PersoneelsBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 38 NUMMER 11 19 september 2013
Startklaar voor Epic Nog een dikke maand en dan gaat het nieuwe elektronisch patiën tendossier (EPD) van Epic live. In september zijn de trainingen gestart. Valt het oefenen in de nieuwe werkomgeving van Epic mee? En wat zijn de verwachtingen van het nieuwe EPD? Gijs Munnichs
Ruim 6.000 medewerkers, zoveel mensen worden getraind om met Epic te werken. Eerst zijn vanaf 2 september de ‘superusers’ gestart. Deze medewerkers worden als eerste getraind, komen net iets meer te weten over Epic en vormen een vraagbaak voor hun collega’s. 800 mensen volgden tot 16 september de ‘superusers’-training. Sinds een paar dagen worden de 5.500 ‘gewone’ gebruikers getraind om met het nieuwe EPD te werken. Dat zijn niet alleen artsen en verpleegkundigen, maar ook bijvoorbeeld administratief medewerkers. Allemaal ‘op examen’, want iedereen moet het werken met Epic eigen maken. Ilse Hilgers, hoofd secretariaat nierziekten, vond de trainingen meevallen. ‘De docent geeft zonodig extra uitleg, er is voldoende tijd om alles af te werken’, vertelt ze. Internist/hematoloog Brigitte Bär vond de training behoorlijk
Pagina 3 Zelf roosteren leidt tot betere zorg
Pagina 5 Fritz Schmidt, directeur Epic Europe, over het ‘huwelijk’ met het Radboud
Foto: Marc van Teeffelen
pittig. ‘Op je werkscherm binnen Epic staat ontzettend veel informatie, het is moeilijk om dit allemaal te overzien’, vertelt ze. ‘Natuurlijk, het is allemaal een kwestie van wennen en tijd, maar je moet blijven oefenen om wegwijs te worden tussen alle schermen.’ Deelnemers kunnen na de training oefenen in de PLY, een digitale oefenomgeving van Epic, om zo hun vaardigheid te vergroten.
‘Iedereen moet het leren’ 27 oktober gaat Epic live. Het nieuwe EPD is één systeem dat alles rondom de zorg vastlegt: van de inschrijving van een patiënt, de afspraken, behandelstappen, medicatie, klinische notities tot de registratie van DBC’s. Wat zijn de verwachtingen hiervan? Brigitte Bär: ‘Ik verwacht dat we een zwaar eerste half jaar krijgen, waarin iedereen moet leren werken met het nieuwe EPD. Maar uiteindelijk zal het wel zorgen voor een efficiëntere manier van werken.’ ‘De grootste verandering zal zijn dat alle werkprocessen digitaal verlopen’, verwacht Ilse Hilgers. ‘Een grote omslag in de manier van werken voor alle medewerkers. Dit vraagt van iedereen veel inzet en betrokkenheid. Het grote voordeel is dat de patiënteninformatie straks niet meer versnipperd is over diverse systemen.’ Zorgadministrateur Monique Alexander: ‘Als we door alle gewenning heen zijn, denk ik dat het systeem zeker bijdraagt aan een eenduidige werkwijze bij zeer veel disciplines. Dit komt de patiëntveiligheid, kwaliteit van zorg en de facturatie zeker ten goede.’ n Meer informatie over Epic en de trainingen staat op intranet onder button Beter 2.0.
Pagina 6 Flying doctors, reportage over het Mobiel Medisch Team
Pagina 9 Zorg om het ontslag van de patiënt
r a db o de 1 1 - 2 0 1 3
IN BEELD
AGENDA Oecumenische vieringen Iedere zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. 22 september, oecumenische viering, voorganger pastor Richart Huijzer, kerkkoor Laudate Dominum. 29 september, pastor Jacqueline van Meurs, Parochiekoor Velp. 6 oktober, voorganger pastor Linda Modderkolk, Gemengd koor Impuls. 13 oktober, pastor Ans Bertens, koor Elia Gemeenschap. 20 oktober, voorganger pastor Anneke de Vries, Gemengd Koor Huissen-Stad 27 oktober, voorganger: pastor Linda Modderkolk, Kerkkoor Young at Heart
Colofon
Café de Aesculaaf bestaat tien jaar en vierde dit de afgelopen week met tal van lustrumactiviteiten. Daaronder een wijnavond, een bierproefcursus, een biermenu en een groots slotfeest op 19 september. Foto: Flip Franssen
15.000 Dit is een schatting van het aantal huisstijldragers dat ons UMC heeft. Oftewel alle producten en uitingen met onze naam en logo erop: van de visitekaartjes, patiëntenbrochures en de website tot de bewegwijzering, vlaggen en witte jassen. In totaal gaat het om 750 tot 1.000 verschillende items. Vanaf 1 oktober vernieuwen we ons merk, logo en huisstijl. Gefaseerd worden ook de huisstijldragers vernieuwd.
Nieuwe naam, logo en huisstijl Het UMC St Radboud wil vooroplopen in de ontwikkeling van de gezondheidszorg van mens en maatschappij. Dit komt duidelijk ook terug in de missie van het Radboud – “a significant impact on healthcare” – en de vier strategische kernpunten: persoonsgerichte zorg, aantoonbaar onderscheidende kwaliteit, doelmatigheid en duurzame netwerken. Onze missie vraagt om een herkenbare, eenduidige en passende uitstraling. Daar hoort een nieuw logo, een nieuwe huisstijl en een nieuwe naam bij. Vanaf 1 oktober heten we Radboudumc.
getweet KWFKankerbestrijding @kwf_nl 1h Het UMC St Radboud maakt overlevingscijfers kanker openbaar. Goed initiatief! Welk ziekenhuis volgt? http://bit.ly/14IieeJ #umcn
Rob Krol @krol_rob 4h @InekeLokker discussie over interpretatie is geen reden om niet openbaar te maken; dat stimuleert juist de discussie.
Wout Sorgdrager @woutsorgdrager Wat moet een patiënt met al die cijfers? En hoe kun je als UMC nuanceren? #Radboud geeft inzicht in scores #oncologie.
2h
Wout Sorgdrager @woutsorgdrager 28m @schrijftraining @gerdavanbeek (2) verhalen van patiënt zijn vaak veelzeggender. Bewaar de getallen voor de professionele benchmarks.
Duurzaam en doelmatig De nieuwe naam en het nieuwe logo zullen in eerste instantie nog niet overal te zien zijn. Vier werkgroepen (drukwerk, facilitair, ICT en signing & bewegwijzering) zijn ermee bezig om de verschillende huisstijldragers, zodra ze daar aan toe zijn, te vervangen in de nieuwe huisstijl. Door deze gefaseerde aanpak is het mogelijk om deze omvangrijke operatie zo duurzaam en doelmatig mogelijk uit te voeren. Heb je op de afdeling nog veel briefpapier met het oude logo? Of kom je juist enveloppen te kort? Op de ‘Marktplaats oude huisstijl’ (toegankelijk via de button op intranet) kun je spullen aanbieden of vragen. Zo voorkomen we samen dat we op 1 oktober nog een grote voorraad middelen hebben met het oude logo.
Michiel van Veen @MichielvanVeen Ziekenhuisbestuurders met lef #radboud openheid over overlevingskans kanker behandeling! #ikz #volkskrant
3h
Radbode is het personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Flip Franssen, Eric Scholte, Marc van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 81 866 82 Correspondentie: vragen over bezorging en abonnementen via e-mail: redactie@ sb.umcn.nl Redactieraad: Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Nieuwsdruk Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Hans Fleurkens, 024-3619084. De volgende Radbode verschijnt donderdag xx oktober 2013.
Van krant naar magazine Dit is de laatste Radbode in deze krantenjas. Het blad verschijnt al vanaf 1975 in deze vorm. Met de nieuwe huisstijl per 1 oktober krijgt ook ons personeelsblad een nieuwe look en feel. Maar de naam Radbode blijft staan als een huis. Radbode verschijnt voortaan maandelijks als magazine. En de thuisverzending wordt in ere hersteld. Binden en boeien, dat is het hoofddoel van het nieuwe blad, met de ontwikkelingen in de organisatie – uiteraard – als rode draad. Inspireren, verrassen, nieuwe inzichten bieden, aan het denken zetten, uitdagen tot discussie en bijdragen aan trots op onze mooie organisatie, dat is wat we willen. Met persoonlijke verhalen, achtergronden, opinie, vooral belicht vanuit de mensen die het doén. In de vorm van interviews, gesprekken, reportages, met veel beeld en nieuwe rubrieken. Nieuws en mededelingen verschuiven zoveel mogelijk naar intranet. We gaan voor een blad, dat medewerkers en hun familie thuis op de bank graag even lezen. Of je nu in de schoonmaak werkt, of toponderzoeker bent. Samen maken we immers het UMC St Radboud. Kijk dus uit naar die nieuwe Radbode!
Els van Asperen @ElsvanAsperen 8h Trots op ons ziekenhuis. @umcn #Radboud op de voorpagina van de #VK met openbaarmaking overlevingscijfers kanker. Doorbraak.
ARGALALESS @ABAKOULA Melvin Samsom bij #Penw: is die familie van?
Voor meer informatie kijk op intranet onder de button ‘Nieuw merk en huisstijl’.
2
12 Sep
De Redactie
be leid
Zelf roosteren leidt tot betere zorg
radbode 11 - 2013
Vanaf 1 januari gaan de 68 verpleegkun digen van de Neonatologie IC-unit (NICU) zelf hun werkroosters inplannen. Nieuw daarbij is ook dat ze kunnen kiezen voor een dienst van zes, acht, negen of twaalf uur. Door medewerkers zelf de verant woordelijkheid te geven over hun werk tijden, hebben ze meer grip op de balans werk-privé. Daardoor staan ze met meer energie aan het bed van de patiënt. Jannie Meussen De traditionele manier van roosteren, past niet meer bij deze tijd’, vindt verpleegkundig manager Herman Hendriks. ‘Onze verpleegkundigen hebben behoefte aan meer regelmogelijkheden bij het roosteren, zo blijkt uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Daarom hebben we de pilot ‘Flexibel roosteren’ gestart. Het is toch prachtig als mensen straks kunnen zeggen: Ik werk bij een fantastische organisatie. Ze geven mij het vertrouwen en de verantwoordelijkheid om zelf mijn werktijden te bepalen.’ Tot nu zorgt verpleegkundige Saskia van der Horst bij Neonatologie voor de roosters. Ze plant daarbij drie maanden vooruit, dus deze maand maakt ze het rooster voor december. Medewerkers kunnen vooraf vier diensten aangeven wanneer ze graag willen werken en vier wanneer ze per se vrij willen zijn. En dan gaat Van der Horst aan de slag. In de nieuwe situatie roosteren medewerkers zélf hun roosters in Harmony in. Daarvoor is een speciale module aangeschaft. In de eerste ronde vullen ze los van elkaar hun voorkeurrooster in. In de tweede ronde zien ze op het scherm waar overboekingen staan of gaten vallen. Wie dan deze problemen oplost krijgt bonuspunten. In de derde ronde, als Van der Horst het rooster sluitend maakt, wordt er in hun rooster dan zo mogelijk niet meer geschoven. ‘Experiment daarbij is bovendien dat medewerkers in plaats van de gebruikelijke diensten van acht uur, ook kunnen kiezen voor een dienst van zes, negen of
Flexibel roosteren Herman Hendriks, verpleegkundig manager Neonatologie , zag tijdens een werkbezoek in het Karolinska in Zweden hoe verpleegkundigen daar zelf hun roosters inplannen. Zijn enthousiasme bracht hij over op directeur HR Jan Engelen. De pilot ‘Flexibel roosteren’ sluit goed aan bij de Radboud Manier van Werken, die staat voor: verantwoordelijkheid nemen, tijd voor elkaar hebben, ruimte geven, elkaar aanspreken en vertrouwen, heldere afspraken maken en nakomen. ‘Wat is het effect van flexibel roosteren, op de medewerkers en op de kwaliteit van de patiëntenzorg? Dat gaan we uiteraard evalueren’, zegt Engelen. ‘Wanneer het positief uitpakt, kunnen andere afdelingen het over gaan nemen. Ook de andere UMC’s kijken met veel belangstelling naar deze pilot.’
Verpleegkundigen roosteren vanaf 1 januari zelf. Op de foto van links naar rechts: Dieny Fleuren, Henriette Kessler, Edith Janssen en Marianne Büscher. Foto: Eric Scholten
twaalf uur’, vertelt Larissa Frank, projectleider flexibel roosteren. ‘Dat stelt hen nog meer in staat om een goede balans tussen werk en privé te creëren. Fijn voor de medewerker, maar vooral ook voor de patiënt. Die krijgt goed uitgeruste verpleegkundigen aan het bed.’
Voordelen Voor medewerkers heeft deze manier van werken veel voordelen. Van der Horst: ‘Verpleegkundigen die dichtbij wonen, kunnen met een dienst van zes uur bijvoorbeeld hun kinderen naar school brengen en om
‘Met meer regel mogelijkheden gaan mensen met meer plezier en energie naar het werk’ half vier weer ophalen. Of wie de avonddienst tot half twaalf erg laat vindt, kan ervoor kiezen tot half tien te werken.’ ‘Ik heb twee kleine kinderen en wil graag mee naar de zwemles, daar kan ik mijn diensten nu veel gemakkelijker op afstemmen’, zegt verpleegkundige Rosita Wellink. ‘En het lijkt me wel wat om op zaterdag een dienst van twaalf uur te draaien, zodat ik zondag vrij ben.’ ‘Onze medewerkers hebben wel als voorwaarde gesteld, dat dit niet ten koste mag gaan van de patiëntenzorg’, zegt verpleegkundig teamleider Wiel Smeets. ‘We moeten natuurlijk altijd een goed bezettingspercentage hebben op de afdeling. Aan de ene kant zijn er dus meer
3
regelmogelijkheden, aan de andere kant moeten medewerkers de dialoog met elkaar aangaan over de invulling van diensten. Dat is een belangrijke cultuurverandering, want zo worden ze zich er veel meer van bewust dat ze het met z’n allen moeten doen. Dat ze samen verantwoordelijk zijn voor een goede bezetting, en zorg voor de patiënten. Uitgangspunt is bijvoorbeeld ook dat het aantal overdrachtmomenten gelijk blijft, want met meer overdrachten is de kans op fouten groter.’
Geen oeps-knop In juli is de afdeling gaan schaduwdraaien met een proefrooster voor oktober. ‘En dat ging eerlijk gezegd helemaal niet goed’, zegt Van der Horst lachend.’ ‘ Door technische gebreken, zoals inlogproblemen vanuit thuis. Wie ging schuiven in de tweede ronde, zat er gelijk aan vast. Er was geen ‘oeps-knop’ om een ongelukkige keuze even terug te draaien.’ ‘En we liepen aan tegen de beperkingen van de Arbeidstijdenwet’, vertelt Smeets. ‘Het systeem blokkeert bijvoorbeeld als iemand na een late, een vroege dienst inplant. Volgens de wet mag je dan pas om half negen beginnen. Maar wie over de waalbrug moet, zal liever weer om half acht beginnen om zo de file voor te zijn.’ Het zijn aanloopproblemen, Hendriks heeft er alle vertrouwen in dat het straks goed gaat lopen. ‘We hebben de knelpunten in het systeem aangepast. Het heeft ook tijd nodig om tot een goede mix van diensten te komen.’
Met meer plezier naar het werk Ondanks de moeizame start, zijn ze er unaniem van overtuigd dat het flexibel roosteren tot beter werken leidt. Frank: ‘Met meer regelmogelijkheden gaan mensen met meer plezier en energie naar het werk. Literatuur laat zien dat het leidt tot minder ziekteverzuim. We hopen dat het straks ook mogelijkheden biedt tot flexibele inzet van medewerkers. Op Neonatologie heb je vanzelfsprekend nooit geplande opnames. Het zou mooi zijn als je op piekmomenten gemakkelijk kunt opschalen, zodat verpleegkundigen niet overbelast raken, en op rustige tijden met minder mensen het werk doet. De patiënt wordt daar uiteindelijk beter van.’ n
i n bed r i j f
radbode 11 - 2013 Jean Pierre van Bergen (Heelkunde) legt ons uit hoe je door in overleg te gaan met de patiënt een bijdrage kunt leveren aan duurzame gezondheidszorg; Maaike van Beek (Servicebedrijf) werkt met mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Hoe zet zij zich in om ons personeelsbestand een afspiegeling te laten zijn van de samenleving; Lizette Engelen (Reshape/Concernstaf/Servicebedrijf) is ambassadrice en een tevreden ervaringsdeskundige van het Nieuwe Werken. Wat levert dit haar én het Radboud als duurzame organisatie op?
Aanmelden Op 5 september visiteerde de expertisegroep Laserveiligheid de afdeling Urologie. Persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen ook hip zijn. Op de foto uroloog Frank d’Ancona en Mark Massa, adviseur van de Instrumentele Dienst.
De gratis duurzame lunch vindt plaats van 11.30 tot 12.30 uur op het Theaterplein in het Q-gebouw, route 800. Aanmelden kan via intranet: http://portal.umcn.nl/ aanmeldenduurzaamheidslunch
Laserveiligheid
Bewustwording onder medewerkers sterk vergroot Het afgelopen half jaar is de bewustwording rond veilig gebruik van lasers in ons ziekenhuis sterk vergroot. Dat is mede de verdienste van de nieuwe expertisegroep Laserveiligheid, die vorig jaar is opgericht. Op veel afdelingen (Urologie, KNO, Oogheelkunde, Gynaecologie en onder meer de OK’s) krijgen patiënten een behandeling met lasers. Een veilig gebruik daarvan is daarbij van groot belang, daarom is er een expertisegroep in het leven geroepen. Uniek voor Nederland, want geen enkel ander UMC kent een ziekenhuisbrede laserveiligheidscommissie. ‘Wij visiteren alle afdelingen, die met lasers werken’, vertelt Stef Mientki, adviseur van de Instrumentele Dienst. ‘Samen met collega Mark Massa kijken wij hoe de laserveiligheid van patiënten en medewerkers nog beter kan. We stellen een risico-inventarisatie en een risico-evaluatie op per afdeling. We hebben onlangs bovendien een symposium georganiseerd voor alle betrokken Radboudmedewerkers. Op basis van onze bevindingen zijn er inmiddels ook enkele lasers afgevoerd, die niet aan de veiligheidseisen voldeden.’ ‘Het belangrijkste is hiermee de bewustwording onder medewerkers vergroten’, zegt oogarts Jan Keunen, voorzitter van de expertisegroep. ‘Ook binnen Oogheelkunde wordt veel gelaserd. Wij hebben alle AIOS het boek ‘Hier onveilig? Onmogelijk!’ cadeau gedaan. Geschreven door Pieter van Vollenhoven, die jarenlang actief is geweest in de Onderzoeksraad voor Veiligheid.’ ‘Veiligheid in een ziekenhuis is de verantwoordelijkheid van alle medewerkers’, is een belangrijke boodschap die hij uitdraagt in dit boek. ‘Wij vinden het belangrijk dat onze AIOS na hun opleiding deze kerngedachte vanuit het Radboud uitdragen in ziekenhuizen door het hele land.’ De komende tijd zullen er meer ziekenhuisbrede expertisegroepen komen in het UMC St Radboud, bijvoorbeeld ook één voor de aanschaf van medische apparaten. JM
Feest
Inschrijving Sinterklaasviering Hier alvast een berichtje van de Sint en zijn Pieten. Het lijkt nog heel ver weg, maar voor je het weet is het al weer tijd voor het Sinterklaasfeest. Wij zijn hier in Spanje al druk bezig met de cadeaus en snoepgoed, de Pieten zijn hard in training en het paard van Sinterklaas moet elke dag zijn dakoefeningen doen! Natuurlijk willen we ook dit jaar weer bij het Radboud langs komen, want het is altijd heel gezellig bij jullie in Nijmegen. Graag nodigen we jullie uit voor het grote Sinterklaasfeest op zondag 24 november 2013. Toegankelijk voor kinderen geboren tussen 1 december 2004 en 1 december 2011. Gelet op de grote belangstelling zijn er drie vieringen, te weten van 11.30-12.45, van 13.45-15.00 en van 16.0017:15 uur. Deze vinden plaats in het Auditorium, in de onderverdieping van het Onderwijsgebouw. Inschrijven kan nog tot en met 30 oktober via www. pvradboud.nl. Hier is ook uitgebreide informatie te vinden. Wel graag deelnemen met de kinderen, maar nog geen lid van de personeelsvereniging? Neem dan contact op met het PV-bureau voor een inschrijvingsformulier.
Opleiding
Cardiologie is vierde opleidingsafdeling
We gaan voor duurzaam
Kom naar de duurzaamheids- lunch op 10 oktober 10 oktober is de Dag van de Duurzaamheid. Het UMC St Radboud zet zich in voor duurzame gezondheidszorg. Zorg die toekomstbestendig is, zowel in ecologisch, economisch als in sociaal opzicht. We willen het milieu zo min mogelijk belasten, de zorg betaalbaar houden én een bijdrage leveren aan de maatschappij. Dit doen we in de volle breedte; in onze patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en onderzoek. En dit ligt aan de basis van onze algehele bedrijfsvoering.
Duurzaamheidslunch Maar hoe zorgen we ervoor dat duurzaamheid in ‘de genen’ van ons UMC zit? En hoe kun je hier een steentje aan bijdragen? Laat je inspireren door collega’s tijdens de duurzame lunch op 10 oktober. Samen met Cathy van Beek en Cees Buren, nemen vier collega’s je mee in hun bijdrage aan duurzaamheid: Lars Backx (Servicebedrijf) vertelt over afval scheiden; de resultaten die al zijn bereikt én hoe we daar allemaal aan kunnen bijdragen;
Op 9 september vond de officiële opening plaats van verpleegafdeling Cardiologie (C4C) als opleidingsafdeling. HBO-V-studenten (Verpleegkunde) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) gaan er zelfstandig twee leerwerkkamers runnen, twee vierpersoonskamers op de afdeling. Naast de verpleegafdelingen Cardiothoracale Chirurgie/ Longziekten, Neurologie en de Short Stay Unit voor kinderen is Cardiologie de vierde opleidingsafdeling in het Radboud. Voorwaarde is dat er altijd minimaal acht studenten tegelijk stage lopen. Alle teamleden van de afdeling zorgen voor coachende begeleiding. En er wordt geleerd volgens de principes van competentiegericht leren: de beroepspraktijk is het uitgangspunt, studenten nemen zelf verantwoordelijkheid voor het leerproces.‘Wij willen graag meewerken aan goede patiëntenzorg, nu en in de toekomst. Daarbij is het belangrijk dat we goede professionals afleveren. Daar willen wij als afdeling graag aan meewerken’, zegt seniorverpleegkundige Dorien den Hartogh. Na een intensieve leer- en inwerkperiode op de afdeling gaan de derde en vierdejaarsstudenten zelfstandig twee vierpersoonskamers runnen. Een afdeling als alle ande-
4
ren, waar laag- tot hoogcomplexe zorg geboden wordt. ‘Bij problemen kunnen ze uiteraard altijd terugvallen op een gediplomeerd verpleegkundige’, zegt Den Hartogh. ‘Wij coachen hen op de achtergrond, als er vragen vanuit de studenten zelf komen. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de gediplomeerde verpleegkundigen, daarmee waarborgen we de patiëntveiligheid.’ Door hen grote verantwoordelijkheid te geven en zelfstandigheid te stimuleren, ontwikkelen zij een professionele werkhouding. Er komt hier ook wekelijks een docent van de HAN lessen verzorgen. Dichtbij hun werkplek, daarbij is er alle gelegenheid voor reflectie.’ Is dit voor de afdeling goedkoper? ‘Nee, helaas niet’, zegt Den Hartogh lachend. ‘De studenten zijn boventallig. Wij moeten meer tijd inruimen voor coachende taken, maar houden straks misschien wel meer tijd over voor neventaken. Patiënten kunnen binnen de leerwerkkamers rekenen op meer aandacht, want de bezetting is groter dan op de andere kamers. Wij informeren patiënten over de afdeling Cardiologie als opleidingsafdeling met leerwerkkamers. Indien patiënten hier niet willen liggen, houden wij hier rekening mee.’ JM
Honoursprogramma
Getalenteerde studenten buigen zich over the Future of Healthcare
Terwijl de eerstejaarsstudenten zich onderdompelden in het introductiegedruis, startten vijf masterstudenten van verschillende RU- studierichtingen hun Reflections of Science programma. Onder hen is ook vierdejaars student Geneeskunde Anouk Putkers. Samen met vijf studenten van Penn State University (Pennsylvania) buigen zij zich een jaar over ‘The Future of Healthcare’. Decaan Paul Smits droeg het onderwerp aan voor dit honoursprogramma, waarin tien getalenteerde masterstudenten zich een jaar buigen over een complexe vraagstelling. En dat is the Future of Healthcare, want in 2050 zal 25 procent van de Nederlandse bevolking 65-plus zijn. Hoe houden we de ouderenzorg betaalbaar en kosteneffectief? Zodanig dat de patiënt ook nog eens centraal staat. ‘De studenten gaan vanuit allerlei gezichtsvelden met een frisse blik naar dit onderwerp kijken’, vertelt begeleider prof.dr. Myrra Vernooij, verbonden aan IQ Healthcare en Eerstelijnsgeneeskunde. Half augustus waren de Amerikaanse studenten een week hier. Ze volgden elke dag masterclasses en bezochten onder meer een huisartsenpraktijk, namen een kijkje op onze afdeling Geriatrie en in verpleeghuis Kalorama. ‘We wilden hen bijvoorbeeld ook laten zien dat hulp niet altijd helpt’, vertelt Vernooij. ‘Waarom krijgen ouderen in een verpleeghuis elke dag passief een maaltijd voorgeschoteld? Het ontbijtproject bij Kalorama laat zien dat het gevoel van eenzaamheid verdwijnt als ouderen samen de tafel dekken, zelf hun boterhammen klaarmaken en samen eten.’ ‘Het is nu helemaal aan ons, hoe we het onderwerp verder gaan oppakken’, vertelt Anouk Putker. ‘Het geeft mij veel energie om met deze groep ontzettend gemotiveerde studenten bezig te zijn. Je merkt dat je vanuit verschillende studierichtingen - naast geneeskunde, ook scheikunde, psychologie, biomedische wetenschappen en rechten – snel bruggetjes kunt slaan. Voor de Amerikaanse studenten was het een eyeopener, dat de zorg hier voor iedereen toegankelijk is. Wanneer ouderen daar in een Nursing Home verblijven, betalen ze bijna een ton per jaar.’ De studenten schrijven nu binnen zes weken een individuele paper. ‘ In januari gaan wij een week naar Pennsylvania en tussentijds hebben we wekelijks contact via skype en videoconferenties. Dat moet in mei leiden tot één groot verslag, hoe de zorg er over pakweg dertig/ veertig jaar uit kan zien.’ JM
i n t e r v i e w
radbode 11 - 2013
Samen de ‘ground floor’ bouwen
Fritz Schmidt, directeur Epic Europe: ‘Samen hebben we het fundament gelegd om de ambities van het Radboud waar te maken.’
Het nieuwe elektronische patiëntendossier van Epic gaat op 27 oktober live. Gesprek met Fritz Schmidt, directeur Epic Europe. Over het ‘huwelijk’ met het Radboud, strakke deadlines en de meest bijzondere toepassingen van Epic in ons UMC. ‘Ná de big bang: “that’s when the magic begins”.’ Gijs Munnichs
In 2011 emigreerde Fritz Schmidt van de Verenigde Staten naar ons land, waar in Den Bosch het kantoor van Epic Europe is gevestigd. Met zo’n 65 mensen in dienst is dit een kleine club vergeleken met de 6.500 Epic-medewerkers in de VS. Europa is dan ook nog vrij onontgonnen gebied: vier Nederlandse ziekenhuizen plus enkele Engelse instellingen werken met Epic. In Amerika is Epic ‘huge’. Met maar liefst 260 ‘customers’, waarbij één customer een groep van vele ziekenhuizen kan vertegenwoordigen. ‘Ongeveer 50 procent van de patiënten in de VS is geregistreerd in Epic’, aldus Fritz Schmidt. Als directeur van Epic Europe heeft hij zich de afge-
Vooruitziende blik Bij oprichting in 1979 had Epic een vooruitziende blik. Terwijl collegabedrijven destijds software ontwikkelden om patiëntengegevens vast te leggen via een labsysteem of een financieel systeem, gebeurde dit bij Epic ruim 30 jaar geleden al in een patiëntendossier. Alle andere functionaliteiten werden daaromheen gebouwd. Dat Epic een grote speler is in de VS, is mede te danken aan deze profetische zienswijze. Met Epic is er straks in het Radboud voor iedere patiënt een EPD waarin alle stappen rond de zorg zijn vastgelegd: van de inschrijving, afspraken, behandelstappen, medicatie, klinische notities tot de DBCregistratie. Het Radboud is het eerste Nederlandse UMC met Epic, en de eerste in Nederland die met een ‘big bang’ het EPD gaat gebruiken.
lopen anderhalf jaar ontfermd over de implementatie van Epic in het Radboud. Wekelijks of vaker kwam hij naar Nijmegen om de vorderingen te bespreken. De ‘big bang’ op 27 oktober is voor hem net zo spannend als voor de duizenden medewerkers die straks met Epic gaan werken. Hoe lang duurt het voordat een gebruiker vertrouwd is met Epic? ‘Live gaan is pittig. Je moet je het systeem eigen maken. In het begin werk je daardoor trager. Maar binnen enkele weken of maanden kan een afdeling weer even snel werken als voorheen. Dat hangt van een aantal factoren af. Essentieel is dat een organisatie investeert in de “superusers”. Deze medewerkers worden eerder getraind, weten net iets meer over Epic en vormen een vraagbaak voor collega’s. In het Radboud is er veel geïnvesteerd in deze “superusers”, dus ik verwacht daar een positief effect van.’ ‘Een andere factor is hoe je als afdeling reageert op Epic. Werken met Epic is niet zozeer het toepassen van een systeem, het is een andere manier van werken. Afdelingen die zich dat het snelste eigen maken, beseffen dat de wereld veranderd is en nemen hierin hun verantwoordelijkheid.’ Wat zijn de resultaten van Epic in de ziekenhuizen in de Verenigde Staten? ‘We zien veel prachtige, prijswinnende resultaten in de VS. Veelvoorkomende voorbeelden zijn: een betere benutting van je operatiekamers, minder dubbele controles bij patiënten en meer veiligheid van zorg.’ Waren er culturele verschillen te overbruggen tussen Epic en ons UMC? ‘Bij Epic leven we zeer strak de tussentijdse deadlines
5
Foto: Marc van Teeffelen
na. Dat is de enige manier om uiteindelijk het einddoel te halen. Daarmee leggen we een grote druk op de mensen van het Radboud, maar bij zo’n grote verandering, die duizenden medewerkers raakt, is dit wel noodzakelijk. Overigens moeten ook veel ziekenhuizen in Amerika wennen aan deze strakke hantering van deadlines.’ Wat zijn straks bijzondere Epic-toepassingen in het Radboud? ‘Het is altijd interessant om op te trekken met mensen die vooroplopen in de zorg en voor hen de passende software te bouwen. Een mooi voorbeeld is het spraakherkenningsysteem bij Radiologie dat we hebben gebouwd. Dit zorgt ervoor dat de bevindingen van een specialist op een radiologisch beeld via spraakherkenning in het EPD worden vastgelegd.’ ‘Ook bijzonder is het NICE/PICE-scoringssysteem op de IC, waarbij automatisch wordt berekend of een bepaalde interventie nodig is. Wat verder de veiligheid van zorg flink zal verbeteren is het registreren van de medicijninname via een barcodesysteem. Hierdoor krijgt de juiste patiënt het juiste geneesmiddel toegediend, op de juiste tijd, gecontroleerd door de persoon die daarvoor verantwoordelijk is. Door deze extra checks minimaliseer je de kans op fouten. Het Radboud behoort tot de eerste ziekenhuizen in Europa die dit op zo’n grote schaal gaat toepassen. Dat is echt heel bijzonder.’ Wat doet Epic na de ‘big bang’? ‘Wij beschouwen een samenwerking als een levenslang huwelijk. Wanneer we een contract tekenen met een ziekenhuis draaien we traditionele Amerikaanse bruiloftsmuziek. Zo ook bij het Radboud. Ludiek, maar met een serieuze ondertoon. We blijven met jullie samenwerken om nieuwe toepassingen te ontwikkelen. De “big bang”, dat is het moment dat “the magic begins”. Samen hebben we de “ground floor” gelegd, het fundament om de ambities van het Radboud waar te maken. De persoonsgerichte zorg, het verbeteren van je onderzoek, het genereren van onderzoeksdata via gegevens uit de zorg, het doelmatiger werken, het beter samenwerken tussen zorgverleners, afdelingen en verwijzers, enzovoorts. Door Epic kan dit allemaal een flinke impuls krijgen.’ n
r e p o r t a ge
Flying doctors
Hij vliegt regelmatig over, de knalgele traumaheli van het Mobiel Medisch Team. Op weg naar een ongeval waar dringend specialistische zorg nodig is. Binnen twee minuten na een melding brengt de piloot een gespecialiseerd arts en verpleegkun dige naar de plek des onheils. ‘Het is gefundeerd improviseren. Je weet niet wat je over vijf minuten aan het doen bent.’ Marjan Wassenaar MMT-verpleegkundige Hans van der Meer navigeert met behulp van een iPad naar de plaats van het ongeval. ‘Ik ben voor een geschikte landingsplek.’
Anesthesioloog Nico Hoogerwerf is sinds 1997 lid van het MMT, eerst in Amsterdam en sinds 2008 in Nijmegen. ‘Een gewone reanimatie kan een ambulancemedewerker prima zelf doen. Juist bij de complexe gevallen kunnen wij meer betekenen.’
De meeste artsen van het MMT werken in het dagelijks
leven in het Radboud, de meeste verpleegkundigen ook bij een ambulancedienst. Zij kiezen er daarnaast bewust voor om deel uit te maken van het MMT. Zo ook Nico. ‘Het onverwachte trekt mij aan. Geen enkele situatie is hetzelfde. Bovendien heb je weinig middelen ter beschikking. Vaak kom je aan in een kluwen van mensen: ambulancemedewerkers, brandweermannen, omstanders. Je probeert dan snel contact te leggen om gezamenlijk hulp te bieden. Het is werken op ervaring en op gevoel.’ Gespecialiseerd verpleegkundige Hans van der Meer benoemt daarnaast de technische kant van de hulpverlening: ‘Hoe bevrijd je iemand uit een auto? Daar hebben we als MMT veel vaker mee te maken dan de plaatselijke brandweer. Met onze ervaring sturen we ter plaatse de brandweer aan.’ Als MMT-verpleegkundige heeft Hans twee petten op. Hij is niet alleen zorgverlener, maar ook HEMS Crew Member, waarbij HEMS staat voor Helicopter Emercency
MMT-verpleegkundige Hans van der Meer controleert een van de rugzakken die klaar staan voor gebruik. Aan de buitenkant het meest urgente materiaal, binnenin de overige spullen. Alle rugzakken worden dagelijks gecontroleerd.
De piloot controleert dagelijks de helikopter, aan de hand van een checklist.
Op vliegbasis Volkel is het rustig. Arts, piloot en verpleegkundige zitten in de werkkamer achter hun PC. Dan gaan meerdere piepers af: een ongeval op de A67. Na een snelle blik op de kaart en een korte reactie naar de meldkamer snelt het team naar de traumaheli. Op weg naar het volgende ongeval. Zo’n 1500 keer per jaar krijgen ze een oproep, de mensen van het Mobiel Medisch Team (MMT). Dat is al gauw vijf keer per etmaal. Bijna de helft van de oproepen wordt gecancelled: omdat het letsel meevalt, omdat de ambulance niet kan wachten of omdat de patiënt helaas al is overleden. In de overige gevallen biedt het MMT een belangrijke meerwaarde. Waar de ambulancemedewerker beperkt is in de handelingen die hij mag verrichten en de medicijnen die hij mag toedienen, heeft de arts van het MMT wel die bevoegdheden. Met de traumaheli zijn ze snel ter plaatse en als het weer daarvoor te slecht is, is er een back-up auto beschikbaar.
Kinderen in nood Uit onderzoek blijkt dat het MMT een absolute meerwaarde biedt bij incidenten met kinderen. ‘Dan gaat het niet alleen om ongelukken’, benadrukt Nico. ‘Een vitaal bedreigd kind dat al drie dagen achter elkaar overgeeft, daar kan het MMT wat voor betekenen. Maar dan moeten we er wel zijn vóórdat reanimatie noodzakelijk is, zodat we intraveneus antibiotica kunnen toedienen, of het kind onder narcose kunnen brengen en beademen.’
Nooit hetzelfde
Op Vliegbasis Volkel is dag en nacht een team aanwezig, bestaande uit een piloot, een arts en een ver pleegkundige. Tussen de oproepen door verrichten zij onderhoud, con troleren het materiaal, of houden zich bezig met wetenschap of scho lingsprojecten. Komt er een oproep binnen, dan laten zij alles uit hun handen vallen en gaan op weg.
6
r a db o de 1 1 - 2 0 1 3
Vijf misverstanden over het Mobiel Medisch Team opgehelderd ‘De traumaheli is voor niets uitgerukt’ Hoe vaak lees je niet in de krant dat de traumaheli was ingevlogen bij een groot ongeval, maar onverrichter zake weer terugkeerde? Want de patiënt ging immers met de ambulance mee? De meerwaarde van het MMT ligt vooral in het verlenen van specialistische zorg ter plaatse. Het UMC wordt als het ware naar de plek van het ongeval gebracht. Slechts één op de tien patiënten gaat mee met de traumaheli. ‘De traumaheli is er alleen voor trauma’s’ Bij de start van het MMT in 1995 werd de heli alleen bij trauma’s ingezet. Inmiddels vliegt de heli ook voor andere spoedgevallen, zoals bijvoorbeeld een verdrinking of een hersenbloeding. ‘De traumaheli is veel te duur’ Een traumaheli kost inderdaad veel geld. Maar wanneer je met vier traumaheli’s heel Nederland snel kunt bedienen en
bovendien met vier parate teams veel expertise opbouwt, is dat veel waard. ‘De traumaheli kan hier nooit landen’ Bij een ongeval denken omstanders en hulpverleners al snel dat er geen plek is voor de traumaheli om te landen. Maar de piloten zijn speciaal getraind om op moeilijke locaties te landen. En vanuit de lucht zien zij vrijwel altijd wel een geschikt pleintje, park of weiland. ‘Het MMT neemt de rol van de ambulancemedewerker over’ Hoewel ambulanceverpleegkundigen minder bevoegdheden hebben dan MMT-artsen, blijft het te allen tijde een samenwerking tussen alle hulpverleners. De MMT-verpleegkundige communiceert met alle betrokkenen zorgt voor een optimale samenwerking.
Emotionele belasting
de piloot een extra paar ogen als het gaat om het vinden van
‘We praten veel over wat we meemaken en we kunnen het goed delen’ Medical Service. ‘In de heli ben ik aan het navigeren, geef technische ondersteuning aan de piloot en ben voor hem een paar extra ogen, als het gaat om het vinden en beoordelen van een geschikte landingsplek.’ Gekscherend: ‘ik draag dus een vlieghelm en een zusterskapje.’
Op de kaart in de werkkamer kan de arts eenvoudig achterhalen hoe ver het vliegen is naar de locatie van het ongeval.
Het MMT bestaat bewust uit een beperkte pool van artsen en verpleegkundigen. Zo kan het team snel veel kennis en ervaring opbouwen. Maar het is geen fulltime baan. ‘De emotionele belasting is hoog’, benadrukt Hans. Daarom werken artsen vijf tot zes keer per maand voor het MMT, verpleegkundigen gemiddeld tien tot twaalf keer per maand. We praten veel over wat we meemaken en we kunnen het goed delen.’ Het MMT maakt daarbij gebruik van Crew Resource Management (CRM) een techniek ontwikkeld in de luchtvaart, om de communicatie tussen professionals te verbeteren en te zorgen voor een veiliger werkomgeving. ‘Een van de onderdelen daarvan is het debriefen, het nabespreken’, legt Nico uit. ‘Twijfels als “hadden we niet beter…” kun je dan meteen benoemen en bespreken. Zodat je niet ’s nachts om drie uur wakker wordt.’ Maar meestal overheerst de voldoening van het verschil kunnen maken. Hans: ‘De beloning is degene die je voor de poorten van de hel wegsleept. Degene van wie je weet dat hij het zonder jouw snelle hulp niet gered zou hebben.’ n Op vrijdag 4 oktober viert het Mobiel Medisch Team haar 12,5-jarig bestaan met een congres, samen met het MMT van Rotterdam dat dit jaar 15 jaar bestaat. Het congres, met als thema “Samen sterk”, is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de prehospitale zorg en initiële opvang in het ziekenhuis van de vitaal bedreigde patiënt. Deelnemen? Ga naar www.mmtcongres.nl voor meer informatie en inschrijving.
-Na een oproep zit het Mobiel Medisch Team binnen enkele ogenblikken in de traumaheli, op weg naar het ongeval.
7
Investeren in behandelrelatie Het Instituut Waarborging Kwaliteit en Veiligheid (IWKV) voerde dit voorjaar een audit uit bij het Mobiel Medisch Team. Doel: toetsen of de geleverde zorg effectief, veilig, doelmatig en patiëntgericht wordt verleend. Een audit levert verbeterpunten op waarmee een afdeling verder aan de slag kan. Voor het MMT pakt de audit van dit jaar positief uit. Protocollen zijn goed gedefinieerd en het werken volgens het Crew Resource Management Systeem verloopt prima. Dat betekent dat ook de debriefing na de hulpverlening goed is ingericht. De communicatie tussen meldkamer, heli en ambulance – een van de verbeterpunten aangegeven door het IWKV – is sinds de zomer sterk verbeterd, door betere samenwerking op landelijk niveau. Voorheen waren er 25 ambulancediensten, elk met eigen regels en werkwijzen. Nu zijn de inzet- en annuleringscriteria landelijk eenduidig vastgelegd.
Feedback Een punt van aandacht voor het MMT is de overdracht naar de ziekenhuizen waar de patiënten naartoe vervoerd worden. Na overdracht is er voor de MMT-arts geen behandelrelatie meer. Nico Hoogerwerf: ‘Dat betekent dat ik niets meer van de patiënt mag bekijken of beoordelen. Ik mag niet meer in het EPD kijken. Dat heeft tot gevolg dat ik ook geen feedback meer krijg op mijn handelen. Ik weet niet of mijn behandeling goed was, of bijvoorbeeld de drain die ik geplaatst had ook goed zat.’Het IWKV raadt aan om dit via de juridische weg beter te regelen. ‘Belangrijk, want we hebben die feedback nodig om scherp te blijven op ons handelen.’
De traumaheli kan zelfs op de moeilijkste locaties toch een plekje vinden om te landen.
E NZIEK EN S HUI SITEIT E R F I E T SV I U N N 10 N NE BIN INUTE AR M A B K EI BER
WONEN AAN DE RAND VAN DE GROENE VELDEN TUSSEN MALDEN EN NIJMEGEN: EEN DROOMPLEK!
NATUURLIJK WONEN IN MALDEN
20 DUURZAME WONINGEN IN UITEENLOPENDE PRIJSKLASSEN. KLAAR VOOR DE TOEKOMST.
VER K GES OOP TA R T
HESTIA MAKELAARS & TAXATEURS RIJKSWEG 66 MALDEN 024 – 3604555 INFO @ HESTIA.NL
WWW.DROOGSEHOF.NL ad Radbode_droogsehof.indd 1
26-06-13 13:47
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
WIE MAAKT HET RADBOUD MEDEWERKERS LEKKER MAKKELIJK? Ga naar radboud.meeus.com of laat ons op het PIP uw voordeel berekenen! Medewerkers van UMC St Radboud kiezen bewust voor de beste verzekering, pensioen of hypotheek. Op het gebied van verzekeringen bent u bij Meeùs aan het juiste adres. Met heldere communicatie en realistische oplossingen die zijn toegesneden op uw situatie. Altijd bij u in de buurt én op de hoogte wat er speelt in de gezondheidszorg. Zo heeft Meeùs met UMC St Radboud een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld die u veel voordeel bieden. - Tot 35% korting op uw privéverzekeringen - Korting op uw hypotheek - Deze kortingen blijven behouden bij uit dienst treden - Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering Meer weten? Loop op maandag binnen bij het PIP (Personeels Informatie Punt) Of maak een afspraak T 026 400 12 11 (radboudlijn) E
[email protected]
8
o n de r z o e k
radbode 11 - 2013
wetenswaardig Han van Krieken president European Society of Pathology Op 4 september tijdens het Europees Congres voor Pathologie in Portugal is patholoog prof. dr. Han van Krieken voor twee jaar gekozen tot president van de European Society of Pathology.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Zorg om het ontslag van de patiënt De eerste lijn (huisartsen, wijkverpleegkundigen) en tweede lijn (ziekenhuizen) zijn twee verschillende werel den met een eigen cultuur en eigen taal. Het ontslagpro ces van de patiënt verloopt daardoor vaak niet optimaal. Jammer, want dat leidt tot vermijdbare diagnostiek en behandelingen en kostbare heropnames. Hier valt nog te verbeteren, volgens promovendus Gijs Hesselink. Jannie Meussen
De ouders, broer en zus van Gijs Hesselink werken allemaal in de zorg. Aan de keukentafel kunnen zij meepraten over zijn promotieonderzoek: ‘Zorg om het ontslag van de patiënt.’ Want zij weten uit ervaring, dat dat proces niet altijd soepel verloopt. Waar wringt de schoen en hoe kunnen we dat proces verbeteren? Daarvoor hield hij samen met andere onderzoekers 192 interviews en 26 focusgesprekken met zorgverleners en patiënten. En dat in vijf verschillende
Goed bezig, kan nog beter. . . ‘De consequenties van een slechte overdracht spelen zich vaak buiten het gezichtsveld van de zorgverleners in het ziekenhuis af. Daardoor zijn ze minder geneigd te verbeteren.’ Copromotor Hub Wollersheim van IQ-healthcare spreekt uit ervaring. Hij heeft 30 jaar als internist in het Radboud gewerkt en gaf ook leiding aan de afdeling Kwaliteitszorg. ‘Uit een onderzoek in 2005 bleek dat onze relatie met de eerste lijn onder de maat was. Daarop is actie ondernomen. Er is een overleggroep transmurale zorg ingericht. Er is gewerkt aan een betere telefonische bereikbaarheid. Er zijn onder meer strakke termijnafspraken gemaakt over de ontslagbrief, om late verzending terug te dringen.’ Maar het kan nog beter. Wollersheim geeft wat tips: • Bel drie dagen na ontslag de patiënt of alles goed is gelopen. Dit gebeurt onder meer al bij Orthopedie. • Kijk letterlijk in elkaars keuken, zodat je begrip krijgt voor elkaars werkwijze. Maak er tijd voor vrij, het levert veel op. • Verras mensen niet met: ‘U mag morgen naar huis.’ Bespreek liefst bij de opname al, wanneer ongeveer het ontslag zal plaatsvinden en stel daarbij doelen. Dat schept duidelijkheid. Geriatrie werkt onder meer al op deze wijze. • Er gaat veel mis rond de overdracht van medicatie. Een aantal afdelingen werkt hier met medicatieverificatie, waarbij apotheek assistenten bij opname en ontslag meekijken. • Ga de dialoog aan met de patiënt, hoe wil hij zichzelf redden in de thuissituatie? Kijk niet alleen naar de medische, maar ook naar de sociale aspecten. n
landen: naast Nederland, ook in Italië, Spanje, Polen en Zweden. In vergelijking met het buitenland is het hier volgens Hesselink nog niet zo slecht gesteld. ‘In zuidelijke landen is de relatie huisarts/medisch specialist veel competitiever: “Huisartsen, daar bemoeien we ons niet mee.” En Polen is bijvoorbeeld heel hiërarchisch: “De ontslagbrief van de specialist is de bijbel. Daar komen wij niet aan.” Dat beïnvloedt de samenwerking negatief.’
Pijnpunten Maar ook in Nederland valt er nog veel te verbeteren. Er is gebrek aan inzicht in elkaars werkzaamheden, wensen en behoeften. Hesselink noemt wat voorbeelden: ‘In een ontslagbrief staan soms afkortingen die de huisarts niet begrijpt. Dat leidt tot irritatie en misinterpretatie. Wijkverpleegkundigen moeten zich vaak door een brij aan irrelevante informatie worstelen voordat de hulpvraag duidelijk is: dit heeft de patiënt nodig, hier moet ik op letten. Het zit vaak ook niet in het systeem om elkaar – gewoon even – te bellen.’ Ander punt is dat zorgverleners de uitvoering van administratieve taken minder belangrijk en lastig vinden. De urgente zorg gaat voor. Waardoor ontslagbrieven stapelen, minder uitvoerig worden ingevuld of te laat of helemaal niet worden verstuurd. Er wordt ook nauwelijks teruggekoppeld als er iets mis gaat. Zorgverleners geven bovendien aan dat er in de opleiding amper aandacht is voor het ontslagproces. Overdracht is iets wat men al doende heeft geleerd.
Te weinig tijd Patiënten hebben veel voor de kiezen gehad, en zijn kwetsbaar als ze met ontslag mogen. Maar er is weinig plek voor hun emotie. Veel patiënten gaven aan vlak voor het ziekenhuisontslag nog snel even te worden geïnformeerd. Ze hebben behoefte aan geruststellen. Ze willen in begrijpelijke taal van de zorgverlener weten welke pijntjes onschuldig zijn en welke medicijnen wanneer moeten worden ingenomen. Ze willen dat meer tijd voor dit soort zaken wordt vrijgemaakt, ondanks werkdruk en beddendruk. Hesselink heeft in zijn onderzoek daarom een praktische ‘toolbox’ ontwikkeld. Met enerzijds een lijst van problemen waar je tegenaan kunt lopen en anderzijds een overzicht van ‘bewezen’ effectieve en veelbelovende interventies die andere professionals daarvoor al ontwikkeld hebben. ‘Die kunnen jullie hier zo gebruiken.’ Hij geeft een voorbeeld: ‘Stel patiënten geven aan dat ze niet goed voorgelicht het ziekenhuis verlaten. Dan kun je de ‘teach-back’ methode toepassen. Daarbij vraagt de zorgverlener ter controle steevast, kunt u mijn verhaal in uw eigen woorden navertellen? Oplossingen zijn soms heel eenvoudig en goedkoop.’ Een andere interventie is de financiële boete. ‘Daar wordt sinds 2010 in de Verenigde Staten sterk het accent op gelegd. Ziekenhuizen die op jaarbasis uitzonderlijk veel heropnames hebben worden financieel beboet om zo het aantal onnodige heropnames terug te dringen.’ n
9
• Promotie mw. drs. C. Magis, donderdag 19 september, 10.30 uur. Clinical and epidemiological studies from a tuberculosis referral center in The Netherlands • Promotie mw. drs. J.H.J. Roelofzen, donderdag 19 september, 13.00 uur. Titel: Risk of cancer after coal tar treatment • Oratie prof. dr. Iris Nagtegaal, hoogleraar Gastrointestinale Pathologie, donderdag 19 september, 15.45 uur. Titel rede: Het belang van het ongewone • Promotie mw. drs. E.J. Meeuwsen, vrijdag 20 september, 10.30 uur. Titel: Towards efficient dementia care. A comparison of memory clinics and general practitioners • Promotie drs. Anouk Spijker, vrijdag 20 september, 12.30 uur. Titel: Systematic care for caregivers of people with dementia in community mental health services • Promotie mw. drs. J.A.L. van Kempen, vrijdag 20 september, 14.30 uur. Titel: The identification of frail older persons in primary care: the development and validation of the EASY-care two step older persons screening • Promotie drs. Stijn Fleskens, maandag 23 september 2013, 14.30 uur. Titel: Laryngeal mucosal premalignant lesions. Diagnostic and therapeutic management • Promotie mw. drs. E.A.M. Pelgrim, dinsdag 24 september, 12.30 uur. Titel: Clarifying observation and assessment feedback in workplacebased learning • Promotie ing. Jeroen Tilburg, woensdag 25 september, 13.30 uur. Titel: Molecular investigation of the Q fever epidemic in the Netherlands. The largest outbreak caused by Coxiella burnetii ever reported • Promotie drs. Rik Somford, donderdag 26 september, 10.30 uur. Titel: Challenges in diagnosis, grading and staging of localized prostate cancer • Promotie drs. Jeroen Middelbeek, donderdag 26 september, 12.30 uur. Titel: Cytoskeletal regulation in tumor progression: The interplay between TRPM7 and cellular tension • Promotie drs. Myriam Dardikh, dinsdag 1 oktober, 10.30 uur. Titel: Detection of acquired coagulation inhibitors from the Nijmegen assay to the low titre inhibitors assay • Promotie mw. J. Di, dinsdag 1 oktober, 14.30 uur. Titel: Targeting ovarian cancer stem cells in an immunosuppressive microenvironment • Promotie drs. Hiske van Ravesteijn, woensdag 2 oktober, 12.30 uur. Titel: Minding the body. Mindfulness-based cognitive therapy for patients with medically unexplained symptoms • Promotie drs. Aatke van der Maas, donderdag 3 oktober, 10.30 uur. Titel: Dose reduction of TNF blockers in Rheumatoid Arthritis: clinical and pharmacological aspects • Oratie prof. dr. Dietmar Ulrich, hoogleraar Plastische Chirurgie, donderdag 3 oktober, 15.45 uur • Promotie drs. Caroline Hoeks, vrijdag 4 oktober, 10.30 uur. Titel: Multiparametric MR imaging and MR guided biopsy: prostate cancer diagnosis and risk stratification * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda. Daar vind je ook informatie over de promoties en redes na 4 oktober.
me n s e n
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Esther van Teeffelen-Boonen
Op 15 september 2013 is Esther van Teeffelen-Boonen 25 jaar in dienst bij de afdeling Operatiekamers. Zij heeft in die 25 jaar vanuit diverse (leidinggevende) rollen een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van onze afdeling. Dat komt door haar loyaliteit, sterke analytische vermogen en haar drang om zichzelf te blijven ontwikkelen. Bijzonder is het dat zij na 25 jaar kiest voor een volgende stap in haar persoonlijke groei. Esther is daarom op dit moment op zoek naar een nieuwe functie binnen of buiten het Radboud. De keuze om eigen werkgeluk voorop te stellen getuigt van lef! Wij wensen haar toe dat er meer dan voldoende tijd overblijft voor haar hobby’s Italië, mooie reizen, vergroten van haar nu al respectabele wijnkennis en de klarinet. Naast de vele andere goede herinneringen, zal het beeld van Esther keurig “in de plooi” met de sopraansaxofoon in de aanslag, ons het langst bijblijven. Hein Gooszen, afdelingshoofd OK, Richard van den Broek, bedrijfsleider OK
Ties van den Berg
In September vieren we het 25-jarig jubileum van Ties van den Berg. Ties is hét gezicht van ons archief. Destijds is Ties gevraagd om het röntgenarchief mee te helpen uitdunnen. Later is hij aangesteld als administratief medewerker in het röntgenarchief. In het analoge tijdperk heeft hij vele kilometers gelopen om röntgenmappen op te zoeken voor onze klanten. Nu in ons digitale tijdperk bestaan zijn werkzaamheden onder andere uit het importeren en branden van dvd’s. Nog steeds zien we Ties in een snel wandeltempo over onze afdeling gaan. Ook buiten werktijd loopt Ties graag, schrijft zich regelmatig in om deel te nemen aan lange wandeltochten. Klantvriendelijk en taakbewust staat hij voor iedereen altijd klaar. Als RSI-coördinator en preventiemedewerker Arbo en milieu houdt hij ons alert. We hopen dat hij nog lang ons team blijft versterken. Namens alle collega’s, Emmy Wanetie, teamleider administratie Radiologie.
Gon Derks-Grubben
Op 15 augustus was Gon Derks-Grubben 40 jaar in dienst als operatieassistent bij Heelkunde/Kinderchirurgie. Haar enthousiasme voor het vak zorgt ervoor dat ze nog steeds met veel plezier naar het werk komt. Gon is een harde werker en ze heeft meestal een prima humeur. In haar werk weet ze precies wat ze wil. Tijdens rustige momenten is ze een gezellige kwebbel, en heeft ze altijd wel iets leuks te vertellen. In haar werk en daarbuiten lijkt Gon vaak onvermoeibaar. Moet er overgewerkt worden dan is dat vaak geen probleem voor haar. Als ze vrij is loopt ze een aantal malen per week hard en gaat ze graag met Frans en hun camper op pad. Ook is ze erg handig in behangen, schilderen en tuinieren. Kortom, ze pakt alles aan. Daarnaast staat ze altijd klaar voor haar 4 kinderen. We hopen dat Gon nog een tijd ons team blijft versterken! Namens de medewerkers van OK heelkunde, Albert Jaap van Eerden, operationeel manager OK heelkunde.
Gerda Berns
Gerda is in 1988 als leerling verpleegkundige A begonnen in de Radboud. In 1992 is zij aangenomen op N10. Gerda heeft veel afdelingen gezien: researchafdeling, kinderafdeling B21, Neonatologie, Urologie/Nefrologie/ Plastische chirurgie, Neurochirurgie en in 2010 is zij begonnen aan de VICV opleiding waar zij in 2011 voor slaagde. Sindsdien werkt ze op C1c. 1 september is Gerda 25 jaar in dienst. Gerda is een IC- verpleegkundige die hard werken niet schuwt. Ze zorgt dat aan het einde van haar dienst alles op orde is. Ze is goedlachs, gezellig en collegiaal. Namens de collega’s van C1c, van harte gefeliciteerd met dit jubileum. San de Vroom, hoofdverpleegkundige C1c
Johan Nienhaus
1 september is Johan 25 jaar in dienst. Zijn carrière is hij begonnen als ziekenverzorgende. Via de inservice opleiding, verpleegkundige op N20 is hij in 2000 de VICV opleiding gaan doen en op het voormalige N12 aan het werk gegaan als IC verpleegkundige. In 2006 werd hij seniorverpleeg-
radbode 11 - 2013 kundige. In 2011 is hij voor een aantal maanden hoofdverpleegkundige a.i. geweest. Johan kennen wij als een rustige vriendelijke collega die veel kennis heeft van beademing. Hij heeft zich onder andere zeer verdienstelijk gemaakt met de ontwikkelingen en inrichting van het oefenbad op de IC. Als seniorverpleegkundige is hij niet snel gek te krijgen. Boos worden kent hij niet. Voor de unit is hij op drukke en minder drukke dagen een rots in de branding, hij blijft onder alle omstandigheden rustig. Ook zijn collega seniorverpleegkundigen kunnen altijd bij hem terecht voor raad en daad. Wij als collega’s hopen nog op een lange samenwerking. San de Vroom, hoofdverpleegkundige C1c
I n mem o r i a m A n n e m i e k e W e y e r s - v a n d e r W o u d e Maandagochtend bereikte ons het droevige bericht dat (na een ziekbed van 2 jaar) onze zeer gewaardeerde collega Annemieke is overleden. Annemieke heeft veel voor onze verkoeverafdeling betekend, met name op het gebied van kinderverpleging. Voor nieuwe collega’s was zij zeker een steun bij het verkoeveren van kinderen, iets wat zij met liefde en verve deed. Tijdens haar moedig gedragen lijden is zij altijd betrokken gebleven bij het reilen en zeilen van onze afdeling. Twee maanden geleden heeft zij heel bewust afscheid genomen van een groot deel van haar collega’s. Haar liefde voor haar gezin/afdeling zal ons zeker bijblijven. Wij wensen hen dan ook veel sterkte toe in deze moeilijke tijd.
Sandra Reijnen
In 1988 is Sandra als leerling-verpleegkundige A begonnen in het Radboud ziekenhuis. Via E30, Medische oncologie/Radiotherapie, is zij in 1993 de vervolgopleiding oncologie gaan volgen waarvoor ze in 1994 slaagde. In ’97-’98 heeft ze de cursus vitale functies gevolgd en in 1999 is ze begonnen aan de IC-opleiding. In 2001 heeft ze daarvoor haar diploma behaald en is ze blijven werken op N12, de neurologische IC. Op C1c kennen wij Sandra als een gedreven IC-verpleegkundige die hard werkt en sfeer op de unit belangrijk vindt. Begeleiding van de IC-patiënt en zijn naasten heeft ze hoog in het vaandel staan. Als aandachtsveld heeft Sandra de ARBO waar ze duidelijk haar bedrage aan levert. Op 1 september is ze 25 jaar in dienst en samen met haar collega’s viert ze dit met een feest. San de Vroom, hoofdverpleegkundige C1c.
Namens de collega’s en leiding van de verkoeverkamers, Eus van Oosterhout en Erwin Aben
I n mem o r i a m Met grote droefenis ontvingen wij het bericht dat op zaterdag 7 september jl. is overleden
Ans Nicolasen
Na 30 jaar trouwe dienst gaat Ans Nicolasen de afdeling Neonatologie verlaten. De laatste jaren was zij nog maar af en toe werkzaam bij ons, maar het voelde altijd vertrouwd. Nu moet ze definitief afscheid nemen van de zorg die haar al die jaren zo na aan het hart heeft gelegen. Als verpleegkundige en later als teamleider heeft zij jarenlang haar functie met een groot verantwoordelijkheidsgevoel neergezet op afdeling obstetrie en gynaecologie. In 2005 is zij samen met haar collega’s van de babykamer deel geworden van het cluster universitair kinderziekenhuis en afdeling Neonatologie, waar zij een zeer gewaardeerd teamlid van Q1B werd. Niet in de laatste plaats omdat zij op constructieve wijze mee vorm heeft gegeven aan de integratie tussen babykamer en highcare. Ook heeft Ans grote inspanningen verricht voor het behalen en behouden van het borstvoedingscertificaat voor onze afdeling. Haar grote rugzak vol kennis en trucs voor het laten slagen van borstvoeding heeft menig collega en moeder geholpen. Ans heeft veel veranderingen meegemaakt op onze afdeling en in het vakgebied. Maar voor haar is altijd het glas halfvol. Ze heeft ervoor gekozen om haar afscheid in kleine kring te vieren. Op 27 september komt ze nog voor een gezellige laatste werkdag. Henriëtte Kessler-Wijnen, verpleegkundig teamleider afdeling neonatologie
Hennie van Alst-Hofman
Per 1 oktober gaat Henny van Alst-Hofman met keuzepensioen. Zij is in 1980 begonnen als weekendhulp in de patiëntenkeuken. Sinds 1986 werkte ze als data – entry - typiste bij de voedingsadministratie. Dat heeft ze tien jaar gedaan. Toen was ze toe aan een nieuwe uitdaging en vond die op polikliniek Urologie, waar ze eerst zeven jaar in het archief en de laatste tien jaar op de patiëntenadministratie heeft gewerkt. Henny is een fijne collega geweest, had altijd overzicht op de werkvloer, zag het werk en wist van aanpakken. Haar hart lag, zeker de laatste jaren, bij de oncologische patiënten. Deze patiëntengroep en bijbehorende pijler, konden rekenen op haar enorme inzet om alles goed te laten verlopen! Nu is het tijd om van haar vrije tijd te genieten, van haar gezin, van haar kleinkinderen! Het ga je goed! Namens alle collega’s afdeling Urologie, Karin Molenkamp en Suzanne Teunissen
Marianne de Boer
Marianne de Boer, medewerker Voorlichtingscentrum, neemt op 15 oktober aanstaande afscheid. Vorig jaar werd ze 65 maar was ze er nog niet klaar voor om te stoppen met werken. Nu wel. Zestien jaar lang zette zij zich met hart en ziel in voor patiënten en anderen die met vragen naar het Voorlichtingscentrum kwamen. Deze varieerden van de weg wijzen binnen het UMC tot het opvangen van verdrietige of boze mensen met vervelende ervaringen. Zij zorgde er voor dat iedereen met een goed gevoel én een antwoord weer vertrok. Ook binnen de productgroep was zij een zeer betrokken en kritische collega die menig collega van advies voorzag op het gebied van geweldloos communiceren. Marianne, we gaan je enorm missen en de hal zal niet meer hetzelfde zijn zonder jou! We wensen je alle goeds en nog heel veel mooie jaargetijden in de tuin in Amsterdam. Manager Trudy van den Oosten en collega’s PG Communicatie
10
Prof. dr. Alexander (Lex ) Cools emeritus hoogleraar aan de afdeling Cognitive Neuroscience Lex Cools was sinds 1969 verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en het UMC St Radboud, onder meer als hoogleraar bij de afdeling Farmacologie en als afdelingshoofd van de vakgroep Psychoneurofarmacologie. Bovendien was hij aangesteld als gasthoogleraar aan de Nihon Universiteit van Tokyo in Japan. Lex heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de Neurowetenschappen en de Gedragsfarmacologie in het bijzonder, zowel nationaal als internationaal. Zijn werk met betrekking tot de ziekte van Parkinson, schizofrenie en verslaving is gepubliceerd in meer dan 400 vaktijdschriften en boeken. Hij was een van de oprichters en president van de European Behavioural Pharmacology Society en de Neurofederatie. Lex was een energieke, creatieve en enthousiaste onderzoeker, en een bevlogen docent. Hij had een sterke persoonlijkheid en mentale veerkracht, waarmee hij vele jonge onderzoekers heeft geïnspireerd en begeleid tijdens hun carrière. Hij was scherp van geest, kritisch (bijvoorbeeld ten aanzien van proefdierbeleid) en gaf tot op het laatst advies aan zijn collega’s. Ook al was je het niet altijd met hem eens, hij zette je altijd aan het denken. Op Lex kon je bouwen. Wij herinneren Lex als een kleurrijk persoon. Door zijn doorzettingsvermogen bleek hij steeds weer te herstellen na gezondheidsproblemen. Zijn positief denken, humor en oprechte betrokkenheid bij anderen zijn tot het laatst gebleven. We verliezen in Lex Cools niet alleen een voortreffelijk wetenschapper, maar ook een bijzonder mens. We zullen hem erg missen. Wij wensen zijn echtgenote Marijke en hun kinderen en kleinkinderen veel sterkte toe bij het verwerken van dit grote verlies. Universitair Medisch Centrum St Radboud, Namens de afdeling Cognitive Neuroscience, dr. Michel Verheij, dr. Judith Homberg, prof. dr. Guillen Fernandez en drs. David de Louw, Namens de afdeling Moleculaire Dierfysiologie, prof. dr. Gerard Martens, Namens de afdeling Farmacologie en Toxicologie, prof. dr. Frans Russel en drs. David de Louw, Namens de Victoria University of Wellington, School of Psychology New Zealand, Dr. Bart Ellenbroek
Helaas kunnen niet alle aangeboden teksten in deze Radbode geplaatst worden. Zie daarom ook onder de rubriek 'Mededelingen' (20 september) op intranet, voor de overige medewerkers die deze maand jubileren: Franny Daemen (25-jarig jubileum), Lucas Mens (25-jarig jubileum) en Eva Kassies (25-jarig jubileum).
radbode 11 - 2013
het moment
Epic
Nieuwe manier van uitzetten geneesmiddelen
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van IC-verpleeg kundige Monika Wäscher. ‘Een bejaarde man werd met een hoogenergetisch trauma op de IC binnengebracht. Hij was met zijn vrouw een fietstochtje aan het maken, toen ze beiden van achteren werden aangereden en meegesleurd door een auto. De man had bijna alles in zijn lichaam gebroken. Zijn vrouw was dood. Maar dat wist hij nog niet. Hij was bij bewustzijn, maar zijn conditie ging snel achteruit. Het hoofd van de IC besloot dat mijn collega en ik ons alleen maar op hem hoefden te richten en geen andere patiënten hoefden te verzorgen. Voor mij was dat ongekend. Destijds was ik nog maar vier weken in Nederland en vanwege mijn inwerkperiode extra ingepland. Als geboren en getogen Duitse was ik gewend dat alle aandacht vooral naar de patiënten gaat die er het beste voorstaan, niet naar de patiënten die het zeer waarschijnlijk niet gaan halen. We bleven dus met z’n tweeën bij de oude man. Maar hoe moesten we hem vertellen dat zijn vrouw was overleden? We overlegden met zijn kinderen en zij besloten het zelf aan hun vader te vertellen. De oude man huilde en zei dat hij haar nog heel graag een keer wilde zien. Ik dacht meteen: dat kan niet, dat is gewoon niet mogelijk! Maar mijn collega wilde het proberen. Terwijl ik bij de man bleef, ging zij aan de slag. Ze overlegde met Pathologie, met de kinderen en pleegde talloze telefoontjes. Twee uur later kwam ze terug. Het kon.
‘Hoe moesten we hem vertellen dat zijn vrouw was overleden?’ Het mortuarium had er alles aan gedaan om de vrouw toonbaar te maken. Via de achteringang van het ziekenhuis werd de kist met haar lichaam naar de IC gereden. We plaatsten de kist met het deksel open naast het bed van de man. Hij pakte haar hand en hield die vast. Zo hebben we hem een half uurtje alleen gelaten met zijn vrouw. Ik vond het een heel indrukwekkend moment, leven en dood naast elkaar. Dat zoiets mogelijk was in een ziekenhuis en dat iedereen zoveel moeite had gedaan. We realiseerden ons allemaal dat hij niet naar de begrafenis van zijn vrouw zou kunnen. Zo kon hij toch afscheid nemen.
100 jaar UCCZ Dekkerswald
Een greep uit de activiteiten Op woensdag 16 oktober bestaat het UCCZ Dekkerswald (dochterorganisatie van het UMC St Radboud) 100 jaar. Rond dit jubileum organiseert het Universitair Centrum voor Chronische Ziekten allerlei activiteiten. Op vrijdag 18 oktober wordt het jubileum officieel gevierd in de Kapel Onder de Bogen op Dekkerswald. Deze viering start om 13.00 uur ‘s middags en is met name bedoeld voor oud-medewerkers en huidige medewerkers van de organisaties op Dekkerswald (aanmelden is nodig). Vanaf 17.00 uur gaan de deuren open voor iedereen die het leuk vindt om andere ‘Dekkerswald’ers’ te ontmoeten onder het genot van een hapje, drankje en muziek. Er wordt ook een magazine uitgebracht over de historie, het heden en de toekomst van Dekkerswald. Met aandacht voor de ontwikkelingen in de zorg en belangrijke thema’s voor Park Dekkerswald: zoals wonen, welzijn en zingeving. Maar ook persoonlijke verhalen van (oud) medewerkers, patiënten en bewoners krijgen hierin een plek .Op woensdag 16 oktober verschijnt er een compilatie van dit magazine als losse bijlage bij De Brug. Vanaf 3 oktober is er bovendien drie maanden lang een expositie te bezichtigen in de Kapel Onder de Bogen. Met veel historisch beeldmateriaal van Dekkerswald in de vorm van foto’s, schilderijen en oude gebruiksvoorwerpen.
Met de komst van Epic verandert ook het uitzetten en toedienen van de geneesmiddelen aan onze patiënten. Vanaf het live gaan van Epic op 27 oktober wordt de toediening van geneesmiddelen via barcodescanning gecontroleerd. Hierbij scant de verpleegkundige de barcodes op het geneesmiddel en op het polsbandje van de patiënt, waardoor de juiste patiënt het juiste geneesmiddel op het juiste tijdstip krijgt toegediend. Een verbetering voor de patiëntveiligheid, maar het vraagt ook om een andere manier van werken. De huidige werkwijze op veel verpleegafdelingen is dat de geneesmiddelen per tijdstip uitgezet worden: de medicijnen die een patiënt bijvoorbeeld om 10 uur ’s ochtends krijgt, liggen bij elkaar in de lade van betreffende patiënt in de geneesmiddelenkar. Niet alle geneesmiddelen hebben straks per stuk een barcode, waardoor soms de barcode op de verpakking van het geneesmiddel gescand moet worden. In die gevallen wordt de verpakking uitgezet in de geneesmiddelenkar, in plaats van de losse tabletten. Daarom is het nodig dat de werkwijze verandert: de geneesmiddelen worden niet langer per toedientijd, maar per soort in de patiëntlade uitgezet (meestal voor de komende 24 uur). Hoe werkt dit? Stel: het is 10 uur en een patiënt moet zijn medicijnen krijgen. De verpleegkundige bekijkt in Epic welke geneesmiddelen de patiënt op dat moment in moet nemen, haalt ze uit de verschillende vakjes van het laatje van de patiënt, scant elk geneesmiddel en het polsbandje van de patiënt en dient ze toe. ‘Bij deze nieuwe werkwijze zijn verpleegkundigen zich nog meer bewust van wat ze toedienen aan de patiënt’, vertelt Astrid Aben-Knuist, seniorverpleegkundige en lid medicatiecommisie. ‘De verwachting is dat hierdoor de medicatieveiligheid toeneemt. Ook door UMC-breed dezelfde werkwijze te kiezen, helpt om de veiligheid te verbeteren.’ Het projectteam Geneesmiddelenlogistiek ondersteunt de verpleegkundigen bij de implementatie. De meeste afdelingen zijn inmiddels bezocht. GM Voor meer informatie, kun je terecht bij Carin van Bunningen (adviseur PVI):
[email protected], Astrid Aben-Knuist (seniorverpleegkundige):
[email protected], of Birgit Jacobs (ziekenhuisapotheker):
[email protected]
In samenwerking met de huisartsen in de regio vinden er ook een aantal scholingsbijeenkomsten plaats in 2014 voor huisartsen en praktijkondersteuners. Thema’s die aan bod komen zijn COPD, longrevalidatie, TB, pijn, palliatieve zorg en astma en allergieën bij kinderen. Kijk voor meer informatie op: www.uccz.nl.
Een paar dagen later overleed hij. Het leek alsof hij had opgegeven. Zijn kinderen vertelden ons over hun ouders, over hoe ze waren geweest. En ze bedankten ons voor alles, voor het afscheid dat hun vader nog van hun moeder had kunnen nemen. Toen ik die avond naar huis fietste voelde ik me heel licht. Ik keek naar boven, naar de hemel, en kreeg zin in het leven. Mensen vragen wel eens of dit werk niet heel zwaar is. En dat is het natuurlijk ook als een patiënt dood gaat en je niets meer voor hem kan doen. Maar als je kunt helpen om afscheid van het leven te nemen en als je er kunt zijn voor de familie, dan is het vooral een heel mooi vak.’
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Marjan Wassenaar
Naamloos-6 1
12-09-13 14:58
Voor de persoonlijke aanpak
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
11
Naamloos-4 1 Naamloos-5
28-02-13 12-09-13 15:04 14:48
a c t u ee l
radbode 11 - 2013
Studenten achter de camera Tegenwoordig hoef je niet de filmacademie te doen om achter een camera te staan. Dit jaar zijn geneeskunde studenten in verschillende onderwijsblokken begonnen met het maken van voorlichtingsfilmpjes. Een leerzame manier om ingewikkelde informatie op een leuke, speel se manier te presenteren. Gijs Munnichs
Met de komst van internet is de behoefte aan bewegend beeld gigantisch toegenomen. Veel mensen zien liever een filmpje dan dat ze lezend informatie tot zich nemen. Bovendien zeggen beelden vaak meer dan woorden. ‘De studenten van vandaag zijn opgegroeid met YouTube. Informatie vergaren via filmpjes is voor hen heel normaal’, zegt Ron Hameleers, unithoofd Eerstelijnsgeneeskunde. ‘Om ze in het onderwijs zelf films te laten maken, sluit daar erg op aan. Daarmee bereiden we ze verder voor op de toekomst, waarin het communiceren via beeld steeds meer gaat gebeuren.’ Dit jaar is in de keuzeblokken “Patiëntgerichtheid en organisatie van zorg” en “Zorgorganisatie in goede banen” van de bachelor Geneeskunde een pilot gestart om studenten voorlichtingsfilms te laten maken. Filmpjes van 10 minuten over de HPV-vaccinatie, gehoorschade, obstipatie en over de gevaren van UV-straling, die toegankelijk moesten zijn voor elk opleidingsniveau, van laaggeletterde mensen tot hoogopgeleiden. Daarbij – en dat maakte de opdracht extra uitdagend – moest de informatie in de filmpjes wetenschappelijk gestoeld zijn.
Creativiteit Student Christiana Schoemaker volgde het blok “Zorgorganisatie in goede banen” en maakte met een groepje studenten een filmpje over de HPV-vaccinatie. ‘Het was
Bekijk de filmpjes op YouTube Over de volgende onderwerpen hebben studenten filmpjes gemaakt: de HPV-vaccinatie, gehoorschade, obstipatie en de gevaren van UVstraling. Op het YouTube-kanaal van het Radboud kun je het filmpje over gehoorschade bekijken. Deze film is geschikt gemaakt voor toepassing in de patiëntenzorg. Het kanaal is toegankelijk via het YouTube-icoontje op de homepage van www.umcn.nl.
Beeld uit het filmpje dat geneeskundestudenten maakten over gehoorschade.
erg leuk om te doen, omdat het ruimte voor creativiteit biedt. Een leuke afwisseling ten opzichte van de gebruikelijke opdrachten’, vertelt Christiana. ‘Het was best lastig om de wetenschappelijke basis goed te verwerken in de filmpjes én tegelijk de medische informatie op een eenvoudige manier visueel over te brengen aan patiënten. Als student wil je graag alle details over iets weten,
‘Beelden zeggen vaak meer dan woorden’ maar voor een patiënt kan te veel informatie je verhaal juist ingewikkelder maken. Daarnaast is het goed dat je zo min mogelijk jargon gebruikt. Medische termen kunnen voor een “gewone” patiënt onbegrijpelijk zijn.’ De pilot bleek een succes. In meer onderwijsblokken gaan studenten filmpjes maken: vanaf oktober in het derdejaars kernblok Medisch Professionele Vorming 4, vanaf december opnieuw in het derdejaars keuzeblok “Patiëntgerichtheid en organisatie van zorg”. Volgend jaar maart starten ook tweedejaar sstudenten met het maken van voorlichtingsfilmpjes.
Beschikbaar voor zorg ‘Het is voor studenten heel leerzaam om te ontdek-
ethiek Continuïteit van zorg Meneer de Graaf zit al in de spreekkamer naast de publieksruimte. Mijn assistente begreep niet goed wat precies zijn vraag was en had hem alvast apart genomen. Een doos bupropion (Zyban) tabletten en een handgeschreven briefje liggen voor hem op tafel. “Deze doos heb ik gisteren met de post gekregen. Dit briefje zit erbij en nu weet ik eigenlijk niet of ik er nog wel aan moet beginnen”. Op het briefje staan drie wisselwerkingen beschreven waar meneer rekening mee moet houden als hij deze tabletten gaat gebruiken in combinatie met zijn andere medicijnen. Het briefje eindigt met de aanbeveling ‘dat er veel controles nodig zijn’. Als ik zijn medicatiedossier er bij zoek en het rijtje waarschuwingen langsloop, kan ik alleen maar beamen dat ze terecht zijn. De tabletten zijn voorgeschreven door de specialist
vanuit de “Stoppen met roken Poli” van het ziekenhuis en speciaal op de markt gebracht om de behoefte aan roken te verminderen. De tabletten zijn verzonden door een internetapotheek waarmee verzekeraars vergoedingsafspraken hebben gemaakt. Meneer is een stevige roker en heeft onlangs een bypassoperatie ondergaan. Stoppen met roken is het beste wat hij met het oog op
zijn gezondheid kan doen. Dat is ook wat hij wil en met het steuntje in de rug van deze tabletten lijkt het hem ook wel haalbaar. De makkelijkste oplossing is aanpassing van de dosering van zijn antidepressiva, maar zijn huisarts vindt dat niet in het belang van zijn patiënt, gezien de medische geschiedenis.
12
ken hoe je via films wetenschappelijk onderbouwde informatie kunt presenteren’, vertelt Marjolein van de Pol, huisarts-docent Eerstelijnsgeneeskunde. ‘Ook het ziekenhuis heeft er profijt van, omdat we zo beschikken over extra voorlichtingsmateriaal voor onze patiënten. Vooral voor mensen die niet graag of slecht lezen, bieden de filmpjes uitkomst. Mogelijk kunnen we in de toekomst kijken aan welke voorlichtingsfilms afdelingen behoefte hebben, zodat studenten er in het onderwijs mee aan de slag kunnen.’ Wat opviel is dat studenten er vaak beter in slagen dan hun mensen die al jaren in de zorg werken, om informatie toegankelijk te presenteren. ‘Studenten denken en spreken minder in jargon dan artsen’, zegt Van de Pol. ‘Bij het maken van filmpjes die toegankelijk moeten zijn voor elk opleidingsniveau is dat zeker een voordeel.’
Voorlichtingswijze van de toekomst Student Christiana Schoemaker vindt het een goed idee dat er in het onderwijs ruimte is voor het maken van de films. ‘Natuurlijk is het eigenlijk het werk van een communicatieafdeling om goed voorlichtingsmateriaal te maken. Maar het is als medisch student en later als arts wel belangrijk dat je daar goed over meedenkt. Wij worden straks immers dagelijks geconfronteerd met patiënten die goed geïnformeerd willen worden. Patiënten voorlichten via films is waarschijnlijk dé manier waarop dat in de toekomst gebeurt.’ n
Aan deze casus moest ik denken toen ik de samenvatting van het proefschrift Are Patients discharged with care? van Gijs Hesselink las (Radboud Universiteit 4 september 2013). Uit het onderzoek blijkt dat zorgverleners de informatieoverdracht van ziekenhuis naar thuis, en in het bijzonder tussen de specialist en de huisarts, vaak als onvolledig, onduidelijk en te laat ervaren. Het onderzoek laat zien dat een gebrek aan kennis, begrip en interesse tussen zorgverleners in de eerste en tweede lijn belangrijke oorzaken zijn voor ineffectief en onveilig ziekenhuisontslag. De eerste en tweede lijn zijn verschillende werelden en artsen en verpleegkundigen concentreren zich op het ‘hier en nu’ van hun primaire taak. De specifieke wensen en behoeften van meneer de Graaf uit de casus komen onvoldoende aan bod bij de gevolgde werkwijze. Is dit een ethisch vraagstuk? Zolang professionals in de zorg dit als een ethisch dilemma ervaren kan de zorg nog steeds beter. Wilma Göttgens