Startnotitie
Dijkvisie Papendrecht
Gemeente Papendrecht 27 maart 2012
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Projectdefinitie 2.1 Beschrijving van het project 2.2 Aanleiding 2.3 Doelstelling 2.4 Resultaten 2.5 Effecten en randvoorwaarden
3.
Activiteitenplan 3.1 Fase 0 - agendering 3.2 Fase 1 - startnotitie 3.3 Fase 2 – nota van uitgangspunten 3.4 Fase 3 - ontwerpnota 3.5 Fase 4 – vaststelling en uitvoering
4.
Beheerplan 4.1 Tijd 4.2 Geld 4.3 Kwaliteit 4.4 Informatie 4.5 Communicatie 4.6 Organisatie
Bijlagen Bijlage 1 Projectplanning en -begroting Bijlage 2 Communicatieplan Bijlage 3 Kaart historisch dijklint
2
1. Inleiding Papendrecht is een dijkdorp. Op de relatief droge rivieroevers vestigden mensen zich en ze vestigden er een boerderij of riviergebonden bedrijf. Aan het dijklint waren functies altijd gemengd. Pas vanaf ongeveer 1950 ontwikkelt Papendrecht zich in de achter de dijk liggende polder. Deze wijken worden in de jaren ’50 nog hecht verbonden met het dijklint; later worden de woonwijken vrijwel los van het dijklint ontwikkeld. Deze ontwikkelingen hebben invloed op het dijklint. Zo verdwijnen de boerderijen in functie en krijgt het dijklint een andere betekenis in het verkeersnetwerk. Vanaf eind vorige eeuw is de dijk in delen verhoogd en verbreed en enkele delen van de dijk hebben hun functie als waterkering verloren. Ook dat zorgde voor veel veranderingen. Het dijklint blijft een dynamisch gebied. Oude (bedrijfs-)gebouwen staan nu vaak leeg, veranderen van functie, of voldoen niet aan de huidige eisen voor wonen of werken. De parkeerdruk op de dijk neemt toe, waardoor voetgangers en fietsers in de verdrukking komen. Om die veranderingen te sturen is een goed sturingsinstrument nodig. Op dit moment worden voor ontwikkelingen tot nu toe per kavel of ontwikkellocatie ‘kaders’ opgesteld zonder naar het gehele dijklint te kijken en zonder betrokkenheid van de bewoners van Papendrecht. Inspraak vooraf (op kaders) door bewoners is wel van belang, gezien het belang van de dijk in het collectief geheugen van Papendrecht. De dijk maakt de geschiedenis van Papendrecht zichtbaar en is mede daarom waardevol. De dijk wordt door veel inwoners van Papendrecht gewaardeerd. Daarnaast kan de recreatieve betekenis van het dijklint versterkt worden. Om de historie beleefbaar te maken en nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken, moeten we bepalen hoe we de toekomst van de dijk zien. Het dijklint heeft veel betekenissen, zoals woonomgeving, werkomgeving, schakel in een fiets- of wandelroute, ontwikkellocatie, waterkering, straat in het winkelcentrum, geschiedenis van Papendrecht. In de dijkvisie wordt naar de dijk als geheel, met al zijn betekenissen gekeken, zodat ook de kwaliteit van het geheel kan worden versterkt. Het opstellen van een dijkvisie maakt deel uit van het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie Papendrecht 2020. De dijkvisie zal onder andere de kaders stellen voor hoe we in de toekomst met de dijk omgaan en waaraan plannen kunnen worden getoetst. Zonder zo’n kader zullen beslissingen steeds weer per kavel genomen worden en gaat de samenhang in het dijklint verloren. Bij het opstellen van de dijkvisie zullen belanghebbenden betrokken worden. We willen toe naar een dijk die het verleden van Papendrecht toont en die klaar is voor de toekomst, waar het prettig wonen en werken is en waar je graag wandelt en fietst. 2. Projectdefinitie 2.1 Beschrijving van het project Het dijklint is belangrijk voor Papendrecht. Het heeft een belangrijke cultuurhistorische waarde, het maakt deel uit van het recreatieve netwerk in Papendrecht en heeft (deels) een waterkerende functie. Het dijklint vormt de historische basis van Papendrecht, maar is nog steeds volop in ontwikkeling. Door de jaren heen zijn er veel woningen gebouwd, verbouwd en gesloopt en zijn bedrijfspanden van functie veranderd. De dijk is verzwaard en de betekenis van het dijklint in de verkeersstructuur is gewijzigd. Ook nu is de dynamiek op de dijk groot. Bedrijfspanden verliezen hun functie en oude woningen zijn naar de huidige maatstaven te klein of in te slechte bouwkundige staat. Bij die ontwikkelingen moeten de ruimtelijke kwaliteit, de cultuurhistorische waarde en betekenis van het dijklint voor de recreatie bewaakt worden. Zoals bij de probleemstelling genoemd, worden op dit moment, wanneer een partij op een locatie aan het dijklint wil ontwikkelen, stedenbouwkundige kaders opgesteld per kavel. Op zo’n moment wordt niet vanuit een visie op het geheel afgewogen of een ontwikkeling een bijdrage levert aan een aantrekkelijke dijk. Op basis van bestaande kaders als het bestemmingsplan en de druk op een locatie wordt bepaald hoeveel ruimte geboden kan worden en welke richtlijnen meegegeven worden. Bij grootschaliger ontwikkelingen wordt wel ontworpen aan het gebied om zo de ruimtelijke mogelijkheden te onderzoeken. Wat mist in dit proces is de inspraak vooraf van bewoners van Papendrecht. Dit is gezien het belang van de dijk in het collectief geheugen van Papendrecht wel van belang. Om dit te bewerkstelligen zal een visie opgesteld moeten worden waarin de bestaande en gewenste kwaliteiten van het dijklint worden vastgelegd. Die visie moet inspiratie bieden aan betrokkenen in het ontwerpproces van toekomstige ontwikkelingen en kaders voor de gemeente om plannen te toetsen. Daarnaast moet de visie aangeven hoe de continuïteit in het dijklint versterkt kan worden en hoe de recreatieve betekenis van het dijklint uitgebouwd kan worden. Aangezien de dijk belangrijk is voor alle Papendrechters, moet de visie breed gedragen worden.
3
2.2 Aanleiding Langs diverse zijden is behoefte geuit om een dijkvisie op te stellen. Hieronder worden puntsgewijs de aanleidingen weergegeven. 1. Structuurvisie In de structuurvisie is over de dijk gesteld dat de gemeente de recreatieve structuur van Papendrecht verder wil versterken door het herkenbaar en beleefbaar maken van de structuren die bepalend zijn geweest voor het ontstaan van Papendrecht en het versterken van de beleving van de dijk en het water van de Merwede door het ontwikkelen van doorgaande voet-/fietspaden. De dijkvisie maakt deel uit van het uitwerkingsprogramma van de Structuurvisie. Dit is ook vastgelegd in het collegeprogramma. 2. Toetsen bouwplannen De dynamiek op het dijklint, om te slopen, aanpassen of bouwen, is groot. Op dit moment worden stedenbouwkundige kaders opgesteld per kavel wanneer een partij op een locatie aan het dijklint wil ontwikkelen. Op zo’n moment wordt niet vanuit een visie op het geheel afgewogen of een ontwikkeling een bijdrage levert aan een aantrekkelijke dijk. Op basis van bestaande kaders als het bestemmingsplan en de druk op een locatie wordt bepaald hoeveel ruimte geboden kan worden en welke richtlijnen meegegeven worden. Bij grootschaliger ontwikkelingen wordt wel ontworpen aan het gebied om zo de ruimtelijke mogelijkheden te onderzoeken. Wat mist in dit proces is de inspraak vooraf van bewoners van Papendrecht. Het dijklint loopt van oost naar west door Papendrecht en er zijn acht bestemmingsplannen van toepassing op de verschillende stukken dijklint (plus voor enkele panden is in bestemmingsplan goedkeuring onthouden, waardoor oude bestemmingsplan nog geldt). De bestemmingsplanregels zijn in al die plannen verschillend, wat uiteindelijk zichtbaar wordt op de dijk. Het gaat dan onder andere om de mogelijkheid woningen toe te voegen, bouwhoogtes die worden toegestaan en de afstand tussen bebouwing die open gehouden wordt. De verschillen zijn eerder terug te voeren tot de periode waarin een bestemmingsplan is opgesteld dan tot de ruimtelijke kenmerken van het stuk dijklint waar ze op van toepassing zijn. Heldere regels, passend bij de ruimtelijke kenmerken, zijn gewenst. In de welstandsnota zijn de regels wel opgesteld op basis van de verschillende karakters van de delen van het dijklint waarop de regels van toepassing zijn, zoals het dorps dijklint, het buurtschap en het landelijke dijklint. De welstandsnota, inclusief regels voor het dijklint, wordt op dit moment geactualiseerd. 3. Commissie/Raad Regelmatig worden in de commissie en de raad vragen gesteld over hoe om te gaan met behoud van bestaande bebouwing aan de dijk. Voorts op welke wijze moet worden omgegaan met nieuwe ontwikkelingen in dit gebied. Het is goed daarvoor in samenspraak met de raad beleid te formuleren. In reactie op enkele ontwikkelingen aan het dijklint is eind 2010 door de gemeenteraad voor het gehele dijklint een voorbereidingsbesluit genomen inclusief sloopvergunningsstelsel en verbod op gebruikswijziging. Dit zet echter ook kleinschalige bouwactiviteiten van bewoners aan het dijklint op slot en de voorbereidingsbescherming is meerdere malen doorbroken. In een nieuw voorbereidingsbesluit is het dijklint dan ook niet meer opgenomen. Dat nieuwe voorbereidingsbesluit is in de raadsvergadering van 8 december 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. 2.3 Doelstelling Het doel van de dijkvisie is een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader waarin samenhangend ruimtelijk en functioneel beleid voor de dijkzone wordt geformuleerd. Met deze kaders wordt een duurzame instandhouding van bestaande ruimtelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden mogelijk en worden de randvoorwaarden gesteld waarbinnen nieuwe ontwikkelingen kunnen plaats vinden. De dijk is recreatief belangrijk voor Papendrecht en wordt gebruikt als recreatieve fiets- en wandelroute. In de visie zal worden aangegeven hoe de betekenis van het dijklint als recreatieve route versterkt kan worden en hoe het lint beter aangetakt kan worden aan de overige fiets- en wandelroutes in Papendrecht. Daarnaast gaan we in op autoverkeer en parkeren op de dijk.
4
De dijk wordt van oorsprong gekenmerkt door een mix van bedrijvigheid en wonen. In de visie zal aandacht besteed worden aan hoe een nieuw evenwicht bereikt kan worden, waarbij ook de milieuwetgeving in acht wordt genomen. De dijkvisie zal geen plan worden van de gemeente voor ontwikkelingen in het dijklint, maar geeft de richting aan die vanuit Papendrecht wenselijk wordt geacht voor eventuele ontwikkelingen op de dijk, die door particulieren worden geïnitieerd. In de dijkvisie komen alle aspecten afzonderlijk en in samenhang met elkaar aan de orde. 2.4 Resultaten Het doel van de dijkvisie is een door de gemeenteraad vastgesteld beleidskader waarin samenhangend ruimtelijk en functioneel beleid voor de dijkzone wordt geformuleerd. Met deze kaders wordt een duurzame instandhouding van bestaande ruimtelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden mogelijk en worden de randvoorwaarden gesteld waarbinnen nieuwe ontwikkelingen kunnen plaats vinden. Het resultaat moet een visie zijn die bij toekomstige ontwikkelingen inspiratie biedt en voor de gemeente een helder afwegingskader vormt. In een inventarisatie worden zoveel mogelijk aspecten van het dijklint en de omgeving verzameld die kunnen dienen als basis voor de verdere planvorming. Hierin komen onder andere de volgende punten aan de orde: routes, doorzichten, bebouwing, functies, landschap, eigendommen, verkeer, waterkering, bestaande beleidskaders (waaronder bestemmingsplannen) en lopende plannen en projecten. Ook wordt geïnventariseerd wat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) betekent voor de ontwikkelmogelijkheden langs de dijk. De verzamelde gegevens worden zoveel mogelijk in kaart gebracht. Daarna zullen met name de ruimtelijke kenmerken van het dijklint geanalyseerd worden. De analyse moet duidelijk maken wat de ruimtelijke en functionele kwaliteiten aan de dijk zijn, hoe deze tot stand zijn gekomen en welke kansen en knelpunten er zijn voor de toekomst. De resultaten zullen met bewoners besproken worden. Op basis van de resultaten van de inventarisatie en analyse wordt een nota van uitgangspunten opgesteld. Hierin worden de kansen en problemen die in deze fase naar voren zijn gekomen op een rij gezet en worden mogelijke oplossingsrichtingen voor de dijkvisie aangegeven. De nota van uitgangspunten wordt door de raad vastgesteld. De nota van uitgangspunten vormt de basis voor het opstellen van de concept visie voor de toekomst van het dijklint. Beeldkwaliteitskaders voor de dijkbebouwing zullen onderdeel uitmaken van de dijkvisie. De dijkvisie moet duidelijk maken wat het gewenste toekomstbeeld voor het dijklint van Papendrecht is en hoe we dat met zijn allen kunnen bereiken. De kaders geven niet in exacte afmetingen of materialisering aan wat wel of niet kan, maar beschrijven zo helder mogelijk alle kenmerken van bebouwing op de dijk. De beeldkwaliteitskaders moeten inspiratie geven wanneer je op de dijk wilt bouwen of verbouwen en moeten voldoende duidelijkheid geven om bij toekomstige ontwikkelingen als toetsingskader te kunnen fungeren. Ruimte tot ontwikkelen die nu mogelijk is binnen bestemmingsplannen kan niet zonder extra kosten worden verkleind. Daarom is het inspirerende karakter van de visie van belang. De visie doet uitspraken over beeldkwaliteit van ontwikkelingen in het dijklint. Een beeldkwaliteitsplan bevat uitspraken over de gewenste stedenbouwkundige en architectonische vorm en structuur van een deel van een stad of dorp. Daarin is ook de openbare ruimte begrepen. De ruimtelijke kaders worden voor het geheel van bebouwing, erven en openbare ruimte opgesteld. Een beeldkwaliteitsplan biedt zowel inspiratie als toetsingskader voor bouwplannen en richtlijnen voor de inrichting van de openbare ruimte en is daarmee breder dan een welstandsnota. Het beeldkwaliteitsplan is geen wettelijk plan en moet door de gemeenteraad worden vastgesteld om juridische status te verkrijgen. Het kan als aanvulling op of wijziging van de welstandsnota gelden. Ook geeft de visie aan hoe de dijk steviger verankerd kan worden in de recreatieve routestructuur en in het groenblauw netwerk in Papendrecht. Voor eventuele knelpunten zal een oplossing geschetst worden. 2.5 Effecten en randvoorwaarden Iedereen in Papendrecht heeft waarschijnlijk wel een mening over de dijk en zeker de bewoners van de dijk. Het is belangrijk om de Papendrechtse bevolking bij het opstellen van een dijkvisie te
5
betrekken, en dan met name de dijkbewoners en ondernemers aan de dijk. Hun inbreng is belangrijk in het proces van het opstellen van de nota van uitgangspunten. In deze fase wordt een inventarisatie en analyse van het dijklint gemaakt, waarbij informatie bij betrokkenen wordt opgehaald en ter controle wordt voorgelegd. In deze fase is duidelijk waar wel en waar niet aan getornd kan worden en zet je de mogelijke oplossings- en ontwikkelingsrichtingen uit. Daarna zal een ontwerp dijkvisie met betrokkenen besproken moeten worden, of moet in elk geval ruimte geboden worden voor reacties. In de planning is rekening gehouden met interactie binnen de organisatie en met het bestuur. In het communicatieplan (bijlage 2) dat onderdeel uitmaakt van de projectopdracht is de interactie met de bevolking en andere belanghebbenden verder vorm gegeven. Het is belangrijk om het bestuur en belanghebbenden goed te betrekken bij de totstandkoming van de dijkvisie omdat dit leidt tot een breder draagvlak voor het eindproduct. Naast draagvlak in de raad en bij de bevolking, moet de dijkvisie aan de volgende randvoorwaarden voldoen: bestaand beleid moet in de dijkvisie worden ingepast; toegevoegde waarde hebben ten opzichte van bestemmingsplannen en welstandsnota; inspiratiedocument voor partijen die willen bouwen of verbouwen aan het dijklint; toetsingskader voor bouwaanvragen vormen; Wro en WABO-proof zijn. 3. Activiteitenplan In het activiteitenplan worden de deelresultaten per fase beschreven en vertaald in activiteiten. 3.1 Fase 0 - agendering In de structuurvisie is over de dijk gesteld dat de gemeente de recreatieve structuur van Papendrecht verder wil versterken door het herkenbaar en leefbaar maken van de structuren die bepalend zijn geweest voor het ontstaan van Papendrecht en het versterken van de beleving van de dijk en het water van de Merwede door het ontwikkelen van een doorgaand voet-/fietspaden. De dijkvisie maakt ook deel uit van het uitwerkingsprogramma van de Structuurvisie. Dit is ook vastgelegd in het collegeprogramma. In feite is hiermee initiatief genomen voor het opstellen van een dijkvisie. 3.2 Fase 1 - startnotitie In fase voor startnotitie is de voorliggende startnotitie opgesteld. De startnotitie vormt het startdocument voor het opstellen van een integrale dijkvisie. Startnotitie met projectplanning en communicatieplan worden door de raad vastgesteld. 3.3 Fase 2 – nota van uitgangspunten In de fase voor het opstellen van de nota van uitgangspunten staat het inhoudelijke product centraal. Om tot een nota van uitgangspunten is het belangrijk eerst de bestaande situatie, de knelpunten en kansen in beeld te brengen in een inventarisatie en analyse. Hierin wordt met professionals en belanghebbenden een sterkte-zwakte analyse uitgevoerd. Op basis van de analyse wordt de strategie voor de visie bepaald, die in de nota van uitgangspunten aan de raad wordt voorgelegd. In de inventarisatie worden zoveel mogelijk aspecten van het dijklint en zijn directe omgeving verzameld. Hierin komen onder andere de volgende punten aan de orde: vaststellen studiegebied, routes, doorzichten, bebouwing, historische context, landschap, eigendommen en de bestaande beleidskaders, waaronder wetgeving, bestemmingsplannen en kaders van het Waterschap Rivierenland. In de inventarisatie wordt ook de dynamiek in het dijklint in kaart gebracht. Vervolgens worden de gegevens geanalyseerd. Vanuit de historische ontwikkeling van het dijklint wordt beschreven hoe de huidige situatie gevormd is wat de specifieke ruimtelijke en functionele kenmerken van het dijklint zijn. De historische patronen van het landschap en de bebouwing worden geanalyseerd, waarbij ook de herkenbaarheid van die patronen in de huidige situatie wordt onderzocht. De karakteristieken van de bebouwing en het dijklint, zoals bijvoorbeeld taluds, stoepen, doorzichten en de overgang tussen openbaar en privé worden in kaart gebracht. In de analyse besteden we aandacht aan functies en bedrijfsbebouwing, de relatie met de rivier, verkeer en parkeren. Ook wordt de betekenis van het dijklint in de recreatieve structuur van Papendrecht onderzocht en gekeken welke kansen er liggen.
6
Belanghebbenden worden bij de inventarisatie en analyse betrokken. De eerste resultaten worden tijdens bijeenkomsten voorgelegd met de vraag of de analyse gedeeld wordt en om extra informatie op te halen. Op deze manier krijg je een breed gedragen analyse van het dijklint. De gesprekken met belanghebbenden zijn ook belangrijk om de verschillende identiteiten van het dijklint te achterhalen en om hun verwachtingen ten aanzien van de visie op tafel te krijgen. Op basis van de analyse kunnen uitspraken gedaan worden over karakteristieken en kwaliteiten van het dijklint. Door gezamenlijk met belanghebbenden een sterkte-zwakte analyse uit te voeren wordt een basis gelegd voor de strategie van de visie. De sterke kanten wil je immers behouden en uitbouwen en de zwakten wil je verbeteren. De conclusies van de analyse geven de richting voor het vervolgtraject aan. Op basis van de conclusies van de analyse wordt een nota van uitgangspunten voor de visie opgesteld, die ter vaststelling wordt voorgelegd aan de raad. 3.4 Fase 3 – ontwerp nota In deze fase worden een concept- en ontwerpvisie opgesteld voor het gehele dijklint. Er wordt omschreven welke rol het dijklint speelt in de ruimtelijke structuur van Papendrecht, waarbij ook aangegeven wordt of en hoe de dijk beter in de structuur ingebed kan worden voor het gewenste recreatief gebruik van het dijklint. Ook worden kaders opgesteld voor toekomstige ontwikkelingen die initiatiefnemers aan het dijklint moeten inspireren om zodanig te bouwen dat dit de kwaliteiten van het dijklint versterkt. Deze kaders moeten ook gebruikt kunnen worden als toetsingskader binnen de gemeente. In deze fase worden belanghebbenden betrokken om over de concept visie van gedachten te wisselen. De reacties worden gebundeld en aan college voorgelegd. Op basis van het besluit hoe de reacties verwerkt worden, wordt de ontwerpvisie opgesteld, die wordt voorgelegd aan college, commissie en raad. 3.5 Fase 4 vaststelling en uitvoering In deze fase wordt een uitvoeringsparagraaf opgesteld. Hierin worden de eventueel uit te voeren maatregelen aangegeven. Hier valt te denken aan eventuele aanpassingen in de openbare ruimte. Deze fase wordt afgesloten met het vaststellen van de definitieve dijkvisie en uitvoeringsparagraaf door de raad. 4.
Beheerplan
4.1 Tijd In het proces worden veel partijen betrokken, zoals belanghebbenden, bewoners van Papendrecht, Waterschap en gemeenteraad. Om dat zorgvuldig te kunnen doen is tijd uitgetrokken in de planning. Uitgangspunt voor de planning is opleveren van de nota van uitgangspunten in januari 2013 en een concept dijkvisie voorleggen aan het college in mei 2013. De ontwerp dijkvisie kan dan in december 2013 worden voorgelegd aan de raad. Dit is wel afhankelijk van besluitvorming. 4.2 Geld Binnen de begroting van 2012 is geen rekening gehouden met kosten voor de dijkvisie. Voor het intensieve interactieve proces met belanghebbenden is inbreng gewenst van een stedenbouwkundige met relevante ervaring in dit soort planprocessen. Hiervoor wordt externe deskundigheid ingehuurd. Daarnaast worden kosten gemaakt voor het inzetten van communicatiemiddelen. Bij de jaarrekening 2010 heeft de raad ingestemd met het overhevelen van het resterende budget voor het uitvoeringsprogramma van de structuurvisie naar 2011. Hierdoor kon het uitvoeringsprogramma in 2011 en 2012 verder worden opgepakt. Na 2011 resteert van dit budget nog € 64.000. Een voorstel tot overheveling van dit budget naar 2012 wordt apart aan de gemeenteraad aangeboden bij de behandeling van de jaarrekening 2011. 4.3 Kwaliteit Het resultaat is een door de gemeenteraad vastgestelde en maatschappelijk gedragen dijkvisie. Over een langere periode kan met de visie de ontwikkeling in goede banen worden geleid, terwijl anderzijds de bestaande kwaliteiten worden gewaarborgd. 4.4 Informatie De projectleider is eindverantwoordelijk voor de informatiebeheersing. Bij dit project gaat het deels om interne informatievoorziening. De informatievoorziening naar externen is meegenomen in het communicatieplan.
7
4.5 Communicatie Voor wat betreft de ontwikkeling van beleid, kiest het college in het coalitieakkoord voor interactieve beleidsontwikkeling, tenzij gemotiveerd een andere keuze wordt gemaakt. Het college beziet voortdurend en consequent in welke hoedanigheid (rol) men opereert, en in welke domeinen samenwerking en partnerschap met maatschappelijke partijen noodzakelijk en mogelijk is. Het college toont bestuurskracht en is open en aanspreekbaar. Het college gaat ruimhartig om met de informatievoorziening aan de raad en aan de samenleving. De gemeenteraad geeft als collectief invulling aan het verstrekken van de externe oriëntatie en communicatie. De communicatie in het proces van totstandkoming van de dijkvisie is verder uitgewerkt in een communicatieplan. In het communicatieplan zijn heldere randvoorwaarden en spelregels geformuleerd (zie bijlage 2). 4.6 Organisatie De gemeenteraad heeft opdracht gegeven tot het opstellen van een dijkvisie. De portefeuillehouder is bestuurlijk opdrachtgever; besluiten worden door het voltallige college genomen. De stuurgroep begeleidt de totstandkoming van de dijkvisie. In de stuurgroep worden de belangrijke richtinggevende beslissingen voorbereid. De stuurgroep heeft de verantwoordelijkheid voor de aansturing van het project en bewaakt de voortgang. De stuurgroep komt bij elkaar voorafgaand aan de momenten waarop stukken worden besproken in het college van B&W. De projectleider bereidt de vergaderingen voor en neemt ook deel aan stuurgroepvergaderingen; een projectondersteuner neemt deel aan de vergaderingen voor verslaglegging. In het projectteam zijn de betrokken vakgebieden vertegenwoordigd die nodig zijn om een dijkvisie op te stellen.
8
Schema van de projectstructuur
9
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Projectplanning Communicatieplan Kaart historisch dijklint
10
Bijlage 1 Projectplanning
11
12
Bijlage 2 Communicatieplan Communicatieplan Dijkvisie Papendrecht Inleiding Als randvoorwaarde bij de totstandkoming van de Dijkvisie Papendrecht wordt onder meer interactie met de bevolking en andere belanghebbenden genoemd. Dit communicatieplan geeft inhoud aan die randvoorwaarde. De dijkzone vormt een karakteristiek deel van de identiteit van Papendrecht. Ooit had Papendrecht zelfs als leus ‘Een dijk van een dorp’. Je zou kunnen zeggen: kom je aan de dijk, dan kom je aan Papendrecht. ‘De dijk’ zal menig (authentiek) Papendrechter aan het hart gaan. Verwacht mag daarom worden dat een deel van hen een stevige mening heeft over het behoud, de ontwikkeling en de functies van de dijk. Bij het ontwikkelen van een dijkvisie ligt hier dus een mooie kans om die betrokkenheid te gebruiken en zo tot een breed gedragen dijkvisie te komen. Communicatiedoelstelling Communiceren over de dijkvisie heeft in deze fase het uitdrukkelijke doel inzicht te krijgen in wat volgens deskundigen, (dijk)bewoners en andere belangstellenden de identiteit(en) en kwaliteiten zijn van het dijklint en wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van de dijkvisie. Strategie Het communicatieproces moet ruimte krijgen. Om dit te bereiken moeten het communicatieproces en beleidsproces op elkaar worden afgestemd en zo mogelijk in elkaar worden geschoven. Verder kunnen de doelstellingen slechts bereikt worden als daarvoor het hieronder te noemen budget beschikbaar gesteld wordt. Zoals gezegd ligt de nadruk op interactie, maar om te voorkomen dat vooral bewoners ‘communicatiemoe’ worden, is een creatieve aanpak zeker zo noodzakelijk. Hierop wordt verderop in dit communicatieplan nader ingegaan. Omdat we in onze communicatie ook ‘actie’ vragen van diverse doelgroepen, moet meer tijd en capaciteit worden geïnvesteerd dan wanneer het uitsluitend om informatieverstrekking zou gaan. De inbreng die we vragen en krijgen moet serieus worden meegewogen en worden afgewogen tegen andere (gemeentelijke) belangen. Het is belangrijk om de verwachtingen van belanghebbenden te bespreken en de wettelijke mogelijkheden en onmogelijkheden van de gemeenten in een visie aan te geven. Zijn er bij voorbaat al onvermijdelijke randvoorwaarden, dan moeten die zo mogelijk al bij de start van het communicatietraject worden benoemd. Randvoorwaarden die later worden gecreëerd zijn aan externen moeilijker te verkopen. Het is daarom van belang om eerst ambtelijk goed te inventariseren welke marges er zijn voor de inbreng van bewoners, bedrijven en belanghebbenden. Doelgroepen • Dijkbewoners • Bedrijven gevestigd aan de dijk • Stichting Dorpsbehoud • Inwoners van Papendrecht • Wijkplatforms • Milieu-/natuurinstellingen • Wandelplatform - Fietsersbond Boodschap De dijk is voor Papendrecht van grote waarde en bepaalt mede het beeld en identiteit. Om het leven op en langs de dijk aangenaam en plezierig te houden zijn heldere keuzen nodig. Daarom wil de gemeente een dijkvisie ontwikkelen die een visie vastlegt over de dijk in landschappelijk, recreatief, stedenbouwkundig, cultuurhistorisch en verkeerskundig opzicht. De gemeente nodigt iedereen die op een of andere manier betrokken is bij het wel en wee van de Papendrechtse dijk uit om mee te denken over de toekomst van de dijk.
13
Middelen Per projectfase. NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Gesprekken aan de tafel met bewoners, bedrijven en belanghebbenden. Deze gesprekken vinden plaats na een eerste interne inventarisatie en analyse. Wij laten de eerste resultaten van de inventarisatie en analyse zien en vragen bewoners/ ondernemers wat zij van belang vinden voor de dijkvisie. Onderschrijven zij de resultaten zoals ze door ons getoond worden? Wat speelt op hun stuk dijk? Wat is nodig om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken en wat vinden zij ongewenste ontwikkelingen? Wat verwachten zij van een dijkvisie? Dit gesprek vindt zoveel mogelijk plaats in de directe omgeving van de woningen of bedrijven. De volgende indeling kan worden gehanteerd, waarbij bij elk gesprek twee of drie ambtenaren aanwezig zijn voor gespreksleiding en het vastleggen van het gesprek. 1. Noordhoek en Westeind (eventueel gesplitst) 2. Westeind, Oude Veer, Bosch 3. Kraaihoek, Kerkbuurt en Visschersbuurt 4. Visschersbuurt en Nanengat, 5. Oosteind en Matena Uitnodigingen voor deze bijeenkomsten worden verspreid door a. een brief aan alle bewoners en bedrijven langs de dijk b. een perspublicatie c. een bericht op de gemeentepagina ONTWERP VISIE In deze fase worden een concept- en ontwerpvisie opgesteld voor het dijklint in een eenvoudig boekje en eventueel een samenvatting met kaartmateriaal. De concept dijkvisie kan in een zelfde setting als tijdens de analysefase besproken worden met belanghebbenden. Afhankelijk van de belangstelling (en de weersomstandigheden) kan ook gekozen worden voor een fietstocht. Fietstocht over de dijk College of wethouder fietst van Matena / Oosteind tot Noordhoek. Omwonenden en andere betrokkenen worden gevraagd om (een stuk) mee te fietsen. Tijdens de fietstocht wordt gekeken wat het beeld nu is en wat de ontwerp dijkvisie zou betekenen voor het toekomstige beeld. De fietstocht wordt gevolgd door een bijeenkomst over de ontwerp dijkvisie op een locatie aan de dijk. Tentoonstelling Rond de dijkvisie kan een kleine tentoonstelling worden georganiseerd in combinatie met bijvoorbeeld een foto en filmtentoonstelling. Bewoners kunnen bijvoorbeeld foto’s opsturen van de dijk rondom bepaalde thema’s, zoals: het weer en de dijk, recreatie en de dijk, natuur en de dijk. Website Onder de kop ‘Meer informatie over…’ een aparte rubriek over de dijkvisie. UITWERKINGSFASE Na besluitvorming over de dijkvisie wordt deze gepubliceerd in de vorm van een boekje met kaartmateriaal. Over de dijkvisie wordt gepubliceerd via • Nieuwsbrief aan dijkbewoners • Persbericht • Publicatie op de gemeentepagina. Kosten communicatie 2 bijeenkomsten met belanghebbenden: Fotografie: Nieuwsbrief Tentoonstelling Printen van x boekjes van concept dijkvisie: Vormgeving Dijkvisie: Drukken van 150 boekjes (vastgestelde) dijkvisie:
€ 1.000,€ 500,€ 2.000,€ 3.000,€ 2.000,€ 1.000,€ 3.500,-
14
Bijlage 3 Kaart historisch dijklint
15