14 Statistisch Jaarboek 2003
definities
DEFINITIES
Afwezigheidsdagen: Dagen dat ziekenhuis-patiënten tijdelijk elders verblijven.
Alleenstaande: Een persoon die alleen woont of deel uit maakt van een samenwoningsvorm anders dan het eigen gezin of dat van de ouders.
Allochtonen: Het CBS rekent iemand tot de allochtonen als ten minste één van diens ouders in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). De herkomstgroepering wordt bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon zelf (de eerste generatie) of dat van de moeder (de tweede generatie), tenzij de moeder in Nederland is geboren. In het laatste geval is gerubriceerd naar het geboorteland van de vader. Onderscheid wordt gemaakt in westerse en niet-westerse allochtonen. Tot de categorie niet-westerse allochtonen behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Nederlands-Indië/Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaal-economische en –culturele positie worden allochtonen uit deze twee landen tot de westerse allochtonen gerekend. Tot de categorie westerse allochtonen behoren allochtonen uit alle landen van Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (inclusief het voormalig Nederlands-Indië). Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren.
Arbeidsongeschikten: Personen in de leeftijdsgroep 15-64 jaar, die vanwege gezondheidsredenen geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en als gevolg daarvan één van de onderstaande uitkeringen ontvangen van een bedrijfsvereniging. - WAO : Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen in loondienst die langer dan een jaar ziek zijn en ook geen andere werkzaamheden kunnen uitvoeren tegen een gelijke loonwaarde. - WAZ : Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor personen die als zelfstandige werkzaam zijn als beroepsoefenaar of als meewerkende echtgenoot. - Wajong : Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (sinds 1 januari 1998); een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor personen die geen beroep kunnen doen op de WAO omdat een arbeidsverleden ontbreekt (personen die arbeidsongeschikt worden voor hun 17e levensjaar en personen die een opleiding/studie volgen).
Beroepsbevolking (15-64 jaar): Tot de beroepsbevolking worden gerekend: - personen die ten minste 12 uur per week werken, of - personen die werk hebben aanvaard waardoor ze ten minste 12 uur per week gaan werken, of - personen die verklaren ten minste 12 uur per week te willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en activiteiten ontplooien om werk voor ten minste 12 uur per week te vinden.
Besteedbaar inkomen: Het bruto inkomen verminderd met de premies sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting. Het bruto inkomen omvat winst uit onderneming, bruto inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals NABW, AOW, WAZ, Wajong en WAO).
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
15 Statistisch Jaarboek 2003
definities
Bijzonder woongebouw: Een (deel van een) gebouw(incompleet), blijvend bestemd voor permanente bewoning door een institutioneel huishouden. Een bijzonder woongebouw heeft één adres, in gebruik door één rechtspersoon, voor de huisvesting en de bedrijfsmatige huishoudelijke verzorging van een verzameling personen.
Centrumring: Het centrum van Hengelo begrensd door Oldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Wolter ten Catestraat, Veloursstraat, Industrieplein, Spoorstraat, Marskant, Deldenerstraat.
COROP-gebied: (zie ook Twente) De COROP-indeling is een statistische regionale indeling die omstreeks 1970 is ontworpen door de COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma, de commissie waaraan de indeling de naam dankt. Nederland is ingedeeld in veertig COROP-gebieden. Elk COROPgebied is een samenvoeging van gemeenten. De begrenzing van de COROP-gebieden volgt de provinciale grenzen. COROP-gebied 12 komt overeen met Twente.
Economische waarde: De vrije verkoopwaarde van een leeg opgeleverde woning (in euro’s) volgens de taxatie voor de onroerende-zaakbelastingen (peildatum 1 januari 2001).
Etniciteit: De bevolking is in het Statistisch Jaarboek ingedeeld naar nationaliteit, geboorteland en etniciteit. De etniciteit is voor de jaren 1998-2001 bepaald volgens onderstaande, in 1993 opgestelde definitie door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG): Hierbij is uitsluitend gebruik gemaakt van objectieve demografische indelingscriteria. Er is daarbij derhalve geen rekening gehouden met bijvoorbeeld culturele verschillen, religie, huidskleur, taal, leefstijl, zelfidentificatie of sociaal-economische achterstandsposities. Bij de bepaling van de etniciteit worden drie criteria gehanteerd, te weten (in prioriteitsvolgorde): - het geboorteland van de betrokken persoon. - het geboorteland van diens moeder. - het geboorteland van diens vader. De geboortelanden worden ingedeeld in categorieën, te weten: - A1 : Nederland. - A2 : overige rijke landen die geen onderwerp zijn van achterstandsbeleid (Noordwest Europa, Noord Amerika, Australië, Nieuwzeeland, Japan, inclusief het voormalig Nederlands Indië). - B : landen die potentieel doelgroep zijn van achterstandsbeleid (Oost Europa, Zuid Europa, Azië, Midden Amerika, Zuid Amerika, Afrika). Bij de classificatie wordt prioriteit gegeven aan de identificatie van achterstandsgroepen. De classificatie verloopt als volgt: - In eerste instantie wordt gekeken naar het geboorteland van de betrokken persoon. Iemand geboren in een B-land krijgt de etniciteit van zijn geboorteland. - Als iemand geboren is in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van diens moeder. Als de moeder in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon. - In het geval dat zowel de betrokken persoon als diens moeder beide zijn geboren in een A1/A2-land, dan wordt vervolgens gekeken naar het geboorteland van de vader. Als de vader in dit geval is geboren in een B-land, dan geldt dat land als etniciteit van de betrokken persoon. - Wanneer alle drie personen zijn geboren in de A1/A2-landencategorie, wordt de betrokken persoon ook bij deze landen-categorie ingedeeld. Daarbij loopt het onderscheid tussen A1 en A2 analoog aan het onderscheid tussen A en B. - Wanneer geen van de drie personen in een B-land is geboren en minstens één van hen in een A2-land, dan wordt de betrokken persoon ingedeeld bij de A2-categorie.
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
16 Statistisch Jaarboek 2003
definities
- Zijn beide ouders geboren in dezelfde landencategorie maar in een ander land, dan is het geboorteland van de moeder doorslaggevend. - Indien één of twee geboortelanden ontbreken, worden deze genegeerd. De wel bekende geboortelanden zijn in dit geval bepalend. Bij het ontbreken van alle drie geboortelanden is de etniciteit niet bekend. De etniciteit is vanaf het jaar 2002 bepaald volgens de CBS-definitie, op basis van onderstaande tabel:
Tabel ter bepaling van de etniciteit van een persoon, volgens de CBS-definitie. 1)
geboorteland persoon
bekende gegevens van de persoon geboorteland geboorteland moeder vader
etniciteit persoon volgens de cbs-definitie bepalend autochtoon / voor etniciteit allochtoon
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland Nederland
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland vader Nederland geboorteland moeder geboorteland moeder geboorteland moeder Nederland geboorteland vader Nederland
autochtoon allochtoon 2 autochtoon allochtoon 2 allochtoon 2 allochtoon 2 autochtoon allochtoon 2 autochtoon
10 11 12 13 14 15 16 17 18
buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland buitenland
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland persoon Nederland geboorteland persoon geboorteland persoon geboorteland persoon Nederland geboorteland persoon geboorteland persoon
autochtoon allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1 allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1
19 20 21 22 23 24 25 26 27
niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland Nederland Nederland buitenland buitenland buitenland niet bekend niet bekend niet bekend
Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend Nederland buitenland niet bekend
Nederland geboorteland vader Nederland geboorteland moeder geboorteland moeder geboorteland moeder Nederland geboorteland vader onbekend
autochtoon allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 allochtoon 1 allochtoon 1 autochtoon allochtoon 1 niet bekend
1)
Op basis van de combinatie van geboorteland persoon, geboorteland moeder en geboorteland vader kan in de meest rechtse kolommen worden afgelezen tot welk land deze persoon gerekend wordt, alsmede of hij/zij tot de eerste of tweede generatie gerekend wordt.
Bron: Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW).
Geboorteoverschot: Het verschil tussen het jaarlijks aantal geboorten en het aantal overledenen.
Gemiddelde bruto woningbezetting: Het totaal aantal inwoners gedeeld door het totaal aantal woningen.
Gezinshoofd: - Man die met zijn echtgenote en/of ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont. - Vrouw die met haar ongehuwd(e) kind(eren) samenwoont.
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
17 Statistisch Jaarboek 2003
definities
Gezinslid: - Echtgenote van gezinshoofd. - Bij de ouder(s) inwonend ongehuwd kind.
Hoofdbewoner: De persoon die volgens bepaalde criteria als hoofd van een woonruimte (niet een bijzonder woongebouw) wordt aangemerkt. Bij uitsluitend één gezinshuishouding wordt het gezinshoofd als hoofdbewoner aangemerkt. Bij meer dan één gezinshuishouden wordt het eerst gevestigde gezinshoofd de hoofdbewoner en bij een gelijk of ontbrekend vestigingsjaar wordt het oudste gezinshoofd de hoofdbewoner. In de andere situaties is een gezinshoofd of een alleenstaande de hoofdbewoner, waarbij niet alleen het vestigingsjaar en de leeftijd, maar tevens het geslacht mede bepalend is. Bij verschillend geslacht gaat de man vóór de vrouw.
Leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer: Het aantal levendgeborenen per 1.000 vrouwen van de gemiddelde bevolking in een jaar in een bepaalde leeftijdsgroep.
Leerlinggewicht: Bij het vaststellen van de financiële vergoeding van een basisschool houdt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap rekening met de achtergrond van de leerlingen. Om de hoogte van de vergoeding te bepalen wordt aan alle leerlingen in het basisonderwijs een gewicht toegekend. De meeste leerlingen krijgen geen extra gewicht. Voor leerlingen met een gewicht krijgen de scholen extra geld. De huidige criteria voor de gewichten zijn: - 0.25 : Nederlandse leerlingen van ouders met een laag opleidingsniveau; - 0.40 : schipperskinderen; - 0.70 : woonwagen- en zigeunerkinderen; - 0.90 : leerlingen die behoren tot een culturele minderheid (cumi-leerlingen) en waarvan de ouders een laag opleidings- en beroepsniveau hebben. Het toekennen van gewichten aan leerlingen gebeurt alleen in het reguliere basisonderewijs. In het speciaal basisonderwijs komt dit onderscheid naar achterstandscategorie niet voor.
Loop van de bevolking: De ontwikkeling van het aantal inwoners ten gevolge van geboorte, sterfte, vestiging en vertrek. (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen).
Migratiesaldo: Het verschil tussen het jaarlijks aantal personen dat zich heeft gevestigd en het aantal personen dat is vertrokken.
Nationaliteit: Het behoren tot een bepaald land. Iemand met meerdere nationaliteiten wordt gerekend tot de nationaliteit die in de gemeentelijke bevolkingsadministratie (GBA) het eerst is vermeld, tenzij hierbij ook de Nederlandse nationaliteit voorkomt. In dat geval wordt de betreffende persoon als Nederlander gerekend.
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
18 Statistisch Jaarboek 2003
definities
Netwerkstad: Een projectmatig en resultaatgericht samenwerkingsverband van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo, met de Regio Twente en de provincie Overijssel als bestendige samenwerkingspartners.
Periodieke uitkering: Eén van onderstaande gemeentelijke uitkeringen van Sociale Zaken, bedoeld voor huishoudens die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. - RWW : Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (sinds 1999 niet meer van kracht) - NABW : Nieuwe Algemene Bijstandswet - IOAW : wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers - IOAZ : wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen
Regio Twente: (zie ook Twente) Een samenwerkingsverband van de Twentse gemeenten (COROP-gebied 12+ de Gelderse gemeente Neede (sinds 1 april 1994).
Recreatiewoning: Een tot bewoning bestemd gebouw dat gelegen is op een officieel voor recreatie aangewezen terrein en/of bestemd is voor bewoning gedurende de vakantie. Een recreatiewoning voldoet aan alle criteria die gelden voor woningen, doch behoeft niet geschikt te zijn voor bewoning gedurende het gehele jaar.
Stadsdelen: De gemeente Hengelo ingedeeld in drie gebieden, elk bestaande uit de drie stadswijken en een deel van het buitengebied: - stadsdeel Noord bestaande uit de wijken 2, 3 en 8, en de buurten 91 en 98. - stadsdeel Midden bestaande uit de wijken 0, 1 en 7, en de buurten 92, 93 en 97. - stadsdeel Zuid bestaande uit de wijken en buurten 4, 5 en 6, en de buurten 90, 94, 95, 96 en 99.
Stand van de bevolking: Het totaal aantal inwoners op een bepaalde datum (meestal op 1 januari). (Door geringe verschillen tussen de officiële cijfers van het CBS en de gemeentelijke statistische gegevens, is het mogelijk dat er enigszins afwijkende aantallen zijn opgenomen).
Twente: Vóór de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten Almelo, Ambt Delden, Borne, Den Ham, Denekamp, Diepenheim, Enschede, Goor, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Losser, Markelo, Oldenzaal, Ootmarsum, Rijssen, Stad Delden, Tubbergen, Vriezenveen, Weerselo, Wierden. Sinds de gemeentelijke herindeling van Twente per 1 januari 2001, bestaande uit de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland (tot 1 juni 2002: Denekamp), Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen, Tubbergen, Twenterand (tot 1 juni 2002: Vriezenveen), Wierden.
Verkoopvloeroppervlak (v.v.o.): De oppervlakte (in m² ) van overdekte verkoopruimten die bedoeld zijn voor het publiek en die direct samenhangen met de winkelverkoop, zoals etalages, vitrines, toonbanken, schapruimten, paskamers en kassaruimten.
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
19 Statistisch Jaarboek 2003
definities
Werkzame beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die ten minste 12 uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend.
Werkloze beroepsbevolking: Van de beroepsbevolking worden personen die niet of minder dan 12 uur per week werken tot de werkloze beroepsbevolking gerekend.
Werkzoekenden: Het aantal 16-64 jarigen zonder werk (of met werk van minder dan 12 uur per week) dat bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) staat ingeschreven voor een baan van ten minste 12 uur per week.
Wijk/buurt-indeling: Een door het college van Burgemeester & Wethouders vastgestelde standaardgebiedsindeling van de gemeente Hengelo, primair ten behoeve van de gemeentelijke statistiek. De huidige wijk/buurt-indeling is met ingang van 1 januari 2002 van kracht geworden en bestaat uit 10 wijken en 61 buurten.
Woning: Een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. Een woning dient te zijn voorzien van een eigen toegangsdeur, een toilet en een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden. Tevens dient een woning ten minste 14 m² verblijfsruimte te bevatten.
Wooneenheid: Een deel van een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden en dat voldoet aan alle criteria die gelden voor woningen. Bij een wooneenheid ontbreekt echter een keukeninrichting bestemd voor het bereiden van complete maaltijden en/of een toilet, terwijl die ruimte bovendien gelegen is in een gebouw dat ter compensatie van deze ontbrekende elementen gemeenschappelijke voorzieningen bevat.
Onderzoek & Statistiek
gemeente Hengelo
20 Statistisch Jaarboek 2003
Onderzoek & Statistiek
definities
gemeente Hengelo