Vorstelijke illusies
Portret Henri de Fromantiou
Gemaskerd bal in Den Haag
Ondertrouwakte
Grote Keurvorst
Affaire Uylenburgh
Henri de Fromantiou werd geboren in Maastricht, dat is te lezen in zijn ondertrouwakte. Waarschijnlijk verbleef hij daar niet lang. Uit de doopakte van zijn jongste broertje blijkt dat het gezin al enkele jaren later in Breda woonachtig was. De reislustige schilder ging als jong volwassene naar Den Haag en Amsterdam in de hoop er zijn weg naar succes te vinden. Zijn zoektocht en inzet werden beloond toen hij in 1670 werd aangesteld als hofschilder van Friedrich Wilhelm, die later de Grote Keurvorst van Brandenburg werd genoemd.
De woorden ‘Henricus de Fromantiou, pictor De Sa Serenité Electorale de Brandenburg’ staan als onderschrift vermeld op dit portret van Henri de Fromantiou. De schilder is afgebeeld als een man die zeer trots was op zijn functie als hofkunstenaar. Zijn collega Jacques Vaillant, die ook als hofschilder van de Grote Keurvorst werkzaam was, schilderde een portret van hem. Het origineel is verloren gegaan, maar deze prent die werd gemaakt naar aanleiding van het schil derij is wel bewaard gebleven. Prenten als deze werden vervaardigd voor welgestelden om cadeau te doen aan familie en kennissen, zoals wij dat nu zouden doen met een foto.
In december 1655 vond er aan het Haagse hof een gemaskerd bal plaats, waarin Henri de Fromantiou twee rollen speelde. Het programmaboekje is getiteld Ballet de la Carmesse de la Haye dansé le 8. Decembre, 1655 en bevat de namen van de zeventien dansers die meededen aan het ballet, plus een omschrijving van de scènes die zij speelden. In de negende akte worden twee dansers genoemd die als moor verkleed zijn: ‘Monsieur le Baron Despar & Monsieur Fromantau’. In de veertiende scène treedt de heer ‘Fromantau’ nogmaals op, deze keer solo als ‘Un Coupeur de bource’ (een zakkenroller).
Op 2 september ging De Fromantiou in ondertrouw met de 28-jarige Luduwina Wouwerman, dochter van de bekende schilder Philips Wouwerman. De bruid kwam uit Haarlem, maar de akte werd opgemaakt in Amsterdam. Luduwina’s vader was op dat moment al overleden en haar zwager uit Amsterdam nam zijn rol over.
Friedrich Wilhelm, de ‘Grote Keurvorst’ van Brandenburg was een ware mecenas die hield van Hollandse kunst. Niet alleen had hij gestudeerd aan de universiteit van Leiden, hij had ook goede betrekkingen met de Republiek. Ook later in zijn leven reisde hij verschillende keren naar Holland. Zijn huwelijk in 1646 met Louise Henriëtte, dochter van de stadhouder Frederik Hendrik, bezegelde de duurzame verbinding met het hof in Den Haag. Aan zijn eigen hof in Berlijn en Potsdam was een groot aantal uit de Noordelijke Nederlanden afkomstige architecten, ambachtslieden en schilders werkzaam, waaronder Henri de Fromantiou.
In 1671 had de keurvorst bij Gerrit Uylenburgh, een kunsthandelaar uit Amsterdam, een collectie schilderijen en klassieke beelden gekocht. In eerste instantie reageerde de keurvorst positief. Dat veranderde toen De Fromantiou hem zei dat de aangeschafte schilderijen geen originelen maar kopieën waren. De keurvorst liet Uylenburgh daarop weten dat hij de koop ongedaan wilde maken.
© Stadsarchief Amsterdam
Maastricht Hoewel er geen doopakte is teruggevonden van Henri de Fromantiou vormt zijn eigen opmerking dat hij in Maastricht werd geboren overtuigend bewijs. Maastricht was net als , Breda, Nijmegen en Bergen op Zoom in de 17de eeuw een garnizoensstad. De Froman tious vader was sergeant en stiefvader Daniel dienst deed als korporaal.
Henri de Fromantiou
Naar Titiaan Het werd een lange affaire, waarbij tientallen Hollandse schilders betrokken raakten. De Fromantiou trok uiteindelijk aan het langste eind. Van de twaalf schilderijen is nog één schilderij bekend plus de composities van enkele werken die bewaard zijn gebleven door tekeningen en prenten, waaronder deze werken van Jan de Bisschop en Wallerant Vaillant naar schilderijen van Titiaan.
© Apeldoorn, Paleis Het Loo
© Collectie Rijksmuseum
© Collectie Rijksmuseum
© Mauritshuis, Den Haag
© Haags Gemeentearchief
© Collectie Rijksmuseum
Jacht en vroege stillevens
Het vroegste werk
Stilleven met perziken, walnoten, muis en een Venetiaans wijnglas
Willem van Aelst
Jan Baptist Weenix
Trompe-l’oeil
Henri de Fromantiou schilderde voor hij naar Potsdam ging in 1670 regelmatig kleinere stillevens en schilderijen met de jacht als thema. Vooral klein wild, zoals de patrijs, vormde een bron van inspiratie voor De Fromantiou. Dit subgenre van het stilleven won in Holland omstreeks 1650 sterk aan belangstelling. Uit het gesigneerde oeuvre van De Fromantiou is op te maken dat hij zich halverwege de jaren zestig onder andere ging specialiseren in dit soort stillevens. In deze periode was hij waarschijnlijk actief in Den Haag of Amsterdam.
Dit type voorstelling wordt ook wel ten onrechte een ‘ontbijtje’ genoemd. De oesters, de drank en het brood waren in de 17de eeuw geen onderdeel van het ontbijt, maar deze luxegoederen leenden zich goed om verschil lende texturen weer te geven. Door de glans van de oesters, het korrelige brood en glimmende metaal van het mes kon de schilder zijn kwaliteiten goed etaleren. Dit schilderijtje is het vroegste werk van De Fromantiou dat vandaag de dag nog bekend is. Het jaartal 1661 staat samen met zijn monogram HDF rechts naast het brood.
Het stilleven met oesters en brood is al heel lang gepaard aan dit tweede stilleventje dat niet is gesigneerd. Het is aan De Fromantiou toegeschreven en geldt tot dusver als tegen hanger van het gesigneerde werkje. De perziken, walnoten en muis zijn motieven die de schilder heeft ontleend aan schilderijen van zijn grote voorbeeld Willem van Aelst.
Willem van Aelst schilderde in 1647 dit kleine stilleven met walnoten en een muis dat doet denken aan het stilleventje van De Fromantiou. Zijn grote inspiratiebron vervaardigde dit werk in Parijs, waardoor het onwaarschijnlijk is dat hij het ooit zag. Later zou Van Aelst deze motieven opnieuw gebruiken in schilderijen die De Fromantiou wel zal hebben gezien. Waarom hij in sterke mate werd geïnspireerd door de stillevens van Van Aelst is heel duidelijk. De kwaliteit van zijn schilderijen moet veel indruk op hem hebben gemaakt.
In de tweede helft van de 17de eeuw werd het motief van de opgehangen patrijs populair in de schilderkunst. Door de textuur van de veren en de kleurstelling van de patrijs vormde het dier een inspirerend onderwerp. Waarschijnlijk was een van de dode vogels die Jan Baptist Weenix vervaardigde een be langrijke inspiratiebron voor stillevenschilders uit die tijd. Deze dode patrijs hangend aan een spijker vertoont veel overeenkomsten met de patrijzen van De Fromantiou. Mogelijk was Weenix zelfs zijn leermeester, maar zeker is dit niet omdat we van de Fromantious leertijd zeer weinig weten.
Dit schilderij behoort tot de vroegste jachtstillevens in De Fromantious oeuvre. Naast de datering 1666 is zijn signatuur te zien. In dit schilderij hangt de patrijs met opengevallen vleugel ondersteboven aan een rood lint tegen een bruingrijze achtergrond. De titel verwijst naar het trompe-l’oeileffect dat zich grofweg laat vertalen als ‘bedrog van het oog’. Het dier is op ware grootte afgebeeld, zodat het op het eerste gezicht lijkt alsof er in werkelijkheid een dode vogel aan de muur hangt. De slak wekt de illusie net op het schilderij te zijn gekropen en ook de vlieg lijkt net te zijn neergestreken op de vogel.
© Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen
© Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen
Pendant Er is een vermoeden dat deze ‘pendant’ later is geschilderd dan zijn tegenhanger. In de achttiende eeuw werden veel onafhankelijke schilderijen als gevolg van de heersende mode aan elkaar gekoppeld en soms zelfs op maat gesneden of gezaagd. Het is niet uit te sluiten dat dat hier ook is gebeurd.
© Rose-Marie and Eijk van Otterloo Collection
© Mauritshuis, Den Haag
© Rose-Marie and Eijk van Otterloo Collection
Henri de Fromantiou
Stillevens
Stilleven met fruit en glas, ca. 1670
Kostbare voorwerpen
Willem van Aelst, 1671
Stilleven met vogels, 1670
Jachtstilleven met dode patrijs en fazant, 1672
De meeste schilderijen in deze zaal zijn rond of na 1670 tot stand gekomen. In dat jaar zou De Fromantiou in dienst treden bij de keurvorst van Brandenburg. De schilder was toen ongeveer 36 jaar oud en had zich als schilder al volledig ontwikkeld. Hij heeft altijd goed gekeken naar zijn collegaschilders en creëerde binnen zijn specialisme een eigen stijl die zich kenmerkt door zijn heldere horizontale en verticale opbouw. Van na 1672 zijn geen gedateerde werken van zijn hand bekend. Vermoedelijk stierf hij kort voor 1700 in Potsdam na 30 jaar trouwe dienst voor het hof.
De Fromantiou combineerde vruchten met luxeproducten om verschillende texturen te etaleren. In dit stilleven heeft hij zich uitgeleefd op de zachte perziken, de matte en glimmen de druiven en de aangesneden meloen. Hij combineerde de vruchten met transparante glazen, één met witte en één met rode wijn, een kostbare fluwelen doek met gouden franje en een houten flessenkistje. Dit schilderij was in het bezit van graaf Von Keyserling en kwam in de 18de eeuw terecht in de Dresdense verzameling van de Poolse koning en keurvorst van Saksen August III. De Duitse herkomst roept de vraag op of het wellicht in eerste instantie is gemaakt voor de keurvorst van Brandenburg.
Van Henri de Fromantiou zijn vooral bloem- en jachtstillevens bekend, maar hij vervaardigde ook schilderijen met fruit en luxe producten. In deze werken zijn bijvoorbeeld een Chinese porseleinen kan opgenomen met druiven, perziken en walnoten. Deze vruchten komen vaker voor bij de schilder, maar de kostbare kan is een unicum.
Begin jaren ’70 zou De Fromantiou zeker driemaal een stilleven met een dode patrijs schilderen. Deze werken roepen in het bijzonder associaties op met de jachtstillevens van Willem van Aelst, zoals bijvoorbeeld dit schilderij met dode patrijzen uit 1671. Hierin zijn veel motieven aan te wijzen die ook De Fromantiou in zijn werk opnam. De Fromantiou zich liet zich inspireren door Van Aelst, maar er is ook verschil. Van Aelst koos voor complexe composities en meer dynamiek. In de schilderijen van De Fromantiou is geen sprake van drukke taferelen en uitbundige licht-donkercontrasten, zoals bij zijn collega-schilder.
De Fromantiou dateerde dit jachtstilleven met het jaartal 1670. De meeste stillevens met patrijzen van de meester zijn voorzien van een signatuur met zijn volledige naam. Dit werk draagt zijn monogram ‘HDF’. De schilder koos hier voor een compositie waarbij beide vleugels van de patrijs zijn opengeslagen met links een vangnet en rechts een ijsvogel. De compositie bestaat uit duidelijke contouren, uniform licht en een heldere horizontale en verticale opbouw.
De patrijs is in het midden vastgeknoopt aan een koord en het hangt verticaal naar beneden. Ook de draagband van de weitas en de valkenkapjes hangen recht naar beneden. Het tafelblad en de daarop liggende fazant zorgen voor de horizontale accenten. Deze opbouw is typisch voor De Fromantiou en een goed voorbeeld van zijn stijl rond 1670. Het werk draagt het jaartal 1672 en is daarmee het laatst gedateerde werk van de schilder. Hij heeft dit werk tijdens zijn aanstelling in Potsdam vervaardigd. Daarna heeft hij vermoedelijk geen schilderijen meer gedateerd.
© Mauritshuis, Den Haag
© Philadelphia Museum of Art: John G. Johnson Collection, 1917
© Bonnefantenmuseum, Maastricht, Foto: Peter Cox
© Privéverzameling
© Bonnefantenmuseum, Maastricht, Foto: Peter Cox
Van Aelst In het schilderij dat mogelijk van Willem van Aelst is, is een roemer op een luxe bekerschroef geplaatst met ernaast een nautilusschelp. De signatuur van Van Aelst is aangebracht op een los stuk doek, wellicht is het later aangebracht. Een soortgelijk werk is ook van De Fromantiou bekend, maar de verblijfplaats ervan is onbekend.
© Gemäldegalerie Alte Meister, Berlijn
Henri de Fromantiou
Bloemstillevens
Bloemstuk in zilveren vaas op een marmeren blad met Oosters tapijt
Bloemstilleven
Bloemstillevens op een marmeren tafel
Kopie naar Willem van Aelst, Bloemstilleven met horloge
Een boeket met een passiebloem in een glazen vaas
Stillevens zijn bij voorbaat een illusie op een plat vlak. Ze bieden vaak iets wat in werkelijkheid niet bestaat, zoals bloemen die niet tegelijkertijd in bloei waren. Het zijn ideale boeketten die de realiteit overstijgen. Schilders als De Fromantiou deden niet alleen hun best om prachtige boeketten te schilderen, ze benadrukten ook de tegenstelling tussen de vergankelijkheid van bloemen en de eeuwigheid van een schilderij. In de 17de eeuw waren bloemen bovendien veel te duur voor de gewone man. Boeketten stonden alleen bij de meest welgestelden in huis.
Dit schilderij kent een interessante geschiedenis. Het stond lang op naam van Willem van Aelst. Bij de recente schoonmaak werd echter de signatuur van Henri de Fromantiou op de tafelrand ontdekt. Schilderijen worden na het verstrijken van de tijd vaak wat donkerder, waardoor de signatuur in dit werk onzichtbaar was geworden. Een belangrijk aantal bloemen op dit schilderij is door De Fromantiou perfect nageschilderd van Van Aelsts beroemde bloemstuk uit 1663 in het Mauritshuis in Den Haag. De verwarring met Van Aelst is dus wel begrijpelijk.
Dit is het vroegst bekende en gedateerde bloemstilleven van Henri de Fromantiou. Zijn signatuur ‘HD. Fromantiou’ staat linksonder het tafelblad met de toevoeging ‘fecit. 1665’. In dit schilderij is wederom een kleed te zien dat typisch is voor zijn schilderijen. In dit boeket is ook een passiebloem opgenomen, die vaker verschijnt in zijn oeuvre maar die zelden voorkomt bij andere schilders. De bladen van deze bloem werden geassocieerd met de doornenkroon en de drie stampers aan de spijkers in de handen en voeten van Jezus.
In 17de eeuw was het bloemstilleven een vanitassymbool. Een glazen vaas werd geas socieerd met breekbaarheid. Bloemen waren duur dus die verwezen naar ijdelheid. Het tijdelijk leven van de bloemen werd gelijkgesteld met dat van mensen. Deze aardse symbolen worden in de schilderijen vaak gecombineerd met die van de hergeboorte in het hiernamaals, bijvoorbeeld de rups die in een vlinder verandert. Bij De Fromantiou zien we regelmatig een slak verschijnen. Dit dier kan op eenzelfde manier worden ge ïnterpreteerd: ze slaapt in haar huisje tot de heropstanding.
In deze kopie naar Willem van Aelst is de stijl en opbouw van de schilder heel precies overgenomen. De composities is diagonaal opgezet, terwijl De Fromantiou meestal kiest voor een horizontale-verticale opbouw. In dit schilderij loopt een duidelijke lijn van de rode klaproos rechtsboven naar de roze pioenroos linksonder. Een tweede diagonaal loopt van de paarse iris naar de tulp en het kleed in de hoek. Deze compositie geeft het schilderij de dynamiek die typisch is voor de schilderijen van Van Aelst. Door de toevoeging van het horloge en de verschillende stadia van bloei lijkt de nadruk te liggen op het verstrijken van de tijd.
Dit kleine bloemstuk dateert uit het jaar 1668. Het behoort tot de absolute top van De Fromantious werk. De schilder is dicht op zijn onderwerp ge kropen, waardoor een intiem beeld is gecreëerd. Door de kleuren en de belichting straalt het een enorme kracht uit. De glazen vaas, roodgevlamde tulp, een roze roos, passiebloem en een tak sneeuwballen – tegenwoordig hortensia’s genaamd – spelen de hoofdrol.
Courtesy Bernheimer Fine Old Masters, München © Schloss Fuschl Collection
© Privéverzameling Duitsland
© Privéverzameling Duitsland
© Ashmolean Museum, University of Oxford
Privéverzameling © Bill Kipp
Blauw Over de jaren is het gele pigment – schietgeel genoemd – dat in dit schilderij is gebruikt verdwenen. Hierdoor hebben de groene bladeren een blauwe kleur. Andere gele pigmenten kunnen de tand des tijd beter doorstaan, zoals te zien is in verschillende bloemstillevens.
Tulpen De tulp is vanuit Azië naar de Nederlanden gekomen. De handel in bloembollen werd een lucratieve onderneming. Na 1630 spatte de markt bubbel uiteen, maar de bloem bleef geliefd. De gevlamde tulp was het meest populair. Pas in de 20ste eeuw werd ontdekt dat deze tulpen eigenlijk ziek waren.
.
Henri de Fromantiou
Bloemstillevens en toeschrijvingen
Bloemstilleven met Oosters tapijt
Willem Frederiksz. an Royen
Henri de Fromantiou versus Jan van Huijsum
Abraham Mignon
De Grote Keurvorst bezat een aantal bloemstillevens van De Fromantiou die zijn paleizen gesierd zullen heb ben. Voor De Fromantious aanstelling bij de keurvorst verkocht hij zijn bloemstillevens waarschijnlijk aan rijke burgers in de Nederlanden die graag een prestigieus schilderij aan de muur wilde hangen. Echte bloemen waren voor veel mensen onbetaalbaar en de geschilderde variant was een goed alternatief. Na de dood van De Fromantiou werden zijn stillevens dikwijls aangezien voor het werk van Willem van Aelst, Jan van Huijsum en Abraham Mignon.
Een eigenzinnig en terugkerend motief in het werk van De Fromantiou is een tafelkleed dat rechts in het beeldvlak is opgepropt. Vaak is het een donker kleed met gouden franje en af en toe is het een dik oosters tapijt met zwarte franje. De Fromantiou heeft dit motief waarschijnlijk gezien in een schilderij van Willem van Aelst, die rond 1660 een vaas bloemen schilderde met zo’n tapijt ernaast. Hij was een van de weinigen die dit deed en vermoedelijk verkreeg hij op zijn beurt zijn inspiratie van de invloedrijke stillevenschilder Willem Kalf. De Fromantiou was vervolgens een van de eersten die zich door Van Aelst liet inspireren.
Dit schilderij is in het verleden ook wel aangezien voor een schilderij van De Fromantiou, nu is het toegeschreven aan Willem Frederiksz. van Royen. Deze schilder was een collega van De Fromantiou aan het hof van Brandenburg. Bijna alle schilders die daar werkzaam waren voor de keurvorst kwamen uit de Nederlanden. De voorliefde voor Hollandse kunst zal de keurvorst hebben ontwikkeld door zijn studie aan de universiteit van Leiden en de goede betrekkingen die hij onderhield met de Republiek. In dit schilderij is net als in sommige werken van zijn collega Henri de Fromantiou het motief van het tapijt te zien.
De bloemstukken naast het schilderij van Jan van Huijsum zijn zowel met deze schilder als Henri de Fromantiou in verband gebracht. Van Huijsum geldt als de belangrijkste Hollandse bloemstillevenschilder van de 18de eeuw. De verwarring is weliswaar een compliment voor De Fromantious werk, maar door het ontbreken van een signatuur is het lastig om een andere toeschrijving hard te maken. Dat het tafereel niet past bij de stijl van Van Huijsum is al vergelijkend met zijn Stilleven met bloemen en vruchten goed te zien. Het is aannemelijk dat De Fromantiou de werken heeft geschilderd, maar absolute zekerheid omtrent de toeschrijving is er niet.
Behalve aan Jan van Huijsum werd De Fromantious werk ook af en toe aan Abraham Mignon, een leerling van Jan Davidsz. de Heem, toe geschreven. Dat blijkt onder andere uit een Engelse collectiecatalogus uit 1952, waarin dit bloemstilleven in een nis op naam van Mignon werd gezet. Aan deze toeschrijving werd al snel getwijfeld en het kwam op basis van stilistisch onderzoek op naam van De Fromantiou te staan. De stijl, de gekozen bloemen en het marmeren tafelblad passen goed in zijn oeuvre.
Bayerische Staatsgemäldesammlungen München – Alte Pinakotek © bpk
© Eigendom van rce in langdurig bruikleen bij het Noordbrabants Museum
© Museum der bildenden Künste Leipzig © lvr-Landesmuseum Bonn Jan van Huijsum, Stilleven met bloemen en vruchten © Collectie Rijksmuseum
© The Fitzwilliam Museum, Cambridge
Henri de Fromantiou
Abraham Mignon, Stilleven met bloemen en een horloge © Collectie Rijksmuseum