STAD TONGEREN RUP KONINKSEMSTEENWEG Stedenbouwkundige voorschriften bij het RUP
Het RUP is voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van Tongeren in zitting van ../../2013 Het RUP werd bekendgemaakt en heeft ter inzage gelegen gedurende het openbaar onderzoek van ../../2013 tot en met ../../2013
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad van Tongeren in zitting van … Op bevel,
De stadssecretaris Luc Houbrechts
Voorzitter Gemeenteraad Hugo Biets
Dit RUP werd opgemaakt door Ine Baptist dd. 01/08/2013, Ruimtelijk Planner en gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar
Goedgekeurd door de deputatie van de provincie Limburg op ... RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
1
1. Algemene bepalingen Voorschriften Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken volgens een wijze die strijdig is met de bestemming. Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld. De op plan expliciet weergegeven maten zijn bindend. Bestaande constructies en infrastructuren Voor bestaande hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte en niet-verkrotte constructies en infrastructuren vormen de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP op zichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige voor zover de aanvraag betrekking heeft op: •
het uitvoeren van instandhoudings- en onderhoudswerken;
•
het uitvoeren van verbouwings- en renovatiewerken binnen het bestaande vergunde of vergund geachte bouwvolume.
Materiaalgebruik Tenzij expliciet anders vermeld in de voorschriften van de betreffende zone, gelden voor alle zones van dit RUP volgende bepalingen betreffende het materiaalgebruik: Gevels en dakbedekking dienen steeds te bestaan uit duurzame en esthetisch verantwoorde materialen. Alle buitengevels (met uitzondering van wachtgevels) dienen beschouwd en afgewerkt te worden als volwaardige zichtgevels voornamelijk uit baksteenmetselwerk of eventueel bepleisterd of geschilderd. Andere materialen kunnen aangewend worden als architecturaal accent of wanneer kan aangetoond worden dat dit materiaal vanuit het
aspect duurzaamheid aangewezen is en dit alles in harmonie met de omgeving. Hellende daken worden afgewerkt met rode of zwarte dakpannen of leien. Metalen dakbedekkingen zijn niet toegelaten. Voor platte daken zijn asfalt-, bitumen- en rubberdakbekledingen toegelaten. Platte daken mogen als groen dak afgewerkt worden, en dit voorschrift geldt zowel bij nieuwbouw als bij alle vormen van verbouwing en renovatie. Verhardingen Tenzij expliciet anders vermeld in de voorschriften van de betreffende zone dienen alle verhardingen, behoudens deze van het openbaar domein, verplicht te worden uitgevoerd met elementverharding of andere waterdoorlatende materialen. Mits omstandige motivatie kunnen om stabiliteitsredenen of milieutechnische redenen andere verhardingsvormen worden toegestaan. Aanleg nutsvoorzieningen Binnen het gehele plangebied is de aanleg van ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering toegestaan. Integraal waterbeheer In alle bestemmingszones zijn handelingen toegelaten in functie van de retentie en infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van huishoudelijk afvalwater. Tenzij expliciet omschreven in de voorschriften van de betrokken zone, is de inrichting ervan vrij, mits landschappelijk geïntegreerd in de omgeving. Binnen het openbaar domein zijn enkel open bergingsinfrastructuren toegelaten, geen ondergrondse bergkelders of reservoirs. Stedenbouwkundige vergunningen kunnen enkel verleend worden wanneer uit de vergunningsaanvraag onvoorwaardelijk blijkt dat er geen negatieve impact bestaat voor het waterbeheer. Dit houdt in dat regenwaterafvoer zoveel mogelijk beperkt wordt door opvang en hergebruik en dat er voldoende mogelijkheden aangewend worden om het water in de grond te laten infiltreren. Bij de aanleg van verhardingen dient steeds voldoende ruimte voor water gecreëerd te worden. Bij de dimensionering hiervan moet uitgegaan worden van een terugkeerperiode van de overloop van minimaal 10 jaar.
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
2
Wijziging van het bodemreliëf Onbebouwde gronden kunnen enkel afgegraven of aangevuld worden in functie van een stedenbouwkundige vergunning. Bomen en heesters op deze onbebouwde gronden mogen enkel verwijderd worden ter voorbereiding van bouwwerkzaamheden of in het kader van een verantwoord groenbeheer. Wijzigingen van het bodemreliëf moeten vermeden worden. Het gerealiseerde maaiveld mag ten gevolge van een aangevraagde en verkregen bouwvergunning per bouwkavel niet hoger of lager gebracht wordt dan 0,50m verschil met het dan bestaande peil en/of het niveau van de aanpalende eigendommen. Ruimtelijke kwaliteit en contextuele inpassing
technische lokalen horende bij de woning. De bijgebouwen die ingericht zijn voor een nevenbestemming vallen niet onder deze definitie. Constructie: Een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een verharding, een publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds. Diensten:
Het onderzoek van de geslaagdheid van de contextuele inpassing wordt onder meer gebaseerd op:
Activiteiten gericht op een frequente (voor een groot deel van de dag en een groot deel van de werkzaamheden) dienstverlening (met een onmiddellijke en ter plaatse bediening) naar de bevolking (loketfuncties). Het betreft vrije beroepen, wasserijen, kapsalons, banken en verzekeringen, reisbureaus, bemiddelingsadvies, etc.
•
de inplantingsplaats van de gebouwen: gebouwen dienen op zowel een functioneel verantwoorde als een ruimtelijk verantwoorde wijze ingeplant te worden;
Private, persoonsgebonden diensten situeren zich in de verzorging (pedicure, massage, kapper) of in de persoonlijke dienstverlening (verzekeringen, boekhouding).
•
de relatie met de overige bebouwing in de omgeving: de bebouwing en harde infrastructuurelementen worden zoveel mogelijk gebundeld en sluiten zowel morfologisch als naar opbouw aan met andere bebouwing in de omgeving;
•
de ruimtelijke draagkracht;
•
de architecturale bouwmaterialen.
kwaliteit,
de
verschijningsvorm
en
de
gebruikte
Duurzame aspecten: Aspecten die een duurzame ontwikkeling behoeven. Bij de ontwikkeling wordt tegemoet gekomen aan de noden van de huidige generaties, zonder de mogelijkheid van de toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien op het spel te zetten. Harmonisch:
Begrippen
(zoals in harmonische samenhang, op harmonieuze wijze aansluiten op), dit houdt in dat de gebouwen voor de meeste elementen die hun voorkomen in de omgeving een samenwerking of verband aangaan tot een welgeordend en aangenaam ogend geheel, wat niet uitsluit dat er op een verantwoorde en bewust doordachte manier aparte accenten kunnen gelegd worden.
Bestemming:
Hemelwater:
De bestemming duidt de functie aan die door het verordenend grafisch plan juridisch vastgelegd wordt.
Het geheel van regen, sneeuw en hagel.
Bij het indienen van een stedenbouwkundige aanvraag binnen het plangebied dient deze geslaagde contextuele inpassing te worden aangetoond en gemotiveerd.
Herbouwen: Bijgebouw: Een constructie of gebouw dat ruimten en/of bestemmingen bevat die een ondersteunende functie hebben voor de eigenlijke woning. Het gaat hier over overdekte terrassen, pergola’s, garages, carports, fietsenstallingen, tuinbergplaatsen, tuinhuizen en
Een constructie volledig afbreken, of méér dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen;
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
3
Hoofdbestemming: De hoofdbestemming is de verplicht te realiseren bestemming voor de gebouwen die voorkomen in de desbetreffende zone. Kantoor: Een kantoor is een ruimte waar “hoofdarbeid” wordt uitgevoerd. Het betreft onder meer ruimten van banken, verzekeringsgroepen, vrije beroepen, studie- en adviesbureaus e.a. Nevenbestemming: Een toegelaten bestemming binnen de desbetreffende zone. Een nevenbestemming neemt, behoudens andere bepalingen in de specifieke voorschriften, minder dan 50% in van de bebouwde oppervlakte van het perceel. Perceel: Een grondstuk aangegeven op de kadastrale kaarten en leggers, en die bepaald wordt door de kadastrale perceelsgrenzen zoals die op de kaarten van de bestaande feitelijke en juridische toestand zijn weergegeven.
loten, die fysiek één geheel vormen en aan elkaar grenzen, en die, eventueel samen met het gebouw of de woning op dat terrein, tot dezelfde eigenaar behoren. Uithangborden: Uithangborden verkondigen de ter plaatse, in een gebouw of op een terrein beoefende activiteit. Ze vermelden de activiteit of verwijzen naar de uitbater, de zaak of vereniging. Voorbeelden zijn infopanelen of naamborden. Verbouwen: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste zestig procent behouden worden; Verhardingen: Alle materialen voor bodembedekking en alle behandelingswijzen van de bodem die het grondoppervlak hard maken en dit karakter garanderen onder alle omstandigheden. Woning: Een goed vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode.
Rooilijn: Deze lijn vormt de grens tussen de openbare weg en de aanpalende eigendommen hetzij in overeenstemming met wat door de administratieve overheid is voorgeschreven voor de toekomst. Streekeigen plantensoorten: Beplanting of plantengroei die van nature, spontaan voorkomt bij de fysische omstandigheden die zich in een bepaalde streek en/of op een specifieke plaats voordoen. Een plant is autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek in Vlaanderen als deze een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of kunstmatig vermeerderd werden met strikt lokaal materiaal. Deze bepaalde streken in Vlaanderen worden afgebakend als zogenaamde herkomstgebieden. De afbakening van de herkomstgebieden is gebaseerd op bodemkundige, hydrologische en klimatologische factoren, en op de verspreiding van soorten. Binnen één herkomstgebied heersen uniforme ecologische groeicondities. Het plangebied situeert zich binnen het herkomstgebied “Brabants District oost”, gekenmerkt als leemstreek. Terrein: In de context van een stedenbouwkundige aanvraag zijn dit alle kadastrale percelen en/of RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
4
2. Stedenbouwkundige voorschriften Er wordt een recht van voorkoop gevestigd op het volledige plangebied.
Gebiedscategorie: Art. 1: zone voor wonen en handel – gesloten bebouwing
Richtinggevend Toelichting bij de voorschriften Wonen
Verordenend Stedenbouwkundige voorschriften
De woongebieden zijn multifunctionele gebieden waar verweving van functies het uitgangspunt is. De woongebieden zijn naast het wonen ook bestemd voor openbare ruimtes (groene en verharde) en voor aan het wonen verwante voorzieningen.
Bestemming Volgende hoofdbestemmingen zijn toegestaan: wonen en verblijfsrecreatie (bv B&B ). Per perceel kan 1 ééngezinswoning (eventueel met zorgwoning) voorzien worden. Meergezinswoningen zijn niet toegestaan. Volgende nevenbestemmingen zijn toegestaan: op het gelijkvloers zijn bijkomend horeca, kantoren, diensten, vrije beroepen en handel toegelaten, tot een max. van 150m², in zoverre de woonfunctie binnen het bouwvolume is verzekerd. Deze nevenfuncties moeten steeds kleinschalig van aard zijn.
Wonen, kantoren, diensten en vrije beroepen, handel en horeca zijn toegelaten (neven)bestemmingen. De woonfunctie dient steeds aanwezig te zijn. Activiteiten in het woongebied moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft (dit geldt dus voor alle toegelaten activiteiten, ook het wonen). De te beschouwen omgeving is afhankelijk van de voorgestelde ingreep. Om de kleinschaligheid van de bestaande omgeving te bewaren wordt geopteerd om enkel eengezinswoningen te voorzien, geen appartementen.
Inrichting en bebouwing Er zal gestreefd worden naar een verscheidenheid aan bouwtypes die een harmonisch samenhangend geheel vormen binnen de aaneengesloten bestemmingszone. De kleinschaligheid van de omgeving moet bewaard blijven, zowel naar bestemming als naar gevelopbouw, materialisatie e.d. Bij het ontwerp van wooneenheden dient bijzondere aandacht besteed te worden aan privacy, bezonning en lichtinval. Enkel bouwvolumes in gesloten verband mogen opgericht worden. De inplanting van de gebouwen dient te gebeuren binnen de grafisch aangeduide zone op het plan. De bouwhoogte wordt vastgesteld op 2 à 3 zichtbare bovengrondse bouwlagen. De bouwhoogte wordt bepaald door de hoogte van de aanpalende bebouwingen en dient in harmonie met de omgeving te zijn. De zichtbaar blijvende blinde zijgevels zullen harmoniserend met de omgeving
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
5
Met inpassing in de omgeving wordt bedoeld de inplanting, het reliëf en de bodemgesteldheid, het bouwvolume en het uiterlijk, ….van het project of gebouw. De beoordeling gebeurt door de vergunningverlener. Het aanvraagdossier moet dus afhankelijk van de beoogde ingreep de nodige elementen bevatten om de beoordeling mogelijk te maken. Gezien de ligging binnen het kleinstedelijk gebied is een dichtheid van 25wo/ha aangewezen. Deze dichtheid moet over een groter gebied berekend worden. Ondergrondse parkeergelegenheden en/of andere onderkelderingen worden niet toegelaten om het archeologisch patrimonium te vrijwaren.
met esthetisch verantwoorde gevelmaterialen afgewerkt worden . De maximale bouwdiepte zoals aangeduid op het grafisch plan (max. 15m op het gelijkvloers en de 1e verdieping – max. 12m op de eventuele 2e verdieping). Hellende daken zijn verplicht, met de nok evenwijdig met de straat. De dakhelling bedraagt tussen de 30° en de 45° (indien er reeds een belendend bouwvolume aanwezig is dient dezelfde dakhelling van één van beide belendende bouwvolumes te worden aangehouden). Ondergrondse parkeergelegenheden en/of andere onderkelderingen worden niet toegelaten. Materialen Alle zichtbare geveldelen dienen naar materiaal en kleur aangepast te zijn aan de architectuur van de gebouwen in de directe omgeving. De daken zullen worden afgedekt met pannen of leien in natuurlijke kleur en in horizontaal verband. De keuze van het dakmateriaal zal per bouwblok op elkaar worden afgesteld. De gebruikte materialen voor schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk dienen esthetisch verantwoord te zijn en in harmonie te zijn met de omgeving. De kleinschaligheid van de omgeving moet in de gevels terugkomen. Overgangsbebouwing Algemeen zal voor de gebouwen die een overgang vormen tussen 2 verschillende bouwhoogten of dakvormen volgende principes worden toegepast in afwijking van de voorziene voorschriften : • Vrijblijvende delen van de gemeenschappelijke muren zullen door de vorm en het volume van het op te richten gebouw een harmonisch geheel vormen en met een zelfde gevelsteen als de voorgevel van het betreffende bouwvolume worden afgewerkt. • Het architectonisch voorkomen van de overgangsbebouwing dient als een harmonisch geheel bekeken te worden met de belendende bebouwing.
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
6
Gebiedscategorie: Art. 2 Zone voor aanhorigheden
Wonen
Bijgebouwen zijn toegestaan binnen de daarvoor voorziene zone op het grafisch plan. De bestemming is dezelfde als de hoofdbestemming op het gelijkvloers.
De bijgebouwen worden in eenzelfde vormgeving opgevat als het hoofdgebouw.
Bestemming Aanhorigheden zijn enkel toegelaten als een geïntegreerd onderdeel achter het hoofdgebouw. De hoofdbestemming is dezelfde als de bestemming binnen het hoofdvolume op het gelijkvloers. Woningen in 2e bouworde zijn niet toegestaan. Inrichting en bebouwing De maximale hoogte is gelijk aan de gelijkvloerse bouwlaag in het belendende hoofdvolume met een max. tot 3,50 m. Aansluitingen tussen twee bouwvolumes moeten op een esthetisch verantwoorde manier gebeuren, blinde gevelvlakken moeten met volwaardige gevelmaterialen afgewerkt worden. De bouwdiepte is bepaald op het grafisch plan (tot max. 5m achter de zone voor wonen en handel). De dakvorm bestaat uit platte daken, die een harmonieus geheel vormen met het hoofdvolume. Een dakterras kan worden toegelaten voor zover de privacy van de belendende percelen niet wordt verstoord. Materialen
Minderwaardige en onesthetische materialen zijn niet toegestaan om de eenheid te bewaren.
• Alle zichtbare geveldelen dienen naar materiaal en kleur een geïntegreerd onderdeel te vormen met de architectuur van het hoofdvolume binnen de belendende bestemmingszone (zone voor wonen en handel - gesloten bebouwing). De materiaalkeuze van het hoofdvolume in de belendende bestemmingszone wordt doorgetrokken binnen deze bestemmingszone. • De gebruikte materialen voor schrijnwerkerij, beglazing, buitenschilderwerk en dakbedekking dienen wat voorkomen en kleur betreft esthetisch en constructief verantwoord te zijn en in harmonie te zijn met het materiaalgebruik binnen het hoofdvolume in de belendende bestemmingszone op het betreffende eigendomsperceel. Platte
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
7
dakconstructies wordt voorzien van een groendak. Gebiedscategorie: Art. 3 Zone voor tuinen
Wonen Bestemming Deze zone is uitsluitend bestemd voor de inrichting van privaat tuinen. Het oprichten van bijgebouwen, aanvullend op de hoofdbestemming van het hoofdgebouw (bergplaatsen en stallingen) is toegelaten, voor zover zij de bestemming van de zone niet schaden. Inrichting en bebouwing Nergens minder dan 6 meter achter de achtergevellijn van de gebouwen, tenzij de perceelsdiepte dit niet toelaat. De afstand tot de laterale perceelsgrens moet min. 1 m bedragen ofwel op de perceelscheiding mits akkoord van de belendende eigenaar. De maximale oppervlakte wordt beperkt om de tuinen zoveel mogelijk vrij en groen te laten, gezien de ligging in de nabijheid van een beschermd monument (Romeinse omwalling).
De globale oppervlakte van alle bijgebouwen is beperkt tot max. 10% van de zone voor tuinen met een maximum van 20 m². De hoogte tot de dakrand is maximaal 3 m, de nok max. 4 m. De dakvorm is vrij en voor gekoppelde bijgebouwen moet eenzelfde bedaking voorzien worden. Alle zichtbare geveldelen dienen naar materiaal en kleur gerelateerd te zijn aan het bestaande hoofdgebouw op het eigendomsperceel, hout wordt tevens toegelaten. De gebruikte materialen voor daken, schrijnwerkerij, beglazing en buitenschilderwerk dienen esthetisch verantwoord te zijn en in harmonie te zijn met de bestaande bebouwing op het eigendomsperceel. De platte en licht hellende daken van constructies, gesitueerd binnen deze bestemmingszone worden als groendaken uitgevoerd.
Door het beperken van de verhardingen en de uitvoering in waterdoorlatende
Verhardingen dienen beperkt te blijven in oppervlakte (enkel in functie van terras en/of tuinpad) en uitgevoerd in waterdoorlatende materialen.
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
8
materialen kan het regenwater beter in de ondergrond dringen en wordt wateroverlast beperkt. Om dezelfde reden worden gesloten en onesthetische afsluitingen, zoals bv betonpanelen, niet toegestaan. Gebiedscategorie: Art. 4 Zone voor parkgebied
Afscheidingen tussen de percelen kunnen enkel uitgevoerd worden in een levende haag of paal en draad constructie. Betonnen of houten afsluitingen worden niet toegestaan. Beplantingen zullen uitgevoerd worden in streekeigen materialen.
Parkgebied Bebouwing binnen deze zone is niet toegestaan. Bij het indienen van een bouwaanvraag zullen de bestaande constructies afgebroken moeten worden. Herbouw en verbouwing van bestaande constructies is niet toegestaan, enkel instandhoudingswerken.
Bestemming Stroken voorbehouden voor de aanleg van openbare groene ruimten binnen een verstedelijkt gebied, waarbij de Romeinse muur als cultuurhistorisch monument een belangrijke leidraad vormt voor de inrichting en het beheer van dit parkgebied. Inrichting Afhankelijk van de ligging, heeft deze zone een sierfunctie of afschermende functie en doet zij dienst als publieke buitenruimte. De uitbouw van de zone zal gebeuren met streekeigen beplanting op basis van een bij de eerst volgende bouwvergunning gevoegd landschapsplan worden ingericht in het eerst volgende plantseizoen volgend op de oplevering van de vergunde werken. Binnen deze zone kan infrastructuur voor fietsers en voetgangers geïntegreerd worden op voorwaarde dat de verharding max. 10% van de bestemmingszone betreft en de ruimtelijke inpassing aangetoond wordt conform landschapsplan.
Gebiedscategorie: Art. 5 Bouwvrije zone
Geen (overdruk) Gezien de ligging in de omgeving van een beschermd monument (Romeinse Wallen) en het achterliggende schoolgebied is nieuwe bebouwing is deze zone niet toegelaten zodat het groen beeldbepalend
In deze zone is geen nieuwe bebouwing, van welke aard dan ook, toegelaten.
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
9
blijft en deze waardevolle omgeving niet verstoord wordt door constructies zoals tuinbergingen. Zo blijft de idee van parkzone gevrijwaard. Bestaande en vergunde constructies kunnen behouden blijven. De onvergunde constructies moeten bij het indienen van een bouwaanvraag afgebroken worden. Gebiedscategorie: Art. 6 Zone met archeologische waarde
Geen (overdruk) Het plangebied wordt gekenmerkt als archeologisch waardevolle zone. In de directe omgeving werden reeds een aantal archeologische vondsten gedaan. Op de kaarten van de Centraal Archeologische Inventaris (CAI) worden er in de onmiddellijke omgeving van het plangebied enkele zones aangeduid. Een van deze zones grenst aan het plangebied, het gaat om ‘Paspoel 1’, daterend uit de Romeinse Tijd. Deze zone wordt omschreven als ‘deel uitmakend van het groot Romeins ZW grafveld, veel kuilen van sluikopgravingen’.
Het gebied gelegen binnen de groene puntlijn dient aangeduid te worden als een “archeologisch waardevolle zone en/of archeologische site”. Werkzaamheden met een ingreep in de bodem dienen aan de betreffende wetgeving inzake de bescherming van het archeologisch patrimonium te voldoen. Er wordt een recht van voorkoop gevestigd op het volledige plangebied.
Er worden bijkomende maatregelen getroffen om de Romeinse omwalling te beschermen en naar te toekomst te vrijwaren. Percelen 1/D/289L en 209A worden opgenomen in het plangebied van het RUP. Beide percelen behouden hun bestemming ‘zone voor parkgebied’, zoals in het BPA Villawijk Romeinse Wallen RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
10
voorzien. Er wordt via het RUP een recht van voorkoop gevestigd op de percelen gelegen in het plangebied. Indien de percelen te koop worden aangeboden kan de stad Tongeren deze aankopen om de constructies af te breken en de Romeinse muur terug vrij te maken.
RUP Koninksemsteenweg – 01/08/2013
11