Algemene voorwaarden huurcontract van Böcker AG en verbonden ondernemingen / stand maart 2015 1. Algemeen – toepassingsgebied 1.1. Deze Algemene voorwaarden huurcontract van de verhuurder gelden voor alle offertes en huurcontracten voor de verhuur van bouwliften, kranen, werksteigers, meubelliften en verdere apparatuur; uitdrukkelijk wordt de geldigheid van huurvoorwaarden van de huurder afgewezen. 1.2. De Algemene voorwaarden huurcontract gelden ook voor toekomstige contracten over de huur van roerend goed met dezelfde huurder. 1.3. Per geval gemaakte individuele afspraken met de huurder (incl. nevenafspraken, aanvullingen en wijzingen) hebben in ieder geval prioriteit boven deze Algemene voorwaarden huurcontract. 1.4. Juridische verklaringen en mededelingen van de huurder na contractafsluiitng moeten in ieder geval schriftelijk gebeuren. 1.5. Indien niet anders aangegeven, zijn alle huurcontract-offertes van de verhuurder vrijblijvend. 1.6. Onderhavig huurcontract en deze Algemene voorwaarden huurcontract gelden alleen tegenover een ondernemer, een juridische publiekrechtelijke persoon of een publiekrechtelijke stichting. 2. Algemene rechten en plichten van huurder en verhuurder 2.1. De verhuurder neemt de plicht op zich, aan de huurder het huurobject voor de overeengekomen periode ter beschikking te stellen. 2.2. De huurder neemt de plicht op zich, het huurobject alleen voor de bedoelde functies te gebruiken, in het bijzonder de geldende ongeval- en arbeidsvoorwaarden evenals verkeersvoorschriften, vooral wat betreft lading en transport van het huurobject, zorgvuldig aan te houden, de huur volgens contract te voldoen, het huurobject zorgvuldig te behandelen en na afloop van de huurperiode schoon en evtl. volgetankt terug te geven. 2.3. De huurder is verplicht, aan de verhuurder onmiddelijk op aanvraag de standplaats van het huurobject mee te delen evenals alle geplande veranderingen van standplaats cq. plaats van inzet. 3. Ter beschikking stellen van het huurobject, verzuim van de verhuurder 3.1 De verhuurder moet het huurobject in onberispelijke staat, bedrijfsklaar en evtl. volgetankt met de nodige documenten aan de huurder ter beschikking stellen.
3.2 Als de verhuurder bij begin van de huurperiode met terbeschikkingstelling in gebreke blijft, kan de huurder schadevergoeding verlangen wanneer hij hierdoor bewijsbaar schade oploopt. Ongeacht cijfer 5.1 is bij lichte nalatigheid de door de verhuurder te betalen vergoeding voor iedere arbeidsdag hoogstens de huurprijs netto per dag. Na ingebrekestelling met een redelijke termijn kan de huurder van het contract terugtreden, als de verhuurder verder in gebreke blijft. 3.3 De verhuurder heeft bij verzuim ook het recht, dit te verhelpen door de huurder een functioneel gelijkwaardig huurobject ter beschikking te stellen, zover dit van de huurder kan worden gevergd. 4. Gebreken bij terbeschikkingstelling huurobject 4.1 De huurder heeft het recht om het huurobject tijdig voor begin van de huurperiode te bezichtigen en eventuele gebreken te reclameren. De kosten voor onderzoek draagt de huurder. 4.2 Bij terbeschikkingstelling zichtbare gebreken, die het bedoelde gebruik aanzienlijk beperken, kunnen later niet meer worden gereclameerd. Deze moeten direct na de onderzoeking schriftelijk aan de verhuurder worden meegedeeld. Andere reeds bij terbeschikkingstelling aanwezige gebreken moeten direct na ontdekking schriftelijk aan de verhuurder worden meegedeeld. 4.3 De verhuurder moet tijdig gereclameerde gebreken, die bij terbeschikkingstelling aanwezig waren, op eigen kosten verhelpen. Naar keuze van de verhuurder kan hij dit ook door de huurder laten doen, daarbij draagt de verhuurder de nodige kosten. De verhuurder heeft ook het recht, de huurder een functioneel gelijkwaardig huurobject ter beschikking te stellen, zover dit van de huurder kan worden gevergd. De betalingsplicht van de huurder wordt vertraagd voor het aantal dagen, dat contractueel gebruik niet mogelijk was. Voor deze tijd moet de huurder een passend verlaagde prijs betalen. Een slechts zeer geringe mindering in de functionaliteit blijft buiten beschouwing. 4.4 Als de verhuurder een overeengekomen passende tijd ter verhelping van bij terbeschikkingstelling aanwezige gebreken door zijn schuld vruchteloos laat verstrijken, heeft de huurder een recht van terugtreden. Het recht van terugtreden van de huurder bestaat ook in andere gevallen, dat verhelping van bij terbeschikkingstelling aanwezige gebreken door de verhuurder mislukt. 5. Aansprakelijkheidsbegrenzing verhuurder 5.1 Verdergaande aanspraken wegens schadevergoeding, in het bijzonder schadevergoeding voor schade die niet aan het huurobject zelf is ontstaan, kan de huurder alleen verlangen bij * bewuste plichtverzaking door de verhuurder;
* grof plichtverzuim door de verhuurder of bewust of grof plicht verzuim door een wettelijke vertegenwoordiger of hulppersoneel van de verhuurder; * Schuldig plichtverzuim t.a.verhuurder. wezenlijke contractuele plichten, die het doel van het contract bemoeilijken wat typische en voorspelbare schade betreft; * bij schade aan leven en gezondheid van personen, te wijten aan nalatig verzuim van de verhuurder of aan bewust of nalatig verzuim van de wettelijke vertegenwoordiger of hulppersoneel van de verhuurder; * Indien de verhuurder volgens de wettelijke productaansprakelijkheid voor personenof materiële schade aansprakelijk is voor privé gebruikte voorwerpen. Voor het overige is aansprakelijkheid voor schadevergoeding uitgesloten. 5.2 Als door de schuld van de verhuurder het huurobject voor de huurder ten gevolge van ontbrekende of gebrekkige uitvoering van voor of na contractafsluiting liggende voorstellen en adviezen of andere contractuele nevenplichten – in het bijzonder een handleiding voor bediening en onderhoud van het object – niet volgens bestemming kan worden gebruikt, gelden met uitsluiting van verdere aanspraken van de huurder de regelingen van cijfer 4.3, 4.4 en 5.1 overeenkomstig. 6. Huurprijs en betaling, cedering als zekerheid voor de huurschuld 6.1 De berekening van de huur geschiedt op basis van 8 uur werktijd per dag, evenals op basis van een 5-daagse werkweek (maandag – vrijdag). Verdere werkuren, bijvoorbeeld in het weekeind, en ook verzwarende omstandigheden, moeten aan de verhuurder worden meegedeeld. Deze worden extra berekend. 6.2 Indien niet anders opgegeven, gelden alle prijzen plus de wettelijke BTW. 6.3 De verhuurder heeft het recht, van de huurder een passend voorschot op de huurprijs te verlangen – indien overeengekomen de gehele huurprijs vooraf. 6.4 Het recht om betalingen in te houden of met tegenaanspraken te verrekenen heeft de huurder alleen, als zinj tegenvorderingen onbetwist of rechtsgeldig besloten zijn, of in een aanhangige procedure rijp voor beslissing zijn. 6.5 Als de huurder met de betaling van een vervallen bedrag langer dan 14 dagen na schriftelijke aanmaning in gebreke blijft, heeft de verhuurder het recht om het huurobject na aankondiging zonder gerechtelijke tussenkomst op kosten van de huurder, die afhaling en transport mogelijk moet maken, af te halen en daarover anders te beschikken. De aanspraken van de verhuurder op basis van het contract blijven bestaan; echter worden de bedragen, die de verhuurder binnen de overeengekomen contractlooptijd door ander verhuur heeft ontvangen, na aftrek van de voor afhaling en nieuwe verhuur ontstane kosten aangerekend. 6.6 Opeisbare bedragen vallen onder een voor leveringen tussen de contractanten overeengekomen eigendomsvoorbehoud in lopende rekening.
6.7 De verhuurder heeft het recht om van de huurder op ieder moment een passende renteloze borgsom als zekerheid te verlangen. 6.8 De huurder cedeert ten bedrage van de overeengekomen huurprijs onder aftrek van de borgsom zijn aanspraken tegenover zijn opdrachtgever, voor wie hij het huurobject inzet, aan de verhuurder. De verhuurder neemt deze cessie aan. 7. Stilliggingsclausule 7.1 Als het werk op de bouwplaats, waarvoor het huurobject is gehuurd, door omstandigheden waarvoor de huurder of diens opdrachtgever niet verantwoordelijk zijn (bijv. vorst, hoogwater, staking, binnenlandse onrust, oorlogshandelingen, maatregelen van bevoegde instanties) minstens 10 dagen achter elkaar stil ligt, geldt vanaf de 11e kalenderdag de stilleggingsclausule. 7.2 De voor bepaalde tijd overeengekomen huurperiode wordt met deze tijd verlengd. 7.3 De huurder moet voor de stilligingstijd het overeengekoemen percentage van de voor deze tijd overeengekomen maandhuur betalen op basis van 8-urige werkdagen; indien niet anders overeengekomen geldt het gebruikelijke percentage van 75 %. 7.4 De huurder moet zowel de stillegging van het werk als ook de heropname onmiddelijk schriftelijk aan de verhuurder meedelen en de stilliggingstijd op wens door documentatie bewijzen. 8. Onderhoudsplicht van de huurder 8.1 De huurder is verplicht a. het huurobject tegen overbelasting op iedere manier te beschermen. b. het huurobject op eigen kosten vakkundig te onderhouden en te verzorgen c. de nodige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden tijdig aan te kondigen en onmiddelijk door de verhuurder uit te laten voeren. De kosten draagt de verhuurder, voor zover de huurder en zijn hulppersoneel aangetoond hebben, alle nodige zorgvuldigheid te hebben aangehouden. 8.2 De verhuurder heeft het recht, het huurobject ten allen tijde te bezichtigen en na afstemming met de huurder zelf te onderzoeken of door een derde te laten onderzoeken. De huurder is verplicht, de verhuurder cq. diens opdrachtnemer daartoe op iedere manier de mogelijkheid te geven. De kosten van het onderzoek draagt de verhuurder. 9. Aansprakelijkheid van de huurder bij verhuur met bedieningspersoneel Bij verhuur van het huurobject met bedieningspersoneel mag dit bedieningspersoneel alleen voor de bediening van het huurobject worden ingezet, niet voor ander werk. Bij
door het bedieningspersoneel veroorzaakte schade is de verhuurder alleen aansprakelijk, als hij zijn bedieningspersoneel niet correct heeft uitgekozen. Voor het overige is de huurder aansprakelijk. 10. Einde van de huurperiode en teruggave van het huurobject 10.1 De huurder is verplicht, de geplande teruggave van het huurobject tijdig bij de verhuurder aan te melden (vrijmelding) 10.2 De huurperiode eindigt op de dag, dat het huurobject met alle voor inbedrijfname nodige toebehoren correct en volgens contract bij de magazijn van de verhuurder of op een andere overeengekomen plaats aankomt, uiterlijk echter met afloop van de huurperiode, waarbij de laatste bijzin onder cijfer 6.5 geldt. 10.3 De huurder moet het huurobject bedrijfsklaar en evtl. volgetankt en in gereinigde toestand teruggeven cq. voor afhaling ter beschikking stellen; cijfer 8.1 b. en c. gelden overeenkomstig. 10.4 De teruggave moet tijdens de normale bedrijfsuren van de verhuurder zo tijdig gebeuren, dat de verhuurder het huurobject nog op die dag kan controleren. 11. Verzuim van de onderhoudsplicht 11.1 Als het huurobject in een toestand wordt teruggegeven waartuit blijkt, dat de huurder zijn onderhoudsplicht volgens 8.1 niet heeft vervuld, is de huurder als vergoeding tot het eind van de onderhoudswerkzaamheden verder de huurprijs volgens het contract verschuldigd. 11.2 De omvang van het onderhoudsverzuim en de beschadigingen moet aan de huurder worden meegedeeld, zodat hij die nog kan controleren. De kosten voor het verhelpen van deze gebreken en schade moet de verhuurder de huurder als geraamde kosten zover mogelijk vóór begin van deze werkzaamheden meedelen. 11.3 De correcte teruggave van het huurobject geldt als door de verhuurder erkend, als zichtbare gebreken bij tijdige teruggave volgens cijfer 10.4 niet onmiddelijk cq. overige gebreken niet binnen 14 kalenderdagen na aankomst op de plaats van bestemming worden gereclameerd. 12. Verdere plichten van de huurder 12.1 De huurder mag het huurobject zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder vooraf niet ter beschikking stellen of rechten in het kader van dit huurcontract cederen, noch anderszins derden rechten aan het huurobject toespreken.
12.2 Mocht een derde door beslag, pand of andere zakelijke rechten aanspraken op het huurobject doen gelden, is de huurder verplicht, dit de verhuurder onmiddelijk schriftelijk en ook vooraf mondeling mee te delen. Tevens is de huurder verplicht, dit de verhuurder onmiddelijk schriftelijk en aantoonbaar aan bedoelde derde mee te delen. 12.3 De huurder moet geschikte maatregelen ter bescherming van het huurobject tegen diefstal treffen. 12.4 De huurder moet alle ongevallen onmiddelijk schriftelijk aan de verhuurder meedelen en instructies van de verhuurder afwachten. Bij verkeersongevallen en bij de verdenking op strafbare feiten (bijv. diefstal of vernieling) moet de politie worden ingelicht. 12.5 Mocht de huurder toerekenbaar in strijd met de onder cijfer 12.1 tot 12.4 genoemde bepalingen handelen, moet hij aan de verhuurder alle schade vergoeden, die daardoor mocht ontstaan. 13. Opzegging 13.1 a. Opzegging van een huurcontract voor bepaalde tijd is in principe voor geen der beide partijen mogelijk. b. Hetzelfde geldt voor de minimumperiode bij een voor onbepaalde tijd afgesloten huurcontract. Na afloop van deze minimumperiode heeft de huurder het recht, het voor onbepaalde tijd afgesloten huurcontract met een termijn van een dag op te zeggen. c. Bij een voor onbepaalde tijd afgesloten huurcontract bedraagt de opzeggingstermijn 1 dag, als de huurprijs per dag 2 dagen, als de huurprijs per week 1 week, als de huurprijs per maand is overeengekomen. 13.2 De verhuurder heeft het recht, het huurcontract na aankondiging zonder termijn op te zeggen a. in het geval van cijfer 6.5; b. als na afsluiten van het huurcontract voor de verhuurder duidelijk wordt, dat zijn aanspraak op de huur wegens geringe solventie van de huurder in gevaar is; c. als de huurder zonder toestemming van de verhuurder het huurobject of delen ervan niet volgens bestemming gebruikt of deze zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder vooraf naar een andere plaats buiten het land van de verhuurder verplaatst. d. bij overtreding van de bepalingen volgens cijfer 8.1 of 12.1. 13.3 Als de verhuurder van zijn opzeggingsrecht volgens cijfer 13.2 gebruik maakt, wordt cijfer 6.5 in verbinding met cijfer 10 en 11 overeenkomstig toegepast.
13.4 De huurder kan het huurcontract na aankondiging zonder termijn opzeggen, als gebruik van het huurobject op langere termijn vanwege redenen van de kant van de verhuurder niet beschikbaar is. 14. Verlies van het huurobject 14.1 Mocht de huurder toerekenbaar of om technisch dwingende redenen niet in staat zijn om het huurobject volgens cijfer 10.3 terug te geven, is hij verplicht om schadevergoeding te betalen. 15. Toe te passen recht, bevoegde rechtbank 15.1 Op onderhavig huurcontract is het recht van de Bondsrepubliek Duitsland van toepassing. 15.2 Plaats van vervulling voor alle prestaties in samenhang met dit huurcontract is de vestigingsplaats van de verhuurder, de vestigingsplaats van zijn filiaal of de vestigingsplaats van de concernonderneming, die het huurcontract afgesloten heeft. 15.3 Als de huurder een onderneming, publiekrechtelijk persoon of een publiekrechtelijke stichting is, is de bevoegde rechtbank voor alle geschillen, die direct of indirect ontstaan in het kader van het huurcontract, de instantie in de vestigingsplaats van de verhuurder – of naar zijn keuze – de vestigingsplaats van zijn filiaal of de vestigingsplaats van de concernonderneming, die het huurcontract afgesloten heeft. De verhuurder kan echter ook het voor de huurder bevoegde gerecht inroepen. 15.4 Mochten bepalingen van dit contract momenteel of toekomstig geheel of gedeeltelijk niet rechtsgeldig of realiseerbaar zijn, dan mag hierdoor de geldigheid van de overige bepalingen van dit contract niet worden beïnvloed.