten, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: - de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie; - de complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie per wooneenheid; - Gemeenschappelijk groenvoorzieningen, pleintjes, voetwegen Inrichtingsvoorschriften Minimum 25wo/ha. Bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning dient een gedetailleerde samenhangende invulling/ontwikkeling van de volledige of een gedeelte van de zone te worden verduidelijkt. De woningen mogen een volume hebben van maximum 500m³; Gekoppelde, aaneengesloten of gegroepeerde woningen; De aanvrager dient het volgende duidelijk te maken: - Op welke manier de groepsbouw ingepast wordt in het straatbeeld; - Op welke manier het parkeren wordt aangepakt; - Hoe de samenhang van de gebouwen wordt opgevat; - Hoe de privacy van de omwonenden wordt gegarandeerd. - Op welke manier kwalitatieve woongelegenheden met een voldoende buitenruimte worden gerealiseerd.
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
16
Art. 2 ZONE VOOR GROEPSBOUW Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften -
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Op welke manier er met groen, open ruimten en speelgroen wordt omgegaan;
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
17
CATEGORIE 1 WONEN – subcategorie woongebied
Art. 3 CENTRUMZONE Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming De zone is in de eerste plaats gericht naar het wonen in de breedste betekenis. In de tweede plaats zijn diensten en kantoren, handel en gemeenschapsvoorzieningen toegelaten.
Bestemming Hoofdbestemming De gronden gelegen binnen deze zone zijn bestemd voor één- en meergezinswoningen.
Nevenbestemming De nevenbestemmingen zijn enkel te realiseren indien - Lokale kleinhandelszaken: enkel op het gelijkvloers; zij op schaal en niveau zijn van de gemeente. - Openbare en private diensten; - Gemeenschapsvoorzieningen.
Inrichting
I
Verboden: - Functies die de woonfunctie in het gedrang brengen zijn niet toegelaten; - Het is verboden gebouwen (her) in te richten zonder woonfunctie, behoudens bij overheidsfuncties. Voor deze woonfunctie dient een afzonderlijke ingang voorzien te worden; Hoofdgebouw Bouwzone: Mogelijke inplantingen van het hoofdgebouw in geval - De inplanting van de aanpalende gebouwen is richtinggevend om van gesloten bebouwing op aan te sluiten: - Het gebouw wordt ingeplant op dezelfde bouwlijn als de aanpalende gebouwen; - Indien de bouwlijn van linker- en rechterbuur verschillen wordt die bouwlijn gekozen die het meest voorkomt in de ruimere omgeving. Een trapsgewijze overgang tussen de verspringende bouwlijnen van de aanpalende woningen is ook mogelijk. - Indien geen aanpalende gebouwen: min. 50% verplicht op de rooilijn
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
18
Art. 3 CENTRUMZONE Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Bouwdiepte - De bouwdiepte op de gelijkvloers bedraagt maximum 25.00m; - De bouwdiepte op de verdieping bedraagt maximum 12.00m; - De bouwdiepte van kleinhandelszaken maximum 25.00m. De maximum oppervlakte bedraagt 400m². Perceelsgrenzen - T.o.v. de zijdelingse perceelsgrens: - Gesloten bebouwing: op de laterale perceelsgrens en op 3.00m van één van de zijdelingse perceelsgrenzen voor een eindperceel met uitzondering van de hoekpercelen; - Verplicht aan te sluiten indien er reeds op de perceelsgrens werd gebouwd. - T.o.v. de achterste perceelsgrens: minimum 8.00m. Benedenverdieping - Voor een hoekperceel of een perceel minder dan 20m diep mag het perceel volledig worden bebouwd.
Bouwhoogte: De kroonlijsthoogte van 7,50m kan enkel aanvaard - Kroonlijsthoogte: maximum 7.50m worden voor zover dit geen schaalbreuk veroorzaakt - Technische ruimten op het dak (o.a. liftkokers, verluchtingskokers) in het nadeel van de panden met erfgoedwaarde, dienen onder een hoek van 45° achteruitgeschoven te worden en waardoor deze waarde zou verloren gaan in het nieuw dienen één geheel met het architecturaal volume te vormen. ruimtelijk weefsel. - Nokhoogte: maximum 13.50m. Dakvorm: - Verplicht hellende daken met een maximum dakhelling van 45°; - 1/3 van de totale dakoppervlakte mag minder dan 5° bedragen; -
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Dakuitbouwen/dakkapellen - zijn mogelijk tot een maximum breedte van 50% van de voorgevelbreedte; - Maximum hoogte van 2.50m boven het dakvlak;
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
19
Art. 3 CENTRUMZONE Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften - Minimaal 1.00m van de zijgevel of perceelsgrens; - Minimum 0.90m achter de voorgevellijn. Geveluitbouwen De uitbouwen (enkel balkons en terras) zijn toegelaten onder volgende bepalingen: - t.o.v. de voorgevelbouwlijn: - maximum 0.60m; - maximum hoogte tot op de hoogte van de bovenzijde van de kroonlijst; - Minimale hoogte vanwaar de uitsprong kan beginnen: 2.50m gemeten vanaf het bestaande maaiveld of bovenkant aanpalend voetpad; - t.o.v. de achterbouwlijn en enkel voor terrassen: maximum 1.50m. - Breedte: maximum 50% van de gevelbreedte. Meergezinswoningen in de Kasteeldreef - Voorgevellijn <7.00m = maximum 1 wooneenheid; - Voorgevellijn tussen 7.00m – 10.00m = maximum 2 wooneenheden; - + 2 wooneenheden meer dan 10.00m voorgevellijn. - De maximale gevelbreedte bedraagt 15.00m - De minimum oppervlakte per wooneenheid bedraagt 70m². Alleenstaande of gegroepeerde tuinberging Bouwzone - Aansluitend bij reeds bestaande gebouwen of constructies op de aanpalende percelen; - De maximale oppervlakte bij eengezinswoningen; - bij percelen < 500m² maximum 25m² - bij percelen > 500m² maximum 40m² - De maximale oppervlakte bedraagt 25m² per tuinberging/wooneenheid bij meergezinswoningen.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
20
Art. 3 CENTRUMZONE Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Bouwhoogte - Maximum kroonlijsthoogte: 3.00m; - Indien gebouwd op de zijdelingse perceelsgrens: maximum kroonlijsthoogte 2.50m; - Nokhoogte: maximum 4.50m. Dakvorm Zowel zadeldaken als platte daken zijn toegelaten Parkeerplaatsen - Minimum 1 parkeerplaats per woongelegenheid te voorzien voor de meergezinswoningen. Aan te leggen binnen de grenzen van het kadastraal perceel; - De parkeerplaatsen in open lucht dienen met waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of oplossingen bevatten voor een vertraagde afvoer van hemelwater of voor een buffering van dit hemelwater; - Ondergrondse parkings worden toegelaten; - Bij meergezinswoningen dienen minimum 2 fietsstalplaatsen per wooneenheid voorzien te worden.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
21
CATEGORIE 1 WONEN – subcategorie woongebied Art. 4 WOONPARK Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming Binnen de “zone woonpark” staat het bomenbestand centraal. De originele beplanting dient zoveel als mogelijk te worden behouden. Voor het garanderen van het behoud of het herstel van het bomenbestand wordt er binnen het perceel gewerkt met een parkzone en een zone waarin bebouwing kan voorzien worden. Binnen de zone voor bebouwing is bebouwing en tuinaanleg met bijhorende private sportinfrastructuur in open lucht, tuinaccommodatie en verhardingen toegestaan. Zowel de typologie van de woning alsook het vooropgestelde materiaalgebruik dienen contextueel ingepast te zijn in de parkomgeving. Inzake inplanting binnen de zone voor wonen wordt een grote vrijheidsgraad toegestaan.
Inrichting
Enkel bebouwing en verharding toegestaan in de gearceerde zone. De beoordeling van een stedenbouwkundige aanvraag gebeurt op basis van criteria zoals zorgvuldig ruimtegebruik, kwaliteitsvolle aanleg. De precieze locatie van de woningen binnen de bebouwbare zone wordt mede bepaald door de aanwezigheid van het bestaande bomenbestand.
Bestemming Hoofdbestemming: Wonen. Gemeenschapsvoorzieningen -
Diepestraat: meergezinswoningen toegelaten. Larestraat: enkel ééngezinswoningen.
Nevenbestemming De woonfunctie kan worden aangevuld met een ruimte voor het uitoefenen van vrije beroepen en diensten voor zover de oppervlakte niet meer dan 45% van de totale vloeroppervlakte bedraagt. Verboden - Handelszaken; - Lunaparken, kansspelinrichtingen; - Dancings. Bouwzone - De maximum bezetting voor bebouwing binnen het rood gearceerde gedeelte bedraagt 75% verhardingen inbegrepen; - Bouwlijn: minimum 10.00m van de rooilijn; - Zijdelings perceelsgrens: - Enkel aansluiten bij een bestaande constructie die reeds op de perceelsgrens gebouwd is, of - Een bouwvrije zijdelingse strook van minimum 4.00m. Bouwhoogte - Maximum 2 bouwlagen, met een maximum kroonlijsthoogte van 6.50m; - Nokhoogte: maximum 12,50m
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
22
Art. 4 WOONPARK Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Dakvorm - Vrij te bepalen. Alleenstaande tuinberging Bouwzone - Minimum 3.00m van de perceelsgrens; - Bouwen tot op de perceelsgrens is mogelijk mits toelating; - Aansluitend bij reeds bestaande gebouwen of constructies op de aanpalende percelen; - De maximale oppervlakte bedraagt 40m²; Bouwhoogte - Kroonlijsthoogte: maximum 3.00m; - Nokhoogte: maximum 4.50m. Dakvorm Zowel zadeldaken als platte daken zijn toegelaten Autostalplaatsen Minimum één autostalplaats per wooneenheid te realiseren binnen het hoofdgebouw of binnen de alleenstaande tuinberging. Parkeerplaatsen - Parkeerruimte dient op eigen perceel opgevangen te worden à rato van minimum 1 parkeerplaats per wooneenheid. - Bijkomende niet overdekte parkeerruimte voor bezoekers te voorzien à rato van 1 wagen per 2 wooneenheden. - De parkeerplaatsen in open lucht dienen met waterdoorlatende materialen uitgevoerd worden of oplossingen bevatten voor een vertraagde afvoer van hemelwater of voor een buffering van dit hemelwater.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
23
CATEGORIE 6 ‘ OVERIG GROEN’ - Parkzone
Art. 5 – PARKZONE
Bestemming
Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Het mag geenszins de bedoeling zijn de parkzone te transformeren naar een gebied met een actieve recreatie. Bij de inplanting van de tot de normale uitrusting van een park behorende accommodaties (waartoe ook toiletten en dergelijke kunnen behoren) wordt rekening gehouden met o.m. de nood aan dergelijke accommodaties in functie van het gebruik door het publiek van het parkgebied.
Bestemming Hoofdbestemming Het parkgebied is bestemd voor het behoud en de aanleg van een park met respect voor de ecologische, landschappelijk en cultuurhistorische waarden. Deze zone moet zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat bewaard blijven.
Onder kleinschalige infrastructuur worden speelinfrastructuur, zitbanken, beeldhouwwerken en prieeltjes begrepen.
Nevenbestemming Werken en handelingen die strikt noodzakelijk zijn voor het behoud, verfraaiing en/of aanleg en beheer van het park. Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur met een maximum van 5 % van de perceelsoppervlakte wordt toegelaten. Niet toegelaten - Het uitvoeren van bouwwerken, wegenis voor mechanisch verkeer, infrastructuur- en verhardingswerken; - Het permanent verlagen van de grondwaterstand; - Het ontbossen; - Het kappen of rooien van bomen, tenzij om veiligheidsredenen, ingeval van ziekte die tot afsterven leidt. Vervanging is verplicht. - Het geheel of gedeeltelijk kappen van struwelen, houtachtige beplantingen, oude heggen of hagen, houtkanten en houtwallen. Het verwijderen van zieke planten is mogelijk mits de verplichting tot vervanging. - Het aanleggen van bovengrondse nutsleidingen en bijhorende installaties;
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
24
Art. 5 – PARKZONE
Niet verordenend
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Neven- en hoofdfuncties dienen steeds met elkaar verbonden te blijven en zijn complementair.
Inrichting
Groenvoorzieningen - Alle werken, die betrekking hebben op de inrichting van het gebied als park zijn toegelaten; - De inrichting van het park moet rekening houden met de aanwezige ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied. Waardevolle bomen en andere waardevolle beplantingen dienen behouden te worden; - Voetwegen kunnen gerealiseerd worden. Zij worden uitsluitend uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. In elk geval dienen deze wegen het parkkarakter te respecteren; - Kleine constructies zoals speeltuigen, sculpturen zijn toegelaten voor zover zij de landschappelijke aanleg van het parkgebied ondersteunen. Waterhuishouding In functie van de opvang van hemelwater worden waterpartijen en afwateringsgrachten toegelaten. Overdruk gracht - De gracht moet opengehouden en waar mogelijk open gemaakt worden. Ze mag enkel overwelfd of ingebuisd worden indien ze onder opritten doorloopt met een maximum breedte van 4.00m; - De gracht moet worden beheerd als een ecologische infrastructuur. Dit betekent dat er rekening dient gehouden te worden met de fauna en de flora eigen aan de waterloop. De levenswaarden van deze fauna en flora dient behouden, hersteld en verder ontwikkeld te worden.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
25
Categorie 8 Lijninfrastructuur
Art. 6– ZONE VOOR OPENBAAR DOMEIN Niet verordenend - Toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming Onder aanhorigheden van weginfrastructuur wordt o.a. verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, de stationeer- en parkeerstroken, de wegsignalisatie en wegbebakening, de verlichting, de afwatering, de beplantingen, …
Bestemming Deze zone is bedoeld voor de inrichting van lokale wegen, openbare ruimte en aanhorigheden in overeenstemming met de aanpalende functies. In deze zone zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van verkeers- en vervoersinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, recreatienetwerk en waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Overdruk groen De Kasteeldreef, de Larestraat en de Vaartstraat dienen als een groene laan aangelegd te worden. Voor de beschermde Kasteeldreef dient bij een heraanleg deze gekoppeld te worden aan de opmaak van een totaal inrichtingsplan.
Eenheid staat hierbij niet gelijk aan gelijksoortigheid. Het gaat eerder om een harmonieuze samenhang van diverse elementen (beplanting, bestrating, verlichting, enz.).
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Aanleg Er dient een eenheid in materiaalgebruik en groenaanleg garandeert te worden. Uit de herinrichting van de centrumstraten Diepestraat, Molendreef, Dorp, Kasteeldreef en Kerkstraat moet duidelijk blijken dat de auto hier ondergeschikt is. Bij het gebruik van straatlichtarmaturen wordt de hoogte op max. 6.00m bepaald.
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
26
CATEGORIE 9 GEMEENSCHAPS- en NUTSVOORZIENINGEN Art. 7 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Bestemming
Bestemming Hoofdbestemming Zone voorbestemd voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen zowel met een verzorgend als met een dienstverlenend karakter. Alle gemeenschapsvoorzieningen die verenigbaar of complementair zijn met de woonomgeving en die nuttig kunnen zijn voor de bewoners van de gemeente kunnen hier een plaats krijgen op schaal van de gemeente. Binnen deze zonering zijn eveneens in- en uitritten, parkeerplaatsen, groenvoorzieningen, open ruimten toegelaten. Nevenbestemming Als nevenbestemming zijn toegelaten: speelruimten, bergingen, een conciërgewoning (in functie van de voorziene gemeenschapsdiensten) en alle voorzieningen noodzakelijk voor de goede werking van de functies. Alle gebouwen en constructies, die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de gemeenschapsdiensten, zijn toegelaten.
Inrichting
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
Voor het binnengebied Kerkstraat-Kasteeldreef-Larestraat-Kerkelare dient een volledige inrichtingsstudie opgemaakt te worden. De zone dient via de Larestraat en de Kerkstraat ontsloten te worden voor het mechanisch verkeer en de zwakke weggebruiker. Voor de zwakke weggebruikers dient een bijkomende ontsluiting voorzien te worden naar Kerkelare.
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
27
Art. 7 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften Bouwzone - Vrij te bepalen. - Maximum verharde zonebezetting is 60%, met uitzondering van het kerkgebouw en kapelletje (hoek Larestraat-Vaartstraat en hoek Larestraat-Kasteeldreef (=100%) Bouwhoogte bij nieuwbouw - Kroonlijsthoogte: maximum 12.00m; - Nokhoogte: maximum 18.00m - De huidige bouwhoogtes van de kerk mogen behouden worden. - Ter hoogte van de aanpalende woning in de Kerkstraat dient harmonisch aangesloten te worden wat betreft kroonlijst- en nokhoogte. Dakvorm: Vrij te bepalen. In geval van een hellend dak is de helling maximum 45°. Parkings: - De parkings dienen aangelegd te worden in waterdoorlatende materialen. - Minimaal één hoogstammige boom per 6 parkeerplaatsen aan te planten op of rond de parkeerplaatsen. Overdruk: nabestemming wonen De functie van het OCMW gebouw in de Kasteeldreef kan bij stopzetten of de verhuizing van haar activiteiten de nabestemming wonen krijgen. Gemengde zones diensten, gemeenschapsdiensten en wonen zijn ook mogelijk. In geval van wonen dienen de voorschriften van de aanpalende zone art. 1 overgenomen worden. Het bestaande gebouw mag maximum met 10% uitbreiden.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
28
CATEGORIE 9 GEMEENSCHAPS- en NUTSVOORZIENINGEN Art. 8 ZONE VOOR BEGRAAFPLAATS
Bestemming
Niet verordenend / toelichting
Verordenend
Ruimtelijke opties
Stedenbouwkundige voorschriften
Onder bijhorende voorzieningen wordt o.a. begrepen: mortuarium, ontvangstruimte, berg/werkplaats, fietsenstalling, watertappunten, constructie voor afvalberging van planten, bloemen en potten, kunstwerken, meubilair, verlichting, grafstenen, gedenkmuren…
Inrichting
Bestemming De gronden zijn bestemd als begraafplaats en de bijhorende voorzieningen
Erfscheidingen Aan de randen dient de begraafplaats te worden omzoomd met een dichte haag met een hoogte van 2.00m. Ter hoogte van de toegangen kan deze haag onderbroken worden over een totale breedte van maximum 6.00m. Op die plaatsen is de bouw van een toegangspoort/metalen hekken toegelaten. Ter hoogte van de Kasteeldreef dient er een combinatie met hekkens en een haag voorzien te worden. Bebouwingsvoorschriften De bebouwde oppervlakte voor gebouwen moet worden beperkt tot 250m². - De bouwhoogte wordt beperkt met een maximale kroonlijsthoogte van 4.00m en een nokhoogte van 7.50m. - Dakvorm is vrij. - Gebruik van duurzame materialen.
I
ARCHITECTENBUREAU VAN ACKER & PARTNERS / AFD. RUIMTELIJKE PLANNING
LOVENDEGEM DOSSIER: 2031_01 RUP HISTORISCHE DORPSKERN
MEI 2014
29