Stageverslag Internationale stage Londen 2012-2013
Naam: Esmee Kramer Studentnummer: 10012478 Klas: HDT-3G Datum: 18 maart 2013
Inhoudsopgave
Pagina
Inleiding……………………………………………………………………2 Beschrijving van de stage……………………………………………….3 t/m 6 Logboek stage…………………………………………………………… 7 en 8 Competentie-ontwikkeling………………………………………………9 t/m 13 Stage-opdrachten………………………………………………………..14 t/m 23 Reflectie stage……………………………………………………………24 Feedback stagebegeleider……………………………………………..25 Reflectie…………………………………………………………………..26 Literatuurlijst………………………………………………………………27 Bijlagen……………………………………………………………………28 t/m 30
1
Inleiding Dit verslag betreft een reflectie over mijn ontwikkelingen in mijn internationale stage in het Royal Free Hospital in de Tissue Viability. Ik wilde mij meer verdiepen in de medische kant van Huidtherapie. Daarom heb ik gekozen voor deze stage omdat deze stage gespecialiseerd is in het geven van wondzorg. Ik ben samen met Claudi en apart meegelopen met wondverpleegkundigen Jemell, Amanda en Elly. Jemell was het hoofd van de Tissue Viability en tegelijkertijd ook onze hoofd stagebegeleider. Ik heb de 2 weken als zeer leerzaam ervaren en dit zal u ook teruglezen in het verslag. In dit stageverslag kunt u mijn uitgewerkte vooraf voorgenomen leerdoelen lezen, de vorderingen die ik heb gemaakt en de stage-opdrachten lezen. Esmee Kramer
2
Beschrijving van de stage Organisatie: De internationale stage; Royal Free Hospital te London Het Royal Free Ziekenhuis is opgericht in 1828 om te voorzien in vrije zorgverlening voor mensen die zorg niet konden betalen. De naam ‘Royal’ heeft het Ziekenhuis gekregen van de koningin Victoria in 1837 als onderscheiding voor de zorg dat het ziekenhuis had geboden voor cholera patiënten. In april 1991 werd het ziekenhuis één van de eerste ziekenhuis gefundeerd door een fonds. De volledige naam van het ziekenhuis werd, The Royal Free Hampstead NHS Trust. Het Royal Free is een groot Ziekenhuis en heeft ongeveer 800 bedden. Het Royal Free ziet per jaar ongeveer 700.000 patiënten en er zijn rond de 4600 mensen werkzaam. Het Royal Free bevat verschillende afdelingen zoals; alle branches van chirurgie en medicijnen, ambulance, kindergeneeskunde, zorg voor oudere mensen, een psychologie afdeling en een hoog beveiligde infectie ziekten afdeling. Het ziekenhuis bestaat uit twaalf verdiepingen. De eerste vier verdiepingen naar klinieken waar patiënten van buitenaf op afspraak langs kunnen komen. Van verdieping vier tot en met twaalf zijn het afdelingen met opgenomen patiënten. Elke verdieping is verdeeld in noord, oost, zuid, west. Het Ziekenhuis bevat een medische school waar ook medisch onderzoek wordt gedaan. Het Royal Free wordt gezien als een leerziekenhuis en is ook geïnteresseerd in internationale studenten. Als student huidtherapie solliciteer je voor een plek op de afdeling Tissue Viability. Het team bestaat uit zes dames. De stage begeleidster is Jemell Geraghty, zij is de hoofd wond verpleegkundige. Haar manager op de Tissue Viabillty is Lesley Mattin. Zij werken samen met vier andere specialisten op hun afdeling. Zij heten Amanda, Elly, Hannah en Philomena. Zij zullen allemaal betrokken zijn bij de plaatsing van een student. Wat is nu de Tissue Viability? Dit team houd zich bezig met de verzorging van wonden en dan speciaal chronische wonden. Onder chronische wonden vallen ulcera en decubitus. Tijdens de twee weken met het team zal je meegenomen worden naar de afdelingen met opname patiënten en naar de kliniek gedeelten om patiënten met een variatie aan wonden te bekijken en te behandelen. Een accommodatie wordt niet aangeboden door het ziekenhuis, maar zal zelf geregeld moeten worden. Het ziekenhuis bevindt zich in het noorden van London. Wanneer er een accommodatie gezocht wordt kan dit het beste gedaan worden in het noorden van London. Het gebied heet Edgware en het dichtstbijzijnde metro station is Belsize Park. Tijdsduur van de plaatsing is twee weken oftewel tien werkdagen. Contactpersoon: Jemell Geraghty, afdeling Tissue Viability
[email protected] tel: 0207-794-0500
De stageperiode was vanaf maandag 11 februari 2013 tot en met vrijdag 22 februari 2013.
3
Structuur van de organisatie: Organogram Directeur van het ziekenhuis.
Medische directie
Verpleegkundig e directie
Financieel manager
HR, Human Resource Manager
Paramedische afdelingen
Artsen Apotheek
Paramedische diensten
* Hoofd verpleegkundige * Gespecialiseerde verpleegkundige * Huishoudelijk personeel * Coördinator van de vrijwilligers * Activiteiten begeleiding
* Algemeen service manager * Team onderhoud en logistiek * Portier service * Transport service *Beveiliging
* P&O *Kostenziekenhui s
* Winkels
De structuur van de organisatie is in grote lijnen hetzelfde opgebouwd als in Nederland. Wel is het zo dat er ook verdiepingen zijn waar alleen maar ‘’kantoormensen’’ werken. Die doen al het andere werk wat het medische personeel niet doet. Dit is in Nederland natuurlijk ook zo, maar in dit ziekenhuis viel het mij erg op hoeveel verschillende soorten mensen er werken in 1 ziekenhuis. Deze aantallen lagen veel hoger dan dat je in Nederland zou zien. Het is dan ook zo dat sommige werknemers elkaar helemaal niet kennen terwijl ze in het zelfde ziekenhuis werken. Iedereen heeft een eigen taak voor een bepaalde afdeling. Verder is de hierachie hetzelfde als in Nederland, ieder personeelslid heeft weer een baas boven zich, die ook weer een baas boven zich heeft etc. Iedere afdeling, bijvoorbeeld de verpleegkundige directie of medische directie zijn onderling ook weer met elkaar verbonden voor multidisciplinaire samenwerking. Het ziekenhuis had 12 verdiepingen die onderverdeeld waren in Noord,Oost,Zuid en West. Vanaf de 3e verdieping waren er ook afdelingen (wards). Het kantoor van de Tissue Viability zat altijd op de 3e verdieping, daar vind alleen het administratiewerk plaats. Verder lopen de wondverpleegkundigen overal in het ziekenhuis rond en op maandag is het altijd clinicdag (polikliniek).
4
Cultuur van de organisatie: De manier van samenwerken gaat er wel anders aan toe dan in Nederland. Het viel mij op dat er veel besproken werd pas op het moment zelf als de wondverpleegkundige de patient gingen behandelen. De wondverpleegkundige werkt samen met de senior en junior verpleegkundigen. Vaak ging het zo dat als de wondverpleegkundige op de afdeling kwam, altijd eerst de seniorverpleegkundige aansprak over hoe het ging met de desbetreffende patient. En daarna pas de junior verpleegkundige die ‘’zorgt’’ voor de desbetreffende patient. Dat verliep vrij rommelig allemaal omdat er veel mensen op een afdeling rondlopen of bezig waren waardoor de wondverpleegkundige moest wachten totdat hun klaar waren. Dit is niet een gestructureerde manier van samenwerken zoals ik in Nederland gezien heb. Vaak werd de junior verpleegkundige ook aangesproken door de wondverpleegkundige omdat het wondbehandelplan niet goed is opgevolgd of goed heeft bijgehouden wat de wondverpleegkundige had opgestelt voor de patient. Hierdoor kan de wondverpleegkundige niet voor optimaal resultaat zorgen. De wondverpleegkundige vertelde ons ook dat dit zeer vermoeiend samenwerken is als een verpleegkundige het wondbehandelpan niet of amper uitvoert. De communicatie verloopt hierdoor ook moeilijker waardoor er wel is miscommunicaties ontstaan tussen een verpleegkundige en een wondverpleegkundige. Communicatie verloopt verder via het patientendossier. Iedere arts, fysiotherapeut, dieetist en wondverpleegkundige schrijft op wat hij of zij gedaan heeft. Elke keer als de desbetreffende discipline een patient gaat behandelen wordt het patientendossier erbij gepakt en wordt er gelezen wat er in de tussentijd is gebeurt en gedaan met de patient zodat iedereen op de hoogte is van de ontwikkelingen van de patient. De overlegmomenten tussen een wondverpleegkundige en andere disciplines, zoals een arts of verpleegkundige vind meestal plaats in de kamer van een patient. Dit vond ik vrij opvallend want in Nederland zijn hier speciale overlegmomenten voor en de patient is dan niet aanwezig bij het gesprek. We vroegen ook of dit altijd zo is en meestal is dit wel het geval door tijdgebrek. Soms vinden er overlegmomenten plaats maar dit gebeurt alleen bij moeilijkere en complexe gevallen. Typering van patienten: De patienten in het Royal Free Hospital zijn over het algemeen ontzettend vriendelijk en beleefd. Alle patienten hadden er geen enkele moeite mee als we bij hun op de kamer kwamen en vonden het juist heel leuk om Nederlandse studenten te ontmoeten en even een praatje mee te maken , hoe ziek ze soms ook waren. Met uitzondering van de alcohol en drugsverslaafde patienten ,deze patienten waren niet zo spraakzaam en aardig maar dit zeiden de wondverpleegkundigen ook al van tevoren dat we dit konden verwachten. Wat mij het meest is opgevallen is dat de wondverpleegkundigen ontzettend liefdevol met de patienten omgaan, dit heb ik eerder nog nooit gezien. Ook in de Clinic( polikliniek) die elke maandag is, stonden alle patienten voor ons open en hebben we met paar patienten leuke en interessante gesprekken gevoerd. Over het algemeen toonden de patienten allemaal interesse in onze opleiding. Michael, een patient die 2x in de week langskwam, heeft zelfs foto’s van ons gemaakt tijdens het behandelen en voor ons uitgeprint. Dit vond ik heel warm en attent van iemand die ons eigenlijk amper kent. Dit zegt voor mij al genoeg over de beleefdheid en vriendelijkheid van de Engelse patienten. Internationale context; Engeland en Nederland: Het verschil in de gezondheidszorg in Engeland in vergelijking met Nederland is groter dan ik van tevoren had gedacht. Toen ik voor het eerst in het ziekenhuis kwam en mee ging lopen met de wondverpleegkundigen keek ik echt me ogen uit. Het ziekenhuis is vrij oud en alles wordt daar ook nog op een ouderwetse manier gedaan. Dit had ik niet gedacht in een wereldstad als London. Alle patientendossiers worden nog geschreven, terwijl dit hier in Nederland allemaal digitaal gaat. Alles wordt nog handgeschreven door de wondverpleegkundigen. Dit kost dan ook enorm veel tijd. Er wordt ook nog veel gefaxt als er bijvoorbeeld een aanvraag voor een patient met een wond wordt gedaan door de verpleegkundigen, terwijl dit in Nederland ook allemaal digitaal gaat. Ook is het zo dat de artsen in gewone maar wel nette kleren rondlopen. Deze hebben geen jasje aan. Verder 5
lopen er ontzettend veel verschillende werknemers in verschillende kleuren jasjes op een afdeling, dit maakt het dan ook heel druk, hectisch en ongestructureerd. Uit ervaring weet ik dat op een afdeling in Nederland er nooit zoveel mensen op een afdeling lopen en iedereen in het wit loopt op een afdeling. Dit was voor mij wel een enorm verschil en iets waar ik moeilijk aan kon wennen. Door alle drukte en hectiek op de afdelingen lagen er ook allemaal dossiers en mappen door elkaar heen en was er altijd maar 1 telefoon beschikbaar. De artsen hebben ook geen eigen werkkamer , iets wat je in Nederland wel hebt. De manier van behandelen van een wond werd heel professioneel gedaan. Veel van de producten gebruiken wij ook in Nederland. Ik vind dat je daarom als huidtherapeut heel veel kan leren van Engelse wondverpleegkundigen want ze leveren wel een goed stuk kwaliteit af zowel in het omgaan als het behandelen van een patient. Ik denk wel dat zij iets van ons kunnen leren als het gaat om efficient en snel werken. Op elke afdeling moesten ze altijd een trolley pakken en producten voor de desbetreffende patient. Vaak was er dan iets niet en dan duurde het alleen maar langer. Het leek mij en Claudi veel handiger om altijd een karretje met alle producten overal mee naar toe te nemen, dit levert enorm veel tijdwinst op. Ze nemen enorm lang de tijd voor een patient, wat voor mij nog wel het grootste verschil van alles was. In Nederland moet alles in een snel tempo worden gedaan, wat soms ten koste kan gaan van de kwaliteit en het contact met de patient. Dat heb ik wel gerealiseerd na deze stage.
6
Logboek stage Tissue Viability
7
8
Competentie-ontwikkeling: De competenties die ik voorafgaand de stage had opgestelt zijn: Leerdoel 1 Ik wil mijzelf breder ontwikkelen in het spreken van de Engelse taal en dan met name de medische Engelse taal. PPP: Omgang met anderen, gericht op de communicatieve en coöperatieve competenties. Introductie Ik heb in het begin van dit schooljaar een minor gevolgd waarin het lezen van medische Engelse literatuur voorkwam. Ik had toen al als doel om mijzelf hierin meer te ontwikkelen omdat ik het best lastig vond om een Engels medisch artikel te lezen en hierover in het Engels te praten. Ik vind dat ik mijzelf wel al meer ontwikkelt heb door het volgen van deze minor. Ik heb de toets dan ook met een 8 behaald. Toch vond ik dat mezelf hier nog meer in kan ontwikkelen, en dan met name het spreken van (medische) Engelse taal. Ik wilde dit graag wat vloeiender kunnen doen. Dit heb ik dan ook tijdens deze stage zeker kunnen doen. Voornemens Mijn voornemens voor dit leerdoel waren dat ik mijzelf zou verdiepen in de Engelse medische literatuur en een Engels woordenboek zou meenemen. Het verdiepen in de Engelse medische literatuur heb ik wel gedaan maar door alle drukte,geregel en toetsweek vooraf heb ik hier niet voldoende aan kunnen werken. Ik heb wel een Engels woordenboek meegenomen. Het vragen om feedback en herhaling heb ik gedaan aan zowel de stagebegeleiders als Claudi. Proces De eerste dagen vond ik het best even wennen om alles goed te kunnen bijhouden en te verstaan omdat er in veel verschillende Engelse accenten wordt gesproken. Na enkele dagen had ik echt idee alsof ik al lang in het ziekenhuis werkte en werd het ook makkelijker om Engels te praten. In de 2e stageweek ging het al veel makkelijker en merkte ik ook dat ik zelfs Engels ging praten als ik niet op stage was. Het medisch Engels praten ging daardoor ook beter, al vind het ik nog steeds wel lastig om op bepaalde woorden te komen of goed te kunnen uitspreken. Gelukkig hielpen de stagebegeleiders ons ook in het uitleggen of herhaalde iets voor mij als ik het even niet begreep. Dit hielp mij wel in het ontwikkelen van mijn leerdoel. Resultaat Mijn Engelse taalvaardigheid is enorm voorruitgegaan na deze stage. De voorruitgang is dat ik makkelijker uit me woorden kan komen tijdens een gesprek. Ik ben zekerder geworden wat betreft het Engels communiceren, dit komt ook door de positieve en leuke omgang met de stagebegeleiders. Ik had van tevoren gedacht dat ik er meer moeite mee zou hebben maar uiteindelijk is dit wel meegevallen. De stagebegeleiders gaven ook ons ook complimenten over ons Engels en vroegen waar we dit geleerd hadden. Dit is ook terug te lezen in het feedbackformulier. Af en toe zei ik wel is een Engelse zin in een verkeerde volgorde maar hier konden ze wel om lachen en verbeterde mij hierin. Als ze dat deden onthield ik het wel meteen voor de volgende keer. Wat betreft de medische Engelse taal hebben de stagebegeleiders mij hierin goed geholpen. Ze vroegen ons bijvoorbeeld lichaamsdelen in het Engels te benoemen en door eerst zelf na te denken en daarna pas antwoord te krijgen van hun sloeg ik het veel sneller in me geheugen op. Als ik terugkijk vind dat ik mijzelf goed heb kunnen ontwikkelen in het communieren van Engelse (medische) taal voor zover dit in 2 weken kon.
9
Leerdoel 2 In de rol van de huidtherapeut als behandelaar, wil ik tijdens mijn internationale stage mijzelf meer kunnen ontwikkelen in de verschillende behandelingen van wondzorg. Dit wil ik gaan doen doormiddel van observatie van de wondverpleegkundige. Competentie gebied nummer 5; De huidtherapeut voert het behandelplan uit,beoordeelt de effectiviteit van de behandeling, evalueert de behandeling met de patiënt en stelt het behandelplan zo nodig bij. Introductie Ik wilde meer leren over wondzorg omdat ik dit bijna niet in de praktijk had gezien. Ik had alleen drie praktijk- en theoretische lessen gehad. Ik vond dat ik mijzelf hier nog veel meer in kon ontwikkelen als het gaat om verschillende behandelingsmethodes en ook onderscheid kon maken in verschillende soorten wonden. Dit kan je namelijk alleen in de praktijk meemaken en daarom was deze stage dan ook een uitkomst hiervoor. Door hierover meer te hebben geleerd weet ik beter welke soort wondbehandeling ik kan toepassen bij een patiënt. Voornemens -Ik heb het WCS wondenboek doorgenomen voorafgaand de stage, zodat ik voorbereid mijn stage kon beginnen. -Ik heb belangrijke punten opgeschreven uit het wondenboek en dit meegenomen naar mijn stage om het verschil te meten tussen Nederlandse en Engelse wondzorg. -Ik heb voorafgaand de stage de wondverbanden doorgenomen. -Het vragen om feedback bij de stagebegeleider en Claudi heb ik veel gedaan. Claudi had namelijk ook al veel wonden gezien tijdens haar verpleegkundige opleiding dus zij kon mij soms ook wat uitleggen. Proces Ik ging goed voorbereid mijn stage in. Mede doordat ik mijn voornemens ook daadwerkelijk had uitgevoerd. Ik was wel heel benieuwd hoe een wond er uit zou zien. Ik had namelijk nog nooit echt een wond gezien. De eerste dag was meteen ook de drukste dag van de week. Het was even inkomen hoe de werkwijze precies ging maar dat wende al snel. Ik werd al vrij snel in het diepe gegooid en mocht meteen verbanden van benen eraf halen en de benen insmeren met een creme en moisturizer. Dit is de standaard werkwijze van de clinicdag(polikliniek). Geleidelijk aan mochten we steeds meer doen, dit vond ik spannend maar ook heel leuk en uitdagend om te doen. Uiteraard wel onder supervisie van de stagebegeleidsters. Toen begon ik echt kennis te maken met verschillende wondbehandelingen. Ook op de afdelingen heb ik bijna elke dag een andere soort wond en behandelmethode gezien. Het zwachtelen en verbinden heb ik in de laatste week gedaan onder supervisie.Tijdens de stage heb ik paar keer een behandelplan opgesteld nadat ik een patient gezien had en dit werd dan gecontroleerd door de stagebegeleider. Daarnaast werd mij voorafgaand de behandeling gevraagd wat voor verschijnselen ik zag en wat voor soort wond het was. Ik heb tijdens de gehele stage om feedback gevraagd als ik een patient behandelde zodat ik zeker wist of ik het goed deed. Ik heb een voorbeeld van een wondbehandelplan ook mee genomen naar huis. Resultaat Het resultaat is dat ik nu kan zeggen dat ik tijdens de 2 weken stage letterlijk tientallen verschillende soorten wonden en wondbehandelingsmethoden heb gezien en dat ik daardoor een stuk wijzer ben geworden betreft mijn leerdoel. Ik heb gezien dat deze stage dé stage is als het gaat om wondzorg. Zelfs in Nederland denk ik niet dat ik zulk soort verschillende wonden en wondbehandelingen had kunnen zien.(dit ook gehoord uit de verpleegkundige ervaring van Claudi.) Dit omdat Londen zo groot is met zoveel verschillende soorten mensen en wondproblemen. Ik merk dat ik heel veel geleerd hebt omtrent wondzorg. Als ik het bijvoorbeeld vergelijk met de 1 e en 2e week, merkte ik dat ik in de 2e week sneller zag wat 10
voor soort wond het kon zijn en wat voor soort wondbehandeling het zou moeten krijgen. Op de afdelingen moesten we ook altijd de wondproducten pakken en ik merkte dat ik sneller wist wat ik moest pakken in vergelijking met de 1e week. Hetgeen wat ook veel geholpen heeft in het ontwikkelen van mijn leerdoel is dat de stagebeleider mij zelf na liet denken over bepaalde wonden en behandelingen. Ik werd daardoor bewust van mijn denken en doen. Het meehelpen in de wondbehandeling is voor mij dan ook een grote voorruitgang geweest, ik heb nu veel meer ‘’the feeling’’ wat ik als huidtherapeut kan betekenen voor mensen met wonden. Ondanks de 2 weken stage vind ik dat ik zeer gegroeid bent in mijn leerdoel.
Hier liepen we mee op de afdeling ICU, Intensive Care Unit. Dit was de enigste gerenoveerde, moderne, afdeling in het Royal Free Hospital.
11
Leerdoel 3 In de rol van de huidtherapeut als ondernemer, wil ik mijzelf meer ontwikkelen in het werken met andere ( internationale) professionals en de verschillen hiervan in te zien, zodat ik dit kan toepassen bij de ontwikkeling van mijn beroep als huidtherapeut. Competentie gebied nummer 9, De huidtherapeut organiseert het eigen werk effectief en doelmatig, en werkt samen met werknemers, collega’s en andere professionals in de zorgverlening. Introductie Ik heb tijdens mijn keuzestage meegelopen met verschillende professionals zoals verschillende huisartsen, verpleegkundigen en een manager. Ik heb daarin gezien hoe deze te werk gaan en hoe deze multidisciplinair samenwerken. Ik vind het belangrijk om bij te dragen aan de beroepsontwikkeling van de huidtherapeut. Daarbij hoort ook innoveren en ondernemen. Door het zien en werken met internationale professionals zie ik hoe deze met elkaar overleggen en discussiëren. Door de verschillen te zien en mee te maken, kan ik dit zelf toepassen in mijn beroepsontwikkeling. Dit zal dan met name gericht zijn op wondzorg. Voornemens Ik had als voornemen om te kijken welke discplines samenwerken met betrekking tot wondzorg. Dit heb ik gedaan door het WCS wondenboek in te lezen en informatie op internet op te zoeken. Daarnaast wilde ik mijn kennis meenemen en vergelijken met de multidisciplinaire samenwerking rondom wondzorg in Nederland en Engeland. Proces De volgende disciplines werken samen rondom de zorg van een wond: • Wondverpleegkundige • Voedingsdeskundige • Fysiotherapeut • Ergotherapeut • Verpleegkundige • Behandelend arts • Surgical appliances( afdeling voor o.a. therapeutische elastische kousen) Tijdens de stage heb ik paar een keer een multidisciplinair overleg meegemaakt. Deze gesprekken vonden plaats in de kamer van patienten. Dit vond ik vrij bijzonder om mee te maken. Ik ben gewend dat ieder voor zich zijn behandelplan voorlegt en dat daarna de disciplines een overeenstemming gaan maken. Daarnaast vond ik het heel bijzonder dat het overleg in de kamer van de patiënt plaatsvond. In Nederland komen de disciplines altijd bij elkaar op een bepaald moment van de week en bespreken dan alle patienten. Hier werd alles tussen de bedrijven door gedaan. Daarnaast wordt het overleg gedaan waar de patient bij is, in Nederland gebeurt dit niet. Dit wordt altijd apart met de patient besproken. Ik vond het niet gestructureerd en professioneel overkomen. Vaak was het ook zo dat het heel lang duurde voordat er een arts kon komen, waardoor de wondverpleegkundige lang moest wachten en niks kon gaan behandelen. Dit gebeurde als er complicaties waren opgetreden. De arts moest dan een ander behandelplan gaan bedenken en voorleggen aan de wondverpleegdkundige. Verder hebben we ook 2 uurtjes meegelopen bij de afdeling Dermatologie en dan gericht op fototherapie. Een junior verpleegkundige dermatologie heeft ons uitgelegd hoe fototherapie werkt en wat de indicaties zijn voor deze therapie. Er liep een dermatoloog in opleiding mee, deze man was zeer geintresseerd in ons vakgebied. We hebben dan ook op aanvraag het emailadres achtergelaten van Martijn Verheus.
12
Resultaat Een overzicht van wat de taken zijn van de verschillende disciplines rondom wondzorg: Wondverpleegkundige -Stelt een wondverzorgingsplan op voor de patiënt en schakelt de benodigde disciplines in. En komt wekelijks of dagelijks langs de patiënt voor de wondcontrole. Voedingsdeskundige -Een dieet samenstellen om de wondgenezing te bevorderen. Ergotherapeut -Zorgt voor aanpassingen zoals: een decubitusmatras, een goed zitkussen etc. Verpleegkundige -Dagelijkse wondcontrole/verzorging en rapportage hiervan. Behandelend arts -Heeft de supervisie en besluiten maken voor bijvoorbeeld een operatie. Surgical Appliances -Eventueel aanmeten van een TEK kous als dat nodig is. Deze taken zijn hetzelfde als in Nederland, het verschil tussen de twee landen is de manier van samenwerken rondom wondzorg. Ik heb niet alle disciplines bij elkaar gezien tijdens mijn stage. Ik heb alleen overlegmomenten gezien tussen artsen, verpleegkundigen, voedingsdeskundigen en/of wondverpleegkundigen. Na deze overlegmomenten gezien te hebben kan ik wel zeggen dat de multidisciplinaire samenwerking er in Nederland gestructureerder en professioneler aan toe gaat. Toch heb ik wel gezien hoe het gaat tussen een arts en wondverpleegkundige en wat belangrijke momenten zijn om er een arts bij te halen. Door dit gezien te hebben heb ik mij meer kunnen ontwikkelen in multidisciplinaire samenwerking. Ik heb gezien dat als ik als huidtherapeut ga werken met wondpatienten het belangrijk is om een bepaalde bevoegdheidgrens te hebben. Dit kan je dan overdragen en bespreken met andere disciplines en dat is voor mij multidisciplinair samenwerken.
Dit was met Jemell Geraghty op de Clinic, onze stagebegeleider en hoofdwondverpleegkundige.
13
Stage-opdrachten Stageopdracht 1 Macroniveau: Het gezondheidsysteem Beschrijf twee verschillen en twee overeenkomsten van het gezondheidszorgsysteem in Nederland ten opzichte van het land waar je stage loopt -Verschil 1: In Engeland wordt er na de betreffende indicatie naar het inkomen gekeken. Daaruit wordt er een eigen bijdrage opgesteld. In Nederland wordt de zorg waarvoor je een indicatie hebt vergoed. Patiënten betalen een gedeelte mee in de vorm van een eigen bijdrage. -Verschil 2: In Engeland geldt er een postcodesysteem, hoe rijker de gemeente waarin je woont, hoe makkelijker het is om aanpassingen te krijgen in je huis of om aan een rollator te komen. In Nederland is dit niet het geval, de drempel voor langdurige zorg is bij ons laag in vergelijking tot Engeland. In Engeland moet je er slechter aan toe zijn om ondersteuning te krijgen. Dit bleek ook uit het interview met Amanda, 1 van de wondverpleegkundigen waar wij mee samenliepen. Zij betreurde het ook dat het soms zo ver moet komen wil er iets gebeuren. -Overeenkomst 1: De indicatiestelling is hetzelfde in zowel Engeland als Nederland. -Overeenkomst 2: Engeland en Nederland zitten beide in een overgang naar zorg die meer overgaat op het persoonsgebonden budget. Dit geeft meer keuzevrijheid en zelfstandigheid naar de patiënt toe.1 Wij vinden dit dan ook een goede overgang omdat de patient dan zelf kan bepalen wat voor zorg hij of zij nodig heeft en er hierdoor onnodige kosten worden voorkomen. Beschrijf de financiering van de gezondheidszorg in het land waar je stage loopt. Is er bijvoorbeeld een sociaal verzekeringsstelsel? Wat is de rol van de overheid? Wat is het effect van de marktwerking? Etc. In het Engelse zorgstelsel staat het stelsel van de NHS(National Health Service) centraal. 2 Dit wordt vrijwel geheel gefinancierd vanuit de rijksoverheid, de directe verantwoordelijkheid valt onder de Ministery of Health. De NHS geldt voor alle eerste- en tweedelijnszorg. De NHS wordt voornamelijk gefinancierd uit de belastingen. (76%; hoofdzakelijk inkomstenbelasting), maar ook vanuit nationale verzekeringen (19%) en eigen bijdragen (5%) (Boyle, 2008). Met uitzondering van deze 5% eigen bijdragen (voor bepaalde medicatie en oog- en tandheelkundige voorzieningen), is de NHS gratis toegankelijk voor iedereen die aan de Britse ‘residency requirements’ voldoet. Dit houdt in dat iemand een vast verblijfplaats in Engeland moet hebben. Voor de rijke bevolking bestaat er een private health care. Dit kan een aparte afdeling zijn maar ook een kleiner ziekenhuis. De patiënten worden hier sneller geholpen. Uit het interview is ook gebleken dat de patienten die meer betalen ook een eigen dokter krijgen toegewezen zolang je in het ziekenhuis verblijft. Bij de ‘’armere’’ afdelingen krijgt iedere patient steeds een andere dokter elke dag.
1
Langerveld L (2011). Het zorgstelsel in Nederland: we doen het zo slecht nog niet! Opgeroepen op 8 maart 2013, http://www.plusonline.nl/geldenrecht/artikelen/artikel/2331/het-zorgstelsel-in-nederland-we-doenhet-zo-slecht-nog-niet 2 Trimbos instituut (2011). Ambulante zorg en maatschappelijke ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen; in vergelijking van nationaal beleid en zorgstelsels in Nederland, Engeland en Denemarken. Opgeroepen op 8 maart 2013, http://www.trimbos.nl/~/media/Files/Inkijkexemplaren/AF1125%20GGZ%20Trendrapportage%202011 %20deel%201.ashx
14
Is de instelling waar je werkt een non-profit organisatie of een profit-organisatie en beschrijf wat dat betekent voor de overheid, de instelling en patiënten. Het Royal Free Hospital is een non-profit organisatie. Dit betekent dat het ziekenhuis geen winst mag maken aan het behandelen van patienten. Het ziekenhuis is dus toegankelijk voor allerlei soorten patienten. Er zijn natuurlijk wel kosten gebonden aan de zorg worden maar dit wordt voornamelijk uit de overheid,subsidies en fondsen gedaan. Zodra dit ziekenhuis een profit-organisatie zou worden, zouden veel patienten de zorg niet meer kunnen betalen. Het doel van het ziekenhuis is dan alleen maar winst maken en dat is bij het Royal Free Hospital niet het geval. Wij vinden dat dit het ziekenhuis dan ook vormt omdat er zoveel verschillende soorten patienten zijn. Arm en rijk, jong en oud. Interview Voor dit interview hebben wij gekozen voor de nurse specialist. Haar naam is Elly Woodgate. Het interview is niet in één keer afgenomen, dit was niet mogelijk door de hoge werkdruk. Hieronder een overzicht van de vragen die wij gesteld hebben met betrekking tot stageopdracht 1: 1. In Nederland is iedereen verplicht om mee te betalen aan de zorg. Hoe is dat in Engeland geregeld? 2. We zijn met u meegelopen op de privé afdeling van het ziekenhuis. Is de zorg anders geregeld dan op de reguliere afdelingen? 3. Waar haalt het ziekenhuis het geld vandaan? Door de overheid of giften? 4. Wij hebben gezien dat het verschil tussen arm en rijk hier erg groot is. Van junk tot sjiek kan terecht in het Royal Free Hospital, hoe kan dit? Samenvatting in het Engels van het uitgewerkte interview: In England we're looking at the income of the people. It depend on the income of someone how much they can afford. The care in the private section is definitely different. The patients have one permanent doctor and at the regular department not. At the regular department the patients have many different doctors. The patients pay more than £ 180 per night then on a regular ward. This pays the patients of their own money. The British health care system is from the NHS, the National Health Service. This is funded by the government and mainly income. The NHS is accessible to everyone. The hospital is a nonprofit organization; it means that the hospital next to the financing of the government also receives donations. Non profit means that the hospital not makes a profit on treating patients. Everyone from poor to rich can come to the hospital and get a treatment. London is a very big city with a lot of neglected people. This hospital is built up for the poor people.
15
Stageopdracht 2 Mesoniveau: Zorgbeleid Naast het behandelplan zijn er nog andere factoren die de behandeling van patiënten beïnvloeden. Denk hierbij aan factoren vanuit de instellingsorganisatie, vanuit het multidisciplinaire team en vanuit de medepatiënten. In de uitvoering van de behandeling moet dan ook vaak een afweging van verschillende belangen worden gemaakt. Door (huid)therapeutisch beleid (individueel, per patiëntencategorie, in mono- of multidisciplinaire internationale context) te ontwikkelen, wordt ervoor gezorgd dat veel voorkomende afwegingen verantwoord worden genomen. Hoe is de organisatiestructuur? Teken een organogram van de instelling Directeur van het ziekenhuis.
Medische directie
Verpleegkundig e directie
Financieel manager
HR, Human Resource Manager
Paramedische afdelingen
Artsen Apotheek
Paramedische diensten
* Hoofd verpleegkundige * Gespecialiseerde verpleegkundige * Huishoudelijk personeel * Coördinator van de vrijwilligers * Activiteiten begeleiding
* Algemeen service manager * Team onderhoud en logistiek * Portier service * Transport service *Beveiliging
* P&O *Kostenziekenhui s
* Winkels
Welk multidisciplinair team (andere paramedici en/of health professionals) werkt er in de instelling? Wie is aanwezig en wat zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden? In het ziekenhuis wordt veel gewerkt in multidisciplinair verband om zo de kwaliteit van de zorg goed te kunnen waarborgen. Op de afdeling Tissue viability wordt met een kleiner multidisciplinair team nauw samengewerkt. De meeste disciplines waarmee samengewerkt wordt zijn; *Gespecialiseerde arts. * Wijkverpleegkundige. * Fysiotherapeut. * Apothekers. * Verpleegkundige. * Pedicure. *Diëtiste. * Het lab. * Psycholoog. * Dermatologie. * Eventueel een acupuncturist. * Chirurgie. * Wound nurses. * Medisch fotograaf. * Huisartsen. 16
Er zijn geen andere of nieuwe disciplines die wij nog niet kende uit de Nederlandse gezondheidszorg. Op de afdeling is altijd een hoofdzuster aanwezig, die gaat altijd mee met de tissue nurse (wond verpleegkundige) om te assisteren. Ook komt meestal de dienst doende arts meekijken met de behandeling van de wond en voert dan eventueel nog een Bioptie uit. Vaak wordt er ook meerdere keren tijdens de behandelperiode van de patiënt medische foto’s gemaakt van de wonden. Welke overlegstructuren zijn er op de afdeling/ in de instelling? Zijn die ook van belang voor een huidtherapeut? Wie zijn daar bij aanwezig? Hoe vaak is er overleg en welk doel heeft het overleg? Op de afdeling Tissue Viability wordt gewerkt met verschillende overleg vormen, ze proberen zo veel mogelijk te overleggen om allemaal op de hoogte te zijn van de juiste informatie over de patiënten. 1. Elke dag vindt er een overleg plaats, dit gebeurd elke ochtend om 10.00uur tot ongeveer 11.00uur. Het overleg is tussen de wondverpleegkundige die deze dag werken. Alle nieuwe patiënten worden besproken, nieuwe informatie wordt overgedragen. De patiënten worden onderverdeeld en de verpleegkundige lezen de dossiers van “hun” patiënten van die dag door. 2. Elke week is er een multidisciplinair overleg op de afdeling. Dit overleg gaat over alle patiënten die op dat moment onder behandeling zijn van de tissue nurses. De voortgang van de patiënten wordt besproken en of het opgestelde behandelplan nog juist is of aangepast moet worden. Of er eventueel nog nieuwe acties ondernomen moeten worden door andere disciplines. Onderling worden er veel vragen gesteld. Tijdens dit overleg zijn onder andere aanwezig: * Gespecialiseerde arts. * Fysiotherapeut. * Verpleegkundige. *Diëtiste. * Psycholoog. * Eventueel een acupuncturist. 3. Één keer per maand komen alle verpleegkundige van de Tissue Viability bij elkaar voor een werkoverleg. Er wordt in het kort besproken hoe het met de voortgang gaat van patiënten die voor lange tijd onder behandeling zijn. Hoofdzakelijk gaat het over de samenwerking tussen de verpleegkundige en de andere disciplines. Of er knelpunten zijn die besproken moeten worden. Wie er in aanmerking komt voor een bijscholingscursus. Er worden nieuwe behandelmethodes besproken. De overleg vormen die uitgevoerd werden zouden ook heel goed door een huidtherapeut in een huidtherapeutische praktijk gedaan kunnen worden om zo het beste uit de behandeling te kunnen halen. Welke informele overlegmomenten zijn er en hoe verloopt de besluitvorming? Tijdens de stage waren er ook veel informele overleg momenten aanwezig. Elke ochtend het dagelijkse overleg en verdeling van de taken voor die dag. Op de afdeling zelf werd ook veel informeel overleg gepleegd, hier moesten wij wel aan wennen. In Nederland staat meestal alles vast en wordt er gewerkt via een strakke planning. Tijdens de stage was goed te merken dat hier echt de zorg van de patiënten op nummer 1 wordt gezet en de verpleegkundige er zeker van wilt zijn dat de behandeling duidelijk is voor de verpleegkundige op de ward (afdeling). De besluitvorming ging vaak heel makkelijk, soms moest er een handeling gebeuren en kwam dit niet goed uit voor de ward verpleegkundige 17
maar werd er wel geluisterd naar de Tissue nurse. Het was duidelijk te zien dat de “normale”verpleegkundige een beetje opkeken naar de Tissue Viability Nurses. De patiënten van de Tissue Viability Nurses zijn heel variabel. De meeste patiënten liggen op de afdelingen en zijn vaak wat ouder. Hebben te maken met ondervoeding en verwaarlozing en krijgen hierdoor decubitus of ook wel doorligplekken/wonden. Natuurlijk zijn er ook veel chirurgische patiënten met chirurgische wonden. De patiënten in de Kliniek zijn vaak patiënten met been wonden tvg diabetes melitus, trauma of oedeem. Ook worden de Tissue viability nurses opgeroepen bij acute trauma wonden, patiënten die op de IC liggen of plastische chirurgie. Selecteer tot slot een patiënt/cliënt of een ervaringsdeskundige. Op de ouderen afdeling lag er een patiënt (meneer John) die al meer dan 9 maanden in het ziekenhuis lag. De patiënt heeft een hele complexe geschiedenis en heeft de afgelopen jaren veel meegemaakt. Meneer heeft een hele grote open buik wond. Maak een plan van het zorgbeleid ten aanzien van de gekozen patient John heeft veel te maken met verschillende disciplines vanuit het ziekenhuis. De diëtiste werd ingeschakeld omdat John geen goede voedsel inname had. Dit was een negatieve factor voor de wondgenezing. Daarnaast werd de fysiotherapeut ingeschakeld omdat John amper meer bewoog, zonder beweging is er meer kans op nog meer wonden. Denk hierbij aan decubitus wonden (doorlig plekken) en de spier atrofie neemt dan ook af. Dit heeft een negatief effect op de doorbloeding en dus ook op de wondgenezing. Omdat de wond van John zo groot was dat deze nooit uit zichzelf kon genezen is er gebruik gemaakt van een huidtransplantatie. Dit was een varkenshuid. Deze transplantatie is uitgevoerd door een plastisch chirurg. Helaas heeft het lichaam deze transplantatie afgestoten. In de wond bleef dood weefsel achter. Dit weefsel wordt elke week beetje bij beetje verwijderd door de chirurg. De wondverpleegkundige waren de enige verantwoordelijke voor de verzorging van de wond. Ook werd er bij elke behandeling van de wond een medische foto gemaakt om zo de vooruitgang van de wond goed te kunnen beoordelen. Omdat John zo veel heeft meegemaakt in een vrij korte tijd is er ook een psychologe ingeschakeld. De psycholoog is een grote steun voor John omdat hij alles moeilijk kan verwerken. Interview: Voor dit interview hebben wij gekozen voor de nurse specialist Amanda omdat zij deze patiënt behandelde. Het interview is niet in één keer afgenomen, dit was helaas niet mogelijk door de hoge werkdruk. Hieronder een overzicht van de vragen die wij gesteld hebben met betrekking tot stage opdracht 2. 1. Werken jullie in een multidiciplinair team? 2. Met welke disciplines werken jullie allemaal samen? 3. Zijn er op de afdeling informele overleg momenten of wordt alles formeel gedaan? 4. Vind u dat het werken in multidisciplinair team een voordeel is? 5. Hoe verloopt een werkoverleg op de afdeling? 6. Is het zorgbeleid afhankelijk van verschillende disciplines
18
Samenvatting in het Engels van het uitgewerkte interview: At our department we work well together with different disciplines. We work with a specialist physician, a physiotherapist and a ward nurse. Also with a dietician, psychologist and there is a possibly for an acupuncturist. We work in the department with many informal consultations, this works very well. The care for the patients is the number one priority in our hospital. I think working in a multidisciplinary team is a great advantage. With al the different knowledge we can get the best care for our patients. In this hospital are very much different disciplines so there is always someone who can help you with a patient. The work consultation takes 1 time in month. Here are all the problems discussed in the team. Also new treatments can be discussed here. Health care policy is certainly dependent on various disciplines. For most patients, the wound was taken over by the "normal" nurse so you work always with more than one discipline. Wij vonden het zorgbeleid op de afdeling Tissue Viability erg goed. Het was leuk om te zien hoe veel verschillende disciplines goed met elkaar samen werkte. Doormiddel van het inschakelen van disciplines wordt het beste uit een behandeling voor een patiënt gehaald. Je kon zien dat de afdeling al jaren met dit zorgbeleid werkte, het voelde heel vertrouwd aan.
19
Stage opdracht 3 Microniveau: Behandelplan voor individuele patiënt Beschrijf het classificatiesysteem waarmee wordt gewerkt door je internationale collega Het team van wondverzorging gebruikte het volgende classificatiesysteem voor het beoordelen van wonden, ulcera en decubitus plekken. De ulcera worden onderverdeeld in vier niveaus namelijk: Niveau 1 De huid is intact, er begint alleen een irritatie. De huid is rood, pijnlijk en iets opgezwollen. Niveau 2 De huid is opgebroken, maar het is beperkt tot de bovenste huidlaag. Er is een rood wondbed te zien zonder gele aanslag. Niveau 3 Nu bereikt de ulcus de subcutis, de diepere huidlagen. De spieren en het bot is nog niet zichtbaar. De wond is rood met er kan gedeeltelijk gele aanslag zijn. Niveau 4 De ulcus heeft nu de volledige diepte bereikt. Spieren en het bot worden volledig zichtbaar. In sommige gevallen zal zelfs het bot aangetast worden.
Bron: PowerPoint Royal Free Hampstead NHS Trust Waaruit bestaat het behandelplan? Het behandelplan wat door onze stagebegeleider is opgesteld is voor een meneer genaamd Charles H. Dit is een man van middelbare leeftijd die na een operatie een grote wond op zijn onderbeen heeft overgehouden. De wond van meneer was extreem groot, wat niet met een normale wondbehandeling kon worden genezen. Onze stagebegeleider wilde graag deze wond proberen te genezen door middel van een vacuümpomp. Ze had hier al eerder mee gewerkt waarbij goede resultaten te zien waren. De definitie van een vacuümpomp: “Vacuümtherapie is een actieve wondbehandelingsmethode bij wondinfecties waarbij er een vacuüm wordt gecreëerd in het wondgebied. Op deze wijze wordt onder andere de doorbloeding van de wondranden verbeterd en zal genezing van de wond plaatsvinden. Tevens worden de wondranden door het vacuüm naar elkaar toegetrokken en er wordt nieuw weefsel gevormd waardoor de wond dichtgroeit. Doordat de wond luchtdicht is afgesloten, kunnen er van buitenaf geen bacteriën in de wond komen. Op deze manier is de wond beschermd tegen (nieuwe) infecties. Door de constante afvoer van wondvocht tijdens de therapie krijgen bacteriën geen kans om de genezing tegen te gaan en zal de infectie snel verdwijnen.’’ ( Bron: Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Heelkunde. September 2010). https://www.lumc.nl/home/0001/12556/19997/1009200458433257#n1 Onze stagebegeleider heeft een speciale training gehad om met de vacuümpomp te kunnen werken. Dit is namelijk iets wat op een speciale manier toegepast moet worden en niet iedereen is hier voor bevoegd. 20
Op de dinsdag van onze 1e stageweek werden we bij elkaar geroepen om deze patiënt te kunnen zien. Beide stagebegeleiders gingen ook mee omdat het een complexe patiënt was. De wond was heel indrukwekkend om te zien, het was een hele grote diepe wond op het onderbeen. De wond was zo diep dat we de verschillende spierlagen en pezen konden zien. Het behandelplan was al volgt: -Tijdens heel de behandeling is het zeer belangrijk dat er steriel gewerkt wordt. -Om de 2 dagen werd de vacuümpomp van Charles verwisseld, totaal 3x in de week. -Tijdens de verwisseling van de pomp, werd de wond met antibacteriële vloeistof schoongemaakt en drooggedept met steriele gazen, -De wond randen werden ingesmeerd met Norbederm. -De eerste stap is het op maat knippen van de wondbedekker, dit is een soort sponsachtig product. Dit moet precies in de wond passen omdat de gezonde huid hierdoor niet geïrriteerd mag raken. Daarnaast moet de wondbedekker de hele wond vullen omdat er zo goede vacuüm gemaakt kan worden, er mag geen lucht tussen zitten. -De tweede stap is de wond goed afdekken met transparante folie, zodat de vacuümpomp goed aangesloten kan worden. -In de folie word een gat geknipt ter grootte van een 2 euro muntstuk, hierop wordt de vacuümpomp aangesloten. -De pomp wordt dan aangezet en zuigt het meteen vacuüm waardoor de wondranden naar elkaar toegetrokken worden. -Hierna wordt de pomp afgesteld op de afgesproken vacuümdruk. Beschrijf de verantwoording van dit behandelplan. Het Royal Free ziekenhuis werkt nog met schriftelijke patiëntendossiers, één die aan het bed van de patiënten werd bewaard en het medisch dossier. Het dossier aan het bed was het dossier met een korte beschrijving van het probleem, bij oudere patiënten werden er schema’s bijgehouden voor het leggen van de patiënt in verschillende posities om drukplekken en decubitus wonden te voorkomen. Ook werd in dit dossier bijgehouden op wat voor matras de patiënt lag en welke preventieve maatregelen er genomen zijn om drukplekken te voorkomen. Het team wondverzorging maakte na elk bezoek een wondplan. Deze werden ook in dit dossier bewaard. Het dossier aan het bed is voor de verpleging die op die dag de desbetreffende patiënt moet verzorgen. In het wondplan lezen ze precies wat ze moeten doen en dit zullen ze blijven doen tot er een ander wondplan geschreven wordt. Verder heeft elk patiënt een medisch dossier dat door de artsen bijgehouden wordt. De artsen, fysiotherapeuten en andere medici binnen de kliniek houden dit medisch dossier na elke behandeling/verrichting nauwkeurig bij. Bijzonderheden tijdens een behandeling worden genoteerd. In het medisch dossier staat bijvoorbeeld de volledige anamnese, medicijngebruik, en notities van elke zorgverlener die de patiënt bezoekt. Resultaten van testen zoals bloedonderzoek, vaatonderzoek etc. wordt allemaal in dit dossier bewaard. In London wordt, zoals eerder vernoemd, alles schriftelijk verwerkt met als gevolg dat patiënten met veel bezoeken van verschillende zorgverleners, met veel onderzoeken en andere medische behandelingen een enorm dossier opbouwen. Dit is dan een aardig boekwerk in de kast van de afdeling. De verantwoording van dit behandelplan wordt gelegd bij de verpleging op de afdeling. Wanneer een specialist van het wondteam een bezoek brengt aan een patiënt maakt zij een wondplan en stopt dit in het dossier dat zich aan de bedrand van de patiënt bevind. Vanaf dat moment wordt de verantwoording gelegd bij de verpleging om op die manier verder te gaan met het behandelen van de wond. Dit wondplan wordt constant up-to-date gehouden zodra het wondteam weer langs komt.
21
Is de verantwoording op basis van best practice of evidence based practice? De wondverpleegkundige zeiden dat er werd gewerkt met best practice, maar ook evidence based practice. Er zijn protocollen en richtlijnen waar mee gewerkt wordt. Op het moment van beslissen welke wondbedekker er toegepast moet gaan worden op een bepaalde wond zal dit vooral gaan op basis van best practice. Onderzoek heeft aangetoond op welke wonden de wondbedekkers het beste toegepast kunnen worden. Dit weten alle specialisten van het team en op basis daarvan maken zij in het begin van hun carrière de keuzen. Na langere tijd krijgen ze ervaring en zien zij in de praktijk welke wondbedekker het best werkt op welke wond. Er wordt op beide manieren gewerkt, best practice en evidence based practice. De wondtherapie is verder niet gebaseerd op een bepaalde ontdekker of onderzoeker zoals bij lymfeoedeem. De wondbedekker worden ontwikkeld door onderzoekers en ook getest. Met goed resultaat worden deze wond bedekkers gepromoot en verkocht. Voor elke hulpverlener is het de eigen ervaring of ze deze wondbedekker blijven gebruiken of niet. Wij vinden dat dit valt onder het kopje best practice en in de wondverzorging is dit naar onze mening ook de beste manier. Elke wond is anders en reageert anders, bewezen literatuur hoeft dan niet de oplossing te zijn. Beschrijf hoe het behandelplan wordt uitgevoerd. Het behandelplan wordt opgesteld door de wondverpleegkundige en wordt ook uitgevoerd. In de tussentijd is het aan de verpleegkundige van de afdeling om de voor- en nazorg bij te houden. Beschrijf of en hoe het behandelplan wordt afgestemd met de patiënt. Het behandelplan wordt altijd besproken met de patiënt, vaak gebeurt dit wel tussen neus en lippen door. De patiënt moet wel toestemming geven voor het behandelplan maar meestal wordt er meteen ja gezegd omdat de patiënt zo snel mogelijk resultaat wil zien. Dit was ook het geval bij Charles. Charles wilde heel graag weten hoe het met de voortgang van de behandeling gesteld was. Onze begeleidster was voorzichtig in het voorspellen van het verloop van de behandeling omdat Charles nog in een vroeg behandelstadium was. Beschrijf hoe de effectiviteit van de behandeling wordt beoordeeld. De effectiviteit van een wondbehandeling wordt gebaseerd op een meting (voor en na) van de wondgrootte, lengte, breedte en diepte, in centimeters. Ook wordt de wond goed bekeken en wordt er gelet of de wond vanuit de wondranden begint te genezen of vanuit de diepte. Verder wordt er elke week een foto gemaakt van de wond om zo het resultaat en effectiviteit van de behandeling goed te kunnen beoordelen. Dit wordt opgeslagen in het dossier. De stagebegeleidster was erg enthousiast over het tot nu toe behaalde resultaat door middel van de pomp. Beschrijf hoe de behandeling met de patiënt wordt geëvalueerd en zo ja, wordt het behandelplan zo nodig bijgesteld? De behandeling van deze patiënt werd elke week geëvalueerd met het wondteam en met Charles tijdens iedere behandeling. Er wordt gekeken naar de voorruitgang van de wond en of de behandeling positief effect heeft. Indien de behandeling niet het gewenste effect heeft wordt het behandelplan bijgesteld en vaak wordt dit ook besproken met een arts. Beschrijf hoe de behandeling wordt afgesloten. Als er veel voorruitgang zit in de wondgenezing kan Charles eventueel met de vacuümpomp naar huis. Dit was nu nog niet het geval omdat de wond nog te groot was. De behandeling kan dan uitgevoerd worden wondverpleegkundigen in de thuiszorg. Beschrijf de methodiek van de rapportage en eventuele overdracht. Eerder is de methodiek van rapportage al enigszins genoemd. Er is een dossier aan de bedrand van de patiënt en een medisch dossier. Het dossier aan het bed bevat informatie van de verpleging en voor de verpleging. Het medisch dossier bevat alles wat er gebeurd 22
met deze patiënt zoals onderzoeksresultaten, notities van verschillende specialisten die lang zijn geweest etc. Alle informatie moet vermeld worden op papier in het medisch dossier. Wanneer een patiënt wordt overgedragen naar een andere instelling zal dit dossier met de belangrijkste informatie gekopieerd worden en dit naar de desbetreffende instelling worden gestuurd. Ook het laatst opgestelde wondplan gaat mee met de patiënt. Interview Voor dit interview hebben wij gekozen voor de Clinical nurse specialist omdat zij het meeste ervaring heeft met wondbehandeling. Haar naam is Jemell Geraghty. Het interview is niet in één keer afgenomen, dit was niet mogelijk door de hoge werkdruk. Hieronder een overzicht van de vragen die wij gesteld hebben met betrekking tot stageopdracht 3: 1. In Nederland werken wij met een bepaald classificatiesysteem met betrekking tot wonden. Werken jullie hier in het ziekenhuis ook met een classificatiesysteem voor wonden? 2. Werken jullie altijd stipt via een wetenschappelijke behandelmethode of ook volgens jullie eigen ervaring? (Best practice of evidence based practice) 3. Overleggen jullie het behandelplan ook met andere disciplines? 4. Hoe vaak stellen jullie gemiddeld een behandelplan per patiënt bij? 5. Moet er altijd goedkeuring van de patiënt zijn voordat de behandeling daadwerkelijk uitgevoerd kan worden? 6. Waarom rapporteren jullie niet via de computer maar doen jullie alles nog schriftelijk? 7. Maken jullie voor de eventuele thuiszorg nog een behandelplan? Samenvatting in het Engels van het uitgewerkte interview: We work at the hospital with a classification system. This system is divided into 4 levels. Level 1, 2, 3 and 4. Sometimes we are working with best practice but often we work with evidence-based practice. Each wound is different and has a different reaction. Proven literature is not always the solution. The treatment is always carried out in consultation with various disciplines. The doctor of the patient is often involved in the treatment. And also the doctor makes some notes in the dossier. The treatment is often adjusted, depending on the overall health of the patient and the circumstances. Think of poor nutrition status and immobility. There must always be an approval of a patient before we can start the treatment. Sometimes the patient has a too high expectation of what we can achieve. But we do what we can achieve. Unfortunately it is not affordable for the hospital to report trough a computer system. The hospital is a trust foundation and has not enough money. If the patient is going home we always write very extensive treatment for home care
23
Reflectie Stage: De internationale stage is voor mij voorbijgevlogen op een positieve manier. De eerste dag was wel even spannend omdat je natuurlijk in een heel ander land gaat werken. We begonnen gelijk op de drukste dag van de week. Elke maandag is altijd clinic dag zoals eerder genoemd is in dit verslag. Hier zagen we allerlei soorten patienten die elke week langskwamen ter controle en voor verbandverwisseling. Ik moest wel even wennen aan de manier van werken, dit is toch anders dan dat ik in Nederland gewend was. Ik werd best snel aan me lot overgelaten. Ik neem dan ook zelf initatief en vraag iets als ik iets niet weet, maar soms merkte ik dat dat ook lastig is als het niet in je eigen taal kan. Deze factor maakte het dan soms wat moeilijker, maar dit was tegelijkertijd wel een uitdaging. De rest van de weken hebben we op verschillende afdelingen meegelopen en geholpen. Ik vond dit zeer indrukwekkend om mee te hebben gemaakt. Ik had van te voren niet gedacht dat ik zoveel indrukwekkende patienten zou zien. Ik ben zelf geen verpleegster en Claudi was dit wel. Zij had door haar vooropleiding al veel wonden gezien. Ik had dit nog nooit gezien en soms was het best pittig om mee te maken vond ik. Je ziet niet alleen een wond maar ook een patient die hartstikke ziek is en veel pijn heeft en dat heeft indruk op mij gemaakt. Hoe de stagebegeleiders daar mee omgingen vond ik echt heel mooi om te zien. Het was professioneel maar tegelijkertijd ging het ook op een heel menselijke warme manier. Dat beeld heeft voor mij bevestigd hoe ik als huidtherapeut zou willen zijn. Het gaat niet alleen om het behandelen maar om het totaal plaatje van een patient. Dat maakt pas het beroep huidtherapie. Ik heb ook geen enkele vervelende ervaring meegemaakt tijdens de stage. Iedereen was altijd heel aardig en respectvol. Het contact met de stagebegeleiders werd ook steeds hechtvoller en we vonden het allemaal jammer dat de stage al voorbij was, het was ontzettend snel gegaan. De enigste negatieve factor was dat ik in de tweede week ziek was geworden en me daardoor behoorlijk belabberd voelde, maar doordat we die 2 weken moesten doen kon ik geen enkele dag missen. 2 weken is dan eigenlijk te kort om alles te kunnen doen, ookal heb ik echt enorm veel gezien. Verder heb ik geen enkel punt om op aan te merken wat er mis ging in deze stage. Het was een hele positieve stage. Deze stage is voor mij zeer leerzaam geweest. Op het gebied van omgang met patienten en de rol van een therapeut met betrekking tot wondzorg heb ik het meest van geleerd. Ondanks de 2 weken ben ik blij dat ik heel veel verschillende soorten wonden en patienten heb gezien. Daarnaast heb ik meer de medische kant van een huidtherapeut leren kennen. Ik twijfelde altijd tussen de medische en cosmetische kant van Huidtherapie en door deze stage weet ik meer wat het verschil in werk is en wat ik zou willen doen. Ik heb dan ook zeker geen spijt gehad van deze stage. Ik kan deze stage iedereen aanraden die intresse heeft in wondzorg. Ik ben namelijk door deze stage geinteresseerd geraakt in wondzorg. Iets waar ik me misschien voor in de toekomst in wil gaan specialiseren.
24
Feedback stagebegeleider Jemell Geraghty
25
Reflectie op feedback stagebegeleider Ik ben heel blij en dankbaar met de positieve feedback die ik heb gekregen van mijn stagebegeleider. Zij vroeg aan mij persoonlijk of ik vond dat ik mijn leerdoelen behaald had en wat ik van deze stage geleerd had. Ik vertelde haar hetzelfde wat ik heb verteld bij mijn onderdeel stage reflectie en competenties in dit verslag. Ze heeft ons zelfs gevraagd om contact met haar te blijven houden over de techniek manuele lymfe drainage omdat ze vond dat wij hier veel kennis over hadden en zij meer over deze techniek wil leren. Dit vond ik zeker een compliment voor onze opleiding. Ik vind dat mijn stagebegeleider mij goed heeft begeleid en eerlijk heeft beoordeeld. Ik vond het heel fijn om te horen dat ze alleen maar positieve punten voor mij had en het als interessant en leuk heeft ervaren om mij te begeleiden. Hieruit blijkt ook dat ik mijn leerdoelen behaald heb die ik voor deze stage opgesteld had. Daarnaast gaf ze ons ook nog een compliment over het indrukwekkende en professionele stagewerkplan die we voor haar voorafgaand de stage opgesteld hadden. Reflectie op rol van huidtherapeut in een internationaal perspectief Na afloop van deze stage ben ik er van overtuigd dat de huidtherapeut zeer van belang kan zijn in het buitenland. Het goed kunnen uitleggen en weergeven wat dit beroep inhoudt is iets wat de belangrijkste inleiding tot het beroep Huidtherapie is voor professionals in het buitenland. Ik heb gemerkt dat bijvoorbeeld dermatologen ,die dit een heel interessant beroep vinden, niet precies snappen wat het nou precies inhoud. Ik vond dit dan ook moeilijk om uit te kunnen leggen dus dat is iets waar in ik mij nog zou kunnen ontwikkelen om dit beter te kunnen onderbouwen in een andere taal. Daarnaast zou ik het beroep veel meer willen promoten in het buitenland omdat er genoeg mensen rondlopen buiten Nederland die onze hulp goed kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld een indicatie voor MLD of littekenmassage is iets wat ik tijdens mijn stage gezien heb maar waar in het buitenland niet veel mee gedaan wordt. Dit vind ik een gemiste kans voor patienten en de gezondheidszorg in het buitenland. Wel denk ik dat er heel veel moet gebeuren om dit waar te kunnen maken. Dit beroep in Nederland bekend(er) maken is nu nog steeds een belangrijke prioriteit van dit beroep, dus Huidtherapie in het buitenland ontwikkelen is iets wat over een paar jaar zeker iets is om over na te gaan denken. Ik hoop dat ik daar dan nog van kan gaan uitmaken, het lijkt me een goede ontwikkeling voor een huidtherapeut om meer internationaal en multicultureel te gaan werken.
26
Literatuurlijst -
Langerveld L (2011). Het zorgstelsel in Nederland: we doen het zo slecht nog niet! Opgeroepen op 8 maart 2013, http://www.plusonline.nl/geldenrecht/artikelen/artikel/2331/het-zorgstelsel-innederland-we-doen-het-zo-slecht-nog-niet
-
Trimbos instituut (2011). Ambulante zorg en maatschappelijke ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen; in vergelijking van nationaal beleid en zorgstelsels in Nederland, Engeland en Denemarken. Opgeroepen op 8 maart 2013, http://www.trimbos.nl/~/media/Files/Inkijkexemplaren/AF1125%20GGZ%20Trendrapp ortage%202011%20deel%201.ashx
-
Leids Universitair Medisch Centrum, afdeling Heelkunde. September 2010. Opgeroepen op 18 maart 2013, https://www.lumc.nl/home/0001/12556/19997/1009200458433257#n1
27