Starten als ondernemer vanuit een (arbeidsongeschiktheids) uitkering
www.bpv.nl
Y regelingen Y tips Y ondernemingsplan Y financiering Y verzekeringen bpv&w · starte n als on de rn eme r
·1·
Inhoud Inleiding
3
1.
Motieven van startende ondernemers
4
2.
Persoonlijke kwaliteiten
6
3.
Het ondernemingsplan
8
4.
Een eigen bedrijf en uw uitkering
9
•
WAO, Wajong- en WAZ
•
WAO en WW
14
•.
WWB
15
•
WIA
15
5.
Re-integratie
22
6.
Financiering
24
7.
Belastingen
28
8.
Verzekeringen
30
•
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
30
•
Ziektekostenverzekering
33
•
Inkomensderving door minder opdrachten
33
9.
Specifieke regelingen voor starters
34
•
Het Breed Platform Verzekerden en Werk
38
•
Nuttige adressen
39
•
Afkortingen
42
9
Inleiding Het zelfstandig ondernemerschap kan een nieuw perspectief op werk bieden aan mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Voor de één is het een droom, die nu stap voor stap kan worden gerealiseerd. Voor de ander wordt het een reële optie, omdat het moeilijk is een baan te vinden bij een reguliere werkgever. Zelfs al bestaan hiervoor allerlei re-integratie-instrumenten en regelingen. Door een eigen bedrijf te starten, creëren sommige mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn hun eigen werkgelegenheid.
Iedereen die een eigen bedrijf begint, moet zich goed voorbereiden. Maar mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn, hebben een extra reden om zich goed voor te bereiden: zij worden vaak geconfronteerd met specifieke problemen. In deze brochure komen de onderwerpen aan de orde die voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte starters extra belangrijk zijn. Ook biedt de brochure een overzicht van de belangrijkste financiële regelingen, verzekeringen en mogelijkheden voor deze groep. Voor uitgebreidere informatie over een bepaald onderwerp wordt telkens verwezen naar de instanties die bij uitstek op dat gebied deskundig zijn. De adresgegevens van deze organisaties staan achter in de brochure. Veel regelingen op het gebied van sociale zekerheid zijn aan verandering onderhevig. In deze brochure wordt zoveel mogelijk informatie gegeven over de huidige wet- en regelgeving. Ook werpen we een blik vooruit op een aantal nieuwe maatregelen voor starters. Voor de meest actuele informatie kunt u de Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk raadplegen.
WAZ en WAO Per 1 augustus 2004 is de WAZ (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) afgeschaft. Zelfstandigen die na 1 augustus 2004 ziek zijn geworden ontvangen geen WAZ-uitkering meer. In deze brochure komt de WAZ wel aan de orde, omdat deze uitkering blijft bestaan voor mensen die hierop vóór augustus 2004 recht hadden. Ook de WAO blijft bestaan voor mensen die vóór 1 januari 2004 een WAO-uitkering ontvingen.Mensen die na 1 januari 2004 ziek/arbeidsongeschikt zijn geworden, krijgen te maken met de nieuwe WIA-wetgeving (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). bpv&w · starte n als on de rn eme r
·3·
1.
Motieven van startende ondernemers De redenen waarom iemand een eigen bedrijf wil starten, kunnen heel verschillend zijn: ‘doen waar ik goed in ben, maar waar geen passende baan voor te vinden is’, ‘geen baas boven me hebben die zegt wat ik moet doen’, ‘zelf mijn werkzaamheden kunnen bepalen’, ‘niet afhankelijk zijn van anderen’, ‘mijn werk flexibel kunnen indelen’.
Naast de vrijheid om hun eigen tijd in te delen, blijkt dat zelfstandig ondernemers het ook belangrijk vinden dat ze een grotere vrijheid hebben in het werk, in de manier van werken en in het onderhouden van contacten met klanten en opdrachtgevers. Deze voordelen bieden een groot tegenwicht aan de nadelen van het zelfstandig ondernemerschap, zoals het bijhouden van de administratie en onzekerheid op het gebied van de sociale zekerheid.
(Gedeeltelijk) arbeidsongeschikte starters De motieven van mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn om een eigen bedrijf te starten, variëren van een bewuste keuze tot pure noodzaak. Aan de ene kant zijn er de gewone motieven die voor alle starters gelden. Aan de andere kant is het starten van een eigen bedrijf soms noodzaak, omdat sollicitaties op niets uitlopen. Als u gaat solliciteren heeft u misschien ‘een gat in uw CV’. Gaat u als zelfstandige de markt op, dan zal niemand u hiernaar vragen. In veel gevallen gaat het om een combinatie van negatieve en positieve motivatie. Een veel genoemde reden om een eigen bedrijf te starten is de mogelijkheid om parttime ondernemer te zijn. Ook de mogelijkheid om vanuit huis te werken, zelf te bepalen wanneer er opdrachten worden aangenomen, zelf de werktijden te bepalen en ondersteuning te krijgen van mensen in de eigen omgeving, zijn belangrijke voordelen. Hierdoor kunnen de momenten dat iemand energie heeft zo goed mogelijk worden benut, zodat zijn of haar kwaliteiten niet verloren gaan. Daarnaast is het zelfstandig ondernemerschap een goede manier om weer maatschappelijk actief te zijn.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
·4·
Eva wil graag terug in haar oude vak als kapster. Door haar ongeluk en de klachten van een whiplash kan ze niet meer hele dagen staan. Tussen de behandelingen door moet ze even kunnen gaan liggen. Daarom begint ze een kleine kapsalon aan huis. Ze gaat alleen op afspraak werken, zodat ze haar rusttijden zelf kan inplannen. Bij een werkgever krijgt ze deze ruimte niet. Het is belangrijk dat u voor uzelf een duidelijk beeld heeft van uw eventuele negatieve motivatie, maar uiteraard ook van uw positieve motivatie. Waarom wilt u deze, veelal niet eenvoudige stap, zetten? Wat denkt u dat het u gaat brengen? Waar komt uw drive vandaan? Joost heeft als trainer gewerkt. Hij heeft jarenlang alles - en dus eigenlijk te veel - gegeven om een goede trainer te zijn en zijn werkgever tevreden te stellen. Meerdaagse trainingen zorgden ervoor dat hij vrijwel geen privé-leven meer had. Na een burn-out heeft hij besloten zijn oude passie (fotografie) tot uitvoering te brengen. In een vakgerichte opleiding heeft hij geleerd professioneler te werken. Joost gebruikt nu al zijn vaardigheden als trainer om binnen bedrijven zijn vrije werk te verkopen en fotografieopdrachten binnen te halen. En met succes.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
·5·
2. Persoonlijke kwaliteiten De persoonlijkheid van de ondernemer is de basis van de onderneming. Het is belangrijk dat deze basis stevig is. Wilt u ondernemer worden, stel uzelf dan de volgende basisvragen: • Wie ben ik? • Wat kan ik (denk aan vakmanschap en ondernemerskwaliteiten)? • Welke relaties heb ik? • Is mijn idee levensvatbaar?
Al wordt uw slaagkans door verschillende factoren bepaald, u moet zich goed afvragen of u inderdaad de juiste persoon bent om op deze manier (een deel van) uw inkomen te verwerven. Waar het om draait, is de vraag: past ondernemerschap bij mij?
Wie ben ik? Ondernemerschap valt te leren. U kunt ondernemerskwaliteiten onder de knie krijgen, met name kennis en vaardigheden. Wel kunnen uw persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden de kans op het succesvol starten van een eigen bedrijf vergroten. Het gaat hierbij onder meer om persoonlijkheid, instelling, algemene ontwikkeling en voorbereiding op het ondernemerschap (want ook alle andere zaken die samenhangen met het bedrijf moeten goed op orde zijn, bijvoorbeeld vakmanschap, verzekeringen en administratie). Y
Algemene informatie voor starters: Kamer van Koophandel, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), startersadviesorganisaties.
Wat kan ik?
1. Van A tot Z, van arbeidsongeschiktheid naar zelfstandig ondernemerschap (2003)
Uit onderzoek van TNO Arbeid1 blijkt dat veel mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn juist door hun beperking, dus noodgedwongen, een aantal persoonlijke capaciteiten hebben ontwikkeld, die erg nuttig kunnen zijn bij het beginnen van een eigen bedrijf. Zij zijn bijvoorbeeld vaak zeer gemotiveerd om aan de slag te gaan, hebben een groot doorzettingsvermogen, zijn gewend om tegenslagen te overwinnen en zijn bpv&w · starte n als on de rn eme r
·6·
creatief in het bedenken van oplossingen. Deze eigenschappen vergroten hun slaagkansen. Vooral doorzettingsvermogen komt goed van pas, omdat starters die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn de nodige barrières moeten overwinnen. Er zijn echter ook factoren die de slaagkansen van een eigen bedrijf negatief kunnen beïnvloeden. Wanneer u bijvoorbeeld een medisch traject moet doorlopen, kost u dat vaak veel tijd en energie, die u niet kunt steken in uw onderneming. Of misschien heeft u te maken met fysieke of psychische beperkingen, die het starten van een eigen bedrijf lastiger maken. Denk goed na over de vraag of de combinatie van uw persoonlijke capaciteiten en omstandigheden (waaronder uw gezondheid) het toelaat om de weg naar het zelfstandig ondernemerschap in te slaan. Ten slotte is het belangrijk dat u zich niet laat ontmoedigen door kennissen of organisaties die uw beperkingen bevestigen, uw capaciteiten vergeten of deze in eerste instantie niet willen zien.
Welke relaties heb ik? Uit het onderzoek van TNO Arbeid blijkt dat ondernemers die starten vanuit een arbeidsongeschiktheidssituatie te weinig aandacht hebben voor acquisitie. Het is belangrijk om naast het uitvoeren van opdrachten voortdurend bezig te zijn met het werven van nieuwe opdrachten. Als potentiële klanten niet weten wie u bent en wat u doet, kunnen zij u ook geen opdrachten geven. Denk bij relaties ook aan mensen in uw omgeving (vrienden, kennissen, mensen die u via-via kent) die u op de een of andere manier behulpzaam kunnen zijn.
Is mijn idee levensvatbaar? Als u voor uzelf de conclusie heeft getrokken dat de basis voor het ondernemerschap goed is, moet u de vraag beantwoorden of uw idee levensvatbaar is. Om u goed voor te bereiden, moet u de haalbaarheid van uw idee onderzoeken. Ga na of er een markt is voor uw product of dienst. Hoe het zit met uw concurrenten in de markt? Hoe kunt u zich onderscheiden in de markt? Kunt u met uw idee uiteindelijk in (een deel van) uw inkomen voorzien? De resultaten van dit onderzoek en de manier waarop u vervolgens aan de gang gaat met uw bedrijf, kunt u vastleggen in een (ondernemings)plan. bpv&w · starte n als on de rn eme r
·7·
3. Het ondernemingsplan Niet iedere ondernemer hoeft een ondernemingsplan te schrijven. Wel kan een ondernemingsplan een goed hulpmiddel zijn bij de start van uw bedrijf. Zo kunt u ideeën, feitelijke gegevens en verwachtingen zakelijk op een rijtje zetten. In het ondernemingsplan worden de doelstellingen en de haalbaarheid daarvan voor uzelf, maar ook voor externe partijen duidelijk. Als u externe financiering nodig heeft, is een ondernemingsplan overigens wel verplicht.
Zorg ervoor dat de volgende zaken in uw ondernemingsplan zijn opgenomen: 1. Uw persoonlijke gegevens 2. Uw onderneming in het kort (bedrijfsdoelstellingen, ondernemingsvorm) 3. Het marketingplan (is er voldoende vraag naar uw product of dienst; hoe komt u aan klanten/opdrachtgevers?) 4. Het financiële plan (investeringen, exploitatiebegroting, liquiditeitsprognose). In het kader van uw re-integratie zou u ondersteuning kunnen krijgen bij het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden en het schrijven van een ondernemingsplan (zie 5: Re-integratie). Wanneer u alleen voor uzelf dingen op een rijtje wilt zetten, kunt u ook een verkort plan schrijven. U begint te beschrijven waarom u denkt dat u in deze markt met uw diensten en producten inkomen kunt gaan verwerven. Kijk naar uw eigen sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen in de markt en maak ook een begroting voor de komende twee jaar. In uw actieplan beschrijft u vervolgens wat u gaat doen om dat te realiseren. Zo heeft u voor uzelf een handvat om planmatig aan de slag te gaan en achteraf eens te kijken hoe het nu eigenlijk loopt. Y
Informatie over ondernemingsplan of onderdelen daarvan: Kamer van Koophandel, accountant, startersadviesorganisaties.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
·8·
4. Een eigen bedrijf en uw uitkering Het starten van een eigen bedrijf vanuit een uitkering verloopt eigenlijk in drie fasen: oriënteren, haalbaarheid onderzoeken en starten. Per soort uitkering worden hierna de belangrijkste regelingen en mogelijkheden besproken. We gaan in dit hoofdstuk uit van mensen die op dit moment een uitkering hebben op grond van de WAO, Wajong en WAZ, WW, ZW of WWB. Ook geven we informatie over de WIA.
Y WAO, Wajong en WAZ
Oriënteren U mag zich oriënteren op het ondernemerschap. Heeft uw idee kans van slagen en is het wat voor u? Ga met ondernemers praten, loop eens mee met een andere ondernemer, zoek op internet of in de Gouden Gids hoeveel concurrenten u heeft. Stelt u zich voor dat u een eigen bedrijf heeft en houdt u hierbij rekening met uw specifieke omstandigheden. Hoe zou dat in de praktijk gaan? Haalbaarheid onderzoeken Als u merkt dat u enthousiast blijft en er lijken kansen te zijn, wordt het tijd uw arbeidsdeskundige bij het UWV op de hoogte te stellen van uw plannen. In het kader van re-integratie kunt u het UWV verzoeken om ondersteuning bij het onderzoeken van de haalbaarheid en het voorbereiden van de start van uw bedrijf (zie 5: Re-integratie). U gaat gericht op zoek naar het antwoord op de vraag of u, in deze markt, met uw diensten of producten (een deel van) uw inkomen kunt gaan verdienen. Stap voor stap gaat u zich verdiepen in de mogelijkheden op de markt en gaat u uw plan uitwerken. Starten Uw plannen zijn afgerond, u heeft zo nodig financiering geregeld en bent van start gegaan. Vervolgens komt de vraag wat de gevolgen zijn voor de hoogte van uw WAO-, Wajong- of WAZ-uitkering. Het gaat hierbij om de vraag of u winst maakt met uw bedrijf. Bij de WAO zal uw ‘bedrijfswinst’ worden vergeleken met uw ‘maatmanloon’. Bij bedrijfswinst gaat het om uw omzet minus bpv&w · starte n als on de rn eme r
·9·
uw bedrijfskosten. Dit is uw bruto inkomen, ook wel ‘praktische restverdiencapaciteit’ genoemd. Uw maatmanloon is gebaseerd op uw bruto inkomen toen u nog in loondienst werkte. Bent u 80 - 100% arbeidsongeschikt en is uw winst minder dan 20% van uw maatmaninkomen, dan gebeurt er niets met uw WAO-percentage en de hoogte van uw WAO-uitkering. Is uw winst meer dan 20% van uw vroegere brutoloon, dan komt u in een lagere arbeidsongeschiktheidscategorie. U zult dan een deel van uw WAO-uitkering moeten terugbetalen. Hierna volgt een rekenvoorbeeld om dit te verduidelijken.
Berekening arbeidsongeschiktheidspercentage (maatmanloon - inkomen) x 100% maatmanloon
= arbeidsongeschiktheidspercentage
maatmanloon = het brutoloon dat u zou verdienen als u niet ziek zou zijn geworden, dit komt vaak overeen met uw vroegere brutoloon. Uw gegevens
Maatmanloon per maand 80 - 100% arbeidsongeschikt WAO-uitkering per maand
h 2.000 WAO-uitkering = 70% van maatmanloon 70% van h 2.000 = h 1.400
· Jaar 1
Winst per maand h 350 Inkomensderving h 2.000 - h 350 = h 1.650 Arbeidsongeschiktheidspercentage h 1.650 : h 2.000 x 100% = 82,5% Het percentage blijft tussen 80 - 100% en heeft daarom geen gevolgen voor de hoogte van uw WAO-uitkering. U heeft dus een bruto maandinkomen van: h 1.400 WAO en h 350 winst = h 1.750.
· Jaar 2
Winst per maand h 1.000 Inkomensderving h 2.000 – h 1.000 = h 1.000 Arbeidsongeschiktheidspercentage h 1.000 : h 2.000 x 100% = 50%
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 10 ·
Met dit percentage valt u in de categorie 45% - 55% arbeidsongeschiktheid. Dit zou hebben geleid tot een WAO-uitkering van 35% van uw maatmanloon = h 700. U heeft een WAO-uitkering van 70% ontvangen. U moet dus een deel van uw bruto WAO-uitkering terugbetalen. U heeft een bruto maandinkomen van h 700 WAO en h 1.000 winst = h 1.700.
· Jaar 3
Winst per maand Inkomensderving Arbeidsongeschiktheidspercentage
h 1.800 h 2.000 – h 1.800 = h 200 h 200 : h 2.000 x 100% = 10%
Op grond hiervan heeft u in jaar 3 geen recht op een WAO-uitkering en moet u het eventueel ontvangen bruto WAO-bedrag terugbetalen. In al deze situaties is uw totale bruto-inkomen hoger dan uw bruto WAO-uitkering en is een eigen bedrijf lonend. Voor de Wajong-uitkering gaat het niet om uw maatmanloon, maar om de grondslag. Deze grondslag (een vast bedrag waarop de Wajong-uitkering is gebaseerd) is gebaseerd op het minimumloon. Voor de WAZ gaat het om de winst die u maakte in de drie jaar voorafgaande aan het moment dat u ziek werd.
Berekening door het UWV Het UWV berekent uw mate van arbeidsongeschiktheid aan de hand van de jaarrekening van uw bedrijf. De winst uit uw bedrijf wordt omgerekend naar de winst per maand in de tijd dat u ondernemer bent. Omdat de jaarcijfers van uw bedrijf pas na afloop van een boekjaar bekend zijn, weet u pas achteraf of u te veel WAO-uitkering heeft ontvangen. U kunt het teveel aan ontvangen uitkering pas in een volgend kalenderjaar terugbetalen. Maar dan moet u wel het netto teveel plus de daarover voor u betaalde loonbelasting en premies terugbetalen. Hoe eerder u dus kunt inschatten dat u in een jaar meer gaat verdienen dan uw restverdiencapaciteit, des te sneller u daarop kunt inspelen. Het is dan ook belangrijk om zo snel mogelijk uw financiële administratie op orde te hebben. U kunt dan tijdig uw arbeidsdeskundige verzoeken uw WAOuitkering te verlagen als de kans groot is dat u (een deel van) uw uitkering later moet terugbetalen. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 11 ·
Definitief arbeidsongeschiktheidspercentage Het UWV zal bij startende ondernemers vaak artikel 44 WAO of artikel 50 Wajong (twijfel aan duurzaamheid) toepassen. Hiermee wordt voorkomen dat een startende ondernemer bij een jaar van winst direct minder arbeidsongeschikt is, terwijl het maar de vraag is of hij zijn bedrijf kan volhouden en voldoende winst kan maken. Dit artikel zorgt ervoor dat het UWV pas na maximaal drie jaar gaat kijken wat er definitief met uw mate van arbeidsongeschiktheid gaat gebeuren. Het UWV berekent een gemiddelde van de drie jaar winst van uw bedrijf. Op grond hiervan wordt uw mate van arbeidsongeschiktheid bepaald. Wanneer u een jaar bijvoorbeeld minder goed kunt werken, kunt u terugvallen op uw oorspronkelijke WAO-percentage. De termijn van drie jaar geldt voor mensen met een WAO- of WAZ-uitkering.In de drie jaar wordt wel rekenkundig een percentage arbeidsongeschiktheid bepaald en moet u eventueel te veel ontvangen WAO-uitkering terugbetalen. Voor mensen met een Wajong-uitkering kijkt het UWV na maximaal vijf jaar of de uitkering wordt herzien. Vraag voor de zekerheid na bij uw arbeidsdeskundige of artikel 44 WAO of artikel 50 Wajong van toepassing is verklaard. Vraag ook om een schriftelijke verklaring hiervan.
Rekenvoorbeeld WAO en jaar 4 van het eigen bedrijf Bij de toepassing van art. 44 van de WAO (twijfel aan duurzaamheid) in het eerdere rekenvoorbeeld wordt u voor jaar 4 ingeschat op: Jaar 1 h 350 Jaar 2 h 1.000 Jaar 3 h 1.800 Totaal h 3.150 Gemiddeld h 1.050 winst per maand Dit leidt tot een definitief arbeidsongeschiktheidspercentage voor jaar 4 van: h 2.000 – h 1.050 = h 950 h 950 : h 2.000 x 100% = 47,5% U valt dan in de categorie 45% - 55% arbeidsongeschiktheid. Vervolgens wordt elk jaar de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 12 ·
Herkeuring Los van de rekenkundige bepaling van het arbeidsongeschiktheidspercentage kunt u te maken krijgen met een periodieke herkeuring. Hierdoor kan uw mate van arbeidsongeschiktheid veranderen, namelijk op grond van het inkomen dat u zou kunnen verwerven op de arbeidsmarkt. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de winst uit uw bedrijf. U kunt dan te maken krijgen met een inkomen dat bestaat uit een WAO-deel, een WW-deel en een winstdeel. Sinds 1 oktober 2004 krijgt iedereen onder de 50 jaar een herkeuring op grond van een nieuw schattingsbesluit. Dit kan voor u een verandering van uw mate van arbeidsongeschiktheid inhouden. Na deze herkeuring blijft de WAO voor u van toepassing. U krijgt dus niet te maken met de WIA die per 29 december 2005 is ingevoerd. Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) Misschien krijgt u na een herkeuring op grond van de criteria per 1 oktober 2004 te maken met een verlaging of intrekking van uw uitkering. U kunt dan wellicht een WW-uitkering aanvragen als u geen andere inkomsten heeft via baan of bedrijf. Heeft u geen recht op een WW-uitkering, dan kunt u in aanmerking komen voor een TRI-uitkering. Deze wordt gedurende de eerste zes maanden uitgekeerd na verlaging of intrekking van uw uitkering door het UWV. Hiermee wordt het verlies aan inkomen gecompenseerd. Als u gedurende de zes maanden winst maakt met uw bedrijf, worden deze inkomsten verrekend. De TRI-uitkering is een voorschot. Na een half jaar berekent het UWV of er voldoende, te veel of te weinig uitkering is uitbetaald. Toename arbeidsongeschiktheid - herleving van WAO Wanneer u meer dan 45% arbeidsongeschikt bent en uw arbeidsongeschiktheid neemt toe, kunt u binnen vier weken vragen om een keuring om uw WAO-uitkering te herzien. Bent u minder dan 45% arbeidsongeschikt en nemen de klachten toe waarvoor u ooit in de WAO kwam, dan kunt u binnen een periode van vijf jaar verzoeken om een keuring binnen vier weken en terugvallen op uw oude WAO-rechten. Wordt u om bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 13 ·
andere redenen minder arbeidsgeschikt, dan kunt u niet terugvallen op uw oude WAO-recht. In deze situatie is het verstandig uzelf bij te verzekeren voor inkomensderving door ziekte en arbeidsongeschiktheid (zie 9: Verzekeringen). De mogelijkheid tot herleving van rechten bestaat ook in de nieuwe WIA.
Y WAO en WW
Wanneer de arbeidsdeskundige in het verleden heeft bepaald dat u een deel van uw inkomen zelf kunt verwerven, is er een theoretische verdiencapaciteit vastgesteld. U heeft voor dit deel van uw inkomen wellicht een WW-uitkering. De WW geeft recht op een uitkering op grond van verlies aan arbeidsuren. Daarbij is het dus van belang hoeveel uren u met uw bedrijf bezig bent. Dat staat los van de vraag of u in die uren wat verdient. De WAO is een verzekering voor inkomensderving. Daarbij is dus van belang of u inkomen (winst) haalt uit uw bedrijf. Gevolgen voor het WAO-deel Wanneer uw winst lager is dan uw theoretische verdiencapaciteit, zal uw WAO-percentage niet veranderen. Is uw winst echter hoger, dan kan de WAO-uitkering worden verlaagd of beëindigd. Het bedrag dat u te veel heeft ontvangen aan WAO-uitkering moet u dan terugbetalen, plus de daarover afgedragen loonbelasting en premies. Als u ziet dat het goed gaat met uw bedrijf, kunt u het UWV ook verzoeken het WAObedrag alvast te verlagen. Op grond van de jaarrekening van uw bedrijf wordt de definitieve reken-kundige hoogte van uw WAO-uitkering vastgesteld. Gevolgen voor het WW-deel Ook voor de WW mag u zich oriënteren op ondernemerschap en de haalbaarheid van uw plannen onderzoeken. U kunt met toestemming van het UWV gedurende maximaal zes maanden met behoud van uw uitkering als ondernemer aan de slag. Hierbij mag u gedurende zes maanden 70% van uw inkomsten verrekenen met uw uitkering in plaats van uren. Dit maakt het mogelijk om acquisitie te doen zonder dat dit gevolgen heeft voor de uitkering. De definitieve verrekening vindt pas geruime bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 14 ·
tijd (circa 2,5 jaar) ná de startperiode als zelfstandige plaats. Daarom is het is verstandig voor deze verrekening wat geld opzij te leggen. Na zes maanden wordt u voor de uren dat u echt bezig bent met uw bedrijf gekort op uw WW-uitkering. Als het bij nader inzien toch niet lukt om een eigen bedrijf op te zetten, dan kunt u binnen een bepaalde termijn na de start terugvallen op uw WW-uitkering. Hoe langer u recht heeft op een WW-uitkering, hoe langer de herlevingstermijn. Deze termijn is maximaal 38 maanden.
Y WWB
Wanneer u een uitkering heeft op grond van de WWB (Wet werk en bijstand), kunt u bij het starten van een eigen bedrijf gebruik maken van een voorbereidingsperiode van een jaar. In dit jaar kunt u de start van uw bedrijf goed voorbereiden, eventueel een bedrag van maximaal h 2.570 (2006) lenen als voorbereidingskrediet en uw ondernemingsplan schrijven. Vervolgens kunt u een aanvraag doen voor het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Hierbij wordt onderzocht of u met uw bedrijf volgens uw ondernemingsplan binnen drie jaar volledig in uw inkomen kunt voorzien en uw benodigde lening kunt aflossen. In dat geval kunt u in aanmerking komen voor inkomensondersteuning en een krediet van maximaal h 31.113 (2006). Gedurende maximaal drie jaar kunt u een voorschot op uw uitkering krijgen om in uw privé-inkomen te voorzien. Achteraf wordt berekend hoeveel winst uw bedrijf heeft gemaakt en welk deel van de uitkering u eventueel moet terugbetalen. U kunt dus maximaal drie jaar een aanvulling krijgen op uw inkomen tot bijstandsniveau (zie 6: Financiering, Bbz). Y
Informatie over inkomensondersteuning: afdeling Sociale Zaken van de gemeente, Helpdesk van het Breed Platform, startersadviesorganisaties.
Y WIA
Voor mensen die na 1 januari 2004 ziek en vervolgens arbeidsongeschikt zijn geworden, geldt niet langer de WAO-wetgeving, maar is de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 15 ·
van toepassing. De WIA is officieel per 29 december 2005 in werking getreden. Na de wachttijd van 104 weken (2 jaar ziekte) kan de WIA in werking treden. Gedurende de 2 jaar heeft de werkgever een loondoorbetalingsplicht. Na 91 weken ziekte krijgt u van het UWV bericht over het indienen van een aanvraag voor een WIA-uitkering. Voor de WIA geldt het criterium ’arbeidsongeschikt’ als u rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen als gevolg van ziekte minder kunt verdienen dan een andere, gelijksoortige, gezonde persoon. De WIA bestaat uit twee onderdelen: • IVA: regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten • WGA: regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. De WIA maakt verschil tussen vier groepen: • werknemers met loonverlies van minder dan 35% beoordeling: niet arbeidsongeschikt, blijft in dienst bij de werkgever • werknemers met loonverlies tussen 35% en 80% beoordeling: WGA • werknemers met loonverlies van ten minste 80% met meer dan geringe kans op herstel: beoordeling: WGA • werknemers met loonverlies van ten minste 80% zonder of met geringe kans op herstel: beoordeling: IVA. Veel zaken bij de WIA zijn anders geregeld dan bij de WAO. Zo vindt verrekening van inkomen op een andere manier plaats dan bij de WAO. Artikel 44 (Twijfel aan Duurzaamheid) komt niet meer voor in de WIA. De mogelijkheid tot herleving van rechten blijft wel bestaan in de WIA.
2 Per 1 januari 2007 wordt de IVA-uitkering verhoogd naar 75% van het maatmanloon. De verhoging geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006.
IVA In de situatie van de IVA (80 - 100% arbeidsongeschikt zonder of met geringe kans op herstel) wordt ervan uitgegaan dat u niet meer dan 20% van uw maatmanloon kunt verdienen (voor begrip maatmanloon, zie bij WAO, A). U ontvangt een uitkering die 70%2 van uw maatmanloon bedraagt (of van het maximum dagloon). Als er geen verandering in uw situatie optreedt, bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 16 ·
behoudt u de IVA-uitkering tot de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. Gaat u als zelfstandige werken, dan kunt u tot 20% van uw maatmanloon verdienen, voordat de IVA-uitkering vervalt. Wanneer de winst uit uw bedrijf maximaal 20% van uw maatmanloon is, wordt 70% van deze winst gekort op uw IVA-uitkering. Dat is dus anders dan bij de WAO gebeurt. Het vraagstuk van duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid kan hierbij wel een rol spelen. Het UWV kan gedurende de eerste vijf jaar elk jaar beoordelen of er nog steeds sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid. Ook wanneer het inkomen (of winst) langer dan 12 maanden meer dan 20% van uw maatmanloon bedraagt, kan er aanleiding zijn te bepalen dat iemand niet meer met de IVA te maken heeft, maar met de WGA (35 - 80% arbeidsongeschikt).
Rekenvoorbeeld 1: IVA Maatmanloon per dag is h 150 Maatmanloon per maand is h 150 x 21,75 dagen = h 3.262 per maand IVA is 70% van het maatmanloon = h 2.283 per maand
· Jaar 1
Winst (omgerekend per maand) Korting op uitkering is 70% van 400 = Resteert voor IVA h 2.283 - 280 =
h 400 per maand h 280 per maand h 2.003 per maand
Totaal inkomen: h 2.003 IVA + h 400 winst =
h 2.403 bruto inkomen
Dit is meer dan alleen IVA. U kunt er dus bruto nog steeds op vooruitgaan door kleinschalig met uw bedrijf bezig te zijn.
WGA De WGA kent drie soorten uitkering: • loongerelateerde uitkering (LGU) • loonaanvullingsuitkering (LAU) • vervolguitkering (VVU). bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 17 ·
Met een WGA-uitkering worden mensen gestimuleerd om meer te gaan werken, omdat het lonend is om te werken. Het totale inkomen (uitkering + loon of winst) stijgt naarmate iemand meer zelf verdient. De duur van de WGA-loongerelateerde uitkering hangt af van de leeftijd van de uitkeringsgerechtigde op de ingangsdatum van de uitkering en varieert van zes maanden en vijf jaar. Wie niet werkt krijgt 70% van het maatmanloon (of van het maximum dagloon). Wie wel werkt, krijgt boven op het loon of de winst een uitkering. De uitkering is 70% is van het bedrag dat men minder verdient in vergelijking met het vroegere loon (maatmanloon). In de praktijk komt dit erop neer dat 70% van de winst in mindering wordt gebracht op de uitkering. Op het moment dat u 65% of meer gaat verdienen van uw oude loon, vervalt de loongerelateerde uitkering.
Rekenvoorbeeld 2: WGA-Loongerelateerde uitkering Maatmanloon per dag is h 100 Maatmanloon is h 100 x 21,75 dagen =
h 2.175 per maand
WGA-LGU is 70% van het maatmanloon =
h 1.522 per maand
Winst (omgerekend per maand)
h 1.000 per maand
Berekening uitkering: Verschil tussen maatmanloon en winst is h 2.175 - h 1.000 = h 1.175 per maand Aanvulling op winst door WGA-LGU is 70% van h 1.175 = h 822 per maand Totaal inkomen: h 822 WGA + h 1.000 winst =
h 1.822 bruto inkomen
Dit is meer dan alleen WGA-LGU. U kunt er dus bruto nog steeds op vooruitgaan door kleinschalig met uw bedrijf bezig te zijn.
Een WGA-loonaanvullingsuitkering ontvangt u als u geen recht heeft op een loongerelateerde uitkering. Bijvoorbeeld doordat u niet lang genoeg heeft gewerkt voordat u arbeidsongeschikt bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 18 ·
werd. Of doordat de termijn van uw WGA-loongerelateerde uitkering is verstreken. De arbeidsdeskundige stelt vast wat u nog kunt verdienen: uw restverdiencapaciteit. Verdient u minimaal 50% van dit vastgestelde bedrag, dan krijgt u een loonaanvullingsuitkering. Als u nu 20% of minder van dit vastgestelde bedrag verdient, maar de verwachting is dat dit in de toekomst meer wordt, ontvangt u ook een loonaanvullingsuitkering. Werkt u niet of ontvangt u minder dan 50% van het bedrag dat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen, dan ontvangt u een WGA-vervolguitkering. Gaat u 65% of meer verdienen van uw oude loon, dan vervalt de uitkering. Heeft u geen loon maar winst, dan geldt dezelfde verrekening: de korting van de winst is afhankelijk van hoe deze winst zich verhoudt ten opzichte van het loon dat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen (restverdiencapaciteit). Het UWV hanteert drie mogelijkheden waaraan ook drie manieren van verrekenen zijn gekoppeld: • de winst is 100% of meer van uw restverdiencapaciteit • de winst is 50% of meer van uw restverdiencapaciteit • de winst is minder dan 50% van uw restverdiencapaciteit.
Rekenvoorbeeld 3: WGA-Loonaanvullingsuitkering Dagloon is h 100 Maatmanloon is 100 x 21,75 dagen = h 2.175 per maand In dit voorbeeld kunt u volgens de arbeidsdeskundige nog h 900 per maand verdienen WGA-LAU is (h 2.175 - h 900) x 70%, dus h 1.275 x 70% = h 892 per maand Winst (omgerekend per maand) Dit is 100% of meer van het loon dat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen Berekening uitkering: Verschil tussen maatmanloon en winst is h 2.175 - h 1.000 = Aanvulling op winst door WGA-LAU is h 1.175 x 70% = Totaal inkomen: h 822 WGA + h 1.000 winst = bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 19 ·
h 1.000 per maand
h 1.175 per maand h 822 per maand h 1.822 bruto ink.
Rekenvoorbeeld 4: WGA-Loonaanvullingsuitkering Dagloon is h 100 Maatmanloon is 100 x 21,75 dagen = In dit voorbeeld kunt u volgens de arbeidsdeskundige nog h 900 per maand verdienen WGA-LAU is (h 2.175 - h 900) x 70%, dus h 1.275 x 70% =
h 2.175 per maand
h 892 per maand
Winst (omgerekend per maand) h 500 per maand Dit is 50% of meer dan van het loon dat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen Totaal inkomen: h 892 WGA + h 500 winst =
h 1.392 bruto ink.
U krijgt een WGA vervolguitkering vervolguitkering als u: • geen recht heeft op een loongerelateerde uitkering en niet werkt, of • als u gedeeltelijk werkt maar minder dan 50% verdient van het bedrag dat de arbeidsdeskundige heeft vastgesteld (zie onder WGA-loonaanvullingsuitkering). De WGA-vervolguitkering is niet gerelateerd aan uw vroegere loon (maatmanloon) maar aan het minimumloon. Het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld is h 1.374,41 (2006). De hoogte van de WGA-vervolguitkering is het uitkeringspercentage gebaseerd op uw arbeidsongeschiktheidspercentage x het wettelijk minimumloon. Arbeidsongeschiktheidspercentage: Y 35 – 45% 45 – 55% 55 – 65% 65 – 80%
dan percentage van het minimumloon: 28% 35% 42% 50,75%
De duur van de vervolguitkering is afhankelijk van uw situatie. Gaat u meer dan 50% verdienen van wat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen, dan wordt de vervolguitkering aangepast. Gaat u 65% of meer verdienen van uw oude loon, dan vervalt de uitkering. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 20 ·
Rekenvoorbeeld 5: WGA-Loonaanvullingsuitkering wordt WGA-Vervolguitkering Dagloon is h 100 Maatmanloon is 100 x 21,75 dagen = Mate van arbeidsongeschiktheid is 58% In dit voorbeeld kunt u volgens de arbeidsdeskundige nog h 900 per maand verdienen Winst (omgerekend per maand)
h 2.175 per maand
h 400 per maand
Dit is minder dan 50% van het loon dat u volgens de arbeidsdeskundige nog kunt verdienen. U heeft dus geen recht meer op de Loonaanvullingsuitkering (LAU) maar op de Vervolguitkering (VVU). Mate van arbeidsongeschiktheid is 58%. Dit valt in de categorie 55-65% en hierbij hoort een percentage van 42% van het minimumloon. De vervolguitkering bedraagt h 1.374 (min.loon) x 42% = h 577 per maand Totaal inkomen: h 577 VVU + h 400 winst = h 977 bruto ink.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 21 ·
5. Re-integratie Wanneer u gedeeltelijk of geheel arbeidsongeschikt bent, kunt u in aanmerking komen voor een re-integratietraject. U wordt dan ondersteund bij het vinden van een baan. U kunt hiervoor terecht bij de re-integratiebedrijven waarmee het UWV afspraken heeft gemaakt. U kunt ook zelf op zoek gaan naar een re-integratiebedrijf dat u de steun kan bieden die u denkt nodig te hebben. In dat geval kunt u een beroep doen op de IRO, de individuele reïntegratieovereenkomst.
IRO Wanneer u besluit te onderzoeken of het haalbaar is om voor uzelf te beginnen en hierbij ondersteuning zoekt, kunt u het beste direct gebruik maken van de IRO. U kunt dan op zoek gaan naar een startersadviesbureau dat u kan begeleiden. Dit bureau is gespecialiseerd in deze dienstverlening. U kunt aan uw arbeidsdeskundige meedelen dat u gebruik wilt maken van de IRO. U dient dan binnen 35 dagen een trajectplan in, dat u samen met het startersadviesbureau opstelt. Bij de IRO krijgen de re-integratiebedrijven en startersadviesbureaus pas volledig hun diensten betaald, als u gestart bent als ondernemer en - afhankelijk van het type uitkering - volledig of ten minste 50% van de uren die u volgens uw verzekeringsarts kunt werken, met uw bedrijf bezig bent. Bij de IRO-intake zal daarom samen met u worden besproken hoe haalbaar uw ideeën lijken, voordat u een traject wordt aangeboden. Bedenk vooraf zelf wat voor soort ondersteuning en begeleiding u wilt en zoek een bedrijf waarbij u het vertrouwen krijgt dat men u dit kan bieden. Er is een budget van maximaal h 5.000 exclusief BTW (2006) voor u beschikbaar.
Zeer moeilijk plaatsbaren verklaring Het kan zijn dat u bij het aanvragen van een IRO wordt gevraagd of u een ‘zeer moeilijk plaatsbaren verklaring’ heeft. Deze kan uw arbeidsdeskundige desgewenst afgeven. Deze verklaring is van belang voor het bedrijf dat u een IRO traject aanbiedt, omdat het bedrijf dan minder financieel risico loopt. Normaal gesproken loopt een re-integratiebedrijf of startersadviesorganisatie de kans dat 50% van de rekening niet bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 22 ·
wordt vergoed wanneer u niet voldoende uren bezig kunt zijn met uw bedrijf. Heeft u de genoemde verklaring, dan loopt dit risico terug tot 20%. De verklaring kan daarom ook voor u van belang zijn. Het kan zijn dat een bedrijf u wel een IRO traject op maat kan aanbieden, wanneer uw kansen nog niet goed zijn in te schatten en u nu juist ondersteuning en begeleiding zoekt bij het onderzoeken van de haalbaarheid van uw plannen.
PRB In de regio’s Midden Nederland, Haaglanden en Maastricht is het mogelijk naast de IRO gebruik te maken van een Persoonsgebonden Reïntegratiebudget (PRB). Dit geeft u een grote mate van vrijheid in het inkopen van scholing en begeleiding bij één of meer partijen. Bij een PRB-aanvraag schrijft u zelf een plan hoe u wilt re-integreren en wat u daarvoor nodig heeft, u zoekt zelf partijen bij wie u scholing en begeleiding wilt inkopen en regelt zelf de zaken met het UWV. Het bedrag voor het PRB is in principe lager dan voor een IRO. U kunt een beroep doen op twee budgetten: het oriëntatiebudget en het PRB-budget. Deze kunt u na elkaar aanvragen. Dat wil zeggen dat u eerst ondersteuning aanvraagt bij het oriënteren op uw plannen. Afhankelijk van het resultaat en uw conclusies besluit u wat het vervolgtraject wordt en kunt u voor dit traject het PRB-budget aanvragen. Als u er vanaf het begin al zeker van bent wat u wilt, kunt u ook het oriëntatiebudget en het PRB-budget in één aanvraag verwerken. Het oriëntatiebudget bedraagt maximaal h 1.135 en het PRB bedraagt maximaal h 3.630 (2006). Als u ziek bent en nog een arbeidsovereenkomst heeft met uw werkgever, kan in overleg een PRB worden aangevraagd. Deze PRB-regeling voor werknemers is in heel Nederland van toepassing. U zou samen met de bedrijfsarts en werkgever tot de conclusie kunnen komen dat terugkeer op de werkplek geen reële optie is. Dan kan het starten van een eigen bedrijf een mogelijkheid zijn. U kunt hiervoor dan ook begeleiding inkopen. Y
Informatie over re-integratieondersteuning: uw arbeidsdeskundige of re-integratiecoach bij het UWV, Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 23 ·
6. Financiering Voordat u met uw bedrijf van start gaat, moet u goed berekenen hoeveel beginkapitaal u nodig heeft. Welke apparatuur moet u aanschaffen? Hoeveel aanloopkosten moet u maken en hoe lang moet u op het geld wachten van uw debiteuren? Reken hierbij ruim, want u krijgt altijd te maken met onvoorziene uitgaven. De vraag is vervolgens of u dit zelf kunt financieren of hiervoor een beroep moet doen op anderen. Als u met te weinig geld begint, kunt u later, bij het groeien van uw bedrijf, vastlopen. Voor externe financiering is een goed ondernemingsplan belangrijk (zie 3: Het ondernemingsplan).
Starten met eigen kapitaal Het is het makkelijkst als u zelf voldoende financiële middelen heeft om uw investeringen en aanloopkosten te financieren. Het is belangrijk wat eigen geld achter de hand te houden, ook als u financiering nodig heeft van derden.
Geld lenen bij een bank Wanneer u onvoldoende eigen kapitaal heeft, kunt u naar een bank stappen. De bank wil dan uw plannen horen en een ondernemingsplan zien om te kijken of u de rente en aflossing kunt opbrengen. Daarbij wordt ook gekeken naar zekerheden, zoals onderpand van inventaris, debiteuren of overwaarde in een eigen woning. Wanneer u een goed plan heeft, is het aan te bevelen eens te gaan praten bij een bank voor financiering en andere bankzaken. In sommige gevallen kan het verkrijgen van financiering bij een bank problemen opleveren. Het bedrag dat u wilt lenen is voor een bank bijvoorbeeld ‘te laag’, of u heeft onvoldoende zekerheden of er zijn twijfels over de levensvatbaarheid of continuïteit van de onderneming. Dit laatste kan spelen bij mensen met een chronische ziekte die progressief van aard is. Wanneer u niet voldoende onderpand heeft om de gewenste lening van een bank te krijgen, kunt u in aanmerking komen voor de regeling Borgstelling MKB-kredieten. De Nederlandse Staat staat dan voor u garant bij de bank. Er zijn ook andere financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld via het UWV (zie hierna). Het blijkt bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 24 ·
moeilijk te zijn om relatief kleine bedragen (tot h 10.000) te lenen bij een bank. Wanneer u een bedrag van minder dan h 10.000 wilt lenen, kunt u direct bij het UWV een starterskrediet aanvragen (zie hierna). In 2007 start een regionale proef waarbij uitkeringsgerechtigden die voor zichzelf willen beginnen makkelijker krediet bij een bank kunnen krijgen. Als zij onder meer beschikken over een levensvatbaar bedrijfsplan staat de overheid borg voor een door de bank verstrekt starterskrediet. Meer informatie is te verkrijgen bij het UWV. Y
Informatie over de regeling Borgstelling MKB-kredieten: startersadviesorganisaties.
Geld lenen van particulieren Wanneer u geld leent van privé-personen, kunnen zij in aanmerking komen voor fiscale voordelen in het kader van vrijstelling voor box 3, ‘durfkapitaal’. Degene die de starter een bedrag leent voor de start van zijn bedrijf mag maximaal h 52.579 (2006) als vrijstelling in box 3 opvoeren. De voorwaarde is dat de startende ondernemer start als ‘natuurlijke persoon’ (eenmanszaak en VOF) of als beginnende ‘rechtspersoon’ (bijvoorbeeld een BV). Bovendien heeft de geldgever recht op een extra heffingskorting van 1,3%. Mocht u de lening uiteindelijk niet kunnen terugbetalen, dan kan de geldgever dit verlies aftrekken van de inkomstenbelasting. Y
Informatie over fiscale regelingen: Belastingdienst.
Starterskrediet: artikel 15 Reïntegratiebesluit van 29 december 2005 Wanneer u een WAO-, WAZ-, Wajong-, ZW, of WIA-uitkering ontvangt, kunt u in aanmerking komen voor een starterskrediet. Ook als u volledig bent goedgekeurd, kunt u hiervoor in aanmerking komen. Tot en met 2005 viel deze regeling onder de Wet REA. Deze wet is met ingang van 2006 vervallen, maar de meeste regelingen zijn wel blijven bestaan. Het starterskrediet kan maximaal h 31.113 (2006) bedragen. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 25 ·
Het wordt verstrekt in de vorm van een rentedragende lening of een borgstelling. Voorwaarde is dat u een goed onderbouwd ondernemingsplan heeft. Hieruit moet blijken dat u op termijn uw restverdiencapaciteit kunt verdienen en dus minder of geen uitkering meer hoeft te ontvangen. Bovendien moet u de rente en aflossing van de lening kunnen opbrengen. U dient uw verzoek om een starterskrediet en uw ondernemingsplan in bij uw arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige beoordeelt uw aanvraag en kijkt of het ondernemerschap past bij uw medische en arbeidskundige mogelijkheden. Om te beoordelen of uw plan levensvatbaar is, schakelt het UWV een extern bureau in, dat uw plan zal toetsen. Dit bureau brengt advies uit aan het UWV. Het UWV neemt uiteindelijk de beslissing. Voor leningen boven de h 10.000 moet u eerst een krediet aanvragen bij de reguliere banken. Alleen als deze banken u geen lening geven, kunt u bij het UWV een starterskrediet aanvragen. Y
Informatie over het starterskrediet: UWV, Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk, startersadviesorganisaties en startersadviesorganisaties.
Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) Wanneer u (samen met uw partner) niet in uw eigen inkomen kunt voorzien en/of met ontslag wordt bedreigd en u een uitkering heeft op grond van de WWB, IOAZ of IOAW, kunt u een beroep doen op het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz). Deze aanvraag moet u indienen bij de afdeling Sociale Zaken van uw gemeente. U moet een goed onderbouwd ondernemingsplan hebben, waaruit blijkt dat u na maximaal 36 maanden volledig in uw eigen inkomen kunt voorzien. Verder moet u eerst geprobeerd hebben het geld te lenen bij een bank. Naast een rentedragende lening of borgstelling van maximaal h 31.113 (2006) kunt u verzoeken om inkomensondersteuning na de start van uw bedrijf. Hiermee wordt gedurende maximaal 36 maanden uw privé-inkomen aangevuld tot bijstandsniveau, als het inkomen uit uw bedrijf nog onvoldoende is.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 26 ·
Y
Informatie over Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen: Sociale Dienst van uw gemeente, startersadviesorganisaties en toetsingsorganisaties, Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk.
Startersfondsen Naast wettelijke regelingen zoals het Starterskrediet op basis van het Reïntegratiebesluit en Bbz kennen sommige gemeenten ook een startersfonds. In bijzondere situaties kunt u hierbij aankloppen. Er zijn ook enkele fondsen die bovenop een lening op grond van het starterskrediet of Bbz krediet willen verstrekken. Y
Informatie bij uw gemeente of startersadviesorganisaties.
Leasen Als u geen geld heeft om de nodige investeringen te doen in uw bedrijfsmiddelen, kunt u ervoor kiezen om deze te leasen. Dit is echter een vrij dure financieringsmethode. Ook willen niet alle leasemaatschappijen met startende ondernemers in zee gaan. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij leasemaatschappijen.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 27 ·
7. Belastingen Als ondernemer moet u zich aanmelden bij de Belastingdienst. Als u BTWplichtig bent, wordt u ondernemer voor de omzetbelasting. U moet dan BTW in rekening brengen aan uw klanten. Voor de inkomstenbelasting moet u uw inkomsten opgeven. Wanneer u er freelance wat bij doet of kleinschalig wilt blijven werken, geeft u uw inkomsten op als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Wilt u met uw bedrijf (een substantieel deel van) uw inkomen verwerven, dan geeft u uw inkomsten op als ‘winst uit onderneming’. Wanneer de Belastingdienst u aanmerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting, gaat u belasting betalen over de (belastbare) winst van uw bedrijf. Aan het eind van het jaar maakt u hiertoe een overzicht van uw omzet minus uw kosten.
Faciliteiten voor ondernemers Als u als ondernemer wordt aangemerkt, kunt u een beroep doen op een aantal faciliteiten voor ondernemers. Dit zijn aftrekposten die uw belastbare inkomen verlagen. U betaalt dan minder inkomstenbelasting. Wanneer u op jaarbasis meer dan 1225 uur met uw bedrijf bezig bent, heeft u recht op zelfstandigenaftrek. De eerste drie jaar kunt u dit bedrag verhogen met een startersaftrek. Dit is echter lang niet haalbaar voor iedere ondernemer die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is. Houd in ieder geval goed bij hoeveel tijd u stopt in uw bedrijf. Het gaat om alle uren die u bezig bent met uw bedrijf, dus met opdrachten, klanten, acquisitie, reizen, telefoon, administratie, bijblijven op uw vakgebied, enzovoorts. Verder kunt u eventueel gebruik maken van investeringsaftrek en mag u als starter willekeurig afschrijven. In 2007 komt een extra fiscale maatregel starters tegemoet. Gedeeltelijk arbeidsgeschikten die een eigen bedrijf willen beginnen, krijgen een aftrekpost van h 12.000 in het eerste jaar, h 8.000 in het tweede jaar en h 4.000 in het derde jaar. Voorwaarde is dat zij ten minste 800 uur per jaar werken; dat is minder dan de standaardeis van 1225 uur.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 28 ·
VAR-verklaring Wanneer u diensten aanbiedt aan bedrijven, kan het zijn dat zij van u een zogeheten VAR-verklaring (Verklaring Arbeidsrelatie) willen hebben. Hieruit blijkt dat de Belastingdienst u voor de inkomstenbelasting als ondernemer aanmerkt. Een VARverklaring vraagt u aan bij de Belastingdienst. Op grond van uw inschatting van het aantal opdrachtgevers, de uren dat u met uw bedrijf bezig bent, de verwachte omzet en dergelijke maakt de Belastingdienst vooraf een inschatting van uw manier van werken. Hoe meer u al gedaan heeft, hoe groter de kans is dat u een VAR-verklaring ‘winst uit onderneming’ krijgt. Hiermee vergroot u de kans dat nieuwe opdrachtgevers u opdrachten willen geven. De VAR-verklaring is een jaar geldig. U moet dus ieder jaar opnieuw een VAR-verklaring aanvragen.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 29 ·
8. Verzekeringen Als ondernemer krijgt u te maken met bedrijfsverzekeringen en persoonlijke verzekeringen. Bij verzekeren is het altijd de vraag welk risico u loopt en of u het risico zelf kunt dragen.
Bij bedrijfsverzekeringen kunt u denken aan het verzekeren van: • beroepsaansprakelijkheid • bedrijfsaansprakelijkheid • bedrijfsinboedel • goederentransport • rechtsbijstand • kredietrisico • ongevallen. Y
Informatie over bedrijfsverzekeringen: reguliere verzekeraars, verzekeringstussenpersonen. Naast bedrijfsverzekeringen heeft u als zelfstandig ondernemer ook te maken met persoonlijke verzekeringen. Het gaat om verzekeringen voor inkomensderving door ziekte en arbeidsongeschiktheid (arbeidsongeschiktheidsverzekering) en ziektekosten. Daarnaast kunt u te maken krijgen met inkomensderving door gebrek aan opdrachten. De kosten van deze verzekeringen zijn geen bedrijfskosten, maar privé-kosten.
Y Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wanneer u als ondernemer langdurig ziek wordt, heeft u minder of geen inkomen. Wellicht kunt u in deze situatie terugvallen op uw (oude) WAO- of WIA-recht, omdat u meer dan 45% arbeidsongeschikt bent of omdat u binnen 5 jaar na het einde van de WAO- of WIA-uitkering om dezelfde redenen ziek wordt. Maar als u minder dan 45% arbeidsongeschikt bent, bent u voor andere klachten niet langer verzekerd via uw oude WAO- of WIA-rechten. Particulier verzekeren U kunt zich particulier verzekeren tegen inkomensderving door ziekte en arbeidsongeschiktheid. Als u een medisch verleden heeft of een chronische aandoening of handicap, kan dit bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 30 ·
problemen geven bij de acceptatie voor een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Wanneer u zich niet particulier kunt verzekeren vanwege uw arbeidshandicap, kunt u zich onder bepaalde voorwaarden vrijwillig verzekeren bij het UWV. Vrijwillig verzekeren Bent u als werknemer verzekerd (geweest) bij het UWV, dan kunt u zich onder bepaalde voorwaarden ook vrijwillig verzekeren tegen inkomensderving door ziekte en arbeidsongeschiktheid. Als u dit tijdig doet, dus binnen vier weken na verlaging van uw WAO-percentage onder de 45% of binnen vier weken na de start van uw bedrijf bij het einde van uw werknemerschap, dan moet men u accepteren, zonder keuring. Voorwaarde is dat u jonger bent dan 65 jaar, in Nederland woont en één tot drie jaar verplicht verzekerd bent geweest voor de financiële gevolgen van ziekte middels de Ziektewet/ WAO-verzekering. Vanuit de WIA gelden dezelfde mogelijkheden voor vrijwillige verzekering als vanuit de WAO. Bij een vrijwillige verzekering kunt u zelf de hoogte bepalen van het te verzekeren bedrag. De hoogte van het bedrag is gekoppeld aan de hoogte van de winst die u denkt in uw bedrijf te gaan maken. De verzekering bestaat uit een ZW-deel voor de eerste twee jaar en een WAO- of WIA-deel voor de periode daarna. Voor het ZW-deel geldt dat u na twee dagen ziekte in aanmerking kunt komen voor een uitkering gebaseerd op 70% van uw verzekerde dagloon. Wanneer u langer dan twee jaar ziek wordt, wordt daarnaast ook gekeken hoe hoog de winst is geweest die u in uw bedrijf heeft gehaald voorafgaande aan de periode dat u ziek werd en de inkomensderving die u derhalve krijgt. Hierbij wordt ook gekeken naar wat u nog zou kunnen verdienen met uw mogelijkheden binnen of buiten uw bedrijf. U kunt het dagloon waarvoor u zich wilt verzekeren zelf vaststellen. U kunt zich niet oververzekeren. Het dagloon kan dus nooit hoger zijn dat het feitelijke bruto inkomen. Er geldt ook een maximum dagloon. U bepaalt zelf of u beide delen wilt verzekeren en betaalt over het te verzekeren bedrag een premie. De hoogte van de premie die u betaalt, is afhankelijk van het dagloon dat u kiest. U kunt zich hiervoor melden bij de afdeling vrijwillige verzekering van het UWV (020 - 752 42 90). bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 31 ·
Vangnetverzekering Bij het afschaffen van de WAZ in augustus 2004 hebben de particuliere verzekeraars een andere verzekering ontwikkeld. Deze moet het mogelijk maken een basisdekking te bieden aan moeilijk verzekerbare personen. Met ingang van januari 2005 is de groep moeilijk verzekerbare zelfstandigen uitgebreid met twee categorieën: • zelfstandigen die herkeurd zijn en weer volledig aan het werk kunnen • de groep zelfstandigen met een particuliere verzekering met een eindleeftijd lager dan 65 jaar. Deze groep kon tot 1 mei 2005 op grond van de vangnetregeling een verzekering afsluiten. U moet zich melden voor de vangnetverzekering binnen drie maanden na de start van uw bedrijf of binnen drie maanden na beëindiging van de WAZ-uitkering U heeft een wachttijd van twee jaar. Bent u na twee jaar nog ziek, dan ontvangt u maximaal h 11.500 (2006) als u volledig arbeidsongeschikt bent. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt er niet uitgekeerd. In dezesituatie kunt u wel gebruik maken van re-integratiefaciliteiten van de verzekeraar. Als arbeidsongeschiktheidscriterium gaat men uit van het begrip ’gangbare arbeid’. Wanneer arbeidsongeschiktheid optreedt in de eerste vijf jaar na afsluiting van de verzekering, dan is de dekking beperkt tot maximaal vijf jaar. Als arbeidsongeschiktheid optreedt na vijf jaar na afsluiting van de verzekering, dan geldt de dekking tot 65 jaar. De premie ligt tussen de h 2.000 en h 2.500 per jaar. De hoogte hangt onder andere af van het beroep van de zelfstandige. Verzekeraars hanteren ook nog een kostenopslag. Dit verschilt per verzekeraar. Wanneer u gebruik kunt maken van de vrijwillige verzekering van het UWV is dit veelal een beter alternatief. Y
Informatie over de vangnetverzekering: Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk, reguliere verzekeraars, verzekeringstussenpersonen.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 32 ·
Y Ziektekostenverzekering
Ook als ondernemer moet u zich verzekeren tegen ziektekosten. Met ingang van 2006 is het nieuwe ziektekostenstelsel van kracht. De ondernemer moet naast de gewone premie voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering aan de zorgverzekeraar, een bijdrage in de premie betalen via de Belastingdienst. Ondernemers betalen 4,4% over hun winst. De maximale winst waarover premie moet worden betaald, is h 30.015. De maximale bijdrage per jaar is dus 30.015 x 4,4% = h 1.321 (bedragen en percentage in 2006). Y
Informatie over ziektekostenverzekering: Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk, UWV, Belastingdienst, startersadviesorganisaties.
Y Inkomensderving door minder opdrachten
Het is voor ondernemers niet mogelijk zich te verzekeren voor inkomensderving omdat er opeens minder opdrachten zijn. Voor werknemers bestaat de WW, maar voor ondernemers niet. Dit is nu juist ‘het ondernemersrisico’, dat u als ondernemer zelf draagt. Daarom is het zo belangrijk dat u goed voorbereid te werk gaat, zich goed blijft oriënteren op uw markt en voortdurend opdrachten blijft werven.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 33 ·
9. Specifieke regelingen voor starters De Wet REA bestond tot 2006 en kende voor zelfstandigen verschillende regelingen. Met ingang van 2006 bestaat deze wet niet meer, maar de regelingen en voorzieningen zijn grotendeels gehandhaafd. In deze tekst hebben we de nieuwe vindplaatsen vermeld. Het begrip ‘arbeidsgehandicapt’, zoals werd gebruikt in de Wet REA, bestaat niet meer.
Voorzieningen: artikel 13, 14, 15 Reïntegratiebesluit van 29 december 2005 Werkplekaanpassing Ook als niet-werknemer kunt u in aanmerking komen voor aanpassing van de werkplek en bij de arbeid te gebruiken hulpmiddelen om uw werkzaamheden als freelancer of zelfstandige te kunnen uitvoeren. U kunt een vergoeding krijgen zolang u een WAO- WIA-, WAZ-, Wajong- of ZW-uitkering heeft (art. 34 WIA, art. 52d ZW, art. 59b Wajong, art. 65e WAO, art. 67c WAZ). Deze voorzieningen zijn mogelijk voor mensen met de indicatie ‘structureel functioneel beperkt’ (SFB). Deze aanduiding is in de plaats gekomen van het vroegere ‘arbeidsgehandicapt’ (AGH). Is de uitkering beëindigd, dan kunt u geen beroep meer doen op deze vergoeding. Informatie over de technische aspecten van werkplekaanpassingen vindt u bij belangenorganisaties. U moet de aanvraag indienen bij de afdeling voorzieningen van het UWV. Voorzieningen zijn mogelijk als deze nodig zijn door een ziekte of handicap, en voor het uitoefenen van werkzaamheden. De ziekte of handicap moet langer duren dan één jaar en de voorziening moet minimaal h 109 kosten (2006). Dit mogen ook meerdere kleine voorzieningen zijn die samen meer kosten dan h 109 en die u in één keer aanvraagt. Scholing en ondersteuning U kunt gebruik maken van re-integratiediensten via de vaste afspraken van het UWV met re-integratiebedrijven of via de individuele reïntegratieovereenkomst (IRO). In de regio’s Midden Nederland, Haaglanden en Maastricht kunt u ook gebruik maken van het Persoonsgebonden Reintegratiebudget bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 34 ·
(PRB). Voor het opdoen van kennis en ontwikkelen van vaardigheden als ondernemer kunt u bij de start van uw bedrijf dus begeleiding aanvragen. Het volgen van vakgerichte scholing via een re-integratietraject is steeds moeilijker geworden. De re-integratiebedrijven hebben namelijk afspraken gemaakt met het UWV over de kosten van een traject, inclusief eventuele scholing. Maak duidelijk wat u nodig heeft en waarom dit uw kans op re-integratie kan vergroten en versnellen. Als het noodzakelijk is, kan er op grond van een scholingsprotocol toch scholing worden opgenomen in het traject. U kunt een trajectplan voor de IRO of PRB indienen bij de arbeidsdeskundige van het UWV of het UWV vragen om een traject via een re-integratiebedrijf. Heeft u al contact met een re-integratiebedrijf, dan kunt u dit bedrijf verzoeken u te verwijzen naar een gespecialiseerd bureau dat zich bezighoudt met training en advies voor startende ondernemers (zie ook 5: Re-integratie). Het kan zijn dat het re-integratiebedrijf het reguliere traject in overleg met het UWV afrondt en dat u vervolgens zelf een partij kunt zoeken die u een IRO traject wil aanbieden. Achter in deze brochure staan adressen van startersadviesorganisaties.
Kinderopvang: Wet kinderopvang De wet REA bood de mogelijkheid voor speciale groepen kinderopvang gedeeltelijk te bekostigen, wanneer hierdoor de kans dat een uitkering wordt bespaard, groter werd. Binnen de WIA is deze regeling alleen nog van kracht voor mensen met een WGA-uitkering. Het UWV kan een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang verstrekken aan de ouder die recht heeft op een WGA-uitkering en voor wie het UWV een re-integratietraject heeft ingezet. Het aanvraagformulier is te downloaden bij www.uwv.nl.
Inkomenssuppletie: artikel 17 Reïntegratiebesluit van 29 december 2005 Volgens de laatste berichten (eind 2006) komen WIA- en ZW-uitkeringsgerechtigden niet meer voor inkomenssuppletie in aanmerking. Alleen WAO-, WAZ- en bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 35 ·
Wajong-uitkeringsgerechtigden komen hiervoor nog in aanmerking (art. 65d WAO, art. 67b WAZ, art. 59g Wajong). U kunt een aanvulling op uw inkomen krijgen ter hoogte van het verschil tussen het inkomen dat u feitelijk verdient als zelfstandige en het inkomen dat u, gelet op uw medische beperkingen, nog had kunnen verdienen (theoretische verdiencapaciteit). Het totale inkomen mag niet hoger zijn dan het maatmanloon. De aanvulling bedraagt maximaal 20% van de theoretische verdiencapaciteit en wordt in maximaal vier jaar afgebouwd (1e jaar 100%, 2e jaar 75%, 3e jaar 50%, 4e jaar 25%). Bij zelfstandigen wisselt het inkomen echter ieder jaar en zal het suppletiebedrag dus ook wisselen. Zodra de uitkering wordt beëindigd, stopt ook de suppletie.
Voorbeeld inkomenssuppletie Maatmanloon (bruto per maand) Theoretische restverdiencapaciteit Inkomensderving Arbeidsongeschiktheidspercentage (h 1.000 : h 2.000) x 100% = 50% Daarmee valt u in de categorie 45 - 55% arbeidsongeschikt en ontvangt u een WAO-uitkering van 35% van het maatmanloon = Omdat u aan het werk bent, heeft u geen recht meer op een WW-uitkering U maakt wel winst, per maand Inkomen:h 700 WAO +h 500 winst =
h 2.000 h 1.000 h 1.000
h
700
h 500 h 1.200
Uw restverdiencapaciteit is h 1.000 dus u kunt een aanvulling krijgen van maximaal 20% van h 1.000=
h
Totaal inkomen: h 700 WAO + h 500 winst + h 200 inkomenssuppletie =
h 1.400
200
Starterskrediet : Artikel 15 van het Reïntegratiebesluit van 29 december 2005 Wanneer u een WAO-, WGA-, WAZ-, ZW-, of Wajong-uitkering ontvangt, kunt u voor een starterskrediet in aanmerking komen. Aanvankelijk was het plan om per 2006 de verstrekking volledig bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 36 ·
onder te brengen bij de gemeenten, dus gelijk aan de inwerkingtreding van de WIA. Gemeenten verstrekken een dergelijk krediet al voor de WWB en WW. De wettelijke regeling hiervoor is echter niet op tijd gereed gekomen. Vooralsnog valt het starterskrediet vanuit WAO, WGA, WAZ, ZW en Wajong dan ook nog onder UWV. Het starterskrediet bedraagt maximaal h 31.113 (2006). Het wordt verstrekt in de vorm van een rentedragende lening of een borgstelling. Voorwaarde is dat u op het moment van aanvraag nog niet bent gestart met uw bedrijf. Het werk dat u gaat doen, moet passen bij uw mogelijkheden en beperkingen en bij uw professionele vaardigheden. Bovendien is een goed onderbouwd ondernemingsplan nodig. Uit dit plan moet blijken dat u op termijn uw restverdiencapaciteit kunt verdienen, dus minder of geen uitkering meer hoeft te ontvangen. Bovendien moet u de rente en aflossing van de lening kunnen opbrengen. U dient het verzoek voor een starterskrediet samen met het ondernemingsplan in bij uw arbeidsdeskundige. Deze beoordeelt de aanvraag en kijkt of het ondernemerschap bij uw medische en arbeidskundige mogelijkheden past. Om te beoordelen of uw plan levensvatbaar is, schakelt het UWV een extern bureau in dat uw plan toetst. Dit bureau brengt advies uit aan het UWV, die de uiteindelijke beslissing neemt. Een re-integratiebedrijf kan ook zorgen dat het ondernemingsplan wordt getoetst. Daarnaast zijn er experimenten waarbij de gemeente deze taak voor het UWV uitvoert. Voor leningen boven de h 10.000 moet u eerst bij de reguliere banken een kredietaanvraag indienen. Alleen na een afwijzing van uw kredietaanvraag kunt u bij het UWV een starterskrediet aanvragen. Moet u kosten maken voor het schrijven van uw ondernemingsplan, zoals eigen marktonderzoek? Dan kunt u bij de arbeidsdeskundige een verzoek voor een voorbereidingskrediet indienen. Dit is een bedrag van maximaal h 2.570 (2006). In de praktijk vraagt het enig doorzettingsvermogen om dit voor elkaar te krijgen. Deze regeling is namelijk niet bij alle arbeidsdeskundigen bekend. Y
Informatie over starterskrediet: UWV, Helpdesk van het Breed Platform Verzekerden en Werk, startersadviesorganisaties. bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 37 ·
Het Breed Platform Verzekerden en Werk Het Breed Platform Verzekerden en Werk (BPV&W) is een zelfstandige stichting die nauw samenwerkt met patiënten- en cliëntenorganisaties. Het werkterrein is werk, verzekeringen en sociale zekerheid. De doelstelling van het BPV&W is het verbeteren van de positie van (kandidaat-)verzekerden en (aspirant-)werknemers. Het BPV&W richt zich met name op mensen die gezondheidsproblemen hebben of hebben gehad.
De Helpdesk van het BPV&W staat open voor iedereen met vragen over werk, sociale zekerheid en verzekeringen in relatie tot gezondheid. Hier kunt u informatie en advies krijgen over bijvoorbeeld uw rechten, plichten en mogelijkheden bij het vinden van een nieuwe baan of bij terugkeer naar uw eigen baan na of tijdens ziekte. Via de Helpdesk probeert het BPV&W een goed zicht te krijgen op de knelpunten voor mensen met gezondheidsklachten bij het verkrijgen en behouden van werk, en bij het afsluiten van verzekeringen. Op basis van gesignaleerde knelpunten geeft het BPV&W advies aan patiënten- en cliëntenorganisaties en aan diverse instanties. Bij het BPV&W is ook het Landelijk Meldpunt – Arbo en Reïntegratiedienstverlening (LMA) ondergebracht. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen of wilt u meer informatie over uw mogelijkheden bij het starten van een eigen bedrijf, neemt u dan contact op met de Helpdesk van het BPV&W. Y
De Helpdesk is elke werkdag van 12.00 tot 20.00 uur bereikbaar op telefoonnummer 020 - 4 800 300. Kijk ook op www.bpv.nl
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 38 ·
Nuttige adressen Informatiepunten Breed Platform Verzekerden en Werk Postbus 69007 1060 CA Amsterdam www.bpv.nl Helpdesk Breed Platform Verzekerden en Werk 020-4 800 300 (ma t/m vrijdag van 12.00 - 20.00 uur)
[email protected] www.bpv.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Afdeling Publieksinformatie: 0800 - 9051 (gratis) www.minszw.nl Postbus 51 Infolijn 0800 - 8051 (gratis) www.postbus51.nl
Uitvoering Werknemersverzekeringen UWV Uitvoering Werknemersverzekeringen www.uwv.nl. Op deze site vindt u de adressen van alle vestigingen. UWV- telefonisch bereikbaar voor zelfstandigen: 0900 - 9295 (lokaal tarief) UWV - telefonisch bereikbaar voor uitkeringsgerechtigden: 0900 - 9294 (lokaal tarief)
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 39 ·
Startersadviesorganisaties STEW advies & training kleinbedrijf (vestigingen in Amsterdam, Flevoland, Utrecht, Hilversum) Gebouw Oostenburg Oostenburgervoorstraat 172 1018 MR Amsterdam tel: 020 - 623 93 69 fax: 020 - 420 08 04
[email protected] (startersvragen) www.stew.nl Stichting Stabij Calandstraat 1-35 2521 AD Den Haag 070 - 380 3110
[email protected] www.stabij.nl
Belangenorganisaties ANGO (Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie) Postbus 850 3800 AW Amersfoort 033 - 465 43 43 www.handicap.nl Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad Nederland Informatie over adressen van de belangenorganisaties voor verschillende aandoeningen Postbus 169 3500 AD Utrecht 030 - 291 66 00 (tekst)telefoon www.cg-raad.nl FNV Zelfstandige Bondgenoten Postbus 9208 3506 GE Utrecht 030 - 263 72 03
[email protected] www.fnv.nl
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 40 ·
Overige adressen CWI (Centrum voor Werk en Inkomen) www.cwinet.nl www.werk.nl Belastingdienst Belastingtelefoon voor ondernemers 0800 - 0543 www.belastingdienst.nl Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM) Postbus 7001 2701 AA Zoetermeer 079 - 343 02 00 www.eim.nl Landelijk Bureau Toegankelijkheid (LBT) Postbus 1440 3600 BK Maarssen 0346 - 59 0115
[email protected] www.lbt.nl Klachteninstituut Verzekeringen Postbus 93560 2509 AN Den Haag 070 - 333 89 99 (elke werkdag van 13.30 - 17.00 uur) www.klachteninstituut.nl Vereniging van Kamers van Koophandel Postbus 265 3440 AG Woerden 0348 - 42 69 11 www.kvk.nl Sociale diensten Informeer hiervoor bij het gemeentehuis in uw woonplaats.
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 41 ·
Afkortingen CWI EIM IOAW
Centrum voor Werk en Inkomen Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen IRO Individuele reïntegratieovereenkomst IVA Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten MKB Midden- en kleinbedrijf PRB Persoonsgebonden reïntegratiebudget Wet REA Wet reïntegratie arbeidsgehandicapten SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Wajong Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WAO Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering WAZ Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen WGA Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten WIA Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen WSW Wet sociale werkvoorziening WW Werkloosheidswet WWB Wet werk en bijstand ZW Ziektewet
bpv&w · starte n als on de rn eme r
· 42 ·
Colofon Starten als ondernemer. Overzicht van regelingen voor mensen die vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering een eigen bedrijf starten is een uitgave van het Breed Platform Verzekerden en Werk (BPV&W) die in samenwerking met STEW advies & training kleinbedrijf tot stand is gekomen. STEW vindt het van groot belang dat (startende) ondernemers zich goed voorbereiden op de (door)start van hun bedrijf en biedt daarvoor advies, coaching en training aan. STEW heeft veel ervaring opgebouwd met starters vanuit een uitkeringssituatie. Tekst
Hermien Wiselius en Ine Oerlemans (STEW) en Margit Wewer (BPV&W)
Redactie
Jacqueline Walstra
Eindredactie
Margit Wewer
Uitgave
Vijfde herziene druk
Grafisch Ontwerp
Onck Grafisch Ontwerp
Drukker
Hollandia Printing
© Breed Platform Verzekerden en Werk, oktober 2006 Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
www.bpv.n l
Advies waar je beter van wordt!
telefoon 020-4 800 333 · fax 020-4 800 334 website www.bpv.nl · e-mail
[email protected]
vo o r i n f o & advi es bpv&w · starte n als on de rn eme r · 44 · elke werkdag
van 12.00 tot 20.00 uur