Startnotitie ‘Brainport als centrum van technologie en recht’ Mei 2013
Inleiding Het zakenblad Fortune tipt Eindhoven als nieuwe Silicon Valley. De ambitie om verder te stijgen in de ranking van Europese en wereldwijde toptechnologieregio’s maakt het noodzakelijk om als Brainport regio fors te investeren in ‘basics’ als adequate bereikbaarheid, een attractief woonklimaat en goed technisch geschoold personeel. De verdere ontwikkeling van Brainport is ook gediend bij een sterk fundament in de vorm van een breed aanbod van zakelijke dienstverlening, onder meer op het terrein van ICT, financiën en accountancy, businessadvies en de advocatuur. Er wordt gewerkt aan het verbeteren van de financiële infrastructuur. Daarnaast is er naar verwachting behoefte aan de ontwikkeling van een juridische infrastructuur. In de eerste paragraaf worden de argumenten op een rij gezet om Brainport regio Eindhoven te ontwikkelen als centrum van expertise op het terrein van technologie en recht. In de tweede paragraaf focussen we ons op de ‘stip op de horizon’: hoe ziet een sterk cluster technologie en recht er mogelijk uit?
1. Waarom Brainport ontwikkelen tot centrum van technologie en recht? De gemeente Eindhoven, start-ups, MKB- en OEM-bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, het gerechtsbestuur van het arrondissement Oost-Brabant en advocatenkantoren en adviesbureaus zijn deels om dezelfde, deels om uiteenlopende redenen gebaat bij de ontwikkeling van een juridische infrastructuur die toegesneden is op innovatie en het technologieprofiel van de Brainport regio. Hieronder staan de argumenten per type stakeholder opgesomd.
Bedrijven •
•
Verwacht wordt dat de vraag naar juridische voorzieningen en services verder zal toenemen met de groei van Brainport, mede als gevolg van de komst van nieuwe technologie instituten, een stijgend aantal innovatieve start-ups en de vestiging van een groeiend aantal bedrijven uit binnen- en buitenland. Door het ontwikkelen van een sterk cluster rondom technologie en recht kunnen bedrijven en kennisinstellingen in de Brainport regio zelf optimaal worden gefaciliteerd in hun juridische behoefte en ontwikkeling. Proximity is hierbij een kernbegrip. Brainport regio Eindhoven heeft een uitstekende naam: het is dé perfecte thuisbasis voor een expertisecentrum technologie en recht. Van de 600 octrooigemachtigden zijn er 200 gevestigd in de Brainport regio. MKB-bedrijven in het algemeen en start-ups in het bijzonder hebben behoefte aan een hoger niveau van juridische dienstverlening, bijvoorbeeld als het gaat om de rol, positie, belangen, etc. van deze bedrijven binnen complexe (samenwerkings)processen van open innovatie, maar ook als het gaat om de vele juridische aspecten bij nieuwe technologische ontwikkelingen waarin zij een rol spelen. Daarbij gaat het eerder om expertise aan de voorkant (advies) dan om ondersteuning bij geschillenbeslechting. Het MKB is zich onvoldoende bewust van de vragen die zij zelf moeten stellen en de bescherming die zij moeten creëren bij het samenwerken met andere partijen, bijvoorbeeld rondom Intellectueel Eigendom. Voor een succesvolle samenwerking zijn heldere afspraken nodig , in het bijzonder over de inbreng van de kennis van het MKB. Vaak hebben MKB-ers veel geïnvesteerd in de kennisontwikkeling in hun bedrijf. Zij brengen die kennis in de samenwerking in en 1
•
•
•
•
verwachten een return on investment. Dat gaat nogal eens mis omdat er onvoldoende geregeld is. Dat leidt tot teleurstellingen en beperkt de bereidheid tot nieuwe samenwerking. Terwijl een goede en goed geregelde samenwerking voor alle partners profijt oplevert. Voor start-ups is dit nog een aantal slagen moeilijker, afhankelijk van de fase waarin de start-up zich bevindt. Veelal worden start-ups, of spin-offs van een OEM, opgezet door mensen die op basis van hun technische expertise iets willen doen. Zij willen dit in vrijheid doen en hun eigen beslissingen nemen. Deze mensen lopen een groot risico, vooral op het juridische vlak. o Als spin-off van een OEM moeten zij de kennis (patenten etc.) mee kunnen nemen om hun bedrijf succesvol te maken. Hierbij valt of staat het succes met de waardering van de over te nemen kennis en de vergoeding die de oorspronkelijke eigenaar, de OEM, daarvoor vraagt. Voor deze waardering hebben zij absoluut ondersteuning nodig, zeker ook omdat zij in gesprek zijn met hun voormalige baas en collega’s en dat ook willen blijven. o Als start-up die zelfstandig begint, moet er een balans gevonden worden tussen hoeveel je aan kennis prijsgeeft om de juiste financiering te verkrijgen. In hun trots vertellen ook hier de startende ondernemers vaak al teveel. Achteraf patenteren is dan niet meer mogelijk. Vooraf patenteren is vaak te kostbaar1. OEM-bedrijven hebben zelf hun juridische zaken op orde en worden daarin ondersteund door grotere advocatenkantoren en adviesbureau, die niet per se in de regio zelf zijn gevestigd. Bij het sluiten van deals en toeleveranties hebben zij echter belang bij MKB-bedrijven en start-ups, die goed op de hoogte zijn van de juridische aspecten van door hen ontwikkelde technologieën, o.a. voor wat betreft de bescherming van intellectueel eigendom. Indien samenwerkingspartners beter op de hoogte zijn lopen contractonderhandelingen soepeler en kan ervoor gezorgd worden dat de verwachtingen van beide partijen realistisch zijn en blijven. Uiteindelijk brengt dit een versterking van het kenniscluster Eindhoven met zich mee, omdat de maakindustrie en toeleveranciers dan mede state-of-the-art kunnen leveren. Een expertisecentrum kan zich ontwikkelen tot hét discussieplatform voor de uitwisseling van kennis en ervaring op het snijvlak van technologie en recht voor juristen en onderzoekers van bedrijven2 (start-ups, MKB en OEM’ers), kennisinstellingen en onderwijsinstituten, onderling en ook met de gespecialiseerde advocatuur, al dan niet juridische adviseurs en andere relevante groepen (bankiers, KvK, etc.). Een aantal relevante juridische issues op meta-level, die ook belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het gehele ecosysteem, kunnen hier worden besproken. Te denken valt aan het vastlopen van het huidige IE/patent-systeem; de wenselijkheid van een level-playing field als het gaat om het verdelen van juridische risico’s tussen MKB en OEM-bedrijven en het dilemma’s dat start-ups vaak niet de patenten kunnen overleggen, waar kapitaalverstrekkers om vragen. Deze uitwisseling zal in belangrijke mate bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de expertise en het versterken van netwerken. De technologiebedrijven in Brainport regio Eindhoven hebben er veel baat bij als kennisontwikkeling door universiteiten en (onderzoeks)instituten aansluit op de specifieke juridische vragen waar zij mee worstelen. Op voorhand bestaat het beeld dat juist in de samenwerking bij technologische innovaties (open innovatie) in de diverse fasen juridische expertise een toegevoegde waarde kan hebben: niet alleen met het oog op de rechten en plichten van de partners. Ook om in alle fasen (juridische) kansen, beperkingen en risico’s te betrekken.
1
Een voorbeeld van deze problematiek is een jonge organisatie die uit een aantal uitzonderlijke technische talenten bestond. Zij hebben het niet gered omdat ze een idee hadden dat ze in hun onervarenheid te groots aan het opzetten waren, en teveel van hun technologie al prijs hadden gegeven om te kijken hoe ze het konden financieren. Hiermee is een zeer getalenteerd team met ideeën gestrand in de seed-fase. Wat zij zich niet gerealiseerd hadden, is dat zij hun kennis ook in onderdelen zouden kunnen vermarkten. 2 Zeker juridisch medewerkers van grotere MKB-bedrijven, die een breed takenpakket (sales, HRM, inkoop, diverse rechtsgebieden) hebben, kunnen baat hebben van uitwisseling met collega’s bij andere bedrijven. 2
• •
Onder bedrijven is een behoefte geconstateerd aan meer technische kennis bij de rechtbanken3. Een “technologierechtbank” kan hierin tegemoet komen. De vestiging van instituut voor de alternatieve beslechting van geschillen (arbitrage, bemiddeling, mediation) op het terrein van technologie biedt bedrijven die verwikkeld zijn in een technologiegeschil een welkom alternatief voor procederen voor de rechtbank met voordelen als lagere kosten, snelheid, beslotenheid en behoud van de relatie.
Kennis- en onderwijsinstellingen •
•
Universiteiten (UvT, TUe) en (onderzoeks)instituten (bijv. TILT en TNO w.o. Automotive) binnen en buiten de Brainport regio voeren onderzoek uit op onder meer het snijvlak van recht, economie en technologie. Kennis daarover ontwikkelt zich in rap tempo. Bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën, maar vooral rondom de marktintroductie en de gebruikersacceptatie van daarop gebaseerde nieuwe producten spelen er tal van juridische en ethische vragen. Ook stelt wetgeving nadere randvoorwaarden aan de introductie en toepassing van bepaalde producten of diensten. Juridische en ethische kwesties liggen op het terrein van privacy, beveiliging, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid, intellectuele eigendomsrechten alsmede contractuele mogelijkheden om het handelen van diverse partijen te sturen en aansprakelijkheid uit te sluiten. In sommige situaties speelt daarbij het grensoverschrijdende aspect een rol en daarmee bijvoorbeeld ook de vraag welke nationale regelgeving van toepassing is. Het dichterbij elkaar brengen van vraag en aanbod van kennis op dit terrein biedt universiteiten en onderzoekinstituten kansen op (de financiering van) nieuwe onderzoeksprogramma’s en (mede daardoor) de kans om expertise op dit gebied op een hoger niveau te brengen en te delen. Voor ontwikkelaars van nieuwe technologieën en aanbieders van daarop gebaseerde producten en diensten biedt het de mogelijkheid om op-maat kennis te verwerven via de onderzoeksinstellingen en meer zekerheid te verkrijgen over de juridische context en voorwaarden die relevant zijn voor hun activiteiten. Ook biedt het hen de mogelijkheid deze kennis vroegtijdig en daarmee strategisch in het innovatietraject te benutten. Een sterk cluster vergroot ook de kansen om externe financiering te vinden voor onderzoek bijv. in het kader van de Nederlandse Topgebieden of het Europese Horizon 2020 programma. De trend is om bij technologie-onderzoek in toenemende mate de juridische en ethische dimensie van de voorgenomen technische ontwikkeling te betrekken.
Advocatuur en advies •
•
•
3
MKB en start-ups hebben naar verwachting behoefte aan meer en betere juridische dienstverlening, specifiek bij het op de markt brengen van nieuwe technologieën en rondom participatie in open innovatie (zie boven). Dit is een potentiële nieuwe markt voor advies en advocatuur die vanuit commercieel oogpunt zeer interessant kan zijn. Het expertisecentrum kan het forum zijn waar advocaten, juridisch adviseurs, bedrijfsjuristen van regionale bedrijven (MKB en OEM), rechters, onderzoekers (instituten, universiteiten, etc.), etc. elkaar formeel en informeel ontmoeten om kennis en ervaring op het terrein van technologie en recht uit te wisselen. Door kennis en ervaringen te delen, door te “sparren” met collega’s en (potentiële) klanten worden gedachten aangescherpt. De advocatuur heeft behoefte aan gespecialiseerde rechters, die door opleiding en ervaring verstand hebben van complexe technologie en IE- en IT-zaken. Als de Eindhovense rechtbank high tech wordt ingevuld, betekent dat bovendien snellere doorlooptijden en kostenbesparing.
Radboud Universiteit Nijmegen (2011), ‘Specialisatie Loont’.
3
•
•
De advocatuur heeft tevens behoefte aan gespecialiseerde arbiters, die door opleiding en ervaring verstand hebben van complexe technologie en IE en-IT-zaken. Om arbitrage voet aan de grond te laten krijgen is het ook van belang dat er bijvoorbeeld aan de UVT samen met het arbitrage-instituut goede arbiters uit de regio worden opgeleid. Aangezien een goede arbiter niet alleen (juridisch) inhoudelijk goed is, maar ook een goede kennis heeft van en ervaring heeft met de arbitrage procedure. Een expertisecentrum voor technologie en recht kan de portal zijn voor het aanbod, vanuit de advocatuur, van andere adviseurs en van mediators en arbiters, aan mediation, arbitrage en andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting van technologische aard waar de bedrijven (MKB en OEM) en kennisinstellingen in deze regio in het bijzonder mee geconfronteerd worden.
Gerechtsbestuur •
•
•
Het gerechtsbestuur van het arrondissement Oost-Brabant kan technologiezaken aantrekken door de rechtbank Eindhoven zo in te richten dat daar kennis aanwezig is om complexe zaken te behandelen (aannamebeleid, opleiden van rechters4) en om de behandeling van die zaken zoveel mogelijk te faciliteren (bijv. via mogelijkheden als ‘versneld regime’ of een digitale procesgang via ICT-voorzieningen). In Nederland ontbreekt een rechtbank met specifieke kennis op het terrein van innovatie en technologie, terwijl daar wel behoefte aan is (zie boven). Het is niet de bedoeling de exclusieve competenties van de rechtbank in ’s-Gravenhage op het terrein van IE/octrooirecht te betwisten. “Technologierechtspraak” aanbieden in de Brainport regio sluit aan bij de uitgangspunten van de herziening van de gerechtelijke kaart, waardoor Eindhoven naast ’s-Hertogenbosch zittingsplaats is geworden van de rechtbank Oost-Brabant. De belangrijkste uitgangspunten zijn om de rechtspraak dichtbij de burgers en bedrijven te brengen die het betreft en om meer specialistische zaken voor te leggen op minder locaties, waar die specifieke expertise voldoende beschikbaar is. Het gerechtsbestuur van Oost-Brabant heeft onder meer tot taak om de zaken binnen zijn arrondissement te verdelen over de zittingsplaatsen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven. Waar het voor de hand ligt om in sommige zaken juist voor ’s-Hertogenbosch te kiezen, kan het in andere zaken, zeg alle zaken die met innovatie, ICT, technologie, octrooi, merk en handelsnaam juist in Eindhoven neer te leggen. Het gerechtsbestuur kan met die beslissing een eerste aanzet doen, die op de langere termijn het arrondissement zal overstijgen. Daarmee komen genoemde zaken van buiten het arrondissement ook in Eindhoven terecht vanwege specifieke deskundigheid en kennis.
Gemeente/regionale overheden •
Rechtspraak, juridische dienstverlening en kennisontwikkeling gericht op innovatie, technologie en intellectueel eigendom (IE) passen bij uitstek bij de high tech bedrijvigheid en het innovatieve karakter van Brainport regio Eindhoven (‘open innovatie’, hoge R&D uitgaven, groot aantal patenten). Onder “open innovatie” wordt hier verstaan: het gezamenlijk delen van risico’s en resultaten van innovatie; de investering om samen te innoveren kan op meerdere manieren gefinancierd worden, zodat spelers van uiteenlopende grootte kunnen participeren. Dit versterkt het gehele ecosysteem van de regio en is goed voor het werk- en woonklimaat. Afhankelijk van de specifieke invulling van een sterk cluster rondom technologie en recht zal het leiden tot nieuwe banen (bijv. bij een op te richten arbitrage-instituut).
4
TILT kan bijv. – indien gewenst – de leden van het gerecht via een cursus kunnen voorzien van de kennis waar het gaat om juridische vraagpunten, dilemma’s en mogelijke denkrichtingen bij het omgaan met die dilemma’s. Kortom een soort van verdiepingscursus maar dan ingestoken vanuit: wat zijn open vragen (waar wetgeving en jurisprudentie geen concrete ‘oplossing’ bieden), waar moet dan op worden gelet, etc.
4
•
Ontwikkeling van deze regio als centrum van expertise op het terrein van technologie en recht draagt bij aan een herkenbaar profiel en daarmee aan versterking van het vestigingsklimaat van bedrijven, plus de werving van talent. De gehele regio, inclusief bedrijven en kennisinstellingen, profiteert hiervan.
2. Hoe ziet een sterk cluster rondom innovatie, technologie en recht er uit? Omdat we tijdens de oriëntatiefase (nog) onvoldoende zicht hebben op de precieze behoefte van de verschillende typen stakeholders is het in deze fase nog niet mogelijk precies te beschrijven hoe een sterk cluster rondom innovatie, technologie en recht er uit (zou moeten) zien. Wel kunnen we in deze fase een aantal mogelijke onderdelen of bouwstenen benoemen, inclusief daarbij behorende inspanningen die nodig zijn om Brainport te ontwikkelen als expertisecentrum op het terrein van technologie en recht. Het gaat daarbij om een zestal inspanningen op het terrein van rechtspraak en arbitrage, juridische dienstverlening en kennisontwikkeling.
a. Concentratie van technologierechtspraak Met het gerechtsbestuur (zaaksverdeling binnen het arrondissement Oost-Brabant) het gesprek aangaan over het soort rechtspraak dat bij de rechtbank Eindhoven zou moeten plaatsvinden. Als Brainport regio Eindhoven moet onze inzet daarbij rechtspraak op het terrein van technologie en innovatie zijn. Het aantrekken van zaken die betrekking hebben op technologie is mogelijk door de rechtbank zo in te richten dat de vereiste kennis aanwezig is om dergelijke complexe zaken te behandelen (aannamebeleid en opleiden van rechters) en om de behandeling van die zaken zoveel mogelijk te faciliteren (bijv. via mogelijkheden als ‘versneld regime’ of een digitale procesgang via ICT voorzieningen). Een exclusieve bevoegdheid nastreven voor Eindhoven in technologiegeschillen (vergelijkbaar met de ’natte kamer’ van de rechtbank Rotterdam) ligt niet voor de hand, want een goed afgebakend juridisch kader ontbreekt vooralsnog voor dit soort zaken. (Alles waarbij kennis van technologie is vereist om een oordeel te vellen valt onder de term technologiezaak, waardoor afbakening onmogelijk is).
b. Aantrekken van IE-zaken Naast rechtspraak op het terrein van complexe technologiegeschillen (waaronder ICT geschillen) moet de inzet als meest innovatieve regio van Nederland (27% van de private R&D, 42% van de patentaanvragen) gericht zijn op het aantrekken van zaken over intellectueel eigendom. Bij de rechtbank ’s-Gravenhage zijn exclusieve gerechtelijke competenties ondergebracht op het vlak van het octrooirecht, het EU-merk, het EUmodel en het kwekersrecht. Het complexe en specifieke karakter van de materie en de opbouw van kennis zijn daarbij overwegingen. In recent onderzoek in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak spreekt een advocatenpanel zich om verschillende redenen uit voor concentratie van alle IE-zaken in eerste aanleg bij twee instanties. Nadere analyse is nodig om vast te stellen in hoeverre er sprake is van breed draagvlak en of dit haalbaar is. Het is zaak exclusieve Haagse competenties niet te betwisten, maar te onderzoeken waar we precies aanvullend kunnen zijn.
c. Oprichting van Brainport-instituut voor bemiddeling en arbitrage Alternatieve geschillenbeslechting wordt steeds belangrijker. Het succes van commerciële zaken is te meten aan het aantal zaken dat niet voor de rechter komt (FD, 4 augustus 2012). Naast rechtspraak is het daarom zinvol ons in Eindhoven te richten op de vestiging van een instituut voor bemiddeling en arbitrage op het terrein van technologie. Bemiddeling en arbitrage zijn voor bedrijven die verwikkeld zijn in een 5
technologiegeschil aantrekkelijke alternatieven voor procederen. Het expertisecentrum voor recht en technologie stelt zich ten doel de beslechting en oplossing van geschillen te bevorderen via arbitrage, bindend advies en mediation. Vanuit het principe van een “jurisdictieloze wereld” kan overwogen worden om op termijn de mogelijkheid te creëren rechtszoekende partijen zelf te laten kiezen volgens welk recht zij hun zaak behandeld willen hebben. Concentratie van rechtspraak plus vestiging van een arbitrage-instituut zorgt voor opbouw van specifieke expertise door (arbitrage)rechters en bemiddelaars. Voordelen van bemiddeling en arbitrage zijn lagere kosten, snelheid en beslotenheid. Als voorbeeld kan worden gekeken naar het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI) in Rotterdam. Tevens zou er samengewerkt kunnen worden met bijv. de UvT om ook opleidingen voor ‘technologie’ arbitrage en andere vormen van alternatieve geschillenbeslechting te verzorgen. Gerenommeerde opleidingen geven immers een kwaliteitsimpuls aan de omgeving en genereren ook de nodige naamsbekendheid in en buiten de regio.
d. Aantrekken en ontwikkelen van juridische dienstverlening In het kielzog van rechtspraak en arbitrage op de terreinen van technologie en intellectueel eigendom draait het erom dat zich meer gespecialiseerde advocatenkantoren en adviesbureaus (zoals octrooibureaus) vestigen in onze stad en regio. Hierdoor worden bedrijven en kennisinstellingen die recht zoeken via procederen of arbitrage, of op zoek zijn naar deskundig advies, bijv. bij de aanvraag van patenten, optimaal gefaciliteerd. Een expertisecentrum kan mogelijk een eerste loket bieden voor start-ups of MKB-bedrijven die juridisch advies of ondersteuning zoeken. Overleg met dienstverleners en een nadere analyse moet inzicht geven in welke juridische dienstverlening in de regio aanwezig is, welke behoefte er bestaat en hoe die het beste ingevuld kan worden. Alles wijst erop dat vooral start-ups en MKB-bedrijven, zeker voor wat betreft ontwikkeling van technologie in processen van open innovatie, behoefte hebben aan ondersteuning.
e. Kennisontwikkeling Universiteiten (UvT, TU/e) en (onderzoeks)instituten (bijv. TILT en TNO w.o. Automotive) binnen en buiten onze regio voeren onderzoek uit op onder meer het snijvlak van recht, economie en technologie. De technologiebedrijven in Brainport regio Eindhoven kunnen er veel baat bij hebben als deze kennisontwikkeling aansluit op de specifieke juridische vragen waar zij mee worstelen. Het is zinvol om die kennisontwikkeling te stimuleren. Vraag en aanbod kunnen samenkomen binnen de structuur van een op te richten expertisecentrum. In eerste instantie zal een analyse moeten worden gemaakt van het huidige aanbod aan onderzoek en de specifieke kennisbehoefte bij bedrijven om te kunnen bepalen wat er precies nodig is op dit vlak.
f.
Forumfunctie
Er is behoefte aan een discussieplatform op het terrein van technologie en recht, waarin het beoogde expertisecentrum kan voorzien. Enerzijds gaat het om het uitwisselen van kennis en ervaring op het snijvlak van technologie en recht tussen klanten (bedrijven, voornamelijk start-ups, MKB) en dienstverleners, maar ook bijv. advocaten, juridisch adviseurs, bedrijfsjuristen en onderzoekers onderling. Anderzijds gaat het om het verdiepen en vergroten van kennis op een aantal relevante juridische issues op meta-level, die ook belangrijk zijn voor de ontwikkeling van het gehele ecosysteem. (Bovenstaand worden enkele voorbeelden beschreven). Door het organiseren van lezingen, discussies, workshops, etc. wordt er niet alleen expertise ontwikkeld, maar worden tevens netwerken versterkt.
6