Illustratie 1 logo vrouwenraad
STANDPUNT VERZEKERINGEN
Discriminatie v/m inzake levensverzekeringen vanaf 21 december 2012 van de baan
Standpunt Discriminatie v/m inzake levensverzekeringen vanaf 21 december 2012 van de baan De Richtlijn 2004/113/EG verbiedt discriminatie op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten. Er mag dus geen gebruikgemaakt worden van sekse als een factor bij de berekening van de verzekeringspremies en -‐uitkeringen in alle contracten die na 21 december 2007 worden gesloten. De richtlijn voorziet wel dat de lidstaten vanaf die datum uitzonderingen kunnen toestaan op de regel van ‘uniseks’premies en -‐uitkeringen, als ze ervoor kunnen zorgen dat de onderliggende actuariële statistische gegevens waarop de berekeningen zijn gebaseerd betrouwbaar zijn, regelmatig worden geactualiseerd en voor het publiek beschikbaar zijn. Vijf jaar na de omzetting van de richtlijn, op 21 december 2011, moeten de lidstaten nagaan of de uitzonderingen nog gerechtvaardigd zijn. De Belgische wet van 21 december 2007 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat betreft het geslacht in verzekeringsaangelegenheden maakte de toekenning van een uitzondering mogelijk op het vlak van de levensverzekering. De afwijking geldt voor levensverzekeringscontracten in de zin van art. 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, met name de persoonsverzekeringen waarbij het zich voordoen van het verzekerd voorval enkel afhankelijk is van de menselijke levensduur. Het gaat bijvoorbeeld om het individueel pensioensparen waar vrouwen een kleinere rente hebben (en dan hebben ze gemiddeld ook nog een lager pensioen omdat ze gemiddeld minder verdienen dan mannen). Maar ook voor andere renteverzekeringen heeft deze afwijking een discriminerend effect voor vrouwen, namelijk de rentepolissen die voorzien in de uitbetaling van een maandelijks bedrag aan de verzekerde zolang die leeft. In 2007 werden bij ons al wel uniseksvoorwaarden opgelegd voor autoverzekeringen en hospitalisatieverzekeringen. De Verbruikersunie Test-‐Aankoop vzw en twee particulieren stelden bij het Belgisch Grondwettelijk Hof beroep in tot vernietiging van de Belgische wet tot omzetting van de richtlijn. De Belgische rechter vroeg aan het Hof van Justitie van de Europese Unie of deze uitzondering in de richtlijn geldig is, rekening houdend met de hogere rechtsnormen, met name het Unierechtelijk beginsel van gelijkheid van vrouwen en mannen. De Lidstaten die van de uitzonderingsmogelijkheid gebruikmaken mogen immers, doordat de richtlijn niet preciseert hoe lang deze verschillen mogen duren, aan de verzekeraars de toepassing van deze ongelijke behandeling zonder tijdslimiet toestaan. Het Hof van Justitie van de EU oordeelt in een arrest van 1 maart 2011 dat in deze omstandigheden het gevaar bestaat dat de uitzondering op de gelijke behandeling van vrouwen en mannen in de zin van de richtlijn onbeperkt zal worden toegestaan. Deze uitzonderingsbepaling is volgens het Hof in strijd met de verwezenlijking van het doel van
Pagina 2
Standpunt Discriminatie v/m inzake levensverzekeringen vanaf 21 december 2012 van de baan gelijke behandeling van vrouwen en mannen en moet dus als ongeldig worden geacht bij het verstrijken van de overgangsperiode. Het Hof verklaart de uitzondering op de algemene regel van unisekspremies en -‐uitkeringen bijgevolg als ongeldig vanaf 21 december 2012. De Vrouwenraad is zeer blij met deze uitspraak, die de gendergelijkheid in de EU een nieuw duwtje in de rug geeft. Eind 2007 lobbyden we samen met Test-‐Aankoop, de Conseil de Femmes Francophones de Belgique en enkele middenveldorganisaties in de Senaat om de uitzonderingsregel niet toe te staan, toen zonder succes.1 We stonden dan ook meer dan ooit achter het juridisch initiatief van Test-‐Aankoop. Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeraars, reageert op deze uitspraak dat de consument het gelag zal betalen. Het streven naar absolute gelijkheid zal namelijk tot duurdere verzekeringen leiden, voor mannen én vrouwen. De reden die Assuralia hanteert is dat de verzekeringsportefeuilles niet in gelijke proporties uit mannen en vrouwen bestaan. Daarom zal de uiteindelijke uniseksprijs nooit gelijk zijn aan wat vrouwen enerzijds en mannen anderzijds vroeger betaalden. Assuralia vraagt zich bovendien af of bepaalde consumenten nog bereid zullen zijn om de premies, die met tientallen procent omhoog gaan, te betalen.
1
De Vrouwenraad stelde toen dat de verzekeraars de verschillende behandeling van mannen en vrouwen rechtvaardigden door statistieken die aantonen dat vrouwen gemiddeld langer leven dan mannen. Ze gebruiken daarvoor -‐ nog tot eind 2012 -‐ actuariële technieken voor risico-‐evaluatie. Dit houdt in dat wanneer een bepaalde groep van verzekerden meer kost dan een andere groep, de verzekeraar voor die groep een hogere premie vraagt. Het criterium sekse is voor verzekeraars een stabiel criterium dat gemakkelijk toe te passen is en dus weinig transactiekosten met zich meebrengt. Andere criteria zijn duurder maar daarom niet minder doelmatig. Economische en praktische redenen kunnen voor de Vrouwenraad niet opwegen tegen het gelijkheidsprincipe. Het probleem is dat de door de verzekeraars gebruikte sterftetabellen niet geactualiseerd zijn, noch openbaar gemaakt. De verzekeraars hanteren in onze ogen dus betwistbare cijfers. Bovendien toont wetenschappelijk onderzoek aan dat wanneer men de levensverwachting van vrouwen en mannen met een gelijkaardige levenswijze vergelijkt, het verschil in levensverwachting jaar na jaar daalt. De levensverwachting is wellicht de meest bekende mortaliteitsindicator, maar zeker niet de meest nauwkeurige. Gegevens inzake het consumptiegedrag (levensstijl: ongezonde voedingsgewoonten, roken, alcoholmisbruik, geen sportbeoefening…) spelen ook een rol bij het meten van de levensverwachting van een individu. Dit zijn de zogenaamde identificeerbare factoren die een betere individuele responsabilisering mogelijk maken. Een betere oplossing volgens ons is daarom het mutualiseren van het risico waardoor het voor elk individu identiek wordt. Voor risicoberekening mag gebruikgemaakt worden van actuariële gegevens maar ze mogen niet v/m opgesplitst worden.
Pagina 3
Standpunt Discriminatie v/m inzake levensverzekeringen vanaf 21 december 2012 van de baan Net als Test-‐Aankoop vindt de Vrouwenraad dat het Arrest helemaal niet moet leiden tot een verhoging van de premies. Dat is ook niet gebleken bij de omzetting naar unisekspremies bij andere verzekeringen. Het arrest handelt alleen over levensverzekeringen (derde pensioenpijler = individueel pensioensparen) en niet over aanvullende-‐pensioenplannen (tweede pensioenpijler) maar er zullen op dat vlak waarschijnlijk ook gevolgen zijn. Er zal moeten onderzocht worden of en hoe snel ook de tweede pijler de toets van de geslachtsneutraliteit zal moeten doorstaan. Het gaat bijvoorbeeld om geslachtsgerelateerde sterftetafels (MR/FR) die gebruikt worden bij de omzetting van kapitalen naar rente of omgekeerd, of bij de berekening van de verworven reserves in pensioenplannen van het type vaste prestaties. Het gelijkheidsprincipe veronderstelt hoe dan ook dezelfde rechten, plichten en toegang tot diensten en goederen voor iedereen. De afwijking die voor de levensverzekeringen werd toegestaan haalt dit fundamentele principe onderuit. Het recht op gelijke behandeling is een persoonlijk recht van vrouwen en mannen, met name als individu en niet als lid van een groep.
Pagina 4
Standpunt Discriminatie v/m inzake levensverzekeringen vanaf 21 december 2012 van de baan
Bronnen ‘Vrouwenraad duldt geen seksediscriminatie bij verzekeringen’. Tussenkomst Nederlandstalige Vrouwenraad bij het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen van de Senaat in het kader van het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 10 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen om de afwijking in te voeren die is toegestaan in artikel 5 van de richtlijn 2004/113/EG van de Raad, 22 november 2007 Advies nr. 124 van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen van 18 december 2009 met betrekking tot discriminatie inzake levensverzekering Hof van Justitie van de Europese Unie, Perscommuniqué nr. 12/11, Luxemburg, 1 maart 2011. Arrest in zaak C-‐236/09 Belgische Verbruikersunie Test-‐Aankoop vzw e.a. Arrest van Hof C-‐236/09 (Grote kamer), 1 maart 2011 Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Standpunten van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen aangaande de levensverzekeringen, persbericht 2 maart 2011 HR Square Rechtspraak, Geslacht als risicofactor in verzekeringen is strijdig met Europese grondrechten, maart 2011
Pagina 5