Startrubriek Groeiboek1
Groeiboek is een reeks van bronnenboeken die kunnen worden gebruikt ter inspiratie van zorg in de kleuterschool. Het is echter ook een volledig Zorgsysteem, enerzijds door zijn systematiek, anderzijds door zijn inhoud. Het zorgsysteem Groeiboek bestaat in de uitgebreide versie uit verschillende delen. Deel 1 ‘Basisboek’ behandelt de algemene visie op zorg en beschrijft het opzet van een zorgsysteem. Aan de hand van deel 2 ‘Signaleren’ wordt het mogelijk om binnen het zorgbeleid op school de variatie aan zorgvragen overzichtelijk en systematisch in beeld te brengen. In deel 3 ‘Analyse en Handelen. Situering en werkwijze’ wordt de weg van het analyseren van een zorgvraag tot het vinden van een goed antwoord voor de kleuter uitgestippeld. Binnen Deel 3 bestaat de reeks uit 8 Domeinboeken, in overeenkomst met de verscheidenheid aan ontwikkelingsdomeinen. De domeinboeken van Groeiboek steunen op dezelfde visie. Met behulp van deze startrubriek krijgt elke gebruiker, ook wie nog niet vertrouwd is met de vorige boekdelen, een algemene introductie. Zo maakt de lezer verkort kennis met de principes van Groeiboek en kan hij daarna elk Domeinboek afzonderlijk gebruiken als bronnenboek. Om Groeiboek gemakkelijk te kunnen hanteren zijn de werkformulieren voor analyse en voor observatie vrij beschikbaar op de website van de VCLB-koepel www.vclbkoepel.be (Vrije Centra voor LeerlingenBegeleiding) via professionelen/materialen en info/Groeiboek/werkformulieren.
1
Gebaseerd op VCLB Vormingscentrum (2004), Groeiboek- deel 1. Basisboek, Antwerpen, Garant.
Startrubriek
7
Groeiboek werkt met de ontwikkelingsdoelen van de kleutergroepen en met ontwikkelingsdomeinen. Voor elk ontwikkelingsdomein is er één domeinboek. Elk domeinboek behandelt de meest voorkomende zorgen en vragen van één bepaald ontwikkelingsdomein en biedt antwoorden voor in de kleuterklas. Naast dit domeinboek ZINTUIGLIJKE ONTWIKKELING EN LICHAMELIJKE FACTOREN zijn de andere domeinboeken: ONTWIKKELING van de ZELFSTURING DENKONTWIKKELING TAALONTWIKKELING MOTORISCHE ONTWIKKELING SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING POSITIEVE INGESTELDHEID OMGEVING: THUIS en SCHOOL
Groeiboek betrekt voor alle zorgvragen de context. Dit gebeurt zowel in de analyse als bij de antwoorden. De context van de kleuter bestaat enerzijds uit de kleuterleidster en de andere opvoeders op school, met hun pedagogisch- didactische aanpak en hun klasmanagement. Anderzijds bestaat de context uit de andere kleuters en de ouders van de kleuter. Dit domeinboek behandelt het onderwerp van de school- en klasomgeving, het handelen van de leerkracht en de thuisomgeving in het algemeen. Vanuit zijn visie op zorg hanteert Groeiboek de uitgangspunten van het handelingsgericht werken op school. Groeiboek concretiseert deze principes van handelingsgericht werken en formuleert ze op maat van de kleuterschool. - Groeiboek hanteert een systematiek en werkt transparant. We gebruiken onder meer het signaleringsrooster voor de klas. Op dit overzicht kunnen de zorgvragen worden aangeduid per kleuter en per domein. De hele klas komt in beeld. Het wordt benut voor een klassikale bespreking. Waar men verder wil ingaan op een individuele zorgvraag van een kleuter, hanteren we nog slechts één formulier, het domeinanalyseformulier. We geven de bezorgdheid weer met betrekking tot één bepaald domein of een deelaspect ervan, gaan op zoek naar beïnvloedende factoren in het kind of zijn omgeving en toetsen één of meer mogelijke hypothesen. Eens duidelijk is welke hypothese geldt, leiden we doelen af en onderwijsbehoeften van de kleuter en formuleren we mogelijke antwoorden, die kunnen worden omgezet op het formulier handelingsplan. Alle betrokkenen, leerkracht, ouders, zorgcoördinatoren, intern begeleiders en indien nodig leerlingenbegeleiders zijn op de hoogte van de stappen die worden gezet en hebben er deel aan. - Groeiboek werkt doelgericht. Als je weet wat er aan de hand is, als je weet door welke factoren het probleem tot stand wordt gebracht of beïnvloed wordt, kun je doelgericht werken aan wat nodig is om tot een haalbare oplossing te komen. Hiervoor formuleert Groeiboek mogelijke hypotheses en geeft het aan hoe je die kunt toetsen. Heel vaak wordt hiervoor gebruik gemaakt van een gerichte observatielijst, een ontwikkelingslijn, gesprekken met de ouders, enz. Want pas ALS we weten dat …, DAN kunnen we … juist handelen.
8
Groeiboek - Deel 7: Domeinboek Zintuiglijke ontwikkeling & lichamelijke factoren
- Groeiboek benoemt en werkt verder met de onderwijsbehoeften van de kleuter. Als je weet welk doel je wilt bereiken, bedenk je verder wat de kleuter hiervoor nodig heeft. Groeiboek helpt onderwijs- en opvoedingsbehoeften te formuleren in de terminologie die eigen is aan de kleutergroepen. De kleuter heeft behoefte aan: - … een opdrachtje dat hem qua thema boeit - … ouders die bij het afhalen rustig met hem omgaan - … een juf die nabij is bij de start van een denk-taakje op papier - … klasgenootjes die helpen bij fysieke activiteiten - … een spelomgeving waarin exploreren met ‘vullen’ en ‘maten’ mogelijk is - … fijnmotorische spelmaterialen aangepast aan zijn ontwikkelingsniveau …
- In Groeiboek is de kleuterleidster de spilfiguur. De leerkracht doet er toe! Zij is de belangrijkste mediator om kleuters op school in hun ontwikkeling vooruit te helpen. Vanuit haar opleiding, vanuit haar verbondenheid met de kleuter en de groep, vanuit haar band met de ouders kan ze het verschil maken voor een kleuter die zorg nodig heeft. - Groeiboek werkt samen met alle betrokkenen. De bezorgdheid, zowel van de kleuterleidster als van de ouders kan het vertrekpunt zijn en als signaal worden opgenomen. De leerkracht is de onderwijsprofessional en is verantwoordelijk voor het onderwijs aan dit kind. Ze kent de kleuter in zijn doen en laten in de groep. De ouder is de ervaringsdeskundige die zijn kind in zijn gezin het best kent. De belevingswereld van de kleuter zelf is een belangrijk gegeven om mee te nemen, om in te schatten wat hem zal helpen. De leerkracht zelf, maar ook de kleuter, de andere kleuters in de klas en de ouders hebben dus elk hun rol. Wanneer in de kleuterschool geregeld tussen kleuterleidster en ouders wordt gecommuniceerd, is er een veilige basis om een bezorgdheid of een signaal met hen te delen. - Groeiboek heeft een positieve houding tegenover de ontwikkeling van kleuters. We geloven in het feit dat onderwijs er echt toe doet voor elke kleuter. We nemen het signaal of de bezorgdheid zeker ter harte maar zien ook wat goed gaat, wanneer het wel goed gaat, bij het kind, in de groep, thuis. Groeiboek zoekt, ziet, benoemt, benut de aanwezige, positieve krachten bij de kleuter en van zijn omgeving. Groeiboek besteedt hiervoor expliciet aandacht aan een goed pedagogisch klimaat dat een ‘positieve ingesteldheid’ kan teweegbrengen bij elke kleuter. ‘De Positieve Ingesteldheid’ is de kern, de motor van ontwikkeling. In de positieve ingesteldheid ligt het fundament om zich veilig en gewaardeerd te voelen in zijn omgeving, om vertrouwen te hebben in eigen competenties en het gevoel van autonomie te hebben in zijn eigen ontwikkelingsproces. Wanneer deze drie basisbehoeften vervuld zijn, ontwikkelt de kleuter goed. Aan de hand van het domeinboek ‘Positieve ingesteldheid’ bekijken we voor sommige kleuters wat de omgeving moet bieden om de positieve ingesteldheid te verbeteren. Hieraan werken is dan een noodzakelijke voorwaarde om ontwikkeling op gang te brengen. - Groeiboek ziet ontwikkeling als het resultaat van de wisselwerking tussen de kleuter en zijn omgeving. Daarom worden niet alleen kind-kenmerken in beeld gebracht
Startrubriek
9
maar ook kenmerken van de onderwijsleersituatie en van de opvoedingssituatie. Groeiboek gaat op zoek om de aanpak van onderwijs en opvoeding beter af te stemmen op de behoeften van deze kleuter. Groeiboek sluit aan bij de protocollen diagnostiek PRODIA. Zie www.prodiagnostiek. be. Waar deze protocollen aanwijzingen geven op het niveau van het kleuteronderwijs, werkt Groeiboek ze verder uit. Waar ze ontbreken in de protocollen, vult Groeiboek ze aan vanuit de recentste wetenschappelijke onderzoeksgegevens. Binnen het continuüm van zorg focust Groeiboek vooral op fase 1: verhoogde zorg en fase 2: uitbreiding van zorg. Uiteraard worden maatregelen en handelingsalternatieven op het niveau van preventieve basiszorg benut, maar ze worden creatief, aangepast, langduriger, bewuster en gerichter ingezet om de zorgvraag van deze kleuter te beantwoorden. Zowel voor de zorgcoördinator als voor de leerlingbegeleider biedt Groeiboek een systematiek en inhoud om de zorgvragen binnen het zorgcontinuüm op te nemen. De handelingsalternatieven zijn acties voor de kleuterjuf. Naast dit alles legt Groeiboek nog specifieke accenten. Groeiboek hanteert in zijn analyse de basiscompetenties. Basiscompetenties zijn alle verschillende facetten die aanwezig kunnen zijn bij elk concreet gedrag. Ze laten ons toe om op verschillende wijze uit te drukken op welke manier je bepaalde competenties verwerft of beheerst. In elk deelaspect van om het even welk ontwikkelingsdomein kan je ze nagaan. We gebruiken 7 basiscompetenties. Dat zijn: communiceren creëren KENNEN kunnen genieten durven willen
Nadat de kleuterleidster haar bezorgdheid omtrent een bepaald aspect van de ontwikkeling signaleert, gaat Groeiboek in eerste instantie de basiscompetenties exploreren voor het ontwikkelingsdomein, omdat ze de ontwikkeling van een kleuter mee beïnvloeden, op zichzelf waardevol zijn om te ontwikkelen, als motor kunnen dienen om een ontwikkelingsprobleem vooruit te helpen, of als protectieve factor kunnen compenseren. Binnen elk domein ligt het accent dus niet enkel op ‘kennen’ en ‘kunnen’ maar ook op ‘communiceren’, ‘creëren’, ‘genieten’, ‘durven’ en ‘willen’. Bv. bij een bezorgdheid omtrent de zelfredzaamheid van een kleuter vraag je je af: - … communiceert de kleuter hierover op één of andere manier? Bv. de kleuter vertelde thuis dat hij nu zelf zijn brooddoosje in de bak mag zetten? - … is de kleuter creatief in het omgaan met zelfredzaamheidsprobleempjes? Bv.de kleuter schakelt een andere kleuter in om zijn schilderschort aan te trekken - … weet de kleuter wat hij moet weten hiervoor (kennen)? Bv. de kleuter kent de plaats van de drinkbekers nog niet. - … heeft de kleuter de nodige motorische vaardigheden (kunnen)? Bv. de kleuter worstelt met de knopen van zijn jas. - … geniet de kleuter van een zelfredzaamheidsactie? Bv. het gezichtje van de kleuter glundert bij het mengen van de verf. - … durft de kleuter proberen zelfredzaam te zijn? Bv. de kleuter neemt zijn boekentasje niet eens vast.
10
Groeiboek - Deel 7: Domeinboek Zintuiglijke ontwikkeling & lichamelijke factoren
- … wil de kleuter hierin ontwikkelen? Bv. de kleuter kijkt reikhalzend toe om goed te kunnen zien hoe de juf een appel schilt. Groeiboek is bedoeld voor de kleutergroepen. Het gaat om kleuteronderwijs, dus is het didactiek. Maar het gaat ook om opvoeding, dus is evenzeer (ortho)pedagogiek. Het doel dat vooropgesteld wordt, is een … Herstel van het gewone leven2. Een kind moet in het gewone leven leren eten en drinken, leeftijdsadequaat voor zichzelf zorgen, leren met anderen omgaan, tot ontwikkeling komen in zijn denken, in zijn motoriek enz. Om hiertoe te kunnen komen moeten de basisbehoeften ingevuld zijn. Die moeten voldaan worden door hen omringende volwassenen. De kleuterleidster is één van die volwassenen. Twaalf grote orthopedagogische categorieën3 zijn richtinggevend om het gewone leven van een kleuter te herstellen: - Verzorging bieden - Iemand zijn voor de kleuter - Geborgenheid, warmte en veiligheid bieden - Structuur bieden - Socialiseren - Leren zorg dragen - Bemoedigen - Uitdagingen bieden - Verruimen van kennis en leren - Ontwikkeling stimuleren - Gevoelswereld verruimen - Werken aan redzaamheid en autonomie bevorderen - Flexibel, creatief en scheppend bezig zijn - Specifieke ontwikkelingsstimulansen bieden voor specifieke competenties - Compenseren bij belemmeringen Ten slotte hanteert Groeiboek in zijn antwoorden de vier ervaringssituaties4. Ervaringssituaties zijn klasmomenten waar kleuters door interacties met de wereld, de andere kleuters en de kleuterleidster ervaringen kunnen opdoen. Om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de kleuter bieden ze een grotere pool aan handelingsalternatieven, vaak met gunstiger perspectief. Zorg wordt te vaak gezien in het kader van toegekende lestijden, door bepaalde leerkrachten, in welbepaalde leeromstandigheden. Groeiboek bouwt doelbewust, gedoseerd en afwisselend verschillende ervaringssituaties in als mogelijke handelingsalternatieven. Ontwikkelingsondersteunend leren komt vaak op de voorgrond bij de zorg in de kleuterklas. Maar er liggen evenveel of soms meer kansen die kunnen worden benut om ontwikkeling te bevorderen in het exploreren, in het zelfstandig spelen en in het ontmoeten. Groeiboek beschrijft expliciet hoe deze ervaringssituaties OOK in zorg kunnen worden besteed en illustreert dit vaak aan de hand van een concreet voorbeeld uit de kleuterklas.
2 3 4
Ter Horst, W. (2006 herdruk van herziene versie 1986). Het herstel van het gewone leven. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Klompe, J. (1980). Orthopedagogische diagnostiek en behandeling van jonge kinderen. Tijdschrift voor orthopedagogiek, 10. Zie VVKBaO (2000), Ontwikkelingsplan voor de Katholieke Kleuterschool, Brussel, CRKLKO.
Startrubriek
11
Bijvoorbeeld - Het ontmoetingsmoment kan worden benut om taal te oefenen bv. bij het nagaan van de aanwezigheden wordt bij de naam ook naar de kleur van de trui gevraagd - Exploreren kan worden benut om sociale ontwikkeling te stimuleren - Bij zelfstandig spelen kan de aanwezigheid van materialen toelaten de motorische vaardigheid extra te oefenen - Binnen ontwikkelingsondersteunend leren kunnen bepaalde aspecten van zelfsturing eerst aangeleerd worden. Met deze brede analyse en door de variatie aan vormen en inhouden als antwoord zoekt Groeiboek voor elke kleuter het antwoord dat het meest bij hem past, het meest efficiënt is. Zo draagt Groeiboek bij tot een kwaliteitsvolle zorg op maat. De zorg is ruimer en gaat dieper dan enkel de activiteiten binnen de ‘toegekende lestijden’. Zorg is in handen van de kleuterleidster, die zich in haar denken en handelen ondersteund weet door Groeiboek in samenwerking met haar collega’s en leerlingenbegeleiders. Hopelijk is het Groeiboek een boeiende zoektocht voor de leerkrachten. De kleuters stellen immers al hun vertrouwen in hen. Reinilde Lambert
12
Groeiboek - Deel 7: Domeinboek Zintuiglijke ontwikkeling & lichamelijke factoren