Stadsmonitor 2010
O&S maart 2010
Kort samengevat
In de stadsmonitor 2010 geven we een overzicht van de staat van ‘s-Hertogenbosch: hoe gaat het met de stad en haar inwoners? De veertien thema’s die daarbij de revue passeren zijn niet toevallig gekozen. Leidraad voor de stadsmonitor is de programmabegroting 2010. Het afgelopen jaar is voor ’s-Hertogenbosch een bewogen jaar geweest. De gevolgen van de economische crisis zijn geleidelijk aan zichtbaar geworden, vooral op de arbeids- en woningmarkt. In de verschillende thema’s komt dit terug. Ook wordt duidelijk dat ’s-Hertogenbosch een sterke stad is en blijft. Niet alleen zijn er wat betreft de crisis weer enkele lichtpunten zichtbaar, maar uit verschillende vergelijkingen met de G31 (zie bijlage 1) blijkt dat we het vaak relatief goed doen. Bestuur Onze gemeente wil burgers beter betrekken bij het beleid. En volgens de burgers is de gemeente hierin de afgelopen jaren redelijk geslaagd. Over de communicatie van de gemeente richting bewoners is men positiever gaan denken: 84% vindt dat de gemeente bewoners voldoende informeert. Het animo van burgers om zelf actief betrokken te zijn bij het gemeentelijk beleid lijkt af te nemen. Wel blijkt dat hoe dichter bij huis een bepaald initiatief is, hoe meer interesse er voor is. Zo zegt men eerder bijeenkomsten over de eigen wijk, buurt of straat te willen bezoeken, dan bijeenkomsten over grote projecten in de stad. De tanende betrokkenheid is niet alleen in ’sHertogenbosch een punt van zorg. Ook in andere grote steden is dit het geval. Dienstverlening De publieke dienstverlening is een belangrijk aandachtspunt voor onze gemeente. Bewoners geven hiervoor het rapportcijfer 6,8. De afgelopen jaren is de informatie- en communicatietechnologie in een stroomversnelling geraakt. Ook onze gemeente heeft in korte tijd een flinke digitaliseringslag gemaakt. Deze digitalisering heeft zowel intern als extern zijn weerslag. Wat betreft het aantal digitaal beschikbare formulieren zijn we daarbij aardig op weg om de doelstelling voor 2010 te halen. In het kader van het verlichten van de regel- en administratieve druk van burgers zijn ook stappen voorwaarts gezet. In het kader van “eenmalige gegevensverstrekking, meervoudig gebruik” wordt er binnen de gemeente gewerkt aan een aantal basisregistraties. Participatie De betrokkenheid van de bewoners bij hun eigen buurt is groot, maar neemt de afgelopen jaren licht af. Ondanks deze iets afnemende betrokkenheid is de sociale samenhang redelijk stabiel te noemen. In de aandachtsgebieden neemt de sociale samenhang zelfs toe. Zowel het aantal vrijwilligers als het aantal mantelzorgers neemt de afgelopen jaren iets toe. Bij beide groepen zijn beduidend meer ouderen actief dan jongeren. Met de toegenomen individualisering is het belangrijk dat mensen niet in een sociaal isolement raken. Het aandeel mensen dat aangeeft te weinig sociale contacten te hebben, neemt de afgelopen jaren echter iets toe. Zorg De gezondheid van de Bosschenaren lijkt langzamerhand iets achteruit te gaan. Steeds minder bewoners beoordelen hun eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend. Een belangrijke randvoorwaarde voor een goede gezondheid is een goede toegang tot de zorg. Hier is nog winst te halen. In 2008 was het voor veel inwoners van ’s-Hertogenbosch nog niet bekend waar ze terecht kunnen voor informatie en advies op woon-, zorg- en welzijnsgebied. In 2005 hadden ongeveer 25.000 Bosschenaren tijdelijke of permanente zorg of maatschappelijke ondersteuning. In 2015 zal dit aantal zijn gestegen tot ruim 30.000. Dit komt vooral door de toename van het aantal (kwetsbare) ouderen. De vraag naar zorgvoorzieningen en senioren(plus)woningen zal daardoor behoorlijk stijgen, vooral in wijken waar de vergrijzing meer dan gemiddeld optreedt. In 2007 had 7,7% van de huishoudens in ’s-Hertogenbosch een laag inkomen. Dit betekent een afname ten opzichte van 2006. Waarschijnlijk neemt door de huidige crisis het aantal huishoudens dat 3
het moeilijk heeft, weer toe. Uit de benchmark blijkt dat het aandeel huishoudens met een laag inkomen in andere steden uit de G31 vaak (veel) hoger ligt. Veiligheid ’s-Hertogenbosch is de afgelopen jaren veiliger geworden. Het laatste veiligheidsindexcijfer (2008) is, sinds het gemeten wordt, nog niet zo gunstig geweest. Dit geldt zowel voor het stedelijke cijfer als voor de aandachtsgebieden. Landelijk gezien doet ’s-Hertogenbosch het minder goed. Al jaren staat ’s-Hertogenbosch hoog (= ongunstig) in landelijke benchmarks. Ruimte voor talent Alle jeugdigen en ouders die behoefte hebben aan hulp bij opgroeien of opvoeden moeten hierin worden ondersteund. Uit de cijfers blijkt dat hier behoefte aan is. In 2008 zegt 18% van de ouders de zorg voor hun kinderen als ‘zwaar’ te ervaren. Dit is een verbetering ten opzichte van 2006. Belangrijk voor een duurzame arbeidsparticipatie is een goede schoolopleiding. Hoopvol is dat het aantal voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar zonder startkwalificatie langzaam terugloopt. De afgelopen twee jaar is het doel (minder dan 1750), gehaald. Ook vergeleken met andere gemeenten doen we het goed. Een zorgpunt is de toename van het aantal niet werkende werkzoekende jongeren het afgelopen jaar. Cultureel klimaat De bewoners zijn de afgelopen jaren op cultureel gebied steeds actiever geworden. Zo bezoekt men bijvoorbeeld vaker concerten en musea, gaat men vaker naar de film en leest men vaker een boek. Laag opgeleiden doen overigens minder vaak mee aan culturele activiteiten dan mensen met een gemiddeld of hoog opleidingsniveau. Wél maken lager opgeleiden op dit gebied een inhaalslag. Bewoners zijn niet alleen actiever, men is ook steeds positiever over het culturele leven van ´sHertogenbosch gaan denken. Het aandeel mensen dat het culturele leven in ’s-Hertogenbosch ‘bij de tijd’, ‘vernieuwend’ of ‘modieus’ vindt is sinds 2001 flink toegenomen. Ook ten opzichte van andere steden doet ’s-Hertogenbosch het op cultureel gebied goed. Wonen en werkomgeving ’s-Hertogenbosch heeft al jaren een sterke centrumfunctie met relatief veel banen ten opzichte van de e beroepsbevolking. Ook qua woonaantrekkelijkheid doen we het goed. De 6 positie op de woonaantrekkelijkheidsindex betekent echter wel een daling ten opzichte van het jaar daarvoor. Bewoners zijn behoorlijk tevreden over het wonen en leven in ’s-Hertogenbosch. Voor de eigen woning geeft men gemiddeld een 7,9, voor de woonomgeving een 7,2. Hierbij neemt het verschil tussen de stedelijke vernieuwingsgebieden en de stad gemiddeld af. Aandachtspunt in de woonomgeving is verloedering / rommel op straat. Bewoners ervaren een toename hiervan. Belangrijk is een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus. De afgelopen jaren is duidelijk sprake van een toename van het aantal nieuwbouwwoningen. Het afgelopen jaar zijn er zelfs 1.369 nieuwe woningen gerealiseerd. Gezien de huidige economische crisis is echter de verwachting dat de woningproductie de komende jaren af zal nemen. Het aantal afgegeven bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen is in 2009 zeer laag. Verder komen er signalen uit de praktijk dat lopende opdrachten aflopen en portefeuilles slecht gevuld zijn. Bereikbare stad ’s-Hertogenbosch moet bereikbaar zijn en blijven. Door de toename van het aantal files op het rijkswegennet rond ’s-Hertogenbosch staat de externe bereikbaarheid echter onder druk. De bewoners blijken zowel voor verplaatsingen binnen de gemeente als naar buiten de gemeente hoofdzakelijk de auto te gebruiken. Gezien de autogerichtheid van de bewoners zal het nog een behoorlijke opgave zijn om het autogebruik af te laten nemen ten gunste van het gebruik van de fiets en het OV. Het gebruik van de transferia is de afgelopen jaren flink toegenomen. In 2009 is de toename echter iets afgevlakt. 4
Sport en recreatie Het gaat al jaren goed met het sportgedrag van de bewoners van ’s-Hertogenbosch. Zolang er gemeten wordt, ligt de sportparticipatie hoger dan het landelijk gemiddelde. Het meest recente cijfer laat echter een daling zien van het aantal mensen dat regelmatig sport. Maar: nog steeds ligt de sportparticipatie hoger dan in andere gemeenten. Hoe ouder men wordt, des te minder men sport. Jongeren sporten juist vaker dan gemiddeld. Niet-westerse allochtonen sporten het minst. De individualisering in het sportgedrag is zichtbaar in het feit dat de top vijf van sporten bestaat uit sporten die allen individueel beoefend kunnen worden. Een groot deel van de bewoners is tevreden over de sportvoorzieningen. Hoewel men steeds meer tevreden is over de mogelijkheid om te sporten in de openbare ruimte, is de doelstelling hier nog niet gehaald. Milieurespecterende ontwikkelingen Ontwikkelingen op het gebied van milieu zijn veelal sterk ingebed in andere (ruimtelijke) ontwikkelingen. Vaak worden deze ontwikkelingen aangegrepen om de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater, lucht en bodem te verbeteren. Speciale aandacht is er voor duurzaamheid. Dit uit zich bijvoorbeeld in duurzaam en energie-arm bouwen. Hier moeten de komende jaren nog stappen gezet worden: zowel voor het percentage duurzaam gebouwde gemeentelijke gebouwen, energie-arm gerenoveerde woningen als energie-arm gebouwde nieuwbouwwoningen is het doel van 95% het afgelopen jaar nog niet gehaald. Natuurlijk kunnen bewoners ook zelf hun steentje bijdragen. Een indicatie hiervoor is hoe men met het eigen huishoudelijk afval omgaat. De bewoners van ’s-Hertogenbosch doen het hierin redelijk. Cultuurhistorische kwaliteit ’s-Hertogenbosch is een stad met veel cultuurhistorische kwaliteit. Vooral de oude Binnenstad vormt een mooi cultuurhistorisch decor met bijvoorbeeld de Markt, de Binnendieze, de Sint Jan en de Parade. Het aantal gemeentelijke en rijksmonumenten in onze gemeente is al een paar jaar hetzelfde. Vergeleken met andere gemeenten doen we het wat betreft het aantal rijksmonumenten vrij gemiddeld. Ruimte voor bedrijvigheid De gevolgen van de economische crisis zien we terug in de werkgelegenheid: die is het afgelopen jaar afgenomen. Desondanks doet ’s-Hertogenbosch het al jaren goed op de ranglijst van economisch best presterende steden. Het afgelopen jaar stonden we tweede. Eén van de succesfactoren hiervoor is de brede, gevarieerde bedrijvenstructuur. Er wordt ingezet op sterke en moderne sectoren, zoals financiële en zakelijke dienstverlening, creatieve bedrijvigheid, kennis en recreatie en toerisme. Onze stad blijkt een echte stad van handel en diensten. Ook het toerisme is belangrijk in onze stad. Belangrijkste reden voor bezoekers om naar ’s-Hertogenbosch te komen is en blijft het funshoppen. Arbeidsmarkt en werkgelegenheid In ’s-Hertogenbosch is ruim 71% van de potentiële beroepsbevolking of aan het werk, of actief op zoek naar een betaalde baan van 12 uur of meer. Dit is hoog. Van de vijf grote Brabantse steden heeft alleen Breda een hogere participatiegraad. Ook op de arbeidsmarkt zijn de gevolgen van de economische crisis in ’s-Hertogenbosch intussen zichtbaar. Na een jarenlange daling is het aantal niet werkende werkzoekenden sinds september 2008 gestaag aan het toenemen, tot 4.500 in december 2009. Het werkloosheidspercentage is hiermee 6,8%. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. In 2009 is ook het aantal bijstandsuitkeringen gestegen. Ook hier was een paar jaar lang sprake van een daling en zien we sinds najaar 2008 een stijging. Overigens blijkt uit de benchmark dat ’s-Hertogenbosch relatief gezien zowel een lage werkloosheid als weinig bijstandsuitkeringen heeft
5
Inhoud
Kort samengevat ..................................................................................................................................... 3 Inleiding ................................................................................................................................................... 9
1.
Bestuur .......................................................................................................................................... 11
2.
Dienstverlening .............................................................................................................................. 12
3.
Participatie ..................................................................................................................................... 13
4.
Zorg ............................................................................................................................................... 14
5.
Veiligheid ....................................................................................................................................... 15
6.
Ruimte voor talent.......................................................................................................................... 16
7.
Cultureel klimaat ............................................................................................................................ 17
8.
Wonen en werkomgeving .............................................................................................................. 18
9.
Bereikbare stad.............................................................................................................................. 19
10. Sport en recreatie .......................................................................................................................... 20 11. Milieurespecterende ontwikkelingen.............................................................................................. 21 12. Cultuurhistorische kwaliteit ............................................................................................................ 22 13. Ruimte voor bedrijvigheid .............................................................................................................. 23 14. Arbeidsmarkt en werkgelegenheid ................................................................................................ 24
Bijlage 1: Benchmark............................................................................................................................. 25
7
Inleiding
In de stadsmonitor 2010 geven we een overzicht van de staat van ‘s-Hertogenbosch: hoe gaat het met de stad en haar inwoners? De thema’s die daarbij de revue passeren zijn niet toevallig gekozen. Leidraad voor de stadsmonitor is de programmabegroting 2010. Per programma beschrijven we kort hoe het met de stad gesteld is en welke ontwikkelingen er zijn. Daarbij wordt ook beschreven of deze ontwikkelingen de gewenste richting uit gaan. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de positie van onze stad ten opzichte van andere steden.
Opzet van de stadsmonitor In veertien delen beschrijft de voorliggende monitor de staat van de stad. Ieder deel is gewijd aan een programma uit de begroting. Ter illustratie is bij ieder programma kort de geformuleerde ambitie uit de begroting 2010 weergegeven. Daarnaast is een aantal belangrijke outcome-indicatoren in grafieken opgenomen. Waar mogelijk is in de grafiek ook de geformuleerde doelstelling voor 2010 uit de programmabegroting opgenomen. Het is zo mogelijk om in één oogopslag te zien of de ontwikkelingen de goede kant op gaan en of het gestelde doel wellicht al gehaald is. Bij een aantal programma’s zijn ook indicatoren opgenomen die niet in de begroting vermeld zijn, maar wel relevant zijn voor de staat van de stad. Zo is bij het programma ‘bereikbare stad’ bijvoorbeeld het aantal files opgenomen, en bij ‘ruimte voor bedrijvigheid’ het aantal arbeidsplaatsen.
Gebruikte bronnen In de stadsmonitor is gebruik gemaakt van een groot aantal gegevensbronnen. Enkele van de meest gebruikte zijn: de omnibusenquête, de Leefbaarheid & Veiligheidsenquête, de veiligheidsmonitor, de Jeugd- en Onderwijsmonitor, de cultuur- en sportparticipatie onderzoeken en het vestigingenregister.
Vergelijken met andere gemeenten Natuurlijk is het niet alleen interessant om te zien hoe bepaalde ontwikkelingen in onze stad gaan, maar ook wat onze positie is ten opzichte van andere steden. Daarom is achter in deze rapportage een bijlage opgenomen, genaamd ‘benchmark’. Per programma vergelijken we onze stad op één à twee indicatoren met andere steden. Hierbij is zoveel mogelijk uitgegaan van de G31. Als dit niet mogelijk was, zijn andere steden gekozen. In de praktijk blijkt dat de benchmark cijfers vaak ouder zijn dan de cijfers die we zelf voor ’s-Hertogenbosch tot onze beschikking hebben. Bij de benchmark is dus vooral de vergelijking met andere steden van belang. Het exacte cijfer iets minder.
9
1. Bestuur Ambitie Onze ambitie is burgers betrekken bij beleid. Zowel de raad als het college streven die ambitie vanuit hun eigen, duale, rol na. De raad beschrijft in zijn werkplan doelstellingen rondom het voor de burger extern, toegankelijk en transparant functioneren van de raad en de commissies. Zowel de raad als het college verrichten onderzoeken om de burger inzicht te geven in de mate van doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid. Het college formuleert binnen de ambitie doelstellingen op het gebied van deregulering, wijkgericht werken, een open bestuursstijl en een duurzame uitwisseling tussen burgers van onze partnersteden Trier en Leuven.
De gemeente ’s-Hertogenbosch wil graag een actieve communicatie tussen burgers en bestuur en zo de relatie tussen bestuur en omgeving versterken. Volgens de bewoners lukt dit redelijk. Zo vindt men bijvoorbeeld dat de gemeente er de afgelopen jaren in geslaagd is om hen steeds beter te betrekken bij gemeentelijke plannen. De doelstelling is dan ook al in 2007 gehaald. Over de communicatie van de gemeente richting bewoners is men eveneens positiever: in 2009 vindt 84% dat de gemeente bewoners voldoende informeert. De afgelopen jaren is onze gemeente wijkgericht(er) gaan werken. Er zijn wijkmanagers, wijkspeerpunten, wijktafels en wijknieuwsbrieven gekomen. Verder kunnen bewoners bewonersinitiatiefgeld aanvragen. Uit de binnenkort te houden evaluatie van vijf jaar wijkgericht werken zal blijken of de van te voren benoemde doelstellingen gehaald zijn. Een actieve communicatie vraagt ook iets van de bewoners. Zij worden uitgenodigd ook zélf actief te zijn. De afgelopen jaren lijkt de animo hiervoor af te nemen. Wel blijkt dat hoe dichter bij huis een bepaald initiatief is, hoe meer interesse er is. Zo heeft bijvoorbeeld 48% van de bewoners interesse in het bijwonen van een informatiebijeenkomst over de eigen wijk, buurt of straat, terwijl dit voor een bijeenkomst over grote projecten in de stad 29% is. Overigens blijkt uit de benchmark dat de betrokkenheid van burgers in meer grote steden een punt van zorg is. Bij verkiezingen ligt de opkomst in grote steden bijna altijd lager dan op het platteland. Bij de meest recente gemeenteraadsverkiezingen was de opkomst in Nederland gemiddeld 56%. Slechts in twee gemeenten van de G31 was de opkomst even hoog of hoger. De opkomst in ’sHertogenbosch was met 49,5% vrij laag te noemen.
Interesse in bijwonen informatiebijeenkomsten
Gemeente informeert bewoners voldoende
Gemeente betrekt inwoners actief
100%
100%
100%
75%
75%
75%
50%
50%
50%
25%
25%
doel
doel
25% 0% 2000
2002
2004
2006
2008
2010
0% 2000
2002
2004
11
2006
2008
2010
0% 2000
doel
2002
2004
2006
2008
2010
2. Dienstverlening Ambitie Een van onze speerpunten is het versterken van de burgeroriëntatie. De publieke dienstverlening vormt daarbij een bijzonder aandachtspunt. De dienstverlening richten we in vanuit het perspectief van de burger. Doelstellingen om onze ambitie te realiseren zijn het transparanter maken van de dienstverlening, verbetering van de digitale dienstverlening, verlichting van de administratieve druk voor burgers en verbetering van de ruimtelijke informatievoorziening en dienstverlening aan de burger.
De publieke dienstverlening is een belangrijk aandachtspunt voor onze gemeente. Het blijkt dat de tevredenheid van de burgers over onze dienstverlening de afgelopen jaren steeds meer is toegenomen. Tussen 2007 en 2009 is het rapportcijfer echter gelijk gebleven: een 6,8. Het doel, een rapportcijfer van 6,9, is dan ook nog (net) niet gehaald. De dienstverlening aan de balies wordt hoger beoordeeld (zie benchmark). De afgelopen jaren is de informatie- en communicatietechnologie in een stroomversnelling geraakt. Ook onze gemeente heeft in korte tijd een flinke digitaliseringslag gemaakt. De digitalisering heeft zowel intern als extern zijn weerslag op processen en communicatie. Zo wordt gemeentelijke informatie meer en meer digitaal aangeboden. En het is de bedoeling dat steeds meer gemeentelijke producten en diensten via de website worden aangeboden. Wat betreft het aantal digitaal beschikbare formulieren zijn we aardig op weg om de doelstelling voor 2010 te halen. Overigens wordt onze website in vergelijking met de andere G31 gemeenten niet hoog beoordeeld. Voor een betere ruimtelijke informatieverstrekking aan burgers is GeoPortal ontwikkeld. Hiermee stellen we via de gemeentelijke website digitaal kaartmateriaal ter beschikking. In 2009 is GeoPortal 450.000 keer geraadpleegd. Dit is minder vaak dan in 2008. De doelstelling van 2 miljoen raadplegingen in 2010 ligt ver weg. Een ander belangrijk aandachtspunt is het verlichten van de regel- en administratieve druk van burgers. Bewoners zijn in dit kader iets minder positief over de gemeente gaan denken. Tussen 2003 en 2007 is het percentage dat vindt dat de gemeente alleen geïnteresseerd is in regels en formulieren, afgenomen. De laatste meting laat echter weer een kleine toename (en daarmee verslechtering) zien. Verder komt er een landelijk stelsel van basisregistraties waarmee ’éénmalige gegevensverstrekking, meervoudig gebruik’ mogelijk wordt. Binnen de gemeente wordt in dit kader gewerkt aan een aantal basisregistraties, zoals de basisregistratie ‘adressen en gebouwen’ en personen. Aantal digitaal beschikbare formulieren
Rapportcijfer klanttevredenheid dienstverlening 10 120
8
doel
doel 6
80
4 40 2 0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Gemeente alleen geïnteresserd in regels en
Aantal raadplegingen GeoPortal
formulieren
100%
doel
2.000.000
80% 1.500.000 60% 1.000.000 40% 500.000 0 2000
doel
20% 0% 2002
2004
2006
2008
2010
2000
12
2002
2004
2006
2008
2010
3. Participatie Ambitie Onze ambitie is Meedoen en erbij horen. Daarmee willen we bereiken dat iedereen zijn talenten kan benutten, zelfredzaam is, actief aan de samenleving meedoet en aandacht voor elkaar en zijn omgeving heeft. Dat gebeurt onder andere door te werken, opleidingen te volgen, te sporten, vrijwilligerswerk te doen, hobby’s te beoefenen, andere mensen te ontmoeten of zich in te zetten voor de eigen omgeving of buurt of wijk. Mensen moeten prettig kunnen samenleven en terug kunnen vallen op een goed sociaal netwerk. Ook willen we dat onze inwoners zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk blijven functioneren. Daarvoor is het nodig dat mensen grip hebben op hun individuele problematiek en ondersteuning krijgen als de hulp vanuit de eigen omgeving niet meer toereikend is. Daarom gaat speciale aandacht uit naar mensen met beperkingen, ouderen die dreigen te vereenzamen, mensen die niet kunnen lezen of schrijven en mensen afkomstig uit andere landen en culturen die de taal nog niet goed spreken. We proberen de belemmeringen die er zijn voor deze groepen om mee te doen zoveel mogelijk weg te nemen.
De betrokkenheid van de bewoners bij hun buurt is groot, maar neemt de afgelopen jaren wel iets af. Zo zeggen bijvoorbeeld vier op de vijf bewoners zich medeverantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in zijn of haar buurt. In 2004 was dit aandeel hoger. In dezelfde periode is ook de bereidheid om zich actief in te zetten voor het maken van plannen om de eigen buurt te verbeteren, iets afgenomen. Ondanks deze iets afnemende betrokkenheid bij de buurt is de sociale samenhang redelijk stabiel te noemen. In de aandachtsgebieden neemt de sociale samenhang zelfs toe. Het aantal inwoners dat zich vrijwillig inzet voor medebewoners of de samenleving neemt de afgelopen jaren toe. De doelstelling van 31% is in 2008 dan ook al ruimschoots gehaald. Ook het aantal bewoners dat mantelzorg verricht is sinds 2006 toegenomen. Zowel bij de vrijwilligers als mantelzorgers zien we beduidend meer ouderen dan jongeren. Uit een onderzoek van het CBS (zie benchmark) blijkt dat we, vergeleken met de G31, een redelijk hoog aandeel vrijwilligers hebben. Met de toegenomen individualisering is het belangrijk dat mensen niet in een sociaal isolement raken. Echter: het aandeel mensen dat aangeeft dat ze te weinig sociale contacten hebben, neemt de laatste jaren licht toe. De doelstelling voor 2010 (minder dan 7%) raakt daarmee verder uit beeld. Wie sociaal en economische zelfstandig is, kan vaak makkelijker meedoen aan de samenleving. Een behoorlijke groep inwoners komt niet verder op de maatschappelijke ladder omdat zij niet kunnen lezen of schrijven of onvoldoende kennis van de samenleving hebben. Daarom worden er trajecten educatie en inburgering aangeboden. De afgelopen jaren neemt het aantal afgeronde trajecten volwasseneneducatie flink toe. In 2009 waren er 1.300 afgeronde trajecten. Veel meer dan de beoogde doelstelling voor 2010 (435). Kengetal sociale samenhang
% medeverantwoordelijk leefbaarheid
10
100%
8
80% 60%
6
40%
4
20%
2
doel stad doel GSB
0%
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
% dat zich vrijw illig inzet
2002
2004
2006
2008
2010
% mensen met te w einig sociale contacten
60%
10% 8% doel
40% 6% doel 4% 20% 2% 0%
0% 2000
2002
2004
2006
2008
2000
2010
13
2002
2004
2006
2008
2010
4. Zorg Ambitie Onze ambitie is dat iedereen actief aan de samenleving kan deelnemen. Soms kan dat niet omdat bijvoorbeeld de lichamelijke of geestelijke gezondheid dat niet toelaat. Andere mensen hebben problemen op meerdere levensgebieden waardoor ze zich niet op eigen kracht of met hulp van de omgeving kunnen redden. Het streven is dat elke burger zo goed en zo lang mogelijk voor zichzelf kan zorgen. Daarmee bedoelen we dat mensen gezond, zelfredzaam en zelfstandig zijn. We willen ook dat ze eigen verantwoordelijkheid nemen. Wanneer dat om wat voor reden dan ook niet kan, moet er afdoende ondersteuning en zorg worden geboden.
De gezondheid van de bewoners van de gemeente ‘s-Hertogenbosch lijkt langzamerhand iets achteruit te gaan. Tussen 2004 en 2008 beoordelen steeds minder bewoners hun eigen gezondheid als (zeer) goed of uitstekend. Dit geldt zowel voor de aandachtsgebieden als voor de hele gemeente ’s-Hertogenbosch. De doelstelling voor 2010 raakt dus verder uit beeld. Niet alleen bij volwassenen baart de gezondheid zorgen. Er is veel aandacht voor de gezondheid van kinderen. En terecht: in 2009 heeft 14% van de kinderen in ’s-Hertogenbosch overgewicht. Een belangrijke randvoorwaarde voor een goede gezondheid is een goede toegang tot de zorg. Hier is nog winst te halen. In 2008 was het voor veel inwoners van ’s-Hertogenbosch nog niet bekend waar ze terecht kunnen voor informatie en advies op woon-, zorg- en welzijnsgebied. Slechts 30% wist wél waar ze hiervoor terecht kunnen. Dit percentage moet in 2010 verdubbeld zijn. In de regio ’s-Hertogenbosch behoren naar schatting 3.100 mensen tot de ‘bijzondere groepen’. Zij hebben psychische en/of verslavingsproblemen naast problemen op minimaal twee levensgebieden (bv. wonen, financiën, relaties) en zijn niet in staat deze problemen zelf op te lossen. Het is de bedoeling dat deze groep niet groter wordt. In 2010 wordt gemeten of we hierin geslaagd zijn. In 2005 hadden ongeveer 25.000 Bosschenaren (19%) tijdelijke of permanente zorg of maatschappelijke ondersteuning. In 2015 zal dit aantal zijn gestegen tot ruim 30.000 (23%). Dit komt vooral door de toename van het aantal (kwetsbare) ouderen. De vraag naar zorgvoorzieningen en senioren(plus)woningen zal daardoor behoorlijk stijgen. Dit zal vooral in wijken waar de vergrijzing meer dan gemiddeld optreedt (Maaspoort, Rosmalen en Noord) het geval zijn. Maar ook de druk op mantelzorg zal als gevolg van de stijgende vraag naar zorg en maatschappelijke ondersteuning toenemen. Een groep mensen die vaak moeite heeft om actief aan de samenleving deel te nemen, is de groep met een laag inkomen. In 2007 is dit 7,7% van de huishoudens in ’s-Hertogenbosch. Dit betekent een afname ten opzichte van het jaar daarvoor. Door de huidige kredietcrisis is het echter aannemelijk dat het aandeel huishoudens met een laag inkomen weer aan het stijgen is. Overigens blijkt uit de benchmark dat (in 2007) het aandeel huishoudens met een laag inkomen in andere gemeenten uit de G31 vaak (veel) hoger ligt. Het aantal aanvragen schuldhulpverlening neemt de afgelopen jaren in ’sHertogenbosch toe. Dit is conform de doelstelling.
% goede gezondheid
Aantal aanvragen Schuldhulpverlening
100%
1000
doel stad 80%
doel GSB
800
60%
600
40%
400
20%
200
doel
0% 2000
0 2002
2004
2006
2008
2010
2000
14
2002
2004
2006
2008
2010
5. Veiligheid Ambitie Wij streven naar een stad waarin mensen veilig zijn en zich veilig voelen. Door ongewenst gedrag te voorkomen, te helpen waar het kan en te straffen waar het moet. Dat geldt zowel voor de stad als geheel als voor de woonen leefomgeving in buurt en wijk die daarom schoon, heel en veilig moeten zijn. Wij willen een veilig klimaat voor bedrijvigheid, winkelen en recreëren. Jeugdoverlast en -criminaliteit moeten worden aangepakt en de fysieke veiligheid van bewoners gewaarborgd.
’s-Hertogenbosch is de afgelopen jaren veiliger geworden. Het laatste veiligheidsindexcijfer (2008) is, sinds dit gemeten wordt, nog niet zo gunstig geweest. Dit geldt zowel voor het stedelijke cijfer, als voor de aandachtsgebieden. Landelijk gezien doet ’s-Hertogenbosch het minder goed. Al jaren staat ’sHertogenbosch hoog (= ongunstig) in landelijke benchmarks. In de misdaadmeter van het AD staat ’se Hertogenbosch het afgelopen jaar bijvoorbeeld 12 . Dit is wel een verbetering met het jaar daarvoor e (5 positie). Belangrijk in ’s-Hertogenbosch is een veilig woon- en leefklimaat voor bewoners. Op dit gebied zijn in 2008 flinke stappen vooruit gezet. Zo is het een belangrijk gegeven dat de bewoners zich minder vaak onveilig zijn gaan voelen. Jongerenoverlast is voor veel bewoners al jaren een bron van ergernis. Ook op dit vlak is goed nieuws te melden. Het percentage bewoners dat aangeeft ‘vaak’ overlast te hebben van groepen jongeren in de buurt, is sinds 2004 niet zo laag geweest. Daar staat wel tegenover dat de overlast door omwonenden weer iets lijkt te zijn toegenomen. Het zal lastig zijn om op dit vlak de doelstelling voor 2010 te halen. Ook op bedrijventerreinen en in winkelcentra willen we een vestigingsklimaat behouden dat vanuit veiligheidsoogpunt aantrekkelijk is. Dit lijkt eveneens de goede kant op te gaan: de doelstelling van 4 incidenten bedrijfsdiefstal per 1000 inwoners is in 2008 bijna bereikt. Qua fysieke veiligheid is een verkeersveilige infrastructuur een belangrijk aandachtspunt. Ook qua verkeersveiligheid gaat het de goede kant op. De doelstelling van minder dan 3 verkeersongevallen met letsel of dodelijke afloop was in 2007 al bereikt. In 2008 en 2009 is dit vastgehouden.
Veiligheidsindexcijfer
% vaak onveilig in de eigen buurt
25
15%
20
doel stad doel GSB
15
10%
10 5% doel
5 0
0%
2000
2002
2004
2006
2008
2000
2010
2002
2004
2006
2008
2010
% vaak overlast van jongeren in eigen buurt
% vaak overlast door omwonenden 30%
10% 8%
20%
6%
doel
4% doel
10%
2% 0%
0%
2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
15
2002
2004
2006
2008
2010
6. Ruimte voor talent Ambitie Alle jongeren ontwikkelen zich optimaal, zowel in cognitief, sociaal-emotioneel als in fysiek opzicht (ze hebben een fijne jeugd). Dit leidt tot maatschappelijke, economische en sociale zelfstandigheid. Met ons jeugdbeleid willen we de ontwikkelingskansen van alle jeugdigen tot en met 23 jaar vergroten. De gemeente ondersteunt daarom kinderen, jongeren en hun ouders met een basispakket aan voorzieningen. Speciale aandacht krijgen jeugdigen met geringe(re) ontwikkelingskansen. Dit zijn vaak jongeren die problemen hebben of veroorzaken en een grote kans lopen om buiten de gemeenschap te vallen.
In ’s-Hertogenbosch kunnen jongeren op veel manieren hun vrije tijd invullen. Verenigingen en organisaties bieden daarvoor activiteiten aan. Het is echter ook belangrijk dat jongeren zelf activiteiten opzetten en uitvoeren. In 2010 moet 70% van de organisatie en uitvoering van activiteiten binnen de jongerenvoorzieningen geleid worden door de jongeren zelf. Dit percentage is de afgelopen jaren niet gehaald. Jeugdigen en ouders die behoefte hebben aan hulp bij opgroeien of opvoeden worden hierin ondersteund. Uit de cijfers blijkt dat hier behoefte aan is. In 2006 geeft ruim één op de vijf ouders aan de zorg voor hun kinderen als ‘zwaar’ te ervaren. In 2008 is dit aandeel afgenomen tot 18%. Hiermee is de doelstelling voor 2010 gehaald. Belangrijk voor een duurzame arbeidsparticipatie is een goede schoolopleiding. Hoopvol is dat het aantal voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar zonder startkwalificatie langzaam terugloopt. De afgelopen twee jaar is het doel (minder dan 1.750 voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie) gehaald. Als we kijken naar het aandeel voortijdig schoolverlaters vanuit het vo en het mbo dan blijkt ’sHertogenbosch het redelijk goed te doen, vergeleken met andere grote steden (zie benchmark). Het afgelopen jaar is het aantal niet werkende werkzoekende jongeren behoorlijk toegenomen. Toch doen we het ook op dit gebied nog relatief goed (zie benchmark). De eerste stappen op weg naar een duurzame arbeidsparticipatie worden gezet in de voorschoolse periode en de eerste groepen van het basisonderwijs. Hier is nog winst te halen: het percentage bewoners dat zegt (zeer) tevreden te zijn met het basisonderwijs is in 2008 gedaald naar 60%. % ouders dat de zorg voor kinderen als zwaar ervaart
% activiteiten door jongeren 30%
(binnen jongerenvoorzieningen) 100%
25%
80%
doel
doel
20%
60%
15%
40%
10% 5%
20%
0% 0%
2000 2000
2002
2004
2006
2008
2002
2004
2006
2008
2010
2010
Aantal voortijdig schoolverlaters tot 23 jr. zonder startkwalificatie
% (zeer) tevreden basisonderwijs 100%
2.500
80%
2.000 doel 1.500
60%
1.000
40%
500
20% 0%
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
16
2002
2004
2006
2008
2010
7. Cultureel klimaat Ambitie In ons cultuurbeleid streven we ernaar dat onze gemeente een dynamische cultuurstad blijft. Dynamiek is belangrijk voor het losmaken van nieuwe ontwikkelingen en creativiteit. Daarin speelt niet alleen een artistieke, culturele dimensie een rol maar creativiteit is ook een onmisbare factor in de kenniseconomie die ons land kenmerkt. Een levendig cultureel klimaat houdt in dat veel verschillende mensen gebruik maken van ons cultuuraanbod. Niet alleen als consument maar ook als producent en op allerlei niveaus. Daarvoor is een compleet en divers pakket van culturele voorzieningen noodzakelijk.
De afgelopen jaren zijn de bewoners op cultureel gebied steeds actiever geworden. Concerten en musea worden vaker bezocht en men gaat vaker naar de film. Ook worden er meer boeken gelezen. Het bezoek aan toneel, kleinkunst, musical en dans lijkt eveneens licht toegenomen. Tegelijkertijd is het bezoek aan de bibliotheek ongeveer gelijk gebleven. Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe vaker er aan culturele activiteiten wordt deelgenomen. Laag opgeleiden blijven wat betreft cultuurparticipatie duidelijk achter bij mensen met een gemiddeld of hoog opleidingsniveau. Wél is er op dit gebied sinds 2004 door de lager opgeleiden een inhaalslag gemaakt. Opvallend is dat het zelf actief deelnemen (‘amateurkunst’) los staat van het opleidingsniveau. Laag, gemiddeld of hoog opgeleid, het aandeel dat aan amateurkunst doet is even groot. Bewoners zijn niet alleen steeds actiever, de laatste jaren is men ook steeds positiever over het culturele leven van ’s-Hertogenbosch gaan denken. Het aandeel mensen dat het culturele leven ‘bij de tijd’, ‘vernieuwend’ of ‘modieus’ vindt is sinds 2001 flink toegenomen. Ook ten opzichte van andere gemeenten doet ’s-Hertogenbosch het goed. We hebben relatief veel evenementen en theatervoorstellingen (zie benchmark). Verder telt de stad een relatief hoog aantal kunstenaars. Kortom: over het algemeen gaat het goed met het culturele klimaat van ’sHertogenbosch. De doelstelling voor 2010 is voor veel indicatoren in 2008 al bereikt. Nu de kunst om dit vast te houden en verder te verbeteren. % dat vindt dat er veel kunst- en cultuuractiviteiten in 's-Herto genbo sch zijn
% dat vindt dat het culturele leven van 's-Herto genbo sch 'bij de tijd', 'vernieuwend' o f mo dieus is 100%
100%
80%
80%
60%
60%
doel doel 40%
40%
20%
20%
0%
0% 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
% dat museum-, archief-, galerie- en/o f atelier bezo ekt
2004
2006
2008
2010
% dat participeert in amateurkunst
100%
100%
80%
80% doel
60%
2002
60%
40%
40%
20%
20%
doel
0%
0% 2000
2002
2004
2006
2008
2000
2010
17
2002
2004
2006
2008
2010
8. Wonen en werkomgeving Ambitie Het accent ligt in de fysieke pijler vooral op volkshuisvesting, bereikbaarheid, openbare ruimte, groen, duurzaamheid, milieu, sportvoorzieningen en cultuurhistorie. Brabantstad, Waalboss en de regio Noordoost Brabant zijn voor ons belangrijke gremia om ons beleid in af te stemmen en samenwerking te zoeken. Gezamenlijk bewandelen we ook de “wegen” naar Den Haag en Brussel. Onze ambitie is: naar een complete, compacte en contrastrijke stad.
’s-Hertogenbosch heeft al jaren een sterke centrumfunctie. Hier gaat het goed mee. Zo is de werkgelegenheidsfunctie van onze gemeente met een verhoudingsgetal van bijna 1,5 (banen ten opzichte van de beroepsbevolking) hoog. Samen met Eindhoven zelfs het hoogst van de B5. Ook de e woonaantrekkelijkheid van ’s-Hertogenbosch is goed te noemen (zie benchmark). De 6 positie betekent echter wel een daling ten opzichte van het jaar daarvoor. Belangrijk is een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus. De afgelopen jaren is duidelijk sprake van een toename van het aantal nieuwbouwwoningen. Het afgelopen jaar zijn er zelfs 1.369 nieuwe woningen gerealiseerd. Gezien de huidige kredietcrisis is echter de verwachting dat de woningproductie de komende jaren af zal nemen. Het aantal afgegeven bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen is in 2009 zeer laag. Verder komen er signalen uit de praktijk dat lopende opdrachten aflopen en portefeuilles slecht gevuld zijn. De bewoners zijn behoorlijk tevreden over het wonen en leven in ’s-Hertogenbosch. Vooral over de eigen woning is men tevreden met een rapportcijfer van een 7,9. Het gemiddelde rapportcijfer voor de woonomgeving ligt met een 7,2 lager. De stedelijke vernieuwingsgebieden blijven al jaren achter bij het stedelijk gemiddelde. Het is de bedoeling dat dit verschil verdwijnt. Dit is, gemiddeld gezien, in 2008 gelukt. Het rapportcijfer voor de woning nadert in de vernieuwingsgebieden het stedelijk gemiddelde, terwijl het rapportcijfer voor de woonomgeving het eigen gestelde doel voor 2010 heeft gehaald. Tussen de vernieuwingsgebieden onderling zijn er echter wel grote verschillen. Ondanks dat het aantrekkelijk wonen is in ’s-Hertogenbosch, is verloedering / rommel op straat een aandachtspunt. Het kengetal voor verloedering mag in 2010 maximaal 4,2 zijn. De meest recente cijfers laten echter een hoger (en daarmee slechter) kengetal zien. Ook vinden steeds meer bewoners dat rommel op straat vaak voorkomt. Verhouding arbeidsplaatsen / beroepsbevolking 2,0
Aantal nieuwbouwwoningen
Positie woonaantrekkelijkheidsindex 1.400
8
1.200 1,5
doel
6 doel
1,0
4
0,5
2
0,0
0
1.000 800 600 400 200
2000
2002
2004
2006
2008
2010
0
2000
Rapportcijfer woning
2002
2004
2006
2008
2010
2002
Rapportcijfer woonomgeving
10 doel stad
6
doel stad doel GSB
6 4
2
2
0
0
2006
2008
2010
6
8
4
2004
Kengetal verloedering
10
8
2000
5 doel
4 3 2
2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
1 0 2002
2004
2006
18
2008
2010
2000
2002
2004
2006
2008
2010
9. Bereikbare stad Ambitie Onze ambitie is het verbeteren van de bereikbaarheid van de stad. Centraal daarbij staat een goede bereikbaarheid van de stad voor alle vervoersmodaliteiten. Bij werkzaamheden in de openbare ruimte moet de overlast voor burgers zo veel mogelijk beperkt worden.
’s-Hertogenbosch moet bereikbaar zijn en blijven. De externe bereikbaarheid staat echter onder druk. Sinds 2004 is het aantal files op het rijkswegennet rond ’s-Hertogenbosch behoorlijk toegenomen. Ook de filezwaarte (duur van de file X de gemiddelde lengte) neemt vanaf dezelfde periode flink toe. Uit de file top 50 van 2009 blijkt dat er ook landelijk gezien een aantal knelpunten op het rijkswegennet in en rond ’s-Hertogenbosch zijn. Op één in deze top 50 staat Kerkdriel (A2 van Utrecht naar ’sHertogenbosch). Maar ook Rosmalen en Empel zijn in de top 50 terug te vinden. Voor externe verplaatsingen (vanuit ’s-Hertogenbosch naar buiten de gemeente en vice versa) blijken Bosschenaren vooral de auto te gebruiken. 81% van de verplaatsingen vindt namelijk plaats met de auto, 12% met het openbaar vervoer en 7% met de fiets. Maar ook voor interne verplaatsingen (binnen de gemeente) blijkt men hoofdzakelijk de auto te gebruiken: 63%. Het aandeel verplaatsingen per fiets is 33%. Slechts 4% van de verplaatsingen is met het openbaar vervoer. De komende jaren moet voor de externe als de interne verplaatsingen het autogebruik verminderen. In 2010 zal het aantal interne verplaatsingen met de auto volgens de doelstelling af moeten nemen naar 60%. Dit is een forse opgave, gezien de autogerichtheid van bewoners. ’s-Hertogenbosch voert al jaren een actief transferiabeleid. Dit is in de cijfers terug te zien: het gebruik van de transferia is de afgelopen jaren fors toegenomen. Vorig jaar leek de doelstelling van 380.000 bezoeken in 2010 binnen handbereik. Het afgelopen jaar is de toename van het gebruik van de transferia echter iets afgevlakt.
Filezwaarte
Aantal files 4.000
400.000 A2 A2
3.000
300.000
2.000
200.000
1.000 0
N50/A59 2000
2002
2004
2006
A59
100.000
A59
N50/A59
0
2008
2000
2002
Modal split
2004
2006
2008
Gebruik transferia
100%
500.000
80%
400.000
60%
300.000
Auto
doel
200.000
40%
Fiets 100.000
20%
0
OV
0% 2000
2002
2004
2006
2008
2000
2010
19
2002
2004
2006
2008
2010
10. Sport en recreatie Ambitie Sport is leuk, gezond en werkt als bindmiddel tussen mensen. Sport levert ook een bijdrage aan integratie van bewoners met een verschillende culturele achtergrond. De gemeente wil zoveel mogelijk inwoners laten genieten van sport en met die aandacht voor sport en bewegen haar inwoners vooruit helpen. Een passend sportaanbod, sterke sportaanbieders, goede accommodaties en een sterke (top)sportcultuur zijn hierbij onmisbaar. Kort gezegd is onze ambitie: de maatschappelijke waarde van sport ten volle benutten.
Het gaat al jaren goed met het sportgedrag van de bewoners van ’s-Hertogenbosch. Zolang de sportparticipatie gemeten wordt, ligt dit percentage hoger dan het landelijk gemiddelde. Het meest recente cijfer laat echter een daling zien ten opzichte van voorgaande jaren. Maar: nog steeds ligt het percentage bewoners dat meer dan één keer per maand sport, hoger dan het landelijk gemiddelde. Ook vergeleken met andere grote gemeenten doen we het goed (zie benchmark). De doelstelling voor 2010, die binnen handbereik leek, lijkt echter lastig te halen. Hoe ouder men wordt, hoe minder men sport. Vooral onder 65-plussers is de sportparticipatie in ’sHertogenbosch laag. Jongeren sporten juist vaker dan gemiddeld. Onder niet-westerse allochtonen is de sportparticipatie het laagst: ruim de helft van de niet-westerse allochtonen sport minder dan 1 keer per maand. Tot 2006 was er sprake van een toenemende individualisering in het sportgedrag. Deze ontwikkeling lijkt tot staan gebracht. Het aandeel sporters dat alleen sport is in 2008 ongeveer even groot als in 2006. De top vijf van sporten in ’s-Hertogenbosch bestaat overigens nog wel uit sporten die individueel beoefend kunnen worden: fitness conditie, fitness kracht, wandelsport, hardlopen/joggen/trimmen en wielrennen/mountainbiken. Als belangrijkste reden om te sporten noemt men ‘gezondheid, conditie en weerstand’. Sporters voelen zich ook gezonder. Hoe meer men sport, des te beter beoordeelt men de eigen gezondheid. Een groot deel van de inwoners van de gemeente ’s-Hertogenbosch is tevreden over de sportvoorzieningen. Dit geldt vooral voor de mogelijkheden om te sporten in verenigingsverband. Over de mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte is men het minst tevreden. De tevredenheid hiermee is de afgelopen jaren wel duidelijk toegenomen. Het doel voor 2010 is hier echter nog niet gehaald. Verder is topsport belangrijk voor ’s-Hertogenbosch. Ondanks vele sportieve successen van de afgelopen jaren is ook hier nog werk te verzetten. Het rapportcijfer voor de tevredenheid over de faciliteiten van topsportorganisaties staat op een 6,5. In de toekomst moet dit rapportcijfer verhoogd worden tot minimaal een 7.
% tevreden over sportieve inrichting van de openbare ruimte
% dat minimaal maandelijks sport 100%
100% 80%
doel
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20%
0%
doel
0% 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
20
2002
2004
2006
2008
2010
11. Milieurespecterende ontwikkelingen Ambitie Onze ambitie is een leefbare, veilige en duurzame stad. We zetten daarbij bijvoorbeeld in op het verbeteren van de luchtkwaliteit, het beperken van geluidshinder en het aanpakken van bodemverontreiniging. We vinden het daarbij ook belangrijk dat milieuklachten adequaat afgehandeld worden en dat burgers naar vermogen gevrijwaard worden van bovenmatige risico’s.
Ontwikkelingen op het gebied van milieu zijn veelal sterk ingebed in andere (ruimtelijke) ontwikkelingen. Bijvoorbeeld op het gebied van woningbouw, herstructurering en verkeersmaatregelen. Vaak worden deze ontwikkelingen aangegrepen om de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater, lucht en bodem te verbeteren. Daarnaast worden ook andere initiatieven genomen, zoals schoner openbaar vervoer in de Binnenstad en uitbreiding van het aantal auto’s op aardgas in het gemeentelijke wagenpark. Speciale aandacht is er voor duurzaamheid. Dit uit zich bijvoorbeeld in duurzaam en energie-arm bouwen. Hier moeten de komende jaren nog stappen gezet worden: zowel voor het percentage duurzaam gebouwde gemeentelijke gebouwen, energie-arm gerenoveerde woningen als energie-arm gebouwde nieuwbouwwoningen is het doel van 95% de afgelopen jaren nog niet gehaald. Zoals al eerder gezegd heeft de huidige kredietcrisis invloed op de productie van nieuwbouwwoningen. Het gemeentebestuur noemt in haar pakket van maatregelen voor de kredietcrisis het volgende: “Wij willen een ruimhartig subsidie verlenen aan het energiezuinig maken van woningen en bemiddelen in het verkrijgen van een aantrekkelijke lening hiervoor zodat op korte termijn werkgelegenheid wordt behouden en op lange termijn wordt bijgedragen aan een energieneutrale stad”. Natuurlijk kunnen bewoners ook zelf hun steentje bijdragen. Een indicatie hiervoor is hoe men met het eigen huishoudelijk afval omgaat. De bewoners van ’s-Hertogenbosch doen het hierin redelijk (zie benchmark). Zowel wat betreft het aantal kilo huishoudelijk afval per inwoner als wat betreft het ingezameld (verpakkings) glas. Verder ligt het aantal klachten bij de Milieuklachtenlijn het afgelopen jaar (5.250) nog onder de doelstelling voor 2010. Aantal milieuklachten
% energie-arme nieuwbouwwoningen 100%
doel
80%
8.000 6.000
doel
60% 4.000 40% 2.000
20% 0%
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
21
2002
2004
2006
2008
2010
12. Cultuurhistorische kwaliteit Ambitie Onze ambitie is het behouden en versterken van de cultuurhistorische kwaliteit van de stad en haar directe omgeving. Wij vinden het daarbij belangrijk dat de cultuurhistorische betekenis van de stad vergroot wordt en dat ook het publiek gemeentelijke en andere bronnen kan raadplegen.
’s-Hertogenbosch is een stad met veel cultuurhistorische kwaliteit. Vooral de oude Binnenstad vormt een mooi cultuurhistorisch decor met bijvoorbeeld de Markt, de Binnendieze, de Sint Jan en de Parade. Dit vergt echter wel onderhoud. Zo zijn en worden enkele monumenten en beeldbepalende panden gerestaureerd. Maar ook de realisatie van projecten in het kader van de vestingwerken is 1 hierbij van belang. Uit een onderzoek van Elsevier blijkt dat ’s-Hertogenbosch het qua ‘historisch decor’ vergeleken met de G31 gemiddeld doet. Amsterdam, Utrecht, Leiden en Haarlem scoren in dit onderzoek hoog. De afgelopen jaren is het aantal rijks- en gemeentelijke monumenten in ’s-Hertogenbosch redelijk constant. Vergeleken met andere gemeenten doen we het wat betreft het aantal rijksmonumenten redelijk (zie benchmark). Het is niet verrassend dat Amsterdam in deze vergelijking met stip op één staat. Verder is het belangrijk dat ook het publiek de gelegenheid krijgt om gemeentelijke en andere bronnen te raadplegen. Zo worden archeologische en bouwhistorische vondsten bijvoorbeeld toegankelijk gemaakt. Maar ook door het bevorderen van de samenwerking van groepen die zich bezighouden met de cultuurhistorie van de stad. En door het (mede) organiseren van evenementen die gericht zijn op het toegankelijk maken van cultuurhistorie voor een breed publiek, zoals Open Monumentendag, de Week van de geschiedenis en de Vestingloop. Ook de toegankelijkheid van het stadsarchief (ook digitaal) is een belangrijk aspect dat bijdraagt aan de cultuurhistorische kwaliteit.
Aantal rijksmonumenten
Aantal gemeentelijke monumenten
600
400
500 300 400 300
200
200 100 100 0
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
2002
2004
2006
2008
2010
1 Het historisch decor wordt gevormd door het aandeel gemeente- en rijksmonumenten op de totale woningvoorraad per gemeente. Ook het aantal beschermde dorps- en stadsgezichten is meegeteld. Dit is aangevuld met het percentage huizen dat voor 1945 is gebouwd, en het percentage huizen met minstens zes kamers.
22
13. Ruimte voor bedrijvigheid Ambitie Onze ambitie is het accommoderen van economische groei. Dit doen wij door een meer integrale benadering van ons onderwijs- en arbeidsmarktbeleid, in combinatie met het bevorderen van het ondernemingsklimaat en het aanbieden van bedrijventerreinen en kantoorlocaties. Daarbij zetten we in op een aantal sterke en moderne sectoren, zoals food en health en ICT. De wereldwijde krediet- en economische crisis compliceert realisering van onze ambitie. Met de uitvoering van het Plan van Aanpak Kredietcrisis proberen wij samen met bedrijven en instellingen zoveel mogelijk het hoofd te bieden aan de verwachte forse economische krimp.
Het afgelopen jaar zijn de gevolgen van de economische crisis zichtbaar geworden in ’sHertogenbosch. Zo is bijvoorbeeld de werkgelegenheid het afgelopen jaar afgenomen tot 99.390 werkzame personen. Omdat de werkgelegenheid in de G31 gemiddeld wel toenam, is voor het tweede jaar op rij de doelstelling (een meer dan gemiddelde groei ten opzichte van de G31) niet gehaald. Desondanks doet ’s-Hertogenbosch het op de ranglijst van economisch best presterende gemeenten al jaren goed (zie benchmark). Het afgelopen jaar stonden we tweede. Eén van de ‘succesfactoren’ is een brede, gevarieerde bedrijvenstructuur. Er wordt ingezet op sterke en moderne sectoren, zoals financiële en zakelijke dienstverlening, creatieve bedrijvigheid, kennis en toerisme en recreatie. ’s-Hertogenbosch blijkt een echte stad van handel en diensten. In de sectoren ‘handel en reparatie’, financiële en zakelijke dienstverlening werkt tezamen 46% van alle werkzame personen in ’s-Hertogenbosch. Ook het toerisme is belangrijk in onze stad. De afgelopen jaren stond ’s-Hertogenbosch wat betreft bezoekersaantallen direct achter de G4 op een vijfde positie. Daar is echter verandering in gekomen. Arnhem, Groningen en Maastricht hebben meer bezoekers getrokken, waardoor onze stad met ruim 1,6 miljoen bezoekers naar de achtste positie is gedaald. Het belangrijkste motief voor bezoekers om naar ’s-Hertogenbosch te komen is en blijft het funshoppen. De gevolgen van de economische crisis zijn ook terug te zien bij het aanbod aan kantoorruimte. Eind 2009 is het aanbodspercentage 15%. Dit is hoger dan gewenst. Voor een gezonde kantorenmarkt 2 moet het aanbod van m bruto vloeroppervlak aan kantoorruimte namelijk niet te groot en niet te klein zijn. Het aantal hectare terstond uitgeefbaar bedrijventerrein ligt in 2008 voor het eerst in jaren wél boven de tot doel gestelde 15 hectare. Positie ranglijst economisch best presterend
Aantal arbeidsplaatsen 120.000
12 10
90.000 8 60.000
6
doel
4 30.000 2 0
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Aanbodpercentage kantoorruimte
Hectare terstond uitgeefbaar bedrijventerrein 20
20
15
15 doel
10
10
max
5
5
min
0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
0 2000
23
2002
2004
2006
2008
2010
14. Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Ambitie Werk is van groot belang voor de ontplooiing van mensen en voor de ontwikkeling van de stad. Wij vinden betaald werk het belangrijkste instrument voor financiële en duurzame onafhankelijkheid. We willen voorwaarden scheppen om in de komende twintig jaar aan de vraag van de beroepsbevolking en die van werkgevers te voldoen: via onderwijs en via ons re-integratiebeleid. Onze ambitie is dan ook: aan de slag!
In ’s-Hertogenbosch wonen ruim 95.500 15 t/m 64-jarigen. Zij behoren hiermee tot de potentiële beroepsbevolking. De feitelijke beroepsbevolking is dat deel hiervan dat óf werkt, óf actief op zoek is naar een betaalde baan van 12 uur of meer. In onze stad is dat ruim 71% van de potentiële beroepsbevolking, 68.000 personen. Vergeleken met andere gemeenten is deze 71% (de bruto participatiegraad), hoog. Van de vijf grote Brabantse steden heeft alleen Breda een hogere bruto participatiegraad. Ook op de arbeidsmarkt zijn de gevolgen van de economische crisis in ’s-Hertogenbosch intussen zichtbaar. Na een jarenlange daling is het aantal niet werkende werkzoekenden sinds september 2008 gestaag aan het toenemen, tot 4.500 in december 2009. Het werkloosheidspercentage is hiermee 6,8%. Dit is gelijk aan het landelijk gemiddelde. Overigens blijkt uit een vergelijking met de G31 (zie benchmark) dat het percentage niet werkende werkzoekenden in 2009 lager is dan in veel andere steden. Oftewel: ondanks de toename kent ’s-Hertogenbosch een relatief lage werkloosheid. 2
In 2009 is het aantal bijstandsuitkeringen in ’s-Hertogenbosch gestegen tot bijna 2.600. Ook hier was een paar jaar lang sprake van een daling en zien we sinds najaar 2008 een stijging. Overigens blijkt uit de benchmark dat ’s-Hertogenbosch relatief gezien niet alleen een lage werkloosheid heeft, maar ook relatief weinig bijstandsuitkeringen.
Aantal niet werkende werkzoekenden
Aantal bijstandsuitkeringen
8.000
4.000
6.000
3.000
4.000
2.000
2.000
1.000 0
0 2000
2
2002
2004
2006
2008
2010
2000
2002
2004
2006
2008
2010
Personen onder de 65 jaar die een uitkering ontvangen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB)
24
Bijlage 1: Benchmark
Bestuur Opkomst gemeenteraadsverkiezingen 2010. Bron: www.verkiezingsuitslagen.nl Amersfoort Deventer Leiden Sittard-Geleen Zwolle Nijmegen Groningen Hengelo (O.) 's-Gravenhage Haarlem Utrecht Amsterdam Dordrecht Alkmaar Leeuwarden Zaanstad 's-Hertogenbosch Maastricht Lelystad Breda Almelo Arnhem Emmen Venlo Rotterdam Enschede Tilburg Helmond Heerlen 0%
20%
40%
60%
80%
100%
25
Dienstverlening Rapportcijfer van bezoekers aan publieksbalies voor de dienstverlening, 2008/2009 Bron: www.waarstaatjegemeente.nl
Almelo
Ranglijst digitale dienstverlening (hoe hoger, hoe beter), 2009 Bron: monitor.overheid.nl/ranglijsten
Dordrecht
's-Hertogenbosch*
Almere
Dordrecht
Amsterdam
Enschede
Haarlemmermeer
Leeuwarden
Emmen
Rotterdam
Enschede
Sittard-Geleen
Rotterdam
Tilburg
Leiden
Alkmaar
Amersfoort
Amersfoort
Tilburg
Leiden
's-Gravenhage
's-Gravenhage
Zoetermeer
Zaanstad
Eindhoven
Amsterdam
Nijmegen
Eindhoven
Groningen
Groningen
Zwolle
Nijmegen
Zaanstad
Utrecht
Haarlem
Zwolle
Arnhem
Arnhem
Utrecht
Deventer
Breda
Emmen
Apeldoorn
Maastricht
's-Hertogenbosch
Schiedam
Ede
Haarlem
Maastricht
Hengelo (O.)
Venlo 2
4
6
8
10
0%
* voorlopig cijfer
26
20%
40%
60%
80%
Participatie Aandeel bewoners dat zich ‘op dit moment’ (de laatste 4 weken) inzet als vrijwilliger, 2007. Bron: CBS/POLS Leeuwarden Hengelo Zwolle Amersfoort Zaanstad Deventer Almelo Dordrecht Venlo 's-Hertogenbosch Alkmaar Leiden Lelystad Breda Groningen Eindhoven Emmen Nijmegen Enschede Arnhem Utrecht Helmond Tilburg 's-Gravenhage Maastricht Sittard-Geleen Haarlem Heerlen Amsterdam Schiedam Rotterdam 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
27
Zorg Frequent huisartsbezoek per inwoner. Bron: Atlas voor gemeenten 2008
Aandeel huishoudens met een laag inkomen. Bron: Regionaal Inkomens Onderzoek, 2007.
Deventer
Rotterdam
Utrecht
Amsterdam
Amsterdam
's-Gravenhage
Zwolle
Arnhem
Haarlem
Groningen
Leiden
Heerlen
Groningen
Enschede
Amersfoort
Nijmegen
Enschede
Leeuwarden
Alkmaar
Almelo
Eindhoven
Maastricht
Hengelo (O.)
Utrecht
Arnhem
Venlo
Nijmegen
Leiden
's-Gravenhage
Sittard-Geleen
Tilburg
Eindhoven
Lelystad
Schiedam
Helmond
Dordrecht
Leeuwarden
Lelystad
's-Hertogenbosch
Tilburg
Zaanstad
Helmond
Schiedam
Alkmaar
Almelo
Hengelo (O.)
Breda
Breda
Rotterdam
Haarlem
Dordrecht
's-Hertogenbosch
Venlo
Zwolle
Maastricht
Deventer
Emmen
Emmen
Sittard-Geleen
Amersfoort
Heerlen
Zaanstad
0%
10%
20%
30%
40%
0%
28
4%
8%
12%
16%
Veiligheid AD Misdaadmeter, 2008 (hoe hoger, hoe onveiliger). Bron: Algemeen Dagblad
Rotterdam Eindhoven Amsterdam Tilburg Arnhem Maastricht 's-Gravenhage Heerlen Breda 's-Hertogenbosch (12) Utrecht Sittard-Geleen Lelystad Schiedam Groningen Nijmegen Alkmaar Helmond Dordrecht Leeuwarden Amersfoort Venlo Haarlem Leiden Zwolle Enschede Deventer Zaanstad Almelo Emmen Hengelo 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
29
Ruimte voor talent Jeugdwerkloosheid (15-24 jaar) als aandeel van de beroepsbevolking (2009) Bron: Atlas voor gemeenten 2009
Aandeel voortijdig schoolverlaters vanuit het vo en het mbo, 2007(voorlopige cijfers) Bron: CBS
Rotterdam
Heerlen
Amsterdam
Helmond
Utrecht
Emmen
Tilburg
Enschede
's-Gravenhage
Sittard-Geleen
Lelystad
Amsterdam
Heerlen
Almelo
Arnhem
Leeuwarden
Alkmaar
Venlo
Maastricht
Nijmegen
Nijmegen
Hengelo
Schiedam
Tilburg
Groningen
Arnhem
Leeuwarden
's-Gravenhage
's-Hertogenbosch
Rotterdam
Enschede
Maastricht
Dordrecht
Lelystad
Zaanstad
Schiedam
Haarlem
Alkmaar
Breda
Groningen
Eindhoven
Zaanstad
Helmond
Haarlem
Leiden
's-Hertogenbosch
Sittard-Geleen
Zwolle
Venlo
Eindhoven
Almelo
Dordrecht
Zwolle
Amersfoort
Emmen
Deventer
Deventer
Breda
Amersfoort
Utrecht
Hengelo
Leiden 0
1
2
3
4
5
6
7
0%
30
2%
4%
6%
8%
10%
Cultureel klimaat Jaarlijks aantal evenementen in de gemeente per 1.000 inwoners. Bron: Atlas voor gemeenten 2009
Jaarlijks aantal theatervoorstellingen in de gemeente per 1.000 inwoners. Bron: Atlas voor gemeenten 2009 Amsterdam
Leeuwarden Zwolle
Utrecht
's-Hertogenbosch
Arnhem
Utrecht
Maastricht
Maastricht
's-Hertogenbosch
Eindhoven
Zwolle
Hengelo (O.)
Groningen
Amsterdam
's-Gravenhage
Leiden
Nijmegen
Arnhem
Leiden
Rotterdam
Haarlem
Lelystad
Heerlen
's-Gravenhage
Leeuwarden
Alkmaar
Rotterdam
Haarlem
Eindhoven
Groningen
Enschede
Helmond
Helmond
Nijmegen
Amersfoort
Dordrecht
Alkmaar
Breda
Hengelo (O.)
Sittard-Geleen
Breda
Deventer
Deventer
Enschede
Sittard-Geleen
Heerlen
Tilburg
Amersfoort
Venlo
Almelo
Schiedam
Emmen
Dordrecht
Tilburg
Emmen
Schiedam
Zaanstad
Venlo
Almelo
Zaanstad
Lelystad 0
10
20
30
40
50
60
0
31
2
4
6
8
10
Wonen en werkomgeving Woonaantrekkelijkheidsindex 2008 Bron: Atlas voor gemeenten 2009
Aantal nieuwbouwwoningen 2008
Amsterdam
Rotterdam
Utrecht
Utrecht
's-Gravenhage
's-Gravenhage
Nijmegen
Tilburg
's-Hertogenbosch (6)
Groningen
Haarlem
Arnhem
Zwolle
Enschede
Leiden
Amersfoort
Rotterdam
's-Hertogenbosch
Amersfoort
Zwolle
Tilburg
Breda
Groningen
Zaanstad
Arnhem
Nijmegen
Eindhoven
Dordrecht
Dordrecht
Eindhoven
Alkmaar
Leiden
Maastricht
Helmond
Zaanstad
Leeuwarden
Breda
Haarlem
Leeuwarden
Lelystad
Schiedam
Maastricht
Deventer
Deventer
Hengelo (O.)
Almelo
Helmond
Alkmaar
Enschede
Hengelo (O.)
Lelystad
Sittard-Geleen
Venlo
Schiedam
Almelo
Venlo
Sittard-Geleen
Emmen
Heerlen
Heerlen
Emmen
0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
32
500
1000
1500
2000
2500
3000
Bereikbare stad OV-gebruik (% trein-tram-bus), 2006 Bron: Mobiliteitsonderzoek Rijkswaterstaat
Bereikbaarheid werkgelegenheid per auto,2007 Bron: www.waarstaatjegemeente.nl
Arnhem
Schiedam
Utrecht
Helmond
Amsterdam
Leiden
Leiden
Haarlem
Maastricht
Dordrecht
Nijmegen
Zaanst ad
Groningen
Arnhem
Rotterdam
Amersf oort
Tilburg
's-Hert ogenbosch
Zwolle
Alkmaar
Enschede
Nijmegen
s-Hertogenbosch
Zwolle
Eindhoven
Breda
s-Gravenhage
Eindhoven
Breda
Ut recht 0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
Tilburg
14%
Leeuwarden Maast richt Emmen 's-Gravenhage Groningen Enschede Amst erdam Rot t erdam 0
33
200
400
600
800
Sport en recreatie Aandeel bewoners dat minimaal maandelijks sport, 2006/2007/2008 Bron: RSO sportonderzoek gemeenten
Helmond 's-Hertogenbosch Lelystad Utrecht Eindhoven Nijmegen Alkmaar Breda Deventer Amsterdam Venlo Emmen Tilburg Rotterdam 's-Gravenhage Zaanstad Dordrecht 0%
20%
40%
60%
80%
34
Milieurespecterende ontwikkelingen Totaal huishoudelijk afval, kg/inwoner 2007 Bron: CBS
Ingezameld (verpakkings)glas, kg/inwoner 2007 Bron: CBS
Sittard-Geleen
Maastricht
's-Gravenhage
Nijmegen
Amsterdam
Breda
Groningen
Sittard-Geleen
Maastricht
Alkmaar
Leiden
Eindhoven
Enschede
Groningen
Nijmegen
Haarlem
Schiedam
Amsterdam
Deventer
Deventer
Alkmaar
's-Hertogenbosch
Haarlem
Heerlen
Rotterdam
Helmond
Utrecht
Hengelo (O.)
Tilburg
Leeuwarden
Zwolle
Amersfoort
Almelo
Arnhem
's-Hertogenbosch
Dordrecht
Dordrecht
Leiden
Heerlen
Utrecht
Eindhoven
Zwolle
Arnhem
Almelo
Leeuwarden
Venlo
Helmond
Zaanstad
Amersfoort
Enschede
Lelystad
Schiedam
Hengelo (O.)
's-Gravenhage
Venlo
Tilburg
Breda
Lelystad 0
200
400
600
800
1000
Emmen Rotterdam 0
35
10
20
30
40
Cultuurhistorische kwaliteit Aantal rijksmonumenten 2007 Bron: Atlas voor gemeenten 2008
Amsterdam Maastricht Utrecht Leiden Haarlem 's-Gravenhage Dordrecht Groningen Deventer Leeuwarden 's-Hertogenbosch Breda Zwolle Amersfoort Alkmaar Rotterdam Zaanstad Arnhem Schiedam Tilburg Nijmegen Sittard-Geleen Heerlen Venlo Enschede Eindhoven Emmen Helmond Hengelo (O.) Almelo Lelystad 0
2000
4000
6000
8000
36
Ruimte voor bedrijvigheid Ranglijst economisch best presterende steden, 2008 Bron: Elsevier/Louter
Groei werkgelegenheid, 2008-2009 Bron: LISA
Zwolle
Schiedam
’s-Hertogenbosch
Amsterdam
Utrecht
Zaanstad
Eindhoven
Lelystad
Breda
Amersfoort
Amersfoort
Helmond
Venlo
Alkmaar
Hengelo (O.)
Utrecht
Groningen
Groningen
Arnhem
Arnhem
Tilburg
Tilburg
Amsterdam
Enschede
Alkmaar
Zwolle
Sittard-Geleen
Sittard-Geleen
Leeuwarden
Breda
Nijmegen
Hengelo (O.)
Rotterdam
's-Gravenhage
Lelystad
Eindhoven
Almelo
Dordrecht
Heerlen
Heerlen
Deventer
Rotterdam
Dordrecht
Nijmegen
's-Gravenhage
Venlo
Helmond
's-Hertogenbosch
Emmen
Haarlem
Zaanstad
Deventer
Leiden
Leiden
Enschede
Leeuwarden
Haarlem
Almelo
Schiedam
Maastricht
Maastricht
Emmen 0
2
4
6
8
10
-4%
37
-2%
0%
2%
4%
6%
Arbeidsmarkt en werkgelegenheid % niet werkende werkzoekenden, januari 2010 Bron: UWV WERKbedrijf
% 15-64 jarigen met een bijstandsuitkering, 2009 Bron: CBS (voorlopige cijfers) Rotterdam
Heerlen Enschede
Heerlen
Emmen
Amsterdam
Rotterdam
Groningen
Arnhem
Leeuwarden
Amsterdam
's-Gravenhage
Almelo
Arnhem
Maastricht
Enschede
Helmond
Nijmegen
Leeuwarden
Almelo
Groningen
Schiedam
Venlo
Sittard-Geleen
Eindhoven
Dordrecht
Sittard-Geleen
Helmond
Schiedam
Maastricht
Hengelo(O.)
Emmen
's-Gravenhage
Eindhoven
Lelystad
Tilburg
Deventer
Venlo
Breda
Hengelo(O.)
Tilburg
Zwolle
Leiden
Lelystad
Zwolle
Utrecht
's-Hertogenbosch
Leiden
Zaanstad
Breda
Utrecht
's-Hertogenbosch
Dordrecht
Deventer
Alkmaar
Zaanstad
Amersfoort
Haarlem
Haarlem
Amersfoort 0%
3%
6%
9%
12%
15%
Alkmaar 0%
38
2%
4%
6%
8%