Stadscentrum Monitor 2014-2015
Datum: mei 2015 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Sjoerd Dikkerboom tel.: 024-329 2291 / 024-329 98 89 (O&S) e-mailadres:
[email protected] www.nijmegen.nl (onderdeel gemeente > onderzoek en cijfers)
-1
Stadscentrum Monitor 2014-2015
Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Winkelaanbod 3. Branchering 4. Druktebeeld en Segmentatie 5. Werkgelegenheid 6. Bouwinvesteringen 7. Bezoek, bezoekers en bezoekgedrag 8. Waardering voor de binnenstad 9. Beleving van de binnenstad Bijlagen
3 5 6 9 11 14 16 18 31 37 40
Stadscentrum Monitor - 2
Samenvatting De Nijmeegse binnenstad is aantrekkelijker geworden voor bezoekers. Met de oplevering van Plein 1944 is een groot deel van de bouwactiviteiten in de binnenstad tot een einde gekomen. De waardering van bezoekers is gestegen van een 7,4 naar een 7,5. Door de aanleg van de nieuwe stadsbrug en verschillende auto- en fietsparkeermogelijkheden wordt met name de bereikbaarheid fors hoger gewaardeerd. Over de economische situatie van de binnenstad laat de Stadscentrum monitor 2014-2015 een wisselender beeld zien. Enerzijds zijn de bouwinvesteringen en de werkgelegenheid gegroeid, anderzijds is het leegstandspercentage gestegen en dalen de bezoekersaantallen overdag. Economisch gezien blijft de Nijmeegse binnenstad last houden van de macro economische situatie. Tweejaarlijks wordt sinds 1996 de Stadscentrummonitor uitgevoerd om ontwikkelingen in de attractiewaarde en economische positie van de binnenstad te kunnen volgen. In deze editie 2014-2015 worden aan de hand van verschillende indicatoren uit statistieken en eigen veldwerk uitspraken gedaan over de Nijmeegse binnenstad. Met de oplevering van Plein 1944 is het winkelaanbod in vierkante meters duidelijk toegenomen. Tegelijkertijd neemt het aantal verkooppunten af. De landelijke trend van schaalvegroting zet ook in Nijmegen door. Met name in het vergelijkend winkelen is deze ontwikkeling sterk terug te vinden. Het dagelijks winkelen maakt een lichte groei door in vierkante meters en in eenheden. Het aanbod in doelgerichte aankopen is sinds 2009 gestaag aan het dalen in vierkante meters en in eenheden. Het leegstandspercentage ligt in januari 2014 beduidend hoger dan in voorgaande jaren. Het aantal m2 winkelvloer oppervlak dat wacht op een andere invulling bedraagd 10,6%. Daarvan zullen niet alle panden opnieuw een winkelbestemming krijgen. Een deel zal ook verbouwd worden tot woningen, kantoren, dienstverlening of horeca. Het aantal banen in het stadscentrum blijft tussen 2013 en 2014 op een gelijk niveau na een periode van teruglopende werkgelegenheid. Het stadsdeel Nijmegen-Centrum telt 14.250 banen. In het deelgebied van de ringstraten is een lichte stijging waar te nemen in het aantal banen, in de kern van de binnenstad een lichte daling. In de detailhandel sector is het aantal banen duidelijk gestegen, dit komt vooral voor rekening van nieuwe invulling van Plein 1944, waaronder de vestiging van de Primark. Daarbij is er een duidelijke daling van werkgelegenheid in de overige, vooral publieke dienstverlening. Voor een groot deel wordt de daling in deze sector veroorzaakt door een daling in het aantal waargenomen banen bij de gemeente Nijmegen. In 2013 en 2014 is het aantal bouwinvesteringen in vergelijking met de jaren 2011 en 2012 weer toegenomen. Het totaal aan bouwinvesteringen bedroeg in 2013 7,3 miljoen en in 2014 30,1 miljoen. Een deel daarvan is een tweede golf van investeringen voor het gereedmaken van de nieuwe panden aan Plein 1944. Daarnaast is de bouw van Doornroosje een zeer grote investering in de cultuursector, vergelijkbaar met de bouw van cultuurhuis LUX en de bibliotheek in het vorige millenium. De functie van de binnenstad is aan het verschuiven en dit is ook te merken in het bezoekgedrag. Het bezoek overdag, tijdens de traditionele winkeltijden is dalende. Er vindt een verschuiving plaats van zaterdag en de koopavond naar de maandag en koopzondagen. Daarnaast is het aantal uur dat geparkeerd wordt in de binnenstad juist stijgende. Deze stijging wordt deels veroorzaakt door het invoeren van betaald parkeren in de avonduren, maar de stijging duidt ook op een toenemend bezoek s’avonds. Het grootste deel van de 1336 ondervraagde passanten valt binnen de consumentengroepen work & have fun (28%, werkende koopkrachtigen zonder kinderen) en fifty & fit (27%, 50+, koopkrachtigen, zonder thuiswonende kinderen). Bijna twee derde van de passanten is afkomstig uit de middenklasse.
Stadscentrum Monitor - 3
De grootste groep passanten komt uit Nijmegen zelf. In vergelijking met de vorige meting is het aandeel van de bezoekers uit de regio licht gegroeid in vergelijking met het aandeel bezoekers uit Nijmegen zelf. Aansluitend daarop zijn er meer mensen in vergelijking met de vorige meting die de voorkeur hebben voor de auto als vervoersmiddel om naar de binnenstad te komen (2013: 21%, 2015: 30%). De fiets blijft daarnaast een populaire optie (31%). Over een langere periode bekeken gaat de voorkeur steeds vaker uit naar de fiets in plaats van de auto. Daarbij gaat het toenemende bezoek uit de regio gepaard met een dalende bezoekfrequentie en een langere verblijfstijd in vergelijking met de meting van 2013. Opvallende ontwikkeling is dat het deel van de binnenstadbezoekers dat kleinere bedragen uitgeeft minder wordt ten op zichte van het deel dat grotere uitgaven doet. De Nijmeegste binnenstad krijgt een ruime voldoende van bezoekers. De algemene waardering voor de Nijmeegse binnenstad is gestegen van een 7,4 naar 7,5. De bereikbaarheid met de fiets (7,8), de sfeer en gezelligheid (7,7) en het horeca-aanbod (7,6) worden daarbij het beste beoordeeld. In vergelijking met eerdere jaren zijn alle gemeten aspecten voor het aanbod en de ambiance in waardering gestegen. Het groen in de binnenstad krijgt met een 6,0 een relatief laag cijfer van de passanten. Ook de waarderingen voor de bereikbaarheid van de Nijmeegse binnenstad zijn fors gestegen. De mogelijkheid om de fiets te stallen (2013: 6,1, 2015: 7,3), de mogelijkheid om de auto te parkeren (2013: 5,7, 2015: 6,7) en de bereikbaarheid van de binnenstad met de auto (2013: 6,0, 2015: 6,9) zijn allen (bijna) een heel rapportcijfer omhoog gegaan. De beoordeling voor de parkeertarieven blijft nog altijd onvoldoende, ondanks de hogere waardering (2013: 3,9, 2015: 4,7). De belevingswaarde van de binnenstad is goed. Vooral op de stellingen over het eigen karakter van de binnenstad, het bezoek geeft een welkom gevoel, en het je kunnen vermaken in de binnenstad wordt positief gereageerd door de respondenten. Zij hebben echter minder het ‘dagje uit’ gevoel, maar dit is misschien moeilijker te bereiken bij de hoge frequentie waarmee de binnenstad over het algemeen wordt bezocht. Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat leegstand in de binnenstad storend aanwezig is. Verder vindt men vooral de persoonlijke aandacht van het winkelpersoneel, de gezelligheid en de zintuigelijke beleving (passen, zien etc.) van de te kopen artikelen grote voordelen van de binnenstad boven het kopen van producten via internet. De meeste respondenten zijn positief over de veranderingen in de binnenstad van de afgelopen jaren. Een groot deel van de antwoorden gaat over de voltooiing van Plein 1944 en de toevoeging die deze plaats heeft op de binnenstad. Ook diegenen die de Nijmeegse binnenstad een negatieve ontwikkeling zien doormaken noemen Plein 1944 vaak, maar het gaat hier dan vooral over de bestrating op het plein en de gekozen bouwstijl. Minder positief zien de meeste respondenten de toekomst in. Dit heeft vooral te maken met de economische situatie en de weinig (zichtbare) projecten die gaande zijn in het stadscentrum. De bezoekers die de toekomst positief in zien hopen dat de economische situatie verbetert en vertrouwen op een doorgaande verbetering van het stadscentrum. Diegenen die een somberdere toekomst voor de binnenstad voorspellen verwachten juist weinig verbeteringen in de economische situatie en interpreteren het negatief dat er niet gebouwd wordt. De grootste groep houdt het met dezelfde argumenten in het midden.
Stadscentrum Monitor - 4
1. Inleiding De Stadscentrummonitor wordt sinds 1996 tweejaarlijks uitgevoerd om belangrijke ontwikkelingen in het Nijmeegse stadscentrum te kunnen volgen en de effecten van investeringen te kunnen benoemen. Hiervoor worden de trends van verschillende indicatoren rond het economisch functioneren en de aantrekkelijkheid voor bezoekers in kaart gebracht1. De statistieken De statistieken die gebruikt worden om ontwikkelingen en beleidseffecten te bestuderen lopen deels door tot en met maart 2015. Om bezoekersaantallen, druktestromen en loopstromen in kaart te brengen worden parkeerafzetcijfers (gemeente Nijmegen) en passantentellingen (Locatus) gebruikt. Ontwikkelingen en investeringen in het aanbod in de binnenstad worden onderzocht door middel van tellingen (Locatus) en de afgegeven bouwvergunningen (gemeente Nijmegen). Daarnaast wordt via een jaarlijks onderzoek van de provincie Gelderland (PWE Gelderland) de aard en omvang van de werkgelegenheid in de binnenstad gevolgd. Het veldwerk Op dezelfde manier als in eerdere metingen zijn aan bezoekers in de binnenstad vragen gesteld over het bezoek zelf en de waardering voor verschillende aspecten van de binnenstad. Op zes plekken in de binnenstad zijn op verschillende doordeweekse dagen (overdag), zaterdagen (overdag) en koopavonden van 25 oktober tot 13 november 2014 in totaal 1336 enquêtes afgenomen. Naderhand zijn dezelfde respondenten nogmaals benaderd (via e-mail) met extra vragen over hoe zij hun bezoek hebben ervaren. Respondenten hadden tot 19 december 2014 de tijd om deze extra vragen te beantwoorden en uiteindelijk hebben in totaal 298 respondenten hiervoor de moeite genomen. Aanvullend op de antwoorden van bezoekers zijn begin 2015 de vragen over de beleving van het Nijmeegse stadscentrum ook aan de deelnemers van het stadspanel voorgelegd. Op de oproep om de vragen te beantwoorden hebben 1412 panelleden gereageerd.
Het ondernemersklimaat in de binnenstad wordt in beeld gebracht in de Monitor Vestigingsklimaat, de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is terug te vinden in de Wijkmonitor. 1
Stadscentrum Monitor - 5
2. Winkelaanbod In het Nijmeegse stadscentrum staan relatief grote panden uit de wederopbouwperiode. De winkelsamenstelling is ten opzichte van andere binnensteden vrij breed en gevarieerd. Langer dan in andere binnensteden bleef een behoorlijk deel van het aanbod gericht op doelgerichte aankopen (bijvoorbeeld woninginrichting, elektro), maar sinds 2003 zien we het doelgerichte aanbod fors verminderen. Meestal betreft dit verdwenen meubelzaken, die grotendeels zijn verbouwd tot woningen. Het centrale winkelaanbod beslaat ruim 102.566 m2 winkelvloeroppervlak (excl. leegstand) en ca. 480 vestigingen (januari 2015). Het totale aantal m2 winkelvloeroppervlak (WVO) neemt de laatste twee jaar toe. Dit heeft vooral te maken met de voltooiing van Plein 1944. Het aantal verkooppunten neemt sinds 2009 geleidelijk af in de gehele Nijmeegse binnenstad. Figuur 1: Aantal verkooppunten in de Nijmeegse binnenstad, aan het begin van ieder jaar.
250
200
150
100
50
0 04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
dagelijkse artikelen
vergelijkend winkelen
doelgerichte aankopen
leegstand
15
Bron: Locatus, bewerking O&S Nijmegen.
Figuur 2: Het winkelvloeroppervlak in m2 in de Nijmeegse binnenstad aan het begin van ieder jaar. 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
dagelijkse artikelen
vergelijkend winkelen
doelgerichte aankopen
zuivere winkelleegstand
15
Bron: Locatus, bewerking O&S Nijmegen.
Stadscentrum Monitor - 6
Schaalvergroting lijkt de trend te zijn binnen het aanbod in vergelijkend winkelen (mode, luxe artikelen, warenhuisaanbod). Het aantal vestigingen is aan het dalen en het aantal m2 is stijgende, mede door de opening van bijvoorbeeld de Primark aan Plein 1944. Het aantal vestigingen en vierkante meters WVO in de doelgerichte aankopen (woninginrichting, elektro of sportartikelen) in de binnenstad is sinds 2009 gestaag aan het dalen in. Het aanbod in dagelijkse artikelen (food, drogisterijartikelen) is in het Nijmeegse centrum in de laatste twee jaar ook weer stijgende in het aantal vestigingen en in m2 WVO door bijvoorbeeld de opening van een biologische supermarkt. Veel landelijke sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zijn van invloed op het winkelaanbod en de leegstand. De algemene economische ontwikkelingen en de nasleep van de economische crisis en daarnaast het veranderende consumentengedrag en dan voornamelijk de groei van het internetwinkelen hebben zijn weerslag op het winkelaanbod in de binnenstad. Daarnaast zijn er specifieke ontwikkelingen voor Nijmegen en omgeving die van invloed zijn met natuurlijk de nieuwbouw van Plein 1944 als meest sprekende voorbeeld. Figuur 3: Zuivere leegstand in winkeloppervlak en winkelunits aan het begin van het jaar, vanaf 2003. 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
75
70
47
61
59
61
58
63
72
60
76
73
96
9200
10600
6400
6400
6300
8900
9800
9600
9100
8500
9600
9200
12100
Percentage 8,3% 9,0% Bron: Locatus, bewerking O&S Nijmegen.
5,7%
5,6%
5,8%
7,9%
8,6%
8,9%
8,6%
8,1%
9,2%
8,6%
10,6%
in winkelunits 2
in oppervlak (m )
In januari 2015 stonden 96 van de bijna 1000 units in detailhandel, horeca, dienstverlening, ambacht en dergelijke (de zogenaamde verkooppunten) leeg. De oppervlakte aan zuivere detailhandelsleegstand2 was met 12.100 m2 op dat moment 10,6%. Bij 51% van deze winkelunits is sprake van frictieleegstand, deze panden waren tot voor kort nog in gebruik. Het leegstandspercentage is duidelijk gestegen in vergelijking met 2014. Een vergelijkbare stijging in leegstandspercentage is terug te vinden tussen de ‘goede’ jaren in 2007 en 2008. Een deel van de stijging tussen 2014 en 2015 komt door de oplevering van Plein 1944 waardoor er flink wat extra m2 WVO beschikbaar is. Over het algemeen is er meer leegstand aanwezig buiten de binnenstadskern en in de ringstraten en dan in de binnenstadskern (‘circuit’). De leegstandscijfers voor de ringstraten en buiten de binnenstadskern worden beheerst door een of meerdere grote panden. Deze panden zullen waarschijnlijk voor een deel of helemaal verkleuren naar andere functies. Een voorbeeld van een dergelijk leegstaand gebouw is het pand op de hoek van Doddendaal en de Bloemerstraat.
De leegstand die dataleverancier Locatus in winkelgebieden inventariseert, omvat niet alleen detailhandelsleegstand, maar ook leegstand in horeca en consumentgerichte dienstverlening. Deze inventarisatie is niet continu en afhankelijk van toevalligheden. Voor de bepaling van de zuivere detailhandelsleegstand schrijft Locatus een correctie voor die voor Nijmegen-Centrum resulteert in 10,6% zuivere detailhandelsleegstand. Zonder de correctie zou de ‘bruto leegstand’ 15% bedragen (zie ook notitie: ‘Leegstand: wat verstaan we daar nu onder?’, Locatus, 2015). 2
Stadscentrum Monitor - 7
Het winkelaanbod in Nijmegen is zeer vergelijkbaar met de gemiddelde verdeling tussen dagelijks, vergelijkend en doelgericht winkelen van de groep vergelijkingssteden (maart 2015) tussen de 120.000 en 225.000 inwoners. Het dagelijks aanbod is in het centrale winkelgebied van Eindhoven relatief klein en in Leiden relatief groot. Voor Arnhem, Eindhoven en Maastricht geldt dat vergelijkend winkelen meer dan 60% van het winkelaanbod beslaat. In Leiden is het aanbod vergelijkend winkelen duidelijk kleiner dan het gemiddelde. De centrale winkelgebieden van Haarlem en Groningen bevatten relatief meer winkels voor doelgerichte aankopen. De leegstand ligt in Nijmegen net iets boven het gemiddelde. ’s-Hertogenbosch, Tilburg en Haarlem hebben allen een relatief laag leegstandspercentage waar Enschede een duidelijker hoger leegstandspercentage heeft.
Figuur 4: Winkelaanbod en zuivere leegstand in centrale winkelgebieden van steden (120.000-225.000 inwoners), maart 2015. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Arnhem Eindhoven Enschede Groningen Leiden Maastricht NIJMEGEN Tilburg Haarlem Breda S-Hertogenbosch GEMIDDELDE zuivere detailhandelsleegstand
dagelijks
vergelijkend winkelen
doelgerichte aankopen
Bron: Locatus, bewerking O&S Nijmegen.
Stadscentrum Monitor - 8
3. Branchering In de branchering van Nederlandse winkelsteden is er enerzijds sprake van branchevervaging en anderzijds van brancheverruiming. Steeds meer winkels bieden naast hun ‘eigen’ assortiment brancheproducten ook producten uit andere branches aan waardoor scheidslijnen tussen branches vervagen. Brancheverruiming speelt bijvoorbeeld bij warenhuizen die verschillende diensten gaan aanbieden of bakkerijen die een horecagedeelte in de winkel hebben. Soms gaat dit door middel van een shop-in-shop principe waardoor ondernemers bij elkaar in de winkel zitten en directer van elkaars aanwezigheid kunnen profiteren. Een dergelijke verbreding van het aanbod trekt meer klanten en heeft een omzet verhogende werking.
Figuur 5: Brancheverdeling in Nijmegen, op straatniveau.
Bron: Locatus, 2015.
Stadscentrum Monitor - 9
Figuur 6: Brancheverdeling in Nijmegen, op de benedenverdieping.
Bron: Locatus, 2015.
In Nijmegen valt op dat de verschillende branchegroepen een zekere mate van ruimtelijke ordening kennen. Zo treffen we mode en luxe artikelen (oranje op de kaart) vooral in de winkelkern aan. Leisure (waaronder horecavoorzieningen, paars op de kaart) zien we geconcentreerd aan de uiteinden van het winkelgebied en in de horeca-accentgebieden. Winkels die dagelijkse artikelen aanbieden liggen verspreid door het winkelgebied heen.
Stadscentrum Monitor - 10
4. Druktebeeld en Segmentatie Het bestaan van zogenaamde A1, A2, B en C-locaties hangt samen met het aantal passanten ter plaatse. Bij een A1-locatie bedraagt het aantal passanten 75 tot 100% van de drukste plaats. Dit zijn de locaties in het Nijmeegse stadscentrum die het gunstigst liggen in de routing. Voor A2, B en C-locaties zijn respectievelijk 50 tot 75%, 25 tot 50% en 10 tot 25% van het hoogst getelde aantal passanten de grenswaarden. A2-locaties zitten wat meer aan de rand van het stadshart, maar profiteren wel mee van de klantenrouting in het centrum. Ze liggen vaak in de buurt van parkeerplaatsen. B-locaties zijn vaak wat beter te bereiken met het openbaar vervoer en de auto. Dat geldt ook voor C-locaties, waar duidelijk minder passanten komen. Winkels op deze locaties hebben vaak meer mogelijkheden voor de klant om te parkeren in de buurt.
Figuur 7: Verdeling van het aantal passanten (zie legenda) op straatniveau.
Bron: Locatus, najaar 2014.
Stadscentrum Monitor - 11
Figuur 8: Verdeling van het aantal passanten op de benedenverdieping.
Bron: Locatus, najaar 2014.
In bovenstaande kaarten (figuur 7 en figuur 8) is te zien in welke gebieden van het kernwinkelgebied de meeste passanten komen. De Molenstraat, Broerstraat en Burchtstraat en de Grote Markt kennen de meeste passanten. Deze verdeling van passanten is vergelijkbaar met de verdeling in 2013 (zie Stadscentrum monitor 2012-2013). Figuur 9: Locatiesegmentatie in Nijmegen, op straatniveau.
Bron: Locatus, 2015.
Stadscentrum Monitor - 12
Figuur 10: Locatiesegmentatie in Nijmegen, op de benedenverdieping.
Bron: Locatus, 2015.
Samenhangend met de druktebeelden zijn de Broerstraat en Burchtstraat en de Grote Markt A1 locaties en de Molenstraat een A2 locatie.
Stadscentrum Monitor - 13
5. Werkgelegenheid Het aantal banen in het centrum is een belangrijke economische indicator voor het Nijmeegse stadscentrum. Daarbij vormt het stadsdeel Nijmegen-Centrum (incl. Benedenstad, stationsomgeving en een deel van het singelgebied) één van de grootste stedelijke werklocaties van Nijmegen met 14.250 banen in 2014. Het totaal aantal banen in de binnenstad van Nijmegen is tussen 2013 en 2014 nagenoeg gelijk gebleven. In de periode 2010-2014 daalde de werkgelegenheid in het gehele Nijmeegse stadscentrum met 680 banen. Opvallend is dat sinds 2010 de werkgelegenheid is gestegen in het deelgebied de Ringstraten. Het aantal banen in de Ringstraten nam met 300 toe, van 2.073 naar 2.415. Dit komt met name door de verhuizing van de thuiszorgservice naar het gebied (250-300 banen). In dezelfde periode daalde het aantal banen in het kernwinkelgebied naar 4.760 banen (-920, grotendeels door een daling in het aantal waargenomen banen bij de gemeente Nijmegen in het stadscentrum) en bleef het aantal banen in de overige gebieden in het stadscentrum vrijwel constant (sinds 2010 -85 naar 7.100 banen). Figuur 11: Ontwikkeling aantal banen in het stadscentrum naar deelgebied.
15000 14000 13000 12000 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2010
2011
kern winkelgebied
2012
Ringstraten
2013
2014
overig
Bron: PWE-Gelderland.
Stadscentrum Monitor - 14
Wanneer de banen opgesplitst worden naar sectoren valt op dat vooral binnen de detailhandel er sprake is van een stijging in het aantal banen. In de periode 2013-2014 zijn er in de detailhandel sector 340 banen bijgekomen waar het overgrote deel voor rekening komt van de nieuwe vestiging van de Primark. Ook binnen de horeca zien we in dezelfde periode een lichte groei in het aantal banen (+110 naar 2.470 banen). Het aantal banen in de commerciële dienstverlening blijft tussen 2013 en 2014 gelijk op 4.220. Verder klinkt de vermindering in het aantal waargenomen banen van de gemeente Nijmegen sterk door in de vermindering in de werkgelegenheid in de sector overige diensten (-450 naar 4.135). Sinds 2010 is de werkgelegenheid in de detailhandel (+165) en horecasector (+85) toegenomen en in de commerciële dienstensector (-260) en overige dienstensector (-650) afgenomen. Figuur 12: Ontwikkelingen in aantal banen in het stadscentrum naar sector.
15000 14000 13000 12000 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 2010
2011
Detailhandel
Horeca
2012
2013
Commerciële diensten
2014
Overige diensten
Bron: PWE-Gelderland.
Stadscentrum Monitor - 15
6. Bouwinvesteringen Op basis van de registratie van afgegegeven bouwvergunningen van de gemeente Nijmegen (afdeling personeel, informatie en facilitair) kijken we naar de bouwinvesteringen in het stadscentrum (vanaf €22.689). Het gaat hierbij om gereed gemelde projecten3. De ervaring wijst uit dat dit een onderschatting blijft van de werkelijke investering in het stadscentrum.
Miljoenen
Figuur 13: Bouwinvesteringen per jaar, per categorie met toonaangevende bouwprojecten.
50 45 40 LUX, bibliotheek
Politiebureau
Plein 1944
Doornroosje
35 30 Hessenberg
25
Marikenstraat en Moenenstraat
20 15 10 5 0 '94
'95
'96
'97
'98
winkel
'99
'00
horeca
'01
'02
cultuur
'03
'04
'05
woningen
'06
'07 kantoor
'08
'09
'10
bedrijf
'11
'12
'13
overig
Bron: Gemeente Nijmegen, 2015.
In 2013 en 2014 zijn de bouwinvesteringen beduidend hoger dan in 2011 of 2012. Een deel daarvan komt voort uit het gereed maken van nieuwe winkelpanden aan het eerder opgeleverde Plein 1944. In 2014 is met de bouw en oplevering van het poppodium Doornroosje een grote investering gedaan in het cultuuraanbod van Nijmegen. Terugkijkend is de grootte van deze investering in de cultuursector vergelijkbaar met de bouw van filmhuis LUX en bibliotheek Marienburg in 1998. De totale bouwinvesteringen bedroegen ongeveer 7,3 miljoen in 2013 en 30,1 miljoen in 2014. In dit figuur zijn zeer duidelijk de grote bouwprojecten terug te vinden4.
Vanaf 2011 wordt er gekeken naar de gereed melding. Voor 2011 was dit niet mogelijk en gaat het om wanneer de vergunning is afgegeven voor het bouwproject. De gereed melding is een betrouwbaardere graadmeter van de investeringen in het stadscentrum dan de datum van afgifte van de vergunning. 4 Belangrijke bouwprojecten met de categorie waarin zij vallen zijn: 1996: bouw politiebureau (kantoor); 1997: bouw fietsenkelder onder stationsplein (overig); 1998: (start) bouw bibliotheek, LUX (cultuur), aanleg Moenen en Marikenstraat (winkel); 2006-2008: (start) bouw Hessenberg (woning); 2009-2010: (start) nieuwbouw plein 1944 (winkel en woning); 2014: bouw/ oplevering nieuwbouw Doornroosje (cultuur). 3
Stadscentrum Monitor - 16
'14
Miljoenen
Figuur 14: Cumulatieve bouwinvesteringen per jaar, per categorie.
100 80 60 40 20 0 '94
'95
'96
'97
winkel
'98
'99
horeca
'00
'01
'02
cultuur
'03
'04
'05
woningen
'06
'07
kantoor
'08
'09
'10
bedrijf
'11
'12
'13
overig
Bron: Gemeente Nijmegen, 2015.
In het Nijmeegse stadscentrum vonden investeringen in kantoren vooral eind jaren negentig plaats (blauwe lijn). Ook de investeringen in winkels (oranje lijn) piekten eind jaren negentig, en opnieuw na 2008 met de nieuwbouw aan Plein 1944. Trendmatige groei zien we in de horeca en de kantorensector waar ieder jaar opnieuw in wordt geïnvesteerd. Tussen 2005 en 2010 zien we forse bouwsommen in de woningmarkt. De positie van de binnenstad als woongebied is weer belangrijker geworden.
Stadscentrum Monitor - 17
'14
7. Bezoek, bezoekers en bezoekgedrag Het bezoek aan de binnenstad is aan het veranderen. Met de opkomst van het internet winkelen wordt de ervaring in binnensteden steeds belangrijker: Het stimuleren van de zintuigen, anderen ontmoeten en recreëren. Van ‘place to buy’ naar ‘place to meet’. Met de veranderingen in gebruik veranderen ook de momenten waarop het bezoek plaats vindt. Het totaal aantal parkeeruren in en rondom het stadscentrum is een belangrijke indicatie voor het bezoek aan de binnenstad. Het totale aantal parkeeruren in de Nijmeegse binnenstad stijgt vanaf midden 2012. Deels kan deze stijging worden verklaard door het in gebruik nemen van de parkeergarage Keizer Karel aan de van Schaeck Mathonsingel waardoor er netto 300 plaatsen bij kwamen. Daarnaast werd in januari 2013 het betaald parkeren in de avonduren ingevoerd waardoor er logischerwijs meer parkeeruren geregistreerd worden. Maar ook wanneer men rekening houdt met deze ontwikkelingen is er een duidelijk stijgende trend van het aantal parkeeruren in de jaren 2012 tot en met 2014. Figuur 15: Totaal aantal parkeeruren per maand op straat en in de garages in de Nijmeegse binnenstad.
500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2010
2011
2012
2013
2014
Bron: Ecorys, 2014.
De momenten waarop de binnenstad wordt bezocht is aan het verschuiven. In de Nijmeegse binnenstad zijn de zondag (vooral koopzondagen5) en de maandag als bezoekdagen sterk in opmars. De stijgende populariteit van deze dagen gaat ten koste van het bezoek aan de donderdagen en zaterdagen. Het bezoek op de dinsdag, woensdag en vrijdag is door de jaren heen redelijk stabiel gebleven. Figuur 16: Ontwikkelingen in het aandeel van de dagen in de weekdrukte in de Nijmeegse binnenstad.
Bron: Citytraffic, 2014.
5
Het bezoek op zondag is een gemiddelde van koopzondagen en niet-koopzondagen. Het bezoek op koopzondagen ligt 55% hoger dan het gemiddelde van alle zondagen (bron: Citytraffic, 2013).
Stadscentrum Monitor - 18
Op basis van de gegevens van Locatus kan er een indicatie worden gegeven van het gemiddelde weekbezoek aan de Nijmeegse binnenstad tijdens de traditionele winkeluren6. In 2014 bezochten er gemiddeld 242.500 bezoekers per week de Nijmeegse binnenstad. Vanaf 2010 is er een dalende trend in de geschatte bezoekersaantallen waarneembaar.
Figuur 17: Ontwikkelingen in het (geschatte) aantal bezoekers per week voor de Nijmeegse binnenstad.
300.000 250.000
242.500
200.000 150.000 100.000 50.000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Locatus, 2015.
De voorgaande cijfers geven een goede indicatie voor de verschuivingen die plaatsvinden in de momenten waarop de binnenstad wordt bezocht. Het verschil tussen het stijgende aantal parkeeruren in figuur 15 en de daling van het gemiddelde aantal bezoekers per week in figuur 17 kan grotendeels worden verklaard door het tijdsvenster waarop deze cijfers zich richten. De parkeerafzetcijfers richten zich op een breder tijdsvenster dan de telmethode voor het gemiddelde aantal bezoekers per week. Doordat er vanaf 2013 ook ’s avonds moet worden betaald omvat dit cijfer niet alleen het winkelend publiek, maar ook het publiek voor culturele podia en avondhoreca.
6
Locatus maakt een schatting op basis van één teldag en transactiegegevens waar zij over beschikken. Op de teldag wordt van 10:00 tot 17:00 uur geteld, bezoek buiten die uren blijft buiten beschouwing. Het meten van het aantal bezoekers aan de binnenstad en het bezoekniveau per dag is sterk in ontwikkeling (ook bij Locatus). Verschillende partijen zijn op dit moment telmethoden aan het ontwikkelen en vernieuwen, door bijvoorbeeld continu tellingen via Wi-Fi mogelijk te maken.
Stadscentrum Monitor - 19
Bezoekers Aan bezoekers van de binnenstad zijn verschillende vragen voorgelegd over henzelf, het bezoek en de waardering van verschillende aspecten van de Nijmeegse binnenstad. Met behulp van consumentengroepen en de sociaaleconomische status (SES) wordt het bezoekgedrag voor verschillende groepen bezoekers beschreven. Door de opzet van het onderzoek kunnen dat de resultaten afwijken van het werkelijke totale binnenstadsbezoek. Mensen met een erg korte verblijfstijd en mensen die de kern van de binnenstad niet bezoeken hebben een kleinere trefkans respectievelijk geen trefkans in het onderzoek. Passanten met een lange verblijfsduur hebben juist een hogere trefkans. Door de tijden waarop de enquêteurs in de stad aanwezig waren is de trefkans voor het uitgaanspubliek en publiek voor de culturele instellingen ook een stuk kleiner. De wijze van benaderen is echter wel constant in vergelijking met eerdere jaren, waardoor ontwikkelingen gevolgd kunnen worden. Consumentengroepen Net als in 2012 worden 6 consumentengroepen onderscheiden verdeeld op basis van levensfase en leefstijl.
Inwonend en niet studerend: jong, koopkrachtig (deels door de afwezigheid van woonlasten). Studenten: jong, minder koopkrachtig, sterker cultureel georienteerd. Work & have fun: alleenstaanden en stellen zonder kinderen, relatief veel vrije tijd, koopkrachtig. Nesting & caring: huishoudens met kinderen, beperkte tijd en mogelijkheden, doelbewust en efficient. Fifty & fit: actieve koopkrachtige senioren, veel vrije tijd, levensgenieters, ‘the silver generation’. Ouderen: veel vrije tijd, door hogere leeftijd en lichamelijke beperkingen vaak minder mobiel.
Van de passanten die we aantroffen in het stadscentrum behoorden de meeste tot de categorie Work & have fun (28%) en fifty & fit (27%). In vergelijking met de meting van 2012 zijn er minder passanten uit de groep nesting & caring aangetroffen (van 20% naar 11%) en meer passanten uit de groep work & have fun (van 18% naar 28%). Figuur 18: Passanten tegengekomen in het stadscentrum van Nijmegen onderverdeeld in consumentengroepen.
9%
4% 21%
inwonend en niet studerend student
27% work & have fun nesting & caring fifty & fit 11%
28%
ouderen
Stadscentrum Monitor - 20
Vergeleken met de potentiële bezoekers valt op dat de studenten en ‘work & have fun’ oververtegenwoordigd zijn in de aangetroffen passanten. Passanten binnen het segment ‘nesting & caring’ zijn sterk ondervertegenwoordigd. Afgaande op deze getallen ligt er binnen deze groep potentie om meer bezoekers naar de Nijmeegse binnenstad te trekken. Figuur 19: Bevolking van Nederland, regio Nijmegen en de stad Nijmegen onderverdeeld in consumentengroepen.
regio Nijmegen
Nederland 14%
9%
11% 10%
15%
22%
8%
12%
5%
Nijmegen 6% 14% 20%
22% 17%
21% 35%
27%
31%
inwonend en niet studerend
student
work & have fun
nesting & caring
fifty & fit
ouderen
Een vergelijkbaar beeld kwam in eerdere metingen naar voren, waar de ondervertegenwoordiging van de consumentengroep ‘nesting & caring’ duidelijk terugkwam in de resultaten. Uit vergelijkbare onderzoeken in Enschede7 en in Utrecht8 komt eenzelfde beeld naar voren. Gezinnen met kinderen zijn relatief weinig aanwezig in de binnensteden. Sociale klassen Aan de passanten zijn vragen gesteld over hun opleiding, inkomen en eigen woningbezit. Op basis van de antwoorden die zij hebben gegeven zijn zij in verschillende welstandsklassen ingedeeld. Figuur 20: Passanten onderverdeeld in welstandsklassen.
20%
23%
hogere midden lagere 56%
Meer dan de helft van de passanten komt uit de middenklasse. Deze verdeling is vergelijkbaar met de meting van 2012. Toen was 59% van de passanten afkomstig uit de middenklasse.
7 8
Binnenstad in beweging, Binnenstadsmonitor Enschede 2012-2013; I&O research, 2013. Stadscentrummonitor Utrecht; Extenzio, 2009.
Stadscentrum Monitor - 21
Herkomst De herkomst van de bezoekers is een indicator van het verzorgingsgebied van de binnenstad en de populariteit als toeristische bestemming. Figuur 21: Waar woont u?
3% 15%
Nijmegen Regio
21% 62%
rest van Nederland buitenland
Logischerwijs zijn de meeste bezoekers van de binnenstad afkomstig uit Nijmegen zelf. Bezoekers uit Nijmegen zijn vaker uit de groep studenten afkomstig en minder vaak uit de groep nesting & caring in vergelijking met bezoekers uit de regio en de rest van Nederland. Uit Nijmegen en de regio komen ook vaker ouderen dan uit de rest van Nederland9. Daarnaast zijn bezoekers uit Nijmegen vaker uit de lagere welstandsklassen afkomstig. Bezoekers uit de regio en overig Nederland komen vaker uit de middenklasse10.
9
zie figuur 45 op bladzijde 40. zie figuur 46 op bladzijde 40.
10
Stadscentrum Monitor - 22
In vergelijking met 2012 zijn er relatief meer bezoekers vanuit de regio (stijging van 15% naar 21%). Dit gaat gepaard met een daling van het aandeel bezoekers uit Nijmegen zelf (daling van 67% naar 62%). De verhoudingen tussen de bezoekers woonachtig in Nijmegen, de regio en de rest van Nederland blijven over de jaren vrijwel gelijk. Het is lastig bezoekers te enquêteren die de Nederlandse taal niet machtig zijn waardoor het bezoek uit het buitenland in deze cijfers mogelijk wordt onderschat.
Figuur 22: Herkomst van passanten door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% buitenland
60%
rest van Nederland
50%
Regio
40%
Nijmegen
30% 20% 10% 0% 2004
2008
2010
2012
2014
Stadscentrum Monitor - 23
Vervoerswijze
Figuur 23: Met welk vervoersmiddel bent u naar de binnenstad gekomen?
17% 30%
auto fiets Openbaar Vervoer
22%
te voet 31%
De meeste bezoekers geven aan met de fiets te komen en bijna evenveel mensen bezochten de binnenstad met de auto. Kijkend naar de verschillende consumentengroepen verkiezen work & have fun en nesting & caring meer de auto dan andere groepen. Fifty & Fit, studenten en inwonende niet studerenden kiezen relatief vaak de fiets. Inwonende, niet studerended en studenten kiezen ook relatief vaak het openbaar vervoer, maar vooral onder ouderen is dit een populaire optie11. De fiets is bij alle klassen een populaire optie. Verder maakt de lagere klasse meer gebruik van het openbaar vervoer terwijl de hogere en middenklasse eerder voor de auto kiezen 12.
11 12
Zie figuur 47 op bladzijde 40. Zie figuur 48 op bladzijde 40.
Stadscentrum Monitor - 24
Figuur 24: Vervoersmiddel van de bezoekers door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% 60%
te voet
50%
Openbaar Vervoer
40%
fiets auto
30% 20% 10% 0% 1993 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014 In vergelijking 2012 kozen in 2014 meer bezoekers voor de auto als vervoersmiddel (van 21% naar 30%). Daarmee daalde het aandeel van de overige vervoersmiddelen iets in vergelijking met twee jaar geleden. Op langere termijn wint de keuze voor de fiets als vervoersmiddel (van 23% naar 31%) terrein op de keuze voor de auto (37% naar 30%) om naar de binnenstad te gaan. Het aandeel mensen dat te voet de binnenstadbezoekt (rond de 18%) en van het openbaar vervoer gebruik maakt (rond de 22%) blijven ongeveer gelijk.
Bezoekdoel Het winkelen als belangrijkste bezoekdoel staat onder druk door een combinatie van maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Het winkelen via internet heeft een grote impact op welke manier er gewinkeld wordt en het aandeel van online aankopen zal nog verder stijgen 13. De economische crisis heeft daarnaast gezorgd voor over het algemeen slinkende huishoudbudgetten waardoor consumenten geneigd zijn minder te besteden in de binnenstad14. Ook zal de vergrijzing van de samenleving van invloed zijn op het gebruik en de invulling van de binnenstad. (Toekomstige) ouderen hebben relatief veel te besteden maar zijn minder mobiel en meer gericht op verzorging, service en comfort. Tijdens het onderzoek is aan passanten gevraagd wat de voornaamste doelen van het bezoek aan de Nijmeegse binnenstad waren. De mogelijke bezoekdoelen zijn opgedeeld in drie categorieën. Onder winkelen valt ook het marktbezoek. Het doel recreëren bevat diegenen die aangaven dat een bezoek aan de horeca of gewoon het kijken en wandelen één van de hoofddoelen van het bezoek was. Onder functioneel bezoek vallen ook de passanten die aangaven op weg te zijn naar huis, naar het werk of van een specifieke dienst gebruikmaakten.
13 14
Shopping 2020; Inretail, 2013. Winkelgebied 2025, samen in beweging; ING, 2014.
Stadscentrum Monitor - 25
Figuur 25: Met welk doel bezoekt u de binnenstad?
11%
winkelen recreëren
31%
58%
functioneel bezoek
Het meest genoemde hoofddoel is winkelen, in 58% van de antwoorden kwam dit terug. Recreatief bezoek aan de binnenstad komt in bijna één derde van de antwoorden terug als hoofddoel van de passanten. Binnen de consumentengroepen zien we dat met name ouderen (kijken en wandelen) en studenten (horeca bezoek) relatief veel recreëren in de binnenstad. Inwonende, niet studerenden en studenten werken vaker in de binnenstad dan andere groepen en dit leidt tot meer functioneel bezoek15. Verder geeft de hogere klasse vaker aan met winkelen als doel naar de binnenstad te komen dan de midden en lagere klasse. Voor de lagere klasse is het recreëren een belangrijker doel16. In vergelijking met 2012 is het aandeel van de bezoekdoelen winkelen en recreëren iets toegenoemen ten kostte van het functioneel bezoek. Sinds 2000 is er een lichte stijging van het percentage passanten dat recreëren als bezoekdoel aangeeft. Deze stijging gaat vooral ten koste van het winkelen als doel. Functioneel bezoek blijft tussen de 10 en 14% door de jaren heen vrij stabiel. Deze ontwikkelingen liggen in lijn met de eerder beschreven transformatie van binnensteden naar ‘place to meet’, maar het zijn geen sterke verschuivingen17. Figuur 26: Bezoekdoelen van passanten door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% 60%
functioneel bezoek
50%
recreëren
40%
winkelen
30% 20% 10% 0% 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
2014
Zie ook figuur 49 op bladzijde 41. Zie ook figuur 50 op bladzijde 41. 17 Dit komt mede door de gekozen onderzoeksopzet. Overdag treft men in de binnenstad voornamelijk winkelend publiek. Ter vergelijking: ook aan het stadspanel is gevraagd met welke redenen zij vaak de binnenstad bezoeken, zie ook figuur 51 op bladzijde 23. Winkelen wordt wel het meest genoemd als bezoekdoel, maar is relatief minder belangrijk ten op zichtte van recreatief of functioneel bezoek. Directe vergelijking met de antwoorden van passanten is niet mogelijk omdat het geen daadwerkelijk bezoek betreft. 15 16
Stadscentrum Monitor - 26
Bezoeksfrequentie
Figuur 27 Hoe vaak bezoekt u de binnenstad van Nijmegen?
16% 1-7 x p week 1-2 x p maand
22% 62%
incidenteel
Meer dan 60% van de passanten bezoeken het stadscentrum van Nijmegen ten minste wekelijks. Vooral inwonende en niet studerenden (72%) en studenten (78%) geven aan het stadscentrum ten minste wekelijks te bezoeken. Dit hangt deels samen met dat deze groepen passenten ook relatief veel in de binnenstad werkzaam zijn. Met 32% geven relatief veel passanten binnen de groep nesting & caring aan het stadscentrum slechts incidenteel te bezoeken 18. Daarnaast geeft de laagste klasse vaker aan het stadscentrum wekelijks te bezoeken dan de midden en hogere klasse19.
Figuur 28: Bezoekfrequentie door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30%
incidenteel 1-2 x p maand 1-7 x p week
20% 10% 0% 1993 1995 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2014
Sinds 1993 is het aandeel incidentele bezoekers iets gestegen en het aandeel frequente bezoekers iets gedaald. In 2014 is in vergelijking met 2012 dezelfde ontwikkeling zichtbaar.
18 19
Zie ook figuur 52 op bladzijde 42. Zie ook figuur 53 op bladzijde 42.
Stadscentrum Monitor - 27
Verblijfstijd
Figuur 29: Hoe lang denkt u in totaal in de binnenstad te verblijven?
20% 37%
korter dan 2 uur 2 tot 4 uur langer dan 4 uur
44% Het grootste deel van het winkelend publiek verblijft tussen de 2 en 4 uur in de binnenstad. Er zijn geen grote verschillen in verblijfstijd tussen consumentengroepen of welstandsklassen20.
Figuur 30: Verblijfstijd door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% 60%
langer dan 4 uur
50%
2 tot 4 uur
40%
korter dan 2 uur
30% 20% 10% 0% 2004
2006
2008
2010
2012
2014
In vergelijking met 2012 zijn er in 2014 meer mensen die aangeven tussen de 2 en 4 uur of langer in de binnenstad te verblijven. Sinds 2004 is er een soortgelijke trend waar te nemen. Meer mensen geven aan tussen de 2 en 4 uur te verblijven ten koste van het aandeel bezoekers die aangeven minder dan 2 uur in de binnenstad te verblijven. De gemiddelde verblijfstijd neemt daarmee iets toe.
20
Zie ook figuur 54 en figuur 55 op bladzijde 42.
Stadscentrum Monitor - 28
Besteding Figuur 31: Wat denkt u in totaal uit te geven in dit bezoek aan de binnenstad?
22% minder dan 10 euro
39%
10 tot 50 euro meer dan 50 euro
39%
De groepen passanten die hebben aangegeven 10 tot 50 euro uit te geven bij hun bezoek of meer dan 50 euro zijn met beide 39% even groot. Een klein deel van de bezoekers geeft aan minder dan 10 euro uit te geven bij het bezoek aan de binnenstad. De bezoekers van de consumentengroepen work & have fun en nesting & caring geven vaker meer dan 50 euro uit in de binnenstad. Inwonende, niet studerenden en studenten antwoorden vaker dat ze minder dan 10 euro uitgeven21. Weinig verassend geven de hogere en middenklasse vaker meer dan 50 euro uit dan de lagere klasse22.
Figuur 32: Verwacht u meer uit te geven in de winkels of in de horeca?
0%
20%
40%
60%
80%
100%
(bijna) het gehele bedrag in winkels meer in winkels dan in de horeca ongeveer gelijke bedragen meer in de horeca dan in winkels (bijna) het gehele bedrag in de horeca
De bevraagde bezoekers besteden duidelijk het meest in de winkels23. 44% van de bezoekers geeft aan dat zij het gehele bestede bedrag in de winkels hebben uitgegeven en nog eens 31% geeft aan dat de uitgaven in de winkels het grootste gedeelte betreft. Voornamelijk inwonende, niet studerenden geven aan meer in de horeca te hebben uitgegeven dan in de winkels. Er zijn geen grote verschillen tussen de verschillende welstandsklassen.
Zie ook figuur 56 op bladzijde 42. Zie ook figuur 57 op bladzijde 43. 23 Dit komt mede door de gekozen onderzoeksopzet. Overdag treft men in de binnenstad voornamelijk winkelend publiek. 21 22
Stadscentrum Monitor - 29
Figuur 33: De uitgaven van bezoekers door de jaren heen.
100% 90% 80% 70% 60%
meer dan 50 euro
50%
10 tot 50 euro
40%
minder dan 10 euro
30% 20% 10% 0% 2004
2006
2008
2010
2012
2014
Er is een trend gaande naar grotere uitgaven in de binnenstad. In 2014 geven meer bezoekers aan meer dan 50 euro uit te geven dan in 2004 (van 28% naar 39%). Het aandeel bezoekers dat minder dan 10 uitgeeft daalde in dezelfde tijd van 33% naar 22%. Het percentage bezoekers dat aangeeft tussen de 10 en 50 euro te besteden blijft rond de 39% hangen.
Stadscentrum Monitor - 30
8. Waardering voor de binnenstad Sinds 1996 wordt aan bezoekers gevraagd een waardering te geven voor de Nijmeegse binnenstad in het algemeen en voor 16 deelaspecten. Deze rapportcijfers geven daardoor niet alleen een goede indicatie hoe het stadscentrum ervoor staat volgens de bezoeker, maar ook over de ontwikkelingen in de loop van de jaren op verschillende gebieden. Het aanbod Figuur 34: Algemene waardering voor de Nijmeegse binnenstad en de waardering van het aanbod door passanten24.
Met een 7,5 krijgt het stadscentrum van Nijmegen een ruime voldoende van bezoekers. Daarnaast wordt vooral het horeca aanbod goed gewaardeerd. In vergelijking met 2012 zijn alle rapportcijfers met één tiende gestegen of gelijk gebleven. Verder terugkijkend zijn de algemene waardering voor de Nijmeegse binnenstad en de verschillende waarderingen voor het aanbod geleidelijk gestegen. Er zijn weinig verschillen tussen de consumentengroepen in de waardering voor de Nijmeegse binnenstad en het aanbod25. De hogere welstandsklasse is wel iets positiever over het cultureel aanbod dan de lagere en middenklasse26. Daarnaast zijn frequente bezoekers positiever in hun algemene oordeel over de Nijmeegse binnenstad dan minder frequente bezoekers, maar in de waardering van het aanbod zijn er geen grote verschillen tussen beide groepen27. Aan passanten is online ook gevraagd welke winkels, horecazaken of evenementen ze nog missen in de Nijmeegse binnenstad. Van de online-respondenten had 25% suggesties om het aanbod van de binnenstad te verbeteren.
Evenementenaanbod wordt sinds 2006 gemeten. Zie ook figuur 59 op bladzijde 44. 26 Zie ook figuur 60 op bladzijde 44. 27 Zie ook figuur 61 op bladzijde 45. 24 25
Stadscentrum Monitor - 31
Figuur 35: Welke winkels mist u in de binnenstad van Nijmegen? Grotere weergave betekent vaker genoemd.
Het meest genoemd werdern kleinere, zelfstandige winkels. Deze worden als meer bijzonder gezien en kunnen onderscheidend zijn voor het winkelaanbod van de Nijmeegse binnenstad. Daarnaast zijn kledingwinkels en specifiek de Bershka, Pull & Bear en de New Yorker veel genoemd.
Figuur 36: Welke horeca zaken mist u in de binnenstad van Nijmegen? Grotere weergave betekent vaker genoemd.
Wat betreft horecazaken gaan veel van de 37 antwoorden over het gemis van een ‘echte’ club of discotheek. Verder zijn uitgaansgelegenheden voor specifieke doelgroepen veel genoemd, vooral 30+ en holebi (homoseksueel lesbisch en biseksueel) springen eruit.
Stadscentrum Monitor - 32
Figuur 37: Welke evenmenten mist u in de binnenstad van Nijmegen? Grotere weergave betekent vaker genoemd.
Het is duidelijk dat er van de passanten meer muziekevenementen mogen plaatsvinden, maar er is geen eenduidigheid over de muzieksoort (ook over muzieksmaak valt niet te twisten). Daarnaast zijn straattheater en evenementen die meer gericht zijn op kinderen of meer rekening houden met kinderen vaak genoemd. In totaal waren er voor het evenementenaanbod 17 suggesties. De ambiance Figuur 38: Waardering van de ambiance van de Nijmeegse binnenstad door passanten28.
De waardering voor de ambiance is in 2014 op de verschillende aspecten voldoende tot goed. Met een 6 voor het groen in de binnenstad blijft dit aspect in waardering achter op de andere. In vergelijking met 2012 zijn alle rapportcijfers tussen de 0,2 en 0,4 punten gestegen. Verder terugkijkend zien we met name tussen 2008 en 2012 een dip in de waardering voor de verschillende aspecten van de ambiance29. Vooral het verbouwen van Plein 1944 zorgde voor de nodige overlast voor bezoekers van de binnenstad. Met het afronden van de bouwprojecten stijgt ook de waardering voor de ambiance en zit deze voor de verschillende aspecten weer op hetzelfde niveau of hoger dan voor de aanvang. Er zijn verder geen grote verschillen tussen de consumentengroepen voor de waardering van de ambiance in de Nijmeegse binnenstad30. De hogere welstandsklasse beoordeeld de veiligheid iets beter dan de lagere en middenklasse31. Er zijn geen verschillen in de waardering van de ambiance tussen frequente en minder frequente bezoekers van de binnenstad 32.
Naar een rapportcijfer voor het groen in de binnenstad wordt pas sinds 2006 gevraagd. Zie ook figuur 39 op bladzijde 35. 30 Zie ook figuur 59 op bladzijde 44. 31 Zie ook figuur 60 op bladzijde 44. 32 Zie ook figuur 61 op bladzijde 45. 28 29
Stadscentrum Monitor - 33
De bereikbaarheid
De verschillende aspecten van de bereikbaarheid van de binnenstad worden voldoende tot goed beoordeeld door bezoekers. Enkel de parkeertarieven krijgen met een 4,7 een onvoldoende. In vergelijking met 2012 worden veel bereikbaarheidsaspecten door bezoekers flink beter beoordeeld. Met het afronden van Plein 1944 heeft het stadscentrum een grote bewaakte fietsenstalling erbij gekregen en met het afronden van de nieuwe stadsbrug ‘De Oversteek’ is het stadscentrum beter bereikbaar geworden per auto. Daarnaast is er op de van Schaeck Mathonsingel, voor het centraal station een grote autoparkeergarage gebouwd. Al met al investeringen die gelijk doorklinken in de waardering van bezoekers voor de bereikbaarheid van het Nijmeegse stadscentrum. Binnen de consumentengroepen beoordelen work & have fun de autobereikbaarheid het meest positief (zij verkiezen met 40% ook regelmatig de auto boven andere vervoersmiddelen)33. Er zijn geen grote verschillen tussen welstandsklassen in de beoordeling van de bereikbaarheid van de binnenstad 34. Frequente bezoekers zijn positiever over bereikbaarheid per auto en de parkeermogelijkheden van het stadscentrum35.
Zie ook figuur 59 op bladzijde 44. Zie ook figuur 60 op bladzijde 44. 35 Zie ook figuur 61 op bladzijde 45. 33 34
Stadscentrum Monitor - 34
Totaalbeeld Alle cijfers op een rij geven een positief beeld van de ontwikkelingen in de waardering voor de Nijmeegse binnenstad de afgelopen jaren. Met de afronding van een aantal grote bouwprojecten in en rondom het Nijmeegse stadscentrum scoort de binnenstad in 2014 hoger dan ooit in het algemene oordeel en op verschillende deelaspecten. Vooral op het gebied van bereikbaarheid zijn de rapportcijfers sterk gestegen. Figuur 39: Totaaloverzicht van de waarderingen van bezoekers sinds 1996.
1996 6,9
1998 7,1
2000 7,3
2002 7,2
2004 7,2
2006 7,4
2008 7,4
2010 7,4
2012 7,4
2014 7,5
cultureel aanbod horeca-aanbod variëteit winkels kwaliteit winkels evenementenaanbod
6,8 7,5 6,7 6,8
7 7,5 6,8 7
7,1 7,5 6,9 7,2
7,1 7,3 6,9 7,2
7,2 7,5 6,9 7,2
7,2 7,5 7,1 7,3 7
7,2 7,6 7,1 7,3 7,2
7,3 7,5 7,1 7,4 7,3
7,3 7,6 7,1 7,4 7,3
7,3 7,7 7,2 7,4 7,3
sfeer/gezelligheid veiligheid netheid inrichting groen in binnenstad
6,8 6,6 6,3 6,2
6,9 6,7 6,7 6,5
7,1 6,9 6,7 6,9
7,1 6,8 6,8 6,8
7,3 7,1 6,8 6,9
7,4 7,2 7 6,9 5,9
7,3 7,2 7,1 6,8 6
7,4 7,1 6,8 6,7 5,7
7,4 7,1 7 6,6 5,6
7,6 7,4 7,2 6,9 6
bereikbaarheid fiets fietsstalling bereikbaarheid OV bereikbaarheid auto parkeerplaatsen parkeertarief
7,5 6,2 7,2 5,1 4,9 4,4
7,1 5,6 7,3 5,6 5,7 5
7,2 6 7,2 5,7 5,8 5,3
7,4 6,3 7,2 5,9 5,7 4,4
7,5 6,4 7,4 5,7 5,5 4,1
7,5 6,6 7,4 5,4 5,2 4
7,5 6,6 7,5 5,7 5,3 4,2
7,4 5,9 7,2 5,9 5,4 4,2
7,7 6,1 7,5 6 5,7 3,9
7,8 7,3 7,6 6,9 6,7 4,7
algemeen oordeel
Stadscentrum Monitor - 35
Verbeterpunten Aan het stadspanel is gevraagd naar wat er verbeterd kan worden in de Nijmeegse binnenstad. Figuur 40: Wat vindt u dat verbeterd kan worden aan de Nijmeegse binnenstad.
opknappen specifieke plaatsen binnenstad verbeteren van groen en aankleding diversifiëren winkel aanbod Plein 1944 parkeren toegankelijkheid en begaanbaarheid straatverkopers en bedelaars weren
percentage antwoorden 23% 17% 17% 15% 13% 10% 5%
Het opknappen van specifieke plaatsen wordt vaak genoemd als verbetering. Veel genoemde plaatsen zijn de Waalkade, de Bloemerstraat en heel specifiek het gebouw op de hoek van de Bloemerstraat en Doddendaal en de gevels van de V&D en de HEMA aan de grote markt. Het diversifiëren van het winkelaanbod is voor veel leden van het stadspanel net als voor bezoekers belangrijk. Ook het stadspanel is verdeeld in mensen die graag hippe modewinkels zien verschijnen (Bershka wordt weer vaker genoemd) en anderzijds de mensen die graag meer kleinere zelfstandige winkels in de binnenstad aantreffen. Met betrekking tot Plein 1944 wordt vaak het plaveisel als verbeterpunt genoemd. Het verbeteren van het parkeren gaat vooral over het verlagen van de parkeertarieven. De opmerkingen over toegankelijkheid en begaanbaarheid van de binnenstad gaan over verschillende zaken. Het gaat onder andere over het weren van bussen uit de binnenstad, het in betere banen leiden van de mix tussen voetgangers en fietsers, maar bijvoorbeeld ook over meer voorzieningen voor ouderen om uit te kunnen rusten.
Stadscentrum Monitor - 36
9. Beleving van de binnenstad Om het hoofd te bieden aan de opkomst van het internetwinkelen richten steeds meer binnenstadscentra zich op de belevingswaarde van de omgeving. Niet de mogelijkheid tot aankoop, maar de ervaring eromheen staat in toenemende mate centraal36. Om de belevingswaarde van het Nijmeegse stadscentrum te peilen is er aan passanten en het stadspanel een aantal stellingen voorgelegd. Figuur 41: Antwoorden van passanten en panelleden op stellingen over het Nijmeegse stadscentrum 37.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
eigen karakter welkom gevoel kan ik mij goed vermaken ontmoeten vrienden/ kenissen zou ik zeker aanbevelen breng ik graag tijd door prettige ervaring is een levendige plek is genoeg te beleven ideale plaats om uit te gaan vind ik erg voorspelbaar aangenaam verrast echt een dagje uit nodig voor boodschappen leegstand storend
helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
Over het algemeen is de belevingswaarde van de Nijmeegse binnenstad vrij goed. Op de meeste stellingen wordt overwegend positief; 10% of minder reageert negatief. Uitzonderingen hierop zijn de stellingen over dat het bezoek echt een dagje uit is, dat het bezoek voorspelbaar is, dat een bezoek nodig is voor de dagelijkse boodschappen en of leegstand in de binnenstad storend aanwezig is. Uit de antwoorden op deze stellingen blijkt dat het tegengaan van leegstand zeer belangrijk is om de belevingswaarde van de binnenstad op peil te houden. Meer dan de helft van de bezoekers en panelleden stoort zich aan de aanwezige leegstande panden. Daarnaast valt er ook winst te behalen bij het verhogen van de attractie waarde van de Nijmeegse binnenstad, een ‘dagje uit gevoel met aangename verassingen’. Hoewel dit bij de frequente bezoekers waarschijnlijk lastig te bereiken is. Een aantal verschillen tussen groepen zijn: Frequente bezoekers zijn positiever over de beleving van het stadscentrum dan minder frequente bezoekers 38. Stadspanelleden reageren over het algemeen minder positief dan passanten die mee hebben gedaan aan de straatenquête. Panelleden antwoorden in plaats van helemaal mee eens of eens eerder neutraal39.
Winkelgebied van de toekomst; platform 31, 2014. De stelling over of het bezoek een welkom gevoel gaf, en het bezoek aangenaam verrassend waren zijn alleen voorgelegd aan bezoekers van de binnenstad. De stelling over de noodzaak om naar de binnenstad gaan voor de boodschappen is alleen aan het stadspanel voorgelegd. De volledige vraagstelling is te vinden in de bijlage op bladzijde 48. 38 Zie ook figuur 62 op bladzijde 29 en figuur 63 op bladzijde 46. 39 Zie ook figuur 64 op bladzijde 30 en figuur 65 op bladzijde 47. 36 37
Stadscentrum Monitor - 37
100%
Figuur 42: Vindt u het stadscentrum er de afgelopen jaren er op vooruit of achteruit gegaan?
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vooruit
geen verandering
achteruit
Bijna de helft van de bezoekers en stadspanelleden vindt dat het stadscentrum er op vooruit is gegaan de afgelopen jaren. Desgevraagd wordt vaak genoemd dat dit te maken heeft met het afronden van de nieuwbouw op Plein 1944 en het voltooien van de stadsbrug. Veelgenoemde redenen waarom het stadscentrum achteruit gaat of ondanks de investeringen gelijk blijft is de economische teruggang of gebrek aan economisch herstel. Ook worden de daarmee samenhangende problemen voor winkeliers en de aanwezige leegstand in de binnenstad gezien als tekenen van achteruitgang. Ook hier staan de stadspanelleden kritischer tegenover de ontwikkelingen dan bezoekers. Figuur 43: Denkt u dat het stadscentrum er de komende jaren er op vooruit of achteruit gaat?
60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vooruit
geen verandering
achteruit
Het deel van de respondenten dat een vooruitgang verwacht in de komende jaren is iets groter dan het percentage dat verwacht dat het stadscentrum er de komende jaren op achteruit gaat. De positieve antwoorden zijn vooral gericht op het mogelijk verder opknappen van (delen van) het Nijmeegse stadscentrum. Zij hebben er verder wel vertrouwen in of hopen dat de economie aantrekt en het winkelaanbod (verder) verbeterd. Een deel van de personen die aangeeft geen verandering te verwachten in de kwaliteit van het stadscentrum zegt dit omdat ze geen grote bouw of opknap projecten meer verwachten in de binnenstad na de oplevering van Plein 1944. Daarnaast speelt de economische situatie zwaar mee in het antwoord van diegenen die geen verandering of een negatieve ontwikkeling verwachten van het stadscentrum de komende jaren.
Stadscentrum Monitor - 38
In het licht van het toenemende belang van het internet op winkelgebied is aan respondenten ook gevraagd naar wat zij de toegevoegde waarde vinden van het bezoeken van de binnenstad van Nijmegen. Figuur 44: Wat vindt u de toegevoegde waarde van de binnenstad van Nijmegen ten opzichte van het kopen van artikelen op internet?
Veel van de genoemde antwoorden hebben met de zintuigelijke ervaring van het winkelen of de producten te maken. Het zien, voelen of passen van artikelen is voor bezoekers duidelijk van belang en een pluspunt ten op zichte van de aankoop van artikelen via internet. Ook het sociale aspect, de gezelligheid opzoeken met anderen en de dienstverlening en advisering van de winkeliers wordt op prijs gesteld. De binnenstad als ‘place to meet’ komt duidelijk uit de antwoorden op deze vraag naar voren.
Stadscentrum Monitor - 39
Bijlagen Figuur 45: Herkomst van bezoekers naar consumentengroepen.
inwonend en niet studerend student work & have fun nesting & caring fifty & fit ouderen
Nijmegen regio rest van Nederland buitenland 4% 5% 3% 0% 23% 15% 19% 13% 27% 29% 29% 50% 8% 16% 17% 16% 28% 26% 26% 16% 9% 10% 5% 5%
Figuur 46: Herkomst van de bezoekers naar welstandsklasse.
hogere midden lager
Nijmegen Regio rest van Nederland Buitenland 21% 18% 21% 24% 51% 64% 65% 59% 28% 18% 14% 16%
Figuur 47: Vervoersmiddel van de bezoekers naar consumentengroepen.
benenwagen (brom) fiets Openbaar Vervoer auto inwonend en niet studerend 6% 37% 33% 24% student 21% 41% 28% 10% work & have fun 18% 25% 17% 40% nesting & caring 3% 25% 17% 55% fifty & fit 21% 32% 15% 33% ouderen 15% 19% 48% 18%
Figuur 48: Vervoersmiddel van de bezoekers naar welstandsklasse.
hogere midden lagere
benenwagen (brom) fiets Openbaar Vervoer auto 20% 32% 12% 36% 16% 27% 22% 35% 16% 35% 33% 17%
Stadscentrum Monitor - 40
Figuur 49: Bezoekdoel naar consumentengroepen.
winkelen museumbezoek markt dienstverlening horeca bibliotheek werk kijken/ wandelen wonen/naar huis
inwonend en niet work & nesting studerend student have fun & caring fifty & fit ouderen 51% 51% 52% 54% 52% 51% 1% 1% 1% 0% 2% 2% 4% 3% 6% 7% 6% 5% 1% 1% 1% 0% 0% 1% 13% 20% 17% 13% 12% 10% 1% 1% 1% 2% 1% 2% 18% 12% 7% 5% 5% 1% 8% 10% 12% 18% 19% 24% 1% 1% 3% 0% 4% 4% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Figuur 50: Bezoekdoelen naar welstandsklasse.
winkelen museumbezoek markt dienstverlening horeca bibliotheek werk kijken/ wandelen wonen/naar huis totaal
hoog midden laag 56% 52% 49% 1% 1% 1% 6% 5% 5% 0% 1% 1% 13% 16% 16% 2% 1% 2% 7% 7% 8% 14% 14% 17% 3% 3% 2% 100% 100% 100%
Figuur 51: Doelen waarvoor de leden van het stadspanel de binnenstad bezoeken.
winkelen museumbezoek markt dienstverlening horeca bibliotheek werk kijken/ wandelen wonen/naar huis totaal
stadspanel 35% 2% 11% 8% 21% 7% 3% 8% 4% 100%
Stadscentrum Monitor - 41
Figuur 52: Bezoekfrequentie naar consumentengroep.
inwonend en niet work & nesting studerend student have fun & caring fifty & fit ouderen wekelijks 72% 78% 61% 44% 57% 62% maandelijks 20% 15% 24% 24% 25% 19% incidenteel 8% 7% 14% 32% 18% 19%
Figuur 53: Bezoekfrequentie naar welstandsklasse.
hogere wekelijks maandelijks incidenteel
midden 62% 22% 16%
lagere 57% 24% 19%
73% 17% 10%
Figuur 54: Verblijfstijd naar consumentengroepen.
<2 uur 2-4 uur >4 uur
inwonend en niet work & nesting studerend student have fun & caring fifty & fit ouderen 45% 42% 27% 37% 42% 41% 24% 42% 48% 41% 44% 43% 31% 16% 25% 22% 15% 16%
Figuur 55: Verblijfstijd naar welstandsklassen.
<2 uur 2-4 uur >4 uur
hogere midden lagere 38% 35% 40% 39% 44% 45% 23% 20% 15%
Figuur 56: Uitgaven naar consumentengroepen
tot 10 euro 10-50 euro meer dan 50 euro
inwonend en niet work & nesting studerend student have fun & caring fifty & fit ouderen 33% 27% 16% 14% 24% 31% 40% 46% 35% 31% 40% 39% 28% 26% 49% 55% 36% 30%
Stadscentrum Monitor - 42
Figuur 57: Uitgaven naar welstandsklasse
tot 10 euro 10-50 euro meer dan 50 euro
hogere midden lagere 17% 22% 26% 34% 36% 51% 49% 42% 23%
Figuur 58: Overzicht van de algemene waardering voor de binnenstad en alle onderliggende aspecten in de periode 1996-2014.
1996 6,9
1998 7,1
2000 7,3
2002 7,2
2004 7,2
2006 7,4
2008 7,4
2010 7,4
2012 7,4
2014 7,5
cultureel aanbod horeca-aanbod variëteit winkels kwaliteit winkels evenementenaanbod
6,8 7,5 6,7 6,8
7 7,5 6,8 7
7,1 7,5 6,9 7,2
7,1 7,3 6,9 7,2
7,2 7,5 6,9 7,2
7,2 7,5 7,1 7,3 7
7,2 7,6 7,1 7,3 7,2
7,3 7,5 7,1 7,4 7,3
7,3 7,6 7,1 7,4 7,3
7,3 7,7 7,2 7,4 7,3
sfeer/gezelligheid veiligheid netheid inrichting groen in binnenstad
6,8 6,6 6,3 6,2
6,9 6,7 6,7 6,5
7,1 6,9 6,7 6,9
7,1 6,8 6,8 6,8
7,3 7,1 6,8 6,9
7,4 7,2 7 6,9 5,9
7,3 7,2 7,1 6,8 6
7,4 7,1 6,8 6,7 5,7
7,4 7,1 7 6,6 5,6
7,6 7,4 7,2 6,9 6
bereikbaarheid fiets fietsstalling bereikbaarheid OV bereikbaarheid auto parkeerplaatsen parkeertarief
7,5 6,2 7,2 5,1 4,9 4,4
7,1 5,6 7,3 5,6 5,7 5
7,2 6 7,2 5,7 5,8 5,3
7,4 6,3 7,2 5,9 5,7 4,4
7,5 6,4 7,4 5,7 5,5 4,1
7,5 6,6 7,4 5,4 5,2 4
7,5 6,6 7,5 5,7 5,3 4,2
7,4 5,9 7,2 5,9 5,4 4,2
7,7 6,1 7,5 6 5,7 3,9
7,8 7,3 7,6 6,9 6,7 4,7
algemeen oordeel
Stadscentrum Monitor - 43
Figuur 59: overzicht van al de waarderingen voor de gemeten aspecten naar consumentengroepen.
algemeen oordeel
inwonend en niet studerend student work & have fun nesting & caring fifty & fit ouderen 7,4 7,5 7,6 7,4 7,4 7,3
cultureel aanbod horeca-aanbod variëteit winkels kwaliteit winkels evenementenaanbod
6,9 7,6 7,0 7,3 7,2
7,1 7,8 7,1 7,4 7,3
7,3 7,8 7,3 7,5 7,4
7,3 7,6 7,5 7,5 7,2
7,4 7,7 7,1 7,3 7,4
7,3 7,5 7,3 7,4 7,2
sfeer/gezelligheid veiligheid netheid inrichting groen in binnenstad
7,5 7,1 7,2 7,0 5,8
7,7 7,4 7,3 6,8 5,9
7,8 7,6 7,2 7,0 6,1
7,6 7,4 7,3 7,0 6,0
7,4 7,2 7,0 6,7 5,9
7,5 7,2 7,1 6,8 6,0
bereikbaarheid fiets fietsstalling bereikbaarheid OV bereikbaarheid auto parkeerplaatsen parkeertarief
7,8 7,8 7,6 6,9 6,9 4,3
8,0 7,0 7,7 6,5 6,4 4,6
7,8 7,3 7,7 7,3 7,0 4,9
7,7 7,4 7,5 7,1 6,9 4,5
7,7 7,4 7,4 6,8 6,6 4,7
7,5 7,0 7,6 6,5 6,4 4,6
Figuur 60: overzicht van al de waarderingen voor de gemeten aspecten naar welstandsklassen. hogere
midden
lagere
algemeen oordeel
7,5
7,5
7,5
cultureel aanbod horeca-aanbod variëteit winkels kwaliteit winkels evenementenaanbod
7,5 7,7 7,2 7,4 7,3
7,2 7,8 7,2 7,5 7,3
7,2 7,6 7,2 7,4 7,4
sfeer/gezelligheid veiligheid netheid inrichting groen in binnenstad
7,6 7,7 7,2 6,9 5,9
7,6 7,3 7,1 6,8 6,0
7,7 7,2 7,2 6,9 6,0
bereikbaarheid fiets fietsstalling bereikbaarheid OV bereikbaarheid auto parkeerplaatsen parkeertarief
7,9 7,3 7,7 6,9 6,8 4,7
7,7 7,2 7,5 6,9 6,7 4,6
7,8 7,4 7,6 6,9 6,6 4,6
Stadscentrum Monitor - 44
Figuur 61: overzicht van allewaarderingen voor de gemeten aspecten naar frequentie van bezoek.
algemeen oordeel
frequent* niet frequent 7,4 7,1
cultureel aanbod horeca-aanbod variëteit winkels kwaliteit winkels evenementenaanbod
7,3 7,8 7,1 7,4 7,2
7,2 7,7 7,3 7,5 7,4
sfeer/gezelligheid veiligheid netheid inrichting groen in binnenstad
7,7 7,4 7,2 6,8 6,0
7,5 7,3 7,1 6,9 5,9
bereikbaarheid fiets fietsstalling bereikbaarheid OV bereikbaarheid auto parkeerplaatsen parkeertarief
7,9 7,3 7,6 6,8 6,6 4,7
7,7 7,3 7,6 7,1 6,9 4,7
*Frequent bezoek is het ten minste wekelijks bezoeken van de binnenstad.
Figuur 62 Wat vindt u van de verschillende belevingsaspecten van de binnenstad? Antwoorden door niet frequente bezoekers.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
aangenaam verrast prettige ervaring welkom gevoel ideale plaats om uit te gaan echt een dagje uit vind ik erg voorspelbaar ontmoeten vrienden/ kenissen eigen karakter zou ik zeker aanbevelen is een levendige plek breng ik graag tijd door kan ik mij goed vermaken is genoeg te beleven leegstand storend helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
Stadscentrum Monitor - 45
Figuur 63: Wat vindt u van de verschillende belevingsaspecten van de binnenstad? Antwoorden door frequente bezoekers.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
aangenaam verrast prettige ervaring welkom gevoel ideale plaats om uit te gaan echt een dagje uit vind ik erg voorspelbaar ontmoeten vrienden/ kenissen eigen karakter zou ik zeker aanbevelen is een levendige plek breng ik graag tijd door kan ik mij goed vermaken is genoeg te beleven leegstand storend helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
Figuur 64: Wat vindt u van de verschillende belevingsaspecten van de binnenstad? Antwoorden door passanten.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
aangenaam verrast breng ik graag tijd door echt een dagje uit eigen karakter ideale plaats om uit te gaan is een levendige plek is genoeg te beleven kan ik mij goed vermaken leegstand storend nodig voor boodschappen ontmoeten vrienden/ kenissen prettige ervaring vind ik erg voorspelbaar welkom gevoel zou ik zeker aanbevelen helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
Stadscentrum Monitor - 46
Figuur 65: Wat vindt u van de verschillende belevingsaspecten van de binnenstad? Antwoorden door panelleden.
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
aangenaam verrast breng ik graag tijd door echt een dagje uit eigen karakter ideale plaats om uit te gaan is een levendige plek is genoeg te beleven kan ik mij goed vermaken leegstand storend nodig voor boodschappen ontmoeten vrienden/ kenissen prettige ervaring vind ik erg voorspelbaar welkom gevoel zou ik zeker aanbevelen helemaal mee eens
mee eens
neutraal
mee oneens
helemaal mee oneens
Stadscentrum Monitor - 47
Stellingen De volledige tekst van de stellingen luidt als volgt: ‘Wilt u aangeven in hoeverre u het eens bent met de volgende stellingen?’
Het bezoek aan de Nijmeegse binnenstad…
…heeft mij aangenaam verrast (alleen voorgelegd aan bezoekers) …is echt een dagje uit …heb ik als prettig ervaren …gaf mij een welkom gevoel (alleen bezoekers) …is nodig voor de dagelijkse boodschappen (alleen stadspanel)
helemaal helemaal eens eens neutraal oneens oneens 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
de Nijmeegse binnenstad…
…is een ideale plaats om uit te gaan …vind ik erg voorspelbaar …is een perfecte omgeving om met bekenden af te spreken …heeft een eigen karakter …zou ik zeker aanbevelen bij vrienden en familie om te bezoeken …is een levendige plek
helemaal helemaal eens eens neutraal oneens oneens 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
in de Nijmeegse binnenstad…
…breng ik graag tijd door …kan ik mij goed vermaken …is naast winkelen genoeg te beleven …zijn leegstaande winkels storend aanwezig
helemaal helemaal eens eens neutraal oneens oneens 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Stadscentrum Monitor - 48