Stadsenquête Leiden 2003
Colofon Uitgave Projectleiding
Onderzoeksuitvoering Bijdragen per onderwerp Oplage Druk
Concernstaf, gemeente Leiden, oktober 2003 BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek, Advies) drs. Pieter H. de Jong tel. (071) 516 50 64 e-mail
[email protected] WBK Marktonderzoek, Den Haag Gemeentelijke diensten en instellingen 300 Stadsdrukkerij gemeente Leiden
Stadsenquête Leiden 2003
Stadsenquête Leiden 2003
VOORWOORD In juni en juli van dit jaar zijn bijna 2500 stadsgenoten ondervraagd over verschillende onderwerpen. De animo bij de verschillende onderdelen van het gemeentelijk apparaat om thema’s en vragen in te brengen was zeer groot. Met de stadsenquête beschikt Leiden over een instrument dat jaarlijks een schat aan gegevens oplevert over de meningen van burgers. Die meningen zijn voor het gemeentebestuur van belang om na te gaan of de dienstverlening en de uitvoering van maatregelen afgestemd zijn op de wensen en eisen van de inwoners. Het onderzoek bestaat enerzijds uit trend- en beoordelingsvragen die periodiek zullen worden herhaald om ontwikkelingen te kunnen volgen en anderzijds uit beleidsvragen die veelal een eenmalig karakter hebben. Nieuw dit jaar is de “Ouderenmonitor” die als afzonderlijke uitgave wordt uitgebracht. Een greep uit de resultaten van de stadsenquête 2003: q q q q
q
q q q q q q q
q q q q
Per saldo is de gemeentelijke dienstverlening er in het afgelopen jaar op vooruitgegaan. Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Een kwart van de Leidenaren komt financieel net rond en 10% kan (zeer) moeilijk rondkomen. Overlast door rommel op straat is nog niet afgenomen; 60% heeft er een beetje of erg last van. Opvallend is dat de situatie in Leiden Noord is verbeterd en in het Stevenshofdistrict is verslechterd. De Openbare Bibliotheek krijgt voor verschillende aspecten een hoog rapportcijfer, de aanwezigheid van een compleet assortiment, de overzichtelijke indeling en de juiste openingstijden worden nog hoger gewaardeerd dan in 2001. De bekendheid en het bezoek van de gemeentelijke website www.leiden.nl is vergroot. Van de werkende Leidenaren werkt de helft in Leiden of de regio Leiden, 44% werkt buiten de regio. 5% van de Leidenaren ondervindt ernstige tot zeer ernstige overlast van drugs- en alcoholverslaafden. Het gemiddeld aantal ergernissen dat fietsers ervaren is gedaald van 4,3 naar 3,7. Bijna de helft van de Leidenaren vindt dat de stad in het afgelopen jaar schoner is geworden. Niet alle inkomensondersteunende regelingen zijn bekend, kwijtschelding gemeentelijke belastingen is het meest bekend. 8 op de tien Leidenaren vindt dat de huidige openingstijden van de afdeling Burgerzaken (sinds een jaar dagelijks een uur langer tot 16.00 uur en donderdag tot 20.00 uur) voldoende gelegenheid bieden om hun zaken te regelen. Een kwart van de Leidenaren doet aan vrijwilligerswerk, 16% doet het (nog) niet maar zou het wel willen. De bekendheid van de Milieustraat is toegenomen, 70% kent de Milieustraat aan de J.C.de Rijpstraat Het percentage Leidenaren dat vindt dat de gemeente hen voldoende op de hoogte houdt van het gemeentelijk nieuws, is in de afgelopen twee jaar gestegen van 73% in 2001 tot 82% dit jaar. 60% van de Leidenaren is voorstander van een burgemeestersreferendum en heeft meer vertrouwen in een burgemeester die door het volk is gekozen.
De in dit rapport weergegeven antwoorden zijn voorbeelden van resultaten die waardevolle informatie geven en kunnen bijdragen aan (aanpassing van) beleid. Politici en ambtenaren zullen zonder twijfel kennisnemen van de uitkomsten van de enquête. De inhoud van dit rapport beveel ik daarnaast aan aan geïnteresseerde inwoners, bedrijven en organisaties in de stad. Voor suggesties die de bruikbaarheid van het instrument kunnen verhogen houden wij ons aanbevolen. Ron Hillebrand, Wethouder strategisch beleid.
Stadsenquête Leiden 2003
Stadsenquête Leiden 2003
INHOUD Samenvatting en conclusies gemeente Samenvatting Reacties en conclusies gemeente
1 1 13
1 1.1 1.2
Inleiding Achtergrond Indeling rapport
16 16 16
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Profiel Leidenaar Aantal inwoners Leiden Districten Sekse en leeftijd Huishoudsamenstelling Etnische afkomst Opleiding Huishoudinkomen
17 17 17 18 18 18 19 20
3
Algemene beoordeling dienstverlening
21
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Contact en beoordeling gemeentelijke diensten Contact gemeentelijke diensten Onderwerp contact Wijze contact Beoordeling contact Beoordeling dienstverleningsaspecten Bekendheid en beoordeling servicepunten
22 22 23 23 24 25 26
5 5.1 5.2 5.3
Trendvragen financiële situatie Verandering financiële situatie in afgelopen jaar Noodzaak van bezuinigingen op primaire levensbehoeften Schuldsituatie
28 28 29 29
6
Beoordeling onderhoud in eigen wijk
30
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
Beoordeling en verloedering in eigen wijk Mate van overlast van zeven zaken/activiteiten Hondenpoep Rommel op straat Vernieling telefooncellen en bushokjes Graffiti en wildplakken Drijfvuil en onderhoud watergangen Zelf troep op straat gooien
31 31 32 33 33 34 34 35
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Openbare Bibliotheek Lenerspassen Bezoek bibliotheek Bezoekgedrag bibliotheekbezoekers Beoordeling dienstverlening bibliotheek
36 36 36 38 39
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Gemeentelijke website Beschikking internet Gebruik internet en email Bekendheid en bezoek gemeentelijke website Reden bezoek gemeentelijke website Beoordeling gemeentelijke website
40 40 41 42 42 43
Stadsenquête Leiden 2003
10 10.1 10.2 10.3
Arbeidsmarktbeleid Verdeling beroepsbevolking Werkenden Niet-werkenden
44 44 45 47
11
Overlast drugs- en alcoholverslaafden en dak- en thuislozen
49
12 12.1 12.2 12.3
Fietsgebruik Frequentie en doel Motivatie keuze fiets Fietsergernissen
51 51 52 53
13
Leiden ruimt op
55
14
Huisarts
57
15
SOS Telefonische Hulpdienst
58
16 16.1 16.2 16.3
Financiële situatie Rondkomen van huishoudinkomen Het afsluiten van leningen Betalingsachterstand
59 59 60 60
17 17.1 17.2 17.3
Financiële dienstverlening Bekendheid regelingen Gebruik regelingen Bekendheid en gebruik Stadsbank
61 61 62
18 18.1 18.2 18.3
Volwasseneneducatie Bekendheid mogelijkheden volwassenenonderwijs e Na 25 jaar opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd Interesse in opleidingen en cursussen
64 64 64 65
19 19.1 19.2 19.3
Bezoek Burgerzaken Openingstijden Bezoek Burgerzaken Voorkeur voor langsgaan Burgerzaken met of zonder afspraak
66 66 67 68
20 20.1 20.2 20.3 20.4 20.5
Vrijwilligerswerk Huidige en potentiële vrijwilligers Huidig vrijwilligerswerk Potentiële vrijwilligers Bekendheid mogelijkheden vrijwilligerswerk Bekendheid en gebruik Steunpunt Vrijwilligerswerk
69 69 70 72 72 72
21 21.1 21.2 21.3 21.4 21.5 21.6
Milieu Milieustraat Kringloopwinkel GFT-afval GFT-containers binnen de singels Oud papier Klein Chemisch Afval
73 73 75 76 77 78 79
22 22.1 22.2 22.3
Bekendheid werkzaamheden gemeente in wijk Beoordeling informatievoorziening over gemeentelijke werkzaamheden in wijk Contact over onderhoud wijk Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening wijkplannen en -activiteiten
80 80 82 83
Stadsenquête Leiden 2003
23 23.1 23.2 23.3
Functioneren gemeenteraad, burgerparticipatie en contact over wijk Bekendheid taken en beoordeling functioneren gemeenteraad Burgerparticipatie bij gemeentelijk beleid Contact met de gemeente over eigen wijk
85 85 86 86
24 24.1 24.2 24.3
Gemeentelijke informatievoorziening Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening Stadskrant Wegwijzer
88 88 88 91
25 25.1 25.2 25.3
Burgemeestersreferendum Stemgedrag Beoordeling burgemeestersreferendum Beoordeling informatievoorziening referendum
93 93 94 95
26 26.1 26.2 26.3 26.4 26.5 26.6
Onderzoekverantwoording Vaststellen vragenlijst Methodologie Steekproeftrekking Responseverantwoording Representativiteit Betrouwbaarheid en nauwkeurigheidsmarges
96 96 96 96 97 97 98
Bijlage A: Overzichtskaart Leiden Bijlage B: Vragenlijst Bijlage C: Losse opmerkingen
Stadsenquête Leiden 2003
99 100 134
Stadsenquête Leiden 2003
1
SAMENVATTING EN CONCLUSIES GEMEENTE Het gemeentebestuur van Leiden heeft in de maanden juni en juli 2003 voor het derde achtereenvolgende jaar de Stadsenquête laten uitvoeren. De animo van de diensten was dusdanig groot dat de enquête is gesplitst in meerdere deelonderzoeken die telefonisch aan 625 tot 1250 mensen zijn voorgelegd. In totaal hebben dit jaar 2500 inwoners van Leiden van 18 tot en met 75 jaar aan de Stadsenquête meegewerkt. Hier volgt een samenvatting, die wordt afgesloten met reacties en conclusies van de gemeentelijke diensten. Hfst 2. Profiel Leidenaar Leiden heeft op 1 januari 2003 117.732 inwoners, ruim 500 meer dan een jaar eerder. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie (aantal inwoners, sekse, leeftijd en etniciteit), als sociaaldemografische vragen die gesteld zijn in de Stadsenquête (opleiding en inkomen). Over de profielvraag ‘betaald werk’ is dit jaar een apart hoofdstuk geschreven (hoofdstuk 10).
Hfst 3. Algemene beoordeling dienstverlening Evenals in 2001en 2002 vindt de Leidenaar per saldo de gemeentelijke dienstverlening er in het afgelopen jaar op vooruitgegaan. Van de mensen die een oordeel geven, vindt 17% dat de dienstverlening van de gemeente het afgelopen jaar is verbeterd, één op de tien ziet een verslechtering. De mensen met een positief oordeel noemen vooral een verbetering in de informatievoorziening, communicatie, klantvriendelijkheid en toegankelijkheid als reden voor hun beoordeling. Daarnaast vindt een deel de stad schoner geworden. De Leidenaren met een negatief oordeel noemen relatief wat vaker wachttijden en rommel op straat.
Hfst 4. Contact en beoordeling gemeentelijke diensten/afdelingen Zes op de tien Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met één of meer gemeentelijke diensten en afdelingen. Dit is vergelijkbaar met een jaar eerder. Van de contacten met de gemeente gaat bijna zes op de tien via een persoonlijk bezoek, ruim eenderde van de contacten is telefonisch en 6% schriftelijk. Email wordt hiervoor (nog) nauwelijks gebruikt. In vergelijking met 2002 lijken mensen wat vaker te bellen in plaats van de gemeente te bezoeken of een brief te sturen. De meeste contacten vinden, evenals vorig jaar, plaats met Burgerzaken (en Belastingen). Deze contacten zijn meestal persoonlijk en hebben vaak betrekking op het aanvragen/verlengen van het rijbewijs/paspoort en in mindere mate op onderwerpen als de burgerlijke stand/adreswijziging en/of een uittreksel. Milieu en Beheer wordt vaak gebeld over grof vuil en Bouwen en Wonen voor uiteenlopende onderwerpen. De gemeentelijke dienstverlening in Leiden wordt dit jaar beter beoordeeld in vergelijking met de afgelopen twee jaar. Een bezoek wordt, door het persoonlijke contact, normaliter al beter gewaardeerd dan telefonische en schriftelijke contacten, maar dit jaar lijkt de hulp aan de balie nog meer naar tevredenheid te zijn verlopen. De wachttijden, die in 2002 lager werden beoordeeld, zijn dit jaar weer nagenoeg op het niveau van 2001. Punt van aandacht is de afhandeling van de schriftelijke contacten. De beoordeling hiervan is minder positief dan vorig jaar. Tabel S4: Perc. tevreden klanten (beoordeling > 7) 2001 2002
2003
2001
2002
2003
Vriendelijkheid personeel
95%
91%
95%
Persoonlijk
-
87%
88%
Behulpzaamheid personeel
91%
91%
94%
Telefonisch
-
74%
80%
Correctheid afhandeling
90%
89%
92%
Schriftelijk
-
72%
66%
Tempo afhandeling
82%
77%
82%
Wachttijden
65%
54%
62%
Burgerzaken
-
86%
88%
Milieu en beheer
-
76%
80%
Bouwen en Wonen
-
70%
74%
Stadsenquête Leiden 2003
2
De gemeente Leiden heeft twee jaar geleden (september 2001) drie servicepunten opgezet waar mensen telefonisch terecht kunnen voor vragen over ‘Burgerzaken en Belastingen’, de ‘Woonomgeving’ en ‘Bouwen en Wonen’. Ruim éénderde van de Leidenaren is bekend met één of meerdere servicepunten, dit is iets meer dan in 2002. Bijna vier op de tien van hen zegt het afgelopen jaar contact met de servicepunten te hebben gehad. Dit jaar is de dienstverlening voor het eerst op de aspecten behulpzaamheid, juistheid van afhandeling en snelheid van opnemen beoordeeld. Ruim acht op de tien bellers met de servicepunten is tevreden met de aspecten. De wijze van doorverbinden lijkt nog te kunnen verbeteren. Van de mensen die via het servicepunt worden doorverbonden zegt drie op de tien hierover niet tevreden te zijn. Hfst 5. Financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn met name de lage en middeninkomens en de 35-plussers die hun financiële situatie zien verslechteren. Tabel S5: Verandering financiële situatie Leidenaar 2001
2002
2003
Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd
37% 55% 8%
26% 58% 15%
19% 54% 27%
Totaal
100%
100%
100%
Ook het percentage mensen dat aangeeft te moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften neemt toe; van 13% in 2001 tot 20% in 2003. Dit geldt (nog) niet voor het percentage inwoners van Leiden dat schulden (exclusief hypotheek en studieschuld) zegt te hebben. Dit percentage is met 10% vergelijkbaar met de voorgaande twee jaar.
Hfst 6. Beoordeling onderhoud in eigen wijk De Leidse burgers hebben evenals de afgelopen twee jaar vijf aspecten beoordeeld die betrekking hebben op het onderhoud van de stad. Onderstaande tabel geeft de resultaten. In het rapport worden de resultaten per district gegeven, waarbij blijkt dat de inwoners van Leiden Noord het onderhoud in de eigen wijk over het algemeen lager beoordelen. Wel worden de verschillen met de andere districten kleiner, met name de aspecten ‘vegen van straten’ en ‘ophalen van vuilnis’ worden dit jaar beter beoordeeld. Verder neemt de overlast door wegwerkzaamheden in de Binnenstad af. Een aandachtspunt is de lage beoordeling voor het vegen van straten in het Stevenshofdistrict. Dit resultaat wordt bevestigd in hoofdstuk 7. Tabel S6: Beoordeling vijf aspecten onderhoud in eigen wijk (berekend rapportcijfer) 2001 2002
2003
Vuilnisophaaldienst
6,8
7,1
7,1
Beperking overlast door werkzaamh. eigen wijk
7,2
7,0
7,1
Onderhoud straten en wegen
6,5
6,4
6,5
Onderhoud groen eigen wijk
6,6
6,4
6,4
#
6,3
6,4
Vegen straten en wegen # niet gevraagd
Stadsenquête Leiden 2003
3
Hfst 7. Beoordeling verloedering Verloedering is één van de speerpunten van het GSB-programma “Basis voor Kwaliteit” en bestaat uit de subjectieve beleving van vijf zaken: vernieling van telefooncellen en bushokjes, graffiti, wildplakken, hondenpoep en rommel op straat. Daarnaast is dit jaar ook gekeken naar de beleving van de netheid van watergangen. De burgers ervaren relatief de meeste overlast van hondenpoep en rommel op straat. Vergeleken met 2001 en 2002 is de overlast van de genoemde voorvallen iets toegenomen. Tabel S7: Perc. beetje of ernstige overlast op straat in eigen wijk, 2001-2003 2001 2002 Hondenpoep 54% 60% Rommel op straat 54% 53% Vernieling telefooncellen en bushokjes # 20% Graffiti # 20% Wildplakken van posters # 9%
2003 60% 60% 25% 24% 12%
in % van resp. met watergangen in wijk: Drijfvuil op water Onderhoud watergangen
36% 19%
# #
# #
Evenals vorig jaar blijkt de Leidenaar de overlast van hondenpoep met name te ervaren op stoepen, in het park op het gras, op straat en rondom losstaande bomen (boomspiegels) op straat. De overlast van hondenpoep wordt iets vaker ervaren in Leiden-Noord en iets minder vaak in het Bos- en Gasthuisdistrict. Overlast van rommel op straat, veelal los zwerfvuil of rommel rond containers, wordt relatief vaker ondervonden in het Stevenshofdistrict en Leiden Noord. Toch is er een belangrijk verschil tussen deze twee districten wat betreft rommel: de situatie in Leiden Noord is verbeterd, de situatie in Stevenshofdistrict verslechterd. Vernieling van telefooncellen en bushokjes komt iets vaker voor in het Stevenshofdistrict, terwijl overlast van graffiti en het wildplakken van posters met name plaatsvindt aan straatmeubilair, woningen, winkels en bedrijfspanden in de Binnenstad. Dit jaar is voor het eerst gevraagd naar overlast van drijfvuil in watergangen en het onderhoud hiervan. In tabel S7 is te zien dat ruim eenderde van de mensen met watergangen in de buurt (een beetje) overlast ervaart van drijfvuil. De overlast wordt vaker ervaren in de Binnenstad en Stevenshofdistrict. Het aantal Leidenaren dat aangeeft zelf wel eens rommel op straat te gooien is gedaald van 11% naar 8%. Ofschoon beseft wordt dat deze vraag mogelijk vertroebeld wordt door sociaal-wenselijke antwoorden, blijft het een interessant aandachtspunt. De mensen die aangeven zelf wel eens troep op straat te gooien zeggen dit veelal te doen zonder er bij na te denken. Mogelijk zou het minder gebeuren indien er meer prullenbakken zouden zijn. Anderen opperen een grote publiekscampagne, die enige maanden later door de overheid ook daadwerkelijk is opgestart.
Hfst 8. Openbare Bibliotheek Van alle volwassen Leidenaren bezoekt vier op de tien respondenten wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek. De meeste bezoekers zeggen over een eigen pas te beschikken. Vrouwen, ouders met kinderen en de hogere inkomens- en opleidingsgroepen bezoeken relatief vaker de bibliotheek. De mensen die nooit naar de bibliotheek gaan, geven evenals in 2001 met name aan andere persoonlijke interesses te hebben, zelf boeken te kopen of er geen tijd voor (over) te hebben. Vrijwel alle bibliotheekbezoekers bezoeken wel eens de Centrale Bibliotheek, eenderde bezoekt (ook) een filiaal. Dit laatste geldt met name voor bewoners uit de districten Stevenshof en Merenwijk, voor wie de afstand naar de Centrale het grootst is. De bezoekers geven, evenals in 2001, aan met name naar de bibliotheek te gaan voor het lenen van boeken, het zoeken naar specifieke informatie en het lenen van audiovisueel materiaal (cd, video en cd-rom).
Stadsenquête Leiden 2003
4
Van een vijftal voorgelegde aspecten wordt de aanwezigheid van een compleet assortiment en een overzichtelijke indeling door de bezoekers het belangrijkst gevonden. Gezien de ruime 7 op al de aspecten, blijken de bezoekers over het algemeen tevreden te zijn over de dienstverlening van bibliotheek. Vergeleken met 2001 worden de openingstijden, het assortiment en de overzichtelijkheid van de indeling hoger gewaardeerd. De Centrale bibliotheek wordt, zoals te verwachten valt, beter beoordeeld op assortiment en openingstijden en de filialen beter op bereikbaarheid. In het rapport worden door bezoekers ideeën of opmerkingen aangedragen voor een verdere verbetering van de dienstverlening van de bibliotheek. Tabel S8: Rapportcijfers van respondenten per aspect voor hun meest bezochte vestiging 2001 2003 Meest bezochte vestiging Centrale Filiaal Aanwezigheid compleet assortiment 7,2 7,5 7,5 7,2 Overzichtelijke indeling 7,2 7,4 7,4 7,5 Juiste openingstijden 7,0 7,4 7,5 7,1 Goede bereikbaarheid 7,5 7,5 7,3 8,0 Goede service 7,5 7,5 7,5 7,5
Hfst 9. Gemeentelijke website Het percentage Leidenaren dat thuis kan beschikken over internet is, na een snelle toename in eerdere jaren, dit jaar vrijwel gestabiliseerd tot op 77%. Met dit percentage scoort Leiden hoog op de lijst van Nederlandse gemeenten, wat mede veroorzaakt wordt door het hoger opleidingsniveau van de gemiddelde Leidenaar en het feit dat Leiden een Universiteitsstad is. Het zijn met name de 65plussers en mensen met een lagere opleiding en/of huishoudinkomen die thuis nog geen beschikking hebben over internet. Van de inwoners die beschikken over internet maakt, evenals in 2002, zes op de tien er (vrijwel) dagelijks gebruik van, meestal om informatie op te zoeken en e-mails te versturen en in mindere mate voor het bestellen van producten en chatten. De bekendheid en het bezoek van de gemeentelijke website www.leiden.nl is vergroot. Tweederde van de internetgebruikers is bekend met de website en de helft heeft de website ook wel eens bezocht. De website wordt voornamelijk bezocht voor gemeentelijke informatie en in mindere mate voor recreatieve/toeristische informatie. De bezoekers verwachten op de website met name informatie te vinden over de gemeentelijke voorzieningen, openingstijden en alles wat met de gemeente te maken heeft. Tabel S9: Verwachte onderwerpen gemeentelijke website (in % bezoekers website, spontaan) Alg. info over gemeentelijke diensten en voorzieningen 20% Openingstijden openbare werken en gemeentehuis 14% Alles wat met Leiden en gemeente te maken heeft 10% Wat er te doen is (evenementen, activiteiten, etc.) 9% Toeristische info (bezienswaardigheden, uitgaan, etc.) 9% Burgerzaken (bv. hoe paspoort, rijbewijs aanvragen) 8% Ophalen afval/grofvuil 7% Bouwen en wonen (bouwplannen, nieuwbouw) 7% Bestuurlijke informatie, beleid/plannen gemeente 5% Culturele informatie (film-, toneel- en muziekagenda) 5%
Goede informatie, overzichtelijkheid, duidelijkheid en een professionele lay-out worden als beste punten van de website genoemd. Als mindere punten worden genoemd dat het nog moeilijk is om informatie te vinden en dat de informatie soms te oppervlakkig is en niet altijd actueel. De website wordt door de bezoekers op een vijftal aspecten beter beoordeeld dan vorig jaar. De volledigheid en het interessant maken van de website zijn nog het meest voor verbetering vatbaar.
Stadsenquête Leiden 2003
5
Hfst 10. Arbeidsmarktbeleid De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht circa zeven op de tien betaald werk voor minimaal 12 uur per week. De participatie ligt lager bij de jongeren tot 24 jaar en de 55-plussers. Van de mensen met betaald werk voor minstens 12 uur per week, heeft negen op de tien een vast dienstverband en één op de tien een tijdelijk dienstverband. De laatste tijd gaat het minder goed met de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Als de werkenden wordt gevraagd of ze bang zijn om in het komende jaar hun baan te verliezen, dan antwoordt één op de tien hierop bevestigend. Werkenden met een tijdelijk contract zijn hier relatief vaker bang voor. De mensen die bang zijn hun baan te verliezen werken in alle mogelijke beroepssectoren. Het meest genoemd worden: dienstverlenende sector, onderwijs, de zorgsector, de overheid en transport. Van de werkende Leidenaren werkt de helft in Leiden of in de regio van Leiden, 44% werkt buiten de regio. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Van de Leidenaren die buiten de regio werken geeft de helft aan dat ze eigenlijk liever binnen de regio zouden werken. De meerderheid van hen onderneemt hier echter (nog) geen pogingen voor. Evenals in de afgelopen jaren gaat ruim zes op de tien Leidenaren die binnen de Leidse regio werken op de fiets naar hun werk, een kwart gaat met de auto. Voor vervoer naar het werk buiten de regio wordt met name gebruik gemaakt van de auto en de trein. Van de Leidenaren van 25-64 jaar heeft ruim een kwart op dit moment geen betaald werk voor minstens 12 uur per week. Dit komt neer op ruim 15.000 Leidenaren. De niet-werkenden zijn relatief wat ouder, vaker vrouw en aanzienlijk vaker lager opgeleid. Circa vier op de tien van hen krijgt een uitkering (AAW/WAO, bijstand, WW). Een kwart van de niet-werkenden heeft in de afgelopen twee jaar nog gewerkt en 7% heeft in de afgelopen 12 maanden een opleiding afgerond. Eén op de vijf nietwerkenden onderneemt pogingen om weer te werken, iets meer mensen zouden wel iets willen doen, maar ondernemen hiervoor geen stappen, en bijna zes op de tien niet-werkenden wil dit ook niet. De respondenten die op zich wel willen, maar hiertoe nog geen pogingen hebben ondernomen, noemen hiervoor met name ziekte, invaliditeit en kinderen als reden. In het rapport wordt de feitelijke arbeidsreserve van Leidenaren van 15-64 jaar die zouden willen werken tussen de 3.500 en 5.000 geschat. Deze schatting ligt in het verlengde van de schatting die op basis van de Stadsenquête 2002 is gemaakt. Leeftijd, het opleidingsniveau, weinig vacatures, gezondheid, eigen gemakzucht en het regelen van kinderopvang worden door de respondenten die pogingen ondernemen (weer) te gaan werken als belangrijkste obstakels ondervonden.
Hfst 11. Drugs- en alcoholoverlast Ruim twee op de tien Leidenaren geeft aan in meer of mindere mate wel eens overlast te ondervinden van alcohol- en drugsverslaafden of dak- en thuislozen; 5% ondervindt hier ernstige tot zeer ernstige overlast van. De percentages liggen iets hoger in vergelijking met 2002. Evenals in 2002 wordt de meeste overlast ondervonden in de Binnenstad en Leiden Noord. Naast de eigen buurt, straat of portiek worden er algemene locaties genoemd waar men overlast ervaart, zoals het park, het station of rondom horeca-locaties. De overlast bestaat met name uit het last hebben van het rondhangen op zich, het gevoel van onveiligheid, de vervuiling op straat en/of geluidsoverlast.
Hfst 12. Fietsgebruik Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft, evenals in 2002, ruim negen op de tien aan over een fiets te beschikken en de meeste Leidenaren maken er ook gebruik van. Het fietsgebruik lijkt iets te zijn toegenomen, maar uit de resultaten in 2004 zal blijken of deze trend zich voortzet. De fiets wordt met name gebruikt om boodschappen te doen, om naar het werk of school te gaan en/of voor reizen naar de Binnenstad. De fiets wordt met name gebruikt omdat het sneller is, een fietser geen parkeerproblemen heeft, vanwege het gemak of vanwege de gezonde lichaamsbeweging. Omgekeerd laten mensen hun fiets staan als men teveel boodschappen mee moet nemen en/of de afstand te groot is.
Stadsenquête Leiden 2003
6
Vergeleken met de resultaten van vorig jaar lijken de fietsers wat minder vaak overlast te ervaren van de verschillende voorgelegde aspecten. Het gemiddeld aantal ergernissen is gedaald van 4,3 naar 3,7. De top tien van ergernissen is ten opzichte van 2002 vrijwel onveranderd, wel is de top vier van “stuivertje” gewisseld. Tabel S13: Percentage ergert zich vaak /regelmatig aan aspect (in % fietsers) 1. Gedrag andere weggebruikers (2) 49% 47% 2. Wachten bij verkeerslichten (4) 38% 37% 3. Geen voorrang krijgen (1) 50% 34% 4. Afwezigheid fietsenrekken (3) 40% 33% 5. Diefstal (5) 37% 31% 6. Hobbelig wegdek (6) 36% 29% 7. Auto’s op fietspaden (7) 29% 25% 8. Geen voorrang op hoofdroutes (8) 28% 21% 9. Fietspaden te smal (9) 25% 18% 10.Plassen op wegdek (11) 21% 18%
Hfst 13. Leiden ruimt op Onder de noemer ‘Leiden ruimt op!’ wordt de stad gedurende drie jaar extra schoongemaakt en opgeruimd. Bijna de helft van de Leidenaren heeft wel eens gehoord van het project ‘Leiden ruimt op!’, 35-minners en inwoners uit het stadsdeel Midden zijn er relatief minder vaak mee bekend. Leidenaren hebben er vaak in de Stadskrant, het Leidsch Dagblad of een huis-aan-huisblad over gelezen. Ook heeft een deel van de Leidenaren de tekst op containers gezien. Van de mensen die bekend zijn met het project zegt 8% dat ze als gevolg van het project zelf anders met hun afval omgaan, bijvoorbeeld dat ze nu hun afval beter scheiden en meer opruimen. Het overgrote deel van de respondenten geeft echter aan dat het project geen invloed op hun gedrag heeft gehad, veelal omdat ze vinden dat ze al milieubewust met afval omgaan. Als tot slot gevraagd wordt of men de stad het afgelopen jaar schoner vindt geworden dan is 46% het hiermee eens, 54% vindt daarentegen van niet. Mensen die bekend zijn met het project vinden vaker dat de stad relatief wat schoner is geworden.
Hfst 14. Huisarts Ruim negen op de tien Leidenaren staat ingeschreven bij een huisarts; 91% heeft een huisarts in Leiden, 6% buiten Leiden. Van de 3% Leidenaren die geen huisarts hebben, zegt eenderde wel actief op zoek te zijn. In absolute aantallen betekent dit circa duizend Leidenaren. Jongeren, alleenstaanden, lagere inkomensklassen en inwoners uit de Binnenstad staan relatief wat minder vaak ingeschreven bij een huisarts. Logischerwijs bestaat er een sterke correlatie tussen de genoemde groepen.
Hfst 15. SOS Telefonische hulpdienst Van alle Leidenaren heeft 16% wel eens iets gehoord of gelezen over de SOS Telefonische Hulpdienst, vier op de tien kent de organisatie alleen van naam en vier op de tien heeft er niet van gehoord. Ouderen kennen de organisatie relatief wat vaker. De meeste Leidenaren zouden, indien nodig, het telefoonnummer opzoeken in het telefoonboek, op afstand gevolgd door onder meer de gemeentegids en internet. Als Leidenaren gevraagd wordt waarvoor men de SOS Telefonische Hulpdienst denkt te kunnen bellen, noemt men met name algemene psychische problemen en relatieproblemen. Tabel S15: Redenen om Telefonische Hulpdienst te bellen (iedereen, spontaan, meerdere antw. mogelijk) Algemene psychische problemen 18% Relatieproblemen 15% Maatschappelijke vragen 13% Eenzaamheid 11% Overlast (buren, jongeren) 7% Gezondheid 6% Seksueel geweld 5% Informatieve vragen 4% Verslaving 3% (Kinder)mishandeling 3% Kan niets noemen
36%
Stadsenquête Leiden 2003
7
Hfst 16. Financiële situatie In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is hier meer uitgebreid op ingegaan. Tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk te kunnen rondkomen van het huishoudinkomen. Een kwart komt net rond en één op de tien kan (zeer) moeilijk rondkomen. Leidenaren uit de lagere inkomensgroepen, niet-werkenden en allochtonen geven relatief vaker aan (zeer) moeilijk te kunnen rondkomen. Ruim eenderde van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden geld geleend, Leidenaren met een lager inkomen en jongeren wat vaker. De meest gebruikte vormen van lenen zijn het rood staan bij de bank of giro en een persoonlijke lening of doorlopend krediet. Van de Leidenaren heeft 5% in de afgelopen twaalf maanden een betalingsachterstand (gehad) op een lening of op hun vaste laste lasten. De schulden die in het afgelopen jaar bij leningen zijn ontstaan betreffen met name schulden bij bank of giro. Voor wat betreft de vaste lasten hebben de betalingsachterstanden met name betrekking op de huur en het energie- en waterbedrijf. Circa één op de tien respondenten die in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met betalingsachterstanden, heeft hiervoor hulp gezocht bij hulpverlenende instanties.
Hfst 17. Financiële dienstverlening Leiden kent verschillende inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling, Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de Woonlastenregeling voor minima. Alle respondenten met een netto huishoudinkomen van 1350 Euro of minder, die zelf hun financiële zaken regelen, zijn deze vijf regelingen voorgelegd. De regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen is het best bekend, terwijl de regeling Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering het vaakst wordt gebruikt. Driekwart van de respondenten uit de genoemde inkomensgroep is met minimaal één van de vijf regelingen bekend. Bijna vier op de tien respondenten maakt gebruik van minimaal één regeling. Tabel S17: Perc. bekendheid/gebruik regelingen (in % hh inkomen = 1350 Euro en regelt financiële zaken zelf) Bekendheid Gebruik Minimaal 1 bekend/gebruikt 77% 37% Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 63% 19% Bijzondere bijstand 55% 8% Coll. aanv. ziektekostenverzekering 41% 23% Declaratieregeling 39% 12% Woonlastenregeling minima 36% 10%
De meeste niet-gebruikers, die de betreffende regeling kennen, denken niet voor de betreffende regeling in aanmerking te komen. Kleinere groepen geven aan niet te weten hoe ze het aan moeten vragen, vinden het teveel moeite, willen het niet aanvragen of vinden dit niet nodig. Door de informatie uit de Stadsenquête geeft 13% aan informatie te hebben gehoord waardoor men zich mogelijk gaat informeren bij de gemeente over één of meerdere regelingen. Stadsbank Inwoners van Leiden kunnen bij de Stadsbank terecht voor financieel advies, leningen en voor hulp bij het oplossen van schulden en budgetbeheer. Ruim de helft van de Leidenaren (56%) kent de Stadsbank van naam en 5% heeft er wel eens gebruik van gemaakt, zoals te verwachten zijn dit met name mensen met een lager inkomen. Van hen is 92% tevreden over de dienstverlening. Tweederde van de Leidenaren die de Stadsbank van naam kennen, geeft aan ook te weten waarvoor ze bij de Stadsbank terecht kunnen. Het lenen van geld en schuldbemiddeling worden hierbij het meest genoemd. Van de Leidenaren die nog nooit gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank denkt 13% er in de toekomst misschien gebruik van te gaan maken. Een grote meerderheid denkt daarentegen van niet, veelal omdat ze geen schulden hebben en ook niet verwachten deze te krijgen.
Stadsenquête Leiden 2003
8
Hfst 18. Volwasseneneducatie e Vier op de tien Leidenaren heeft na zijn 25 jaar een opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd. Dit kunnen studies zijn (meestal HBO, Universitair of MBO) of cursussen (meestal talen, economisch of computer). Lager opgeleiden en mensen uit de lagere inkomensgroepen hebben relatief minder vaak een opleiding of cursus gevolgd. Een kwart van de mensen die geen cursus hebben gevolgd heeft hier wel eens over nagedacht, maar veelal geeft men aan er geen tijd voor (over) te hebben. In mindere mate spelen de kosten mee. Ruim acht op de tien Leidenaren weet dat het Regionaal OpleidingsCentrum, het ROC, diverse mogelijkheden voor volwassenenonderwijs biedt. Het ROC is plannen aan het maken welke opleidingen en cursussen ze volgend jaar zullen aanbieden. Als de Leidenaren gevraagd wordt of ze een idee hebben wat voor opleiding ze in de toekomst mogelijk zouden willen volgen, noemt eenderde spontaan een opleiding. Men denkt met name aan een taalcursus (Spaans, Engels, Nederlands, Italiaans, Frans), een computercursus, een opleiding in de zorg of een economische opleiding. Als Leidenaren een aantal cursussen en opleidingen wordt voorgelegd blijkt nogmaals de meeste interesse uit te gaan naar taalcursussen. Daarna volgt een beroepsgerichte of een Universitaire opleiding. Het profiel van de potentiële deelnemer verschilt per opleiding of cursus. Een meerderheid van de geïnteresseerden verkiest een avondcursus. Uitzondering hierop zijn de 55-plussers, zij volgen liever overdag een cursus. Tabel S18: Interesse in opleidingen en cursussen % mogelijke Interesse Buitenlandse taal 35% Beroepsgerichte opleiding 21% Universitaire opleiding 14% Gerichte opleiding voor vrijwilligerswerk 8% Nederlandse taalles 5% Specifieke cursus voor 55-plussers 4% Middelbare schoolopleiding 2%
Meest populair Spaans, Frans , Engels, Italiaans Zorg/verpleging/medisch, Economisch/administratief Psychologie, Rechten en Kunstgeschiedenis Zeer divers Computercursus
Hfst 19. Bezoek Burgerzaken De afdeling Burgerzaken is sinds ruim een jaar dagelijks een uur langer open tot 16.00 uur en donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur. Van de Leidenaren is 44% bekend met de langere openingstijden. Acht op de tien Leidenaren vindt dat de huidige openingstijden voldoende gelegenheid bieden om hun zaken bij de afdeling Burgerzaken te regelen. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van 2001. Werkenden vinden relatief minder vaak dat er voldoende mogelijkheden zijn. Het liefst bezoekt men de afdeling Burgerzaken op een doordeweekse dag. De donderdag is het meest populair vanwege de avondopenstelling. Evenals in 2001 zegt ruim de helft van de Leidenaren de afdeling Burgerzaken het afgelopen jaar te hebben bezocht. Bezoekers komen net name voor (de aanvraag van) een paspoort of identiteitskaart. Andere genoemde redenen zijn ondermeer (aanvraag) rijbewijs, uittreksel bevolkingsregister, aangifte geboorte, adreswijziging of een huwelijk/ondertrouw. Bezoekers hebben gemiddeld 26 minuten moeten wachten om aan hun gevraagde product te komen. Voor zeven op de tien was de wachttijd acceptabel. Gemiddeld wordt een wachttijd van 24 minuten acceptabel gevonden. Circa de helft van de Leidenaren toont interesse in het van te voren maken van een afspraak via de Servicelijn, waardoor de wachttijd verminderd wordt. De producten waarvoor men, naast de reispapieren, graag vooraf een afspraak zou willen maken zijn divers van aard. Wel denkt men bij deze service relatief vaker aan de verlenging of de aanvraag van een rijbewijs.
Stadsenquête Leiden 2003
9
Hfst 20. Vrijwilligerswerk Evenals in de voorgaande twee jaar geeft een kwart van de Leidenaren aan op dit moment aan vrijwilligerswerk te doen. Het percentage mensen dat (nog meer) vrijwilligerswerk zou willen doen is ten opzichte van 2002 afgenomen, maar nog altijd ruim hoger dan in 2001. Tabel S20: Perc. huidige en potentiële vrijwilligers 2001 Ja, en zou nog meer willen doen 4% Ja, maar zou niet meer willen doen 17% Nee, maar zou het wel willen 7% Nee, en zou het ook niet willen 72% Totaal 100%
2002 8% 14% 21% 58% 100%
2003 6% 17% 16% 61% 100%
Het aantal vrijwilligers is relatief het grootst onder 35-plussers en middelbaar en hoger opgeleiden. Veel vrijwilligers zijn, evenals vorig jaar, werkzaam bij een sportvereniging, een kerkelijke of levensbeschouwende organisatie, in het onderwijs, bij culturele organisaties of in de zorg- en dienstverlening. De sector verschilt per doelgroep, zo zijn vrouwen relatief vaker actief in het onderwijs, mannen vaker bij sportverenigingen, jongeren vaker bij een hobby/club en ouderen vaker bij de kerk. De meeste vrijwilligers zijn werkzaam binnen de gemeente Leiden en besteden enkele uren per week aan het vrijwilligerswerk. Voor de meeste vrijwilligers zijn dit uitvoerende taken, voor eenderde bestuurlijke en voor ca. twee op de tien coördinerende werkzaamheden. Men kiest voor dit vrijwilligerswerk vanwege hun betrokkenheid bij de medemens, uit liefhebberij of maatschappelijke bewogenheid. Ongeveer eenderde van de vrijwilligers was al lid van de organisatie waarvoor ze vrijwilligerswerk verrichten, voordat ze met dit werk begonnen. De rest is er meestal ingerold, onder meer via vrienden, kennissen, hun kinderen of op een andere manier via via. Drie op de tien vrijwilligers komt wel eens problemen tegen bij de uitvoering van hun vrijwilligerswerk. De problemen zijn divers van aard, zoals een tekort aan vrijwilligers, communicatieproblemen binnen de organisatie, een tekort aan financiële middelen en moeizame contacten met de gemeente. Van alle vrijwilligers geeft 4% aan ter ondersteuning van hun vrijwilligerswerk behoefte te hebben aan een cursus of opleiding, zoals bijvoorbeeld een fondsenwerving- of computercursus. In tabel S20 was te zien dat 22% van de Leidenaren aangeeft mogelijk (meer) vrijwilligerswerk te willen doen. Ze denken hierbij aan enkele uren per week en met name uitvoerende werkzaamheden. Over het algemeen hebben alle Leidenaren wel een beeld van vrijwilligerswerk, maar als wordt ingegaan op de diversiteit van de functies binnen het vrijwilligerswerk zelf, blijkt vier op de tien hiervan niet echt op de hoogte te zijn. Het vrijwilligerswerk in Leiden wordt gecoördineerd door het Steunpunt Vrijwilligerswerk/ WAVeS, voorheen ook wel bekend als de Vrijwilligerscentrale. Evenals in 2002 geeft ruim vier op de tien Leidenaren aan wel eens van deze organisatie gehoord te hebben. Van alle Leidenaren heeft 4% wel eens gebruik gemaakt van de diensten van het Steunpunt, dat wil zeggen 9% van alle Leidenaren die daadwerkelijk bekend zijn met het Steunpunt.
Hfst 21. Milieu Zeven op de tien Leidenaren kent de Milieustraat, aan de J.C. de Rijpstraat, een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk en ander afval kunnen brengen. Dit is een stijging ten opzichte van de voorgaande twee jaar toen resp. 53% en 57% de voorziening kende. Ook het gebruik is toegenomen. Eén op de drie Leidenaren is er het afgelopen jaar geweest, ten opzichte van een kwart in de afgelopen jaren. Bezoekers komen er jaarlijks meestal één of enkele keren, met name voor het inleveren van grof huishoudelijk afval, bouw- en sloopafval en kleine elektrische apparaten. Van de Leidenaren die bekend zijn met de Milieustraat is eenderde globaal bekend met de kosten en vier op de tien met de openingstijden, Ook deze percentages zijn gestegen.
Stadsenquête Leiden 2003
10
Ook de bekendheid van de kringloopwinkel ‘Het Warenhuis’, die tegenover de Milieustraat ligt, is de afgelopen jaren toegenomen, van 73% in 2001 naar 85% in 2003. De kringloopwinkel is het best bekend vanwege de inzameling van herbruikbare goederen en het opknappen en verkopen van tweedehands goederen. Drie op de tien Leidenaren heeft “Het Warenhuis” in het afgelopen jaar bezocht, om er rond te kijken, er iets te kopen of om spullen in te leveren. Evenals in 2002 scheidt zeven op de tien Leidenaren het groente-, fruit- en tuinafval (GFT) van de rest van het afval. De mensen die hun GFT-afval scheiden, doen dit met name m.b.v een eigen minicontainer en in mindere mate middels een wijkcontainer. Redenen om GFT-afval niet te scheiden zijn met name dat men geen eigen (mini)container heeft, gemakzucht, de afstand naar de container te groot is of dat ze nauwelijks GFT-afval hebben. De gemeente stelt aan gemotiveerde bewoners, woonachtig binnen de singels van Leiden, sleutels beschikbaar van afsluitbare containers voor de gescheiden inzameling van GFT. Ruim de helft van de bewoners van de Binnenstad is bekend met het systeem van afsluitbare GFT-containers en 15% maakt hier gebruik van. De bekendheid is groter dan vorig jaar, het gebruik vergelijkbaar. Negen op de tien gebruikers is tevreden met het systeem, dit is een verbetering in vergelijking met 2002. Bijna negen op de tien mensen geeft aan papier te scheiden, met name via de papierbak. De mensen die hun papierafval niet scheiden noemen, evenals vorig jaar, als voornaamste reden hiervoor ‘gemakzucht’. Ruim negen op de tien respondenten zegt klein chemisch afval te scheiden. Ze leveren dit in de meerderheid van de gevallen in bij de chemokar die elk kwartaal door de straat rijdt, op afstand gevolgd door de standplaatsen van de chemokar en bij winkeliers. Van de Leidenaren zegt 7% geen KCA te scheiden omdat ze het nauwelijks hebben en uit gemakzucht. Bijna de helft van de Leidenaren weet dat het niet scheiden van chemisch afval strafbaar is. Als iedereen dit verteld is, vindt acht op de tien Leidenaren dat dit meer onder de aandacht zou moeten worden gebracht. Beide percentages liggen hoger in vergelijking met 2002.
Hfst 22. Bekendheid werkzaamheden gemeente in wijk Evenals in 2002 gebruiken Leidenaren met name de Stadskrant, bewonersbrieven en huis-aanhuisfolders als informatiebronnen voor werkzaamheden van de gemeente. Als van tien soorten gemeentelijke werkzaamheden gevraagd wordt of de burgers vinden dat ze hierover voldoende op de hoogte worden gehouden, zijn de resultaten nagenoeg identiek aan vorig jaar. Evenals in 2002 zijn Leidenaren het meest tevreden met de informatievoorziening over de vuilnisophaaldienst. De informatie over de rioleringswerkzaamheden verdient de meeste aandacht. Het valt op dat inwoners van Leiden Noord, die in 2002 nog het vaakst ontevreden bleken te zijn over de informatievoorziening, dit jaar tevredener zijn. Dit beeld viel ook al op in hoofdstuk 7, toen bleek dat de overlast door bewoners van Leiden Noord minder erg werd gevonden. Ruim een kwart van de Leidenaren heeft de gemeente wel eens benaderd toen ze zelf vonden dat er iets aan het onderhoud in hun wijk gedaan moest worden. De meeste klachten/vragen betreffen de groenvoorziening, vuilnis op straat, de bestrating en de riolering. Van de Leidenaren die contact hebben gehad met de gemeente over het onderhoud in de wijk, geeft 56% aan naar tevredenheid geholpen te zijn, 44% is ontevreden. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Mensen die contact hebben gehad over vuilnis op straat lijken relatief wat vaker ontevreden over de afhandeling. De mensen die door de gemeente naar tevredenheid zijn geholpen, geven hiervoor als belangrijkste redenen aan dat het probleem (snel) is verholpen en dat ze duidelijk en behulpzaam te woord zijn gestaan. De mensen die ontevreden zijn over de afhandeling merken veelal op dat er niets aan het probleem is gedaan. Bij de niet naar tevredenheid afgehandelde klachten dienen twee nuanceringen te worden geplaatst: ten eerste valt een deel van de genoemde klachten niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, en ten tweede kunnen niet alle klachten worden verholpen binnen het vastgestelde beleidskader van de gemeente. In het separate tabellenboek wordt een overzicht van alle klachten gegeven, inclusief de beoordeling van de afhandeling.
Stadsenquête Leiden 2003
11
Hfst 23. Dienstverlening en burgerparticipatie Evenals in 2002 zegt de helft van de Leidenaren bekend te zijn met de taken van de gemeenteraad. Als belangrijkste taken van de gemeenteraad worden de controle van B&W en het besturen van de stad genoemd. Van de mensen die een mening hebben over het functioneren van de raad, vindt evenals in 2002 circa zes op de tien dat de raad redelijk tot goed functioneert en bijna vier op de tien matig tot slecht. Deze laatste groep noemt hiervoor met name als reden dat het bestuur door spanningen niet soepel loopt en men onvoldoende luistert naar de burgers. De meeste Leidenaren willen wel invloed uitoefenen op het gemeentebestuur door te stemmen of het invullen van een enquête of referendum. Slechts een klein deel toont interesse in het bijwonen van een commissievergadering of het lidmaatschap van een politieke partij. Over het algemeen geldt dat hoger opgeleiden en mannen vaker geïnteresseerd zijn. In het afgelopen jaar heeft 15% van alle Leidenaren contact gehad met de gemeente over hun eigen wijk, met name via het bijwonen van een bijeenkomst met medebewoners of een informatieavond met vertegenwoordigers van de gemeente. Evenals in 2002 is ruim zeven op de tien bezoekers hier tevreden over (goede informatievoorziening, goede samenwerking, afspraken nagekomen) en drie op de tien ontevreden (onvoldoende luisterend oor en geen inspraak). Als gevraagd wordt of de Leidenaar suggesties heeft om de betrokkenheid van de burgers bij gemeentelijke zaken te vergroten wordt een aantal ideeën genoemd: - Burgers beter informeren: volledig, duidelijk, op tijd; - Beter luisteren, burgers meer serieus nemen; - Meer persoonlijke/wijkgerichte benadering; - Organiseren bijeenkomsten.
Hfst 24. Gemeentelijke informatievoorziening Het percentage Leidenaren dat vindt dat de gemeente hen voldoende op de hoogte houdt van het gemeentelijk nieuws, is gestegen van 73% in 2001 tot 82% dit jaar. Twee gemeentelijke publicaties om de burger op de hoogte te stellen zijn de Stadskrant en de Wegwijzer. Het bereik van beide publicaties is dit jaar toegenomen. Ook is het leesbereik van twee onderdelen van de Stadskrant, te weten Wijkinfo en Gemeenteberichten gemeten. Hierbij moet aangetekend worden dat de indruk bestaat dat lezers het onderscheid tussen deze twee rubrieken niet goed weten te maken. Tabel S24: Bereik gemeentelijke informatiedragers % ontvangen x Stadskrant 2001 65% Stadskrant 2002 81% Stadskrant 2003 85% Wijkinfo 2002 Wijkinfo 2003 Gemeenteberichten 2003 Wegwijzer 2002 Wegwijzer 2003
% kijkt (wel eens) in 93% 89% 94%
=
% leesbereik Leidenaren 60% 72% 80%
(72%) 1 (80%) 2 (80%) 2
28% 31% 23%
20% 25% 18%
61% 77%
78% 71%
48% 55%
Wegwijzer op internet 1) gebruikers Stadskrant 2002 2) gebruikers Stadskrant 2003
4-6%
Evenals in 2002 schatten de lezers van de Stadskrant dat ze deze gemiddeld 14 minuten inkijken. Ze zijn het meest geïnteresseerd in algemeen gemeentelijk nieuws, op afstand gevolgd door onder meer informatie over bouwen en wonen, wegopbrekingen, nieuwbouwprojecten en uitgaan, evenementen en recreatie. Meer concrete informatie over gemeentelijke plannen van de gemeente voor de komende periode wordt op prijs gesteld. De lezers beoordelen de leesbaarheid van de artikelen met een 7,0. De interessantheid van de inhoud (6,8) en de vormgeving (6,7) worden iets lager beoordeeld. De vaste rubrieken Wijkinfo en Gemeenteberichten worden met name gebruikt voor algemene wijkinformatie en stadsinformatie, informatie over huisvuil, chemisch afval en grof vuil, wijkplannen, wegopbrekingen en ander gemeentelijk nieuws.
Stadsenquête Leiden 2003
12
In tabel S24 is te zien dat het leesbereik van de Wegwijzer, ook wel bekend als de gemeentegids, is toegenomen. De mensen die de Wegwijzer gebruiken, doen dit meestal meerdere keren per jaar, met name voor het opzoeken van informatie over het ophalen van afval en het opzoeken van telefoonnummers en adressen. De Wegwijzer heeft ten opzichte van de vorige editie een aantal veranderingen ondergaan (andere indeling, een uitgebreider trefwoordenregister en wat meer kleurgebruik). Circa eenderde van de gebruikers geeft aan dat deze wijzigingen hen zijn opgevallen. Als de gebruikers van de Wegwijzer gevraagd wordt deze te beoordelen met een rapportcijfer, dan geven ze gemiddeld een 7,6.
Hfst. 25 Burgemeestersreferendum Van de Leidenaren heeft 52% in 2003 gestemd bij de verkiezingen van de Provinciale Staten en 48% bij het burgemeestersreferendum. Hoger opgeleiden, 50-plussers en respondenten uit de hogere 1 inkomensklassen stemmen relatief vaker, lager opgeleiden, jongeren en allochtonen minder vaak . De respondenten die wel gestemd hebben voor de Provinciale Staten, maar niet voor de verkiezing van de burgemeester, geven aan tegen het referendum te zijn, de kandidaten niet goed genoeg te kennen of geen keuze te hebben kunnen maken. Ruim zes op de tien respondenten is voorstander voor het houden van dergelijke burgemeestersreferenda, bijna zes op de tien vindt dat hierdoor een kandidaat naar voren komt die beter bij de gemeente past en ook bijna zes op de tien heeft meer vertrouwen in een burgemeester die door het volk gekozen is. De Leidenaren die voor het referendum zijn, merken op dat de burgers door het referendum meer inspraak hebben over wat er met de stad gebeurt. Dit vergroot de betrokkenheid van de burgers met de stad en de burgemeester. De Leidenaren die tegen zijn, vinden dat de burger er (te) weinig kijk op heeft en vinden het meer een taak van het gemeentebestuur. Daarnaast wordt er volgens hen teveel gekeken naar de presentatie en te weinig naar de inhoud. Tabel S25a: Drie stellingen burgemeestersreferendum
Mening burgemeestersreferendum Door referendum kandidaat die beter bij gemeente past Meer vertrouwen in burgemeester die door volk gekozen is
Saldo (kolom A-C) + 49 + 25 + 22
eens/voor (A) 63% 57% 56%
neutraal/geen mening 23% 11% 10%
oneens/tegen (C ) 14% 32% 34%
Omdat een Stadsenquête voor dit onderwerp niet helemaal representatief is voor de Leidse bevolking (zie voetnoot) is er gekeken naar de verschillen tussen stemmers en niet-stemmers. Onderstaande tabel laat zien dat zowel stemmers als niet-stemmers overwegend positief zijn. Wel zijn Leidenaren die aan het referendum hebben deelgenomen over het algemeen positiever over het referendum. Tabel S25b: Saldo (eens/voor - oneens/tegen) drie stellingen burgemeestersreferendum naar wel/niet gestemd gestemd wel gestemd Prov. niet gestemd referendum Staten/niet referendum Mening burgemeestersreferendum + 54 + 32 + 41 Door referendum kandidaat die beter bij gemeente past + 33 + 14 + 15 Meer vertrouwen in burgemeester die door volk gekozen is + 25 +8 + 21
Negen op de tien Leidenaren die hebben gestemd bij de burgemeestersverkiezing geeft aan weloverwogen hun keuze te hebben gemaakt, één op de tien zegt zo maar wat gekozen te hebben. Acht op de tien stemmers geeft aan voldoende informatie te hebben gehad om een juiste keuze te kunnen maken. Voor twee op de tien is dit niet het geval. Zij merken vooral op behoefte te hebben aan meer (inhoudelijke) informatie over de kandidaten en hun standpunten. De krant blijkt de belangrijkste informatiebron voor de stemmers om zich te informeren over de kandidaten, op afstand gevolgd door campagnefolders, televisie en radio.
1
In de Stadsenquête worden wat hogere percentages gevonden voor de opkomst, dit met name door de invloed van de nonresponse. Immers mensen die niet aan de Stadsenquête meedoen, zullen over het algemeen ook minder snel stemmen.
Stadsenquête Leiden 2003
100% 100% 100%
13
REACTIES EN CONCLUSIES GEMEENTE De diensten van de gemeente hebben de uitkomsten van de Stadsenquête bestudeerd. Een aantal van deze diensten geeft hieronder hun reacties en conclusies. Veelal geven de antwoorden van de Leidenaren op de vragen uit de Stadsenquête een goed inzicht in wat gedaan moet worden om de dienstverlening te verbeteren. Andere vragen hebben meer betrekking op nog te ontwikkelen activiteiten, en geven de diensten een richting hoe zij dat kunnen gaan doen.
Burgerzaken: Bezoek Burgerzaken Opvallend is het gegeven dat een meerderheid van de respondenten ( 66%) niet op de hoogte is van de gewijzigde openingstijden van Burgerzaken. Opvallend vanwege het feit dat hier gedurende een lange periode ruim aandacht aan is geschonken d.m.v. advertenties en andere publieke uitingen. Dat de gewijzigde openingstijden beter aansluiten bij de wens van de burger blijkt uit het feit dat thans 81% van de respondenten aangeeft tevreden te zijn met de huidige openingstijden (was 77% in 2001), alsmede uit de populariteit van de donderdagavond. Het feit dat de feitelijke wachttijd is toegenomen vergeleken met 2001 heeft alles te maken met de invoering van de nieuwe generatie reisdocumenten (einde 2001). Dit heeft o.a. geresulteerd in een, voor zowel Burgerzaken als de burger, langere doorlooptijd in de aanvraagprocedure van een paspoort en/of identiteitskaart. Men moet tweemaal langskomen voor een reisdocument. De voor een burger acceptabele wachttijd is hierdoor ook toegenomen. Aanbevelingen op grond van de resultaten Op basis van de resultaten is het wenselijk dat Burgerzaken onderzoekt welke maatregelen genomen kunnen worden om de feitelijke wachttijden de maximaal acceptabele wachttijden niet te doen overstijgen. Het relatief grote aantal respondenten dat aangeeft voor producten vooraf een afspraak te willen maken, is voor Burgerzaken aanleiding nogmaals kritisch te kijken naar het aanbod van producten waarvoor een afspraak kan worden gemaakt.
Dienst Milieu en beheer De dienstverlening van Milieu en Beheer wordt hoog gewaardeerd, daar zijn we als uitvoerende dienst bijzonder trots op. Aan het Servicepunt Woonomgeving is in 2002 ruim 51.000 maal een vraag gesteld door een Leidse inwoner. De meldingen voor het aanbieden en laten ophalen van grofvuil zijn daar bijna de helft van: 24.532 verzoeken. De reguliere werkzaamheden van de dienst: de afvalinzameling, onderhoud straten en groen, het vegen in de wijk worden als ruim voldoende beoordeeld. De projectmatige aanpak van de binnenstad onder de noemer “Leiden Ruimt Op!” klinkt de Leidenaar bekend in de oren: bijna 50% weet ervan. Opvallend is wel dat juist de binnenstad bewoner iets minder op de hoogte is van dit project dat met name in dit deel van de stad plaats vindt. Bij de beoordeling van de verloedering van de straat of wijk scoort hondenpoep en rommel op straat heel hoog. In de komende jaren willen we hier gericht op inzetten. Zo is er een stedelijke nota hondenpoep in de maak en wordt er een proefproject in de Slaaghwijk uitgevoerd. De resultaten van deze proef zijn bemoedigend.
CE/Zorg en Welzijn: Huisarts De gemeente werkt samen met de Districts Huisartsen Vereniging en de zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid om de capaciteit en bereikbaarheid van de huisartsenzorg in Leiden op een goed peil te houden. Landelijke cijfers zijn niet beschikbaar, maar het vermoeden bestaat dat de situatie in Leiden (nu nog) relatief gunstig is.
Stadsenquête Leiden 2003
14
C&E: Overlast van alcohol- en drugsverslaafden en dak- en thuislozen Uit de cijfers blijkt dat de overlast in het stadsdeel Midden is toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Om die overlast die omwonenden ervaren te beperken, werkt de gemeente samen met instellingen als de GGD, Parnassia verslavingszorg en Stichting De Binnenvest maatschappelijke opvang. Deze instellingen zorgen onder andere voor het inzetten van hulpverleners die verslaafden en dak- en thuislozen benaderen en proberen ze zover te krijgen dat ze hulp accepteren. Daarnaast verzorgen ze het dagbestedingsprogramma voor dak- en thuislozen en (ex-)verslaafden, De Zaak, het Slaaphuis en het Dienstencentrum. Daarnaast overlegt de gemeente met de politie over maatregelen om de overlast in de stad te beperken. Zo hopen we niet alleen de zorg voor de overlast veroorzakende groepen mensen te verbeteren, maar ook de overlast die zij veroorzaken te beperken. In het najaar van 2003 zal de gemeente overleg hebben met bewoners- en winkeliersverenigingen, om samen te kijken hoe we de leefbaarheid in de stad kunnen behouden of vergroten.
Communicatie: Gemeentelijke informatievoorziening De gemeente Leiden heeft een aantal eigen media ter beschikking om de inwoners op de hoogte te houden van gemeentelijk nieuws, beleidsvoornemens en feitelijke informatie. De algemene media zijn de Stadskrant (incl. Wijkpagina en Gemeenteberichten), de website en de Wegwijzer voor Leiden. Meer specifiek worden persberichten en bewonersbrieven verstuurd, informatie- en inspraakavonden georganiseerd en is er natuurlijk veel telefonisch en mondeling contact. De tevredenheid van de inwoners over de gemeentelijke informatievoorziening neemt gestaag toe. Meer dan 80% zegt voldoende op de hoogte te worden gehouden van het gemeentelijke nieuws, in 2001 was dat nog 73%. Dit kan voor een groot deel worden toegeschreven aan de Stadskrant. Stadskrant De gemeente Leiden geeft wekelijks een eigen krant uit: de Stadskrant. Deze uitgave is onderdeel van de vrijdageditie van het Leids Nieuwsblad. Door de Stadskrant achterin en ‘ondersteboven’ te koppelen aan het Leids Nieuwsblad onderscheidt de Stadskrant zich duidelijk van het Leids Nieuwsblad. Doel van de Stadskrant is meervoudig. Ten eerste worden er de -verplichte- publicaties (Gemeenteberichten) in opgenomen. Daarnaast is er wekelijks informatie over Wijkbeheer (route chemokar, veegschema’s etc.) Ten derde besteedt de Stadskrant aandacht aan onderwerpen die vanuit de gemeente als relevant en actueel voor de inwoners van Leiden beoordeeld worden. Het gaat daarbij zowel om beleidsvoornemens als over concrete, uitvoerende activiteiten. In 2002 (en 2003) was de Stadskrant ook een belangrijk medium om inwoners van Leiden te informeren over het op handen zijnde burgemeestersreferendum. In 2002 betrof het zaken die met het wél, niét en uiteindelijk toch wél doorgaan van het burgemeestersreferendum te maken hadden. (In 2003 maakten beide burgemeesterskandidaten ruim gebruik van de Stadskrant om zich bekend te maken aan het Leidse publiek.) Opvallende nieuwkomer in de Stadskrant was dit jaar de aandacht voor de betekenis van de gemeenteraad en de motieven, werkwijze en ideeën van individuele raadsleden.
Stadsenquête Leiden 2003
15
Opvallende resultaten/kernpunten onderzoeksresultaten Stadskrant Nog steeds neemt de bekendheid van de Stadskrant toe. Maar liefst 91% van de respondenten zegt de krant te kennen. Wellicht komt dat ook omdat de kwaliteit van de bezorging (een conditio sine qua non voor het bereiken van potentiële lezers) duidelijk is verbeterd. Zeker omdat de bekendheid van de Stadskrant groot is, en een slechte bezorging dus eerder opvalt. Dit betekent natuurlijk niet dat de bezorging geen verbetering meer behoeft. Ook elders in het land blijkt dat de kwaliteit van de bezorging een kwetsbare zaak blijft. Er dient dus voortdurend gewaakt te worden voor terugval. De inhoud van de Stadskrant wordt als informatief en relevant beoordeeld. Uit de tabellen blijkt dat de Stadskrant op verschillende onderdelen ruim voldoende rapportcijfers krijgt: ‘Interessantheid inhoud’: 84% geeft rapportcijfer 6-7 (gemiddelde: 6.8) ‘Lay out/vormgeving/opmaak’: 93% geeft rapportcijfer 6-8 (gemiddelde: 6.7) ‘Leesbaarheid artikelen’: 95% geeft rapportcijfer 6-8 (gemiddelde 7.0) Tevens is gevraagd naar de herkenbaarheid van de rubrieken Wijkinfo en Gemeenteberichten. Hoewel het merendeel van de respondenten zegt de rubrieken te kennen, kan uit de vervolgantwoorden worden afgeleid dat niet altijd even goed bekend is welke informatie in de rubrieken geboden wordt. Samenvattend kan gesteld worden dat de Stadskrant aan z’n doelstellingen beantwoordt, maar dat nog eens goed gekeken moet worden naar nut en noodzaak van de rubriceringen. Zeker voor wat betreft de Wijkinfo is het van belang de uitkomsten van de Wegwijzer erbij te betrekken.
Wegwijzer De Wegwijzer voor Leiden is al jaren hèt naslagwerk voor niet-commercieel Leiden. Voor de editie 2003 is een nieuwe uitgever aangetrokken. Door de wisseling van uitgever werd het mogelijk enkele verbeteringen door te voeren, die ook door respondenten van de vorige Stadsenquête werden genoemd. Zo is de Wegwijzer tegenwoordig ook op internet te raadplegen, en is het trefwoordenregister fors uitgebreid. Leuk is dat het toch 32% van de mensen is opgevallen! De bekendheid van de Wegwijzer is met 5% toegenomen ten opzichte van 2002, en even groot als de bekendheid van de Stadskrant: 91%! Een goede ontwikkeling is de betere verspreiding van de gids. De huidige uitgever besteedt veel meer aandacht aan de bezorging en de ontvangst van de Wegwijzer is dan ook met sprongen vooruit gegaan (van 61% naar 77%). Het percentage ontvangers dat de Wegwijzer gebruikt is gedaald van 78% naar 71%, maar door de betere verspreiding wordt de Wegwijzer per saldo vaker gebruikt (van 48% naar 55% van alle Leidenaren). De Wegwijzer is ook op internet te raadplegen. Slechts 6% van de ondervaagden heeft hiervan gebruik gemaakt. Dat is niet veel, maar de mogelijkheid bestaat pas enkele maanden en het medium is nog in ontwikkeling. Toch zal meer aandacht besteed moeten worden aan het bekend maken van het internetadres van de Wegwijzer. Het rapportcijfer voor de Wegwijzer is best hoog: gemiddeld 7,6. Maar het kan nog beter, sommige verbetersuggesties konden vanwege tijdgebrek slechts gedeeltelijk worden doorgevoerd, en zullen in de volgende editie verder worden uitgewerkt.
Stadsenquête Leiden 2003
16
1.
INLEIDING
1.1 Achtergrond Voor gemeentelijke instellingen is het van belang om op de hoogte te zijn van hetgeen er leeft onder de inwoners van hun gemeente. Dit is niet alleen belangrijk om het huidige beleid te toetsen, maar ook om informatie en ideeën te krijgen voor het verbeteren en ontwikkelen van het toekomstig beleid. Ook in Leiden heeft de gemeenteraad besloten om middels een Stadsenquête extra te investeren in beleidsinformatie. In de maanden juni en juli 2003 is in dit kader voor het derde achtereenvolgende jaar een Stadsenquête gehouden. De Stadsenquête is gehouden door middel van telefonisch onderzoek onder 2500 inwoners van Leiden van 18 tot en met 75 jaar. De onderwerpen die aan de orde zijn gekomen, kunnen worden onderverdeeld in: 1. Trend- en beoordelingsvragen: deze geven inzicht in de beoordeling van de gemeentelijke dienstverlening en de effecten van het gemeentelijk beleid. Hierbij is waar mogelijk een vergelijking gemaakt met 2001 en 2002. 2. Beleidsvragen: Deze vragen, gesteld door verschillende diensten en een aantal gemeenteraadsfracties, hebben veelal een eenmalig karakter. De trend- en beoordelingsvragen zijn aan 1.250 inwoners voorgelegd en de beleidsvragen aan 1.250 of 625 inwoners, afhankelijk of uitsplitsing naar de belangrijkste districten en andere doelgroepen is gewenst of dat een betrouwbaar beeld voor geheel Leiden gewenst is en een iets indicatiever beeld per doelgroep voldoende wordt geacht. Van alle respondenten zijn de algemene persoonskenmerken gevraagd, zoals leeftijd en opleiding.
1.2 Indeling rapport In dit rapport worden de resultaten van de Stadsenquête gepresenteerd. De rapportage geeft allereerst in hoofdstuk twee een profiel van de inwoners van Leiden op basis van een verscheidenheid aan algemene gegevens, gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsinformatie Onderzoek en Advies) en de Stadsenquête 2003. Deze laatste cijfers zijn gebaseerd op 2.500 respondenten. Vervolgens worden in de hoofdstukken 3 tot en met 7 de trend- en beoordelingsvragen behandeld. Deze hoofdstukken gaan in op de beoordeling van de Leidenaren voor diverse vormen van dienstverlening. Hierbij wordt zowel gekeken naar een algemene beoordeling als een beoordeling van de verschillende diensten op onderwerp. De hoofdstukken 8 t/m 25 betreffen de beleidsvragen die door de verschillende diensten gesteld zijn. Elk hoofdstuk behandelt een ander onderwerp. Het rapport wordt afgesloten met de responseverantwoording. In de bijlage is een overzichtskaart van Leiden en de vragenlijst opgenomen. Naast dit eindrapport is aan alle deelnemende diensten een tabellenboek geleverd met een complete uitdraai van alle tabellen inclusief een overzicht van de open antwoorden.
Stadsenquête Leiden 2003
17
2.
PROFIEL LEIDENAAR
In dit hoofdstuk wordt een profiel van de inwoners van Leiden gegeven, gebaseerd op kerncijfers van de afdeling BOA (Beleidsinformatie Onderzoek en Advies) en de Stadsenquête 2002. Deze laatste cijfers zijn gebaseerd op circa 2.500 respondenten. Immers de algemene vragen zijn in de verschillende deel-enquêtes aan de respondenten gesteld. In dit hoofdstuk komt een grote verscheidenheid aan algemene onderwerpen aan de orde, te weten het aantal inwoners, de stadsdelen en districten, de bevolking naar sekse en leeftijd, de huishoudsamenstelling, etniciteit, opleidingsniveau en het huishoudinkomen.
2.1 Aantal inwoners Leiden Leiden bestaat op 1 januari 2003 uit 117.732 inwoners. Tabel 2.1: Aantal inwoners Leiden 1981 2001 2002 2003 Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
Inwoners 103.246 117.031 117.183 117.732
2.2 Districten Leiden bestaat uit vier stadsdelen (Midden, Noord, Zuid en West) en tien districten. In de bijlage aan het eind van dit rapport is een kaart van Leiden opgenomen. Onderstaande figuur geeft de grootte van de districten naar het aantal inwoners. Het Bos- en Gasthuisdistrict is het grootst, gevolgd door het Roodenburgerdistrict. Grafiek 2.2: Aantal inwoners per district (bron: GBA Leiden, stand 1-1-2003)
7.885
Binnenstad-zuid
14.726
Binnenstad-noord
Stationsdistrict
1.937
13.320
Leiden Noord
17.571
Roodenburgerdistrict
19.429
Bos- en Gasthuisdistrict
10.934
Morsdistrict
Boerhaavedistrict
4.093
14.972
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
12.825
Stadsenquête Leiden 2003
18
2.3 Sekse en leeftijd Van alle inwoners van Leiden is 49% man en 51% vrouw. Onderstaande tabel geeft de leeftijdsverdeling van de bevolking en vergelijkt deze met vorige jaren. In de Stadsenquête zijn inwoners ondervraagd van 18 tot en met 75 jaar. 89.593 Leidenaren vallen in deze leeftijdsgroep. Tabel 2.3: Leeftijdverdeling in Leiden 0- 17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65-75 jaar 76 jaar en ouder Totaal Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
2001 19% 12% 20% 22% 15% 5% 6%
2002 19% 12% 20% 23% 15% 6% 5%
2003 19% 12% 20% 23% 16% 6% 5%
100%
100%
100%
2.4 Huishoudsamenstelling Van de volwassen Leidenaren is twee op de tien alleenstaand, 38% woont met z’n tweeën en 41% woont in een gezin met kinderen. Tabel 2.4: Huishoudsamenstelling inwoners 18-75 jaar 2001 13% 19% 42% 20% 7% 100%
Alleenstaand (< 40 jaar) Twee volwassenen (< 40 jaar) Gezin met kinderen (incl eenoudergezinnen) Twee volwassenen (> = 40 jaar) Alleenstaand (> = 40 jaar) Totaal Bronnen: Stadsenquêtes Leiden
2002 12% 18% 43% 20% 8% 100%
2003 12% 17% 41% 21% 9% 100%
2.5 Etnische herkomst e Een kwart van de bevolking van Leiden is van allochtone afkomst. Dit betekent dat ze zelf (1 e generatie) of dat één van beide ouders in het buitenland is geboren (2 generatie). Bij de resultaten van een Stadsenquête kan het interessant zijn om te kijken naar de verschillen in resultaten tussen autochtonen en allochtonen. Toch moet hierbij opgepast worden, omdat de groep allochtonen zeer e e divers is. Hierbij kan gedacht worden aan het verschil tussen de 1 en 2 generatie, maar vooral aan de verschillen naar het land van herkomst. Tabel 2.5: Etnische herkomst van de inwoners Leiden 2001 Nederland 76% Marokko 4% Turkije 2% Suriname 2% Aruba/Nederlandse Antillen 1% Westerse landen 9% Overige landen 7% 100% Autochtoon Allochtoon 1e generatie Allochtoon 2e generatie
76% 14% 10% 100%
2002 75% 4% 2% 2% 1% 9% 8% 100%
2003 74% 4% 2% 2% 1% 9% 8% 100%
75% 15% 10% 100%
74% 15% 11% 100%
Bron: GBA Leiden, stand per 1 januari
Stadsenquête Leiden 2003
19
2.6 Opleiding Onderstaande tabel geeft het opleidingsniveau van de Leidenaren van 18 tot en met 75 jaar. In deze paragraaf is het opleidingsniveau ingedeeld in vier groepen: lager onderwijs I, lager onderwijs II, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs. In de rapportage zijn de eerste twee groepen samengevoegd, zodat daar drie groepen worden onderscheiden. Tabel 2.6a: Opleidingsniveau Leidenaren 1. Lager onderwijs I:
Geen onderwijs Basisonderwijs LBO MAVO KMBO, leerlingwezen, CBO MBO HAVO/VWO HBO Wetenschappelijk onderwijs
2. Lager onderwijs II: 3. Middelbaar onderwijs
4. Hoger onderwijs:
2001
2002
2003
1% 5% 10% 9% 1% 14% 13% 19% 26%
1% 3% 12% 10% 1% 15% 17% 20% 22%
1% 4% 11% 9% 1% 16% 14% 19% 25%
100%
100%
100%
Bronnen: Stadsenquêtes Leiden
Relatief wonen de meeste volwassen Leidenaren met een hogere opleiding in de Binnenstad, het Merenwijkdistrict en het Roodenburgerdistrict, terwijl in Leiden Noord en het Stevenshofdistrict relatief veel burgers met een lagere opleiding wonen. Grafiek 2.6b: Opleiding naar district (excl. Stationsdistrict en Boerhaavedistrict vanwege te weinig waarnemingen)
Totaal
25%
Binnenstad-Zuid
31%
6%
Binnenstad-Noord
33% 16%
62% 28%
Leiden Noord
56%
41%
34%
24%
Roodenburgerdistrict
19%
0%
10%
34%
30%
36%
30%
51%
35%
Stevenshofdistrict
49% 36%
35%
Morsdistrict
25%
26%
30%
Bos- en gasthuisdistrict
Merenwijkdistrict
44%
20% Lager
36%
30%
40%
50%
29%
60%
70%
Middelbaar
Stadsenquête Leiden 2003
80% Hoger
90%
100%
20
2.7 Huishoudinkomen Leidenaren is gevraagd naar het gezamenlijk netto (=schoon) maandinkomen van het huishouden. Hierbij worden uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke als inkomen gezien. Vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie worden niet meegerekend. Één op de tien huishoudens heeft een maandinkomen van 1.130 Euro of minder, vier op de tien van 1.131-2.500 Euro en 47% heeft een inkomen van meer dan 2.500 Euro. Tabel 2.7a: Netto huishoudinkomen per maand* = 1.130 Euro 1.131 - 2.000 Euro 2.001 - 2.500 Euro 2.501 - 3.000 Euro > 3.000 Euro Totaal * bedragen geïndexeerd
2002 13% 28% 14% 15% 32% 100%
2003 11% 27% 15% 14% 33% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
21
3.
ALGEMENE BEOORDELING DIENSTVERLENING
In dit eerste korte hoofdstuk geven de burgers een algemeen oordeel over de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening. Van de mensen die een oordeel geven, vindt 17% dat de dienstverlening van de gemeente het afgelopen jaar is verbeterd, 8% ziet een verslechtering. Vergelijkbaar met vorig jaar vindt de Leidenaar per saldo de gemeentelijke dienstverlening in het afgelopen jaar vooruitgegaan. 50-minners beoordelen de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening positiever dan 50-plussers. Tabel 3.1a: Beoordeling dienstverlening gemeente, vgl 2001-2003 en naar leeftijd en inkomen* Kengetal Verbeterd Gelijk gebleven Verslechterd (kolom A-C) (A) (B) (C) Totaal 2001 +6 11% 84% 5% Totaal 2002 + 10 19% 72% 9%
Totaal 100% 100%
Totaal 2003
+9
17%
74%
8%
100%
Naar leeftijd 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar
+14 +10 +13 +3
19% 15% 20% 16%
76% 79% 73% 70%
5% 5% 7% 13%
100% 100% 100% 100%
65-75 jaar
+2
15%
71%
13%
100%
Naar netto huishoud inkomen per maand = 1.350 1.351 - 2.000 2.001 - 3000 > 3.000
+10 +8 +10 +13
16% 17% 18% 21%
77% 74% 74% 71%
6% 9% 8% 8%
100% 100% 100%
* excl. geen antwoord
Evenals eerdere jaren worden als motieven voor een verbetering of verslechtering van de dienstverlening veelal vergelijkbare onderwerpen genoemd. Wel zijn er nuanceverschillen. De mensen met een positief oordeel noemen vaker een verbetering in de informatievoorziening, communicatie, klantvriendelijkheid en toegankelijkheid. Daarnaast vindt een deel de stad schoner geworden. De Leidenaren met een negatief oordeel noemen relatief wat vaker wachttijden en rommel op straat. In de volgende hoofdstukken zullen veel van deze punten nader aan de orde komen.
Stadsenquête Leiden 2003
22
4.
CONTACT EN BEOORDELING GEMEENTELIJKE DIENSTEN
4.1 Contact gemeentelijke diensten Zes op de tien Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met één of meerdere gemeentelijke diensten. Het vaakst heeft men contact gehad met Burgerzaken, gevolgd door Milieu en Beheer en Bouwen en Wonen. Vergeleken met vorig jaar lijkt het percentage Leidenaren dat contact heeft gehad Milieu en Beheer relatief wat toegenomen. Grafiek 4.1a: Percentage heeft contact gehad met gemeentelijke diensten
60% 61%
Totaal
47% 44%
Burgerzaken en Belastingen
16%
Milieu en Beheer
21% 9% 9%
Bouwen en Wonen
2002 Overig
3% 3%
2003
Contact naar doelgroep 50-minners, hoger opgeleiden en respondenten uit de hogere inkomensklassen hebben relatief vaker met de gemeente contact gehad. Tabel 4.1b: Percentage heeft contact gehad met één of meerdere gemeentelijke diensten 2002 2003 Totaal 60% 61% Werken (=12 uur per week) Ja Sekse Nee Man 58% 59% Vrouw 63% 63% Netto Huishoudinkomen2 = 1350 Leeftijd 1351-2000 18-24 jaar 64% 58% 2001-3000 25-34 jaar 67% 72% >3000 35-49 jaar 62% 61% 50-64 jaar 54% 54% Huishoudsamenstelling 65+ 42% 49% Alleenstaand 2 personen Opleiding Gezin met kinderen Lager 46% 47% Middelbaar 63% 60% Etniciteit Hoger 69% 69% Autochtoon Allochtoon
2
2002
2003
63% 54%
62% 60%
59% 55% 62% 72%
53% 59% 67% 68%
60% 58% 63%
53% 61% 64%
58% 70%
60% 64%
De verdeling naar netto huishoudinkomen wijkt licht af van 2001. Toen was de verdeling als volgt: =1400, 1401-2.000 Euro, 2.001-3.000 Euro, >3.000 Euro.
Stadsenquête Leiden 2003
23
4.2 Onderwerp contact De contacten met Burgerzaken hebben met name betrekking op het aanvragen/verlengen van het rijbewijs/paspoort of de burgerlijke stand/adreswijziging/uittreksel. Milieu en Beheer wordt met name benaderd over de afvalinzameling en Bouwen en Wonen over vergunningen, subsidies, nieuwbouwplannen en verbouwingen. Tabel 4.2: Percentage heeft in afgelopen 12 maanden contact heeft gehad naar soort contact (in % contacten) 2002 2003 Burgerzaken en Belastingen Bouwen en Wonen Rijbewijs, reisdocumenten 33% 33% Aanvragen vergunningen, subsidies Burg.stand, adreswijziging of uittreksel 16% 12% Nieuwbouwplannen, verbouwingen WOZ-beschikking 4% 2% Bestemmingsplannen Zalmsnip 2% 0% Bouwtekeningen, bouwarchief Naturalisatie 1% 1% Huren en verhuren, huursubsidie Kwijtscheldingen of betalingsregelingen 1% 1% Alg. informatie over bouwen en wonen Hondenbelasting 1% 1% Monumenten Andere Burgerzaken 1% 0% WVG Kadastrale gegevens Woonomgeving (Milieu en Beheer) Afvalinzameling, grof vuil 9% 15% Overig Straatvegen, prullenbakken, zwerfvuil 2% 2% Sociale Dienst Openbaar groen 2% 2% Parkeren Reinigingscontrole 1% 1% Anders Klein Chemisch Afval 1% 1% Straatmeubilair/speeltoestellen 1% 1% Bestrating en wegen 1% 1% Ongediertebestrijding 0% 1% Waterbeheer, bruggen, riolering 0% 1% Andere vormen van overlast 0% 1%
2002
2003
3% 2% 1% 1% 1% 1% 0% 0% 0%
2% 2% 1% 1% 1% 0% 0% 1% 0%
1% 1% 2%
1% 1% 2%
4.3 Wijze contact De meeste contacten met de gemeente verlopen via een persoonlijk bezoek of per telefoon. Email wordt nog nauwelijks gebruikt. Vergeleken met vorig jaar lijken de contacten relatief wat vaker telefonisch te hebben plaatsgevonden. Contacten met Burgerzaken vinden met name plaats via een persoonlijk bezoek, contacten met Milieu en Beheer verlopen veelal telefonisch en voor Bouwen en Wonen wordt de gemeente met name via een bezoek en telefonisch benaderd. Tabel 4.3: Wijze contact gemeentelijke diensten/afdelingen (in % contacten) Bezoek Telefonisch Schriftelijk Totaal 2002 61% 29% 10% Totaal 2003 57% 36% 6% Burgerzaken en Belastingen Woonomgeving (Milieu en Beheer) Bouwen en Wonen
85% 12% 36%
9% 83% 46%
Stadsenquête Leiden 2003
6% 4% 16%
Email 0% 1%
Totaal 100% 100%
0% 1% 2%
100% 100% 100%
24
4.4 Beoordeling contact Om meer inzicht te krijgen in de tevredenheid van de Leidenaren over het contact, is hen gevraagd een algemene beoordeling te geven. Twee op de tien contacten wordt met uitstekend beoordeeld, 63% met goed en 16% met matig of slecht. Vergeleken met vorig jaar worden de contacten relatief wat vaker met uitstekend beoordeeld. Contacten met Burgerzaken en Belastingen en contacten die hebben plaatsgevonden via een persoonlijk bezoek worden wat positiever beoordeeld, contacten met Bouwen en Wonen en schriftelijke contacten wat minder positief. Bij bovenstaande moet wel worden opgemerkt worden dat een vergelijking tussen de diensten eigenlijk niet goed mogelijk is. In de vorige paragraaf was al te zien dat de contacten met Burgerzaken veelal betrekking hebben op ‘neutrale’ onderwerpen zoals de aanvraag van een rijbewijs of het opvragen van een uittreksel. De contacten met Milieu en Beheer en Bouwen en Wonen betreffen vaker meer ‘geladen’ onderwerpen zoals bijvoorbeeld de aanvraag van vergunningen. Grafiek 4.4a: Beoordeling contact (in % contacten)
Totaal 2002 Totaal 2003
14%
68%
21%
Milieu en Beheer
19%
Bouwen en Wonen
18%
Bezoek
Schriftelijk
63%
23%
Burgerzaken en Belastingen
Telefonisch
11%
10%
56%
13%
9%
9%
63%
11%
53%
20%
Goed
3%
12%
64%
13%
6%
9%
63%
17%
Uitstekend
10%
65%
24%
8%
Matig
3% 9%
14%
Slecht
Vergeleken met de resultaten van vorig jaar worden de contacten met de Milieu en Beheer en de telefonische contacten wat vaker met goed of uitstekend beoordeeld. De schriftelijke contacten lijken wat minder positief beoordeeld te worden. Tabel 4.4b: Percentage contacten dat met uitstekend of goed beoordeeld wordt (in % contacten) 2002 2003 Totaal 82% 84% Dienst Burgerzaken en Belastingen Milieu en Beheer (Woonomgeving) Bouwen en Wonen
86% 76% 70%
88% 82% 74%
Wijze contact Bezoek Telefonisch Schriftelijk
87% 74% 72%
88% 80% 66%
Stadsenquête Leiden 2003
25
4.5 Beoordeling dienstverleningsaspecten In de vorige paragraaf werd ingegaan op de algemene tevredenheid over het contact met de gemeente. In deze paragraaf wordt hier aan de hand van de beoordeling van zes aspecten meer uitgebreid op ingegaan. De beoordelingen hebben betrekking op het laatste contact. Alle onderdelen van het contact worden door een meerderheid van de respondenten positief gewaardeerd. Over met name de wachttijden is men relatief minder positief. Vergeleken met vorig jaar worden de aspecten over het algemeen wat vaker met uitstekend of goed beoordeeld, dit geldt met name voor de wachttijden. Grafiek 4.5a: Percentage beoordeling aspect met uitstekend of goed3
93%
Vinden juiste contactpersoon
95%
91%
Vriendelijkheid personeel
94%
89%
Behulpzaamheid personeel
92%
87%
Correctheid afhandeling
89%
77%
Tempo afhandeling vragen
82%
2002 Wachttijden
54% 62%
2003
Beoordeling naar dienst Eerder kwam in paragraaf 4.3 naar voren dat de contacten met de Burgerzaken en Belastingen wat positiever beoordeeld worden dan de contacten met de ander twee diensten. Hetzelfde beeld is te zien als de beoordeling van de zes aspecten naar dienst worden uiteengezet. Wel worden de contacten met Burgerzaken relatief minder goed beoordeeld op het aspect wachttijden. Tabel 4.5b: % Beoordeling aspect met uitstekend of goed naar dienst Burgerzaken en Milieu en Beheer Bouwen en Wonen Belastingen 2002 2003 2002 2003 2002 2003 Algemene tevredenheid (§4.3) 86% 88% 76% 82% 70% 74% Vinden juiste contactpersoon ++ ++ + ++ + + Vriendelijkheid personeel ++ ++ + ++ ++ ++ Behulpzaamheid personeel ++ ++ + ++ + ++ Correctheid afhandeling ++ ++ 0 + 0 0 Tempo afhandeling vragen + + 0 + 0 Wachttijden ---0 0 0 100%-90% = ++, 89%-80% = +, 79%-70% = 0, 69%-60% = -, 59%-50% = - -, 49%-40% = - - -
3
De beoordelingscategorieën van het aspect ‘vinden juiste contactpersoon’ zijn ivm de vergelijkbaarheid aangepast. De oorspronkelijke categorieën zijn: ‘ging goed/snel/makkelijk’, ‘ging redelijk/even doorvragen, maar lukte wel’, ‘ging moeilijk/van kastje naar muur, maar lukte wel’, ‘niet gevonden/niet gelukt’.
Stadsenquête Leiden 2003
26
Beoordeling naar wijze contact In paragraaf 4.3 was eerder te zien dat een persoonlijk bezoek positiever beoordeeld wordt dan telefonisch of schriftelijk contact. Dit beeld is ook te zien als de beoordeling van de zes aspecten uiteen worden gezet naar de wijze waarop het contact heeft plaatsgevonden. Vergeleken met de resultaten van vorig jaar wordt het telefonisch contact positiever beoordeeld op de aspecten. Tabel 4.5c: % Beoordeling aspect met uitstekend of goed naar wijze contact Bezoek Telefonisch 2002 2003 2002 2003 Algemene tevredenheid (§4.3) 87% 88% 74% 80%
Schriftelijk* 2002 2003 72% 66%
Vinden juiste contactpersoon ++ ++ + ++ ++ + Vriendelijkheid personeel ++ ++ + ++ 0 ++ Behulpzaamheid personeel ++ ++ + + 0 + Correctheid afhandeling ++ ++ 0 + 0 Tempo afhandeling vragen + + 0 + -Wachttijden --0 ---100%-90% = ++, 89%-80% = +, 79%-70% = 0, 69%-60% = -, 59%-50% = - -, 49%-40% = - - * kleine steekproefomvang, niet goed vergelijkbaar
4.6 Bekendheid en beoordeling servicepunten De gemeente Leiden heeft twee jaar geleden (september 2001) drie servicepunten opgezet waar mensen terecht kunnen voor vragen over ‘Burgerzaken en Belastingen’ de ‘Woonomgeving’ en 4 ‘Bouwen en Wonen’ . Deze servicepunten moeten worden gezien als het eerste aanspreekpunt met de gemeente, en kunnen zowel telefonisch, schriftelijk, per email of via een persoonlijk bezoek benaderd worden. Eenderde van de Leidenaren is bekend met één of meerdere servicepunten: 26% kent ze alle drie en 6% kent er één of twee. Jongeren zijn relatief vaker onbekend met de servicepunten. De verschillen naar andere doelgroepen zijn over het algemeen beperkt. Tabel 4.6a: Bekendheid servicepunten Totaal 2002 Totaal 2003 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65+
36% 32% 18% 29% 37% 33% 32%
Van de Leidenaren die bekend zijn met één of meerdere servicepunten geeft 38% aan wel eens met een servicepunt gebeld te hebben. Hoger opgeleiden, 55-minners en vrouwen hebben hier relatief vaker wel eens mee gebeld.
4
Inmiddels zijn er vijf servicepunten actief. Naast de drie genoemde zijn dit: ‘Bedrijven’ en ‘Parkeren’. In het onderzoek zijn deze twee laatste servicepunten buiten beschouwing gebleven.
Stadsenquête Leiden 2003
27
Beoordeling dienstverlening servicepunten Om meer inzicht te krijgen in de beoordeling van de servicepunten, is de gebruikers een drietal aspecten voorgelegd. De aspecten worden vergelijkbaar beoordeeld, al lijken de respondenten wat positiever over de behulpzaamheid van het personeel. Grafiek 4.6b: Beoordeling drie aspecten dienstverlening servicepunt (in % heeft gebeld)
Behulpzaamheid personeel
Juistheid afhandeling
Snelheid opnemen
10%
79%
13%
69%
9%
Uitstekend
10%
74%
Goed
Matig
11%
7%
11%
7%
2%
Slecht
Circa zeven op de tien respondenten die wel eens met een servicelijn gebeld hebben, werd direct geholpen, drie op de tien werd doorverbonden. Van deze laatste groep is drie op de tien ontevreden over de wijze waarop men is doorverbonden.
Stadsenquête Leiden 2003
28
5.
TRENDVRAGEN FINANCIËLE SITUATIE
Dit hoofdstuk gaat over de financiële positie van de inwoners van Leiden in het algemeen. Behandeld worden de verandering van de financiële positie over het afgelopen jaar, de noodzaak tot 5 bezuinigingen op primaire levensbehoeften en de schuldsituatie. In hoofdstuk 16 wordt meer uitgebreid ingegaan op de financiële situatie.
5.1 Verandering financiële situatie in afgelopen jaar Aan de Leidenaar is gevraagd in hoeverre hij/zij vindt dat de eigen financiële situatie het afgelopen jaar is verbeterd of verslechterd. 19% vindt de eigen inkomenspositie in het afgelopen jaar verbeterd, 27% vindt deze verslechterd. Vergeleken met voorgaande jaren vinden de Leidenaren per saldo vaker dat hun inkomenspositie is verslechterd. Grafiek 5.1a: Verandering financiële situatie
37%
2001
55%
26%
2002
58%
19%
2003
8%
15%
54%
0%
25%
27%
50%
Verbeterd
75%
Gelijk gebleven
100%
Verslechterd
Onderstaande tabel laat zien dat er grote verschillen zijn naar inkomen en leeftijd. De lagere inkomensgroepen en 35-plussers geven per saldo vaker aan dat hun financiële situatie is verslechterd. Vergeleken met vorig jaar geven onderscheiden doelgroepen voor alle groepen een verslechtering te zien. Tabel 5.1b: Verandering financiële situatie Leidenaar naar inkomens- en leeftijdsgroep Indicator = % verbeterd – % verslechterd 2001 +29
2002 +11
2003 -8
= 1.350 1.351 - 3.000 > 3.000
+10 +36 +55
- 13 + 15 + 33
-20 -13 +13
Leeftijd 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar
+16 +53 +30
+ 14 + 29 + 13
+4 +14 -15
50-64 jaar 65+
+8 -2
-6 - 18
-20 -27
Totaal Netto huishoudinkomen*
5
De verdeling naar netto huishoudinkomens wijkt licht af van 2001. Toen was de verdeling als volgt: =1.400 Euro, 1.401 – 3.000 Euro, >3.000 Euro.
Stadsenquête Leiden 2003
29
5.2 Noodzaak van bezuinigingen op primaire levensbehoeften Twee op de tien Leidenaren geeft aan dat ze in het afgelopen jaar door een tekort aan financiële middelen wel eens heeft moeten bezuinigen op eten of kleding of heeft moeten wachten met het betalen van de telefoonrekening of de rekening van het electriciteitsbedrijf. Lagere inkomensgroepen en jongeren hebben hier relatief vaker mee te maken. Vergeleken met voorgaande jaren is het percentage mensen dat heeft moeten bezuinigen op primaire levensbehoeften verder toegenomen, dit geldt met name voor de inkomensgroepen tot 3.000,- Euro. Grafiek 5.2: Noodzaak tot bezuinigen per inkomens- en leeftijdsgroep 13%
Totaal
17%
20%
31%
=< 1.350 9%
1.351 - 3.000 4%
> 3.000
11%
43%
21%
7% 8%
25%
18-24 jaar 13% 14%
25-34 jaar
13%
35-49 jaar 6%
50-64 jaar
33%
12%
14%
33%
18%
15%
19%
2001 2002
14%
65+
30%
20% 16%
2003
5.3 Schuldsituatie Een op de tien Leidenaren zegt schulden (exclusief hypotheek en studieschuld) te hebben. Met name de lagere inkomensgroepen en 35-minners hebben vaker schulden. Het percentage mensen met schulden is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Grafiek 5.3: Percentage mensen met schulden per inkomens- en leeftijdsgroep 10% 11% 10%
Totaal
=< 1.350
16% 10% 10% 10%
1.351 - 3.000 5%
> 3.000
7%
9%
15% 15% 16%
18-24 jaar 12%
25-34 jaar
17% 16%
9% 8% 8% 7% 7% 6%
35-49 jaar 50-64 jaar 65+
19% 18%
2001 2002 2003
1% 1% 1%
Stadsenquête Leiden 2003
30
6.
BEOORDELING ONDERHOUD IN EIGEN WIJK
De Leidse burgers hebben vijf aspecten beoordeeld die betrekking hebben op het onderhoud van de stad en als zodanig onder de mede-verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. De inwoners van Leiden zijn het meest tevreden over de vuilnisophaaldienst en de beperking van de overlast van wegwerkzaamheden in de eigen wijk. De beoordeling van de aspecten is vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 6a : Beoordeling vijf aspecten onderhoud in eigen wijk (inclusief berekend rapportcijfer) 2001 2002 2003 Uitstekend
Goed
Matig
Slecht
Totaal
Vuilnisophaaldienst
6,8
7,1
7,1
13%
69%
13%
5%
100%
Beperking overlast door werkzaamheden eigen wijk
7,2
7,0
7,1
7%
75%
15%
3%
100%
Onderhoud straten en wegen
6,5
6.4
6,5
4%
61%
26%
9%
100%
#
6,3
6,4
6%
56%
28%
10%
100%
6,6
6,4
6,4
6%
56%
27%
10%
100%
Vegen straten en wegen Onderhoud groen eigen wijk # niet gevraagd
Beoordeling onderhoud naar district In de onderstaande tabel wordt de beoordeling van de vijf aspecten naar district weergegeven. De bewoners van Leiden Noord zijn vergeleken met vorig jaar positiever over het vegen van de straten en wegen. Daarnaast is onder andere te zien dat inwoners van het Merenwijkdistrict relatief vaker positief zijn over de vuilnisophaaldienst en inwoners van het Morsdistrict over de beperking van de overlast door werkzaamheden. Tabel 6b: Beoordeling vijf onderhoudsaspecten naar district in 2001-20031 VuilnisBeperking overlast Onderhoud straten en Vegen straten Onderhoud groen en wegen door wegen ophaaldienst werkzaamheden 2001 2002 2003 2001 2002 2003 2001 2002 2003 2002 2003 2001 2002 2003 7,0
7,1
6,4
6,4
6,5
6,3
6,4
6,6
6,4
6,4
7,0 7,4 7,3 7,1 6,1 Binnenstad-Zuid 6,8 7,4 7,4 7,2 6,7 Binnenstad-Noord 6,2 6,4 6,6 7,3 6,9 Leiden-Noord 6,9 7,2 7,0 7,3 7,1 Roodenburgdistrict 6,8 7,2 7,3 7,1 7,1 Bos- en Gashuisdistrict 6,7 7,2 7,2 7,1 7,2 Morsdistrict Merenwijkdistrict 7,0 7,2 7,5 7,4 7,1 Stevenshofdistrict 7,0 6,9 7,0 7,1 7,4 1 Het aspect ‘vegen van straten en wegen’ is in 2001 niet gevraagd
6,7 7,1 6,9 7,3 6,9 7,5 7,2 7,2
6,3 6,3 6,1 6,5 6,6 6,6 6,5 6,7
6,1 6,5 6,1 6,4 6,6 6,6 6,4 6,4
6,6 6,7 6,2 6,4 6,3 6,8 6,7 6,4
6,0 6,2 5,7 6,5 6,5 6,5 6,3 6,4
6,5 6,6 6,3 6,4 6,4 6,6 6,6 6,0
6,4 6,4 6,2 6,7 6,7 7,0 6,7 6,3
6,2 6,3 5,9 6,4 6,8 6,6 6,4 6,2
6,6 6,3 6,2 6,4 6,5 6,8 6,6 6,0
Leiden totaal
6,8
7,1
7,1
7,2
Stadsenquête Leiden 2003
31
7.
BEOORDELING VERLOEDERING IN EIGEN WIJK
Verloedering is één van de speerpunten van het GSB-programma ‘Basis voor Kwaliteit’, en bestaat uit de subjectieve beleving van vijf zaken: vernieling van telefooncellen en bushokjes, graffiti, wildplakken, hondenpoep en rommel op straat. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaren overlast van deze aspecten in de eigen wijk. Daarnaast wordt gekeken naar de overlast van drijfvuil op water en het onderhoud van de watergangen. Tot slot wordt ingegaan op de vraag in hoeverre men zelf wel eens zwerfvuil op straat gooit. 6
7.1 Mate van overlast van zeven zaken/activiteiten Aan de burgers zijn zeven verschillende vormen van overlast voorgelegd met de vraag in hoeverre ze hier in de eigen wijk overlast van ondervinden. De meeste overlast ondervindt men van hondenpoep en rommel op straat. Zes op de tien Leidenaren ervaart hier in meer of mindere mate overlast van. Van wildplakken wordt relatief de minste overlast ervaren. Grafiek 7.1a: Mate van overlast van zeven zaken/activiteiten in eigen wijk1
Hondenpoep
Rommel op straat
Vernieling telefooncellen en bushokjes
Graffiti
Wildplakken posters
Drijfvuil op water
Onderhoud watergangen
4%
2%
9%
7%
1% 3%
1%2%
2%
1% 3%
1%1% 3%
21%
19%
6%
32%
15%
5%
16%
10%
10%
22%
14%
Zeer ernstig
6
26%
Ernstig
Behoorlijk wat
Een beetje
De overlast van drijfvuil op water en onderhoud waterwegen is alleen beantwoord door respondenten met watergangen in de eigen wijk (86%).
Stadsenquête Leiden 2003
32
Vergeleken met de resultaten van vorig jaar is te zien dat, met uitzondering van hondenpoep, de overlast van de verschillende aspecten is toegenomen. Tabel: 7.1b: Mate van overlast van zeven zaken/activiteiten, 2001-2003 (% bewoners dat overlast ervaart)1 2001 2002 2003 Hondenpoep 54% 60% 60% Rommel op straat 54% 53% 60% Vernieling telefooncellen en bushokjes # 20% 26% Graffiti # 20% 23% Wildplakken posters # 9% 12% Drijfvuil op water Onderhoud watergangen
# #
# #
36% 19%
In de volgende paragrafen wordt meer uitgebreid ingegaan op de verschillende vormen van overlast.
7.2 Hondenpoep Evenals vorig jaar ondervindt zes op de tien Leidenaren wel eens overlast van hondenpoep. Inwoners van het district Leiden Noord lijken hier relatief wat vaker overlast van te ervaren. Tabel 7.2a: Percentage dat overlast ondervindt van hondenpoep* 2002 2003 Leiden Totaal 60% 60% Binnenstad-Zuid 0 + Binnenstad-Noord + 0 Leiden Noord + ++ Roodenburgerdistrict 0 0 Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict + 0 Merenwijkdistrict 0 + Stevenshofdistrict 0 * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer respectievelijk minder overlast t.o.v. het gemiddelde
De Leidenaren, die behoorlijke of (zeer) ernstige overlast ondervinden van hondenpoep, ervaren deze overlast met name op de stoep, in het park op het gras en (rondom losstaande bomen) op straat. Tabel 7.2b: Percentage met behoorlijke of (zeer) ernstige overlast van onderstaande vormen hondenpoep 2002 2003 Op de stoep 28% 29% In park op het gras 27% 27% Rondom losstaande bomen op straat 26% 27% Op straat 26% 26% Voor eigen deur 21% 21% In park op de paden 19% 20% Op kinderspeelplaatsen 16% 16%
Stadsenquête Leiden 2003
33
7.3 Rommel op straat De overlast van rommel op straat is dit jaar toegenomen tot 60%. In de districten in de Binnenstad, Leiden Noord en het Stevenshofdistrict ervaren de bewoners relatief vaker overlast hiervan. Tabel 7.3a: Percentage dat overlast ondervindt van rommel op straat* 2002 2003 Leiden Totaal 53% 60% Binnenstad-Zuid ++ +++ Binnenstad-Noord + ++ Leiden Noord ++++ ++ Roodenburgerdistrict --Bos- en Gasthuisdistrict 0 0 Morsdistrict 0 Merenwijkdistrict -Stevenshofdistrict ++ * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer respectievelijk minder overlast t.o.v. het gemiddelde
De Leidenaren die behoorlijke of (zeer) ernstige overlast ondervinden van rommel op straat, hebben, evenals vorig jaar, vooral last van los zwerfvuil en rommel rondom containers. Tabel 7.3b: Percentage met behoorlijke of (zeer) ernstige overlast van onderstaande vormen rommel op straat 2002 2003 Los zwerfvuil 25% 25% Rommel rondom containers 20% 21% Rommel in grachten 10% 12% Kapotte vuilniszakken 11% 11% Vuilniszakken op verkeerd tijdstip 10% 10% Rommel rondom scholen 7% 7%
7.4 Vernieling telefooncellen en bushokjes Een kwart van de Leidenaren ondervindt wel eens overlast van de vernieling van telefooncellen en bushokjes. In het Stevenshofdistrict, en dit jaar ook in Leiden Noord, ondervinden de bewoners hier relatief vaker overlast van. Tabel 7.4: Percentage dat overlast ondervindt van de vernieling van telefooncellen en bushokjes* 2002 2003 Leiden Totaal 20% 26% Binnenstad-Zuid 0 0 Binnenstad-Noord Leiden Noord 0 ++ Roodenburgerdistrict -Bos- en Gasthuisdistrict 0 Morsdistrict 0 0 Merenwijkdistrict + + Stevenshofdistrict ++ +++ * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer respectievelijk minder overlast t.o.v. het gemiddelde
Stadsenquête Leiden 2003
34
7.5 Graffiti en wildplakken Van de Leidenaren geeft 23% aan wel eens overlast te ondervinden van graffiti. Het wildplakken van posters wordt minder vaak als een probleem ervaren. In de districten Binnenstad-Noord en Binnenstad-Zuid ondervindt men relatief vaker overlast van graffiti en wildplakken. Tabel 7.5a: Percentage dat overlast ondervindt van graffiti en wildplakken* Graffiti Wildplakken posters 2002 2003 2002 2003 Leiden Totaal 20% 23% 9% 12% Binnenstad-Zuid +++ ++ +++ ++ Binnenstad-Noord ++ + + + Leiden Noord 0 0 0 0 Roodenburgerdistrict -0 0 Bos- en Gasthuisdistrict 0 Morsdistrict 0 0 0 0 Merenwijkdistrict + 0 0 0 Stevenshofdistrict 0 + 0 * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer respectievelijk minder overlast t.o.v. het gemiddelde van dat jaar
De Leidenaren die een beetje tot (zeer) ernstige overlast ondervinden van graffiti, ervaren deze overlast op verschillende plaatsen in vergelijkbare mate. De meeste overlast van het wildplakken, ondervindt men van het wildplakken van posters op straatmeubilair en elektrische kasten. De resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 7.5b: Percentage met een beetje tot (zeer) ernstige overlast van onderstaande vormen graffiti/ wildplakken Graffiti Wildplakken posters 2002 2003 2002 2003 Straatmeubilair en elektrische kasten 14% 15% 7% 9% Woningen 11% 12% 2% 2% Tunnels 10% 12% 3% 4% Winkels en bedrijfspanden 10% 11% 4% 5% Bruggen 8% 11% 3% 3% Overlast op andere plaats 1% 1% 0% 1%
7.6 Drijfvuil en onderhoud watergangen Ruim eenderde van de Leidenaren met watergangen in de eigen wijk, zoals vijvers, grachten en singels, ondervindt wel eens overlast van drijfvuil. Van het onderhoud van de watergangen ervaart men relatief minder vaak overlast. In de districten Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en Stevenshof ervaart men relatief vaker overlast van drijfvuil en het onderhoud van de watergangen. Tabel 7.6: Percentage dat overlast ondervindt van drijfvuil en onderhoud watergangen* Drijfvuil Onderhoud watergangen Leiden Totaal 36% 19% Binnenstad-Zuid +++ + Binnenstad-Noord + + Leiden Noord 0 0 Roodenburgerdistrict 0 Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Merenwijkdistrict 0 0 Stevenshofdistrict ++ + * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer respectievelijk minder overlast t.o.v. het gemiddelde van dat jaar
Stadsenquête Leiden 2003
35
7.7 Zelf troep op straat gooien Van alle Leidenaren geeft 8% aan zelf wel eens rommel op straat te gooien. Vorig jaar lag dit percentage op 11%. Jongeren en lager en middelbaar opgeleiden geven relatief vaker aan wel eens rommel op straat te gooien. Tabel 7.7a: Percentage gooit zelf wel eens rommel op straat Totaal 2002 11% Opleiding Totaal 2003 8% lager middelbaar Sekse hoger man 10% vrouw 7% Werk (= 12 uur per week) ja Leeftijd nee 18-34 15% 35-54 6% 55+ 1%
12% 11% 4% 9% 7%
De meeste respondenten die wel eens rommel op straat gooien, doen dit vaak zonder erbij na te denken. Tabel 7.7b: Reden zelf rommel op straat gooien (in % gooit wel eens rommel op straat) 2002 2003 Denkt er niet bij na 74% 69% Er zijn te weinig afvalbakken 16% 16% Anders 9% 14% Totaal 100% 100%
Vervolgens is gevraagd wat er zou moeten gebeuren om ervoor te zorgen dat de mensen in de toekomst geen troep meer op straat gooien. Onderstaand een overzicht van de genoemde oplossingen: Tabel 7.7c: Oplossing rommel op straat gooien (in % gooit wel eens rommel op straat) Meer prullenbakken 61% Zelf beter nadenken/veranderen 15% Toezichthouders die controleren 7% Anders 3% Niets aan te doen 13% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2003
36
8.
OPENBARE BIBLIOTHEEK
In dit hoofdstuk staat de Openbare Bibliotheek centraal. Achtereenvolgens worden behandeld: het aantal lenerspassen in Leiden, percentage bibliotheekbezoekers, enkele aspecten over het bezoekgedrag en de beoordeling van een aantal dienstverleningsaspecten van de bibliotheek.
8.1 Lenerspassen 7 In 45% van de ondervraagde Leidse huishoudens is minimaal één lenerspas van de bibliotheek voor iemand van 16 jaar en ouder aanwezig. Meestal gaat het om één lenerspas per huishouden. Huishoudens met een lager inkomen en lager opgeleiden zijn relatief minder vaak lid van de bibliotheek. De resultaten zijn vergelijkbaar met 2001. Tabel 8.1 : Aantal bibliotheeklenerspassen voor 16 jaar en ouder per huishouden 2001 2003 Geen 57% 55% Een persoon 31% 31% Twee personen 9% 9% Drie personen 2% 3% Vier personen of meer 0% 3% Totaal 100% 100%
8.2 Bezoek bibliotheek Ruim vier op de tien respondenten bezoekt zelf wel eens een vestiging van de Leidse Openbare bibliotheek, 37% geeft aan ook bij de bibliotheek te lenen. De meeste van hen zeggen over een eigen lidmaatschapspas te beschikken. Tabel 8.2a: Bibliotheekbezoek en lenen Bezoek, leen met eigen kaart Bezoek, leen op kaart huisgenoot Bezoek, leen op kaart iemand anders Bezoek, leen op andere manier Bezoek, maar leen er nooit Nee, ik bezoek nooit een bibliotheek Totaal
7
2001 22% 7% 1% 1% 11% 57% 100%
2003 26% 10% 1% 0% 8% 55% 100%
In Stadsenquêtes kan het aantal lenerspassen per huishouden licht overschat worden. Dit komt omdat er een significant verband bestaat tussen de non-response (mensen die zich minder betrokken voelen bij communicatie en informatie) en bibliotheekbezoek (mensen die zich wel betrokken voelen bij communicatie en informatie).
Stadsenquête Leiden 2003
37
Bibliotheekbezoek naar doelgroep Vrouwen, ouders met kinderen en de hogere inkomens- en opleidingsgroepen bezoeken relatief vaker de bibliotheek. Tabel 8.2b: Percentage bibliotheekbezoekers naar doelgroep Totaal 45% Huishoudtype Alleenstaand Sekse Twee personen Man 41% Gezin met kinderen Vrouw 50% Huishoudinkomen Leeftijd = 1600 18-34 44% 1601-3000 35-54 47% > 3000 55+ 45% Opleiding Lager Middelbaar Hoger
39% 42% 51%
38% 43% 56%
29% 47% 54%
Redenen om de bibliotheek niet te bezoeken De mensen die nooit naar de bibliotheek gaan noemen hiervoor uiteenlopende redenen. Evenals in 2001 hebben de meeste redenen weinig met de bibliotheek te maken, maar betreft het veelal persoonlijke interesses en omstandigheden. Lager opgeleiden noemen relatief vaker als reden dat ze nauwelijks boeken lezen, hoger opgeleiden geven vaker aan boeken te kopen in plaats van te lenen. Grafiek 8.2c: Redenen om bibliotheek niet te bezoeken (in % niet-bezoekers) 29%
Leest nooit of weinig 24%
Koopt boeken Geen tijd
Geen interesse 1%
Thuis boeken
1%
Internet
Onbekend met bibliotheek Andere reden
11%
7%
Collectie onvoldoende
Anderen gaan voor mij
33%
24% 6%
Gaat naar andere bibliotheek
Bibliotheek ver weg
31%
29%
4% 3% 3%
1%
3%
1% 2%
2001
1% 1%
2003 4% 4%
Stadsenquête Leiden 2003
38
8.3 Bezoekgedrag bibliotheekbezoekers De meeste bibliotheekbezoekers (87%) bezoeken wel eens de Centrale bibliotheek, 32% bezoekt wel eens één of meerdere van de overige filialen. Van de bezoekers uit de districten Stevenshof en Merenwijk heeft het merendeel het filiaal in het eigen district wel eens bezocht. Vergeleken met 2001 geven relatief wat meer mensen aan één of meerdere filialen te hebben bezocht. Tabel 8.3a: Bezochte vestigingen (in % bibliotheekbezoekers, meerdere antw. mogelijk) 2001 2003 Centrale bibliotheek 87% 87% Één of meerdere filialen 26% 32%
Tweederde van de bibliotheekbezoekers gaat één keer per maand of minder vaak naar de bibliotheek, eenderde bezoekt de bibliotheek vaker. Ten opzichte van 2001 lijkt de bezoekfrequentie wat afgenomen. Tabel 8.3b: Bezoekfrequentie (in % bibliotheekbezoekers) 2001 2003 Eén keer per maand of minder 66% 65% Twee à drie keer per maand 20% 25% Eens per week of vaker 14% 9% Totaal 66% 100%
De voornaamste reden om de bibliotheek te bezoeken, is ‘ontspanning/hobby’, op afstand gevolgd door algemene ontwikkeling en studie. Tabel 8.3c: Bezoekmotief (in % bibliotheekbezoekers) 2001 Ontspanning en hobby 65% Algemene ontwikkeling 19% Studie 14% Werk 1% Totaal 100%
2003 64% 17% 15% 3% 100%
De bibliotheek biedt verschillende diensten. Men bezoekt de bibliotheek met name voor het lenen van boeken, het zoeken naar specifieke informatie en het lenen van audiovisueel materiaal (cd, video en cd-rom). Grafiek 8.3d: Gebruikte diensten door bibliotheekbezoekers (meerdere antw. mogelijk)
83% 79%
Lenen boeken 59% 61%
Zoeken specifieke informatie 33% 34%
Lenen cd's/dvd's/cd-roms 21%
Materialen/info voor kinderen
32% 28% 32%
Lenen kranten/tijdschriften 21% 23%
Inlichtingenservice 14%
Leescafe
20% 13% 11%
Internet Cursussen
2001 2003
4% 6%
Stadsenquête Leiden 2003
39
8.4 Beoordeling dienstverlening bibliotheek Om inzicht te krijgen in de tevredenheid van de bezoekers met de bibliotheek is hen een vijftal aspecten voorgelegd. Alvorens is gevraagd deze te beoordelen met een rapportcijfer, is eerst ingegaan op het belang van de aspecten. De aanwezigheid van een compleet assortiment en een overzichtelijke indeling worden over het algemeen het belangrijkst gevonden. Vergeleken met 2001 beoordelen de bezoekers de verschillende aspecten relatief minder vaak ‘erg belangrijk’, maar wat vaker ‘gewoon belangrijk’. Tabel 8.4a: Percentage bibliotheekbezoekers dat aspect ‘erg belangrijk’ vindt 2001 2003 Aanwezigheid compleet assortiment 70% 60% Overzichtelijke indeling 67% 60% Juiste openingstijden 62% 47% Goede bereikbaarheid 50% 44% Goede service 57% 42%
De bezoekers zijn over het algemeen tevreden over de dienstverlening van bibliotheek. Elk aspect wordt met een ruime zeven beoordeeld. Vergeleken met 2001 worden de openingstijden, het assortiment en de overzichtelijkheid van de indeling hoger gewaardeerd. Als gekeken wordt naar de verschillen in beoordeling tussen de Centrale Bibliotheek en de overige filialen, dan is te zien dat de Centrale bibliotheek, logischerwijs, beter beoordeeld wordt op assortiment en openingstijden en de filialen beter op bereikbaarheid. Tabel 8.4b: Rapportcijfers van respondenten per aspect voor hun meest bezochte vestiging 2001 2003 Meest bezochte vestiging Centrale Filiaal Aanwezigheid compleet assortiment 7,2 7,5 7,5 7,2 Overzichtelijke indeling 7,2 7,4 7,4 7,5 Juiste openingstijden 7,0 7,4 7,5 7,1 Goede bereikbaarheid 7,5 7,5 7,3 8,0 Goede service 7,5 7,5 7,5 7,5
Tot slot is aan de bezoekers gevraagd of ze nog ideeën of opmerkingen hebben om de dienstverlening van de bibliotheek te verbeteren. Onderstaand een bloemlezing van de verschillende opmerkingen: -
De bereikbaarheid van de Centrale Bibliotheek met de auto of het OV is onvoldoende; De openingstijden zouden vervroegd kunnen worden (bijv. 9.00 of 9.30 uur); De bibliotheek zou langer open kunnen blijven, voor filialen niet alleen op donderdagavond open; De openingstijden variëren, dat is verwarrend; Vrij recente exemplaren zijn niet altijd aanwezig; Het is soms moeilijk om de juiste onderwerpen te vinden; Sommige kranten zijn soms weg, daar zou beter op gelet kunnen worden Voor de vakantie is het jammer dat boeken niet lang genoeg verlengd kunnen worden; De Centrale bibliotheek moet in de winter op zondag open blijven.
Stadsenquête Leiden 2003
40
9.
GEMEENTELIJKE WEBSITE
De gemeentelijke website speelt een steeds belangrijkere rol bij de communicatie en de dienstverlening van de gemeente naar de burgers toe. In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar de beschikbaarheid en het gebruik van internet. Vervolgens wordt ingegaan op de bekendheid, het bezoek en de beoordeling van de gemeentelijke website.
9.1 Beschikking internet Van alle Leidenaren heeft 84% de beschikking over internet; 77% beschikt ook thuis over internet, 7% beschikt alleen elders over internet. De beschikking over internet is hiermee vergelijkbaar met vorig jaar, en hoger dan in 2001: de beschikbaarheid van internet lijkt zich te stabiliseren. Een vergelijkbaar onderzoek is eind 2002, in opdracht van Stedenlink, gehouden in 10 (middel)grote Nederlandse 8 gemeenten . Leiden scoort met het percentage huishoudens met internet erg hoog. Dit hangt mede samen met het hoge opleidingsniveau van de stad en het feit dat Leiden een Universiteitsstad is. Vergelijkbare percentages internetbezit zijn te vinden in “jonge” steden als Almere en Zoetermeer en in mindere mate in de Universiteitsstad Utrecht. Tabel 9.1a: Beschikking internet (thuis of elders )
2001
19%
48%
9%
2002
21%
55%
2003
20%
57%
0%
10%
20%
Alleen thuis
30%
40%
50%
6%
7%
60%
70%
Thuis en elders
80%
90%
100%
Alleen elders
De beschikbaarheid over internet is voor de meeste doelgroepen stabiel gebleven, alleen de laagste inkomensgroep, 50-64 jarigen en niet-werkenden geven nog een toename te zien. Wel blijven er grote verschillen te zien tussen groepen onderling: ouderen, lager opgeleiden en de lagere inkomensgroepen kunnen relatief minder vaak over internet beschikken. Tabel 9.1b: Beschikking over internet naar doelgroep (thuis of elders) 2002 2003 2002 2003 Leeftijd Huishoud inkomen1 18-24 93% 94% = 16002 59% 67% 25-34 90% 94% 1601 - 3000 84% 90% 35-49 90% 89% > 3000 97% 97% 50-64 69% 83% 65-74 29% 29% Huishoudsamenstelling Alleenstaand 77% 77% 2 personen 78% 83% Gezin met kinderen 88% 87% 1 excl. mensen die inkomensvraag niet willen beantwoorden 2in 2002: grens: 1400 euro
8
zie: www.stedenlink.nl
Stadsenquête Leiden 2003
2002
2003
Opleiding Lager Middelbaar Hoger
56% 85% 95%
57% 86% 97%
Werk (= 12 uur) Ja Nee
91% 61%
92% 77%
41
9.2 Gebruik internet en email Van de volwassen inwoners die beschikken over internet maakt 66% hier (vrijwel) dagelijks gebruik van. Dit geldt relatief vaker voor hoger opgeleiden, mannen en jongeren. Tabel 9.2a: Frequentie internet- en emailgebruik (in % resp. die beschikken over internet) 2002 2003 (Vrijwel) dagelijks 62% 66% Enkele malen per week 17% 14% Af en toe (ca. wekelijks) 12% 9% Incidenteel (ca. enkele malen per jaar) 3% 8% Nooit 6% 4% Totaal 100% 100%
Internet wordt met name thuis en op het werk gebruikt en in mindere mate op school of in de bibliotheek. Andere locaties die worden genoemd zijn ondermeer bij familie, vrienden/kennissen, internetcafés en het buurthuis. Tabel 9.2b: Plaats internetgebruik (in % internetgebruikers, meerdere antw. mogelijk) 2001 2002 Thuis 92% 91% Op het werk 63% 71% Op school/universiteit 18% 14% In de bibliotheek 4% 8% Ergens anders 5% 5%
Internet wordt vooral gebruikt om informatie te zoeken en om emails te versturen. Daarnaast geeft circa vier op de tien internetgebruikers aan internet te gebruiken voor het bestellen van producten en twee op de tien doet aan chatten. Andere gebruiksmogelijkheden die worden genoemd zijn onder andere: downloaden, boeken van vakanties, maken van eigen website, zoeken van routes en spelletjes. Tabel 9.2c: Gebruik internetmogelijkheden (in % internetgebruikers, meerdere antw. mogelijk) 2002 2003 Informatie zoeken op websites 95% 98% E-mail 98% 96% Bestellen/kopen van producten 38% 38% Chatten 21% 18%
Stadsenquête Leiden 2003
42
9.3 Bekendheid en bezoek gemeentelijke website Circa tweederde van de internetgebruikers is bekend met de gemeentelijke website www.leiden.nl, en de helft heeft de website ook wel eens bezocht (=41% van alle Leidenaren). Leidenaren jonger dan 35 jaar en hoger opgeleiden bezoeken de website relatief vaker. Vergeleken met vorig jaar is de bekendheid en het bezoek van de gemeentelijke website toegenomen. Tabel 9.3a: Bekendheid en bezoek gemeentelijke site (in % internetgebruikers) 2002 2003 Bekend en bezocht 40% 51% Niet bezocht, wel bekend 14% 15% Niet bekend 45% 35% Totaal 100% 100%
Van de bezoekers heeft drie op de tien de gemeentelijke website in de afgelopen 12 maanden één keer bezocht, de helft 2-4 keer en twee op de tien vijf keer of vaker. Tabel 9.3b: Frequentie bezoek afgelopen 12 maanden (in % bezoekers website) 2002 2003 1 keer 35% 30% 2 keer 21% 25% 3-4 keer 19% 26% 5 keer of vaker 25% 19% Totaal 100% 100%
9.4 Reden bezoek gemeentelijke website Van de bezoekers geeft zes op de tien aan de website voornamelijk bezocht te hebben voor gemeentelijke informatie, terwijl twee op de tien met name op zoek was naar recreatieve/toeristische informatie. Vergeleken met vorig jaar geven bezoekers relatief vaker aan voornamelijk op zoek te zijn naar gemeentelijke informatie. Tabel 9.4a: Belangrijkste reden bezoek gemeentelijke website (in % bezoekers website) 2002 2003 Gemeentelijke informatie 50% 59% Recreatieve/toeristische informatie 21% 19% Beide even veel 14% 16% Alleen even gekeken/nieuwsgierig 10% 4% Anders 5% 2% 100% 100%
Aan de bezoekers van de gemeentelijke website is gevraagd over welke onderwerpen ze informatie verwachten te kunnen vinden op de website. De onderwerpen die hierbij genoemd worden zijn divers van aard. Onderstaand een overzicht van de meest genoemde onderwerpen: Tabel 9.4b: Verwachte onderwerpen gemeentelijke website (in % bezoekers website, spontaan) Alg. info over gemeentelijke diensten en voorzieningen 20% Openingstijden openbare werken en gemeentehuis 14% Alles wat met Leiden en gemeente te maken heeft 10% Wat er te doen is (evenementen, activiteiten, etc.) 9% Toeristische info (bezienswaardigheden, uitgaan, etc.) 9% Burgerzaken (bv. hoe paspoort, rijbewijs aanvragen) 8% Ophalen afval/grofvuil 7% Bouwen en wonen (bouwplannen, nieuwbouw) 7% Bestuurlijke informatie, beleid/plannen gemeente 5% Culturele informatie (film- ,toneel- en muziekagenda) 5%
Stadsenquête Leiden 2003
43
9.5 Beoordeling gemeentelijke website Om inzicht te krijgen in de beoordeling van de gemeentelijke website is de bezoekers eerst gevraagd om aan te geven wat ze goed vinden aan de website en op welke punten deze verbeterd kan worden. Uit de opmerkingen van de bezoekers komt naar voren dat hoewel een deel vindt dat de site goede, overzichtelijke, duidelijke informatie bevat en professioneel vormgegeven is, er eveneens een aantal bezoekers is die aangeeft dat deze punten verbetering behoeven. Tabel 9.5a: Belangrijkste goede punten en verbeterpunten (in % bezoekers website, spontaan) Goede punten Verbeterpunten Goede informatie 24% Moeilijk om informatie te vinden Overzichtelijk 19% Informatie te oppervlakkig, meer concreet Duidelijk 12% Onoverzichtelijk Professioneel, duidelijke lay-out 11% Niet altijd actueel Snel 5% Saai, niet mooi Goede verwijzingen 4% Geen goed zoekprogramma Dat deze er is 3% Matige doorverwijzingen Kan niets specifieks noemen
40%
Kan niets specifieks noemen
Beoordeling website op 5 aspecten Vervolgens is de website beoordeeld op een vijftal aspecten. Het meest positief zijn de bezoekers over de leesbaarheid en het informatieve gehalte van de website. De aspecten die het meest voor verbetering in aanmerking komen zijn, de volledigheid en de interessantheid van de website. Vergeleken met de resultaten van vorig jaar worden alle vijf de aspecten beter beoordeeld, dit geldt met name voor de volledigheid van de website. Grafiek 9.5b: Percentage positieve beoordeling vijf aspecten gemeentelijke website door bezoekers
83%
Prettig leesbaar
92%
84%
Informatief
89%
77%
Overzichtelijk
80%
61%
Interessant
69%
2002
46%
Volledig
61%
Stadsenquête Leiden 2003
2003
16% 8% 7% 6% 3% 2% 2% 61%
44
10.
ARBEIDSMARKTBELEID
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de arbeidsmarkt in Leiden. De resultaten worden waar mogelijk getoetst aan CBS-cijfers. Er wordt gekeken naar de verdeling van de beroepsbevolking. Vervolgens worden de groepen werkenden en niet-werkenden apart behandeld. Bij de werkenden wordt gekeken naar het soort dienstverband, de locatie, de vrees om dit jaar hun baan te verliezen en de gebruikte vervoermiddelen waarmee Leidenaren naar hun werk gaan. In paragraaf 10.3 wordt een schatting gemaakt van het aantal niet-werkende Leidenaren van 25-64 jaar en wordt vanuit dit gegeven de feitelijke arbeidsmarktreserve berekend. Ook wordt gekeken welke problemen mensen, die graag zouden willen werken, tegenkomen.
10.1 Verdeling beroepsbevolking De bevolking van 15-64 jaar wordt ook wel de potentiële beroepsbevolking genoemd. De potentiële beroepsbevolking bestaat uit 86.311 Leidenaren. In de Stadsenquête worden alleen Leidenaren van 18 jaar en ouder ondervraagd, dus voor een vergelijking is een lichte correctie nodig. De netto participatiegraad geeft het percentage van de beroepsbevolking dat minimaal 12 uur per week betaald werk verricht. Tabel 10.1a: Netto participatiegraad beroepsbevolking beroepsbevolking 15-64 jaar CBSCBS CBS landelijk Leiden landelijk 2000 1999-2001 2002 Betaald werk > 12 uur 65% 70% 66% Geen werk =12 uur 35% 30% 34% Totaal 100% 100% 100% Bron: CBS-statline
bevolking 18-64 jaar berekend Stadsenquête Stadsenquête CBS-Leiden Leiden Leiden 1999-2001 2002 2003 72% 73% 73.5% 28% 27% 27% 100% 100% 100%
Onderstaande tabel geeft de netto participatiegraad naar leeftijd. Te zien is dat de participatiegraad per leeftijdscategorie vergelijkbaar is met de participatiegraad in 2002. In vergelijking met de CBScijfers wordt de participatie van 55-64 jarigen via de Stadsenquête hoger ingeschat. Tabel 10.1b: Netto participatiegraad naar leeftijd
15-24 25-34 35-44 45-54 55-64
CBS 1999-2001 46% 83% 86% 79% 33%
Stadsenquête 2002 87% 84% 78% 46%
Stadsenquête Leiden 2003
Stadsenquête 2003 88% 85% 79% 46%
45
10.2 Werkenden Van de mensen met betaald werk voor minstens 12 uur per week, heeft negen op de tien een vast dienstverband en één op de tien een tijdelijk dienstverband. Dit komt redelijk overeen met het landelijke CBS-cijfer. Tabel 10.2a: Netto participatiegraad Verdeling beroepsbevolking CBS -landelijk Stadsenquête 2002 2003 Vast dienstverband Tijdelijk dienstverband Via uitzendbureau Totaal Bron: CBS-statline
(15-64 jaar)
(18-64 jaar)
88% 9% 3% 100%
90% 10% 1% 100%
Jongere werkenden hebben relatief vaker een tijdelijk dienstverband. Grafiek 10.2b: Soort dienstverband naar leeftijd ((in % werkt = 12 uur pw )
18-24
69%
25-34
28%
84%
35-49
16%
92%
50-64
2%
1%
7%
96%
Vast dienstverband
4%
Tijdelijk dienstverband
Via uitzendbureau
Bang om in komende jaar baan te verliezen De laatste tijd gaat het minder goed met de Nederlandse economie en de werkgelegenheid. Als de werkenden wordt gevraagd of ze bang zijn om in het komende jaar hun baan te verliezen, dan antwoordt één op de tien hierop bevestigend. Werkenden met een tijdelijk contract zijn hier relatief vaker bang voor: werkenden met een vast contract: werkenden met een tijdelijk contract: werkenden via het uitzendbureau:
8% 23% 23%
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de sectoren waarin de Leidenaren die bang zijn hun baan te verliezen werkzaam zijn. Tabel 10.2c: Sector waarin werkenden die bang zijn om baan te verliezen werkzaam zijn* Dienstverlenende sector 23% Onderwijs 14% Zorgsector 11% Overheid 11% Transport/vervoer 10% Groothandel, industrie 8% Bouw/vastgoed 7% Detailhandel 5% Automatisering 5% Administratief 4% Telecom 4% Anders 3% *5% van de werkenden blijkt moeilijk in één categorie te plaatsen en zijn daarom in twee categorieën opgenomen
Stadsenquête Leiden 2003
46
9
Locatie werk Ruim de helft van de werkenden is werkzaam in Leiden of in de regio van Leiden, 44% werkt buiten de regio. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Tabel 10.2d: Plaats werk (in % werkt = 12 uur pw ) Leiden en de Leidse regio Buiten Leidse regio Totaal
2001 56% 44% 100%
2002 57% 43% 100%
2003 56% 44% 100%
Dit jaar is aan de Leidenaren die buiten de regio werken gevraagd of, indien de mogelijkheid zich zou voordoen, ze liever binnen de regio zouden werken. Bijna de helft van deze groep Leidenaren blijkt liever binnen de regio werken. De meerderheid van hen onderneemt hier echter (nog) geen pogingen voor. Tabel 10.2e: Voorkeur voor werken binnen Leidse regio (in % werkt = 12 uur pw en werkt buiten Leidse regio) Ja, en doe daar pogingen voor 17% Ja, maar onderneem niets 29% Nee 34% Maakt niet uit 19% Totaal 100%
Vervoer naar werk De gebruikte vervoersmiddelen voor reizen naar het werk binnen de Leidse regio blijft in de afgelopen jaren vrij stabiel. Werkenden maken met name gebruik van de fiets, op afstand gevolgd door de auto. Tabel 10.2f: Vervoer naar werk binnen Leidse regio (in % werkt = 12 uur pw , werkt binnen Leidse regio) 2001 2002 2003 Fiets 64% 60% 63% Auto 23% 26% 25% Lopend 5% 6% 5% Snor/bromfiets 4% 5% 3% Bus 3% 1% 2% Motor 0% 1% 0% Trein 1% 0% 1% 100% 100% 100%
Voor vervoer naar het werk buiten de regio wordt vooral gebruik gemaakt van de auto en de trein. Na een vrij grote teruggang van het gebruik van de trein, mogelijk veroorzaakt door de negatieve publiciteit rond de spoorwegen in 2002, krabbelt de trein als vervoermiddel voor reizen naar werkplekken buiten de Leidse regio weer iets terug. Tabel 10.2g: Vervoer naar werk buiten Leidse Regio (in % werkt = 12 uur pw , werkt buiten Leidse regio) 2001 2002 2003 Auto 47% 55% 52% Trein 43% 34% 37% Fiets 4% 6% 7% Bus 3% 3% 3% Snor/bromfiets 1% 0% 1% Motor 1% 1% 0% 100% 100% 100%
9
Van de werkenden in Leiden en de Leidse regio werkt circa driekwart in Leiden en een kwart in de regio. Dit is in te zien in de voorgaande Stadsenquêtes 2002 en 2003. Dit jaar wordt dit cijfer, door een iets andere vraagstelling, niet gepresenteerd.
Stadsenquête Leiden 2003
47
10.3 Niet-werkenden In paragraaf 10.1 kwam naar voren dat 27% van de potentiële beroepsbevolking van 18-64 jaar op dit moment geen betaald werk heeft voor minstens 12 uur per week. Dit komt neer op circa 15.200 Leidenaren. Jongeren van 15-24 zijn buiten beschouwing gelaten. Veel van hen studeren nog of zitten op school. Anderen hebben, zoals in paragraaf 10.2 te zien is, wel een baan. Tabel 10.3a: Schatting van absoluut aantal Leidenaren dat geen betaalde baan heeft van meer dan 12 uur Absoluut aantal % resp. dat niet of minder Absoluut aantal nietinwoners in Leiden dan 12 uur werkt werkenden 15-24 17.002 onbekend 25-34 23.355 * 12% + 2.800 35-54 34.424 * 18% + 6.200 55-64 11.530 * 54% + 6.200 Totaal 86.311 +15.200
De niet-werkenden zijn relatief wat ouder, vaker vrouw en aanzienlijk vaker lager opgeleid. Van hen ontvangen er ruim 5.000 binnen hun huishouden een uitkering, meestal AAW/WAO en in iets mindere mate een bijstandsuitkering, een WW-uitkering of een andere uitkering, ruim 1.500 mensen ontvangen een VUT/ pre-pensioen. Ruim 8.000 van hen ontvangen in hun huishouden geen uitkering. Van de niet-werkende 25-64 jarigen hebben er ruim 2.000 in het verleden nog nooit een baan gehad voor minstens 12 uur. 7% heeft in de afgelopen 12 maanden een opleiding afgerond. Tabel 10.3b: Hoe lang niet meer werkzaam =12 uur per week (in % niet-werkenden) Korter dan 6 maanden 6% 6-12 maanden 9% 1-2 jaar 12% Langer dan 2 jaar 58% Nooit gewerkt 15% Totaal 100%
Eén op de vijf niet-werkenden onderneemt pogingen om weer te werken, iets meer mensen zouden wel iets willen doen, maar ondernemen geen stappen, en bijna zes op de tien niet-werkenden wil dit ook niet. De respondenten die op zich wel willen, maar hiertoe nog geen pogingen hebben ondernomen, noemen hiervoor onder andere ziekte, invaliditeit en kinderen als reden. Tabel 10.3c: Ondernemen pogingen om (weer) te gaan werken (in % niet-werkenden) Ja, onderneemt pogingen om te werken 20% Ja, maar doet geen pogingen, vanwege ziekte/invaliditeit 7% Ja, maar doet geen pogingen, vanwege kinderen 5% Ja, maar doet geen pogingen, geen tijd, genoeg te doen 3% Ja, maar doet geen pogingen, geen verblijfsvergunning 3% Ja, maar doet geen pogingen, pas na studie/cursus 2% Ja, maar doet geen pogingen, vanwege andere reden 2% Nee, wil niet (meer) werken 58% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2003
48
De feitelijke arbeidsreserve 25-64 jarigen Op basis van het voorgaande kan de feitelijke arbeidsreserve berekend worden. Deze bestaat uit de beroepsbevolking die voldoet aan de volgende voorwaarden: 1) niet of minder dan 12 uur per week werkzaam 2) volgt geen dagstudie met studiefinanciering 3) wil zelf in de toekomst (meer) werken. Tabel 10.3d berekent de feitelijke arbeidsreserve op 3.250. Zoals te verwachten valt, ondernemen jongere niet-werkenden meer pogingen om te een baan te krijgen dan 55-plussers. Indien de bevolkingsgroep 15-24 jaar wordt meegerekend zal de feitelijke arbeidsreserve wat hoger zijn. De schattingen liggen in het verlengde van de schattingen die op basis van de Stadsenquête 2002 gemaakt zijn. Het afgelopen jaar werd de feitelijke arbeidsreserve geschat op circa 3.800 25-64 jarigen (5,5% * 69.000 25-64 jarigen). Tabel 10.3d: Schatting feitelijke arbeidsreserve van mensen van 25-64 jaar (2003) Absoluut aantal % dat pogingen doet om niet werkenden (meer) te werken 25-34 2.800 33% 35-54 6.200 29% 55-64 6.200 9% Totaal 15.200
Absoluut aantal + 900 + 1.800 + 550 3.250
De respondenten die pogingen ondernemen om (weer) te gaan werken ondervinden hierbij verschillende problemen. Het meest genoemd worden: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Leeftijd (21%); Te lage opleiding (16%); Weinig vacatures (15%); Gezondheid (15%); Eigen gemakzucht (15%); Het regelen van kinderopvang (11%).
Stadsenquête Leiden 2003
49
11.
OVERLAST DRUGS- EN ALOCOHOLVERSLAAFDEN EN DAK- EN THUISLOZEN
De gemeente wil graag weten hoe het staat met de overlast die burgers ondervinden en ervaren door alcohol- en drugsverslaafden en dak- en thuislozen. Het beleid van de gemeente is er op gericht de overlast beperkt te houden en goede opvang en zorg voor deze groepen te realiseren. Ruim driekwart van de Leidenaren ondervindt in meer of mindere mate overlast van alcohol- en drugsverslaafden en/of dak- en thuislozen. Vergeleken met vorig jaar geven de Leidenaren wat vaker aan hier overlast van te ondervinden. Tabel 11a: Mate van overlast van alcohol- en drugsverslaafden en/of dak- en thuislozen 2002 2003 Zeer ernstige overlast 1% 2% Ernstige overlast 2% 3% Behoorlijk wat overlast 5% 7% Een beetje overlast 11% 11% Geen overlast 82% 77% Totaal 100% 100%
De overlast verschilt sterk per district. Inwoners van Binnenstad-Noord, Binnenstad-Zuid en Leiden Noord ondervinden relatief vaker overlast van alcohol- en drugsverslaafden en/of dak- en thuislozen. Vergeleken met vorig jaar is met name de overlast in Binnenstad-Noord en Binnenstad-Zuid toegenomen. Grafiek 11b: Percentage ervaart overlast van alcohol- en drugsverslaafden en dak- en thuislozen
18%
Totaal
23%
31%
Binnenstad-Zuid
41%
Binnenstad-Noord
55%
30% 32%
Leiden Noord 8%
Roodenburgerdistrict
14% 12% 12%
Bos- en Gasthuis district
15%
Mors district 5%
Merenwijk district Stevenshof district
41%
3%
20%
2002
8%
2003 6%
Stadsenquête Leiden 2003
50
Waar overlast Wanneer gevraagd wordt op welke plaatsen men de overlast ervaart, noemt circa eenderde een locatie dicht in de buurt (eigen wijk, straat of portiek), twee op de tien noemt een specifieke straat/locatie in Leiden. Overige plaatsen die veel genoemd worden zijn parken, gebieden met horeca/cafetaria en het station.
Soort overlast De overlast door alcohol- en drugsverslaafden of dak- en thuislozen bestaat met name uit het rondhangen op zich, gevoel van onveiligheid (bedreiging, lastig vallen, agressief gedrag), geluidsoverlast en vervuiling door blikjes, flessen, naalden en zwerfvuil in het algemeen. Ook wordt overlast ervaren door het dealen en spuiten of ander drugsgebruik in het openbaar. Tabel 11c: Ervaren soorten overlast Gewoon het rondhangen op zich Gevoel van onveiligheid /bedreiging /lastig vallen Geluidsoverlast /luidruchtig Vervuiling (blikjes, flessen, zwerfvuil) Dealen Spuiten, drugsgebruik in openbaar Buiten slapen/liggen Bedelen Vernieling /brandstichting /ruiten inslaan Drinken/dronken mensen
59x 48x 45x 34x 21x 20x 17x 15x 15x 14x
Stadsenquête Leiden 2003
51
12.
FIETSGEBRUIK
Binnen het Grote Steden Beleid is ten doel gesteld om het fietsverkeer jaarlijks met 2% te laten groeien. Deze groei valt evenwel moeilijk te meten. Gezocht is naar een combinatie van de Stadsenquête met het vergelijken van fietstellingen die periodiek in de gemeente worden gehouden. Daarnaast is de afdeling Vervoer en Verkeer geïnteresseerd in de mening van de fietser over de infrastructuur: waar liggen de grootste ergernissen. Bij het inrichten van de fietsroutes kan hiermee rekening worden gehouden. In dit hoofdstuk wordt naast het fietsgebruik dan ook gekeken naar de factoren die hierop van invloed zijn en de belangrijkste fietsergernissen.
12.1 Frequentie en doel Van de Leidenaren van 18-74 jaar geeft 95% aan over een fiets te beschikken en fietst 92% wel eens, waarvan het merendeel wekelijks of vaker. Vergeleken met vorig jaar is het percentage Leidenaren dat aangeeft wel eens te fietsen met 5%-punt toegenomen. Dit betekent dat ruimschoots is voldaan aan de groeidoelstelling van het GSB van een toename van 2%-punt.. Tabel 12.1a: Frequentie fietsgebruik (Vrijwel) dagelijks Wekelijks Eens per maand Enkele malen per jaar Nooit, heb wel een fiets Nooit, heb geen fiets Totaal
2002 57% 21% 4% 5% 6% 7% 100%
2003 63% 20% 4% 4% 3% 5% 100%
De fiets wordt met name gebruikt voor het doen van boodschappen (winkelen) of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Het fietsgebruik kan per groep verschillen. Zo gebruiken 35-plussers de fiets relatief vaker om boodschappen te doen en 55-plussers om tochtjes te maken. Tabel 12.1b: Belangrijkste doelen fietsgebruik (in % fietsers, meerdere antw. mogelijk) Boodschappen doen/winkelen 59% Naar werk/school 41% Naar binnenstad, station 33% Om tochtjes te maken 15% Naar familie/vrienden/bezoek 14% Voor alles 13% Naar hobby/cursus/uitgaan 12% Kinderen naar school 5%
Stadsenquête Leiden 2003
52
12.2 Motivatie keuze fiets Aan de fietsgebruikers is gevraagd wat bij normale weersomstandigheden de redenen zijn om voor sommige ritten binnen Leiden voor de fiets te kiezen en voor andere ritten juist niet. In de onderstaande tabel worden de belangrijkste redenen weergegeven. Tabel 12.2a: Redenen om bij normaal weer binnen Leiden wel/niet voor de fiets te kiezen (in % fietsers) Wel met fiets Niet met fiets Sneller 32% Hoeveelheid boodschappen Parkeerprobleem bestemming 28% Afstand (te ver/dichtbij) Ga altijd op fiets 26% Luiheid, gemakzucht Gemakkelijk 17% Haast, moet er snel zijn Gezondheid, beweging 16% Onvoldoende stallingmogelijkheden Mooie route 7% Met kinderen, meerdere personen Geen alternatief (slechte verbinding, geen auto) 6% In de avond, als het donker is Geen rijbewijs 3% Onveiligheid route Kosten 3% Lekke band
Invloed afstand en route Aansluitend is gevraagd of voor ritten binnen Leiden afstand en route meespelen indien men twijfelt of men wel of niet de fiets zal nemen. Drie op de tien van de fietsers geeft aan dat afstand dan een rol speelt. De route speelt voor 16% een rol. Tabel 12.2b: Percentage fietsers dat aangeeft dat afstand of route rol speelt bij twijfel wel/niet met fiets 2002 2003 Afstand speelt een rol 34% 30% Route speelt een rol 10% 16%
De afstand speelt vaker een rol dan de route. De afstanden die mensen aangeven als zijnde ‘maximale’ fietsafstanden verschillen aanzienlijk en variëren van 2 à 3 km (afstanden in eigen district) tot afstanden in de regio (tot aan Den Haag). De meeste fietsers geven aan maximaal 5 à 10 kilometer te willen fietsen. Fietsers die aangeven dat de route een rol speelt laten de keuze voor de fiets of auto afhangen van ondermeer: -
De veiligheid van de route; De mate waarin de route gemakkelijker met fiets of auto kan worden afgelegd; Het aantal spullen of personen (kinderen) dat vervoerd moet worden.
Stadsenquête Leiden 2003
30% 25% 7% 4% 4% 3% 3% 2% 2%
53
12.3 Fietsergernissen De fietsgebruikers is een aantal mogelijke ergernissen voorgelegd die ze onderweg kunnen tegenkomen. De meeste fietsers ergeren zich wel eens aan het gedrag van andere weggebruikers, het niet krijgen van voorrang, het vaak/lang moeten wachten bij verkeerslichten, een hobbelig wegdek, de afwezigheid van fietsenrekken en auto’s op fietspaden. Grafiek 12.3a: Fietsergernissen (in % fietsers) 18%
Gedrag andere weggebruikers
29%
13%
Geen voorrang krijgen
Hobbelig wegdek
12%
Afwezigheid fietsenrekken
13%
Auto's op fietspaden
13%
Plassen op wegdek
21%
18%
Vaak/lang wachten bij verk. Lichten
19%
26%
31%
13%
36%
13%
31% 17%
8%
Route sociaal onveilig
34%
12%
14%
Fietspaden te smal
17%
10%
6%
30%
11%
30%
Gladheid
3% 6%
33%
Ontbreken fietspaden
4% 5%
32%
Geluid en stankhinder
5%
10%
2% 4%
Veel omrijden
5%
Krappe bochtjes Ontbreken straatnaamborden Slechte bewegwijzering
1% 5% 1%4%
0%
28%
20%
8%
Diefstal
32%
17%
5%
Geen voorrang op hoofdroutes
32%
26% 27%
6%
19% 15%
12%
25% Vaak
50% Regelmatig
Stadsenquête Leiden 2003
75%
100% Soms
54
Vergeleken met de resultaten van vorig jaar lijken de fietsers over het algemeen wat minder vaak regelmatig of vaak overlast te ervaren van de verschillende aspecten. Dit geldt met name voor het geen voorrang krijgen, geluid- en stankhinder, te smalle fietspaden en de afwezigheid van fietsenrekken. Gemiddeld noemen fietsers in 2002 4,3 ergernissen, dit jaar 3,7 ergernissen. Grafiek 12.3b: Percentage ergert zich vaak/regelmatig aan aspect (in % fietsers)
49% 47%
Gedrag andere weggebruikers
50%
Geen voorrang krijgen
34% 38% 37%
Vaak/lang wachten bij verk. Lichten
36%
Hobbelig wegdek
29% 40%
Afwezigheid fietsenrekken
33% 29%
Auto's op fietspaden
25%
Plassen op wegdek
21% 18%
Geen voorrang op hoofdroutes
21%
28%
37%
Diefstal
31% 25%
Fietspaden te smal
18% 17% 17%
Route sociaal onveilig 10% 9%
Gladheid
15%
Ontbreken fietspaden
9% 23%
Geluid en stankhinder
15% 10%
Veel omrijden
6% 10% 11%
Krappe bochtjes
10%
Ontbreken straatnaamborden
2002
6%
2003
5% 5%
Slechte bewegwijzering 0%
25%
50%
Stadsenquête Leiden 2003
75%
100%
55
13.
LEIDEN RUIMT OP
Onder de noemer ‘Leiden ruimt op!’ wordt de stad gedurende drie jaar extra schoongemaakt en opgeruimd. Zo zijn er bijvoorbeeld meer prullenbakken geplaatst, wordt er vaker geveegd en geleegd in de binnenstad, wordt er vaker afval uit de grachten gevist en wordt de illegale dumping van grof afval bij wijkcontainers aangepakt. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de bekendheid en de invloed van het project.
Bekendheid ‘Leiden ruimt op!’ Van de Leidenaren heeft 47% wel eens gehoord van het project ‘Leiden ruimt op!’, 4% heeft er weliswaar niet van gehoord, maar ziet dat er in de stad iets gebeurt. De helft van de Leidenaren is nog onbekend met het project. 35-minners en inwoners uit het stadsdeel Midden zijn er relatief minder vaak mee bekend. Tabel 13a: Wel eens gehoord van ‘Leiden ruimt op!’ Ja, kent project van naam 47% Nee, maar zie dat er iets gebeurt 4% Nee, onbekend mee 50% Totaal 100%
Hoe gehoord van Leiden ruimt op De Leidenaren die wel eens van het project gehoord hebben, blijken er met name in de Stadskrant, het Leidsch Dagblad of een huis-aan-huisblad over gelezen te hebben. Tabel 13b: Hoe gehoord van ‘Leiden ruimt op!’ (in % bekend met project, meerdere antw. mogelijk) Stadskrant 33% Leidsch Dagblad 27% Huis-aan-huisblad 25% Posters/stickers op containers 10% Via via 9% Werk 4% Kabelkrant 3% Bewonersbrieven 3% Folder 2% Anders 5%
Invloed project op omgang met afval Aan de mensen die van het project gehoord hebben of die zien dat de gemeente er mee bezig is gevraagd of ze als gevolg van het project zelf anders met hun afval omgaan. 8% geeft aan dat dit inderdaad het geval is. Zij merken ondermeer op dat ze nu hun afval beter scheiden en meer opruimen. Het overgrote deel van de respondenten geeft echter aan dat het project geen invloed op hun gedrag heeft gehad, veelal omdat ze al milieubewust met afval omgaan. Tabel 13c: Invloed project op omgang met afval (in % bekend met project of ziet dat gemeente er mee bezig is) Ja, ga nu anders met afval om 8% Nee, ben al milieubewust 79% Nee, noemt andere reden 8% Weet niet 5% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2003
56
Leiden afgelopen jaar schoner geworden Als tot slot gevraagd wordt of men de stad het afgelopen jaar schoner vindt geworden dan is 46% het hiermee eens, 54% vindt daarentegen van niet. Leidenaren uit de hogere inkomens- en opleidingsgroepen, mensen die onbekend zijn met het project, en inwoners van Stadsdeel Noord lijken de stad relatief wat minder vaak schoner te vinden geworden. Tabel 13d: Percentage stad afgelopen jaar schoner geworden Totaal 46% Opleiding Lager Stadsdeel Middelbaar Midden 49% Hoger Noord 40% Zuid 47% Huishoudinkomen West 48% =1600 1601-3000 Sekse >3000 Man 46% Vrouw 46% Bekend met Leiden ruimt op Ja Leeftijd Nee 18-34 jaar 44% 35-54 jaar 45% 55+ 51%
Stadsenquête Leiden 2003
51% 48% 41% 52% 50% 34% 53% 39%
57
14.
HUISARTS
De gemeente werkt samen met de Districts Huisartsen Vereniging en de zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid om de capaciteit en bereikbaarheid van de huisartsenzorg in Leiden op een goed peil te houden. Landelijke cijfers zijn niet beschikbaar, maar het vermoeden bestaat dat de situatie in Leiden (nu nog) relatief gunstig is.
Ruim negen op de tien Leidenaren staat ingeschreven bij een huisarts; 91% heeft een huisarts in Leiden, 6% buiten Leiden. Tabel 14a: Ingeschreven bij huisarts in Leiden Heeft huisarts in Leiden Heeft huisarts buiten Leiden Geen huisarts, wel actief op zoek Geen huisarts, niet actief op zoek, zou wel willen Geen huisarts, niet actief op zoek Totaal
91% 6% 1% 1% 1% 100%
35-minners, alleenstaanden, de laagste inkomensklassen en inwoners uit de districten in de Binnenstad staan relatief wat minder vaak ingeschreven bij een huisarts. Tabel 14b: Percentage Leidenaren zonder huisarts Totaal 3% Opleiding Lager District Middelbaar Binnenstad-Zuid 8% Hoger Binnenstad-Noord 5% Leiden Noord 2% Netto Huishoudinkomen Roodenburgerdistrict 1% = 1350 Bos- en Gasthuisdistrict 4% 1351-2000 Morsdistrict 1% 2001-3000 Merenwijkdistrict 2% > 3000 Stevenshofdistrict 1% Stationsdistrict 3% Huishoudsamenstelling Boerhaavedistrict 5% Alleenstaand 2 personen Leeftijd Gezin met kinderen 18-24 jaar 5% 25-34 jaar 6% Etniciteit 35-49 jaar 0% Autochtoon 50-64 jaar 2% Allochtoon 65+ 1%
Stadsenquête Leiden 2003
2% 3% 4% 5% 2% 3% 3% 6% 4% 1% 3% 4%
58
15.
SOS TELEFONISCHE HULPDIENST
SOS Telefonische Hulpdienst Leiden is bedoeld voor alle Leidenaren met problemen. Dit kunnen vragen zijn over bijvoorbeeld relaties, gezondheid, seksueel geweld, eenzaamheid, etc. SOS Telefonische Hulpdienst is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar, wordt gerund door vrijwilligers, en bestaat al ruim 30 jaar. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid van SOS Telefonische Hulpdienst.
Bekendheid Telefonische Hulpdienst Als de Leidenaren gevraagd wordt of ze bekend zijn met SOS Telefonische Hulpdienst, dan geeft 16% aan hierover wel eens wat gehoord te hebben (1% kent ook het telefoonnummer), 43% kent de organisatie alleen van naam en 41% heeft er nog nooit van gehoord. Ouderen zijn relatief vaker met SOS Telefonische Hulpdienst bekend. Tabel 15a: Bekendheid SOS Telefonische Hulpdienst Ja, en ken het telefoonnummer 0900-0767 Ja, ken het nummer niet (uit hoofd) Ja, maar alleen van naam Nee, onbekend Totaal
Totaal 1% 15% 43% 41% 100%
18-34 1% 11% 38% 51% 100%
35-54 1% 17% 45% 36% 100%
55+ 3% 18% 47% 32% 100%
Redenen om telefonische hulpdienst te bellen Vervolgens is gevraagd waarvoor men denkt dat SOS Telefonische Hulpdienst gebeld kan worden. Ruim zes op de tien noemt spontaan één of meerdere redenen. Logischerwijs kunnen Leidenaren die hiermee bekend zijn vaker een reden noemen, dan diegenen die hiermee onbekend zijn. Toch kan ook van de mensen die wel eens wat over SOS Telefonische Hulpdienst gehoord hebben twee op de tien geen reden noemen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de meest genoemde redenen. Tabel 15b: Redenen om SOS Telefonische Hulpdienst te bellen (iedereen, spontaan, meerdere antw. mogelijk) Algemene psychische problemen 18% Relatieproblemen 15% Maatschappelijke vragen 13% Eenzaamheid 11% Overlast (buren, jongeren) 7% Gezondheid 6% Seksueel geweld 5% Informatieve vragen 4% Verslaving 3% (Kinder)mishandeling 3% Kan geen reden noemen
36%
Waar telefoonnummer opzoeken Tot slot is ingegaan op de vraag waar men het telefoonnummer van SOS Telefonische Hulpdienst zou opzoeken. Het telefoonboek wordt het vaakst genoemd, op afstand gevolg door onder meer de gemeentegids en internet. In overeenstemming met het internetgebruik noemen 55-plussers dit medium nauwelijks. Tabel 15c: Waar telefoonnummer opzoeken (iedereen) Telefoonboek 48% Gemeentegids 28% Internet 9% Gouden Gids 8% Anders (o.a. politie/hulplijn, krant, dokter, arts) 6% Weet niet 1% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2003
59
16.
FINANCIËLE SITUATIE
In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk wordt hier meer uitgebreid op ingegaan. Achtereenvolgens komen aan bod: de mate waarin men kan rondkomen, het afsluiten van leningen en betalingsachterstanden.
16.1 Rondkomen van huishoudinkomen Tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk te kunnen rondkomen van het huishoudinkomen. Een kwart komt net rond en één op de tien kan (zeer) moeilijk rondkomen. Grafiek 16.1a: Rondkomen met huishoudinkomen
Zeer gemakkelijk
12%
Gemakkelijk
54%
Komt net rond
25%
Moeilijk
Zeer moeilijk
8%
2%
Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Leidenaren uit de lagere inkomensgroepen, lager opgeleiden, niet-werkenden, alleenstaanden en allochtonen geven relatief vaker aan (zeer) moeilijk te kunnen rondkomen. Tabel 16.1b: Percentage komt (zeer) moeilijk rond met huishoudinkomen Totaal 10% Werken (=12 uur per week) Ja Sekse Nee Man 6% Vrouw 12% Netto Huishoudinkomen = 1350 Leeftijd 1351-2000 18-24 jaar 6% 2001-3000 25-34 jaar 9% >3000 35-49 jaar 11% 50-64 jaar 9% Huishoudsamenstelling 65+ 10% Alleenstaand 2 personen Opleiding Gezin met kinderen Lager 16% Middelbaar 9% Etniciteit Hoger 6% Autochtoon Allochtoon
Stadsenquête Leiden 2003
7% 15% 28% 12% 3% 2% 14% 7% 10% 8% 14%
60
16.2 Het afsluiten van leningen Ruim eenderde van de Leidenaren heeft in de afgelopen 12 maanden geld geleend. De lagere inkomensgroepen, 35-minners en alleenstaanden hebben relatief wat vaker geld geleend. De meest gebruikte vormen van lenen zijn het rood staan bij de bank of giro en een persoonlijke lening of doorlopend krediet. De vorm van lenen kan per doelgroep verschillen. Zo lenen jongeren relatief vaker geld van de studiefinanciering en staan 50-minners vaker rood bij de bank of giro. Tabel 16.2: Gebruik vormen van geld lenen (meerdere antwoorden mogelijk) Rood staan bij bank of giro 26% Persoonlijke lening of doorlopend krediet 12% Lening studiefinanciering 8% Lening bij vrienden en familie 6% Op afbetaling bij postorderbedrijf, winkel 4% Andere lening (geen hypotheek) 2% Geen lening
65%
16.3 Betalingsachterstand Van de Leidenaren heeft 5% in de afgelopen 12 maanden een betalingsachterstand (gehad) op een lening of op hun vaste lasten. De lagere inkomensgroepen, allochtonen, 35-minners en alleenstaanden hebben relatief vaker te maken (gehad) met een betalingsachterstand. Tabel 16.3a: Betalingsachterstand op schulden/vaste lasten Op dit moment betalingsachterstand 2% In dit jaar betalingsachterstand gehad 3% Wel leningen, geen betalingsachterstand 30% Geen leningen 65% Totaal 100%
De schulden die in het afgelopen jaar bij leningen zijn ontstaan betreffen met name schulden bij bank of giro (21%), leningen bij vrienden of familie (8%), persoonlijke kredieten (6%) en schulden bij een winkel of postorderbedrijf (6%). Voor wat betreft de vaste lasten hebben de betalingsachterstanden vooral betrekking op de huur (58%), het energie- en waterbedrijf (48%) en de hypotheek (11%).
Wanneer betalingsachterstand ontstaan Voor zes op de tien respondenten die in de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met een betalingsachterstand, geldt dat deze ook in deze periode is begonnen. Bij vier op de tien is de achterstand al eerder ontstaan. Tabel 16.3b: Wanneer betalingsachterstand begonnen (in % afgelopen jaar betalingsachterstand) In de afgelopen 6 maanden 29% 6-12 maanden geleden 32% 1-2 jaar geleden 23% 2-5 jaar geleden 13% Meer dan 5 jaar geleden 3% Totaal 100%
Circa één op de tien respondenten die in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met betalingsachterstanden, heeft hiervoor hulp gezocht bij hulpverlenende instanties.
Stadsenquête Leiden 2003
61
17.
FINANCIËLE DIENSTVERLENING
In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling, Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de Woonlastenregeling voor minima. Tot slot wordt ingegaan op de bekendheid en het gebruik van de Stadsbank.
17.1 Bekendheid regelingen Alle respondenten met een netto huishoudinkomen van 1350 Euro of minder, die zelf hun financiële zaken regelen zijn vijf inkomensondersteunende maatregelen voorgelegd. Van de onderscheiden regelingen is de Kwijtschelding gemeentelijke belastingen het best bekend, gevolgd door de Bijzondere bijstand. In onderstaande tabel wordt de bekendheid van de regelingen naar inkomen weergegeven. Tabel 17.1a: Percentage bekend met regeling (in % hh inkomen = 1350 Euro en regelt financiële zaken zelf) = 800 801-1130 1131-1350 Totaal Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 63% 53% 71% 64% Bijzondere bijstand 55% 49% 61% 53% Coll. aanv. ziektekostenverzekering 41% 33% 47% 44% Declaratieregeling 39% 31% 49% 35% Woonlastenregeling minima 36% 27% 41% 41%
Aantal regelingen bekend Van de respondenten is 23% met geen van de vijf regelingen bekend, drie op de tien kent er één of twee en de helft kent er drie of meer. Respondenten uit de laagste inkomensgroep lijken minder vaak bekend met de verschillende regelingen. Tabel 17.1b: Aantal regelingen bekend (in % hh inkomen = 1350 Euro en regelt financiële zaken zelf) Totaal = 800 801-1130 1131-1350 Geen enkele 23% 32% 18% 20% Eén regeling 14% 16% 10% 17% Twee regelingen 15% 16% 15% 14% Drie regelingen 16% 12% 18% 17% Vier regelingen 19% 9% 24% 24% Vijf regelingen 14% 15% 16% 10% Totaal 100% 100% 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
62
17.2 Gebruik regelingen Van de vijf onderscheiden regelingen worden de Collectieve aanvullende ziektekosten- verzekering en de Kwijtschelding gemeentelijke belastingen het meest gebruikt. Voor alle onderscheiden regelingen geldt dat ze relatief vaker worden gebruikt door mensen met een netto huishoudinkomen van 1130 Euro of minder. Tabel 17.2a: Percentage gebruik van regeling (in % hh inkomen = 1350 Euro en regelt financiële zaken zelf) Totaal = 800 801-1130 1131-1350 Coll. aanv. ziektekostenverzekering 23% 24% 29% 13% Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 19% 24% 23% 9% Declaratieregeling 12% 15% 13% 8% Woonlastenregeling minima 10% 13% 9% 9% Bijzondere bijstand 8% 10% 11% 4%
Gebruik aantal regelingen Ruim zes op de tien respondenten maakt van geen van de regelingen gebruik, een kwart gebruikt er één of twee en één op de tien maakt gebruik van drie of meer regelingen. Respondenten uit de hoogste inkomensklasse maken relatief minder vaak gebruik van één of meerdere regelingen. Tabel 17.2b: Gebruik aantal regelingen (in % hh inkomen = 1350 Euro en regelt financiële zaken zelf) Totaal = 800 801-1130 1131-1350 Geen enkele 63% 60% 54% 74% Één regeling 19% 20% 23% 14% Twee regelingen 8% 6% 12% 6% Drie regelingen 5% 6% 6% 4% Vier regelingen 3% 7% 2% 1% Vijf regelingen 1% 2% 2% 0% Totaal 100% 100% 100% 100%
Redenen geen gebruik regeling Per regeling is aan de niet-gebruikers gevraagd waarom ze geen gebruik maken van deze regeling. Voor alle vijf de regelingen geldt dat de meeste niet-gebruikers denken niet voor de regeling in aanmerking te komen. Tabel 17.2c: Redenen geen gebruik maatregel (in % geen gebruik regeling) Coll. aanv. Kwijtziektekosten schelding verz. Kom er niet voor in aanmerking 59% 69% Teveel moeite om aan te vragen 10% 7% Weet niet hoe aan te vragen 9% 7% Wil dit niet aanvragen 9% 7% Moet nog aanvragen 6% 6% Niet nodig 7% 1% Anders 0% 3% Totaal 100% 100%
Declaratie regeling
Woonlasten regeling
Bijzondere bijstand
54% 6% 4% 16% 7% 8% 5% 100%
78% 5% 5% 4% 5% 3% 1% 100%
67% 4% 8% 10% 3% 4% 3% 100%
Potentiële extra interesse in regelingen door toelichting tijdens enquête De verschillende regelingen zijn kort toegelicht. Vervolgens is gevraagd of men nieuwe informatie heeft gehoord waardoor men zich mogelijk gaat informeren bij de gemeente over één of meerdere regelingen. 13% van de respondenten antwoordt hierop bevestigend. Voor de laagste inkomensklasse ligt dit percentage wat hoger (17%), dan voor de hoogste inkomensgroep (10%).
Stadsenquête Leiden 2003
63
17.3 Bekendheid en gebruik Stadsbank Inwoners van Leiden kunnen bij de Stadsbank terecht voor financieel advies, leningen en voor hulp bij het oplossen van schulden en budgetbeheer. 56% van de Leidenaren kent de Stadsbank van naam en 5% heeft er ook wel eens gebruik van gemaakt. In onderstaande tabel is te zien dat 25-minners het minst bekend zijn met de Stadsbank en er ook nauwelijks gebruik van maken. Lager opgeleiden en de lagere inkomensgroepen hebben relatief het vaakst wel eens van de Stadsbank gebruik gemaakt. Tabel 17.3a: Bekendheid en gebruik Stadsbank % Bekend Totaal 56% Sekse Man Vrouw
59% 54%
% Gebruikt 5% 4% 6%
Leeftijd 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65+
36% 53% 61% 64% 52%
0% 4% 6% 7% 6%
Opleiding Lager Middelbaar Hoger
59% 60% 53%
11% 5% 2%
% Bekend
% Gebruikt
Werken (=12 uur per week) Ja Nee
57% 57%
5% 5%
Netto Huishoudinkomen = 1350 1351-2000 2001-3000 >3000
62% 58% 60% 56%
10% 9% 5% 3%
Huishoudsamenstelling Alleenstaand 2 personen Gezin met kinderen
56% 53% 60%
4% 6% 6%
Etniciteit Autochtoon Allochtoon
57% 53%
6% 4%
Van de Leidenaren die wel eens gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank is 92% tevreden over de dienstverlening. De respondenten die ontevreden zijn geven met name aan dat ze niet (goed) geholpen zijn. Bekendheid met diensten Stadsbank Tweederde van de Leidenaren die de Stadsbank van naam kennen, geeft aan ook te weten waarvoor ze bij de Stadsbank terecht kunnen. Het lenen van geld en schuldbemiddeling worden hierbij het vaakst genoemd. Opvallend is dat de respondenten uit de laagste inkomensgroepen het minst goed bekend zijn met de mogelijkheden van de Stadsbank. Ook jongeren, allochtonen en alleenstaanden zijn hier relatief vaker onbekend mee. Tabel 17.3b: Bekendheid met diensten Stadsbank (in % bekend met Stadsbank) Geld lenen, doorlopend krediet 46% Schuldbemiddeling 34% Goedkoper/flexibeler dan andere banken 3% Voor lagere inkomens 3% Anders 1% Onbekend met diensten
34%
Toekomstig gebruik Van de Leidenaren die nog nooit gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank denkt 13% er in de toekomst misschien gebruik van te gaan maken. Een grote meerderheid denkt daarentegen van niet, veelal omdat ze geen schulden hebben en dus geen geld hoeven te lenen. Jongeren en allochtonen geven relatief vaker aan in de toekomst misschien gebruik te gaan maken van de Stadsbank, 65plussers minder vaak. Tabel 17.3c: Denkt in toekomst van Stadsbank gebruik te maken (in % Stadsbank nooit gebruikt) Ja, zeker 1% Ja, misschien 12% Nee, niet nodig, geen schulden 62% Nee, hopelijk niet 9% Nee, hou niet van lenen 5% Nee, leen dan op andere manier 2% Nee, noemt geen reden 9% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
64
18.
VOLWASSENENEDUCATIE
Het Regionaal OpleidingsCentrum, ROC, biedt diverse mogelijkheden voor volwassenenonderwijs. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid van de Leidenaren met de opleidingsmogelijkheden en hun interesse hierin.
18.1 Bekendheid mogelijkheden volwassenenonderwijs Ruim acht op de tien Leidenaren geeft aan bekend te zijn met het feit dat het ROC diverse mogelijkheden voor volwassenenonderwijs biedt. Ouderen lijken hiervan relatief wat minder vaak van op de hoogte. Tabel 18,1: Bekendheid dat ROC diverse mogelijkheden voor volwassenenonderwijs biedt Leeftijd 18-34 jaar 84% 35-54 jaar 84% 55+ 78% Opleiding Lager Middelbaar Hoger
82% 88% 80%
e
18.2 Na 25 jaar opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd e Vier op de tien Leidenaren heeft na zijn 25 jaar een opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd. In de onderstaande tabel wordt hiervan een overzicht gegeven. Lager opgeleiden en mensen uit de lagere inkomensgroepen hebben relatief minder vaak een opleiding of cursus gevolgd. Tabel 18.2a: Na 25e jaar opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd Studie: Universitair 6% Studie: HBO 9% Studie: MBO 5% Studie: LBO 1% Studie: Middelbare school 1% Cursus: Talen 4% Cursus: Economisch 3% Cursus: Computer 2% Cursus: Sport/gezondheid 1% Cursus: Boekhouding/adm. 1% Cursus: Geschiedenis 1% Cursus: Creatief 1% Cursus: Overig 5% Nee, geen cursus/opleiding gevolgd Totaal
59% 100%
Nagedacht over volwassenenonderwijs e Aan de respondenten die na hun 25 jaar geen opleiding of volwassenenonderwijs hebben gevolgd, is gevraagd of ze hier wel eens over hebben nagedacht. Een kwart van de respondenten antwoordt bevestigend. Een meerderheid van hen heeft er echter geen tijd voor. Daarnaast wordt ondermeer nog opgemerkt dat het volgen van een opleiding te duur is of dat het later komt. Tabel 18.2b: Nagedacht over volgen volwassenenonderwijs en reden niet gedaan (in % na 25e geen opl. gevolgd) Ja, maar geen tijd 12% Ja, maar te duur 3% Ja, komt later 3% Ja, maar gemakzucht 2% Ja, maar op werk veel cursussen 1% Ja, maar weet niet precies wat 1% Ja, maar heb nu goede baan 1% Ja, maar niet gedaan om andere reden 1% Nee, niet over nagedacht 75% Totaal 100%
Stadsenquête Leiden 2003
65
18.3 Interesse in opleidingen en cursussen Het ROC is plannen aan het maken welke opleidingen en cursussen ze volgend jaar zullen aanbieden. Als de Leidenaren gevraagd wordt of ze een idee hebben wat voor opleiding ze in de toekomst mogelijk zouden willen volgen, dan weet eenderde spontaan een opleiding te noemen. Men denkt met name aan een taalcursus (Spaans, Engels, Nederlands, Italiaans, Frans), een computercursus, een opleiding in de zorg of een economische opleiding. Tabel 18.3a: Idee of men in toekomst opleiding of cursus wil volgen + soort cursus (spontaan) Ja, taalcursus 9% Ja, computercursus 4% Ja, zorg/verpleging/medisch 4% Ja, economisch/administratief 4% Ja, (kunst)geschiedenis 3% Ja, creatief (schilderen, beeldh, etc.) 2% Ja, anders 8% Nee, geen idee 66% Totaal 100%
Aansluitend is de Leidenaren een aantal cursussen en opleidingen voorgelegd met de vraag om aan te geven in hoeverre ze hierin geïnteresseerd zijn. Het vaakst is men geïnteresseerd in een buitenlandse taalcursus, gevolgd door een beroepsgerichte of een Universitaire opleiding. Voor de Middelbare schoolopleidingen en specifieke cursussen voor 55-plussers geldt dat relatief veel respondenten buiten de doelgroep vallen. De interesse voor een opleiding of cursus kan per doelgroep verschillen. Zo zijn bijvoorbeeld middelbaar en hoger opgeleiden vaker geïnteresseerd in een universitaire opleiding of een buitenlandse taalcursus en 55-minners in een beroepsgerichte opleiding. Tabel 18.3b: Interesse in opleidingen en cursussen
Buitenlandse taal
% (misschien) Interesse 35%
Waarin (misschien) interesse Spaans (84x), Frans (55x), Engels (40x), Italiaans (28x), Duits (9x), Arabisch (5x), Portugees (5x), Russisch (4x)
Beroepsgerichte opleiding
21%
Zorg/verpleging/medisch (18x), Economisch/administratief (12x), Computers (7x), Lerarenopleiding (6x), Management (6x) Bouwkundig (5x), Techniek (4x)
Universitaire opleiding
14%
Psychologie (16x), Rechten (8x), Kunstgeschiedenis (7x), Filosofie (6x), Bedrijfskunde/economisch (4x)
Gerichte opleiding voor vrijwilligerswerk
8%
Ouderenzorg (4x), fondsenwerving/campagne (2x), Gehandicapten (2x), Gezondheidszorg (2x), Kinderopvang (2x), Sportvereniging (2x), onderwijs (2x)
Nederlandse taalles Specifieke cursus voor 55-plussers
5% 4%
Middelbare schoolopleiding
2%
Computercursus (13x), (kunst)geschiedenis (4x), onderwijs, beleggen, bloemen en planten Mavo (4x), Havo (3x), Vmbo (2x), Vwo
Een meerderheid van de Leidenaren die aangeeft (misschien) geïnteresseerd te zijn in een cursus of opleiding, zou deze over het algemeen het liefst ’s avonds volgen. Uitzondering hierop zijn de 55plussers, zij volgen liever overdag een cursus. Tabel 18.3c: Tijdstip cursus of opleiding (in % (misschien) geïnteresseerd in cursus of opleiding) Overdag Avond Schriftelijk Totaal Buitenlandse taal 20% 70% 10% 100% Beroepsgerichte opleiding 26% 53% 20% 100% Universitaire opleiding 24% 65% 11% 100% Gerichte opleiding voor vrijwilligerswerk 26% 67% 7% 100% Nederlandse taalles 29% 63% 7% 100% Specifieke cursus voor 55-plussers 91% 9% 0% 100% Middelbare schoolopleiding 16% 84% 0% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
66
19.
BEZOEK BURGERZAKEN
Het afgelopen jaar heeft de afdeling Burgerzaken gewerkt aan een veranderingstraject. Zo zijn in juni 2002 onder andere de openingstijden verruimd. In dit hoofdstuk wordt gekeken in hoeverre de openingstijden aansluiten bij de wensen van de burger. Om de dienstverlening van de afdeling verder te optimaliseren is daarnaast in de Stadsenquête ook ingegaan op de wachttijden en de interesse in het vooraf maken van een afspraak om deze wachttijden te verminderen.
19.1 Openingstijden De afdeling Burgerzaken is sinds ruim een jaar dagelijks een uur langer open tot 16.00 uur en donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur. Van de Leidenaren is 44% bekend met de langere openingstijden. 35-minners zijn hier relatief wat minder vaak mee bekend, 55-plussers wat vaker. Acht op de tien Leidenaren vindt dat de huidige openingstijden voldoende gelegenheid bieden om hun zaken bij de afdeling Burgerzaken te regelen. In 2001 lag dit percentage wat lager. In onderstaande tabel is te zien dat werkenden en 55-minners de openingstijden minder vaak voldoende mogelijkheden vinden bieden dan niet-werkenden en 55-plussers. Tabel 19.1a: Percentage huidige openingstijden bieden voldoende mogelijkheden Totaal 2001 77% Totaal 2003 81% Leeftijd 18-34 jaar 35-54 jaar 55+
76% 79% 93%
Werken (=12 uur per week) Ja Nee
76% 89%
Voorkeur dag en tijdstip om Burgerzaken te bezoeken Het liefst bezoekt men de afdeling Burgerzaken op een doordeweekse dag. De donderdag is het meest populair vanwege de avondopenstelling, zoals in onderstaande tabel te zien is. Tabel 19.1b: Voorkeur dag en tijdstip om naar Burgerzaken te gaan Dag Tijdstip Maandag 3% Tussen 8-10 uur Dinsdag 4% Tussen 10-12 uur Woensdag 6% Tussen 12-14 uur Donderdag 20% Tussen 14-16 uur Vrijdag 3% Tussen 16-18 uur Zaterdag 2% Tussen 18-20 uur Eén van de werkdagen 48% Na 20.00 uur Maakt niet uit 13% Anders Maakt niet uit Totaal 100% Totaal
Stadsenquête Leiden 2003
13% 8% 7% 8% 8% 25% 7% 7% 18% 100%
67
19.2 Bezoek Burgerzaken Van de Leidenaren geeft 56% aan het afgelopen jaar de afdeling Burgerzaken bezocht te hebben. Dit is vergelijkbaar met 2001. Hoger opgeleiden, 35-minners, werkenden en respondenten uit de hogere inkomensklassen hebben het gemeentehuis relatief vaker bezocht. Tabel 19.2a: Percentage afgelopen jaar afdeling Burgerzaken bezocht Totaal 2001 53% Opleiding Totaal 2003 56% Lager Middelbaar Sekse Hoger Man 58% Vrouw 54% Netto Huishoudinkomen = 1.600 Leeftijd 1.601-3.000 18-34 jaar 66% > 3.000 35-54 jaar 51% 55+ 47% Huishoudsamenstelling Alleenstaand Werk (=12 uur per week) 2 personen Ja 62% Gezin met kinderen Nee 43%
38% 58% 65% 53% 61% 64% 46% 59% 57%
Reden bezoek Burgerzaken Evenals in 2001 wordt de afdeling Burgerzaken met name bezocht voor de (aanvraag) van een paspoort of identiteitskaart. Andere genoemde redenen zijn ondermeer (aanvraag) rijbewijs, uittreksel bevolkingsregister, aangifte geboorte, adreswijziging of een huwelijk/ondertrouw. Grafiek 19.2b: Onderwerp bezoek (in % bezoekers Burgerzaken) 51%
Paspoort, identiteitskaart
55%
19%
Rijbewijs
13%
10%
Uittreksel burg.stand/register
Geboorte aangifte
9%
4% 7%
8%
Adreswijziging
Ondertrouw, huwelijk
6%
4% 4%
2001 Overig
4%
2003
6%
Stadsenquête Leiden 2003
68
Wachttijd laatste bezoek Bezoekers hebben gemiddeld 26 minuten moeten wachten voordat ze werden geholpen. Voor zeven op de tien was de wachttijd acceptabel. Gemiddeld wordt een wachttijd van 24 minuten acceptabel gevonden. Vergeleken met 2001 zijn zowel de feitelijke wachttijd als de acceptabele wachttijd toegenomen. Tabel 16.2b: Gemiddelde feitelijke en acceptabele wachttijd bij bezoek Burgerzaken Feitelijke wachttijd Gemiddeld 2001 21 minuten Gemiddeld 2003 26 minuten Geen wachttijd 5% Circa 5 minuten 17% Circa 10 minuten 14% Circa 15 minuten 16% Circa 20 minuten 7% Circa 30 minuten 15% Meer dan 30 minuten 25% Totaal 100%
Acceptabele wachttijd 17 minuten 24 minuten 0% 1% 13% 31% 12% 32% 10% 100%
19.3 Voorkeur voor langsgaan Burgerzaken met of zonder afspraak Om de wachttijden te verminderen is het mogelijk om vooraf telefonisch een afspraak te maken via de Servicelijn. Dit kan nu alleen voor reisdocumenten, maar mogelijk wordt het productaanbod uitgebreid. Circa de helft van de Leidenaren geeft aan in de toekomst de voorkeur te geven aan het vooraf maken van een afspraak via de Servicelijn. Werkenden, 55-minners en gezinnen met kinderen hebben hier relatief wat vaker interesse in. Tabel 19.3a: Voorkeur voor langsgaan Burgerzaken met of zonder afspraak 2001 2003 Voorkeur maken afspraak 46% 52% Zonder afspraak langsgaan 54% 48% Totaal 100% 100%
De producten waarvoor men, naast reisdocumenten, nog meer vooraf een afspraak zou willen maken zijn divers van aard. Wel denkt men bij deze service relatief vaker aan de verlenging of de aanvraag van een rijbewijs. Tabel 19.3b: Top-5 producten waarvoor men afspraak wil maken (in % voorkeur maken afspraak vooraf) 1. Rijbewijs 30% 2. Voor alles 32% 3. Uittreksel burg.stand/register 6% 4. Ondertrouw, huwelijk 2% 5. Adreswijziging 1%
Stadsenquête Leiden 2003
69
20.
VRIJWILLIGERSWERK
Dit hoofdstuk behandelt de stand van zaken omtrent vrijwilligerswerk in Leiden. Onder meer wordt gekeken naar het aantal Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet, de motieven om vrijwilligerswerk te doen, de problemen die men tegenkomt bij de uitvoering van de werkzaamheden en of er behoefte is aan een opleiding.
20.1 Huidige en potentiële vrijwilligers Van de Leidenaren geeft 23% aan op dit moment aan vrijwilligerswerk te doen. Dit is vergelijkbaar met de afgelopen twee jaar. Het percentage mensen dat (nog meer) vrijwilligerswerk zou willen doen is ten opzichte van 2002 afgenomen, maar nog altijd ruim hoger dan in 2001. Tabel 20.1a: Potentiële beschikbaarheid vrijwilligers 2001 Ja, en zou nog meer willen doen 4% Ja, maar zou niet meer willen doen 17% Nee, maar zou het wel willen 7% Nee, en zou het ook niet willen 72% Totaal 100%
2002 8% 14% 21% 58% 100%
2003 6% 17% 16% 61% 100%
Vrijwilligerswerk naar doelgroep Onderstaande tabel geeft aan dat het aantal vrijwilligers relatief het grootst is onder 35-plussers en middelbaar en hoger opgeleiden. Het extra potentieel is het grootst onder 25-34 jarigen, de hogere inkomensgroepen, hoger opgeleiden, allochtonen en inwoners van het district Midden. Tabel 20.1b: Percentage Leidenaren dat vrijwilligerswerk doet en dit (meer) zou willen doen Op dit Extra moment potentieel* vrijwilliger Totaal 23% 22% Opleiding Lager Stadsdeel Middelbaar Midden 18% 26% Hoger Noord 23% 22% Zuid 25% 19% Inkomen West 24% 18% = 1350 1351 – 2000 Leeftijd 2001 – 3000 18-24 jaar 21% 21% > 3000 25-34 jaar 13% 29% 35-49 jaar 25% 20% Werk (= 12 uur) 50-64 jaar 26% 22% Ja 65+ 31% 4% Nee Sekse Etniciteit Man 22% 21% Autochtoon Vrouw 23% 22% Allochtoon *perc. mensen dat nog geen vrijwilligerswerk doet, maar dit wel zou willen + perc. vrijwilligers dat meer vrijwilligerswerk zou willen doen
Stadsenquête Leiden 2003
Op dit moment vrijwilliger
Extra potentieel*
17% 25% 25%
14% 19% 28%
16% 25% 22% 25%
13% 18% 27% 25%
21% 26%
24% 23%
23% 21%
20% 25%
70
20.2 Huidig vrijwilligerswerk Van de Leidenaren die aan vrijwilligerswerk doen, zijn de meesten werkzaam bij een sportvereniging. Overige organisaties waarin men veelal actief is, zijn kerkelijke of levensbeschouwende organisaties, het onderwijs, culturele organisaties en de zorg- en dienstverlening. Dit jaar geven relatief meer mensen aan vrijwilligerswerk te doen voor een hobby/club. Vrouwen zijn vaker actief in het onderwijs, mannen wat vaker bij sportverenigingen en de kerk. Jongeren beoefenen vaker vrijwilligerswerk in een culturele organisatie of hobby/club, ouderen zijn vaker actief bij de kerk. Tabel 20.2a: Meest genoemde sectoren huidig vrijwilligerswerk door vrijwilligers (in % vrijw.) 2002 2003 Sportvereniging Kerkelijke, levenbeschouwelijke organisatie School, onderwijs
25% 14% 15%
20% 14% 13%
Kunst en cultuur Zorg en dienstverlening
9% 13%
11% 10%
Hobby/club Bewonerscommissie, buurtvereniging Ouderenorganisatie
2% 8% 3%
9% 7% 7%
Actiegroep/belangenorganisatie Jongerenorganisatie
6% 5%
5% 4%
Mantelzorg Kinderopvang, peuterwerk
3% 1%
4% 4%
Club-en buurthuiswerk
4%
3%
Bijna driekwart van de Leidenaren die vrijwilligerswerk beoefenen, verricht uitvoerende werkzaamheden, 33% doet bestuurlijke werkzaamheden en 19% coördinerende werkzaamheden. De meeste vrijwilligers zijn werkzaam binnen de gemeente Leiden. Tabel 20.2b: Waar vrijwilligerswerk (in % vrijw.) Binnen gemeente Leiden Buiten de gemeente Leiden Beide Totaal
2002 75% 17% 9% 100%
2003 72% 18% 10% 100%
Circa driekwart van de vrijwilligers besteedt per week 5 uur of minder aan het vrijwilligerswerk. 55plussers besteden gemiddeld meer tijd aan vrijwilligerswerk. Tabel 20.2c: Hoeveelheid tijd per week besteed aan vrijwilligerswerk (in % vrijw.) 2002 2003 Minder dan 2 uur 29% 31% 2-5 uur 47% 43% 6-10 uur 14% 15% 10-20 uur 7% 9% 21 uur of meer 2% 2% Totaal 100% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
71
Motieven verrichten vrijwilligerswerk De meeste vrijwilligers kiezen voor dit werk vanwege hun betrokkenheid bij de medemens, uit liefhebberij of maatschappelijke bewogenheid. Tabel 20.2d: Belangrijkste motieven verrichten vrijwilligerswerk (in % vrijw.) 2002 2003 Betrokkenheid bij de medemens Liefhebberij Maatschappelijke bewogenheid
44% 31% 26%
43% 31% 28%
Bezig zijn Behoefte aan gezelschap
10% 9%
13% 12%
7% 9%
9% 8%
Idealisme Praktisch /iets doen wat je kan
Ongeveer eenderde van de vrijwilligers was al lid van de organisatie waarvoor ze vrijwilligerswerk verrichten, voordat ze met dit werk begonnen. De rest is er meestal ingerold, onder meer via vrienden, kennissen, hun kinderen of op een andere manier via via. Tabel 20.2e: Hoe terecht gekomen bij vrijwilligerswerk (in % vrijw.) 2002 2003 Ik was lid van de organisatie
30%
32%
Via via, eigen netwerk Via kennissen/vrienden Via krant, lokale omroep, wijkbladen
24% 16% 5%
26% 16% 6%
1%
6% 2%
25%
12%
Via kinderen Via clubblad organisatie Anders
Problemen bij vrijwilligerswerk Drie op de tien vrijwilligers komt wel eens problemen tegen bij de uitvoering van hun vrijwilligerswerk. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de meest voorkomende problemen. Tabel 20.2f: Ervaren problemen bij vrijwilligerswerk door vrijwilligers Tekort aan vrijwilligers Communicatieproblemen binnen de organisatie
10x 10x
Tekort aan financiële middelen Contacten met de gemeente, werken niet altijd mee
9x 8x
Tijdgebrek Gebrek aan waardering, respect
4x 3x
Parkeerkosten als ik vrijwilligerswerk doe Bestuurlijke problemen
3x 2x
Betrokkenheid van mensen is laag
2x
Behoefte opleiding ter ondersteuning Slechts 4% van alle vrijwilligers geeft aan ter ondersteuning van hun vrijwilligerswerk behoefte te 10 hebben aan een cursus of opleiding, zoals bijvoorbeeld een fondsenwerving- of computercursus .
10
Het betreft hier de opleidingsbehoefte van de individuele vrijwilliger. Onder vrijwilligersorganisaties zelf, is de behoefte aan specifieke deskundigheid en opleidingen groter (zie onder andere Strategische Verkenning Vrijwilligerswerk, Leiden, 2001).
Stadsenquête Leiden 2003
72
20.3 Potentiële vrijwilligers Zoals reeds is vermeld in paragraaf 20.1, geeft 22% van de Leidenaren aan mogelijk (meer) vrijwilligerswerk te willen doen. Van hen denkt zes op de tien denkt hierbij 2-5 uur per week. Tabel 20.3a: Hoeveelheid tijd besteed aan vrijwilligerswerk (in % pot. vrijw.) 2002 2003 Minder dan 2 uur 15% 21% 2-5 uur 60% 62% 6-10 uur 17% 11% 10-20 uur 7% 5% 21 uur of meer 2% 1% Totaal 100% 100%
Qua werkzaamheden denkt het merendeel van de potentiële vrijwilligers aan uitvoerende werkzaamheden. In vergelijking met vorig jaar denken de potentieel geïnteresseerden minder aan uitvoerende taken en vaker aan bestuurlijke taken. Tabel 20.3b: Type vrijwilligerswerk bereid te doen (in % pot. vrijw.) 2002 2003 Uitvoerende taken 72% 57% Bestuurlijke taken 16% 26% Coördinerende/leidinggevende taken 13% 17% Totaal 100% 100%
20.4 Bekendheid mogelijkheden vrijwilligerswerk De Leidenaren die hebben meegedaan aan de Stadsenquête hebben voor het gedeelte over vrijwilligerswerk een bijlage thuisgestuurd gekregen. Op deze bijlage stonden diverse mogelijkheden van vrijwilligerswerk vermeld. Op de vraag of men naar aanleiding van deze bijlage ideeën heeft opgedaan wat betreft vrijwilligerswerk, antwoordt 3% van de Leidenaren bevestigend. Als hier meer concreet op wordt ingegaan, worden zeer uiteenlopende soorten vrijwilligerswerk genoemd. Wanneer vervolgens wordt ingegaan op de bekendheid met de diversiteit van de functies binnen het vrijwilligerswerk zelf, zegt vier op de tien hiervan niet voldoende op de hoogte te zijn.
20.5 Bekendheid en gebruik Steunpunt Vrijwilligerswerk Het vrijwilligerswerk in Leiden wordt gecoördineerd door het Steunpunt Vrijwilligerswerk/ WAVeS, voorheen ook wel bekend als de Vrijwilligerscentrale. Ruim vier op de tien Leidenaren geeft aan wel eens van deze organisatie gehoord te hebben. Vrouwen en 35-plussers zijn relatief vaker met het Steunpunt bekend Tabel 20.5: Bekendheid Steunpunt Vrijwilligerswerk/Waves Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS bekend Steunpunt/Waves onbekend, naam Vrijwilligercentrale wel Geen van beide namen bekend Totaal
2002 39% 9% 52% 100%
2003 37% 8% 56% 100%
Van alle Leidenaren heeft 4% van wel eens gebruik gemaakt van de diensten van het Steunpunt, dat wil zeggen 9% van alle Leidenaren die daadwerkelijk bekend zijn met het Steunpunt.
Stadsenquête Leiden 2003
73
21.
MILIEU
Om het scheiden en hergebruik van huishoudelijk restafval te stimuleren, wordt voortdurend onderzocht hoe de bewoners van Leiden met hun afval om gaan. Niet alleen hoe men over afval en afvalscheiding denkt is van belang, ook interessant is hoe de verschillende voorzieningen waar men afval kan inleveren bekend zijn. Zo nodig worden lopende projecten aangepast of nieuwe initiatieven ontwikkeld. Voorbeelden van lopende projecten zijn het GFT-project voor gemotiveerde bewoners in de binnenstad en de Milieustraat aan de J.C. de Rijpstraat 11. Overige systemen waarvan bepaald kan worden of ze voldoen zijn het inzamelen van Klein Chemisch Afval (KCA), papier en GFT in de rest van de stad. Evenals in voorgaande jaren komen in de Stadsenquête van dit jaar al deze onderwerpen aan de orde.
21.1 Milieustraat De Milieustraat, aan de J.C. Rijpstraat, is een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof huishoudelijk afval kunnen brengen. Daarnaast kan er ook bijna al het ander afval worden ingeleverd. Zeven op de tien Leidenaren is bekend met de Milieustraat en 35% heeft er in de afgelopen 12 maanden gebruik van gemaakt. Inwoners uit het stadsdeel Midden, alleenstaanden, de laagste inkomensgroepen en 35-minners zijn relatief minder vaak bekend met de Milieustraat en maken er ook minder vaak gebruik van. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. Tabel 21.1a: Bekendheid en gebruik Milieustraat, naar doelgroep Gebruik Wel bekend, geen gebruik Totaal 2001 Totaal 2002 Totaal 2003
22% 25% 35%
31% 32% 34%
Niet bekend, wel interesse in gebruik 21% 20% 16%
Niet bekend, verwacht geen gebruik 26% 23% 15%
Totaal
Stadsdeel Midden Noord Zuid West
28% 41% 36% 34%
30% 29% 37% 36%
17% 16% 17% 15%
25% 14% 10% 14%
100% 100% 100% 100%
Huishoudtype Alleenstaand 2 personen Gezin met kinderen
20% 37% 41%
36% 32% 34%
20% 15% 15%
24% 16% 9%
100% 100% 100%
= 1600 1601-3000 > 3000
17% 38% 45%
42% 32% 35%
17% 21% 9%
24% 9% 11%
100% 100% 100%
Leeftijd 18-34 35-54 55+
28% 44% 32%
28% 36% 37%
24% 10% 15%
21% 9% 16%
100% 100% 100%
100% 100% 100%
Huishoudinkomen
Redenen geen gebruik Milieustraat Van de mensen die wel bekend zijn met de Milieustraat, maar hier het afgelopen jaar geen gebruik van hebben gemaakt, noemt ruim zes op de tien hiervoor als reden dat ze geen afval voor de Milieustraat hebben. Andere reden zijn ondermeer: laat grofvuil halen (13%), wist niet waar Milieustraat was (7%) en Milieustraat te ver weg (6%).
Stadsenquête Leiden 2003
74
Gebruikers De Leidenaren die in de afgelopen 12 maanden gebruik hebben gemaakt van de Milieustraat zijn hier meestal één of enkele keren geweest. Ze komen met name voor het inleveren van grof huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval. Tabel 21.1b: Afval waarvoor men naar Milieustraat gaat (in % milieustraat bezocht, meerdere antw. mogelijk) 2001 2002 2003 Grof huishoudelijk afval 36% 45% 40% Bouw- en sloopafval 38% 33% 38% Klein chemisch afval 22% 23% 19% Hout 9% 17% 18% Kleine elektrische apparaten 16% 24% 14% Grof groenafval 6% 8% 11% Metalen/aluminium 8% 10% 9% Verf, olieresten* # # 8% Vloerbedekking 5% 5% 7% Papier, karton 8% 4% 4% Glas 7% 1% 3% Kleding 4% 2% 2% Meubels # # 2% *Verf en afgewerkte olie zijn klein chemisch afval, maar door de mensen apart genoemd # niet apart gepresenteerd
Kosten en openingstijden Het gebruik van de Milieustraat is voor inwoners van Leiden gratis. Alleen voor bouw- en sloopafval geldt voor particulieren een limiet. Zij mogen gratis tot 1000 kg sloopafval brengen, daarna moeten zij €0,18 per kilo betalen. Van de mensen die bekend zijn met de Milieustraat is eenderde hiervan globaal op de hoogte. De bekendheid van de kosten is in vergelijking met 2002 toegenomen en meer vergelijkbaar met 2001. Tabel 21.1c: Bekendheid kosten Milieustraat (in % bekend met Milieustraat) 2001 2002 Globaal mee bekend 29% 22% Onbekend 72% 78% Totaal 100% 100%
2003 32% 68% 100%
De Milieustraat is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur en op zaterdag tot 16.00 uur. Bijna vier op de tien Leidenaren die de Milieustraat kennen, geeft aan bekend te zijn met de openingstijden. Zeven op de tien denkt dat de Milieustraat op zaterdag open is. Vergeleken met vorig jaar is de bekendheid met de openingstijden verder toegenomen. Tabel 21.1d: Bekendheid openingstijden Milieustraat (in % bekend met Milieustraat) 2001 2002 Bekend 12% 29% Niet bekend 88% 71% 100% 100% Denkt er ook op zaterdag terecht te kunnen
39%
52%
Stadsenquête Leiden 2003
2003 39% 61% 100% 70%
75
21.2 Kringloopwinkel Tegenover de Milieustraat ligt de kringloopwinkel ‘Het Warenhuis’. Ruim acht op de tien Leidenaren kent de kringloopwinkel en drie op de tien is er het afgelopen jaar geweest. Vergeleken met voorgaande jaren geven wat meer mensen aan de winkel bezocht te hebben. 35-plussers en de hogere inkomensgroepen komen er relatief vaker. Tabel 21.2a: Bekendheid en bezoek kringloopwinkel ‘Het Warenhuis’ 2001 Bekend en bezocht 26% Bekend, niet bezocht 47% Onbekend 27% Totaal 100%
2002 26% 57% 17% 100%
2003 31% 54% 15% 100%
Zeven op de tien bezoekers komt naar de kringloopwinkel om er rond te kijken of iets te kopen, 62% om spullen in te leveren. Veelal heeft men de kringloopwinkel het afgelopen jaar één keer of enkele malen bezocht. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 21.2b: Percentage kringloopwinkel bezocht om… (in % kringloopwinkel bezocht) 2001 2002 2003 …rond te kijken/iets te kopen 77% 69% 71% …om spullen in te leveren 47% 65% 62%
Doelen Kringloopwinkel (spontaan genoemd) Aan de mensen die bekend zijn met de Kringloopwinkel is gevraagd of ze bekend zijn met de doelen van de Kringloopwinkel. Ruim acht op de tien geeft aan met één of meerdere doelen bekend te zijn. Het best bekend is de kringloopwinkel vanwege de inzameling van herbruikbare goederen, gevolgd e door het opknappen en verkopen van 2 hands goederen. Tabel 21.2c: Bekendheid doelen Kringloopwinkel (in % bekend met kringloopwinkel meerdere antw. mogelijk) 2001 2002 2003 Inzameling herbruikbare goederen 68% 50% 67% e Opknappen/verkopen 2 hands goederen 42% 47% 44% Inzameling groot wit/bruingoed 7% 5% 6% Werkvoorziening 2% 2% 4% Milieubewust 2% 3% 2% Geld naar goede doelen 2% 2% 2% Mensen helpen die het niet breed hebben 0% 1% 2% Goedkopere artikelen 0% 1% 2% Niet bekend mee
13%
20%
Stadsenquête Leiden 2003
15%
76
21.3 GFT-afval Zeven op de tien Leidenaren geeft aan het groente-, fruit- en tuinafval (GFT) van de rest van het afval te scheiden. Inwoners uit het stadsdeel Midden, jongeren van 18-34 jaar, alleenstaanden en de lagere 11 inkomensgroepen scheiden het minst vaak hun GFT-afval . De resultaten zijn vergelijkbaar met vorig jaar. Tabel 21.3a: GFT scheiden Totaal 2002 Totaal 2003
69% 70%
Stadsdeel Midden Noord Zuid West
28% 72% 76% 90%
Leeftijd 18-34 35-54 55+
53% 78% 81%
Huishoudtype Alleenstaand 2 personen Gezin met kinderen
48% 69% 81%
Huishoud inkomen < €1.600 €1.600-€3.000 > €3.000
59% 72% 74%
De mensen die hun GFT-afval scheiden doen dit met name met behulp van een eigen minicontainer. Tabel 21.3b: Hoe GFT scheiden (in % scheidt GFT) Eigen minicontainer Wijkcontainer Compostvat Twee bakken Anders Totaal
2002 76% 20% 2% # 2% 100%
2003 72% 21% 5% 2% # 100%
De mensen die hun GFT-afval niet scheiden noemen hiervoor als belangrijkste redenen dat ze geen eigen (mini)container hebben, gemakzucht, dat de afstand naar de containers te groot is, of dat ze nauwelijks GFT-afval hebben. Tabel 21.3c: Belangrijkste redenen geen GFT scheiden (in % scheidt geen GFT, meerdere antw. mogelijk) 2002 2003 Geen eigen (mini)container 21% 26% Gemakzucht 19% 18% Afstand naar containers te groot 5% 12% Heb heel weinig 14% 11%
Wanneer de mensen die momenteel hun GFT-afval niet scheiden wordt gevraagd of ze dit wel zouden doen indien de wijkcontainers dichterbij zouden worden geplaatst of indien de containers vaker geleegd zouden worden, dan antwoordt respectievelijk 53% en 40% hierop bevestigend. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar.
11
In § 21.4 wordt verder ingegaan op het scheiden van GFT voor Leidenaren woonachtig binnen de singels.
Stadsenquête Leiden 2003
77
12
21.4 GFT-containers binnen de singels De gemeente stelt aan gemotiveerde bewoners woonachtig binnen de singels van Leiden sleutels beschikbaar van afsluitbare containers voor de gescheiden inzameling van GFT. Van alle inwoners binnen de singels scheidt twee op de tien het GFT-afval en maakt 15% hiervoor gebruik van deze afsluitbare containers. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. De mensen wel die hun GFT scheiden, maar niet via de afsluitbare GFT-containers, doen dit ondermeer middels een eigen bak of composteren hun GFT-afval zelf. Tabel 21.4a: Scheiden GFT afval en gebruik systeem van afsluitbare GFT-containers (in binnenstad) 2002 2003 Scheidt GFT dmv. afsluitbare GFT-containers 15% 15% Scheidt GFT, maar op andere manier 6% 7% Scheidt GFT niet 79% 78% Totaal 100% 100%
Redenen niet scheiden GFT De mensen die hun afval niet scheiden, geven hiervoor met name als redenen dat het GFT in hun straat niet gescheiden wordt opgehaald. Andere redenen die een rol spelen zijn onder meer gemakzucht, het hebben van maar weinig GFT-afval, een te grote afstand naar de containers en te weinig ruimte thuis. Tabel 21.4b: Redenen niet scheiden GFT (in % scheidt geen GFT) Wordt niet gescheiden opgehaald Gemakzucht Heb weinig GFT-afval Afstand naar GFT-containers te groot Weinig ruimte/geen plaats in huis Heb geen container Weet niet hoe / weet niet of er container is Stankoverlast, niet hygiënisch Container vaak te vol Geen sleutel
2002 30% 21% 13% 9% 6% 6% # 4% 3% 2%
2003 27% 14% 12% 11% 10% 5% 5% 4% 2% 2%
Bekendheid en gebruik systeem van afsluitbare GFT-containers Ruim vijf op de tien bewoners van de Binnenstad is bekend met het systeem van afsluitbare GFTcontainers en zoals gezegd maakt 15% er gebruik van. Tabel 21.4c: Bekendheid en gebruik systeem van afsluitbare GFT-containers 2002 2003 Bekend en gebruik 15% 15% Bekend, geen gebruik 30% 40% Onbekend 55% 45% Totaal 100% 100%
Tevredenheid gebruikers systeem Van de gebruikers in de Binnenstad is negen op de tien tevreden over de afsluitbare GFT-containers. De respondenten die niet tevreden zijn noemen met name de rommel rondom de containers. Een aantal respondenten heeft een idee om het systeem te verbeteren. Genoemd worden onder meer het vergroten van de containers, het vaker legen van de containers, het sleutelgebruik meer openbaar maken en het plaatsen van meer bakken.
Interesse in toekomstig gebruik Van de mensen die onbekend zijn met het systeem van afsluitbare GFT-containers denkt 56% hier gebruik van te maken als ze een sleutel zouden krijgen. Dit percentage is vergelijkbaar met vorig jaar (52%). De mensen die hier geen interesse in hebben vinden het veelal teveel moeite (geen zin, teveel moeite, gemakzucht). 12
Voor de mate van scheiden van GFT via afsluitbare containers is ervoor gekozen Leiden Noord buiten beschouwing te laten, vanwege de afwijkende resultaten van dit district en omdat de GFT-containers met name voor BinnenstadZuid en Noord zijn bedoeld. In het separaat geleverde tabellenboek is Leiden Noord wel meegenomen in de resultaten.
Stadsenquête Leiden 2003
78
21.5 Oud papier Evenals voorgaande jaren zegt bijna negen op de tien Leidenaren aan papierscheiding te doen. Dit gebeurt met name via de papierbak. Tabel 21.5a: Scheiden papier % dat papier gescheiden inlevert
2001 88%
2002 87%
2003 88%
Manieren van scheiden (in % scheidt papier): Papierbak Wordt huis-aan-huis opgehaald Via vereniging School Aan anderen
82% 10% 9% 3% 1%
81% 8% 6% 2% 2%
83% 7% 5% 3% 1%
De respondenten die hun papierafval niet scheiden noemen als voornaamste reden hiervoor ‘gemakzucht’. Ook in voorgaande jaren was dit de meest genoemde reden. Tabel 21.5b: Redenen niet scheiden papierafval (in % scheidt geen oud papier) 2001 2002 Gemakzucht 40% 54% Grote afstand naar papierbak 19% 10% Weinig papierafval 28% 18% Papierbak vaak te vol 5% 4% Anders 9% 14% Totaal 100% 100%
2003 43% 21% 9% 1% 25% 100%
De respondenten die hun papier niet scheiden is gevraagd in welke situatie zij dit wel zouden doen. Met name bij het wekelijks ophalen van oud papier of wanneer er een papierbak dichterbij huis zou zijn, zouden ze overwegen hun papier te gaan scheiden. Dit bevestigt de meest genoemde reden op dit moment om geen papier te scheiden: gemakzucht. Tabel 21.5c: Waneer wel papier scheiden (in % scheidt geen oud papier) 2001 2002 Indien wekelijks opgehaald 82% 76% Indien papierbak dichterbij 67% 57% Indien papierbak vaker geleegd 33% 48%
Stadsenquête Leiden 2003
2003 86% 73% 50%
79
21.6 Klein Chemisch Afval Ruim negen op de tien Leidenaren geeft aan klein chemisch afval (KCA) te scheiden. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Het afval wordt met name ingeleverd bij de chemokar en verschillende winkeliers. Tabel 21.6a: Gebruikte mogelijkheden van scheiden KCA (in % van mensen die het doen) 2001 2002 2003 % dat KCA gescheiden inlevert 89% 92% 93% Manieren van scheiden (in % scheidt KCA): Chemokar die elk kwartaal in de straat rijdt Standplaatsen van chemokar Bij verschillende winkeliers Bij Milieustraat
56% 28% 20% 7%
52% 18% 19% 7%
43% 23% 19% 10%
De respondenten die geen KCA scheiden noemen hiervoor als belangrijkste reden dat ze geen of weinig klein chemisch afval hebben. Ook gemakzucht speelt een rol. Tabel 21.6b: Redenen niet scheiden KCA (in % scheidt geen KCA) 2001 Heb heel weinig/moeite niet waard 65% Gemakzucht 22% Grote afstand naar chemokar 2% Anders 16% Totaal 100%
2002 55% 22% 2% 21% 100%
2003 42% 17% 4% 37% 100%
Van de mensen die momenteel geen KCA scheiden, denkt de tweederde dit wel te zullen gaan doen als er wekelijks op een centrale plaats een chemokar zou staan, bijvoorbeeld bij de markt of het winkelcentrum. Dit is een stijging ten opzichte van 2002 en 2001 toen dit percentage respectievelijk op 51% en 46% lag.
Strafbaar zijn niet scheiden KCA Het is strafbaar om Klein Chemisch Afval niet te scheiden. 46% van de Leidenaren geeft aan hiervan op de hoogte te zijn. Dit is een toename ten opzichte van vorig jaar toen dit percentage op 30% lag. Hiervan op de hoogte gesteld, vindt 80% van de Leidenaren dat er meer aandacht zou moeten worden besteed aan het feit dat dit strafbaar is. Ook dit is een stijging in vergelijking met vorig jaar. Tabel 21.6c: Strafbaarheid niet scheiden KCA Op hoogte niet scheiden KCA strafbaar Ja Nee Meer aandacht geven aan strafbaarheid Ja Nee
2002
2003
30% 70% 100%
46% 54% 100%
67% 33% 100%
80% 20% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
80
22.
BEKENDHEID WERKZAAMHEDEN GEMEENTE IN WIJK
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de informatievoorziening van de Dienst Milieu en Beheer over de werkzaamheden, plannen en activiteiten in de wijken. Doel is vast te stellen of de burgers vinden dat ze voldoende geïnformeerd worden over de verschillende werkzaamheden van de gemeente, voor welke werkzaamheden er behoefte is aan meer informatie, of de huidige informatiekanalen voldoen en of de burgers, die vinden dat er iets aan het onderhoud in de wijk moet worden gedaan, goed geholpen worden.
22.1 Beoordeling informatievoorziening over gemeentelijke werkzaamheden in de wijk In de verschillende wijken in Leiden vinden geregeld gemeentelijke werkzaamheden plaats. Voor tien soorten werkzaamheden is gevraagd of de burgers vinden dat ze hierover voldoende geïnformeerd worden en of ze het noodzakelijk vinden hiervan op de hoogte te worden gehouden. In de onderstaande grafiek wordt het percentage Leidenaren weergegeven dat vindt dat ze onvoldoende over de onderscheiden werkzaamheden wordt geïnformeerd, terwijl ze dit wel noodzakelijk vinden. Te zien is dat de informatievoorziening over de rioleringswerkzaamheden het vaakst tekort schiet. Over de vuilnisophaal is men het meest tevreden. De resultaten zijn vergelijkbaar tot licht verbeterd ten opzichte van vorig jaar. De verbetering is gemiddeld genomen niet zo zeer te verklaren uit een verbetering van de beoordeling van de hoeveelheid informatie (meestal gelijk gebleven of wat verslechterd), maar door een toename van de mensen die de hoeveelheid informatie onvoldoende vinden, maar niet noodzakelijk. Grafiek 22.1a: Percentage informatievoorziening gemeente onvoldoende, informatie wel noodzakelijk 25%
Rioleringswerkzaamheden
23% 21%
Bouwplannen binnen wijk
20%
Plaatsen straatmeubilair en speeltoestellen
21%
20% 20%
Groenonderhoud
20% 22%
Overige werkzaamheden waarbij straat opengemaakt
19%
Onderhoud wegen, paden, bruggen
19%
22%
Onderhoud Bruggen/singels/vijvers
14% 14%
Vegen van straten
12%
Vuilnisophaal grofvuil en chemisch afval
11%
10%
2002 Vuilnisophaal huishoudelijk afval
7%
2003
6%
Stadsenquête Leiden 2003
81
Beoordeling Informatievoorziening naar district Onderstaande tabel geeft een overzicht van de informatievoorziening van de gemeente per district. De tabel geeft steeds per gemeentelijke activiteit aan in hoeverre Leidenaren vinden dat ze hierover onvoldoende op de hoogte zijn gesteld door de gemeente, terwijl ze informatievoorziening hierover wel noodzakelijk vinden. De verschillen tussen de districten lijken over het algemeen beperkt, wel is te zien dat inwoners van het district Binnenstad-Zuid relatief het wat vaker aangeven de informatievoorziening over de verschillende werkzaamheden onvoldoende te vinden.
Vuilnisophaal grof/ chemisch afval
Vuilnisophaaldienst voor reguliere afval
% geeft minimaal 1 keer aan dat info is onvold., wel noodzakelijk
Totaal 23% 20% 20% 20% 19% 19% 14% Binnenstad-Zuid --0 0 0 Binnenstad-Noord 0 0 0 0 0 0 Leiden Noord + + 0 + 0 0 0 Roodenburgerdistrict 0 0 0 0 0 0 0 Bos- en Gasthuisdistrict 0 + 0 0 0 + 0 Morsdistrict + 0 0 0 0 0 0 Merenwijkdistrict 0 0 0 0 0 Stevenshofdistrict 0 0 0 * iedere ‘+’ of ‘-‘ staat voor 5% meer positieve respectievelijk negatieve beoordeling
Vegen van straten
Onderhoud Singels vijvers en bruggen
Onderhoud wegen, paden, bruggen
Overige straatopbrekingen
Groenonderhoud
Plaatsen straatmeubilair
Bouwplannen binnen wijk
Rioleringswerkzaamheden
Tabel 22.1b: % Onvoldoende op de hoogte gehouden en wel noodzakelijk, per district
12% 0 0 0 0 0 0 0 0
10% -0 0 0 0 0 0 +
6% 0 0 0 0 0 0 0 0
62% 70% 68% 58% 57% 59% 60% 64% 63%
Gebruikte informatiebronnen Om op de hoogte te blijven van de werkzaamheden gebruiken de Leidenaren met name de Stadskrant, huis-aan-huis folders en bewonersbrieven als informatiebron. Tabel 22.1c: Meest gebruikte informatiebronnen voor werkzaamheden gemeente (meerdere antw. mogelijk) Stadskrant 53% Huis-aan-huis folders 33% Bewonersbrieven 21% Gemeentewijzer 11% Leidsch Dagblad/Nieuwsblad, lokale kranten 10% Internet 10% Buren, buurtbewoners 3% Vrijdagskrantje 2% Kabelkrant 2% Ophaalkalender 2%
Stadsenquête Leiden 2003
82
22.2 Contact over onderhoud wijk Twee op de tien Leidenaren geeft aan het afgelopen jaar de gemeente benaderd te hebben omdat ze vonden dat er iets aan het onderhoud in hun wijk gedaan moest worden. Dit is een afname ten opzichte van vorig jaar toen dit percentage op 27% lag. Inwoners van het district Merenwijk hebben relatief vaker met de gemeente contact gehad. Grafiek 22.2a: Percentage contact gehad over onderhoud wijk 27%
Totaal 2002 Totaal 2003
19%
Binnenstad-Zuid
19%
Binnenstad-Noord
14%
Leiden Noord
14% 18%
Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict
17%
Morsdistrict
17% 34%
Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict
16%
De onderwerpen waarover men contact heeft gehad, hebben vooral betrekking op de groenvoorziening en vuilnis op straat. Inwoners uit het Merenwijkdistrict hebben relatief vaker contact over de groenvoorziening (12%). Tabel 22b: Onderwerpen waarover contact gehad Groenvoorziening Vuilnis op straat Bestrating Riolering Speeltoestellen Straatvegen Lantaarnpalen Verkeerssituatie Ander onderwerp Geen contact gehad Totaal
4% 4% 2% 2% 1% 1% 1% 1% 3% 81% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
83
Tevredenheid over contact Van de Leidenaren die contact hebben gehad met de gemeente over het onderhoud in de wijk, geeft 56% aan naar tevredenheid geholpen te zijn, 44% is ontevreden. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar toe 41% ontevreden over het contact was. Mensen die contact hebben gehad over vuilnis op straat lijken relatief wat ontevreden over de afhandeling. De mensen die naar tevredenheid geholpen zijn, geven hiervoor als belangrijkste redenen aan dat het probleem (snel) is verholpen en dat ze duidelijk en behulpzaam te woord zijn gestaan. De mensen die ontevreden zijn over de afhandeling merken veelal op dat er niets aan het probleem gedaan is. Onderstaande tabel gaat nader in op de redenen van ontevredenheid met de afhandeling. Tabel 22.2c: Redenen ontevreden met klachtenafhandeling Probleem (nog) niet opgelost / niets aan gedaan Probleem niet goed verholpen Geen of late reactie gemeente Van kastje naar muur gestuurd, slechte bereikbaarheid Duurde te lang
53x 17x 15x 13x 10x
Bij de niet naar tevredenheid afgehandelde klachten dienen twee nuanceringen te worden geplaatst: ten eerste valt een deel van de genoemde klachten niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente, en ten tweede kunnen niet alle klachten worden verholpen binnen het vastgestelde beleidskader van de gemeente. In het tabellenboek wordt een overzicht van alle klachten gegeven, inclusief de beoordeling van de afhandeling. 22.3 Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening wijkplannen en -activiteiten De gemeente informeert wijkbewoners ook over wijkplannen en –activiteiten. Bijna acht op de tien Leidenaren vindt dat de gemeente hen hierover voldoende informeert, 23% vindt daarentegen dat ze onvoldoende informatie krijgen. Van deze laatste groep zou het merendeel dit wel op prijs stellen. Grafiek: 22.3a: Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening wijkplannen en -activiteiten Totaal 2003
78%
74%
Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord
3% 7%
85% 6%
83%
Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict
74%
Stevenshofdistrict
74%
0%
10%
20%
30%
40%
13%
19% 6%
77%
Merenwijkdistrict
15% 3%
75%
Roodenburgerdistrict
18%
23%
78%
Leiden Noord
Voldoende
5%
7% 6% 4%
50%
60%
Onvoldoende, maar ook geen behoefte
Stadsenquête Leiden 2003
70%
12% 17% 20%
23%
80%
90%
100%
Onvoldoende, zou graag krijgen
84
Wijkactiviteiten Aansluitend is de bewoners gevraagd of ze een aantal wijkactiviteiten kunnen noemen die (mede) door de gemeente georganiseerd worden. Ruim de helft van de Leidenaren noemt spontaan één of meerdere activiteiten. De straatspeeldag wordt het meest genoemd, gevolgd door ondermeer wijkfeesten, wijkinitiatieven, werkzaamheden gemeente en activiteiten van het buurtcentrum. Tabel 23b: Meest genoemde activiteiten in wijk (meerdere antw. mogelijk) Straatspeeldag 18% Wijkfeest 8% Wijkinitiatieven 6% Werkzaamheden gemeente 5% Activiteiten Buurtcentrum 5% Wijkinformatiemarkt 4% Boomfeestdag 3% (Rommel)markt, braderie 3% Koninginnedag, Sinterklaas, Kerst 3% Kinderactiviteiten, speeltuin 2% Tam tam 2%
Stadsenquête Leiden 2003
85
23.
FUNCTIONEREN GEMEENTERAAD, BURGERPARTICIPATIE EN CONTACT OVER WIJK
In dit hoofdstuk komen drie onderwerpen aan bod. Als eerste wordt ingegaan op de bekendheid van de taken en de beoordeling van het functioneren van de gemeenteraad. Vervolgens wordt gekeken naar de interesse van de burgers in de verschillende mogelijkheden die zij hebben om invloed uit te oefenen op het gemeentebestuur. Tot slot wordt ingegaan op het contact met de gemeente over de eigen wijk.
23.1 Bekendheid taken en beoordeling functioneren gemeenteraad De gemeente wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders (B&W) en de gemeenteraad. Van de Leidenaren geeft 53% aan bekend te zijn met de taken van de gemeenteraad. Vorig jaar lag dit percentage op 50%. Hoger opgeleiden, 35-plussers, mensen uit de hogere inkomensklassen en mannen geven relatief vaker aan met deze taken bekend te zijn. Evenals vorig jaar is het controleren van B&W voor de meeste inwoners de belangrijkste taak van de gemeenteraad, op afstand gevolgd door het besturen van de stad, het stellen van kaders en het behartigen van de belangen van de burgers. Tabel 23.1a: Belangrijkste taken gemeenteraad (in % bekend met taken, meerdere antw. mogelijk) 2002 2003 Controle B&W 35% 40% Besturen stad 25% 22% Kaders/randvoorwaarden stellen 17% 17% Behartigen belangen burgers 12% 14% Handhaven orde en veiligheid 9% 7% Beleidsondersteuning 3% 3% Vaststellen begroting 5% 2% Adviseren B&W 2% 2%
Van de mensen die bekend zijn met de taken van de gemeenteraad en een mening hebben over hoe de raad het doet, vindt 27% dat de raad goed functioneert, 36% zegt redelijk en 37% oordeelt matig of slecht. Vergeleken met vorig jaar is het percentage respondenten dat vindt dat de gemeente goed functioneert toegenomen. Tabel 23.1b: Beoordeling functioneren gemeenteraad volgens burgers* 2002 2003 Goed 18% 27% Redelijk 42% 36% Matig 29% 24% Slecht 10% 13% Totaal 100% 100% *excl. weet niet
De Leidenaren die vinden dat de gemeenteraad niet goed functioneert, noemen hiervoor verschillende redenen. Opgemerkt wordt ondermeer dat er ruzies binnen de gemeenteraad zijn, dat de burgers onvoldoende inspraak hebben en dat er veel verloop is binnen de raad. Tabel 23.1c: Redenen voor matig/slechte beoordeling functioneren gemeenteraad Ruzies in gemeenteraad 12x Er wordt niet geluisterd, geen inspraak burgers 12x Veel wisselingen/verloop in gemeenteraad 10x Veel gepraat, weinig gedaan 9x Het is rommelig in Leiden 7x Gemeenteraad is ondoorzichtig, niet open 7x
Stadsenquête Leiden 2003
86
23.2 Burgerparticipatie bij gemeentelijk beleid Er zijn meerdere manieren waarop de burgers invloed kunnen uitoefenen op het gemeentebestuur. Aan de Leidenaren is een zevental manieren voorgelegd met de vraag of ze hier persoonlijk in geïnteresseerd zijn. Ruim negen op de tien respondenten geeft aan in één of meerdere van de genoemde manieren interesse te hebben. Evenals in 2002 zijn het stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen en het invullen van een enquête of referendum het meest populair, en het bijwonen van een commissievergadering of het lidmaatschap van een politieke partij het minst 13 populair . Over het algemeen geldt dat hoger opgeleiden en mannen wat vaker geïnteresseerd zijn in één of meer van de genoemde opties. Tabel 23.2: Interesse in aantal manieren om invloed uit te oefenen op gemeentebestuur 2002
2003
Stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen Invullen enquête of door referendum Informatie-avond bijwonen met vertegenwoordigers gemeente Bijeenkomst met alleen medebewoners bijwonen Persoonlijk gesprek met iemand van de gemeente Bijwonen gemeentelijke commissievergadering Lidmaatschap politieke partij
84% 78% 41% 40% 31% 19% 18%
81% 78% 41% 38% 28% 20% 19%
Geen van bovenstaande
8%
8%
Reële verwachting13 55-60% 52-57% 15-20% 15-20% 6-11% 4-9% 4-9%
23.3 Contact met de gemeente over eigen wijk Van alle Leidenaren geeft, evenals in 2002, 15% aan in het afgelopen jaar contact te hebben gehad met de gemeente over hun eigen wijk, met name via het bijwonen van een bijeenkomst met medebewoners of een informatieavond met vertegenwoordigers van de gemeente. Hoger opgeleiden, mensen uit de hogere inkomensklassen, 35-54 jarigen en mannen hebben relatief vaker contact gehad. Tabel 23.3a: Contact met gemeente in afgelopen jaar Contact, via bijwonen bijeenkomst met medebewoners Contact, via bijwonen info-avond met gem. vertegenwoordigers Contact, via bijwonen commissievergadering gemeente Contact, via persoonlijk gesprek met iemand van de gemeente Contact, op andere manier Geen contact Totaal
13
2002 5% 6% 1% 2% 1% 85% 100%
2003 7% 6% 1% 0% 0% 85% 100%
Er is jaren studie gedaan naar de betrouwbaarheid van onderzoeksresultaten met betrekking tot de verhouding van de mensen die zeggen iets te zullen doen en die het ook daadwerkelijk zullen doen. Percentages in onderzoeken worden nog al eens overschat omdat mensen soms antwoord geven uit sociaal wenselijkheid of onwetendheid. Yankelovich International, een gerenommeerd Amerikaans onderzoekbureau heeft in 1993 alle onderzoeken die ze in de afgelopen 25 jaar hebben uitgevoerd naast elkaar gelegd en waar mogelijk vergeleken met de werkelijke gedragingen nadien. Dit resulteerde in onderstaande resultaten: -
Als alle mensen zeggen iets te doen mag worden geschat dat + 80% dit daadwerkelijk gaat doen. Als driekwart van de mensen zegt iets te doen mag worden geschat dat + 50-55% dit daadwerkelijk gaat doen. Als de helft van de mensen zegt iets te doen mag worden geschat dat + 20-25% dit daadwerkelijk gaat doen. Als een kwart van de mensen zegt iets te doen mag worden geschat dat + 5-10% dit daadwerkelijk gaat doen. Als één op de tien mensen zegt iets te doen mag worden geschat dat + 2% dit daadwerkelijk gaat doen.
Voorbeeld: In 2002 gaf 84% aan te gaan stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen, terwijl bij de verkiezingen van 6 maart 2002 het opkomstpercentage in Leiden 55,5% was. Daarnaast moet ook nog de kanttekening worden geplaatst dat respondenten van de Stadsenquête naar verwachting vaker interesse hebben in het invullen van een enquête of referendum dan non-respondenten.
Stadsenquête Leiden 2003
87
Beoordeling contact Van de mensen die contact hebben gehad met de gemeente is 73% hier tevreden over, het overige deel is ontevreden. Dit is vergelijkbaar met vorig jaar toen 71% hier tevreden over was. Onderstaande tabel geeft de redenen voor een positieve of negatieve beoordeling. Tabel 23.3b: Toelichting beoordeling contact Positief Goede informatievoorziening Goede samenwerking met gemeente Probleem goed aangepakt, afspraken nagekomen
27x 17x 9x
Negatief Gemeente luister niet goed, geen inspraak Bijeenkomst niet goed georganiseerd Informatievoorziening onduidelijk, onvoldoende Vervolgactie duurde te lang, geen resultaat Gemeente niet voldoende op de hoogte
10x 3x 3x 2x 2x
Suggesties om betrokkenheid burgers te vergroten Vervolgens is gevraagd of men suggesties heeft om de betrokkenheid van de burgers bij gemeentelijke zaken te vergroten. Hierbij wordt het verbeteren van de informatievoorziening het meest genoemd, gevolgd door het beter luisteren naar de burgers, een meer persoonlijke / wijkgerichte benadering en het organiseren van bijeenkomsten en referenda. Tabel 23.3c: Suggesties om betrokkenheid burgers te vergroten Burgers beter informeren: volledig, duidelijk, op tijd 38x Beter luisteren, burgers meer serieus nemen 29x Meer persoonlijke/wijkgerichte benadering 14x Organiseren bijeenkomsten en referenda 12x
Stadsenquête Leiden 2003
88
24.
GEMEENTELIJKE INFORMATIEVOORZIENING
De gemeente Leiden communiceert op een groot aantal verschillende manieren met de inwoners van de stad. Van telefonische contacten tot juridische procedures, van een gemeentelijke website tot inspraakavonden en spreekuren van wethouders. In dit hoofdstuk staat de beoordeling van de gemeentelijke informatievoorziening centraal. Hierbij wordt naast de beoordeling van de informatievoorziening als geheel, meer uitgebreid ingegaan op twee communicatie instrumenten van de gemeente, namelijk de Stadskrant en de Wegwijzer (gemeentegids).
24.1 Beoordeling gemeentelijke informatievoorziening De Leidenaren is gevraagd de gemeentelijke informatievoorziening te beoordelen. Ruim acht op de tien Leidenaren vindt dat de gemeenten hen voldoende op de hoogte houdt van het gemeentelijk nieuws. Vergeleken met voorgaande jaren betekent dit een verdere toename. Tabel 24.1: Percentage bewoners voldoende op hoogte van gemeentelijk nieuws 2001 73% 2002 77% 2003 82%
De afdeling Communicatie van de Bestuursdienst is verantwoordelijk voor een aantal gemeentelijke publicaties. In dat kader is het belangrijk te weten hoe effectief deze zijn. Op de volgende pagina’s worden twee van deze publicaties, te weten de Stadskrant (inclusief de gemeenteberichten en de Wijkpagina) en de Wegwijzer (gemeentegids) behandeld.
24.2 Stadskrant Negen op de tien Leidenaren kent de Stadskrant en acht op de tien ontvangt deze regelmatig. Vergeleken met voorgaande jaren is het percentage Leidenaren dat de krant regelmatig ontvangt verder toegenomen. De ontvangst is relatief minder goed in het Stadsdeel Midden. Grafiek 24.2a: Bekendheid en ontvangst van de Stadskrant
51%
Totaal 2001 Totaal 2002
4%
62%
3%
9%
73%
Totaal 2003
63%
Stadsdeel Midden
7%
Stadsdeel Zuid
75%
Stadsdeel West
77%
Ontvangt vaak
Ontvangt soms
32%
10%
6%
73%
Stadsdeel Noord
Ontvangt altijd
9%
8%
7%
6%
14%
4% 6 %
8%
Stadsenquête Leiden 2003
9%
9%
6%
6%
2 %3% 7 %
Bekend, maar ontvangt nooit
11%
7%
10%
4%
7%
12%
Onbekend mee
89
Lezen Stadskrant Van de mensen die aangeven de Stadskrant wel eens te ontvangen, leest ruim negen op de tien de krant. Gemiddeld lezen zij de krant ca. 14 minuten per keer. Oudere lezers, lager opgeleide lezers en lezers uit de lagere inkomensklassen lezen de Stadskrant gemiddeld langer. Tabel 24.2b: Percentage lezers Stadskrant en gemiddelde leestijd lezers % lezers gem. leestijd Totaal 2001 93% 12 min. Opleiding Totaal 2002 89% 14 min. Lager Totaal 2003 94% 14 min. Middelbaar Hoger Sekse Man 93% 14 min. Huishoudtype Vrouw 95% 14 min. alleenstaand 2 personen Leeftijd gezin met kinderen 18-34 90% 11 min. 35-54 96% 14 min. Huishoudinkomen 55+ 98% 19 min. = 1600 1601 - 3000 > 3000
% lezers
gem. leestijd
93% 93% 95%
18 min. 15 min. 12 min.
95% 93% 95%
15 min. 15 min. 13 min.
93% 95% 95%
17 min. 15 min. 12 min.
Bekendheid en gebruik wijkpagina en Gemeenteberichten in Stadskrant Twee vaste rubrieken van de Stadskrant zijn Wijkinfo en Gemeenteberichten. Van de lezers van de Stadskrant is 72% bekend met Wijkinfo en 66% met Gemeenteberichten. Het gebruik ligt op respectievelijk 31% en 23%. Vergeleken met 2002 is de bekendheid en het gebruik van de rubriek Wijkinfo toegenomen. Grafiek 24.2c: Bekendheid en gebruik rubrieken Wijkpagina en Gemeenteberichten (in % lezers Stadskrant)
Wijkinfo 2002
Wijkinfo 2003
Gemeenteberichten 2003
28%
31%
31%
23%
Bekend, en gebruikt infomatie
41%
41%
43%
Bekend, gebruikt informatie niet
Stadsenquête Leiden 2003
28%
34%
Onbekend
90
In de onderstaande tabel wordt weergegeven waarvoor de rubrieken Wijkinfo en Gemeenteberichten gebruikt worden. Uit de antwoorden van gebruikers komt naar voren dat zij niet altijd even goed bekend zijn met de inhoud van de twee rubrieken. Zo staat in de rubriek Gemeenteberichten geen informatie over wijkplannen, opbrekingen en huisvuil. Mogelijk worden beide onderdelen door sommige Leidenaren door elkaar gehaald. Dit heeft mogelijk ook gevolgen voor de daadwerkelijke bekendheid en gebruik van beide onderdelen. Tabel 24.2d: Waarvoor gebruik Wijkinfo en Gemeenteberichten (in % gebruikers, meerdere antw. mogelijk) Waarvoor gebruik Wijkinfo Waarvoor gebruik Gemeenteberichten Algemene wijkinformatie 30% Algemene informatie Huisvuil, chemisch afval, grofvuil 27% Wijkplannen Wijkplannen, veranderingen, opbrekingen 26% Informatie over stad Activiteiten (in de wijk) 10% Opbrekingen en wegwerkzaamheden Groenvoorzieningen 3% Huisvuil, chemisch afval, grofvuil Anders 9% Vergunningen Openingstijden Vergaderingen Anders
33% 20% 14% 13% 7% 7% 3% 3% 4%
Onderwerpen waarover men in de Stadskrant geïnformeerd wil worden De lezers van de Stadskrant zijn het meest geïnteresseerd in algemeen gemeentelijk nieuws, op afstand gevolgd door onder meer informatie over bouwen en wonen, wegopbrekingen, nieuwbouwprojecten en uitgaan, evenementen en recreatie. Tabel 24.2e: Meest genoemde onderwerpen waarover lezers Stadskrant geïnformeerd willen worden Algemeen gemeentelijk nieuws 44% Bouwen en wonen 24% Wegopbrekingen, verkeerssituatie 17% Nieuwbouwwoningen/projecten 15% Uitgaan, evenementen, recreatie 13% Milieu en groen beleid 9% Cultuurbeleid 7% Maatschappelijk beleid 7% Afvalophaal schema’s 7% Agenda gemeente, vergaderingen 7%
Een aantal lezers geeft aan informatie te missen. zo wordt onder meer opgemerkt dat er meer aandacht besteed zou kunnen worden aan de plannen van de gemeente voor de komende periode (13x), aan informatie over verkeersopbrekingen (3x) en wijkgebonden informatie (2x).
Beoordeling Stadskrant op drie aspecten Om meer inzicht te krijgen in de tevredenheid van de lezers met de Stadskrant is hen gevraagd een drietal aspecten te beoordelen. Het meest tevreden zijn de lezers over de leesbaarheid van de artikelen, deze wordt gemiddeld met een 7,0 beoordeeld. De interessantheid van de inhoud en de vormgeving worden met een 6,8 en een 6,7 iets lager beoordeeld. Tabel 24.2f: Beoordeling drie aspecten Stadskrant (in % lezers Stadskrant) Leesbaarheid Interessantheid artikelen inhoud Gemiddeld 7,0 6,8 =5 6 7 8 =9 Totaal
4% 16% 52% 27% 0% 100%
4% 23% 61% 11% 0% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
Lay-out / vormgeving 6,7 7% 28% 52% 14% 0% 100%
91
24.3 Wegwijzer Een andere vorm van gemeentelijke informatie is de Wegwijzer voor Leiden, ook wel bekend als de gemeentegids. Negen op de tien Leidenaren kent de Wegwijzer en ruim driekwart heeft deze dit jaar ontvangen. De ontvangst is relatief minder goed in het Stadsdeel Midden. Vergeleken met 2002 geven relatief meer mensen aan de gemeentegids ontvangen te hebben. 35-minners, alleenstaanden, niet werkenden en de lagere inkomensgroepen zijn het minst goed bekend met de Wegwijzer en ontvangen deze ook minder vaak. Grafiek 24.3a: Bekendheid en ontvangst Wegwijzer
61%
Totaal 2002
25%
77%
Totaal 2003
Stadsdeel Midden
14%
14%
67%
20%
13%
79%
Stadsdeel Noord
10%
77%
Stadsdeel Zuid
Stadsdeel West
10%
14%
84%
Bekend en ontvangen
10%
9%
12%
Bekend, maar niet ontvangen
5%
Onbekend
Gebruik Wegwijzer Van de mensen die aangeven de Wegwijzer van 2003 te hebben ontvangen geeft 71% aan deze te gebruiken. Vorig jaar lag dit percentage wat hoger, namelijk op 78%. Door de verbeterde ontvangst is het gebruik onder alle Leidenaren echter toegenomen. De Wegwijzer is sinds enkele maanden ook te raadplegen op Internet. 6% van de ontvangers van de gemeentegids heeft hier al eens gebruik van gemaakt. Tabel 24.3b: Gebruik wegwijzer
2002 2003
% ontvangen 61% 77%
% gebruik % gebruik * ontvangers = Leidenaren 78% 48% 71% 55%
De mensen die de Wegwijzer gebruiken, doen dit meestal meerdere keren per jaar, met name voor het opzoeken van informatie over het ophalen van afval en het opzoeken van telefoonnummers en adressen. Tabel 24.3c: Gebruiksredenen Wegwijzer Ophalen huisvuil/grofvuil Telefoonnummers (algemeen) Adressen Gemeentediensten Dokter Servicenummers Openingstijden Verenigingen
72x 59x 35x 24x 16x 14x 14x 9x
Stadsenquête Leiden 2003
92
Veranderingen Wegwijzer De Wegwijzer heeft ten opzichte van de vorige editie een aantal veranderingen ondergaan. Zo is de indeling veranderd, is het trefwoordenregister uitgebreid en is er meer gebruik gemaakt van kleur. Circa eenderde van de gebruikers geeft aan dat deze wijzigingen hen zijn opgevallen, het overige deel heeft ze niet (bewust) waargenomen.
Beoordeling Wegwijzer Als de gebruikers van de Wegwijzer gevraagd wordt deze te beoordelen met een rapportcijfer, dan geven ze gemiddeld een 7,6. Tabel 24.3d: Beoordeling Wegwijzer (in % gebruikt Wegwijzer) Gemiddeld 7,6 =5 6 7 8 =9 Totaal
2% 3% 37% 51% 6% 100%
Stadsenquête Leiden 2003
93
25.
BURGEMEESTERSREFERENDUM
Tegelijkertijd met de verkiezingen voor de Provinciale Staten is dit jaar in Leiden eveneens een burgemeestersreferendum gehouden. Er waren twee kandidaten beschikbaar waarop kon worden gestemd. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op dit burgemeestersreferendum. Gekeken wordt naar het stemgedrag, de mening van de Leidenaren over het houden van zo’n referendum en de beoordeling van de informatievoorziening hierover.
25.1 Stemgedrag Van de Leidenaren geeft tweederde aan tijdens de verkiezingen van de Provinciale Staten gestemd te hebben, zes op de tien heeft aan het burgemeestersreferendum meegedaan. Beide percentages 14 liggen hoger dan de werkelijke opkomst . Dit heeft met name te maken met de invloed van de nonresponse, immers mensen die niet aan de Stadsenquête meedoen, zullen over het algemeen ook minder snel stemmen. Hoger opgeleiden, 50-plussers en respondenten uit de hogere inkomensklassen hebben relatief vaker gestemd, lager opgeleiden, 25-minners en allochtonen het minst vaak. Tabel 25.1a: Percentage heeft gestemd tijdens verkiezingen Provinciale Staten en Burgemeester % Prov. % Burg. Staten verkiezing gestemd gestemd Totaal 68% 62% Werken (=12 uur per week) Ja Sekse Nee Man 68% 61% Vrouw 67% 62% Netto Huishoudinkomen = 1350 Leeftijd 1351-2000 18-24 jaar 54% 47% 2001-3000 25-34 jaar 63% 60% >3000 35-49 jaar 68% 63% 50-64 jaar 76% 68% Huishoudsamenstelling 65+ 72% 62% Alleenstaand 2 personen Opleiding Gezin met kinderen Lager 54% 46% Middelbaar 63% 57% Etniciteit Hoger 78% 72% Autochtoon Allochtoon
% Prov. Staten gestemd
% Burg. verkiezing gestemd
68% 65%
62% 60%
62% 61% 73% 77%
57% 56% 67% 71%
67% 70% 66%
62% 64% 59%
69% 54%
63% 50%
De respondenten die wel gestemd hebben voor de Provinciale Staten, maar niet voor de burgemeestersverkiezing is gevraagd hun antwoord toe te lichten. In onderstaande tabel een overzicht van de meeste genoemde redenen. Tabel 25.1b: Redenen niet gestemd met burgemeestersverkiezing (in % wel gestemd met Provinciale staten) Geen interesse (noemt geen specifieke reden) 24x Tegen het referendum 13x Kent kandidaten niet 9x Weet niet op wie te stemmen 8x Beide kandidaten ongeschikt 7x Te weinig informatie vooraf 5x Vergeten 3x Stond op het punt te verhuizen 2x
14
Opkomstpercentage Provinciale verkiezingen 11 maart 2003: 52,2% Opkomstpercentage Burgemeestersreferendum 11 maart 2003: 48,3%
Stadsenquête Leiden 2003
94
25.2 Beoordeling burgemeestersreferendum Dit jaar is in Leiden voor het eerst een burgemeestersreferendum gehouden. Om meer inzicht te krijgen in hoe de Leidenaren over het referendum denken, is hen een drietal vragen gesteld. De resultaten worden in onderstaande tabel weergegeven. Ruim zes op de tien is voor het houden van een burgemeestersreferendum, 57% vindt dat door het houden van een referendum een kandidaat naar voren komt die beter bij de gemeente past en 56% heeft meer vertrouwen in een door de bevolking gekozen burgemeester. De Leidenaren die aan het referendum hebben deelgenomen zijn over het algemeen positiever over het referendum. Tabel 25.2a: Drie vragen over burgemeestersreferendum Totaal
Mening over burgemeestersreferendum Voor Tegen Neutraal Door referendum kandidaat die beter bij gemeente past Ja Nee Geen mening Meer vertrouwen in burgemeester die door volk gekozen is Ja Nee Geen mening
Referendum en Prov. Staten gestemd
Alleen Prov. Staten gestemd
Niet gestemd
63% 14% 23% 100%
70% 15% 16% 100%
54% 22% 24% 100%
52% 11% 38% 100%
57% 32% 11% 100%
63% 30% 7% 100%
51% 37% 13% 100%
48% 33% 19% 100%
56% 34% 10% 100%
59% 34% 7% 100%
46% 38% 16% 100%
53% 32% 15% 100%
De Leidenaren die voor het referendum zijn, merken op dat de burgers door het referendum meer inspraak hebben over wat er met de stad gebeurt. Dit vergroot de betrokkenheid van de burgers met de stad en de burgemeester. De Leidenaren die tegen zijn, vinden het gemeentebestuur meer geschikt voor het maken van een keuze en/of dat de burger hier te weinig kijk op heeft. Daarnaast wordt er volgens hen teveel gekeken naar de presentatie en te weinig naar de inhoud. Bewustheid stemgedrag De Leidenaren die hebben gestemd bij de burgemeestersverkiezing is gevraagd in hoeverre zij weloverwogen hun keuze hebben gemaakt. Negen op de tien geeft aan een bewuste keuze te hebben gemaakt, één op de tien zegt zo maar wat gekozen te hebben. De verschillen naar doelgroep zijn beperkt, wel lijken jongeren wat vaker zomaar wat gekozen te hebben dan ouderen. Tabel 25.2b: Percentage stemmers dat aangeeft weloverwogen gestemd te hebben Totaal 90% 18-34 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50-64 jaar 65+
86% 85% 93% 93% 94%
Stadsenquête Leiden 2003
95
25.3 Beoordeling informatievoorziening referendum Acht op de tien stemmers geeft aan voldoende informatie te hebben gehad om een juiste keuze te kunnen maken. Voor twee op de tien is dit niet het geval. Zij merken vooral op behoefte te hebben aan meer (inhoudelijke) informatie over de kandidaten en hun standpunten. Het zijn relatief vaker 35minners, en stemmers uit de hogere inkomens- en opleidingsgroepen die vinden dat ze onvoldoende informatie hebben gehad. Tabel 25.3a: Beoordeling informatievoorziening referendum (in % gestemd referendum) Voldoende info over kandidaten gehad om keuze te maken? Ja 80% Nee 20% 100% Welke informatie gemist? Te weinig informatie over kandidaten zelf/profielschets 31x Te weinig inhoudelijke informatie over standpunten 30x Te weinig achtergrondinformatie 12x Te weinig informatie 12x Informatie te oppervlakkig 11x Folders niet overal bezorgd 7x Moest zelf op zoek gaan voor voldoende informatie 7x Te weinig/geen gebruik lokale media 6x Informatie te kort van tevoren gekregen 6x Geen mogelijkheid gekregen voor pers. ontmoeting 5x Informatie niet objectief 5x
Hoe informatie verkregen De krant blijkt de belangrijkste informatiebron voor de stemmers om zich te informeren over de kandidaten, op afstand gevolgd door campagnefolders, televisie en radio. Daarna volgen ondermeer campagnefolders, televisie en radio. 35-plussers noemen relatief vaker de krant en 35-minners en hoger opgeleiden internet. Grafiek 25.3b: Hoe informatie verkregen (in % gestemd referendum)
78%
Krant
36%
Campagnefolders Tv/radio
26%
9%
Internet Persoonlijke ontmoetingen
Via via
7%
4%
Bijeenkomst/debat/forum
2%
Overig
2%
Stadsenquête Leiden 2003
96
26.
ONDERZOEKSVERANTWOORDING
In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet en de verantwoording van de uitvoering besproken.
26.1 Vaststellen vragenlijst Nadat de deelnemende diensten/afdelingen onderwerpen hebben aangedragen heeft het onderzoeksbureau WBK Marktonderzoek circa 150-200 vragen samengesteld. De vragen zijn onderverdeeld in enerzijds trend- en beoordelingsvragen die inzicht geven in het effect van het gemeentelijk beleid en de beoordeling van de dienstverlening en anderzijds in beleidsvragen met een veelal eenmalig karakter. Bij het maken van de vragenlijsten is rekening gehouden met het feit dat een vragenlijst zeker niet te lang mag zijn, om irritatie bij de respondent te voorkomen. Daarom zijn de vragen uitgesplitst over vier vragenlijsten, die ter aanvulling en goedkeuring zijn voorgelegd aan de betreffende opdrachtgevers. Vervolgens is in samenspraak met de betrokkenen de definitieve vragenlijst vastgesteld.
26.2 Methodologie Voor de Stadsenquête is gekozen voor telefonisch onderzoek. De voordelen van telefonisch boven schriftelijk onderzoek zijn een hogere response en lagere kosten. Nadeel is echter dat mensen met een geheim nummer op deze wijze niet worden benaderd. Bij de keuze voor telefonisch onderzoek hebben de volgende argumenten de doorslag gegeven: -
De response bij schriftelijk onderzoek is relatief laag (in grotere steden circa 30%) in vergelijking met een response van 70-75% bij de mensen die telefonisch bereikt worden; Bij telefonisch onderzoek kan uitleg gegeven worden bij vragen van de respondent; Schriftelijk onderzoek levert een scheve responseverdeling op omdat met name hoger opgeleiden meedoen. Bij telefonisch onderzoek speelt dit aanzienlijk minder; Een deel van de vragen heeft betrekking op deelgroepen, die zorgen dat een schriftelijke vragenlijst in omvang erg veel pagina’s zou omvatten. Dit werkt veelal “drempelverhogend” en dus “responseverlagend”. Dit terwijl voor veel mensen een groot deel van deze vragen niet van toepassing is en overgeslagen zouden kunnen worden.
26.3 Steekproeftrekking De doelstelling vooraf is om de trend- en beoordelingsvragen aan 1.250 inwoners van Leiden van 18 tot 75 jaar voor te leggen. Hiervoor is gekozen om resultaten uit te kunnen splitsen naar de belangrijkste districten en andere doelgroepen. Bij de beleidsvragen konden de diensten kiezen tussen 1.250 of 625 inwoners, afhankelijk van of uitspraken op districtniveau gewenst zijn of een betrouwbaar beeld voor geheel Leiden voldoende is (zie paragraaf 26.6 voor de betrouwbaarheidsmarges). Vanwege het grote aantal onderwerpen zijn de vragen verdeeld over meerdere deelenquêtes. In totaal zijn 2500 vraaggesprekken gehouden. Hiervoor is een steekproef getrokken op persoonsniveau uit het bevolkingsbestand van de gemeente Leiden. Dit bestand is door KPN verrijkt met telefoonnummers met vaste aansluitingen. Van 66% van alle geselecteerde Leidse adressen is het telefoonnummer bij de persoon gevonden. De overige personen hebben geen vaste telefoonaansluiting (bijv. alleen een gsm) of een geheim nummer. De mensen in de steekproef hebben allen voorafgaand aan de telefonische enquête een brief ontvangen. Deze gemeentelijke brief geeft informatie over de Stadsenquête en kondigt aan dat men in de komende weken gebeld kan worden. Bij de brief is een bijlage gevoegd met alvast een aantal vragen met antwoordcategorieën om het telefonisch interview makkelijker te laten verlopen. Deze brieven zijn gefaseerd verstuurd om de tijd tussen het verkrijgen van de brief en de telefonische enquête zo kort mogelijk te houden. Het veldwerk van de Stadsenquête is in de periode van begin juni tot en met begin juli 2003 uitgevoerd.
Stadsenquête Leiden 2003
97
26.4 Responseverantwoording De response van het telefonisch onderzoek is bijzonder goed. Van de mensen die telefonisch zijn bereikt, werkt 74% mee. Een deel van de mensen kon na minimaal drie keer bellen niet worden bereikt, omdat de betreffende persoon niet thuis was of omdat de telefoon niet werd opgenomen. De mensen die niet mee wilden doen gaven meestal aan geen zin of geen interesse te hebben in deelname of vonden zichzelf te oud. Tabel 26.4: Response telefonisch onderzoek Response 2003 Totaal aantal nummers Niet gebeld omdat onderzoek ten einde was Niet bereikt (minimaal 3 keer niet thuis) Fout nummer/woont er niet meer
Response 2002
Response 2001
5.185 - 448 - 1.227 - 131
Netto bestand Doet mee bruikbare enquête niet bruikbare enquête Doet niet mee
3.379
100%
100%
100%
2.477 24
73,3% 0.7%
75,8% 0,6%
75,3% 0,8%
878
26,0%
23,6%
23,9%
Zowel de respondenten als de interviewers hebben in vrijwel alle gevallen een prettig gevoel overgehouden aan het gesprek. De belangrijkste redenen voor het goede verloop van het onderzoek zijn: de niet al te lange vragenlijst (circa 15 minuten); de aankondigingsbrief; de vraagstelling die niet "bedreigend" overkomt.
26.5 Representativiteit Om uitspraken te doen over de gehele doelpopulatie dient de steekproef qua opbouw zo veel mogelijk gelijk te zijn aan de werkelijke doelpopulatie. Om dit te bereiken zijn de steekproeven van de verschillende deelenquêtes herwogen op een aantal ‘sleutel’-variabelen. Om de resultaten zo representatief mogelijk te laten zijn, zijn de onderscheiden doelgroep-enquêtes als volgt herwogen: Tabel 26.5: Steekproefomvang en herweging Steekproefomvang Resultaten hfst. 2,3,10,14,17 Resultaten hfst. 4,5,6,7,11,20,16,22 Resultaten hfst. 8,9,12,13,15,18,19,23,24,25
2.500 1.250 625
herweging herwogen op stadsdeel, leeftijd en sekse herwogen op stadsdeel, leeftijd en sekse herwogen op leeftijd en sekse
In dit rapport zijn uitsluitend de resultaten na weging opgenomen. Door de herweging zijn de resultaten representatief voor de betreffende variabelen. Hierbij moet worden opgemerkt dat een volledig representatieve steekproef een ‘illusie’ is, omdat een steekproef dan op alle denkbare variabelen gelijk moet zijn aan de populatie, en veel variabelen zijn moeilijk ‘beïnvloedbaar/controleerbaar’. Onderstaand worden enkele voorbeelden gegeven van mensen die in een enquête ook na herweging onder- of oververtegenwoordigd zullen zijn: mensen die zich betrokken voelen bij de stad zullen eerder aan een stadsenquête deelnemen. mensen die geïnteresseerd zijn in informatie zullen eerder meedoen aan een stadsenquête, en dus in een steekproef oververtegenwoordigd zijn. er blijven altijd mensen - relatief vaak met een lagere opleiding - die moeilijk te benaderen zijn bij een enquête.
Stadsenquête Leiden 2003
98
26.6 Betrouwbaarheid en nauwkeurigheidsmarges Door per onderscheiden doelgroep een steekproef te nemen, kunnen niet alleen uitspraken worden gedaan over degenen die geënquêteerd zijn, maar (evt. na herweging) ook over de hele populatie waaruit die steekproef is getrokken. Voor een steekproef geldt wel een betrouwbaarheidsmarge, die onder andere afhankelijk is van de steekproefgrootte en het gevonden percentage. Dit betekent dat het resultaat dat gegeven wordt bijvoorbeeld 2, 3 of 4% kan afwijken. Binnen deze zogenaamde nauwkeurigheidsmarge valt de werkelijke waarde voor de totale populatie. De mate van nauwkeurigheid neemt af naarmate het aantal respondenten kleiner is. Een en ander is met name van belang wanneer de vraag slechts door een beperkt aantal respondenten is beantwoord of wanneer de resultaten worden uitgesplitst naar een aantal variabelen (bijv. stadsdeel of leeftijd), waardoor er per onderverdeling slechts een gering aantal respondenten resteert. Doorgaans wordt bij het berekenen van deze marges uitgegaan van 95% betrouwbaarheid. Dit betekent dat als het onderzoek 100 maal herhaald wordt, 95 keer een waarde gevonden wordt die in het berekende interval valt. Onderstaande tabel geeft een beeld van de betrouwbaarheidsmarges bij verschillende steekproefgroottes. Tabel 26.6a: Betrouwbaarheidsmarges bij verschillende steekproefgroottes Steekproefgrootte (+) Marge 1250 1 - 2% 625 3 - 4% 250 4 - 7% 125 5 - 10% 50 8 - 14%
Voorbeeld: Uit de analyse blijkt dat 60% van alle inwoners van Leiden (n=1250) (een beetje) overlast ervaart van hondenpoep. Dit betekent: Tussen de 58% en 62% van de inwoners van Leiden ergert zich aan hondenpoep. Tabel 26.6b: De steekproefaantallen voor de variabelen waarop herweging heeft plaatsgevonden (ongewogen aantallen) Resultaten uit H2+H3+H10 H4+H5+H6 H16+H22+H25 H13+H21 H15+H23 H9+H12 Hoofdstuk…. +H14+H17 +H7+H11+H20 +H24 +H18
H8+H19
TOTAAL
2477
1262
1215
629
633
623
592
Sekse man vrouw
1068 1409
534 728
534 681
262 367
272 361
274 349
260 332
Leeftijd 18-24 25-34
200 510
117 244
83 266
60 122
57 122
35 154
48 112
35-49 50-64 65+
795 690 282
426 340 135
369 350 147
209 162 76
217 178 59
205 162 67
164 188 80
District Midden Noord Zuid
416 690 804
213 339 418
203 351 386
103 164 196
110 175 222
104 178 197
99 173 189
West
567
292
275
166
126
144
131
Stadsenquête Leiden 2003
99
BIJLAGE A: Overzichtskaart Leiden
85
82
84
72
80
71
73
83
81
31 30
74 70
14
60
61
32
20
62
18 10 00
01
51 90
15 11
16 17
02
91
19
12 13
49
03
41
50 54
92
56
40 43
45 44
93
53
52
42 48
46 47
57 0 00 01 02 03 1 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Binnenstad-Zuid Pieterswijk Academiewijk Levendaal-west Levendaal-oost Binnenstad-Noord De Camp Marewijk Pancras-west Pancras-oost D’Oude Morsch Noordvest Havenwijk-noord Havenwijk-zuid Molenbuurt De Waard
2 Stationsdistrict 20 Stationskwartier 3 30 31 32
Leiden Noord Groenoord Noorderkwartier De Kooi
55
5 4 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
Roodenburgerdistrict Meerburg Rijndijkbuurt Professorenwijk-oost Burgemeesterswijk Professorenwijk-west Tuinstadwijk Cronestein Klein Cronestein Roomburg Waardeiland
50 51 52 53 54 55 56 57
Bos- en Gasthuis district Vreewijk Haagweg-noord Gasthuiswijk Fortuinwijk-noord Boshuizen Oostvliet Haagweg-zuid Fortuinwijk-zuid
6 60 61 62
Morsdistrict Transvaalbuurt Lage Mors Hoge Mors
Stadsenquête Leiden 2003
7 70 71 72 73 74
Boerhaavedistrict Pesthuiswijk Houtkwartier Raadsherenbuurt Vogelwijk Leeuwenhoek
8 80 81 82 83 84 85
Merenwijkdistrict Slaaghwijk Zijlwijk-zuid Zijlwijk-noord Merenwijk-centrum Leedewijk-zuid Leedewijk-noord
9 90 91 92 93
Stevenshofdistrict Schenkwijk Kloosterhof Dobbewijk-noord Dobbewijk-zuid
100
BIJLAGE B: VRAGENLIJST
PROFIELVRAGEN Ter afsluiting vragen wij u nog enkele persoonlijke gegevens. A1
Wat is uw leeftijd?_____ jaar
A2
Sekse: ? Man ? Vrouw
A3
Huishoudsamenstelling: ? Alleenstaand ? Twee personen ? Gezin met thuiswonende kinderen ? Alleenstaande ouder met thuiswonende kinderen tot 18 jaar ? Anders, nl ________________________________
A4
Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegere kend?
A5
Postcode: _ _ _ _
A6
Wat is de hoogste schoolopleiding die u met een diploma heeft afgerond? ? Geen onderwijs ? Basisonderwijs (lagere school) ? Lager beroepsonderwijs (LBO, LTS, LEAO, huishoudschool, etc.) ? MAVO (vroegere MULO-A) ? KMBO, leerlingwezen, cursorisch beroepsonderwijs ? Middelbaar beroeps onderwijs (MBO, MTS, verpleegster, etc.) ? HAVO/VWO (vroegere MULO-B, HBS, MMS, Gymnasium) ? HBO (HTS, HEAO, HLS, KMA, PABO, etc.) ? Wetenschappelijk onderwijs (Universiteit) ? Anders, nl.________________________________
A7
Verricht u per week betaalde werkzaamheden? ? Nee, ik verricht geen betaalde werkzaamheden )à ? Ja, ___ uur per week )à
_____ personen
__
Subvragen: zie BLOK E zie blok E
Voor jongeren tot 25 jaar A7A Ben je nog voltijds schoolgaand/studerend? ? ja ? nee
A8
Waar werkt/studeert u? ? Thuis à A10 ? Elders in Leiden ? Buiten Leiden, nl.:_________________(postcode of anders gemeente invullen) ? Geen vast werkadres
Stadsenquête Leiden 2003
101
A9
Hoe verplaatst u zich meestal naar uw werk of studieadres? (Bij meerdere vervoermiddelen: met welk vervoermiddel verplaatst u zich de grootste afstand) ? Lopend ? Fiets ? Snor/bromfiets ? Motor ? Auto ? Bus ? Trein ? Overig ? Nvt
A10 In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie. ? = Euro 800 ? 801-1130 Euro ? 1.131-1.350 Euro ? 1.351- 1.600 Euro ? 1.601- 2.000 Euro ? 2.001- 2.500 Euro ? 2.501- 3.000 Euro ? = 3001 Euro ? Geen antwoord
A11 Bent u of is één van uw ouders buiten Nederland geboren? ? Nee ? Ja à Wie (meerdere antwoorden mogelijk)? ? Uzelf, in _______________________ ? Vader, in _______________________ ? Moeder, in _______________________ ? Geen antwoord
A14 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over een PC? ? Thuis en werk/school ? Alleen thuis ? Alleen op werk/school ? Ergens anders ? Nee à SLOTVRAGEN
A15 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over internet? ? Thuis en werk/school ? Alleen thuis ? Alleen op werk/school ? Ergens anders ? Nee Opmerking: tabellen van vragen A14 en A15 zijn opgenomen in blok D
Stadsenquête Leiden 2003
102
Dit was de laatste vraag. Indien u geïnteresseerd bent in de resultaten van dit onderzoek : deze zullen na de zomervakantie bekend worden gemaakt in de Stadskrant en op de website van de gemeente. Heeft u tot slot nog opmerkingen naar aanleiding van deze enquête? ______________________________________________________________ ______________________________________________________________
Aan ENQUETEUR: ALLEEN ALS MENSEN UIT ZICHZELF AANGEVEN (EEN KORTE SAMENVATTING VAN) DE RESULTATEN TOEGESTUURD TE WILLEN KRIJGEN: NAAM EN ADRES HIERONDER NOTEREN. Deze adresgegevens zullen in een apart bestand worden opgeslagen en dus niet worden gekoppeld aan de gegeven antwoorden. Uw anonimiteit blijft gewaarborgd. NAAM__________________________________ ADRES_______________________________________________________________ POSTCODE_____________
Hiermee bent u aan het eind van deze vragenlijst gekomen. Wij danken u voor uw medewerking.
Stadsenquête Leiden 2003
103
D&P: DIENSTVERLENING GEMEENTE 1.
De gemeente Leiden heeft twee jaar geleden (sept.’ 01) drie servicepunten opgezet waar mensen telefonisch terecht kunnen met vragen over ‘Burgerzaken en Belastingen’, de ‘Woonomgeving’ en ‘Bouwen en Wonen’. Wist u van het bestaan van deze (telefonische) servicepunten? o ja, alle drie bekend o ja, 1 of 2 bekend o nee à 2
1a Heeft u al eens gebeld met een service nummer? o ja à Bent u toen direct geholpen of doorverbonden? o direct geholpen (aspecten a,b,d) o doorverbonden (aspecten a,b,c) Hoe beoordeelde de volgende aspecten van het servicepunt Beoordeling laatste contact gemeente Uitstekend Goed Matig Slecht Geen antw. a. Snelheid opnemen b. Behulpzaamheid personeel c. Correctheid doorverbinden d. Juistheid afhandeling
o
2.
? ? ? ?
? ? ? ?
? ? ? ?
? ? ? ?
? ? ? ?
nee à vraag 2
Bij de aankondigingsbrief heeft u een lijst gekregen met onderwerpen waarvoor u contact kunt hebben gehad met de gemeente of een gemeentelijke instelling. Kunt u aangeven over welke onderwerpen u persoonlijk, telefonisch, schriftelijk of per email contact heeft gehad? En indien u contact heeft gehad, heeft u het contact als uitstekend, goed, matig of slecht ervaren?
Onderwerp Type contact
nr: ___
nr: ___
nr: ___
nr: ___
nr: ____
Beoordeling
Toelichting indien matig/slecht
? ? ? ?
bezoek telefonisch schriftelijk email
? ? ? ?
uitstekend goed matig à slecht à
_________________________
? ? ? ?
bezoek telefonisch schriftelijk email
? ? ? ?
uitstekend goed matig à slecht à
_________________________
? ? ? ?
bezoek telefonisch schriftelijk email
? ? ? ?
uitstekend goed matig à slecht à
_________________________
? ? ? ?
bezoek telefonisch schriftelijk email
? ? ? ?
uitstekend goed matig à slecht à
_________________________
? ? ? ?
bezoek telefonisch schriftelijk email
? ? ? ?
uitstekend goed matig à slecht à
__________________________
Indien in het afgelopen jaar geen enkel contact met gemeente à volgend blok
Stadsenquête Leiden 2003
104
3.
Over welk gemeentelijk onderwerp heeft u het laatst contact gehad? nr: _______
4.
Was dit laatste contact:
5.
Kon u bij het laatste contact gemakkelijk de juiste contactpersoon of afdeling vinden? o ging goed/snel/makkelijk o ging redelijk/even doorvragen, maar lukte wel o moeilijk/ van kastje naar muur gestuurd, maar wel gevonden o niet gevonden/lukte niet
6.
Kunt u aangeven of u de volgende aspecten van dit laatste contact als uitstekend, goed, matig of slecht beoordeelt?
o persoonlijk o telefonisch met één van de servicepunten o telefonisch, maar niet (bewust) met servicepunt o schriftelijk o email
Beoordeling laatste contact gemeente Uitstekend Goed Matig Slecht Geen antw. Behulpzaamheid personeel Vriendelijkheid personeel Correctheid afhandeling van vragen Tempo afhandeling van vragen Wachttijden
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
TRENDVRAGEN Nu volgen drie vragen over uw financiële situatie. Deze vragen worden elk jaar gesteld om te kijken of er verschuivingen optreden in de financiële situatie van de Leidenaars. Dit is van belang voor het bijstandsbeleid van de gemeente. We willen nogmaals benadrukken dat deze enquête anoniem is. 7.
Is de financiële situatie van het huishouden waarin u woont in de afgelopen twaalf maanden verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd? ? Verbeterd ? Gelijk gebleven ? Verslechterd
8.
Moet u door een tekort aan financiële middelen wel eens bezuinigen op eten, kleding of wachten met het betalen van de telefoonrekening of de rekening van het electriciteitsbedrijf? ? Ja ? Nee ? Geen antwoord
9.
Heeft u schulden? (Hiermee bedoelen we geen hypotheek of korte termijn betalingsachterstanden) ? Ja ? Nee ? Geen antwoord
10. [DEZE WORDT ALS LAATSTE VRAAG GESTELD] Voordat we u nog een aantal korte algemene vragen stellen wil ik u vragen of u de dienstverlening van de gemeente, alles overziend, in het afgelopen jaar beter vindt geworden, gelijk vindt gebleven of juist minder vindt geworden? ? Beter, omdat ___________________________________________________ ? Gelijk ? Minder, omdat __________________________________________________ ? Weet niet
Stadsenquête Leiden 2003
105
BLOK B1: BEOORDELING ONDERHOUD 1.
Nu volgen enkele vragen over het onderhoud van een aantal gemeentelijke voorzieningen in uw eigen wijk. Wilt u de inspanningen van de gemeente wat betreft deze voorzieningen beoordelen met uitstekend, goed, matig of slecht? Beoordeling onderhoud gemeentelijke voorzieningen Uitstekend Goed Matig Slecht Geen antw.
A. Onderhoud groen in uw wijk B. Vegen van straten en wegen in uw wijk C. Onderhoud straten en wegen in uw wijk D. Beperking overlast door werkzaamheden in uw wijk E. Ophalen van vuilnis in uw wijk
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
BLOK B2: BEOORDELING VERLOEDERING
1.
In hoeverre heeft u in uw wijk overlast van de volgende voorvallen? U kunt antwoorden met helemaal niet, een beetje, behoorlijk wat, ernstig of zeer ernstig. Helemaal niet
Een beetje
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
A. Vernieling van telefooncellen en bushokjes in uw wijk B. Grafitti in uw wijk C. Wildplakken van posters of pamfletten in uw wijk D. Hondenpoep in uw wijk E. Rommel op straat in uw wijk
Behoorlijk wat ? ? ? ? ?
Ernstig
Zeer ernstig
? ? ? ? ?
? ? ? ? ?
1extra. Zijn er in uw wijk watergangen, zoals sloten, vijvers, grachten, singels of andere waterpartijen in de openbare ruimte? q ja à vraag 1f,g q nee à vraag 2 1 vervolg: In hoeverre heeft u in uw wijk overlast van …
F. Drijfvuil op water in uw wijk G. Onderhoud van watergangen, zoals vijvers, grachten en singels in uw wijk
2.
Helemaal niet
Een beetje
Behoorlijk wat
Ernstig
Zeer ernstig
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
[Indien een beetje of meer overlast van grafitti]. U gaf aan in meer of mindere mate overlast te hebben van grafitti. Ik noem u nu een aantal plaatsen. Kunt u aangeven of het op deze plaatsen in uw wijk voorkomt? A. Winkels/bedrijfspanden B. Woningen C. Straatmeubilair en elektriciteitskasten D. Tunnels E. Bruggen F. Op andere plaatsen__________________
ja ? ? ? ? ? ?
Stadsenquête Leiden 2003
nee ? ? ? ? ? ?
weet niet/n.v.t. ? ? ? ? ? ?
106
3.
[Indien een beetje of meer overlast van wildplakken]. U gaf aan in meer of mindere mate overlast te hebben van wildplakken. Ik noem u nu een aantal plaatsen. Kunt u aangeven of het op deze plaatsen in uw wijk voorkomt? A. Winkels/bedrijfspanden B. Woningen C. Straatmeubilair en elektriciteitskasten D. Tunnels E. Bruggen F. Op andere plaatsen__________________
4.
nee
weet niet/n.v.t.
? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ?
[Indien behoorlijk wat of meer overlast van rommel op straat]. U gaf aan in meer of mindere mate overlast te hebben van rommel op straat. Ik noem u nu een aantal plaatsen. Kunt u aangeven of het op de volgende manieren in uw wijk voorkomt?
A. Los zwerfvuil B. Op verkeerd tijdstip aangeboden vuilniszakken C. Kapotte vuilniszakken D. Rommel rondom containers E. Rommel rondom scholen F. Rommel in grachten
5.
ja
ja
nee
weet niet/n.v.t.
? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ?
[Indien behoorlijk wat of meer overlast van hondenpoep]. U gaf aan in meer of mindere mate overlast te hebben van hondenpoep. Ik noem u nu een aantal plaatsen. Kunt u aangeven of het op deze plaatsen in uw wijk voorkomt? Last van hondenpoep … A. Voor de eigen deur B. Op de stoep C. Op straat D. Op kinderspeelplaatsen E. In het park op het gras F. In het park op de paden G. Rondom losstaande bomen op straat
ja
nee
weet niet/n.v.t.
? ? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ? ?
? ? ? ? ? ? ?
Vraag 6 aan 500 respondenten Bij de volgende vraag willen wij er u nogmaals op wijzen dat dit een anoniem onderzoek is. 6.
Eén van de oorzaken van zwerfvuil op straat is dat mensen zelf papiertjes of blikjes op straat gooien. Doet u dit ook wel eens? o ja à Doet u dit omdat anderen het ook doen, de gemeente het toch wel opruimt of denkt u er niet zo bij na? o anderen doen het ook o de gemeente ruimt het toch wel op o denk er niet bij na o te weinig afvalbakken o anders, namelijk: ____________________________ Wat zou er moeten gebeuren dat u dit in de toekomst niet meer doet? __________________________________________________ o nee
Stadsenquête Leiden 2003
107
BLOK C: BIBLIOTHEEK De volgende vragen gaan over de Openbare Bibliotheek in Leiden. 1.
Hoeveel leden van uw huishouden van 16 jaar of ouder, inclusief uzelf, hebben een lenerspas van de bibliotheek? ? Geen ? 1 persoon ? 2 personen ? 3 personen ? 4 personen of meer ? Weet ik niet
2.
Bezoekt u zelf wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek? ? Ja à Leent u ook wel eens materialen? Zo ja, op wiens kaart? ? Ja, op mijn eigen kaart ? Ja op kaart van een huisgenoot ? Ja, en ik leen op kaart van iemand anders dan huisgenoot ? Ja, anders nl. _____________________________ ? Nee, maar ik leen er nooit ? Nee, ik kom er nooit à Waarom bezoekt u de bibliotheek nooit? ? Collectie onvoldoende ? Openingstijden zijn onvoldoende ? Bibliotheek ver weg ? Geen tijd ? Onbekend met bibliotheek ? Ik lees nooit of weinig ? Ga naar andere bibliotheek ? Ik koop boeken ? Andere reden, nl _______________ à Volgende blok
3.
Welke vestiging bezoekt u het meest, en welke nog meer? Meest 1. Centrale Bibliotheek, Nieuwstraat 4 2. Filiaal Stevenshof, T. Terwindstraat 6 3. Filiaal Merenwijk, Rosmolen 4 4. Uitleenpost Cornelis Joppensz, Oppenheimstraat 6a 5. Uitleenpost Haagwijk, Beethovenlaan 2 6. Uitleenpost Zorgcentrum Robijnhof, Robijnhof 1 7. Uitleenpost Zorgcentrum Rijn en Vliet, A. Noorderwierlaan 1 8. Uitleenpost Zijloever, Lage Rijndijk 129 9. Jeugdbus (diverse standplaatsen in Leiden) 10. Vestiging ’t Spoortje, Bernhardkade 38
4.
bezocht Ook genoemd ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Hoe vaak bezoekt u 1 of meer vestigingen van de Openbare Bibliotheek in Leiden? ? Eens per week of vaker ? Minder dan eens per week maar vaker dan 1x per maand ? 1x per maand of minder
Stadsenquête Leiden 2003
108
5.
Is de belangrijkste reden voor uw bezoek uw studie, werk, ontspanning, algemene ontwikkeling of het ontmoeten van mensen? ? Studie ? Werk ? Ontspanning ? Algemene ontwikkeling ? Ontmoeten van mensen
6.
Maakt u gebruik van de volgende diensten van de bibliotheek? Ja Nee Lenen boeken ? ? Lenen cd's, video's, cd-rom ? ? Lezen kranten/ tijdschriften ? ? Zoeken naar specifieke informatie ? ? Internet ? ? Inlichtingenservice ? ? Materialen, informatie voor kinderen ? ? Leescafé ? ? Cursussen ? ?
7.
Er zijn verschillende redenen om de bibliotheek te bezoeken. Kunt u aangeven of u de volgende aspecten erg belangrijk, gewoon belangrijk of niet zo belangrijk vindt?
Aanwezigheid compleet assortiment Een overzichtelijke inrichting Een goede bereikbaarheid De (juiste) openingstijden Een goede service
8.
Gewoon belangrijk ? ? ? ? ?
Niet zo belangrijk ? ? ? ? ?
Weet niet ? ? ? ? ?
Kunt u de vestiging die u het meest bezoekt met een rapportcijfer beoordelen op de volgende aspecten. Aanwezigheid compleet assortiment Een overzichtelijke inrichting Een goede bereikbaarheid De openingstijden Een goede service
9.
Erg belangrijk ? ? ? ? ?
__ __ __ __ __
Wilt u een van deze punten toelichten of een andere opmerking maken over de bibliotheek? _______________________________________________________________________
Stadsenquête Leiden 2003
109
BLOK D: GEMEENTELIJKE WEBSITE
A14 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over een PC? ? Thuis en werk/school ? Alleen thuis ? Alleen op werk/school ? Ergens anders ? Nee à STOP A15 Heeft u thuis en/of op uw werk/school de beschikking over internet? ? Thuis en werk/school ? Alleen thuis ? Alleen op werk/school ? Ergens anders ? Nee à STOP
1.
Hoe vaak maakt u gebruik van internet en email? q dagelijks q enkele malen per week q wekelijks q enkele malen per maand q maandelijks q enkele malen per jaar q nooit à STOP
2.
Op welke plaatsen (meerdere antwoorden mogelijk) maakt u gebruik van internet? thuis ja/nee op het werk ja/nee op school/universiteit ja/nee in de bibliotheek ja/nee in het buurthuis ja/nee ergens anders, nl: ______ ja/nee
3.
Welke internetmogelijkheden gebruikt u wel eens? e-mail ja/nee informatie zoeken op websites ja/nee chatten ja/nee bestellen/ kopen van producten ja/nee anders, nl: _____________________ ja/nee
4.
Kent u de gemeentelijke website www.leiden.nl? o ja à vraag 5 o nee à STOP
5.
Heeft u deze website wel eens bezocht? o ja à Hoe vaak in de afgelopen 12 maanden? ___ keer o nee à STOP
Stadsenquête Leiden 2003
110
6.
Kunt u in enkele woorden aangeven of uw eerste reactie op de website positief of negatief is en waarom? positief, omdat _____________________________________________ negatief, omdat _____________________________________________
7.
Bezoekt u deze site voornamelijk voor gemeentelijke informatie (digitaal stadhuis) of meer voor recreatieve/toeristische informatie, zoals uitgaan, cultuur of parkeren? o gemeente o recreatieve/toeristische informatie o beide even veel o alleen even ingekeken, nieuwsgierig o anders, nl _____
8.
Over welke onderwerpen verwacht u informatie te vinden op de website van de gemeente Leiden? (NIET HELPEN, MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK) _________________________________________________________________________
9.
Vindt u de huidige gemeentelijke website ….. ja o o
nee o o
weet niet o o
d. overzichtelijk
o o
o o
o o
e. interessant
o
o
o
a. informatief b. volledig c. prettig leesbaar
Stadsenquête Leiden 2003
111
BLOK E: ARBEIDSMARKTBELEID Let op: deels overlap met profielvragen (A7,A8) en subvragen van A7 uit 2002 nu E5+E7 Dit blok alleen voorleggen aan 65-minners!!! 1.
Heeft u een baan van 12 uur of meer per week? o Ja à vraag 2 o Nee à vraag 5
Werkenden 2. Heeft u een vast of tijdelijk dienstverband? o vast dienstverband, contract voor onbepaalde tijd o tijdelijk dienstverband o baan via een uitzendbureau 3.
Waar werkt u? o thuis o elders in Leiden o in Leidse regio (Alkemade, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten, Zoeterwoude) o buiten Leidse regio à Zou u liever in de Leidse regio wilen werken? o geen vast werkadres o ja à Doet u daar ook pogingen voor? o nee o ja o maakt niet uit o nee
4.
Het afgelopen jaar gaat het minder goed met de economie in Nederland en daarmee met de werkgelegenheid. Bent u bang in het komende jaar uw baan te verliezen? o ja à Wat voor soort werk doet u? _______________ o nee à volgend blok
Nietwerkenden 5. U heeft aangegeven geen betaalde baan te hebben. Heeft u zelf een uitkering (dus niet via partner)? o ja, bijstandsuitkering (ABW, Sociale Dienst) o ja, WW (werkloosheid) o ja, AAW//WAO (arbeidsongeschiktheid) o ja, VUT/pre-pensioen e.d. o ja, studiefinanciering o nee 6.
Heeft u in het verleden een baan gehad van meer dan 12 uur per week? o ja à Hoe lang werkt u niet meer? o < ½ jaar o ½ - 1 jaar o > 1 jaar o > 2 jaar o nee
7.
Zou u wel (weer) willen werken? o ja à Doet u hier ook pogingen voor? o nee o ja à Wat zijn de hobbels? ___________________________ Wat voor soort werk zoekt u? ___________________ o nee à Waarom niet? ____________________________
als vraag 7=nee 8. Heeft u in de afgelopen 12 maanden een opleiding afgerond of beëindigd? o ja o nee
Stadsenquête Leiden 2003
112
BLOK F: OVERLAST DOOR ALCOHOL- EN DRUGSVERSLAAFDEN / DAK- EN THUISLOZEN 1.
Ervaart u in uw wijk overlast van alcohol- en drugsverslaafden of dak- en thuislozen? U kunt antwoorden met helemaal niet, een beetje, behoorlijk wat, ernstig of zeer ernstig. o ja, zeer ernstig o ja, ernstig o ja, behoorlijk wat o ja, een beetje o nee, helemaal niet
2.
Op welke plaatsen ervaart u deze overlast met name? _______________________________________________
3.
Kunt u in enkele woorden aangeven op welke manier u deze overlast ervaart? _______________________________________________
BLOK G: FIETSGEBRUIK
De volgende vragen gaan over het gebruik van vervoermiddelden binnen Leiden. 1.
Hoe vaak maakt u gebruik van de fiets? o nooit, ik heb geen fiets à volgend blok o nooit, ik heb wel een fiets à volgend blok o enkele malen per jaar o eens per maand o wekelijks o (vrijwel) dagelijks o anders, te weten …………………..
2.
Met welk doel gebruikt u de fiets met name, en waarvoor nog meer? (meerdere mogelijkheden, niet helpen)
naar werk/school boodschappen doen/winkelen naar hobby/cursus/uitgaan naar familie/vrienden om tochtjes te maken anders, te weten …………………..
met name o o o o o o
Stadsenquête Leiden 2003
nog meer o o o o o o
113
3.
Wat zijn bij normale weersomstandigheden redenen om voor sommige ritten binnen Leiden wel voor de fiets te kiezen en voor andere ritten juist niet? a. Wel voor fiets (niet helpen) o gezondheid/ beweging o parkeerproblemen bestemming o sneller o mooie route o milieuoverwegingen o geen alternatief (heeft geen auto of slechte verbinding OV) o kosten o anders, nl_______________
4.
b. Niet voor fiets (niet helpen) o hoeveelheid boodschappen/bagage o afstand o onveiligheid route o haast, moet er snel zijn o anders, nl_______________
Spelen voor ritten binnen Leiden de afstand en de route mee indien u twijfelt of u wel of niet de fiets zal nemen? a. afstand o ja, bij welke afstand kiest u meestal nog wel voor de fiets? o nee
__________________
b. route die u binnen Leiden aflegt o ja, wat is een reden om niet met de fiets te gaan?___________________________ o nee
5.
Ik ga u een aantal mogelijke ergernissen opnoemen die u kunt tegenkomen bij het gebruik van de fiets. Ik vraag u of u deze ergernissen als fietser in Leiden vaak, regelmatig, soms of eigenlijk nooit tegenkomt. [Deze lijst wordt in tweeën geknipt, elk aspect door ca. 200 fietsers wordt beoordeeld]. ERGERNISSEN
vaak
regelmatig
soms
nooit
a.
veel omrijden
o
o
o
o
b.
slechte bewegwijzering
o
o
o
o
c.
ontbreken straatnaamborden
o
o
o
o
d.
gedrag van andere weggebruikers
o
o
o
o
e.
hobbelig wegdek
o
o
o
o
f.
krappe bochtjes
o
o
o
o
g.
te vaak en te lang wachten bij verkeerslichten
o
o
o
o
h.
geen voorrang krijgen als je het wel hebt
o
o
o
o
i.
geen voorrang op hoofdroutes
o
o
o
o
j.
fietspaden ontbreken
o
o
o
o
k.
fietspaden of stroken te smal
o
o
o
o
l.
auto’s op fietspaden of stroken
o
o
o
o
m.
plassen op het wegdek
o
o
o
o
n.
gladheid [bestrijding, eerst de rijbaan, dan het fietspad]
o
o
o
o
o.
diefstal
o
o
o
o
p.
afwezigheid van fietsenrekken
o
o
o
o
q.
geluid- en stankhinder
o
o
o
o
r.
route sociaal onveilig
o
o
o
o
Stadsenquête Leiden 2003
114
BLOK H: LEIDEN RUIMT OP! De volgende vragen gaan over Leiden ruimt op! Onder de noemer Leiden ruimt op! wordt de stad gedurende drie jaar extra schoongemaakt en opgeruimd. Zo zijn er bijv. meer prullenbakken geplaatst, wordt er vaker geveegd en geleegd in de binnenstad, wordt er vaker afval uit de grachten gevist en wordt de illegale dumping van grof afval bij wijkcontainers aangepakt. 1.
Heeft u wel eens van dit project gehoord? o ja, kent naam à Hoe bent u hier mee bekend geraakt? (meerdere antwoorden mogelijk) q Stadskrant q Kabelkrant q Leids dagblad q Huis aan huis blad q Bewonersbrieven q Bewonersavonden q Wijkinformatiemarkten q Wijkplannen q Gemeentewijzer q Internet q anders o nee, kent naam niet, maar ziet dat de gemeente er mee bezig is o nee à vraag 3
2.
Gaat u als gevolg van dit project anders met uw afval om? q Ja à Kunt u een voorbeeld noemen? __________________________________ q Nee à Waarom niet? ____________________________________
3.
Vindt u dat de stad (dankzij de activiteiten van Leiden Ruimt Op!) in het afgelopen jaar ook schoner is geworden? q Ja q Nee
BLOK I: HUISARTS
1.
Bent u als patiënt ingeschreven bij een huisarts in Leiden? q ja q nee à Bent u actief op zoek naar een huisarts in Leiden? o ja o nee, heb huisarts buiten Leiden o nee, niet actief op zoek, maar zou wel een huisarts in Leiden willen o nee, heeft geen eigen huisarts maar ook niet op zoek
Stadsenquête Leiden 2003
115
BLOK J: TELEFONISCHE HULPDIENST
Als burger kunt u bij problemen bellen met de SOS telefonische Hulpdienst. We hebben een drietal vragen over de bekendheid van deze hulpdienst. 1.
Kent u de SOS telefonische Hulpdienst, al is het alleen van naam? o ja, alleen van naam o ja, wel eens wat over gehoord o nee
2.
Kunt u enkele redenen noemen waarvoor u denkt dat ze gebeld kunnen worden? (spontaan, niet helpen) o vragen over relatieproblemen o vragen over eenzaamheid o vragen over gezondheid o maatschappelijke vragen o financiële vragen o informatieve vragen o vragen over verslaving o vragen over seksueel geweld o vragen over seksualiteit o algemene psychische problemen o anders, nl ______________________ o kan niets noemen
De SOS Telefonische hulpdienst is een telefoonlijn, gerund door vrijwilligers. Iedereen die ergens mee zit kan er naar toe bellen. Dit kunnen vragen zijn over relaties, gezondheid, seksueel geweld of bijvoorbeeld maatschappelijke vragen. 3.
Weet u op welk nummer u ze kunt bellen? o ja (0900-0767) o nee à Waar zou u het telefoonnummer opzoeken? _________________
Stadsenquête Leiden 2003
116
BLOK K: ARMOEDE De volgende vragen gaan over de financiële positie van de burgers van Leiden. De resultaten hiervan zijn van belang voor de gemeeente om de juiste beleidsbeslissingen te kunnen nemen en daarmee de burgers die dat nodig hebben financieel te kunnen ondersteunen. We wijzen u er nogmaals op dat de door u gegeven antwoorden anoniem zijn. 1.
We willen graag weten hoe moeilijk of gemakkelijk uw huishouden kan rondkomen met het totale huishoudinkomen? q zeer moeilijk q moeilijk q komt net rond q gemakkelijk q zeer gemakkelijk
2.
Het komt vaak voor dat mensen geld lenen voor bepaalde uitgaven. Ik noem hierna een aantal vormen van geld lenen. Wilt u aangeven of u daar in de afgelopen 12 maanden gebruik van heeft gemaakt? (meerdere antwoorden mogelijk) q op afbetaling gekocht bij postorderbedrijf of winkels q rood staan bij bank of giro q persoonlijke lening of doorlopend krediet q lening bij vrienden of familie q lening in het kader van de studiefinanciering q andere lening (geen hypotheek voor huis)
3.
Is bij de betaling van de aflossing van één of meer van deze schulden OF bij de betaling van uw vaste lasten in de laatste 12 maanden een achterstand ontstaan? q ja q nee à ga verder bij vraag 7
4.
Zo q q q q q q
ja: om welke schulden ging het (meerdere antwoorden mogelijk) op afbetaling gekocht bij postorderbedrijf of winkels rood staan bij bank of giro persoonlijke lening of doorlopend krediet lening bij vrienden of familie lening in het kader van de studiefinanciering andere lening (geen hypotheek voor huis)
… q q q q q q 5.
of om welke vaste lasten ging het (meerdere antwoorden mogelijk) huur hypotheek energie en waterbedrijf belastingen verzekeringen andere betalingsachterstanden
Wanneer heeft uw huishouden voor het eerst te maken gekregen met deze betalingsachterstanden? q in de afgelopen 6 maanden q 6-12 maanden geleden q 1-2 jaar geleden q 2-5 jaar geleden q >=5 jaar geleden
Stadsenquête Leiden 2003
117
6.
Heeft uw huishouden in verband met een betalingsachterstand hulp gezocht bij hulpverlenende instanties? (bijvoorbeeld de Sociale Dienst, het Maatschappelijk Werk, of de Kredietbank) q ja à namelijk bij ______________________________(naam organisatie) Bent u daar geholpen met uw financiële problemen? q ja, goed q ja, matig/gaat wel q nee q nee
7.
Heeft uw huishouden OP DIT MOMENT te maken met betalingsachterstanden? q ja à Denkt u dat uw huishouden zonder hulp van andere personen of instellingen deze betalingsachterstand(en) kan oplossen? q ja, binnen 3 maanden q ja, dat duurt 3 tot 6 maanden q ja, dat duurt 6 tot 12 maanden q ja, dat duurt meer dan een jaar q nee, mijn huishouden kan dat niet zonder hulp oplossen q weet niet q nee
De volgende vragen gaan over de Stadsbank Leiden, gevestigd aan de Breestraat. 8. Kent u de Stadsbank van naam? q ja à Weet u waarvoor u bij de Stadsbank terecht kunt? (doorvragen, meerdere antwoorden mogelijk) q schuldbemiddeling/schuldsanering/budgetbeheer q geld lenen/doorlopend krediet q goedkoper/flexibeler dan andere banken q voor lagere inkomens q anders, nl: ____________________________ q nee, weet het niet Heeft u er wel eens gebruik van gemaakt? q ja à Was u tevreden met de dienstverlening? q nee o ja q nee o nee, omdat: ______________________________
Mensen die nog nooit gebruik hebben gemaakt van de Stadsbank: 9. Bij de Stadsbank kunt u terecht voor financieel advies, leningen en voor hulp bij het oplossen van schulden en budgetbeheer. Nu u dit weet, denkt u hier in de toekomst gebruik van te gaan maken? q ja, zeker q ja, misschien q nee à Waarom niet? ____________________________________________
Stadsenquête Leiden 2003
118
[Aan alle 2 deel enquêtes] De gemeente Leiden voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. 10. In welke klasse valt het gezamenlijk netto (= schoon) inkomen van uw huishouden? Uitkeringen, pensioengelden, alimentatie en dergelijke zijn ook inkomen. Niet meegerekend worden: vakantiegeld, kinderbijslag en huursubsidie. ? = Euro 800 ? 801-1130 Euro ? 1.131-1.350 Euro ? 1.351- 1.600 Euro ? 1.601- 2.000 Euro à volgend blok ? 2.001- 2.500 Euro (fl. 4.401 – 5.400) à volgend blok ? 2.501- 3.000 Euro (fl. 5.401 – 6.400) à volgend blok ? = 3001 Euro (>fl. 6.401 en meer per maand) à volgend blok ? Geen antwoord de inkomensvraag wordt hier gesteld zodat we alleen aan de potentiele doelgroep de inkomensondersteunende regelingen voorleggen, tenslotte: iemand met een hoog inkomen heeft hier toch niets mee te maken!
11. Bent u degene die de financiële zaken regelt in uw huishouden? q ja q nee 12. Kunt u aangeven of u de volgende inkomensondersteunende regelingen kent en hier het afgelopen jaar een beroep op heeft gedaan? Zo nee: Waarom maakt u hier geen gebruik van? Regeling
Kent u de Gebruikt regeling? in afgel. 12 mnd?
Kwijtschelding Gemeentelijke Belastingen Huishoudens met een lager inkomen en weinig vermogen kunnen kwijtschelding aanvragen van gemeentelijke belastingen, zoals de onroerend zaakbelasting en de afvalstofheffing
o ja –> o nee
o ja o nee –>
Bijzondere Bijstand o ja à o nee Regeling voor mensen met een wat lager inkomen, om extra noodzakelijke uitgaven te bekostigen die niet van het maandelijkse inkomen kunnen worden betaald (NB: dit is niet gelijk aan de gewone bijstandsuitkering!!!)
o ja o nee –>
De Declaratieregeling o ja à Is bedoeld voor minima, en geeft een o nee gedeeltelijke of volledige vergoeding voor sport/cultuur/bibliotheek/NS, e.d.. Voor sommige groepen is het ook mogelijk te kiezen voor een eenmalige bijdrage.
o ja o nee à
Redenen geen gebruik (1 antwoord kiezen)
Waarom niet? o ik kom hier niet voor in aanmerking o ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen o te veel moeite om aan te vragen o ik wil dit niet aanvragen o anders, nl: _____________________________
Waarom niet? o ik kom hier niet voor in aanmerking o ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen o te veel moeite om aan te vragen o ik wil dit niet aanvragen o anders, nl: ___________________________ Waarom niet? o ik kom hier niet voor in aanmerking o ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen o te veel moeite om aan te vragen o ik wil dit niet aanvragen o anders, nl: ____________________________
Stadsenquête Leiden 2003
119
Collectieve Aanvullende o ja à Ziektekostenverzekering (AV-Speciaal) o nee Uitgebreid pakket vergoedingen van ziektekosten die niet door het basispakket ziekenfonds worden vergoed (bv. bril, lenzen, tandarts)
o ja o nee à
De Woonlastenregeling Minima o ja à Tegemoetkoming in woonlasten o nee bovenop huursubsidie voor minima die meer dan 20% van hun inkomen aan woonlasten moeten uitgeven
o ja o nee à
Waarom niet? o ik kom hier niet voor in aanmerking o ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen o te veel moeite om aan te vragen o ik wil dit niet aanvragen o anders, nl: ___________________________ Waarom niet? o ik kom hier niet voor in aanmerking o ik weet niet hoe ik dit moet aanvragen o te veel moeite om aan te vragen o ik wil dit niet aanvragen o anders, nl: ____________________________
13. Heeft u zojuist informatie gehoord over bovenstaande regelingen, waardoor u mogelijk bij de gemeente informatie gaat inwinnen over deze inkomensondersteunende regelingen? q ja à namelijk: ____________________________ q nee Eventuele extra toelichting: ___________________________________________
BLOK L: VOLWASSENEN-EDUCATIE (VOOR MENSEN > 25 jaar) De volgende vragen gaan over de behoefte aan volwassenenonderwijs. 1.
Het ROC, dit is het Regionaal OpleidingsCentrum, biedt diverse mogelijkheden voor volwassenonderwijs. Wist u dit? q ja q nee
2.
Heeft u na uw 25 jaar een opleiding of volwassenen-onderwijs gevolgd? q ja à Wat heeft u gedaan? __________________________ q nee à Heeft u er wel eens over nagedacht? q ja à Waarom toch niet gedaan? _____________________ q nee
3.
Het ROC is plannen aan het maken welke opleidingen en cursussen ze volgend jaar zullen aanbieden. Als we u spontaan vragen, heeft u dan een idee wat u zou willen doen? o ja, namelijk: _____________________________________ o nee
e
Stadsenquête Leiden 2003
120
4.
Nu noem ik een aantal cursussen en opleidingen die zowel schriftelijk als op locatie kunnen worden gegeven. Kunt u aangeven of u zeker, misschien of zeker geen interesse heeft om deze te gaan volgen? (NB: het gaat hier niet om zo maar een cursus, maar om een opleiding die u kunt gebruiken voor uw werk of algemene ontwikkeling) Als (misschien) interesse à Waar denkt u aan, en zou u de lessen van deze opleiding liever overdag of ’s avonds willen volgen? Soort opleiding
Interesse?
a.
o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet o ja, interesse à o misschien à o nee, zeker niet
b.
Middelbare schoolopleiding, zoals VMBO (vroegere MAVO), HAVO, VWO Beroepsgerichte opleiding
c.
Universitaire opleiding
d.
Een buitenlandse taal
e.
Nederlandse taalles
f.
Een gerichte opleiding voor vrijwilligerswerk
g.
Een specifieke cursus voor 55plussers
Waar denkt u aan?
Tijdstip lessen o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk overdag ’s avonds schriftelijk
BLOK M: BURGERZAKEN De volgende vragen gaan over de afdeling Burgerzaken op het Stadhuis. U kunt hier terecht voor zaken als het aanvragen van een paspoort, een rijbewijs en bijv. voor een uittreksel uit het bevolkingsregister. 1.
De afdeling Burgerzaken is sinds ruim een jaar dagelijks een uur langer open tot 16.00 uur en donderdag doorlopend van 8.30-20.00 uur. Wist u dit? ? Ja ? Nee
2.
Vindt u dat de huidige openingstijden u voldoende gelegenheid bieden om uw zaken bij de afdeling Burgerzaken te regelen? ? Ja ? Nee à Waarom niet? _________________________________________________
3.
Wat is voor u een prettig moment in de week om langs te komen? Dag: maandag/dinsdag/woensdag/donderdag/vrijdag/zaterdag/1 v.d. werkdagen Tijdstip: 8-10/10-12/12-14/14-16/16-18/18-20 uur
Stadsenquête Leiden 2003
121
4.
Heeft u de afdeling Burgerzaken in de afgelopen twaalf maanden bezocht? ? Ja à Waarvoor? ? Paspoort/Europese identiteitskaart ? Geboorteaangifte ? Adreswijziging ? Uittreksel burgerlijke stand/bevolkingsregister ? Rijbewijs ? Ondertrouw/huwelijk ? Anders, nl.:___________________________ Hoe lang moest u de laatste keer wachten, voordat u geholpen werd? ___ minuten Vond u deze wachttijd acceptabel? ? Ja ? Nee Wat vindt u een acceptabele wachttijd? ?
____ minuten
Nee
Om uw wachttijden te verminderen, kan Burgerzaken u op afspraak helpen. Hiervoor moet u dan wel van tevoren bellen met de servicelijn om een afspraak te maken. 5. Zou u in de toekomst de voorkeur geven aan het maken van een afspraak of blijft u waarschijnlijk langs gaan zonder afspraak, met kans op een langere wachttijd? ? Vooraf afspraak maken ? Zonder afspraak langsgaan 6.
Op dit moment is het alleen mogelijk een afspraak te maken voor het aanvragen van een reisdocument. Voor welke produkten zou u graag ook een afspraak willen maken? (Enq: max 1 antwoord, probeer mensen te laten kiezen. Pas als dat niet lukt de optie: ‘allemaal’ of ‘weet niet’ gebruiken) q geen enkele q geboorte aangifte q adreswijziging q uittreksel burgerlijke stand/bevolkingsregister q rijbewijs q ondertrouw/huwelijk q voor alles q anders, namelijk: ________________________ q weet niet
Stadsenquête Leiden 2003
122
BLOK O: VRIJWILLIGERS De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk. Het gaat hierbij niet alleen om zorg of dienstverlening, maar ook om bijvoorbeeld bardiensten bij een vereniging, schrijven voor een clubkrantje, lid zijn van een bestuur, hulp op school of activiteiten voor een kerk. Om u hierbij op weg te helpen heeft u een bijlage thuisgestuurd gekregen met een opsomming van verenigingen en organisaties. 1.
Doet u zelf vrijwilligers werk? o ja à Bij wat voor type organisatie(s)? (Zie lijst)nr: ____nr: ____ nr: ____ nr: ____ o nee à vraag 11 BIJLAGE ouderenorganisatie jongerenorganisatie migrantenorganisatie vrouwenorganisatie sportvereniging organisatie voor zorg en dienstverlening mantelzorg zelfhulporganisatie kerkelijke of levenbeschouwelijke organisatie culturele organisatie (incl. muziekverenigingen, koren e.d.) politieke en/of campagneorganisatie vakvereniging bewonerscommissie/ buurtvereniging club- en buurthuiswerk kinderopvang/ peuterwerk school/ onderwijs actiegroep/ belangenorganisatie hobbyclub
2.
Bent u in deze organisatie(s) meer bestuurlijk, coördinerend of uitvoerend bezig? (meerdere antw. mogelijk) o bestuurlijke taken o coördinerende/ leidinggevende taken o uitvoerende taken
3.
Hoeveel uur per week besteedt u hier in totaal gemiddeld aan? o minder dan 2 uur o 2-5 uur o 6- 10 uur o 10– 20 uur o 21 uur en meer
4.
Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste motieven zijn om vrijwilligerswerk te doen? (max. 2 antw) q idealisme q betrokkenheid bij de medemens q maatschappelijke bewogenheid q praktisch, iets doen wat je kan, waar je goed in bent q liefhebberij q bezig zijn q behoefte aan gezelschap, sociale contacten q carriere q integratie Nederlandse samenleving q Nederlandse taal leren spreken q anders, namelijk: _________________________
Stadsenquête Leiden 2003
123
5.
Verricht u het vrijwilligerswerk in of buiten de gemeente Leiden? q in de gemeente q buiten de gemeeente q in en buiten de gemeente
6.
Hoe bent u bij deze organisatie(s) terecht gekomen? q ik was lid van de organisatie q via via, eigen netwerk q via krant, lokale omroep, wijkblaadje q via clubblad van die organisatie(s)/ via andere (vrijwilligers)organisaties q via Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS (voorheen VrijwilligersCentrale) q via kennissen/vrienden q anders, namelijk _____________________________
7.
Komt u wel eens problemen tegen bij de uitvoering van uw vrijwilligerswerk? (meerdere antwoorden mogelijk) q nee, ik ervaar geen problemen q afspraken worden vaak niet nagekomen q er zijn regelmatig problemen met mijn collega-vrijwilligers q ik heb het gevoel dat er te weinig met andere organisaties wordt samengewerkt q ik mis een goede begeleiding q ik mis opleidingsmogelijkheden q er zijn onvoldoende mogelijkheden om mijn onkosten vergoed te krijgen q ik mis waardering voor mijn werk q het kost mij meer tijd dan ik wil q er zijn te weinig vrijwilligers q voor het werk zijn kwaliteiten vereist die ik eigenlijk onvoldoende in huis heb q de faciliteiten om het werk te doen zijn niet goed (bijv. huisvesting, materiaal enz.) q ik mis mogelijkheden voor kinderopvang q ik heb problemen met mijn uitkering q ik mis een verzekering q anders, namelijk________________________
8.
Heeft u bij het lezen van de bijlage nieuwe vrijwilligerswerk-ideeën opgedaan, waar u niet stil bij heeft gestaan? o ja, kunt u een voorbeeld noemen? __________________________________ o nee
9.
Heeft u behoefte aan een opleiding voor het vrijwilligerswerk dat u nu doet? Hierbij kunt u denken aan een financiële opleiding, computercursus, promotiecursus, fondsenwerving, ARBO, juridische cursus, enz. o ja à namelijk: (maximaal 1 noemen) o financiële opleiding o computercursus o promotie o fondsenwerving o ARBO o juridisch o anders, namelijk: _____________________ o nee
Stadsenquête Leiden 2003
124
10.
Heeft u zelf het idee dat u voldoende op de hoogte bent van de diversiteit aan functies die binnen deze sectoren mogelijk zijn? o ja o nee
11.
Zou u bereid zijn in de nabije toekomst (nog ander) vrijwilligerswerk te gaan doen? o ja à Denkt u dan eerder aan bestuurlijke taken, coördinerende/ /leidinggevende taken of aan uitvoerende taken? (meer antwoorden mogelijk) o bestuurlijke taken o coördinerende / leidinggevende taken o uitvoerende taken à
Hoeveel uur zou u hier gemiddeld p. wk. (extra) voor vrij kunnen/willen maken? o minder dan 2 uur o 2- 5 uur o 6- 10 uur o 10- 20 uur o 21 uur of meer
à
Dit is een anonieme enquête. Maar als u toestemming geeft, kunnen we er voor zorgen dat we alleen uw naam en adres doorgeven aan de gemeente. Zij zullen u dan vrijblijvend een folder toesturen met de mogelijkheden. Wilt u hiervan gebruik maken? o ja o nee
o nee
12.
Kent u het Steunpunt Vrijwilligerswerk/WAVeS - voorheen de Vrijwilligerscentrale genoemd - en heeft u wel eens gebruik gemaakt van haar diensten? Bekend Gebruik o Steunpunt Vrijwilligerswerk bekend o ja o Steunpunt Vrijwilligerswerk niet bekend, Vrijwilligerscentrale wel o nee o geen van beide bekend
Stadsenquête Leiden 2003
125
BLOK S: MILIEU De volgende vragen gaan over de gescheiden inzameling van afval en huisvuil en over recycling van goederen. 1.
Heeft u wel eens van de Milieustraat gehoord? ? Ja à vraag 2 ? Nee à De Milieustraat, aan de J.C. Rijpstraat, is een voorziening waar inwoners van Leiden op vertoon van een legitimatie hun grof-huishoudelijk afval kunnen brengen. Daarnaast kan er ook bijna al het andere afval worden ingeleverd [ENQ: zoals restafval, grof groenafval, glas, papier en karton, schoon puin, hout, metalen, aluminum, kleding, Klein Chemisch Afval en kleine electrische apparaten]. Nu u dit weet, denkt u er in de toekomst gebruik van te gaan maken? ? Ja à vraag 6 ? Nee à vraag 6
2.
Heeft u de afgelopen twaalf maanden wel eens een bezoek aan de Milieustraat gebracht? ? Ja, ___ keer à Kunt u de soorten afval noemen waarvoor u meestal naar de Milieustraat gaat? ? Grof Huishoudelijk afval ? Bouw- en sloopafval ? Vloerbedekking ? Grof groenafval ? Glas ? Papier, karton ? Hout ? Metalen/aluminum ? Kleding ? Klein Chemisch Afval ? Kleine electrische apparaten ? Anders, nl:_____________ ? Nee
à
Waarom maakt u geen gebruik van de Milieustraat? (meerdere antw. mogelijk) ? Wist niet waar de Milieustraat was ? Vindt de Milieustraat te ver weg ? Anders, nl:___________________________________________________
3.
Weet u wat de kosten zijn van het gebruik maken van de diensten van de Milieustraat? ? Nee, weet ik niet ? Ja, nl. ____________________________ ? Er zijn geen kosten aan verbonden
4.
Bent u bekend met de openingstijden van de Milieustraat? ? Ja ? Nee
5.
Denkt u dat u er ook op zaterdag terecht kunt? ? Ja ? Nee
Stadsenquête Leiden 2003
126
6.
Tegenover de Milieustraat ligt de kringloopwinkel ‘Het Warenhuis’. Heeft u daar wel eens van gehoord? ? Ja à Bent u bekend met de doelen van een kringloopwinkel? ? Ja à Kunt u er enkele noemen? ? inzameling herbruikbare goederen ? inzameling groot wit- en bruingoed ? opknappen en verkopen van tweedehands goederen ? anders, nl_______________ ? Nee ? Nee
7.
8.
à
vraag 8
Heeft u de afgelopen twaalf maanden een bezoek gebracht aan deze Kringloopwinkel? ? Ja à Hoe vaak om er rond te snuffelen en hoe vaak om spullen in te leveren? ? _____ keer om te snuffelen/kopen (in het afgelopen jaar) ? _____ keer om spullen in te leveren (in het afgelopen jaar) ? Nee Let op vraag 12!!!! Scheidt u uw GFT van de rest van uw afval? ? Ja à Van welke mogelijkheid maakt u hiervoor gebruikt? o eigen minicontainer o wijkcontainer o inpandige laadkist o compostvat o anders, namelijk: __________________________ o Nee à
Waarom niet? o heb heel weinig/ moeite niet waard o gemakzucht o afstand naar GFT containers te groot o container is vaak te vol o geen eigen (mini) container o anders, namelijk: _________________________ Kunt u zich voorstellen weer GFT te gaan scheiden als … a. er een wijkcontainer dichterbij zou zijn? o ja o nee b. de container vaker geleegd wordt? o ja o nee c. er iets anders verandert? o ja, nl ______________________________________ o nee
Stadsenquête Leiden 2003
127
9.
Scheidt u uw papier? ? Ja à Van welke mogelijkheid maakt u hiervoor gebruik? ? Papierbak ? Wordt huis-aan-huis opgehaald ? Via mijn vereniging (sport, muziek etc.) ? School ? Anders, nl.__________________ ? Nee à
Waarom niet? ? Heb heel weinig / moeite niet waard ? Gemakzucht ? Afstand naar papierbak te groot ? Papierbak is te vaak vol ? Anders, nl.____________________ Kunt u zich voorstellen (weer) papier te gaan scheiden als … ? Het papier vaker huis-aan-huis wordt ingezameld ? Er een papierbak dichter bij zou zijn ? De papierbakken vaker geleegd worden ? Anders, nl. _____________________________________
10. Scheidt u uw Klein Chemisch Afval (KCA)? ? Ja à Van welke mogelijkheid maakt u hiervoor gebruik? ? Standplaatsen van de chemokar ? Bij de chemokar die elk kwartaal door uw straat rijdt ? Bij de Milieustraat ? Bij de verschillende winkeliers ? Anders, nl___________________________ ? Nee à
Waarom niet? ? Heb heel weinig / moeite niet waard ? Gemakzucht ? Afstand naar Chemokar te groot ? De chemokar rijdt te snel door de straat ? Anders, nl.____________________ Kunt u zich voorstellen (weer) Klein Chemisch Afval te gaan scheiden als er wekelijks op een centrale plaats, bijvoorbeeld bij de markt of het winkelcentrum in uw buurt, een chemokar zou staan? ? Ja ? Nee
11a. Het is strafbaar om uw Klein Chemisch Afval niet te scheiden. Wist u dit? q Ja q Nee 11b. Vindt u dat er meer aandacht moet worden besteed aan het feit dat dit strafbaar is? q Ja q Nee
Stadsenquête Leiden 2003
128
12. Woont u binnen de singels van Leiden? q Ja à vraag 13 q Nee à volgende blok
13. Scheidt u uw GFT van de rest van uw afval? ? Ja à Maakt u gebruik van afsluitbare containers voor de gescheiden inzameling van GFT? o ja à Bent u tevreden over dit systeem? o ja o nee, waarom niet? _______________________________ Heeft u nog ideeën om dit systeem verder te verbeteren? __________________________________________________ à vraag 14 o nee àWaarom niet? ____________________________________ à vraag 14 o Nee à
Waarom niet? o heb heel weinig/ moeite niet waard o gemakzucht o afstand naar GFT containers te groot o container is vaak te vol o anders, namelijk: _________________________
14. Wist u dat de gemeente gemotiveerde bewoners van de binnenstad een sleutel geeft van afsluitbare containers voor de gescheiden inzameling van GFT? ? Ja ? Nee à Kunt u zich voorstellen (weer) GFT via dit systeem te gaan scheiden nu u weet dat u een sleutel voor de afsluitbare GFT-zuiltjes kunt krijgen? ? Ja ? Nee, omdat ________________________________________
Stadsenquête Leiden 2003
129
BLOK T: BEKENDHEID WERKZAAMHEDEN GEMEENTE IN DE WIJK
1.
Er vinden in uw wijk geregeld gemeentelijke werkzaamheden plaats. Vindt u dat u voldoende op de hoogte wordt gehouden van de volgende werkzaamheden in uw wijk? Zo nee, vindt u het noodzakelijk dat de gemeente u hiervan op de hoogte stelt? a.
Groenonderhoud
b.
Onderhoud van wegen, paden en bruggen
c.
Vuilnisophaaldienst voor het reguliere huishoudelijk afval
d.
Vuilnisophaaldienst voor het grof vuil en chemisch afval
e.
Vegen van straten
f. g.
Onderhoud van bruggen, viaducten en singels/grachten/vijvers (NIEUW) Plaatsen van straatmeubilair en speeltoestellen
h.
Rioleringswerkzaamheden
i.
Overige werkzaamheden waarbij de straat wordt opengemaakt
j.
Bouwplannen binnen de wijk
Voldoende o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à o ja o nee à
Noodzaak o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee o ja o nee
2.
Heeft u in de afgelopen 12 maanden de gemeente wel eens benaderd toen u zelf vond dat er iets aan het onderhoud in uw wijk gedaan moest worden? o ja, wat was de reden? ____________________ à Bent u naar tevredenheid geholpen? o ja, omdat __________________ o nee, omdat ________________ o nee
3.
Van welke informatiebronnen maakt u gebruik om op de hoogte te blijven van werkzaamheden en plannen van de gemeente? (spontaan, niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) q geen enkele q Stadskrant q servicepunt woonomgeving q gemeentewijzer q bewonersbrieven gesplitst! q huis-aan-huisfolders (bijvoorbeeld ophaalkalender) gesplitst! q internet q buren of andere buurtbewoners q bewonersavonden q wijkinformatiemarkten q kabelkrant q wijkplannen q anders, nl…
Stadsenquête Leiden 2003
130
4.
Vindt u dat u voldoende informatie krijgt over de plannen en activiteiten van de gemeente in uw wijk? o ja o nee, en zou deze wel graag willen krijgen o nee, maar heb hier ook geen behoefte aan à volgend blok
5.
Kunt u een aantal activiteiten in de wijk noemen? (spontaan, niet helpen, meerdere antwoorden mogelijk) q straatspeeldag q wijkinformatiemarkt q wijkinitiatieven ( in het fonds wijkinitiatieven kunnen bewoners ideeën inbrengen om hun wijk beter te maken wat betreft Groen, schoon & spelen) q boomfeestdag q leerwijk q anders, nl. __________________________
BLOK U: DIENSTVERLENING EN BURGERPARTICIPATIE De volgende vragen gaan over het contact tussen de burgers en het gemeentebestuur. 1.
De gemeente wordt bestuurd door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. Bent u bekend met de taken van de gemeenteraad? o ja o nee à Vraag 4
2.
Weet u wat de belangrijkste taak is van de gemeenteraad? o nee o ja, namelijk: ________________________________________________________________
3.
Vindt u dat de gemeenteraad goed, redelijk, matig of slecht functioneert? o goed o redelijk o matig à} Waarom? ______________________________________________ o slecht à} o weet niet
Het gemeentebestuur bestaat dus uit de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. 4. Ik noem u nu een aantal mogelijke manieren waarop u invloed kunt uit oefenen op het gemeentebestuur. Kunt u aangeven of u hier persoonlijk in geïnteresseerd bent? o Bijwonen van bijeenkomst met alleen medebewoners o Bijwonen van informatieavond met vertegenwoordigers van de gemeente o Persoonlijk spreken met iemand van de gemeente o Het bijwonen van een commissievergadering van de gemeente o Stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen o Invullen van een enquête of door een referendum o Lidmaatschap van een politieke partij o Anders, namelijk: ____________________
Stadsenquête Leiden 2003
131
5.
Heeft u het afgelopen jaar een bijeenkomst of informatieavond over uw wijk of stad bijgewoond of op een andere manier over uw wijk contact gehad, bijvoorbeeld met een gemeenteraadslid, wethouder of de burgemeester? o ja à Op welke manier? o Bijwonen van bijeenkomst met alleen medebewoners o Bijwonen van informatieavond met vertegenwoordigers van de gemeente o Persoonlijk spreken met iemand van de gemeente o Het bijwonen van een commissievergadering van de gemeente o nee à vraag 8
6.
Was u hier tevreden over? o tevreden o ontevreden
7.
Kunt u dit toelichten? ______________________________________________________________
8.
Heeft u nog opmerkingen of suggesties om de betrokkenheid van de burgers bij gemeentelijke zaken te vergroten? __________________________________________________________________________
De volgende vragen gaan over de gemeentelijke informatievoorziening aan de burgers.
9.
Vindt u dat u als burger voldoende op de hoogte wordt gehouden van het gemeentelijk nieuws? o ja o nee
10. Eén van de manieren waarop de gemeente de burgers informeert is de wekelijkse Stadskrant. Kent u deze en ontvangt u ‘m ook iedere week? o bekend en ontvangt altijd o bekend en ontvangt vaak o bekend en ontvangt soms o bekend, maar ontvangt nooit à vraag 15 o onbekend à vraag 15
11. Hoeveel minuten besteedt u gemiddeld aan het lezen van één Stadskrant (als u ‘m leest)? __ min
12. Onderdeel van de Stadskrant zijn twee vaste rubrieken. Kunt u deze noemen? (helpen mag) o wijkinfo à .......... (naar 12a) o gemeenteberichten à .......... (naar 12b) a. Gebruikt u de informatie van de rubriek Wijkinfo wel eens? o ja à Waarvoor? ___________________________________________________________ o nee (naar 12b, indien bekend) b. Gebruikt u de informatie uit de Gemeenteberichten wel eens? o ja à Waarvoor? ___________________________________________________________ o nee (naar 13)
Stadsenquête Leiden 2003
132
13. Over welke onderwerpen wilt u via de Stadskrant geïnformeerd worden? (meerdere antwoorden mogelijk, niet helpen) o gemeentelijk nieuws in het algemeen o bouwen en wonen (stadsinrichting, woningbeleid) o cultuurbeleid o milieu- en groenbeleid o maatschappelijk beleid (sociale zaken, onderwijs, volksgezondheid) o nieuwbouwwoningen/projecten (serviceinformatie) o wegopbrekingen/verkeerssituatie (serviceinformatie) o tarieven en/of openingstijden (serviceinformatie) o afvalschema’s (serviceinformatie) o uitgaan/evenementen/recreatie (serviceinformatie) o gemeente-agenda/vergaderingen o inspraakmogelijkheden o vergunningen o anders, namelijk: ______________________________________________________
14. Mist u informatie in de Stadskrant (inclusief vaste rubrieken) of heeft u ideeen voor verbetering? ___________________________________________________________________________
15. Kunt u een rapportcijfer geven aan de Stadskrant over: - interessantheid van de inhoud à .......... - lay-out/vormgeving/opmaak à .......... - leesbaarheid van de artikelen à ..........
16. Een andere vorm van gemeentelijke informatie is de Wegwijzer voor Leiden, ook wel bekend als de gemeentegids. Kent u deze en heeft u de Wegwijzer voor 2003 ook ontvangen? o bekend en ontvangen o bekend, niet ontvangen à volgend blok o onbekend à volgend blok
17. Gebruikt u de Wegwijzer? o ja à Hoe vaak per jaar? ___ keer per jaar Waarvoor meestal? _______________________________________________ o nee à volgend blok
18. De Wegwijzer heeft ten opzichte van de vorige editie een andere indeling gekregen, een uitgebreider trefwoordenregister en meer kleur. Zijn deze wijzigingen u opgevallen? o ja o nee
19. Kunt u de Wegwijzer een rapportcijfer geven?
à ____
20. De Wegwijzer is tegenwoordig ook op internet te raadplegen. Heeft u al eens van deze mogelijkheid gebruik gemaakt? o ja o nee
Stadsenquête Leiden 2003
133
BLOK V: EVALUATIE BURGEMEESTERSREFERENDUM
De volgende vragen gaan over het houden van een referendum bij het kiezen van een burgemeester. In Leiden is tegelijk met de verkiezingen van de Provinciale Staten (11 maart 2003) een burgemeestersreferendum gehouden. Er waren toen 2 kandidaten waarop kon worden gestemd. 1.
Heeft u op 11 maart gestemd voor de Provinciale Staten? q ja q nee à vraag 6 q nee, mag niet stemmen (woont korter dan 5 jaar in NL) à volgend blok
2.
… en voor het burgemeesterschap van Leiden? q ja q nee à Waarom niet? _____________________________________________
vraag 3,4,5 alleen als vraag 2=ja 3. Vindt u dat u voor de verkiezingen voldoende informatie gehad heeft over beide burgemeesterskandidaten om de juiste keuze te kunnen maken? q ja q nee à Wat heeft u gemist? ___________________
4.
Hoe heeft u zich over de beide burgemeesterskandidaten geïnformeerd? (meerdere antw. mogelijk) q krant q campagnefolders q TV/radio q persoonlijke ontmoetingen q anders, nl_________________ q niet q weet niet
5.
Heeft u weloverwogen gekozen op een bepaalde kandidaat? q ja, bewuste keuze q nee, zo maar wat gekozen
iedereen 6. Bent u in het algemeen voor of tegen het houden van een referendum om een burgemeester te kiezen? q voor à } Waarom voor/tegen? ___________________________________________ q tegen à } q neutraal
7.
Vindt u dat door het referendum een kandidaat naar voren komt die beter bij de gemeente past dan zonder referendum? q ja q nee
8.
Heeft u meer vertrouwen in een burgemeester waar de bevolking over is geraadpleegd dan in een burgemeester waar de bevolking niet over is geraadpleegd? q ja q nee
Stadsenquête Leiden 2003
134
BIJLAGE C: LOSSE OPMERKINGEN Aan het eind van de vragenlijst hebben Leidenaren de mogelijkheid gekregen zelf vragen, klachten, ideeën of opmerkingen door te geven aan de gemeente. De opmerkingen bevatten een grote diversiteit aan onderwerpen. Onderstaand worden de opmerkingen genoemd, gecategoriseerd naar onderwerp (in willekeurige volgorde): § § § § § § § § § §
Veiligheid (14x) Binnenstad/ Centrum (10x) Gebouwen /werkzaamheden (10x) Huisvesting/ woningen (7x) Onderhoud straten en wegen (17x) Overlast: zwerfvuil/ hondenpoep/ wildplassen, etc (45x) Groenvoorzieningen (33x) Voorzieningen jongeren (7x) Afvalvoorziening (45x) Bereikbaarheid parkeren (40x)
§ § § § § § § § § §
Verkeersveiligheid (11x) Fietsers/ voetgangers (5x) Openbaar vervoer (6x) Onderwijs en Welzijn (8x) Communicatie met gemeente (27x) Gemeentelijke dienstverlening (18x) Gemeentelijk beleid (28x) Gemeentelijke voorlichting (26x) Overige opmerkingen (34x) Over dit onderzoek (74x)
Veiligheid (14x) - ben een keer toeschouwer geweest van een overval, heb toen de politie ingeschakeld, ze deden goed hun werk - actie van de politie voor de beveiliging van woonhuizen, heb geschreven maar geen antwoord gekregen - er is een hoop criminaliteit en drugsgebruik, dit komt voort uit het uitgaansleven en veroorzaakt overlast - het nummer 0900-8844 van de politie is slecht bereikbaar en je moet lang wachten - het is belangrijk dat je de politie vaker ziet, voel me nu vaak onveilig - ik vind dat er meer gedaan moet worden aan de agressie op straat - Merenwijk is een erg vijandige buurt en onveilig - politie is te gemakzuchtig met bekeuringen uitdelen - politie nr. werkt niet want je wordt alleen maar doorverbonden en je kan ook niet zomaar 112 gaan bellen - politiebureau op de hoek is goede ontwikkeling, ga zo door - sinds er bij mij is ingebroken, voel me meer onveilig - sociale veiligheid op straat en dergelijke, veiligheid verslechtert - veel onveiligheid in de binnenstad, er hangt een nare sfeer Binnenstad/ Centrum (10x) - binnenstad ziet er rommelig uit, de staat van de huizen laat wat te wensen over - de VOP komt midden in het centrum, dit is echt een krankzinnig idee - de beestenmarkt moet heringericht worden, iets met water aanleggen, misschien kinderspeelplaats met water - gezelligere binnenstad, vooral bij het station, groenvoorzieningen e.d. - het centrum wordt vernield, oude dingen moeten bewaard blijven, gevels zijn lelijk, Aalmarkt wordt verwaarloosd - het onderhoud van het centrum kan beter - Leiden is een lelijke vuile stad - Leiden moet leefbaarder gemaakt worden en er moet toch nog meer aan het milieu worden gedaan - bij de Hoflaan zijn er paaltjes gezet die voor files zorgen, erg irritant - opvang voor alcoholisten midden in de stad vind ik niet goed, zeer verontrustende stijging aantal zwervers Gebouwen/ werkzaamheden (10x) - de brug van de Pesthuislaan is weggehaald terwijl ze er nog geen vergunning voor hadden - er wordt enorm veel gebouwd in Zuidwest, het is nu al hartstikke druk op de weg en het wordt hoogbouw - erfpacht is hoog en er wordt heel erg volgebouwd - ik heb bezwaar tegen de uitbreiding nieuwbouw polder want hierdoor gaat veel natuurgebied verloren - ik maak mij zorgen om de bouw in Leiden, want hierdoor zal er veel groen worden weggehaald - de bouwpraktijken van de gemeente zijn erg slecht en de burgers krijgen hier heel weinig informatie over - meer opschieten met verbouwingen - optimalisering van de indeling van de ruimte, niet lukraak iets neerzetten, zoals speelplaatsen bij parkeerplaatsen, dit levert gevaarlijke situaties op - ze zijn steeds aan het werken in het Roomburgpark, het houdt maar niet op die werkzaamheden Huisvesting/ woningen (7x) - de huisvesting voor jonge mensen en meer subsidie voor studenten, want alles is onbetaalbaar - er worden te weinig koopwoningen in de gemeente Leiden gebouwd - het huizenaanbod (in de betere categorie) is heel gering, dit moet toch onder de aandacht komen, vind ik - meer woningaanbod - slecht woningaanbod, je moet eeuwen wachten op een huis - vanaf 1998 wil ze een huis, maar er is geen beschikbaar. Er zijn veel asielzoekers, dus er moeten meer woningen komen - wat er in Leiden ontbreekt is dat er geen villa wijk is. De enige stad in NL die dat niet heeft, ook niet in Roomburg - woningbouw regelt de huur van huurwoningen niet eerlijk. Het verhuren van woningen moet anders geregeld worden Onderhoud straten en wegen (17x) - al die verkeersdrempels die geplaatst worden, verschrikkelijk - als je langs de grachten fietst, is er een stukje asfaltweg niet afgemaakt aan de lange gracht - als bushokjes zijn vernield, moet het sneller opgeruimd worden, ik rijd er altijd met mijn fiets doorheen - betrating rond oude bomen moet veel beter: nu struikelen mensen over ongelijke tegels - de wijk de stevenshof is helemaal aan het verpauperen, kapotte lantaarnpalen, veel troep en hondenpoep - de wateren binnen en buiten de singels moeten een keer worden schoongemaakt, ook onkruid moet worden weggehaald - de rijn moet twee meter uitgebaggerd worden, want als er een groot schip langs vaart, komt er drab naar boven - de putten zouden vaker moeten worden geleegd, want die lopen met regen steeds onder - de putten raken verstopt en worden niet leeggehaald
Stadsenquête Leiden 2003
135
-
grachten mogen wel beter schoon gehouden worden heb al vaak gebeld over de verlichting in mijn wijk en word elke keer van kastje naar muur gestuurd ernstige hobbels in de Margarethastaalstraal, moeilijk met fietsen mensen erop aanspreken hun heggen te knippen, als je er langs loopt, moet je omlopen, bijna op straat de aankondigingen voor de werkzaamheden moeten eerder komen, krijg ze te laat sommige stukken van leiden zijn erg verwaarloosd bijv. het Noordeinde is erg verpauperd stoepen zijn smaller gemaakt en met de straatlampen is het voor mensen met een invalidewagen moeilijk om er langs te kunnen tussen de sloot W.Dreeslaan en Kalflaan lopen bootjes vast. Gemeente wil sloot maar niet uitbaggeren ze zijn in Leiden aan de wegen bezig, de omleidingen zijn lastig en onhandig
Overlast: zwerfvuil/ hondenpoep/ wildplassen, etc (45x) - Oktoberstraat; er moet meer geveegd worden, ook bij de glasbakken - achter de Regenboogkerk is er ontzettend veel rommel, dit wordt zelden opgeruimd - behalve hondenpoep hebben we ook veel last van kattenpoep - bij de kooi is het een rotzooi, rommel ligt op straat - de gemeente moet veel beter letten op het schoonmaken van de gemeente - de gemeente onderhoudt mijn wijk niet, ik moet er zelf voor zorgen dat het schoon blijft - de glasbakken puilen uit - de straten mogen wel vaker schoongemaakt worden, niet alleen met de scholen actie dat in 1 dag alles wordt schoongemaakt - de hondenpoep, daar moet echt opgelet worden. Het is gewoon niet normaal meer - er is nu veel meer overlast in het valkenpark, veel zwerfvuil, veel daklozen en openbaar dronkenschap er wordt hier vaak geveegd in de straat, maar dat mogen ze ook elders in Leiden doen - er is veel zwerfvuil in het centrum en daar moet wat meer aan gedaan worden - er ligt veel troep naast de wijkcontainers - er is in de wijk af en toe sprake van overlast. Op zondagochtend is het vaak luidruchtig, dus de politie moet op zondag ook controleren - geluidsoverlast van schiphol - gemeente moet meer doen aan het schoonhouden van de wijk - grote rommel bij glascontainers en krantencontainers - het moet schoner in de wijk worden - hondenpoep - meer doen aan het graffiti probleem en de rommel op straat - ik merk er helemaal niets van, het is nog steeds zo vies, daar moet dus echt iets aan gedaan worden - ik vind dat er meer moet worden gedaan aan het zwerfvuil - in het park aan de Witte Singel ligt altijd ontzettend veel hondenpoep - In mijn oude wijk lag er meer rotzooi, het zou leuk zijn als er gewoon in heel leiden meer werd gedaan om het schoon te houden - kraakpanden die worden gebruikt als discotheek en waar geen eisen worden gesteld aan de brandveiligheid - Leiden is een rommelige stad, de gemeente moet meer initiatief tonen om de stad op te ruimen, zodat de burgers dit ook doen - meer hondenpoep bakken met zakjes erbij - meer letten op hondenpoep en bakken neerzetten met zakjes. Ook echt boetes geven als mensen hierop worden gepakt - meer aandacht aan zwerfvuil op de scholen en de kinderen erop wijzen - mensen zeggen dat ze geen vuil op straat gooien, maar waar komt dan al het vuil op straat vandaan? - ontzettend veel afvaloverlast door de jeugd van Chr.Gymnasium bij de kanaalstraat. Er moeten meer afvalbakken komen - onze straat wordt overgeslagen met vegen, dat moet wel gedaan worden - op de kinderspeelplaatsen ligt veel zwerfvuil, alleen op de grote brede wegen wordt er geveegd - er moet wat gedaan aan hondenpoep, ze zeggen zo veel maar in de praktijk gebeurt er niks - overlast van buren; geluidoverlast en treiteren, zelfs met de dood bedreigen - schoonhouden van de stad meer in steegjes - schoonhouden van de straten, grachten en hondenpoep - straat is heel erg vuil - te veel hondenpoep, er wordt absoluut niks aangedaan, misschien kunnen ze boetes uitschrijven - vegen gebeurt voordat de vuilniswagen komt - verslaafden/ daklozen zorgen voor veel overlast en daar moet iets aan gedaan worden, i.v.m. onveilig gevoel - wij wonen aan het water, we hebben heel veel geluidsoverlast van alle kinderen met hun speedbootjes - voor zwerfafval moeten boetes op gelegd worden. Mensen moeten aangesproken worden - zwerfafval irriteert hem heel erg, het is erg ernstig terwijl er een container staat - zwerfvuil is een probleem en de zooi rond de wijkafvalbakken - zwerfvuil zit me erg dwars, ik heb een eigen zaak en iedereen gooit van alles op straat, moet steeds bellen om dit op te laten halen Groenvoorzieningen (33x) - er zouden nieuwe struiken komen, werd een mooie brief gestuurd en vervolgens wordt er niks aangedaan - het groenonderhoud: ze halen het onkruid nooit helemaal weg, alleen waar het echt te zien is - er voor zorgen dat er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan door het groen, soms is het gras te hoog - de plantsoenen worden niet al te best onderhouden - de planologie van het groenonderhoud wordt niet bewust gedaan, als ze iets planten moeten ze wel weten wat ze planten - de gemeente zou meer groen plaatsen en dat hebben ze niet goed gedaan, je ziet amper dat er groen is - de plantsoenendienst onderneemt niks, het onderhoud van groen in de straat is erg slecht - erg boos over het plantsoen langs de Soeterwoudsesingel, het is compleet geruïneerd - groenvoorziening laat te wensen over, singel staat vol met onkruid - groenbeleid; naast een school graag onkruid en vooral de berenklauwen (plant) laten weghalen - groenvoorziening in de buurt moet wat aangedaan worden (Lombokstraat/ Javastraat)
Stadsenquête Leiden 2003
136
-
heb astma, laatste tijd veel witte pluisjes. Komt dit door teveel onkruid? Of plaatsen jullie bomen die pluisjes geven? het plantsoenbeheer is gewoonweg slecht het onderhoud van het groen; ze zouden vaker mogen komen het onderhoud van grote gemeenteplantsoenen is goed, maar veel ander groen wordt zeer slecht (ook na opbellen) onderhouden het onkruid moet vaker weggehaald worden, niet aan het eind van het zomerseizoen het enige groen dat wij hebben is het gras langs de kanaalweg, dit wordt niet goed onderhouden het plantsoen(een park) ziet er niet uit, moet echt onderhouden worden het groen in Leiden vind ik erg slecht, het wordt niet bijgehouden het groenperk in de Kortenaarstr. wordt niet onderhouden, is wel beloofd dat het zou gebeuren het plantsoen wordt toch gedaan via de manier van de gemeente. Ze luisteren eigenlijk niet eens naar de burgers het groen bij mij in de buurt wordt niet onderhouden meer groen in de wijk en een stadspark zou leuk zijn hoe kan het dat er groenvoorzieningen worden weggehaald en er parkeerplaatsen van worden gemaakt? naast huis is er een grasveld, tot vorig jaar altijd keurig gemaaid, ik zou het graag weer netjes zien niet op alle plekken wordt het groen mooi gesnoeid onkruidbestrijding moet beter ook de plantsoenendienst moet op fietspaden en op stoepen beter reinigen pleintje aan de Kastellenweg; ze halen eens per jaar allemaal goede planten en bomen weg terwijl dat niet nodig is raam kan haast niet worden geopend en de deur ook niet door teveel groen stevenshof moet beter onderhouden worden, het dreigt te verpauperen stevenshof heeft heel weinig groen, dat zou mogen veranderen veel overlast van bepaalde bomen in de straat, ze geven een stof af die de afvoeren verstoppen en de auto plakt helemaal er moet meer groen komen en beter schoongemaakt worden
Voorzieningen jongeren (7x) - basketbalveld Braamslaanpark: zou een hek moeten hebben, gevaarlijk voor kinderen en hinderlijk voor auto's - er mogen meer faciliteiten voor pubers in de buurt komen, mijn kinderen worden overal weggestuurd - er zijn in de buurt weinig speelplekken voor kinderen - jongeren veroorzaken vandalisme, omdat ze geen bezigheden hebben, daarom maken ze alles kapot - meer aandacht aan speeltoestellen in de wijk besteden - plein waarop gevoetbald kan worden, maar hier zouden ook een aantal speeltoestellen bij kunnen - speelplaats in de buurt van de Lekstr. en Trechtstr, is te donker, er zou een goede verlichting moeten komen Afvalvoorziening (45x) - bij het busstation bij het cs. zijn geen prullenbakken - bruine containers worden soms niet leeggehaald omdat er iets niet naar de zin is van de werkers - chemokar komt bijna nooit langs - chemokar: voordat je je spullen uit je kelder hebt, is hij al weg, hij heeft geen vaste standplaats - de gezamenlijke containers zijn niet heel erg handig, ze klappen dicht als je er iets in wilt doen - de papierbak moet wat dichterbij worden gezet - de groene bak moet elke week geleegd worden, nu gebeurt dit maar eens in de 2 weken - de vuilnisbakken van bewoners worden niet opgeruimd, nadat het vuilnis is opgehaald - de containers in de buurt moeten vaker geleegd worden en het afval dat erop ligt, moeten de ophalers niet op straat laten vallen - de afvalophalers gooien het afval naast de vrachtwagen en ze mixen alles door elkaar, geen nut meer van afvalscheiding - de chemokar moet niet alleen overdag komen als mensen werken, maar bijvoorbeeld ook ‘s avonds of in de weekenden - er zouden 5x zoveel prullenbakken in Leiden moeten komen en dan ook legen - er moet meer gelet worden op dat chemisch afval wel echt wordt gescheiden van de rest van het afval - gemeentereiniging, vooral als het gft afval geweest is, is er meer rommel op straat - graag meer vuilnisbakken op straat - grof afval staat soms een week op straat en daar zouden boetes voor gegeven moeten worden - grofvuil is niet goed geregeld, ik maakte een afspraak en ze kwamen een dag later - heeft last van veel afval dat zomaar naast containers wordt gezet, vooral door hangende jeugd - het grofvuil bellen vind ik heel lastig, er zijn verschillende lijnen voor - het zou zeer prettig zijn als het groenafval vaker dan eens in de 2 weken wordt opgehaald - het zal prettiger zijn als het afval op zaterdagmorgen later wordt opgehaald dan om 8.00 uur - huisvuil wordt 1 keer in de 2 weken opgehaald, dat is veel te weinig - iets vaker ophalen van de containers en de groene container is te weinig voor vier personen - ik ben niet tevreden met de wijkcontainer; het is moeilijk met het legen van de minicontainer in de wijkcontainer - ik woon in een hele smalle straat, de vuilnismannen moeten met een kleinere vuilniskar komen - kersenstraat 29, daar moeten de vuilnisbakken aan de overkant gezet worden. Nu: stank overlast en geen parkeerplaats - meer reclame voor de chemokar, of iig betere voorlichting waar je het moet inleveren - meer glasbakken in de stevenshof en beter verspreidt - mensen zetten grof vuil gewoon op straat en dat blijft soms 2 weken liggen, ze moeten daar boetes voor geven - mensen zetten hun vuilniszakken naast de containers, ook mag er wel eens geveegd worden om de containers - mensen gooien hun vuilniszakken gewoon in de GFT containers, hier moeten ze echt iets aan doen - de vuilniszakken op de stoep moeten weg en de hondenpoep is irritant - in de vondelstraat vanaf het station naar de andere kant zijn nergens prullenbakken, dat zou wel moeten - toezicht op reinigingstoestanden, containers e.d. is heel slecht, heeft melding van gemaakt maar is niks mee gedaan - veel glas rondom de glasbak, is gevaarlijk - vuil wordt 1 keer in de 2 weken opgehaald en dat is te weinig - vuilnis moet wekelijks opgehaald worden - vuilnisbak 2 keer per week legen bij de horste, is beter als er een hele grote container staat en 3 keer per week geleegd wordt
Stadsenquête Leiden 2003
137
-
vuilnisophaal moet worden verbeterd vuilophaaldienst is goed, maar vaste bakken zijn vaak te vol, moet hele wijk rond om te zoeken voor plekje ze moeten het vuil vaker ophalen, dan zou er minder rotzooi zijn in heel Leiden en meer afvalbakken zeeheldenbuurt: meer glas en papierbakken
Bereikbaarheid parkeren (40x) - bereikbaarheid van onze wijk is heel slecht, bussen rijden heel erg om en we moeten veel overstappen - betere parkeergelegenheid - het stadhuis is moeilijk bereikbaar voor mensen die moeilijk te been zijn en geen invalidenkaart hebben - bruggen staan open in de spits. Parkeerbeleid is slecht, hebben beide een auto nodig maar krijgen geen 2 vergunningen - buschauffeurs in de Breestraat: ze rijden te hard, gevaarlijke situaties, er moeten verkeersheuvels komen - containers bezetten soms de parkeerplaatsen; zou een andere plaats niet beter zijn? - er wordt niks gedaan aan het foutparkeren in de buurt, agenten doen er niks aan - er mag wat meer verlichting komen op de parkeerterreinen - groot parkeerprobleem in de stevenshof: meer parkeergelegenheid creëren, bedrijfsauto's aparte plek geven - het parkeren gaat erg lastig en de vergunningen zijn erg duur. Ondanks de vergunning vaak geen plek - het verkeer in Leiden om uit de stad te komen is verschrikkelijk, vooral bij de Leidschengracht - het fileprobleem moet worden opgelost, het duurt te lang om leiden uit en in te gaan - het parkeren in de stad is een ramp, waardoor ik liever niet ga, dan ga ik naar Leidse omgeving - hondenuitlaatplek is niet te bereiken via de stoep, kinderen moeten de grote weg oversteken - in stevenshof is het heel moeilijk parkeren, er zijn te veel bedrijven. Een chaos voor mensen die hier wonen - meer parkeerplaatsen in Charlotte de Bourbonhof, De Kooi en de Merenwijk - meer inspraak op parkeerbeleid - mobiliteit in Leiden is zeer slecht - om te parkeren in de witte rozenstraat, doe er wat aan - parkeerbeheer is slecht, vroeger ging de auto parkeren beter, er wordt teveel geld voor gevraagd - parkeerbeleid van de stad in het centrum, heel slecht, kost erg veel geld - parkeerbeleid: de ring voor betaald parkeren wordt steeds groter en verkeersregels onduidelijker - betaald parkeren in de binnenstad is onbetaalbaar, veel familie van mij is hierdoor onbereikbaar - parkeerbeleid moet echt beter - parkeerbeleid, het is moeilijk voor fietsers en bussen door de Breestraat - parkeerbeleid, duidelijke bordjes voor vergunninghouders op de Jan van Houtkade - parkeerbeleid veranderen, belasting verlagen want het is t.o.v. andere dorpjes veel hoger - parkeerbeleid, precariorechten zijn echt onterecht - parkeerbeleid is verschrikkelijk, te hoge parkeertarieven en weinig plek - parkeergelegenheid is veel te weinig, ook eerder aangekaart maar er wordt niks aan gedaan - parkeerplek voor het stadhuis; bepaalde belangrijke instanties (banken, burgerlijke zaken e.d.) doe dat buiten de stad - parkeerproblematiek is zeer groot, kan haast de straat niet in - parkeerproblemen in stevenshof aanpakken - parkeren is erg veel duurder geworden - parkeren is te duur in het centrum. - weinig parkeerruimte in de Kooi en eenrichtingsverkeer op de Lagerijndijk is ook vervelend - wij hadden een parkeervergunning, maar we kregen een boete voor het parkeren daar. Dit hadden ze veranderd en dat wisten we niet - zou meer aan de parkeergelegenheid gedaan moeten worden Verkeersveiligheid (11x) - als de verkeersregels worden veranderd, moet dit duidelijker worden aangegeven - de verkeerssituatie in leiden is niet goed, de planning ontbreekt - groen uit tuinen komt over de weg heen, waardoor gevaarlijke verkeerssituatie ontstaat - herinrichting van de Leevendaal: op de kruising zijn de stoplichten slecht op elkaar ingesteld, bordje fietsers - Koninginnelaan: erg gevaarlijke kruising omdat er geen uitvoegstrook is, is gevaarlijk - klacht ingediend over de drempels Zwarte Meerlaan en daar wordt niet op gereageerd - sommige kruispunten in Leiden zijn niet goed geregeld - stoplichten moeten beter op elkaar afgesteld worden; nu grote ophopingen op kruispunten, agressie en wet van de sterkste - verkeersbeleid, stoplichten staan rood terwijl er geen verkeer is, stoplichten niet op elkaar afgesteld - Wilhelmina brug is in spits erg vaak open en dat begrijp ik niet Fietsers/ voetgangers (5x) - heeft last van fietsers op het 5 mei plein, meer toezicht zou fijn zijn - jammer dat je fiets altijd gestolen wordt als hij een beetje duurder is - ik vind dat sommige stoplichten slecht zijn afgesteld voor de fietsers, het is vaak gevaarlijk - meer fietsgelegenheid voor mensen in de stad en meer parkeerruimte in de stad - meer voorzieningen om fietsen te kunnen plaatsen bij centraal station Openbaar vervoer (6x) - bij de weijer is er een bushalte, maar er rijdt geen bus naar de stad - buslijn 13 en 14 moeten niet opgeheven worden, veel ouderen maken er gebruik van - de mannier waarop de gemeente Leiden omgaat met de nieuwe tramlijn vind ik niet prettig, zeer ondemocratisch mensen die oud zijn kunnen moeilijk met het openbaar vervoer - openbaar vervoer is slechter geworden in onze wijk, er is nog maar 1 bus over, eerst waren er 3 of 4 - de bussen rijden veel te weinig, om het uur
Onderwijs en Welzijn (8x) - beleid is slecht: geen rekening met mensen, slechte basisscholen, er wordt niet geluisterd naar de burgers
Stadsenquête Leiden 2003
138
-
kinderen op openbare school is echt een drama, want de gemeente bestuurt dat en ze hebben geen invloed de slechte bereikbaarheid van de nachtdokters en artsen. Ze komen bijna nooit, zelfs niet met een niersteenaanval er zijn hier in de buurt weinig huisartsen en fysiotherapeuten meer voor de jeugd doen, niet alleen een disco maar sportverenigingen goedkoper maken er moet meer geregeld worden voor de jeugd jammer dat er weinig uitgaansgelegenheden zijn en die ook nog eens veilig zijn
Communicatie met gemeente (27x) - als huisvuil op zondag al wordt buiten gezet, kan je de gemeente niet bereiken om in te grijpen - communicatie naar de burger toe kan wat beter - de 50+ hebben geen computer, daar moet rekening mee gehouden worden - de stadskrant heeft een vrij klein lettertype, dit maakt het moeilijk leesbaar voor oudere mensen - de gemeente moet zich wat persoonlijker opstellen tegenover haar burgers, dat wekt wat meer vertrouwen - de gemeente moet meer naar de burgers luisteren - de stadkrant: het lijkt me leuk als ze het nieuws per wijk indelen - de overheid moet over bepaalde zaken via internet informeren, bijv. over werkzaamheden in de wijk - de gemeente kan meer informatie geven voor ouderen en bejaarden voorzieningen - er is geen sprake van communicatie met de gemeente - geen informatie over verplaatsing van festival - gemeente moet andere manier vinden om beter te communiceren met burgers - afspraak maken met burgers aan welke kant ze auto's parkeren om zo aan beide kanten schoon te maken - iets meer gemeente informatie op de website van de gemeente - ik wil dat mijn klachten goed gehoord worden door de gemeente - ik vind dat wij hier vlakbij Oegstgeest te weinig worden geïnformeerd over zaken die in Leiden spelen - de gemeente moet luisteren naar de burgers - Leiden moet meer nuttige info op de internet site zetten - op de website van de gemeente was niks te vinden over de APV - op het moment dat je aan de gemeente vraagt waar je terecht moet, word je van kastje naar de muur gestuurd - vind website gemeente onoverzichtelijk: neem een voorbeeld aan Eindhoven en Maastricht - website van de gemeente is lastig, want je kunt er lastig dingen vinden, niet erg overzichtelijk - via internet meer informatie, waardoor je via internet kan communiceren met de gemeente en niet via kantoor Gemeentelijke dienstverlening (18x) - aanmaning gekregen voor achterstand gemeentebelasting, wel betaald, maar toen bericht niet verzonden beschouwd - als je bij bouwen en wonen info nodig hebt en meerdere mensen moeten hierover nadenken, dan heb je een groot probleem - burgerzaken is telefonisch beroerd bereikbaar en het gebruik van internet bij het aanvragen van documenten zou prettig zijn - de balies in het gemeentehuis voor aangifte van geboorte zijn waardeloos, systeem werkt niet - de politie agenten trekken mensen voor, vooral als ze iemand mogen, bijv. met boetes - de coördinatie tussen verschillende diensten van de gemeente Leiden laat vaak te wensen over - heeft gebeld naar het servicepunt, maar er werd niks gedaan aan de veiligheid in de wijk - ik ben zeer slecht behandeld door de WOZ, de rekening is pas na 3 jaar toegestuurd, dit terwijl ik wel contact heb gezocht - ik zou graag zien dat de documenten van de gemeente goedkoper worden, bijvoorbeeld paspoorten e.d. - wachttijden verbeteren bij het kantoor - op het stadhuis wel een loket openlaten voor mensen die geen afspraak hebben - openingstijden van stadhuis moeten langer - openingstijden buiten kantooruren erg minimaal - paspoort aanvragen moet vaker en langer kunnen, het kan maar op 1 avond - stadhuis lijkt op de maffia, mensen zijn daar om te kopen met geld - via internet een afspraak maken bij burgerzaken, zodat de wachttijden worden verkort - vind de verwerking van aanvragen bij de gemeente vaak niet snel of helemaal niet afgehandeld Gemeentelijk beleid (28x) - belasting is vrij hoog - de gemeente geeft te veel geld uit aan straatmeubilair, gewone bankjes is genoeg, meer prullenbakjes - de voorzieningen van de gemeente mogen soms wel wat goedkoper, tegenwoordig moet je overal voor betalen - de gemeente zou de vuilnismannen of de buschauffeurs wel eens kunnen aanspreken op het gebruik van hun claxon - de regelingen voor lagere inkomens zijn erg onoverzichtelijk, zoals de bijstand regeling is erg ontoegankelijk - de gemeente moet wat meer naar de wijksituatie kijken. Waar veel kinderen wonen, komen geen speeltoestellen - de belastingen liggen hier in Leiden wel heel erg hoog hoor - drank opvang keten op de garen markt neerzette - de snelheid van afhandeling verbeteren - er wordt geen rekening gehouden met bestemmingsplannen bij woonwagenkampen e.d., schiet niet op - er wordt weinig gedaan voor de mensen van 65 plus - er is een boot geparkeerd in onze tuin, omdat de gemeente geen vaarvergunning wou geven, de boot is niet van ons - er zou langs de treinen een geluidswal komen, toezegging gekregen, maar er komt geen geluidswal! - gemeente zou ook kattenbelasting moeten heffen - ik woon in Leiden zuidwest maar ik zie steeds meer dat het een soort allochtonengebied wordt, alle blanken trekken weg - ik vind dat de sociale voorzieningen van de gemeente er wel op vooruit zijn gegaan - ik vind de hondenbelasting veel te hoog, ze zouden meer uitlaatplekken moeten plaatsen - ik vind dat de gemeente het wel goed doet, maar dat is al tijden zo - leiden moet goed op de middenstand letten, want bijna alle kleine winkeliers voelen zich niet begrepen door gemeente - leiden moet zuiniger met belasting geld omgaan - Leiden heeft een verschrikkelijk hoog onroerendgoed belasting, dit moet lager - OZB kan hij niet terugvragen en dat zou wel handig zijn
Stadsenquête Leiden 2003
139
-
procedure rond bouwvergunning moet doorzichtiger met rationele beleid verhogingen van vergunningen moeten geleidelijker en de burger moet daar eerder van op de hoogte worden gebracht we moesten weken wachten op de komst van de nieuwe GFT-bakken en het gewone vuilnis werd weken lang niet opgehaald(nieuwbouw) wethouders hebben uitgaven die gebeuren buiten medeweten van de raad
Gemeentelijke voorlichting (26x) - als er al iets gebeurt in de gemeente, worden we daar achteraf pas over ingelicht - bestemmingsplan Romburg is zonder wat te zeggen begonnen, overal alles geblokkeerd voor de hele wijk - burger moet voor het besluit verwerkt is, inbreng hebben in de besluitvorming - de gemeente zegt wel dat de burger inspraak heeft in het beleid, maar dat gaat over in overleg en overleg etc. - de info over afvalplekken hoe en wanneer en over de milieustraat - de stadskrantjes mogen van mij minder en kwalitatief beter zijn - de wegwijzer mag wat vaker nieuwe plattegronden van Leiden maken, de stad breidt zich uit en verandert - de stadskrant werd het afgelopen jaar niet in de bus gestopt, we moesten hem zelf komen ophalen - de gemeente zou per e-mail de hoofdpunten uit het stadnieuws moeten verspreiden met links naar sites - gemeente moet mensen met een tuin erop wijzen dat ze hun tuin beter moeten onderhouden, snoeien enz. - ik persoonlijk voel mij niet betrokken bij de gemeente Leiden - ik wil meer informatie van de gemeente ontvangen over allerlei regelingen - info voorziening is goed over overlast van station werkzaamheden (brieven) - meer informatie verstrekken over vrijwilligerswerk onder de burgers - op het moment dat er buurtvergaderingen komen, zijn de besluiten eigenlijk al genomen. Je hebt als burger niets in te brengen - wat meer voorlichting over bestemmingsplannen, dat soort dingen voordat ze beginnen met werkzaamheden - we hebben een brief gehad van de gemeente dat er wat gedaan werd aan de middenberm van de Sitterlaan, daar hebben ze niks aangedaan - zou heel graag informatie over vrijwilligerswerk willen krijgen - bij nee/ nee sticker krijg je geen stadskrant, zou op internet gezet kunnen worden - op de internetpagina van de gemeente Leiden is niks te vinden - waarom wordt het gemeente krantje als reclame gezien? Ik heb een sticker op de deur, maar wil het toch ontvangen - Leids nieuwsblad wordt zeer onregelmatig bezorgd Overige opmerkingen (34x) - autoradio's die heel hard staan, veroorzaken regelmatig geluidsoverlast en de politie zou daar iets van moeten zeggen - de kwaliteit van Waves, vrijwilligersorganisatie, is waardeloos - duidelijker maken wanneer de koopzondagen/ avonden zijn - een mooie stad - ergert zich aan de brug die opgehaald wordt bij de Lammenschamsplein - gemeente beter letten op het adres - hoop dat de burgemeester het goed gaat doen - ik hoop alleen dat er nog gauw iets verandert qua gemeente - ik vind het erg jammer dat er in de buurt van het 5 mei plein geen bibliotheek is - ik woon in de buurt van een park en in en rondom het park is het niet veilig, dit is zowel overdag als in de avond - ik heb een zeer laag inkomen en ben invalide maar toch schijn ik steeds maar niet in aanmerking te komen voor een taxivergoeding - Leiden is een leuke stad - mensen die net een categorie boven het minimuminkomen horen, zouden voor bepaalde belastingen vrijstelling moeten kunnen krijgen - mensen bij de sociale dienst moeten beter geïnformeerd zijn over de mensen en betere kennis van zaken hebben - mevrouw vindt het zo zonde dat het winkelcentrum zo weinig in de gaten wordt gehouden, vooral met vandalisme etc. - rare borden in de stad waar mensen mogen opplakken, heeft geen nut, is gezichtsvervuiling - service punten prima, maar servicepunt woonomgeving is slecht bereikbaar - slechte begaanbaarheid van stoepen - waarom staan ze geen antennes toe - wegwijzer: het goed vinden van onderwerpen kan verbeterd worden - wifi, dat is een goed initiatief en de gemeente moet dat steunen - wij willen graag bericht krijgen of werfpop doorgaat in deze buurt en welke maatregelen ik dan moet nemen i.v.m. geluid - wij hebben een sociaal pension op de haagweg en dat trekt veel dealers aan - wonen aan de rand van het centrum tegenover een schoolgebouw, waar een enorm lelijk blauwe fietsenstalling is geplaatst - ze moeten meer honden uitlaatstroken maken, want anders kan de hond het niet ophouden voor die lange afstanden Over dit onderzoek (74x) Hieronder volgen nog enkele losse opmerkingen over de enquête: - goed initiatief (22x) - de enquête is op sommige punten te persoonlijk: werk, salaris, financiële situatie (11x) - hoop dat er wat met de resultaten gedaan wordt (7x) - goed dat er een aankondiging werd verstuurd (6x) - andere onderwerpen zoals: studentenvoorzieningen, godsdienst, cultuur, sport, hobby’s, functioneren gemeentebestuur (4x) - niet iedereen heeft internet, de resultaten moeten ook ergens anders komen (3x) - in aankondigingsbrief: meer informatie over de inhoud, zodat men meer is voorbereid ( 3x) - liever schriftelijk (meer bedenktijd) (2x)
Stadsenquête Leiden 2003