28
[ WETGEVING ]
Verzekeringen, een noodzakelijk kwaad?
Wet
Op bijeenkomsten van recreatieondernemers hoor je regelmatig praten over de schade-eisen die in de sector de jongste jaren ophef hebben gemaakt, alsmede over de hoge verzekeringspremies die jaarlijks dienen betaald.
Alhoewel de meeste collega’s hun financiën goed in het oog houden, zijn er weinigen die m.b.t. verzekeringen risico’s durven nemen. De rekeningen lopen jaarlijks dan ook hoog op. Het grote probleem met onze polissen is, dat we soms door de bomen het bos niet meer zien. Welke verzekering heeft een recreatieonderneming absoluut nodig, welke is nuttig en welke compleet overbodig? In de nu volgende tekst trachten we een overzicht van de mogelijke verzekeringen te maken en gaan we nader in op de kostprijs, de waarborgen enz. Uiteraard is deze tekst niet volledig. Wij bekijken het thema ‘verzekeringen’ immers vanuit de positie van de ondernemer en niet vanuit deze van de verzekeraar. Bovendien bekijken we het thema dan vanuit onze positie als beheerder van het domein De Lilse Bergen. Met ons recreatiedomein, onze camping, de sportactiviteiten en onze horeca-uitbating zijn we op zoveel terreinen bezig dat we nogal wat polissen hebben lopen. Er zijn dus veel meer polissen dan deze die wij hier opsommen, maar deze komen wij in ons dagelijks werk quasi niet tegen. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen we graag naar de vormingscursus 'Aansprakelijkheid en verzekeringen bij het beheer van sportaccommodaties’ van het ISB.
SOORTEN VERZEKERINGEN Wij kunnen voornamelijk volgende groepen van polissen onderscheiden: • Brand en “gevaren” verzekeringen • Personenverzekeringen • Aansprakelijkheidsverzekeringen
BRAND EN “GEVAREN” VERZEKERINGEN Tot deze groep behoren de verzekeringen waar wij het meest mee te maken krijgen, nl. deze m.b.t. brand, bedrijfsschade, enz. Volgende verzekeringen horen tot deze groep: • Brand en “aanverwante gevaren” • Alle risico’s • Autoverzekeringen
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 2004 • nr. 179
Minder voorkomende polissen in de recreatiesector zijn o.m. • Bedrijfsschade • Alle bouwplaatsrisico’s • Controleverzekeringen • Machinebreuk Brand en “aanverwante gevaren” Het doel van deze verzekering is het verzekeren van schade aan roerende en onroerende goederen ingevolge brand, diefstal, storm enz. Zonder deze verzekering kan geen enkel recreatiebedrijf enige activiteit ontplooien. De risico’s van brand zijn te hoog en de schade-eisen zijn fameus. Een handig onderdeel bij de brandpolis is het ‘afkopen van de verantwoordelijkheid’. Zo kan je met je verzekeringsmaatschappij overeenkomen tegen de betaling van een meerprijs de verantwoordelijkheid van de concessiehouder in de horeca uit te sluiten. Zo zal de verzekeraar geen schade-eis indienen tegen de horeca-uitbater indien er door zijn fout schade aan jouw gebouw is toegebracht en wordt de schade zonder veel problemen vergoed. M.b.t. de waarborgen van de brandpolis is een permanente oplettendheid van de verzekeringsnemer noodzakelijk. Immers onze gebouwen worden bijna permanent gemoderniseerd en uitgebreid. De inboedel wijzigt bovendien ook regelmatig door de vervanging van meubilair, machines, enz. Het is dus nuttig geregeld de polis na te kijken m.b.t. de verzekerde waarden. De jaarlijkse afschrijvingstabel is hiervoor een nuttig instrument om na te gaan of er weer niet een en ander veranderd is. Maar je moet ‘vooruitziend’ zijn. Immers als je ‘na de feiten’ je ‘waarborgen’ wijzigt, kan het wel eens echt ‘na de feiten’ worden. Een ongeluk is snel gebeurd. Toen wij al onze polissen even onder de loep namen m.b.t. de waarborgen (een oefening die we ongeveer elke twee jaar maken), stelden wij vast dat wij al op een verzekerde waarde van ongeveer 2.900.000 euro zaten. Kortom geen ‘klein geld’! Als we dan even terugblikken tot 1990 blijkt de kostprijs van onze brandpolis inmiddels met 272% te zijn gestegen.
[ WETGEVING ]
ALLE RISICO’S De polissen ‘Alle risico’s’ dekken de schade aan kostbare voorwerpen, machines enz. Zo heeft ons bedrijf een verzekering ‘Alle risico’s elektronica’ lopen voor de schade aan het informaticamateriaal en een tweede verzekering voor eventuele schade aan de gehuurde telefooninstallatie. Deze verzekering is al enkele malen nuttig gebleken bij blikseminslagen op de telefooninstallatie. De schade aan een moderne telefooninstallatie loopt na een blikseminslag al snel in de duizenden euro’s. Gezien de snelle slijtage van informaticamateriaal is een ‘Alle risico’s’-verzekering hiervoor wel een minder voor de hand liggende polis. Nochtans blijkt ook deze polis al enkele malen nuttig geweest o.m. als gevolg van een domme fout van een medewerker die bij een onderhoudsbeurt een pc van tafel stootte. Ook hier is de nodige oplettendheid vereist. De verzekeringsmaatschappij eist jaarlijks (voor 01 februari) een update van uw inventaris. Onze polis voorziet in een automatische investeringswaarborg. Nieuw toegevoegde voorwerpen en eventuele wijzigingen in de verzekerde kapitalen worden automatisch en zonder aangifte gewaarborgd ten belope van maximum 20% van het laatst verzekerd kapitaal. Wij kwamen bij onze jaarlijkse update in 2003 al snel aan een verzekerde waarde van 51.000 euro.
AUTOVERZEKERING Autoverzekeringen zijn voldoende voor eenieder bekend. Het heeft dan ook weinig zin om hier zeer diep op in te gaan. Nochtans zitten hier ook vele addertjes onder het gras. We gaan het hier niet hebben over polisvoorwaarden en grote en kleine omnium, maar wel over wat verzekerd moet worden.
Volgens de wetgeving moeten enkel de voertuigen die op de openbare weg (of weg met openbaar karakter, bijvoorbeeld de wegen op een kampeerterrein) rijden een autoverzekering hebben. Dit betekent dat dezelfde voertuigen die enkel gebruikt worden op het private domein en niet op wegen, geen autoverzekering moeten hebben. Wanneer dergelijke voertuigen toch schade berokkenen (bijvoorbeeld een tractor die op het veld tegen een ander voertuig rijdt) dan komt de algemene aansprakelijkheidsverzekering tussen. Hierbij moet men wel zeer goed oppassen: wanneer men beslist geen verzekering af te sluiten omdat het voertuig toch niet “op de weg “ zou komen, dan mag dat voertuig onder geen beding op de openbare weg rijden, ook niet bijvoorbeeld om een straat over te steken van het ene domein naar het andere. Wanneer zich dan toch een ongeval zou voordoen, komt de algemene aansprakelijkheidsverzekeraar niet tussen, is er geen autoverzekering en riskeert men boven op de schade nog een strafrechtelijke veroordeling wegens “rijden zonder verzekering”. In principe moet dus zelfs die oude tractor die niet meer op de baan komt, maar toch nog wel eens arbeid levert op het domein, verzekerd zijn! Maar niemand die dit doet. Dat soort voertuigen komt immers alleen buiten als er geen cliënteel op het domein is. Een andere zaak zijn de golfcars waar vele collega’s het intern vervoer op het domein mee organiseren. Een ideaal transportmiddel, geluidloos, energiearm, netjes enz. Geen probleem tot er een kind plots voor een karretje springt en aangereden wordt. Dan rijst de vraag hoe het verzekeringstechnisch zit! En jawel een autoverzekering is hier noodzakelijk. Maar maak je geen zorgen. Wij sloten een verzekering af voor de acht wagentjes die wij bollen hebben en dat kost ons jaarlijks amper 267 euro. De polis ‘Bedrijfsschade’ dient om de verdere betaling van de salarissen en het instandhouden van het bedrijfsresultaat te verzekeren ondanks de onderbreking of de vermindering van de bedrijfsactiviteit naar aanleiding van een schadegeval. Meestal wordt deze polis gekoppeld aan de brandverzekering. Verschillende formules zijn hier mogelijk, waarbij met verschillende variabelen moet worden rekening gehouden. Kan men bijvoorbeeld het personeel technisch werkloos maken op dat ogenblik? Moeten enkel de vaste onkosten worden gedekt (leveranciers, personeel, onderhoud,…)? Spijtig genoeg telt ‘weinig zonuren’ niet als een schadegeval, anders sloten wij allen massaal een dergelijke polis af. Maar misschien is de polis dan weer onbetaalbaar! De polis ‘Alle bouwplaatsrisico’s’ heeft dan weer te maken met schade aan een bouwwerk tijdens constructie- of renovatiewerken. Bij grote bouwprojecten is het goed dergelijke verzekering in overweging te nemen. De eigen aansprakelijk-
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 2004 • nr. 179
29
30
[ WETGEVING ]
heidsverzekeraar sluit traditioneel de schade uit aan derden veroorzaakt door bouwwerken. Als de aannemer een fout heeft gemaakt bij het uitvoeren van deze werken, dan is hij aansprakelijk…maar heeft hij wel een verzekering en heeft hij wel de premie betaald? Indien er geen verzekering is die tussenkomt voor de aannemer, en deze zelf niet kan instaan voor de schade, dan zal men de eigenaar/bouwheer proberen te laten tussenkomen in de schadevergoeding. De bouwheer blijft nl. eindverantwoordelijk voor de schade aan derden ten gevolge van bouwwerken op zijn terrein…. zelfs indien de aannemer geen fout treft. Deze bijzondere en zelfs foutloze aansprakelijkheid vloeit voort uit het artikel 544 Burgerlijk Wetboek. Dit artikel hanteert een eenvoudig principe: wanneer een evenwicht tussen buren wordt verstoord, zal de verstoorder (bijvoorbeeld diegene die opdracht geeft tot een bouwwerk) de schade bij de buren moeten vergoeden. Dit kan heel ver gaan: wanneer een aannemer bijvoorbeeld in opdracht een kelder graaft, geen fouten maakt bij het uitvoeren hiervan, en er door het weggraven, wegens de aard van de ondergrond bijvoorbeeld scheuren ontstaan in de muren van het aanpalend gebouw, dan zal de bouwheer voor deze schade moeten instaan. Het is daarom zeker aan te raden, wanneer men werken laat uitvoeren op grenspercelen dergelijke verzekering af te sluiten. Deze verzekering dekt ook de schade aan het eigen gebouw. Normaal staat de aannemer hiervoor in tot de datum van de voorlopige oplevering, maar wat indien deze zelf niet solvabel is, wat indien er met onderaannemers wordt gewerkt en niemand zijn “fout” wil toegeven. Dergelijke onenigheid kan al snel leiden tot vertraging van werken en oplevering met vermindering misschien van bedrijfsinkomen? De ‘Controleverzekering’ is van toepassing bij een gehele of gedeeltelijke instorting van een constructie of bij ernstige gebreken die het gebouw ongeschikt maken voor het bestemde gebruik. De polis ‘Machinebreuk’ dekt dan weer de plotse en onvoorziene schade aan machines.
PERSONENVERZEKERINGEN Volgende verzekeringen horen tot deze groep: • Arbeidsongevallenverzekeringen • Lichamelijke ongevallen Minder voorkomende polissen in de recreatiesector zijn o.m. • Groepsverzekeringen • Bedrijfsleiderverzekeringen • Hospitalisatie • Aanvullende verzekering tegen ziekte en invaliditeit • Gewaarborgd inkomen
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 2004 • nr. 179
Arbeidsongevallenverzekeringen De verzekering ‘Arbeidsongevallen’ zijn we allen verplicht af te sluiten voor het personeel dat wij in dienst hebben. Deze gespecialiseerde materie hoort thuis in wat tegenwoordig het ‘Human Resources Management’ heet. We gaan hier ook niet dieper op deze materie in. Wanneer we echter de jaarlijkse kostprijs van deze verzekering bekijken, dan moeten we wel vaststellen dat deze kostenfactor behoorlijk zwaar doorweegt in onze rekeningen. Maar dat geldt voor alles wat met HRM te maken heeft. Lichamelijke ongevallen De meeste collega’s hebben wel een verzekering ‘Lichamelijke ongevallen dagrecreatie’ afgesloten. Deze polis dekt de schade aan personen die een letsel oplopen bij een activiteit op het domein. De polis moet duidelijk onderscheiden worden van de polis ‘Burgerlijke aansprakelijkheid’. In de polis Lichamelijke ongevallen is enkel de ‘lichamelijke schade’ gedekt. D.w.z. de kosten van een behandeling na de terugbetaling door het ziekenfonds. Bovendien is meestal een tijdelijke of bestendige werkongeschiktheid en een overlijden niet gedekt! De kostprijs van deze polis is bij onze verzekeraar afhankelijk van de inkomsten aan inkomgelden (incl. BTW). De premie bedraagt ongeveer 0,005%. Wat ons eeuwig blijft verwonderen is waarom we hier moeten betalen over de BTW, een bedrag waar we eigenlijk alleen brievenbus spelen voor vadertje staat! Op de vergoeding dient uiteraard nog 9,25% taks gerekend, belasting op belasting dus… Groepsverzekeringen zorgen meestal voor een extralegaal pensioen. De werkgever biedt op deze wijze een bijkomende uitgestelde bezoldiging aan zijn personeel. De bedrijfsleidersverzekering wordt onderschreven door de werkgever die zich wil beschermen tegen de risico’s als gevolg van het wegvallen van een leidinggevende persoon in zijn onderneming. Persoonlijk ken ik geen enkel bedrijf in onze sector die een dergelijke polis heeft afgesloten, maar misschien vergis ik mij en hebben onze werkgevers stiekem zo’n polis afgesloten op ons hoofdje.
[ WETGEVING ]
Een hospitalisatieverzekering is eveneens een gunst van sommige werkgevers t.o.v. hun werknemers. In deze, aanvullende polis bij de groepsverzekering, wordt het ‘niet door het RIZIV gedekte gedeelte’ van de gezondheidszorgen gedekt. Meestal draagt de werkgever een deel van de premie. De ‘aanvullende verzekering tegen ziekte en ongevallen’ dekt het inkomensverlies bij werkonbekwaamheid ten gevolge van een ongeval of ziekte. De verzekering ‘gewaarborgd inkomen’ dekt de daling van de inkomsten bij een ongeval of ziekte. De verzekering ‘gewaarborgd inkomen’ verzekert het slachtoffer van een ongeval of ziekte van een inkomensniveau dat hem de middelen geeft om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
BA camping: lichamelijke schade materiële schade schade zonder ongevalkarakter strafrechterlijke verdediging borgstelling
200.000.000 BF 25.000.000 BF 25.000.000 BF 1.000.000 BF 500.000 BF
31
€ 4.957.870,50 € 619.733,81 € 619.733,81 € 24.789,35 € 12.394,68
Uit recente rechtspraak blijkt dat de hoogte van deze waarborgen wel een absolute must is! Schaderegelaars en makelaars kunnen je een massa verhalen vertellen over schadevergoedingen die door rechtbanken werden uitgesproken. Soms terecht, maar soms … gaat men wel eens uit van ‘sociale rechtspraak’. Vanuit het standpunt van het slachtoffer is dit zeer begrijpelijk, maar soms komt de schuldvraag quasi niet te berde en kan de verzekeraar (en indien je onvoldoende verzekerd bent de verzekeringsnemer) opdraven voor de uitbetaling van een fikse vergoeding.
AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERINGEN Tot deze groep behoort o.m. de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering die wij absoluut niet kunnen missen in onze exploitatie. Volgende verzekeringen horen tot deze groep: • Burgerlijke aansprakelijkheid • Verzekering van de objectieve aansprakelijkheid bij brand of ontploffing Minder voorkomende polissen in de recreatiesector zijn o.m. • Burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders Burgerlijke aansprakelijkheid Er zijn diverse BA-verzekeringen en ze zijn wel degelijk een onmisbare verzekering in onze dagdagelijkse exploitatie. Zo zijn de uitbaters van een camping bijvoorbeeld verplicht een ‘Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering camping’ af te sluiten. Zonder deze verzekeringspolis krijg je zelfs geen exploitatievergunning! Deze BA verzekert u voor de gevolgen van de fouten die je maakt t.o.v. uw klanten. En fouten maken we allen, soms menselijke maar meestal technische fouten. Zo zagen wij dit jaar met eigen ogen onze slagboom rustig naar beneden komen terwijl een klant met de caravan er nog onder stond. Niemand had enige knop aangeraakt, maar ja … de techniek faalt soms. Gelukkig was de schade minimaal. Anders had onze verzekeraar weer een dossier gehad. Maar elke recreatieondernemer sluit uiteraard een ‘Algemene BA’ af. We doorliepen even onze polis om na te gaan welke dekkingen we onderschreven. Zo konden we volgende waarborgen noteren zowel bij de algemene BA als bij de
Van een collega kreeg ik nog een polis doorgespeeld, nl de polis ‘Evenementendekking’. Deze polis werd door betrokkene afgesloten wanneer er voetbalwedstrijden plaatshebben, maar ook bij droppings en andere speciale activiteiten. Persoonlijk geloof ik dat deze polis overbodig is. De dekking van interne en externe activiteiten zou moeten opgenomen zijn in de algemene BA. Aanvullend bij een polis BA is de polis ‘Rechtsbijstand’. Deze polis verzekert u voor de kosten van een geding of andere gerechtskosten. Ons bedrijf sloot deze verzekering af na diverse procedures waarbij wij door de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij niet gehoord werden omwille van het feit dat we geen advocaat inschakelden. Een stuk gereden afsluiting, een beschadigd signalisatiebord enz. zijn meestal onvoldoende om rechtshulp in te schakelen. Maar al die kleine postjes samen lopen uiteindelijk toch wel op. Nu wordt voor elk geval systematisch een advocaat aangeduid die het dossier moet behandelen. De rekeningen gaan naar de verzekeringsmaatschappij. Gewoon het feit dat een advocaat is aangeduid, blijkt nu meestal al voldoende om de schade te vereffenen. De advocatuurkosten bleven dan ook zeer laag. Volgende waarborgen staan ingeschreven in onze polis: rechtsbijstandsverzekering invorderingskosten 500.000 BF € 12.394,68 rechtsbijstandsverzekering onvermogen van derden 500.000 BF € 12.394,68 De kostprijs van de ‘Algemene BA’ wordt door onze verzekeraar berekend op basis van de personeelskost van ons bedrijf. De kostprijs van de BA-camping wordt dan weer berekend op basis van de oppervlakte van de camping en het aantal gebouwen. Hierbij speelt het verwarmingssysteem dan ook nog een rol. De kostprijs van de ‘Algemene BA’ steeg op 10 jaar (1994 – 2003) met 63%, nl. van ± 2.618 euro naar ± 4.258 euro. Uiteraard heeft dit ook te maken met de uitbreiding van de waarborgen en het afsluiten van de aanvul-
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 2004 • nr. 179
32
[ WETGEVING ]
lende polis ‘Rechtsbijstand’. De kostprijs van de ‘BA-camping’ bleef relatief constant, nl. van 362 euro naar 406 euro of een stijging van 12%. Verzekering Burgerlijke aansprakelijkheid camping Zoals gemeld dient elke kampeeruitbater een dergelijke polis af te sluiten. Zonder polis, geen vergunning! Deze polis dekt in normale omstandigheden de aansprakelijkheid van de uitbater t.o.v. zijn cliënteel. Op zich de meest normale zaak van de wereld. Maar soms gaat de polis verder. Zo is er in onze polis een bijzondere bepaling opgenomen die ook de kampeerder verzekert voor bepaalde schadegevallen. Uiteraard dient bij een schadegeval de kampeerder eerst zijn familiale polis aan te spreken. De rest en ook de vrijstelling wordt dan door onze polis gedekt. De kampeerders zijn op deze manier verzekerd voor de materiële schade die zij aanrichten aan de installaties van derden zoals andere kampeerders, maar ook de uitbater. Ook schade aan personen is verzekerd. Uiteraard zijn er enkele belangrijke uitsluitingen. De voornaamste is de schade veroorzaakt door ontploffing. Immers deze schade kan je enkel via een brandpolis verzekeren. De schade aan je eigen familie is uiteraard ook niet verzekerd.
De polis dekt volgende beheerders: • Beheerder in rechte: dit zijn de leden van de raad van bestuur, voor zover deze regelmatig zijn aangesteld overeenkomstig de Belgische wetgeving en de statuten. Het betreft dus de voorzitter van de raad van bestuur, de beheerders - natuurlijke personen en de beheerders – rechtspersonen met inbegrip van hun natuurlijke vertegenwoordigers. • Feitelijke beheerder: dit is elke natuurlijke persoon die door een rechtbank aansprakelijk wordt gesteld als feitelijke beheerder van de verzekeringsnemer of elke natuurlijke persoon die aangesproken wordt voor een professionele fout in het kader van een activiteit van bestuur, beheer of toezicht uitgeoefend met of zonder mandaat of delegatie van bevoegdheid. In ons bedrijf bedraagt de waarborg 619.733,81 euro of 25.000.000 BEF. De kostprijs is afhankelijk van het balanstotaal van de onderneming. Onze polis kost ons jaarlijks ± 812 euro.
Sommige collega-uitbaters bieden hun cliënteel een extra BA-verzekering aan die ze via de uitbater kunnen afsluiten. Hier moet je wel voorzichtig mee zijn. Ten eerste is er reeds de eigen familiale polis (zeker voor de Belgen). Vervolgens is er de problematiek van de koppelverkoop. Er zijn reeds rechtszaken geweest waarbij de koppelverkoop van verzekeringen werd veroordeeld, maar anderzijds zijn er ook al die als ‘toegelaten’ zijn gecatalogeerd (bijvoorbeeld reisverzekeringen). Verzekering van de objectieve aansprakelijkheid bij brand of ontploffing Bij de brandverzekering hoort ook de befaamde ‘Switel’verzekering, nl de ‘verzekering van de objectieve aansprakelijkheid bij brand of ontploffing’ (Wet van 30 juli 1979 en het Koninklijk Besluit van 5 augustus 1991). Deze laatste verzekering dient verplicht afgesloten voor een limitatieve lijst van ‘inrichtingen’. Hiertoe horen o.m. horecazaken, sportzalen, polyvalente zalen enz. De polis is ingevoerd in 1992. Toen kostte ons deze (begrijpbare) verplichting 62,05 euro. Inmiddels is de kostprijs gestegen met 1000% tot 685 euro. Burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders De polis ‘Burgerlijke aansprakelijkheid bestuurders’, ook wel eens ‘Beheerderaansprakelijkheid’ genoemd is een onmisbare polis geworden, alhoewel vele collega’s nog steeds niet over deze polis beschikken. Het doel van deze polis is bestuurders te beschermen tegen eventuele schade waarvoor zij kunnen aangesproken worden omwille van fouten begaan tijdens de uitoefening van hun mandaat. Het kan hier gaan om fouten door vergissingen, onjuiste verklaringen, nalatigheid enz.
Vlaams Tijdschrift voor Sportbeheer 2004 • nr. 179
Wat ons steeds meer opvalt bij de verwerking van ongevallenaangiftes in de diverse polissen die wij afsloten, is dat alles nog steeds via ‘papierwerk’ wordt afgehandeld. Tot op heden kan de aangifte enkel gebeuren via bepaalde standaardformulieren. Alhoewel, er is verbetering op komst! Immers vanaf 01/01/2003 zou het volgens sommige verzekeraars mogelijk zijn een arbeidsongeval elektronisch aan te geven. Dit zou kaderen in het befaamde e-government project. Wij konden echter in de praktijk hiervan niets vaststellen! Bronnen: Ethias Met speciale dank aan Eric Doms, inspecteur bij Ethias Fons Van Bael directeur vzw De Lilse Bergen voorzitter Vlaanderen is Recreatie Trefwoord(en): recreatie, recreatiedomeinen, beheer, verzekering, preventie, veiligheid