15 Statistisch Jaarboek 2008
definities
DEFINITIES Afwezigheidsdagen: Dagen dat ziekenhuis-patiënten tijdelijk elders verblijven.
Alleenstaande: Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering: Een uitkering van Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) ingevolge één van onderstaande wetten, t.b.v. personen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar die vanwege gezondheidsredenen geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn - WAO
: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen in loondienst die
- WIA
: Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (sinds 1 januari 2006); een arbeidsongeschiktheidsverzekering waarbij
langer dan een jaar ziek zijn en ook geen andere werkzaamheden kunnen uitvoeren tegen een gelijke loonwaarde. ‘werken naar vermogen’ centraal staat. De WIA omvat twee onderdelen: - de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). - de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). - WAZ
: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen die als zelfstandige werkzaam zijn als beroepsoefenaar of als meewerkende echtgenoot.
- Wajong : Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor personen die geen beroep kunnen doen op de WAO omdat een arbeidsverleden ontbreekt (personen die arbeidsongeschikt worden voor hun 17e levensjaar en personen die een opleiding/studie volgen).
Beroepsbevolking: Tot de beroepsbevolking (15-64 jaar) worden gerekend: - personen die ten minste 12 uur per week werken, of - personen die werk hebben aanvaard waardoor ze ten minste 12 uur per week gaan werken, of - personen die verklaren ten minste 12 uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste 12 uur per week te vinden. Van de beroepsbevolking worden personen die tenminste twaalf uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend en degenen die niet of minder dan twaalf uur per week werken tot de werkloze beroepsbevolking.
Besteedbaar inkomen: In het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS in de periode 1994-2002, is het besteedbaar inkomen gelijk aan het bruto inkomen verminderd met de betaalde overdrachten en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. De betaalde overdrachten bestaan uit premies volksverzekeringen (AOW, AWW, AAW en AWBZ), premies werknemersverzekeringen (ZW, WW en WAO), premies ziektekostenverzekeringen (ziekenfonds en particulier) en andere overdrachten (zoals premies voor lijfrente en fiscaal aftrekbare echtscheidingsuitkeringen). Het bruto inkomen bestaat uit het primair inkomen verhoogd met de bruto ontvangen overdrachten. De bruto ontvangen overdrachten bestaan uit overdrachten rechtstreeks van de overheid (bijvoorbeeld bijstandsuitkeringen en huursubsidie), overdrachten via de sociale verzekeringen (zoals AOW, WW en WAO) en andere overdrachten (zoals pensioen en lijfrenten). In 2003 heeft een definitiewijziging plaatsgevonden van het besteedbaar inkomen. De belangrijkste wijzigingen zijn: - De ziektekostenpremies zijn niet in mindering gebracht. - In plaats van de economische huurwaarde is het lagere bedrag van de fiscale huurwaardeforfait ingeteld. - De investeringsaftrek is op de fiscale winst in mindering gebracht.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
16 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Bijstandsuitkering: Een gemeentelijke uitkering van Sociale Zaken ingevolge één van onderstaande wetten, t.b.v. huishoudens die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. - ABW
: Algemene Bijstandswet (vervangen door WWB).
- WWB
: Wet Werk en Bijstand (voorheen ABW).
- IOAW
: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers.
- IOAZ
: wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen.
Bijzonder woongebouw: Een (deel van een) gebouw(incompleet), blijvend bestemd voor permanente bewoning door een institutioneel huishouden. Een bijzonder woongebouw heeft één adres, in gebruik door één rechtspersoon, voor de huisvesting en de bedrijfsmatige huishoudelijke verzorging van een verzameling personen.
Binnen- en buitenstedelijk gebied: Binnenstedelijk gebied is het bebouwde gebied binnen de gemeente. De grens hiervan is vastgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) en betreft de situatie in het jaar 2000. Alle overige gebieden zijn daarmee buitenstedelijk (ook wel uitleggebied). Het betreft de buurten: 24 (deels), 39 (deels), 50 (deels), 56, 60 (deels), 66 (deels), 71 (deels), 75 (deels), 76, 83, 84, 85, 91, 92 (deels), 93 (deels), 94, 95, 96, 97 en 99.
Centrumring: Het centrum van Hengelo begrensd door Oldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Wolter ten Catestraat, Veloursstraat, Industrieplein, Spoorstraat, Marskant, Deldenerstraat.
COROP-gebied: (zie ook Twente) De COROP-indeling is een statistische regionale indeling die omstreeks 1970 is ontworpen door de COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma, de commissie waaraan de indeling de naam dankt. Nederland is ingedeeld in veertig COROP-gebieden, waaraan later drie subgebieden zijn toegevoegd. De COROP-indeling is een regionaal niveau tussen gemeenten en provincie in. Elk COROP-gebied is een samenvoeging van gemeenten. De begrenzing van de COROP-gebieden volgt de provinciale grenzen. COROP-gebied 12 komt overeen met Twente.
Economische waarde: De vrije verkoopwaarde van een leeg opgeleverde woning (in euro’s) volgens de taxatie voor de onroerende-zaakbelastingen (peildatum 1 januari 2007).
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
17 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Etniciteit: De bevolking is in het Statistisch Jaarboek ingedeeld naar nationaliteit, geboorteland en etniciteit.
De etniciteit is voor de jaren 1998-2001 bepaald volgens onderstaande, in 1993 opgestelde definitie door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG): Hierbij is uitsluitend gebruik gemaakt van objectieve demografische indelingscriteria. Er is daarbij derhalve geen rekening gehouden met bijvoorbeeld culturele verschillen, religie, huidskleur, taal, leefstijl, zelfidentificatie of sociaal-economische achterstandsposities. Bij de bepaling van de etniciteit worden drie criteria gehanteerd, te weten (in prioriteitsvolgorde): - het geboorteland van de betrokken persoon. - het geboorteland van diens moeder. - het geboorteland van diens vader. De geboortelanden worden ingedeeld in categorieën, te weten: - A1 : Nederland. - A2 : overige rijke landen die geen onderwerp zijn van achterstandsbeleid (Noordwest Europa, Noord Amerika, Australië, Nieuwzeeland, Japan, inclusief het voormalig Nederlands Indië). -B
: landen die potentieel doelgroep zijn van achterstandsbeleid (Oost Europa, Zuid Europa, Azië, Midden Amerika, Zuid Amerika, Afrika).
Bij de classificatie wordt prioriteit gegeven aan de identificatie van achterstandsgroepen. De classificatie verloopt als volgt: - In eerste instantie wordt gekeken naar het geboorteland van de betrokken persoon. Iemand geboren in een B-land krijgt de etniciteit van zijn geboorteland. - Als iemand geboren is in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van diens moeder. Als de moeder in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon. - In het geval dat zowel de betrokken persoon als diens moeder beide zijn geboren in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van de vader. Als de vader in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon. - Wanneer alle drie personen zijn geboren in de A1/A2-landencategorie, wordt de betrokken persoon ook bij deze landen-categorie ingedeeld. Daarbij loopt het onderscheid tussen A1 en A2 analoog aan het onderscheid tussen A en B. - Wanneer geen van de drie personen in een B-land is geboren en minstens één van hen in een A2-land, dan wordt de betrokken persoon ingedeeld bij de A2-categorie. - Zijn beide ouders geboren in dezelfde landencategorie maar in een ander land, dan is het geboorteland van de moeder doorslaggevend. - Indien één of twee geboortelanden ontbreken, worden deze genegeerd. De wel bekende geboortelanden zijn in dit geval bepalend. Bij het ontbreken van alle drie geboortelanden is de etniciteit niet bekend.
De etniciteit is vanaf het jaar 2002 bepaald volgens de CBS-definitie, op basis van de tabel op de volgende blz.: Het CBS rekent iemand tot de allochtonen als ten minste één van diens ouders in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). De herkomstgroepering wordt bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf (de eerste generatie) of dat van de moeder (de tweede generatie), tenzij de moeder in Nederland is geboren. In het laatste geval is gerubriceerd naar het geboorteland van de vader. Onderscheid wordt gemaakt in westerse en niet-westerse allochtonen. Tot de categorie niet-westerse allochtonen behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Nederlands-Indië/Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en –culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Tot de categorie westerse allochtonen behoren allochtonen uit alle landen van Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (inclusief het voormalig Nederlands-Indië). Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
18 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Tabel ter bepaling van de etniciteit van een persoon, volgens de CBS-definitie. 1)
geboorteland persoon
bekende gegevens van de persoon geboorteland geboorteland moeder vader
etniciteit persoon volgens de cbs-definitie bepalend autochtoon / voor etniciteit allochtoon
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland vader Nederland geboorteland moeder geboorteland moeder geboorteland moeder Nederland geboorteland vader Nederland
autochtoon allochtoon 2 autochtoon allochtoon 2 allochtoon 2 allochtoon 2 autochtoon allochtoon 2 autochtoon
10 11 12 13 14 15 16 17 18
buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland persoon Nederland geboorteland persoon geboorteland persoon geboorteland persoon Nederland geboorteland persoon geboorteland persoon
autochtoon allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1 allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1
19 20 21 22 23 24 25 26 27
niet niet niet niet niet niet niet niet niet
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland vader Nederland geboorteland moeder geboorteland moeder geboorteland moeder Nederland geboorteland vader onbekend
autochtoon allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1 allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 niet bekend
1)
bekend bekend bekend bekend bekend bekend bekend bekend bekend
Op basis van de combinatie van geboorteland persoon, geboorteland moeder en geboorteland vader kan in de meest rechtse kolommen worden afgelezen tot welk land deze persoon gerekend wordt, alsmede of hij/zij tot de eerste of tweede generatie gerekend wordt.
Bron: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW).
Eu-landen: Momenteel telt de Europese Unie 27 lidstaten namelijk: - België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland (die de EGKS in 1951 oprichtten). - Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk (sinds 1973). - Griekenland (sinds 1981). - Spanje en Portugal (sinds 1986). - Oostenrijk, Finland en Zweden (sinds 1995). - Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek (sinds mei 2004). - Bulgarije en Roemenië (sinds januari 2007).
Geboorteoverschot: Het verschil tussen het jaarlijks aantal geboorten en het aantal overledenen.
Gemiddelde bruto woningbezetting: Het totaal aantal inwoners gedeeld door het totaal aantal woningen.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
19 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Gezinshoofd: - Man die met zijn echtgenote en/of ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont. - Vrouw die met haar ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont.
Gezinslid: - Echtgenote van gezinshoofd. - Bij de ouder(s) inwonend ongehuwd kind.
Hoofdbewoner: De persoon die volgens bepaalde criteria als hoofd van een woonruimte (niet een bijzonder woongebouw) wordt aangemerkt. Bij uitsluitend één gezinshuishouding wordt het gezinshoofd als hoofdbewoner aangemerkt. Bij meer dan één gezinshuishouden wordt het eerst gevestigde gezinshoofd de hoofdbewoner en bij een gelijk of ontbrekend vestigingsjaar wordt het oudste gezinshoofd de hoofdbewoner. In de andere situaties is een gezinshoofd of een alleenstaande de hoofdbewoner, waarbij niet alleen het vestigingsjaar en de leeftijd, maar tevens het geslacht mede bepalend is. Bij verschillend geslacht gaat de man vóór de vrouw.
Huursubsidie Het gemiddeld bedrag per huishouden dat men over een geheel jaar aan huursubsidie heeft ontvangen per aanvraag. Indien niet het gehele jaar huursubsidie is ontvangen zijn alle huursubsidiebedragen omgerekend alsof een geheel jaar huursubsidie is ontvangen. De aanvragers zijn onderverdeeld in - Primairen: Huishoudens die al langer dan zes maanden in de woningen wonen, maar voor het eerst huursubsidie aanvragen voor deze woning. - Verhuizers: Huishoudens die korter dan zes maanden in de woningen wonen en voor het eerst voor deze woning huursubsidie aanvragen. - Continuanten: Huishoudens die in het voorgaande tijdvak ook huursubsidie ontvingen in dezelfde woning.
Leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer: Het aantal levendgeborenen per 1.000 vrouwen van de gemiddelde bevolking in een jaar in een bepaalde leeftijdsgroep. Leerlinggewicht: Bij het vaststellen van de financiële vergoeding van een basisschool houdt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap rekening met de achtergrond van de leerlingen. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen wordt aan alle leerlingen in het basisonderwijs een gewicht toegekend. Tot en met het schooljaar 2005/06 zijn de criteria voor de extra gewichten: - 0.25
voor Nederlandse (d.w.z. autochtone) kinderen met ouders die een laag opleidingsniveau hebben;
- 0.40
voor schipperskinderen;
- 0.70
voor woonwagen- en zigeunerkinderen.
- 0.90
leerlingen die behoren tot een culturele minderheid met ouders die een laag opleidings- en beroepsniveau hebben.
Vanaf het schooljaar 2009/10 gaat het uitsluitend om kinderen van ouders die een laag opleidingsniveau hebben. In de tussenliggende schooljaren (2006/07-2008/09) is er een overgangssituatie, waarbij afhankelijk van de leeftijd van de leerling de oude of nieuwe indeling van toepassing is. In de nieuwe regeling wordt er gewerkt met twee extra gewichten: - 0.30
voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool;
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
20 Statistisch Jaarboek 2008
- 1.20
definities
voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool.
Loop van de bevolking: De ontwikkeling van het aantal inwoners ten gevolge van geboorte, sterfte, vestiging en vertrek. (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen).
Migratiesaldo: Het verschil tussen het jaarlijks aantal personen dat zich heeft gevestigd en het aantal personen dat is vertrokken.
Nationaliteit: Het behoren tot een bepaald land. Iemand met meerdere nationaliteiten wordt gerekend tot de nationaliteit die in de gemeentelijke bevolkingsadministratie (GBA) het eerst is vermeld, tenzij hierbij ook de Nederlandse nationaliteit voorkomt. In dat geval wordt de betreffende persoon als Nederlander gerekend. Netwerkstad: Een projectmatig en resultaatgericht samenwerkingsverband sinds 2001 van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo, met de Regio Twente en de provincie Overijssel als bestendige samenwerkingspartners. Per 1 januari 2007 behoort ook de gemeente Oldenzaal tot de Netwerkstad.
Opkomsttijd brandweer De totale tijd die de brandweer nodig heeft vanaf de melding tot ter plaatse komen bij het incident.. Zorgnormering geeft per project of incident aan met welke capaciteit en kwaliteit binnen de gestelde opkomsttijd de eenheden (tankautospuiten en redvoertuigen) ter plaatse moeten zijn.
Regio Twente: (zie ook Twente) Een samenwerkingsverband van de Twentse gemeenten (COROP-gebied 12+ de Gelderse gemeente Neede (van 1 april 1994 tot 1 januari 2005).
Stadsdelen: De gemeente Hengelo ingedeeld in drie gebieden, elk bestaande uit drie stadswijken en een deel van het buitengebied. De huidige indeling in stadsdelen is met ingang van 1 januari 2008 van kracht geworden en bestaat uit: - stadsdeel Noord bestaande uit de wijken 2, 3 en 8, en de buurten 91 en 92. - stadsdeel Midden bestaande uit de wijken 0, 1 en 7, en de buurten 93 en 97. - stadsdeel Zuid bestaande uit de wijken en buurten 4, 5 en 6, en de buurten 90, 94, 95, 96 en 99.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
21 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Stand van de bevolking: Het totaal aantal inwoners op een bepaalde datum (meestal op 1 januari). (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen).
Twente: Vóór de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten: Almelo, Ambt Delden, Borne, Den Ham, Denekamp, Diepenheim, Enschede, Goor, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Markelo, Oldenzaal, Ootmarsum, Rijssen, Stad Delden, Tubbergen, Vriezenveen, Weerselo, Wierden. Sinds de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland (tot 1 juni 2002: Denekamp), Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten (tot 15 maart 2003: Rijssen), Tubbergen, Twenterand (tot 1 juni 2002: Vriezenveen), Wierden.
Verdachte: Een persoon van 12 jaar of ouder die door de politie is aangehouden en tegen wie een proces-verbaal is opgemaakt omdat een redelijk vermoeden bestaat dat hij een strafbaar feit heeft gepleegd. De verdachten worden ingedeeld in de categorieën: jeugdige beginner minderjarige verdachte met een antecedent in het peiljaar, tijdens welke één of meer misdrijven kunnen zijn gepleegd en die nooit eerder van een misdrijf werd verdacht. jeugdige meerpleger minderjarige verdachte die in zijn gehele criminele verleden twee tot en met vijf processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar. jeugdige veelpleger minderjarige verdachte die in zijn gehele criminele verleden meer dan vijf processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in het peiljaar. volwassen beginner meerderjarige verdachte met een antecedent in het peiljaar, tijdens welke één of meer misdrijven kunnen zijn gepleegd en die nooit eerder van een misdrijf werd verdacht. volwassen meerpleger meerderjarige verdachte die in zijn gehele criminele verleden twee tot en met tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar. volwassen veelpleger meerderjarige verdachte die in zijn gehele criminele verleden meer dan tien processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar. volwassen zeer actieve veelpleger meerderjarige verdachte die over een periode van vijf jaar (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt) meer dan tien processenverbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan ten minste één in het peiljaar.
Werkloosheidsuitkering: Een uitkering gedurende maximaal 38 maanden van Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen (UWV) ingevolge de Werkloosheidswet (WW), t.b.v. werklozen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar, waarbij de werkloosheid niet verwijtbaar mag zijn.
Werkloze beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die niet of minder dan 12 uur per week werken tot de werkloze beroepsbevolking gerekend.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo
22 Statistisch Jaarboek 2008
definities
Werkzame beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die ten minste 12 uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend.
Werkzoekenden: Het aantal 16-64 jarigen zonder werk (of met werk van minder dan 12 uur per week) dat bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) staat ingeschreven voor een baan van ten minste 12 uur per week.
Wijk/buurt-indeling: Een door het college van Burgemeester & Wethouders vastgestelde standaardgebiedsindeling van de gemeente Hengelo, primair ten behoeve van de gemeentelijke statistiek. De huidige wijk/buurt-indeling is met ingang van 1 januari 2005 van kracht geworden en bestaat uit 10 wijken en 62 buurten.
Winkelvloeroppervlak (WVO.): Het winkelvloeroppervlak van een winkel wordt in het veld opgemeten. Het gaat hier om alle overdekte, voor de consument toegankelijke en zichtbare ruimten. Dit is de (zichtbare) ruimte achter de toonbank en de etalage, maar bijvoorbeeld niet de personeelsruimten, magazijnen en buitenverkoop.
Woning: Een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. Een woning dient te zijn voorzien van een eigen toegangsdeur, een toilet en een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden. Tevens dient een woning ten minste 14 m² verblijfsruimte te bevatten.
Wooneenheid: Een deel van een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden en dat voldoet aan alle criteria die gelden voor woningen. Bij een wooneenheid ontbreekt echter een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden en/of een toilet, terwijl die ruimte bovendien gelegen is in een gebouw dat ter compensatie van deze ontbrekende elementen gemeenschappelijke voorzieningen bevat.
afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
gemeente Hengelo