STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN RUP “CENTRUM ZUID EGEM” TE PITTEM RUP_37011_214_00005_00001
S t ed e n b o u w kun d i g e voo r sch r if t en
1
D E FI N I T I E S
2
A LG E M E N E B E PA L I N G E N
7
A R T I K E L 1 - Z O N E VO O R O PE N B A R E W EG E N I S
11
A R T I K E L 2 - Z O N E VO O R PU B L I E K E R U I M T E
13
A R T I K E L 3 - W O O N Z O N E M E T H A L F- O P E N E N G E S LO T E N B E B O U W I N G
16
A R T I K E L 4 - W O O N Z O N E M E T O PE N E N H A L F- O P E N B E B O U W I N G
22
A R T I K E L 5 - PRO J EC T Z O N E
27
A R T I K E L 6 - Z O N E VO O R G E M E E N S C H A P SVO O R Z I E N I N G E N
32
A R T I K E L 7 - L A N D SCH A PPE L I J K E I N T EG R AT I E
33
DEFINITIES VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 1
TOELICHTEND Toelichting en visie
Eengezinswoning
Woning voor de huisvesting van een particulier gezin bestaande uit een alleenstaande of één gezin.
2
Meergezinswoning
Gebouw voor de huisvesting van minimum twee gezinnen/alleenstaanden, waarbij elke woonruimte wordt ontsloten door één of meerdere gemeenschappelijke inkomhallen.
3
Zorgwoning
Een vorm van wonen waarbij voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: ● In een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd. ● De ondergeschikte wooneenheid vormt een fysiek geheel met de hoofdwooneenheid ● De ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning ● De creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van: ● Hetzij ten hoogste twee ouderen ● Hetzij ten hoogste twee hulpbehoevende personen,
2
Ouderen: in de zin van de gecoördineerde decreten van 18 december 1991 inzake voorzieningen voor ouderen, Hulpbehoevende: zijnde personen met een handicap, personen die in aanmerking komen voor een tenlasteneming door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede personen met een nood aan ondersteuning im zich in het thuismilieu te kunnen handhaven
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
DEFINITIES VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 4 ●
●
5
Toelichting en visie
Hoofd- en nevenbestemming De hoofdbestemming is de bestemming die meer dan 60% van de totale bruto-vloeroppervlakte inneemt. De nevenbestemming is de bestemming die slechts in ondergeschikte mate toelaatbaar is naast de hoofdbestemming. De nevenbestemming neemt maximum 40% van de totale bruto-vloeroppervlakte in tenzij dit anders vermeld wordt in de zonevoorschriften.
Gebouw
Een “gebouw” is elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
6
TOELICHTEND
Constructies die geen gebouw vormen : vb. carport, zwembad, jacuzzi
Hoofdgebouw
Het gebouw dat bedoeld is de voorziene bestemming te herbergen en dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van de verdiepingen.
7
Bijgebouw
Het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, maar niet bedoeld is om de voorziene (hoofd)bestemming in onder te brengen. Bijgebouwen zijn steeds ondergeschikt aan het hoofdgebouw. De constructie kan zowel uit een open of uit een gesloten typologie vervaardigd worden.
Bijgebouw aansluitend aan hoofdgebouw: er geldt een maximum van 40m² aangebouwde bijgebouwen per woning. De bestaande aangebouwde bijgebouwen, zoals veranda’s en bijkeukens moeten meegeteld worden bij de berekening van de maximale oppervlakte van de woning. Bijgebouw losstaand aan hoofdgebouw: er geldt een maximum van 40m² oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen per woning. Het kan hier gaan over een tuinhuis, poolhouse, vrijstaande carport, vrijstaande garage, serre,..
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
3
DEFINITIES VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 8
TOELICHTEND Toelichting en visie
Verhardingen
Kunstmatig aangelegde grondbedekking - al dan niet door het uitvoeren van constructieve werken - om het weerstandsvermogen van de bodem te vergroten en die mogelijks de waterdoorlaatbaarheid ervan beperkt.
9
Terreinbezetting
Dit is de verhouding van de bebouwde oppervlakte - bestaande uit gebouwen én verharding - van het perceel t.o.v. de totale oppervlakte van het perceel binnen de betrokken bestemmingszone. Dit wordt uitgedrukt in percent.
10 Netto-vloeroppervlakte Met netto-vloeroppervlakte wordt de totale oppervlakte van de beloopbare ruimte (minimum hoogte van 1,50 meter) van een gebouw zonder de buitenmuren, gemeenschappelijke trappen en liften en garages bedoeld. De binnenmuren worden niet afgetrokken maar meegerekend in de netto - vloeroppervlakte.
Met de bruto-vloeroppervlakte daareentegen wordt de totale oppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimten bedoeld, inclusief de oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en leidingschacht op elk niveau en de oppervlakte van een vrijstaande uitwendige kolom indien deze groter is dan 0,5m².
11 Achterkavelgrens De achterkavelgrens is de kavelgrens gelegen tegenover de rooilijn langswaar het perceel toegankelijk is. Indien twee of meer kavelgrenzen aan deze definitie kunnen voldoen, wordt slechts deze grens of grenzen, waarop geen gemeenschappelijke muur tussen de hoofdgebouwen bestaat of kan opgetrokken worden, als achterkavelgrens beschouwd.
4
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
DEFINITIES VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
12 Bouwhoogte De bouwhoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot de bovenkant kroonlijst of dakrand. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 0,40meter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Bij geaccidenteerd terrein wordt het maaiveld ter plaatse van de beschouwde gevel als referentie genomen.
13 Bouwdiepte De bouwdiepte is de diepte van het hoofdvolume dat gemeten wordt tussen de rooilijn en de uiterste achtergevel.
14 Kroonlijsthoogte De kroonlijsthoogte van een gebouw is de hoogte vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot aan de bovenkant van de kroonlijst of dakrand.
15 Gabarietregel De gabarietregel is de minimale afstand tot de perceelsgrens is gelijk aan de hoogte tot de kroonlijst.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
5
DEFINITIES VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
16 Bouwlaag / onderdakse bouwlaag ●
●
Bouwlaag: het gedeelte van een bouwwerk tussen twee vloeren, uitgezonderd het souterrain en de zolder. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximale hoogte van 3,50 meter toegekend. In functie van de woonkwaliteit, de bestaande toestand kan hiervan worden afgeweken. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen het peil gelijkvloers en de bovenkant van de kroonlijst. Onderdakse bouwlaag : bouwlaag in het dak.
17 Bebouwingstype Met bebouwingstype wordt de wijze aangegeven waarop de hoofdgebouwen van aanpalende percelen al dan niet aaneengeschakeld worden. Er worden drie types onderscheiden: ● Open bebouwing: hoofdgebouwen met vier vrije gevels en geen enkele gemene gevel met de hoofdgebouwen van de aanpalende percelen. ● Halfopen bebouwing: hoofdgebouwen met drie vrije gevels en één gemene gevel met het hoofdgebouw van een aanpalend perceel en maximum per twee gekoppeld. ● Gesloten bebouwing: hoofdgebouwen met twee vrije gevels en twee gemene gevels.
18 Tuin De oppervlakte van het perceel die overblijft na aftrek van het hoofdgebouw.
6
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 1
TOELICHTEND Toelichting en visie
Goede ruimtelijke ordening
Er dient ten allen tijde gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en vrijwaring van de goede plaatselijke ordening. Voor zover hieraan voldaan is, moeten verder de numerieke voorschriften gerespecteerd worden.
2
Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig RUP
Alle bepalingen van dit plan, zowel grafisch als geschreven vormen één geheel. Bouwwerken dienen dus steeds te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen. Opgemeten gegevens primeren op de grafische voorstelling van het plan.
3
Bepalingen
3.1 Bepalingen omtrent werken / constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen en gemeenschapsvoorzieningen Werken en constructies van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover zij verenigbaar zijn met de inrichtingsvoorschriften van de betreffende bestemmingszone. Mogelijkheid om binnen de geldende inrichtingsvoorschriften noodzakelijke milieutechnische ingrepen, kleine nutsgebouwtjes, op publieke voorzieningen in te planten (zowel bovengronds als ondergronds). In alle voor bebouwing in aanmerking komende bestemmingszones en in afwijking van het betreffend voorschrift, mogen gebouwen voor gemeenschapsvoorziening opgericht worden voor zover ze voldoen aan de bouwvoorschriften van de betreffende zone en mits deze in hun exploitatie geen hinder betekenen voor het normale functioneren van de
Gemeenschapsvoorzieningen zijn bijvoorbeeld een postkantoor, kinderopvang, lokalen voor verenigingen, kenniscentrum,...
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
7
ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
betreffende bestemmingszone, dit ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk van de desbetreffende voorziening. De bestemming kan in dit geval 100% zijn. 3.2 Bepalingen omtrent technische voorzieningen De voorzieningen voor luchtaanvoer en -afvoer en airconditionering mogen niet op de gelijkvloerse verdieping en niet op de gevelvlakken noch op de terrassen geplaatst worden. Ze moeten in het gebouw worden aangebracht of worden ingewerkt in een schouwvolume dat boven en buiten het basisprofiel mag worden opgericht. Alle leidingen en kanalen voor deze voorzieningen dienen in het gebouw door te lopen tot in de dakconstructie van het hoofdgebouw. Boven op de schouwconstructies kunnen geen technische noch mechanische installaties worden geplaatst. 3.3 Bepalingen m.b.t. architecturale en ruimtelijke kwaliteit ● Algemene bepalingen ● De architectuur in al zijn onderdelen (zowel van gevels, dak, inkom, garage, uitbouwen, schrijnwerk, …) dient te getuigen van kwaliteit zowel in vormgeving als materiaalgebruik. Ieder gebouw dient een individueel architecturaal karakter te kenmerken. ● De eventueel niet afgewerkte gemeenschappelijke muren of nieuwe gemeenschappelijke muren tengevolge van het lager bouwen en/of het afbouwen dienen afgewerkt te worden ofwel met dezelfde baksteen of natuursteen zoals gebruikt in de voorgevel ofwel gepleisterd, ofwel gekaleid ofwel gecementeerd en geschilderd. ● Reclamevoorzieningen ● Het plaatsen van reclamevoorzieningen dient dermate opgevat dat ze een architecturale consistentie vertonen met bijhorende gevel. 8
Technische voorzieningen zoals liftkoker, airco, schoorstenen,...
Uitbreidingen van de bestaande gebouwen i.f.v. hedendaags wooncomfort zijn toegelaten binnen de bepalingen van de betrokken bestemmingszone.
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ●
TOELICHTEND Toelichting en visie
Harmonieregel ● De aansluiting / koppeling van een in te richten hoofdvolume met het hoofdvolume op het aanpalende perceel, dient op een harmonieuze manier te gebeuren. ● Bij aaneengesloten bebouwing moet steeds met de nieuwe bebouwing tegen de bestaande wachtgevel(s) aangesloten worden en moet de voorgevellijn over een breedte van minimum één meter doorlopen. ● De kroonlijst dient aan te sluiten aan het aanpalende gebouw indien de nieuwe bebouwing hetzelfde aantal bouwlagen heeft.
3.4 Bepalingen omtrent waterhuishouding ● Werken in functie van waterbeheer zijn steeds toegelaten, dit ongeacht de betrokken bestemmingszone. ● Waterbuffering en -beheersing kan binnen elke zone van onderhavig RUP worden ingepast, mits dit gebeurt op een ruimtelijk interessante manier. ● Afvalwater: wanneer geen gemeentelijke afvalwaterrioleringen aanwezig zijn, dient het afvalwater door de bestaande bedrijven zelf gezuiverd te worden vooralleer het in het oppervlaktewater wordt afgevoerd. Dit geldt zowel voor sanitair afvalwater als voor bedrijfsafvalwater. ● Regenwater: teneinde de riolering niet bijkomend te belasten met regenwater, moeten bij realisatie van bebouwing en/of verhardingen maatregelen genomen worden om de afvoer ervan maximaal af te leiden naar: ● Hetzij naar de bufferzones - groenzones. ● Hetzij naar een te voorzien bufferbekken binnen de bebouwbare of te verharden zones. ● Hetzij te laten indringen in de ondergrond.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
9
ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
3.5 Bepalingen omtrent Seveso - inrichtingen Het inplanten van inrichtingen die vallen onder het samenwerkingsakkoord van 21/06/1999 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (B.S. 16/06/2001), is verboden. 3.6 Bepalingen omtrent bestaande gebouwen Bestaande, vergund geachte gebouwen en/of activiteiten die de betrokken zone niet toelaat, kunnen behouden blijven. Nieuwe activiteiten dienen te voldoen aan de voorschriften van onderhavig RUP. 3.7 Bepalingen omtrent verlichting Verlichting wordt zodanig ingeplant en aangebracht dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is: de richting van de verlichting moet functioneel zijn en er mag geen verstrooiing van het licht zijn.
4
Verkavelingen
De volgende verkavelingen binnen dit plangebied zullen worden opgeheven bij goedkeuring van onderhavig RUP: ● VK 044.319-dd.20/01/1971 ● VK 044.320-dd.24/05/1971 ● VK 30/78-dd.10/05/1978 ● VK 22/1990-dd.27/03/1990 ● VK 22/93-dd.30/06/1993 - wijziging VK 26/1996-dd.13/03/1996 ● VK 5/37011/1069.3-dd.27/02/1998 ● VK 70-2012-dd.21/11/2012
10
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 1 - ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor lijninfrastructuur (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
Bestemming
Toelichting en visie
De zone voor openbare wegenis is bestemd voor openbare wegenis en daarbijhorende vrije ruimten zoals groenvoorzieningen, voetpaden en pleintjes. De openbare weg vervult verkeersfuncties voor diensten, aangelanden, bewoners en bezoekers. In deze zone zijn alle bovengrondse en ondergrondse werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de (her)aanleg, het functioneren of het aanpassen van die openbare wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, kruisende infrastructuren, leidingen, infrastructuur voor telecommunicatie, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. 1.1 Integratie wegenis binnen publieke ruimte Binnen deze overdrukzone rondom de kern - met een groene arcering in overdruk (van linksonder naar rechtsboven) - zijn volgende bijkomende voorschriften opgelegd: ● Het vervullen van de verkeersfuncties voor diensten, aangelanden, bewoners en bezoekers blijft prioritair. ● Visueel dienen de verkeersfuncties geïntegreerd te zijn binnen de aansluitende publieke ruimte (art. 2 - zone voor publieke ruimte)
Enerzijds in het centrum van Egem (directe omgeving van de Sint-Germanuskerk) en anderzijds in de bestaande korte doodlopende straatdelen moeten de noodzakelijke verkeersfuncties (gemotoriseerd verkeer, fietsers, voetgangers,...) en de publieke ruimten visueel in elkaar vloeien. Dit kan bvb. door middel van materiaalgebruik, het wegdek op gelijke hoogte te brengen met de voetgangerszone, groeninrichting,... . Bvb. zouden de korte doodlopende straatdelen kunnen worden heraangelegd als een pleintje/woonerf.
1.2 Integratie wegenis binnen woonomgeving Binnen deze overdrukzones in de woonomgeving - met een groene arcering in overdruk (van rechtsonder naar linksboven) - zijn volgende bijkomende voorschriften opgelegd:
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
11
ARTIKEL 1 - ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ●
●
2
TOELICHTEND Toelichting en visie
Het vervullen van de verkeersfuncties voor diensten, aangelanden, bewoners en bezoekers blijft prioritair. Visueel dienen de verkeersfuncties geïntegreerd te zijn binnen de aansluitende woonpercelen (art. 3 woonzone met half-open en gesloten bebouwing, art. 4 woonzone met op en half-open bebouwing)
Inrichting en beheer
De (her)aanleg van de bestaande wegen en de daarbij horende vrije ruimten gebeurt in functie van de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid, met aandacht voor het groene karakter van de (woon)omgeving en de publieke ruimten.
12
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 2 - ZONE VOOR PUBLIEKE RUIMTE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor wonen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
Bestemming
Het centrum van Egem wordt als één publieke ruimte bestemd waarbinnen open ruimte en het bouwkundig erfgoed, zoals aangeduid op het grafisch plan, worden geïntegreerd: ● Wapensteen Del Rio: deze gedenksteen dient binnen onderhavige zone enerzijds bewaard te worden en anderzijds volwaardig geïntegreerde plaats krijgen in de publieke ruimte. Onderhouds-, instandhoudingswerken en verbouwingswerken zijn toegelaten ● Gemeentelijke begraafplaats: deze begraafplaats moet in haar hoedanigheid bewaard blijven. Uitbreiding, onderhouds-, instandhoudingswerken en verbouwingswerken zijn toegelaten. Wijzigingen zijn toegestaan op voorwaarde dat: ● De erfgoedwaarde ongeschonden blijft of ze verhoogt ● De inrichting van de omliggende publieke ruimte ten goede komt Het is toegelaten aansluitend de huidige Sint-Germanuskerk een aanbouw te voorzien met een maximum bouwvolume van 4.000m³. Binnen het huidig bouwvolume van de Sint-Germanuskerk en de mogelijke aanbouw kunnen de volgende bestemmingen in ondergebracht worden: ● Wonen ● Detailhandel, vrije beroepen, diensten, horeca en kantoren ● Gemeenschapsvoorzieningen Deze functies zijn toegelaten mits: ● Het uitzicht als “kerk” blijft behouden. ● Ze in hun geheel een hoogwaardige ruimtelijke en architecturale meerwaarde bieden aan de omliggende open ruimte én verenigbaar zijn met de woonomgeving.
Toelichting en visie
M.a.w. moet de wapensteen ergens tentoongesteld worden, of op de huidige plaats of elders binnen onderhavige zone. Bij bvb. een noodzakelijk uitbreiding van de huidige begraafplaats moet het mogelijk zijn de vorm te wijzigen zodat bvb. er een betere verbinding tussen de kerk en de achterliggende publieke ruimte kan gecreëerd worden.
De Sint-Germanuskerk is momenteel eveneens vastgesteld bouwkundig erfgoed: dergelijk volume vraagt een erg grote (financiële) inspanning om deze te onderhouden en in stand te houden. Hier worden mogelijkheden open gehouden om het kerkgebouw te vervangen door een ander volume en zo de toekomstperspectieven zo breed mogelijk te houden (bvb. andere kerk, ander gebouw met kerkfunctie, andere functies inbrengen en combineren, gedeelte afbreken en als ruïne in ere houden,...). Bovendien wordt er de mogelijkheid geboden om een aanbouw te voorzien.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
13
ARTIKEL 2 - ZONE VOOR PUBLIEKE RUIMTE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2
●
●
●
14
Toelichting en visie
Inrichting en beheer
De onderhavige zone dient als één geheel te worden ingericht, minstens voldaan aan volgende voorwaarden: ● De volledige zone moet een groen karakter hebben. De groenzones moeten als functioneel openbaar groen ingericht worden. De huidige bestaande bomen moeten maximaal behouden blijven. ●
TOELICHTEND
De volgende constructies i.f.v. de inrichting van de publieke ruimte zijn toegelaten: ● Spelinfrastructuur ● Tijdelijke constructies die voor een bepaalde tijd worden voorzien ● Technische noodzakelijk elementen ● Informatieborden ● Zitbanken en vuilnisvoorzieningen ● Fietsenstallingen, maximaal overdekt ● Bushalte ● Kunstwerken Door middel van de inrichting moet het onmogelijk gemaakt worden dat gemotoriseerd verkeer doorheen de zone geraakt. Verharding i.f.v. pleininrichting of parking moet of aansluiten bij het Egemdorpsplein of bij de Sint-Germanusstraat. Het huidige percentage aan verharding binnen deze zone geldt als maximum percentage toegelaten verharding binnen onderhavige zone. Indien stedenbouwkundig verantwoord kan hiervan afgeweken worden mits de bijkomende verharding waterdoorlatend is. Minimum moeten er fiets- en voetgangersverbindingen voorzien worden tussen al de aanpalende openbare wegenis (tussen Egendorpsplein, Sint-Germanusstraat en elke aanpalende delen van Molenakker).
Onder “functioneel openbaar groen” wordt verstaan dat het gebied enerzijds moet kunnen gebruikt worden (zitbanken, speeltoestellen, wandelpaden,...) maar anderzijds ook een ecologische en indicatieve functie kan vervullen (bijenhotel, bijen- en vlinderminnende beplanting, borden met historische uitleg, kunstprojecten,...).
Tijdelijke constructies zijn bijvoorbeeld een tent, een podium,... Technische noodzakelijke elementen zijn bijvoorbeeld leidingen,...
Bij de inrichting van een fietsenstalling moet er rekening gehouden worden dat de voorzieningen voor verschillende soorten fietsen geschikt zijn (mountainbikes, bakfietsen, fietsen met fietskarren,...).
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 2 - ZONE VOOR PUBLIEKE RUIMTE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ●
●
Binnen het huidige bouwvolume van de Sint-Germanuskerk en de daarbij horende nieuwe aanbouw zijn nieuwe functies toegelaten mits ze ingericht worden binnen het huidige bouwvolume van de kerk en de aanbouw van maximum 4.000m³, behoudens beperkte uitstulpingen voor hangende terrassen. Het bouwvolume verkleinen of openingen creëren is toegelaten. De inplanting van de nieuwe aanbouw is vrij te kiezen mits deze rechtstreeks aansluit op het bouwvolume van de huidige Sint-Germanuskerk.
TOELICHTEND Toelichting en visie De nieuwe functies dienen geïntegreerd worden binnen het huidige bouwvolume van de kerk en nieuwe aanbouw. Dit kan met constructies binnen de huidige kerk maar ook door het bouwvolume te herbouwen maar dan moet deze ruimtelijk steeds een visuele link leggen met de huidige kerk (bvb. nieuw volume met huidige kerktoren, behouden huidige glasramen, openingen creëren,...)
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
15
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor wonen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008) Binnen onderhavige zone wordt “wonen” toegelaten, m.a.w. zowel ééngezinswoningen, zorgwonen,... . Meergezinswoningen worden enkel toegelaten grenzend aan de Egemstraat / Egemdorpsplein. Dat het half-open of gesloten bebouwing moet zijn ligt vast. De in nevenbestemming toegelaten bestemming naast de woonbestemming kunnen enkel gerealiseerd worden als deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving en de privacy respecteren.
Bestemming
De percelen van onderhavige zone zijn bestemd voor wonen. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten behoudens in de overdrukzone “Maximum 2 bouwlagen en meergezinswoningen toegelaten”. In deze zone is zowel half-open als gesloten bebouwing toegelaten. In nevenbestemming zijn detailhandel, vrije beroepen, lichte ambacht, diensten, horeca en kantoren toegelaten voor zover verenigbaar met de woonomgeving.
Toelichting en visie
1.1 Maximum 2 bouwlagen Binnen deze overdrukzone zijn maximum 2 bouwlagen toegelaten. 1.2 Maximum 2 bouwlagen en meergezinswoningen toegelaten
Zowel naar het landschap toe als naar de Egemstraat / Egemdorpsplein wordt de bouwhoogte afgebouwd: de centraal gelegen woningen krijgen de mogelijkheid om drie bouwlagen met een dak te voorzien, de omliggende woningen worden beperkt tot twee bouwlagen met een dak.
Binnen deze overdrukzone zijn maximum 2 bouwlagen toegelaten en is het toegelaten om meergezinswoningen te realiseren. 1.3 Bestaande lichte ambacht ●
●
●
●
16
De bestaande loodsen zoals aangeduid op het verordenend grafisch plan kunnen blijven bestaan. De bedrijfsactiviteit dient verenigbaar te zijn met de omliggende woonomgeving. Onderhouds- en instandhoudingswerken, afbraak en nieuwbouw zijn toegelaten mits het huidige volume van de loodsen niet groter wordt alsook niet de huidig ingenomen grondoppervlakte. Bij stopzetting van een bedrijfsfunctie en afbraak van de loodsen dienen de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften i.f.v. wonen van onderhavige zone te worden gevolgd. De nodige parkeervoorzieningen moeten voorzien worden op eigen terrein. 06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
1.4 Bouwkundig erfgoed ●
●
Het bouwkundig erfgoed “Dorpswoning” dient maximaal te worden bewaard met respect voor de erfgoedwaarde. Het perceel met bouwkundig erfgoed is vrijgesteld van de verplichting om half-open en/of gesloten bebouwing te voorzien.
1.5 Trage weg ●
●
●
●
Deze zone is bestemd voor de uitwerking van een nieuwe trage weg die kan aansluiten op de bestaande trage weg. Tevens kan deze doorgang gebruikt worden om de achterliggende percelen (erfdienstbaarheid) te bereiken. De doorgang dient ingericht te worden met groenvoorzieningen en een landschappelijke inkleding. Verhardingen zijn toegelaten mits: ● Deze wordt beperkt tot de strikt noodzakelijke oppervlakte. ● Deze wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen Binnen deze zone is het stapelen van goederen, materialen, afval, grondstoffen, afgewerkte producten,... verboden.
Zowel de toegang vanaf de Egemstraat als die van de Molenakker wordt momenteel gebruikt als toegang naar achterliggende percelen (erfdienstbaarheid). De bestaande trage weg is momenteel niet in gebruik maar ligt wel in de lijn van de gemeente om deze terug in gebruik te nemen én uit te breiden naar de Egemstraat toe. Omdat de officiële trage weg binnen het plangebied niet meer gesitueerd zoals in de Atlas de Buurtwegen, zal hier een wijziging dienen te gebeuren.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
17
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2
TOELICHTEND Toelichting en visie
Inrichting en beheer
2.1 Algemeen Maximum 50% van de volledige perceelsoppervlakte gelegen binnen onderhavige zone, mag bebouwd worden, inclusief bijgebouwen. Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemd maximum reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde bezettingspercentage als maximum. 2.2 Inplanting ● Binnen onderhavige zone is half-open en gesloten bebouwing toegelaten. ● Het bestaande straatbeeld is richtinggevend voor de inplanting tegenover de rooilijn. ● Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrens: ● 0,00m bij gesloten bebouwing ● 0,00m langsheen één zijperceelsgrens van half-open bebouwing ● Minimum 3,00m langsheen één zijperceelsgrens van half-open bebouwing. ● Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: vrij mits voldaan aan de voorwaarden wat betreft toegelaten bouwdiepte (zie punt 2.4 Bouwdiepte) en met respect voor de gabarietregel. ● De inplanting van gebouwen dient op een ruimtelijk verantwoorden manier te gebeuren, die het straatbeeld ondersteunt en versterkt. ● Ten gevolge van deze inplanting mag op aanpalende percelen die bebouwd zijn ten behoeve van woongelegenheden, geen buitensporige hinder ontstaan. ● Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemde afstandsregels reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde afstandsregels als maximum.
18
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
2.3 Bouwhoogte Er zijn maximaal drie volle bouwlagen toegelaten, eventueel vermeerderd met een onderdakse bouwlaag behoudens in de overdrukzones “Maximum 2 bouwlagen” en “Maximum 2 bouwlagen en meergezinswoningen toegelaten” waar er maximum twee volle bouwlagen toegelaten zijn, eveneens eventueel vermeerderd met een onderdakse bouwlaag. 2.4 Bouwdiepte ● Op het gelijkvloers: 15,00 meter ● Op de verdieping: 12,00 meter 2.5 Dakvorm ● De dakvorm is vrij ● Indien bij de hoofdgebouwen het dak is samengesteld uit hellende dakvlakken is de minimale hellingsgraad 25° en maximaal 45° ten aanzien van het horizontaal vlak. ● Dakuitbouwen zijn beperkt tot 1/3 van de dakvlakbreedte of 1/2 indien minder dan 6,00m. 2.6 Garages en/of carports Het plaatsen van garages en/of carports wordt toegelaten onder volgende beperkende voorwaarden: Garages: maximaal twee garages ● Opgenomen in het hoofdgebouw ● Aangebouwd aan het hoofdgebouw: ● Maximale oppervlakte van 21,00m² per garage ● Ingeplant binnen de inplantingszone van het hoofdgebouw Carports: maximaal één carport ● In te planten tussen het hoofdgebouw en de zijperceelsgrens. Op 0,00m van de zijperceelsgrens bij akkoord met aanpalende
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
19
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
●
●
●
●
Toelichting en visie
eigenaar, indien geen akkoord dient de carport op minimum 1,00m van de zijperceelsgrens te worden ingeplant. De inplanting dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te gebeuren, waarbij de esthetische, functionele en ruimtelijke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorgestelde inplanting. De inplanting mag geen abnormale hinder veroorzaken ten aanzien van de bewoners van de aanpalende percelen. De achteruitbouwlijn van de carport mag de achteruitbouwlijn van de woning niet overschrijden. Maximale oppervlakte bedraagt 21,00m² met een maximale hoogte van 3,00m. De carport dient opgebouwd te worden uit een drie-zijdige open constructie en is slecht mogelijk langsheen één zijde van de woning.
2.7 Bijgebouwen Bijgebouwen met een maximale oppervlakte van 40,00m²: ● Zij dienen ingeplant te worden op minimum 1,00m van de zijkavelgrens. Mits akkoord met de eigenaars van het aanpalende kan dit op de zijkavelgrens. ● De bijgebouwen hebben een maximale hoogte van 3,50m. ● Gebouwen groter dan 40,00m² zijn enkel toegelaten ter realisatie van gegroepeerde garages en zover het maximale bezettingspercentage niet overschreden wordt. ● Indien de bestaande bijgebouwen groter zijn dan 40,00m², dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde oppervlakte als maximum. ●
2.8 Afsluitingen ● Afsluiting op perceelsgrens niet grenzend aan Art.2 - Zone voor publieke ruimte: iedere esthetische verantwoorde en duurzame 20
TOELICHTEND
De bijgebouwen zijn bestemd voor de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen,... die inherent verbonden zijn met de bestemming voorzien in de bestemmingszone.
De keuze van afsluiting is zeer ruim maar er wordt gestreefd naar een streekeigen haag, eventueel gecombineerd met een draadafsluitingen, om het groene karakter van de kern te benadrukken. 06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 3 - WOONZONE MET HALF-OPEN EN GESLOTEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
●
afsluiting - al dan niet begroeid met klimplanten - en/of levende haag, met een maximum hoogte van 2,00m is toegelaten met uitzondering van de afsluitingen t.h.v. de rooilijn waar de hoogte dient beperkt te worden tot maximum 1,00m. Afsluiting op perceelsgrens grenzend aan Art.2 - Zone voor publieke ruimte: de afsluitingen op de perceelsgrenzen die aansluiten op de aangrenzende groenzone vallend onder Art. 2 - Zone voor publieke ruimte moeten minstens bestaan uit een haag Carpinus Betulus (haagbeuk) of Ligustrum Ovalifolium (liguster) met een minimum hoogte van 1,00m en maximum 2,00m, zichtbaar vanuit de groenzone. Het is toegelaten om de haag te onderbreken voor een tuinpoortje. Indien er een bijkomende afsluiting wordt voorzien tussen de haag en de bebouwing moet deze: ● Evenwijdig én aansluiten op de haag ● Dezelfde hoogte hebben als de haag, behoudens de tuinpoortjes Wanneer bij de (her)inrichting van de publieke ruimte (Art.2) een haag wordt voorzien als (visuele) afscherming tegen de woonpercelen aan, vervalt de verplichting van een haag en is iedere esthetische verantwoorde en duurzame afsluiting toegelaten.
2.9 Inrichting van de niet-bebouwde ruimte ● De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin. ● Maximum 1/3 van de oppervlakte van deze perceeldelen mag verhard worden ten behoeve van toegang tot de bebouwing binnen onderhavige zone. Maximum 50% van de oppervlakte van het perceelsdeel tussen het hoofdgebouw en de rooilijn kan verhard worden ● De verharding dient maximaal in waterdoorlatende materialen te worden aangelegd.
TOELICHTEND Toelichting en visie
Om de groenzone op een esthetische manier af te werken wordt er opgelegd dat de percelen die grenzen aan die groenzone op die perceelsgrenzen een haag, beperkt tot twee mogelijke soorten om de uniformiteit te garanderen. De haag kan eventueel begeleid worden door een draadafsluiting mits de haag zichtbaar blijft vanuit de groenzone. Indien de haag niet voldoende afscherming biedt kan een bijkomende esthetisch verantwoorden afsluiting voorzien worden mits deze tussen de haag en de bebouwing wordt voorzien (m.a.w. in deze volgorde: groenzone - haag - bvb. houten schutting). Voor de andere perceelsgrenzen is iedere esthetische verantwoorde en duurzame afsluiting toegestaan.
Dit ten behoeve van een oprit, parkeervoorzieningen, terrassen, tuinpaden en andere constructies die geen gebouw zijn. Die maximum 50% verharding in de voortuin telt mee voor de berekening van de maximum 1/3 verharding op het volledige perceel.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
21
ARTIKEL 4 - WOONZONE MET OPEN EN HALF-OPEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor wonen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
Bestemming
Toelichting en visie
De percelen van onderhavige zone zijn bestemd voor wonen. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten. In deze zone is zowel open als halfopen bebouwing toegelaten. In nevenbestemming zijn detailhandel, vrije beroepen, lichte ambacht, diensten, horeca en kantoren toegelaten voor zover verenigbaar met de woonomgeving. 1.1 Trage weg ●
●
●
●
22
Deze zone is bestemd voor de uitwerking van een nieuwe trage weg die kan aansluiten op de bestaande trage weg. Tevens kan deze doorgang gebruikt worden om de achterliggende percelen (erfdienstbaarheid) te bereiken. De doorgang dient ingericht te worden met groenvoorzieningen en een landschappelijke inkleding. Verhardingen zijn toegelaten mits: ● Deze wordt beperkt tot de strikt noodzakelijke oppervlakte. ● Deze wordt aangelegd in waterdoorlatende materialen Binnen deze zone is het stapelen van goederen, materialen, afval, grondstoffen, afgewerkte producten,... verboden.
Zowel de toegang vanaf de Egemstraat als die van de Molenakker wordt momenteel gebruikt als toegang naar achterliggende percelen (erfdienstbaarheid). De bestaande trage weg is momenteel niet in gebruik maar ligt wel in de lijn van de gemeente om deze terug in gebruik te nemen én uit te breiden naar de Egemstraat toe. Omdat de officiële trage weg binnen het plangebied niet meer gesitueerd zoals in de Atlas de Buurtwegen, zal hier een wijziging dienen te gebeuren.
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 4 - WOONZONE MET OPEN EN HALF-OPEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2
TOELICHTEND Toelichting en visie
Inrichting en beheer
2.1 Algemeen Maximum 40% van de volledige perceelsoppervlakte gelegen binnen onderhavige zone, mag bebouwd worden, inclusief bijgebouwen. Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemd maximum reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde bezettingspercentage als maximum. 2.2 Inplanting ● Binnen onderhavige zone is open en half-open bebouwing toegelaten. ● Het bestaande straatbeeld is richtinggevend voor de inplanting tegenover de rooilijn. ● Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrens: ● 0,00m langsheen één zijperceelsgrens van half-open bebouwing ● Minimum 3,00m langsheen één zijperceelsgrens van half-open bebouwing. ● Minimum 3,00m langsheen de twee zijperceelsgrenzen van open bebouwing ● Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: de afstand tussen de achtergevel van de woning en de achterkavelgrens bedraagt minimum 5,00m voor gelijkvloers en 8,00m op verdieping. ● De inplanting van gebouwen dient op een ruimtelijk verantwoorden manier te gebeuren, die het straatbeeld ondersteunt en versterkt. ● Ten gevolge van deze inplanting mag op aanpalende percelen die bebouwd zijn ten behoeve van woongelegenheden, geen buitensporige hinder ontstaan. ● Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemde afstandsregels reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde afstandsregels als maximum. WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
23
ARTIKEL 4 - WOONZONE MET OPEN EN HALF-OPEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
2.3 Bouwhoogte Er zijn maximaal twee volle bouwlagen toegelaten, eventueel vermeerderd met een onderdakse bouwlaag. 2.4 Bouwdiepte ● Op het gelijkvloers: 20,00 meter ● Op de verdieping: 15,00 meter 2.5 Dakvorm ● De dakvorm is vrij ● Indien bij de hoofdgebouwen het dak is samengesteld uit hellende dakvlakken is de minimale hellingsgraad 25° en maximaal 45° ten aanzien van het horizontaal vlak. ● Dakuitbouwen zijn beperkt tot 1/3 van de dakvlakbreedte of 1/2 indien minder dan 6,00m. 2.6 Garages en/of carports Het plaatsen van garages en/of carports wordt toegelaten onder volgende beperkende voorwaarden: Garages: maximaal twee garages ● Opgenomen in het hoofdgebouw ● Aangebouwd aan het hoofdgebouw: ● Maximale oppervlakte van 21,00m² per garage ● Ingeplant binnen de inplantingszone van het hoofdgebouw Carports: maximaal twee carports ● In te planten tussen het hoofdgebouw en de zijperceelsgrens. Op 0,00m van de zijperceelsgrens bij akkoord met aanpalende eigenaar, indien geen akkoord dient de carport op minimum 1,00m van de zijperceelsgrens te worden ingeplant. ● De inplanting dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te gebeuren, waarbij de esthetische, functionele en ruimtelijke criteria 24
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 4 - WOONZONE MET OPEN EN HALF-OPEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
●
●
●
TOELICHTEND Toelichting en visie
worden gehanteerd bij de beoordeling van de in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorgestelde inplanting. De inplanting mag geen abnormale hinder veroorzaken ten aanzien van de bewoners van de aanpalende percelen. De achteruitbouwlijn van de carport mag de achteruitbouwlijn van de woning niet overschrijden. Maximale oppervlakte bedraagt 42,00m² met een maximale hoogte van 3,00m. De carport dient opgebouwd te worden uit een drie-zijdige open constructie en is slecht mogelijk langsheen één zijde van de woning.
2.7 Bijgebouwen ● Bijgebouwen met een maximale oppervlakte van 40,00m²: ● Zij dienen ingeplant te worden op minimum 1,00m van de zijkavelgrens. Mits akkoord met de eigenaars van het aanpalende kan dit op de zijkavelgrens. ● De bijgebouwen hebben een maximale hoogte van 3,50m. ● Gebouwen groter dan 40,00m² zijn enkel toegelaten ter realisatie van gegroepeerde garages en zover het maximale bezettingspercentage niet overschreden wordt. ● Indien de bestaande bijgebouwen groter zijn dan 40,00m², dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde oppervlakte als maximum. 2.8 Afsluitingen ● Afsluiting op perceelsgrens niet grenzend aan Art.2 - Zone voor publieke ruimte: iedere esthetische verantwoorde en duurzame afsluiting - al dan niet begroeid met klimplanten - en/of levende haag, met een maximum hoogte van 2,00m is toegelaten met uitzondering van de afsluitingen t.h.v. de rooilijn waar de hoogte dient beperkt te worden tot maximum 1,00m.
De bijgebouwen zijn bestemd voor de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen,... die inherent verbonden zijn met de bestemming voorzien in de bestemmingszone.
De keuze van afsluiting is zeer ruim maar er wordt gestreefd naar een streekeigen haag, eventueel gecombineerd met een draadafsluitingen, om het groene karakter van de kern te benadrukken.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
25
ARTIKEL 4 - WOONZONE MET OPEN EN HALF-OPEN BEBOUWING VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ●
Afsluiting op perceelsgrens grenzend aan Art.2 - Zone voor publieke ruimte: de afsluitingen op de perceelsgrenzen die aansluiten op de aangrenzende groenzone vallend onder Art. 2 - Zone voor publieke ruimte moeten minstens bestaan uit een haag Carpinus Betulus (haagbeuk) of Ligustrum Ovalifolium (liguster) met een minimum hoogte van 1,00m en maximum 2,00m, zichtbaar vanuit de groenzone. Het is toegelaten om de haag te onderbreken voor een tuinpoortje. Indien er een bijkomende afsluiting wordt voorzien tussen de haag en de bebouwing moet deze: ● Evenwijdig én aansluiten op de haag ● Dezelfde hoogte hebben als de haag, behoudens de tuinpoortjes Wanneer bij de (her)inrichting van de publieke ruimte (Art.2) een haag wordt voorzien als (visuele) afscherming tegen de woonpercelen aan, vervalt de verplichting van een haag en is iedere esthetische verantwoorde en duurzame afsluiting toegelaten.
2.9 Inrichting van de niet-bebouwde ruimte ● De niet-bebouwde delen van het perceelsdeel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin. ● Maximum 1/3 van de oppervlakte van deze perceeldelen mag verhard worden ten behoeve van toegang tot de bebouwing binnen onderhavige zone. Maximum 50% van de oppervlakte van het perceelsdeel tussen het hoofdgebouw en de rooilijn kan verhard worden ● De verharding dient maximaal in waterdoorlatende materialen te worden aangelegd.
26
TOELICHTEND Toelichting en visie Om de groenzone op een esthetische manier af te werken wordt er opgelegd dat de percelen die grenzen aan die groenzone op die perceelsgrenzen een haag, beperkt tot twee mogelijke soorten om de uniformiteit te garanderen. De haag kan eventueel begeleid worden door een draadafsluiting mits de haag zichtbaar blijft vanuit de groenzone. Indien de haag niet voldoende afscherming biedt kan een bijkomende esthetisch verantwoorden afsluiting voorzien worden mits deze tussen de haag en de bebouwing wordt voorzien (m.a.w. in deze volgorde: groenzone - haag - bvb. houten schutting). Voor de andere perceelsgrenzen is iedere esthetische verantwoorde en duurzame afsluiting toegestaan.
Dit ten behoeve van een oprit, parkeervoorzieningen, terrassen, tuinpaden en andere constructies die geen gebouw zijn. Die maximum 50% verharding in de voortuin telt mee voor de berekening van de maximum 1/3 verharding op het volledige perceel.
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 5 - PROJECTZONE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor wonen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
●
●
●
Bestemming
Toelichting en visie
De percelen van onderhavige zone zijn bestemd voor wonen. In deze zone is zowel open, half-open als gesloten bebouwing toegelaten. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten. Aansluitend de zone voor gemeenschapsvoorzieningen (Art.6) is een uitbreiding van deze zone toegelaten, mits er een doorgang tussen Molenakker en het achterliggende gebied wordt voorzien. In nevenbestemming zijn vrije beroepen, diensten, kantoren toeristische voorzieningen toegelaten voor zover verenigbaar met de woonomgeving.
1.1 Bestaande lichte ambacht ●
●
●
●
De bestaande loodsen zoals aangeduid op het verordenend grafisch plan kunnen blijven bestaan mits ze via hun toegangsweg eveneens uitweg bieden naar het achterliggende binnengebied. De bedrijfsactiviteit dient verenigbaar te zijn met de omliggende woonomgeving. Onderhouds- en instandhoudingswerken, afbraak en nieuwbouw zijn toegelaten mits het huidige volume van de loodsen niet groter wordt alsook niet de huidig ingenomen grondoppervlakte. Bij stopzetting van een bedrijfsfunctie en afbraak van de loodsen dienen de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften i.f.v. wonen van onderhavige zone te worden gevolgd. De nodige parkeervoorzieningen moeten voorzien worden op eigen terrein.
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
27
ARTIKEL 5 - PROJECTZONE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2
TOELICHTEND Toelichting en visie
Inrichting en beheer
2.1 Projectzone De inrichting van de projectzone moet voldoen aan de volgende verordenende inrichtingsvoorschriften: ● Er dient een verscheidenheid aan woningtypes en woninggroottes te worden voorzien voor zover deze bijdragen tot verdichting en mits verantwoording in een ruimtelijke motivering voor het totale project: ● Er dient minimaal gestreefd te worden naar 15 woningen / ha. ● De woningen worden zoveel mogelijk gebundeld en op een zuinige en zorgvuldige wijze ingeplant. ● De woningen bestaan uit maximum twee bouwlagen met een plat dak. Deze daken dienen te worden uitgevoerd als groendaken. ● De inplanting t.o.v. zonegrens is vrij mits voldaan aan geldende regelgeving, ruimtelijk ingepast in het geheel en geen buitensporige hinder veroorzakend. Enkel voor de zonegrens grenzend aan de bestaande aanpalende woonpercelen is de gabarietregel van toepassing. ● Bouwdiepte is vrij te bepalen mits voldaan aan opgelegde voorwaarden. ● De oppervlakte voor bijgebouwen moet tot een minimum beperkt worden. ● Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik in combinatie met een kwalitatieve en ruimtelijk verantwoorde verlichting en verhardingen: ● Verlichting wordt zodanig ingeplant en aangebracht dat de hinder ten aanzien van de omgeving minimaal is: de richting van de verlichting moet functioneel zijn en er mag geen verstrooiing van het licht zijn. ● Verhardingen dienen maximaal waterdoorlatend te zijn.
Met “verscheidenheid aan woningtypes” wordt gedacht aan ééngezinswoningen, kangoeroewoningen, patiowoningen, duplexwoningen of andere bijzondere typologieën. Meergezinswoningen zijn niet gewenst.
Uitgangspunt invulling projectzone
28
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 5 - PROJECTZONE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ●
●
● ●
● ●
●
Maximum 1/3 van de oppervlakte van de projectzone die niet voorzien wordt met gebouwen mag verhard worden. Dit is exclusief de noodzakelijk verharding voor de toegangen en parkings. Bijen- en vlinderminnende beplanting moet onderdeel uitmaken van de beplanting in de niet-bebouwde oppervlakten. Waterbeheersing en maatregelen inzake duurzaam watergebruik Het is niet toegelaten binnen de projectzone wegenis voorzien voor doorgaand verkeer. Er worden minimum drie ontsluitingspunten op Molenakker voorzien. Zo dicht mogelijk bij de drie ontsluitingspunten op Molenakker wordt er per ontsluitingspunt parkeergelegenheid voorzien: ● Of een gezamenlijke parking die voldoende parkeerplaatsen voorziet voor de bewoners en bezoekers bestaande uit open parkeerplaatsen, garages en/of carports met een maximum van twee autostandplaatsen in een garage en/of carport per woonentiteit. Een garage dient verplicht te voorzien van een groendak. Een garages of een carport heeft een maximale oppervlakte van 21,00m² en een maximale hoogte van 3,00m. ● En/of een ondergronds parking voor de bewoners onder de bebouwing al dan niet met open parkeerplaatsen voor bezoekers. ● De gezamenlijke parkings dienen in een groen inkleding te krijgen. ● Individuele parkeerplaatsen, los van de gezamenlijke parking, zijn niet toegelaten. Doorheen de projectzone dient een volwaardig fiets- en voetgangersnetwerk worden uitgewerkt. Deze dienen zo ingericht te worden dat er geen gemotoriseerd verkeer kan doorrijden maar in nood wel door hulpdiensten. Het tracé dient over een breedte van minimum 3,00 meter ten allen tijde toegankelijk moet zijn voor wandelaars, fietsers en hulpdiensten, vrij te zijn van elk obstakel en niet ingenomen worden door gewassen.
TOELICHTEND Toelichting en visie
M.a.w. kunnen de bewoners van deze projectzone niet parkeren voor hun deur maar gebruiken ze een gezamenlijke parking. Door het voorzien van 3 ontsluitingspunten is de afstand tussen parking en woning steeds beperkt.
Met “groen inkleding” wordt bijvoorbeeld gedacht aan klimplanten laten groeien op carports en garages, groendallen als verharding,...
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
29
ARTIKEL 5 - PROJECTZONE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND Toelichting en visie
2.2 Globaal inrichtingsplan van de volledige projectzone Het globaal inrichtingsplan is een informatief document voor de vergunningsverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening, de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied en de bepalingen omtrent duurzaamheid. Dit globaal inrichtingsplan dient gevoegd bij de eerste en daarop volgende aanvragen tot stedenbouwkundige voorschriften. Het globaal inrichtingsplan dient minimaal uitgewerkt te worden met een ruimtelijk luik en een mobiliteitsluik. Ruimtelijk luik Binnen het ruimtelijk luik dient het globale inrichtingsplan minimum de volgende elementen te bevatten: ● Het globaal inrichtingsplan dient een visie te geven voor de volledige oppervlakte van de onderhavige zone. De uitvoering ervan kan gefaseerd gebeuren. ● Een duurzame inrichting en een kwalitatieve inpassing van de zone zelf, t.o.v. de aansluitende bestaande woningen én t.o.v. het aansluitende open landschap. ● Indien de bestaande loodsen blijven bestaan moeten deze maximaal én kwalitatief worden ingepast. ● Indien de noodzaak bestaat dat de zone voor gemeenschapsvoorziening (Art.6) wil uitbreiden moet deze eveneens optimaal én kwalitatief ingepast worden (aansluitend zone Art. 6 en mits voorzien van doorgang naar Molenakker). ● Inplanting van de bouwvolumes i.f.v. zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik bestaande uit een globale bestemmings-, inplantings- en volumestudie: de studie dient duidelijk te maken dat het project een kwalitatieve versterking betekent, dat het zich kwalitatief en zonder noemenswaardige hinder voor privacy, bezonning en zichten voor 30
Om een optimale toegang te bieden tussen het achterliggende gebied en de Molenakker wordt een deel van de speelplaats van de huidige school bestemd als projectzone. Er wordt gestreefd om toch minimaal deze afgenomen oppervlakte te compenseren in de projectzone (bvb. voor een fietsenstalling, schooltuin,...).
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 5 - PROJECTZONE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
●
TOELICHTEND Toelichting en visie
de bebouwing op de aanpalende percelen, integreert in de omgeving en dat de ruimtelijke draagkracht van de omgeving door het project niet in het gedrang komt. ...
Mobiliteitsluik Binnen het mobiliteitsluik dient het globale inrichtingsplan minimum de volgende elementen te bevatten: ● Het inrichtingsplan dient een duidelijk beeld geven van hoe enerzijds de ontsluiting en anderzijds het parkeren zal worden georganiseerd. ● De integratie van het fiets- en voetgangersnetwerk binnen de volledige zone. ● ...
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
31
ARTIKEL 6 - ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor gemeenschapsen nutsvoorzieningen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
Bestemming
De onderhavige zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen bestaande uit het bouwkundig erfgoed: ● School en klooster: onderhouds-, instandhoudingswerken en verbouwingswerken zijn toegelaten. Het wijzigen van de functie naar een andere gemeenschapsfunctie en uitbreiding is toegestaan op voorwaarde dat: ● De nieuwe functie en/of de uitbreiding de erfgoedwaarde ongeschonden laat of ze verhoogt ● De goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad.
2
Toelichting en visie
Inrichting en beheer
De onderhavige zone dient als één geheel te worden ingericht: ● Maximum 60% van de volledige onderhavige zone, mag bebouwd worden, inclusief bijgebouwen. ● De inplanting van mogelijke bijkomende bebouwing (uitbreiding) is vrij mits respect voor de gabarietregel en respect voor de erfgoedwaarde. ● De bouwhoogte van mogelijke bijkomende bebouwing mag maximum bestaan uit twee bouwlagen met een plat dak. Deze daken dienen te worden uitgevoerd als groendaken. ● De niet-bebouwde delen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin waarvan maximum 1/3 mag verhard worden ten behoeve van toegang tot de bebouwing en speelplaatsen. ● De verharding dient maximaal in waterdoorlatende materialen te worden aangelegd.
32
06015 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | november ‘15 | WVI
ARTIKEL 7 - LANDSCHAPPELIJKE INTEGRATIE VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
TOELICHTEND
1
Deze zone kan volgens de categorisering beschouwd worden als een zone voor wonen (overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 april 2008)
Bestemming
Toelichting en visie
Deze indicatieve aanduiding is bestemd om op een lanschappelijk verantwoorde wijze een visuele buffering en integratie tussen de woonpercelen en de aansluitende landbouwgebieden te vormen.
2 ●
Inrichting en beheer De landschappelijke integratie moet bestaan uit: ● Streekeigen bomen, heesters en laaggroen ● Strategisch gekozen zichtlijnen vanuit en naar het achterliggende landschap
WVI | november ‘15 | stedenbouwkundige voorschriften RUP “Centrum Zuid Egem” te Pittem | 06015
33