Provincie Limburg Gemeente Neerpelt GEMEENTELIJK RUP Heerstraat Stedenbouwkundige voorschriften O.Ref: 20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften a2o‐omgeving | Vissersstraat 2 | 3500 Hasselt | T 011 26 03 30 | F 011 28 55 28 | info@a2o‐omgeving.be
Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 29 / 11 / 2010 Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van … / … / …… Op bevel De Secretaris De Voorzitter Zegel van de gemeente Verantwoordelijk Ruimtelijk Planner Mevr. Tania Vandenbroucke
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
2
VERANTWOORDING
Titel
:
Gemeentelijk RUP Heerstraat, Neerpelt
Subtitel
:
Stedenbouwkundige voorschriften
Projectnummer
:
080062
Referentienummer
:
080062
Datum
:
18/04/2011
Auteur(s)
:
Ruth Byloos, Joep Verheijen, Tania Vandenbroucke
E‐mail adres
:
joep.verheijen@a2o‐omgeving.be tania.vandenbroucke@a2o‐omgeving.be
Contact
:
a2o‐omgeving | Vissersstraat 2 | 3500 Hasselt | T 011 26 03 30 | F 011 28 55 28 | info@a2o‐omgeving.be
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
3
INHOUDSOPGAVE 1 BEGRIPPEN ................................................................................................... 5 2 ALGEMENE BEPALINGEN.............................................................................. 7 2.1 Grens van het Ruimtelijke uitvoeringsplan 2.2 Toepassingsniveau van de stedenbouwkundige voorschriften 2.3 Bepalingen voor alle gebouwen en open ruimten in het plangebied 2.4 Beeldbepalende panden en bouwkundig erfgoed 2.5 Inrichtingsstudie
3 BESTEMMINGEN......................................................................................... 17 3.1 Zone A 3.2 Zone B 3.3 Zone C 3.4 Handelprojectzone 1 3.5 Handelprojectzone 2 3.6 Woonprojectzone 1 & 2 3.7 Woonprojectzones 3 & 4 3.8 Zone voor openbare ruimte 1 3.9 Zone voor openbare ruimte – doorgang
4 AANVULLINGEN.......................................................................................... 41 4.1 Overdrukzone horend bij zone B 4.2 Beeldbepalende gebouwen 4.3 Verbinding voor langzaam verkeer 4.4 Aan te brengen accent 4.5 Overdrukzone behorend bij art. 3.4
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
4
1
BEGRIPPEN
Bebouwingsindex (B/T)
Bouwlijn Bruto‐vloeroppervlakte (V)
Erfafscheiding Herbouwen
Hoekgebouw
Kroonlijst Kroonlijsthoogte Netto‐vloeroppervlakte Nok Nokhoogte Referentiepijl
De bebouwingsindex is de verhouding van het geheel van de bebouwde en de overdekte terreinoppervlakte (B) op de totale terreinoppervlakte (T) van een perceel, of in voorkomend geval van de in een project betrokken percelen. De bebouwingsindex wordt uitgedrukt in procent. De bebouwingsindex geeft dus in omgekeerde zin (100 ‐ B/T) een aanwijzing van het aandeel van de betrokken percelen dat open ruimte moet blijven. Denkbeeldige lijn waarmee de voorgevel van een gebouw samenvalt. De som van aan de buitenzijde gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus van de binnenruimten van het gebouw. Een erfafscheiding is een bouwwerk, bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf of van de openbare weg. Een constructie volledig afbreken, of meer dan veertig procent van de buitenmuren van een constructie afbreken, en binnen het bestaande bouwvolume van de geheel of gedeeltelijk afgebroken constructie een nieuwe constructie bouwen. (bron: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, 1 september 2009, p. 69) Gebouw dat wordt opgericht op een perceel dat aan twee kruisende straten paalt. Dit gebouw bezit langs elke straat een voorgevel. Gootafwerking bij hellende daken of de afwerking van de bovenkant van platte daken ter hoogte van de gevel. De afstand gemeten tussen het referentiepeil en de bovenkant van de kroonlijst. De som van aan de binnenzijde van de wanden gemeten vloeroppervlakte van alle vloerniveaus van de binnenruimten van het gebouw, exclusief buitenberging, kelderberging, autostandplaats en/of garage. Hoogste gedeelte van een dak van een gebouw. Afstand tussen het referentiepeil en de bovenkant van de nok. Het referentiepeil 0,00 m stemt overeen met de bovenkant van het bestaande of ontworpen aanliggend weggedeelte, in principe steeds het bestaande of ontworpen voetpad, gemeten op de rooilijn of weggrens.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
5
Rooilijn Verbouwen
Grens van het perceel met de openbare weg. Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste zestig procent behouden worden. (bron: Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, 1 september 2009, p. 70) De verhouding van de bruto‐vloeroppervlakte van gebouwen (V) op de totale terreinoppervlakte (T) van een perceel, of in voorkomend geval van de in een project betrokken percelen. De vloerindex wordt uitgedrukt als een decimaal getal. Terrassen zijn niet inbegrepen.
Vloerindex (V/T)
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
6
2
ALGEMENE BEPALINGEN
Onderhavige algemene bepalingen kunnen aangevuld en/of beperkt worden door de specifieke bepalingen (zie punt 3). Bij eventuele tegenstrijdigheid gelden de voorwaarden van de specifieke bepalingen. INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context De stedenbouwkundige voorschriften bepalen de bestemming en de bebouwingsmogelijkheden van alle gronden en gebouwen in het gebied begrensd zoals aangegeven op het grafisch plan.
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2.1
GRENS VAN HET RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLAN
Deze grens duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de stedenbouwkundige voorschriften en het grafisch plan van het RUP.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
2.2
TOEPASSINGSNIVEAU VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Het RUP Heerstraat verfijnt het gewestplan en vervangt het bestaande BPA Haspershoven en BPA Clercxhoeve 3B voor het grondgebied bepaald op het grafisch plan, alsook de verkavelingen 7128/V/82/0006, gelegen in het plangebied. Deze voorschriften vormen één geheel met het ruimtelijk uitvoeringsplan. Bij twijfel over de voorschriften voor een bepaald perceel zijn de aanduidingen op het plan van tel. De bestemmings‐ en bebouwingsvoorschriften zijn van toepassing op: − elke sloping van bebouwing; − elke toekomstige nieuwe bebouwing; − elke toekomstige verbouwing en herbouw van behoorlijk vergunde bestaande bebouwing die beantwoorden aan de voorschriften van het voorliggende RUP;
7
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften −
elke toekomstige verbouwing en herbouw van behoorlijk vergunde bestaande bebouwing die volledig niet of gedeeltelijk niet beantwoorden aan de voorschriften van het voorliggende RUP; − de inrichting van alle privégronden zoals tuinen en open ruimten wat betreft verharding en hoogstammig groen; − alle straten, pleinen, plekken en doorgangen met hun respectievelijke erfdienstbaarheden. Om de toepassing van de voorschriften voor het geheel van het betrokken perceel(en) te kunnen beoordelen, zal steeds het geheel van de bebouwing en de open ruimte op het (de) perceel(en) in de aanvraagdocumenten worden weergegeven, en dit zowel in bestaande als in nieuwe toestand. De bepalingen voor alle gebouwen en open ruimten hebben tot doel de kwaliteit van de openbare ruimte te optimaliseren en de architectuurprojecten passend te integreren in het centrum van Neerpelt. Het RUP voorziet architecturale projecten die een kwalitatieve reflectie zijn van de 21ste eeuw.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
2.3
BEPALINGEN VOOR ALLE GEBOUWEN EN OPEN RUIMTEN IN HET PLANGEBIED
2.3.1. Ruimtelijke integratie De voorgestelde werken moeten optimaal geïntegreerd worden in hun ruimtelijke omgeving. Dit houdt in dat zij inzake dichtheid, terreinbezetting, inplanting, terreinaanleg, vormgeving, schaal, korrelgrootte en materiaalkeuze een harmonisch geheel moeten vormen met de specifieke ruimtelijke context. De projecten moeten op een eigentijdse, kwaliteitsvolle manier de ruimtelijke integratie realiseren. Historiserende bouwstijlen zijn niet vergunbaar. Zo moeten inplanting, vormgeving, maatvoering, materiaalkeuze, enz. niet alleen bepaald worden rekening houdend met het eigen perceel, maar moet er in de eerste plaats ook gezorgd worden voor een kwaliteitsvolle relatie met: −
het openbaar domein door inplanting, buitenaanleg, enz.;
−
de omliggende percelen door het garanderen van normale lichtinval, bezonning, privacy, enz., (vooral dan wat betreft de inplanting van de niet‐
8
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context De bestaande, verticale geleding in de Heerstraat is rechtstreeks gerelateerd aan de perceelsgewijze ontwikkeling. Vandaag de dag zouden meerdere percelen tegelijk ontwikkeld kunnen worden om een efficiëntere organisatie van de gebouwen toe te laten (parkeren, verticale circulatie, …) waardoor de schaal en korrelgrootte zodanig kunnen veranderen dat ze vreemd en oneigen kunnen overkomen. Om het kleinschalige karakter, kenmerkend voor de Heerstraat, te behouden en om het vertrouwde ritme van het straatbeeld te bewaren en eentonigheid en grootschaligheid te vermijden dient er een verticale geleding voorzien te worden.
Essentiële aspecten
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften gelijkvloerse bouwlagen, het voorzien van daktuinen op de verdiepingen, enz.); −
de omliggende, bestaande bebouwing;
−
de andere woningen van het bouwblok in geval van geschakelde bouwvormen..
2.3.2. Verticale geleding en korrelgrootte Er dient een verticale geleding voorzien te worden in de Heerstraat. 2.3.3. Netto‐vloeroppervlakte De minimale netto‐vloeroppervlakte per woonentiteit bedraagt 75m², uitgezonderd serviceflats. 2.3.4. Materiaalgebruik Alle constructies, zowel hoofd‐ als bijgebouwen, moeten opgetrokken worden in materialen die qua duurzaamheid en uitzicht verantwoord zijn. Ze moeten harmonisch
9
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context Wachtgevels worden onmiddellijk afgewerkt in dezelfde kwalitatieve gevelmaterialen als de andere gevels van het desbetreffende gebouw. De toegelaten oppervlakte wordt bepaald in functie van de open ruimte van het perceel. Kleinschalige elementen behorende tot diverse installaties zoals bijvoorbeeld schouwen van gaswandketels, ventilatieroosters worden weliswaar wel toegelaten. Ook hier dient steeds aandacht besteed te worden aan de beeldkwaliteit van het straatbeeld dat bekomen wordt.
Essentiële aspecten
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften passen in de omgeving en bovendien moeten ze binnen de eigen kavel onderling een samenhorend geheel vormen. Alle zichtbaar bedoelde gevels en/of geveldelen van het bouwvolume zijn evenwaardig en dit zowel naar materiaalgebruik als in functie van representatie. Ze dienen beschouwd te worden als één esthetisch geheel. Alle vrijblijvende geveldelen worden gelijktijdig met de andere gevels afgewerkt met een kwalitatief gevelmateriaal, gelijkwaardig en in harmonie met de andere gevels. Tijdelijke wachtgevels zijn niet toegelaten. 2.3.5. Bijgebouwen Per perceel is er één bijgebouw toegelaten. De nokhoogte van het bijgebouw bedraagt maximaal 3,50 m. De oppervlakte die het bijgebouw inneemt bedraagt maximaal 50% van de open ruimte van het perceel. 2.3.6. Nevenruimten en nevengebruik Alle technische ruimten en installaties, ruimten voor afvalcontainers, opslag, e.d. worden architecturaal geïntegreerd in het gebouw of in het bijgebouw. Technische ruimten of elementen, met uitzondering van zonnepanelen, mogen niet zichtbaar zijn aan gevels of op daken vanaf de openbare ruimte, noch vanaf private tuinen, daktuinen en/of terrassen. 2.3.7. Platte daken Zichtbare platte daken dienen als terras en/of als groendak ingericht te worden.
10
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten Bij nieuwbouw is het voorzien van een voldoende groot terras of tuin belangrijk voor het garanderen van de nodige woonkwaliteit. Parkeeroplossingen over de perceelgrenzen heen via ondergrondse, achterliggende, … garages en/of parkeerplaatsen worden absoluut
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2.3.8. Private buitenruimten Elke wooneenheid moet beschikken over een bruikbare private buitenruimte aansluitend op de keuken of op de woonkamer. −
Voor wooneenheden vanaf 75m² is de minimale oppervlakte voor een terras 9.00 m².
−
Terrassen en balkons hebben een minimale bruikbare diepte van 1.80m.
Alle buitenruimten moeten kwaliteitsvol ingericht worden en dienen aan te sluiten op de bestemming(en) van het respectievelijke perceel. 2.3.9. Reclame Reclame‐inrichtingen mogen niet op onbebouwde gronden geplaatst worden. Een wachtgevel mag niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden. Enkel uithangborden in functie van de bestemmingen van het gebouw in kwestie zijn toegelaten. Deze uithangborden zijn steeds vergunningsplichtig en worden op een esthetische manier aangebracht. Ze mogen maximaal 0,50m buiten de gevel uitsteken. De bepalingen van het KB van 14 december 1959 zijn tevens van toepassing wat betreft het reclame maken. De bepalingen van de BRA619 m.b.t. uitstekken gelden eveneens. In dat kader wordt eveneens verwezen naar art. 80.2 van de wegcode. 2.3.10. Parkeren 2.3.10.1. Algemeen Het vervullen van de parkeerbehoefte dient op een kwalitatieve manier geïntegreerd te worden in het totaalconcept van het respectievelijke project.
11
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context aangemoedigd.
Essentiële aspecten
Vanuit de expliciete keuze voor een duidelijk handelscentrum wordt er gestreefd in deze zone naar zoveel mogelijk belevingskwaliteit. In zones A en B worden bijgevolg het plaatsen van poorten en overdekte parkeerplaatsen grenzend aan de winkelstraat uitgesloten. In zone C – waar wonen eerder de bovenhand krijgt‐ wordt dit wel toegelaten indien dit op een kwalitatieve manier gebeurt. Verder wordt er naast wonen voornamelijk kleinhandel gestimuleerd. Voor (klein)handelszaken tot 250 m² dienen geen parkeerplaatsen voorzien te worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften De parkeerbehoefte moet ofwel opgevangen worden op het eigen perceel, ofwel via een perceelsoverschrijdende oplossing gewerkt worden ofwel via een retributie aan de gemeente. Bij de realisatie van parkeeroverschrijdende oplossingen dient rekening gehouden te worden met de volgende afstanden: ‐ De parkeerplaatsen voor handel dienen zich telkens binnen een straal van 750 m te bevinden. ‐ De parkeerplaatsen voor wonen dienen zich telkens binnen een straal van 200 m te bevinden. Garagepoorten en overdekte autostandplaatsen zijn in het voorgevelgebied van de Heerstraat in zone A en B niet toegestaan. In zone C zijn garagepoorten en overdekte autostandplaatsen in het voorgevelgebied van de Heerstraat toegestaan wanneer zij op een esthetisch verantwoorde wijze ingepast worden. 2.3.10.1.1. Gemotoriseerd verkeer Het minimale aantal te voorziene parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald: − Wonen: 1 parkeerplaatsen per woonentiteit −
Handel, horeca en diensten: 1 parkeerplaats per begonnen 100m² en dit voor winkelruimtes groter dan 250 m²
−
Serviceflats: 0,75 parkeerplaatsen per flat
2.3.10.1.2. Fietsstandplaatsen Het minimale aantal te voorziene fietsstandplaatsen wordt als volgt bepaald: − Wonen: 1 fietsstandplaats per slaapkamer − Handel, horeca en diensten: 1 fietsstandplaats per 100m² Indien de geldende parkeerverordening andere waarden voorschrijft is de strengste regel van toepassing.
12
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 2.3.10.2. Gegevens te verstrekken door de aanvrager Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en/of een stedenbouwkundig attest moet worden aangevuld met een berekeningsnota van het benodigde aantal te voorziene parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer en voor fietsen met betrekking tot het bouwinitiatief, alsook het aantal plaatsen dat de bouwheer effectief wil voorzien. Indien er een verschil is tussen het aantal te voorziene en het effectief voorziene aantal parkeerplaatsen, dient dit gemotiveerd te worden en is het geldende retributiereglement betreffende ontbrekende parkeerplaatsen van toepassing. Naast een berekeningsnota dient ook een toewijzingsplan opgemaakt te worden waarin de koppeling van de appartementen met de parkeerplaatsen op aangeduid wordt. Op het grondplan dat bij een aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en/of een stedenbouwkundig attest is gevoegd, moeten rechthoekjes met afmetingen de vereiste parkeervakken aangeven. Tevens dient op het plan aangegeven te worden welke parkeerplaats bij welke woongelegenheid of handelszaak behoort. Op dat grondplan zijn ook de toegangen met hun afmetingen duidelijk opgetekend. 2.3.11. Reliëfwijzigingen Reliëfwijzigingen in functie van bebouwing mogen niet meer dan 0,50 m ten aanzien van het referentiepeil bedragen. In functie van waterhuishouding zijn eveneens reliëfwijzigingen toegestaan, het niveauverschil ten aanzien van het referentiepeil is vrij. 2.3.12. Omgang met hemelwater In elke stedenbouwkundige aanvraag dient prioriteit uit te gaan naar herbruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. Elke stedenbouwkundige aanvraag dient ten minste te voldoen aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
13
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Elke stedenbouwkundige aanvraag dient bovendien te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1 oktober 2004 inzake hemelwaterputten e.a. (GVS). Verder moet voldaan worden aarn art. 6.2.2.1.2§4 van Vlarem II met betrekking tot de afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art. 5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden‐bergen‐afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. 2.4
BEELDBEPALENDE PANDEN
De beeldbepalende panden zijn aangeduid op het grafisch plan. Voor elke stedenbouwkundige aanvraag betreffende die panden die architectplichtige werkzaamheden inhoudt, dient bijkomend advies gevraagd te worden aan het agentschap R‐O Vlaanderen Onroerend erfgoed Limburg. In het kader van beoordeling van de goede ruimtelijke ordening dient elke stedenbouwkundige aanvraag informatief en indicatief, volgende bijkomende gegevens te omvatten: − de opmeting van de bestaande toestand, met een analyse van de aanwezige bestemmingen en activiteiten, de verschijningsvorm, bouwkundige geschiedenis en inventaris (o.a. elementen die bijdragen tot de cultuurhistorische waarde), opmeting en inplanting van gebouwen, bouwvolumes met hoogte, diepte, materiaalgebruik, omgevende open ruimten en relaties; − het geplande project, met een duidelijke voorstelling van de verschijningsvorm en een omschrijving en kwantificering van de bestemmingen; − een onderzoek betreffende het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle elementen en betreffende de noodzakelijke ingrepen voor de draagkracht, stabiliteit, brandveiligheid en beveiliging van het gebouw; een onderzoek naar
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
14
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften het effect van dergelijke ingrepen op de directe omgeving van de gebouwen en een toelichting bij de mate van reversibiliteit van dergelijke ingrepen. Er dient met respect te worden omgegaan met deze beeldbepalende panden. Bij de beoordeling gaat het niet om het behoud van formele elementen doch steeds om volledige entiteiten. 2.5
INRICHTINGSSTUDIE
Voor alle projectzones (artikel 3.4, 3.5, 3.6 en 3.7) is de opmaak van een inrichtingsstudie voor de hele projectzone verplicht. De inrichtingsstudie doet uitspraak over het totale gebied. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning en/of stedenbouwkundig attest en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag dient een bestaande, aangepaste of een nieuwe inrichtingsstudie te bevatten. Concreet moet de inrichtingsstudie, in aanvulling op de beschrijvende informatie voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning en/of stedenbouwkundig attest, klaarheid geven in: − het geplande project, met een duidelijke voorstelling van de verschijningsvorm en een omschrijving en kwantificering van de bestemmingen.; − een onderzoek inzake relatie met architecturale eenheid met de bouwvolumes binnen de aanliggende zones voor bebouwing. Hierbij dient tenminste een inplantingstekening (plattegrond + aanzicht) van het project en alle aanpalende percelen aangeleverd te worden, schaal 1:200; − het beantwoorden van het project aan de harde eisen (inzake bestemmingen, maximum bouwvolume …) uit de voorschriften van dit RUP;
15
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften − −
−
parkeren; een evaluatie van de effecten die het project op de omgeving zal hebben, van de kwaliteitsverhoging die het project voor de omgeving zal meebrengen en van de ingrepen die voorzien worden om negatieve effecten op de omgeving te milderen; deze evaluaties hebben betrekking op de natuurlijke en functionele draagkracht van de plaats en van de omgeving (verkeersaantrekking, verschuiving van activiteiten, milieulasten,...); de harmonie met de omgeving qua volume, gevelcompositie en materiaalgebruik.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
16
3
SPECIFIEKE BEPALINGEN
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3. BESTEMMINGEN
3.1
ZONE A
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen De Koning Albertlaan ‐ Heerstraat is de hoofdstraat door Neerpelt en fungeert als hoofdas en attractieve routing voor handel en de omgevende bewoning. Deze stedelijke mix van handel en wonen wordt behouden en versterkt.
3.1.1 Bestemming Stedelijke mix handel ‐ Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. wonen Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. Op het gelijkvloers zijn handel, horeca en/of diensten verplicht. Op de verdiepingen moeten er woongelegenheden of functies die aansluiten bij het wonen gerealiseerd worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
17
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context Het bestaande beeld van de Koning Albertlaan als handelsstraat met aaneengesloten bebouwing wordt behouden en versterkt. De toekomstige projecten versterken de kwaliteit van de openbare ruimte. Het hoekpand aan de zijde van de Dommel vormt de schakel naar de woonprojectzone ‘wonen aan de Dommel’.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
Essentiële aspecten Aaneengesloten bebouwing Hoekpand is belangrijke schakel Toegelaten bouwvolume wordt bepaald door de bouwenveloppe
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.1.2 Inrichting Bebouwingswijze Er wordt aaneengesloten bebouwing gerealiseerd. De zonegrens langs de zijde van de Koning Albertlaan geldt als verplichte bouwlijn. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Het hoekpand langs de zijde van de Dommel (zie aanduiding grafisch plan) vormt een belangrijke link. De zijgevel dient als volwaardige façade te worden ingericht. Toegelaten bouwvolume Het hoofdgebouw moet opgericht worden binnen de hieronder beschreven bouwenveloppe: − de maximale bouwdiepte van de eerste bouwlaag is 25,00 m. Bijkomend mag de eerste 17,00 m gemeten vanaf de bouwlijn voor 100% bebouwd worden. De volgende 8,00 m mag voor 75% bebouwd worden. De meerdiepte van de eerste bouwlaag heeft een maximale nokhoogte van 3,50 m; − vanaf de tweede bouwlaag is de maximale bouwdiepte 12,00 m; − er zijn minimaal drie bouwlagen verplicht en maximaal 4 bouwlagen toegelaten;
18
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context Essentiële aspecten De bouwdiepte en het bebouwingspercentage op het gelijkvloers scheppen mogelijkheden voor stedelijke niet‐woonfuncties. Het bebouwingspercentage van de hoogste bouwlaag biedt mogelijkheden wat betreft functionele en esthetische daken. Ter hoogte van het knooppunt Heerstraat ‐ Groenstraat ‐ Stationstraat is een accent gewenst. Het hoekpand vormt een eyecatcher en geeft cachet aan de publieke ruimte.
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften − − − − −
de kroonlijsthoogte bedraagt minimaal 10,00 m; de nokhoogte bedraagt maximaal 13,80 m; de vierde bouwlaag mag maximaal voor 65% bebouwd worden; een plat dak is verplicht; kroonlijstprofilering is verplicht. Uitbouwen buiten de enveloppe zijn, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de enveloppe komen. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via het openbaar domein. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte. Garagepoorten en overdekte autostandplaatsen zijn in het voorgevelgebied van de Heerstraat niet toegestaan. (zie artikel 2.3.10.1) Onbebouwde ruimte De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en die bovendien grenst aan het openbaar domein, mag niet worden afgesloten. De ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden,
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
19
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in kleinschalige, uitbreekbare, waterdoorlaatbare materialen. Indien de te verharden oppervlakte groter is dan 300,00 m², moet berging en infiltratie van het hemelwater op het desbetreffende perceel te worden voorzien. Het oppervlaktewater afkomstig van buitenverhardingen en parkings dient geïnfiltreerd te worden met een KWS filter. Erfscheidingen Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …). 3.2
ZONE B
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen De Koning Albertlaan ‐ Heerstraat is de hoofdstraat door Neerpelt en fungeert als hoofdas en attractieve routing voor handel en de omgevende bewoning. Deze
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
3.2.1 Bestemming Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. Stedelijke mix handel ‐ Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn wonen
20
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context stedelijke mix van handel en wonen wordt behouden en versterkt.
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. Op het gelijkvloers zijn handel, horeca en/of diensten verplicht. Op de verdiepingen moeten er woongelegenheden of functies die aansluiten bij het wonen gerealiseerd worden.
Het bestaande beeld van de Heerstraat als handelsstraat met aaneengesloten bebouwing wordt behouden en versterkt. De toekomstige projecten gaan een kwalitatieve relatie aan met de openbare ruimte en vice versa. In die zin wordt het af en toe terugspringen van de bouwlijn aanzien aan de zijde van de Heerstraat als een kwaliteit in het straatbeeld van de Heerstraat. De bouwlijn wordt dan ook niet verplicht gelijkgesteld met de zonegrens.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
Aaneengesloten bebouwing Toegelaten bouwvolume wordt bepaald door de bouwenveloppe
3.2.2 Inrichting Bebouwingswijze Er wordt aaneengesloten bebouwing gerealiseerd. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat en de Groenstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Toegelaten bouwvolume Het hoofdgebouw moet opgericht worden binnen de hieronder beschreven bouwenveloppe: − de maximale bouwdiepte van de eerste bouwlaag is 25,00 m. Bijkomend mag de eerste 17,00 m gemeten vanaf de bouwlijn voor 100% bebouwd
21
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften worden. De volgende 8,00 m mag voor 75% bebouwd worden. De meerdiepte van de eerste bouwlaag heeft een maximale nokhoogte van 3,50 m; − vanaf de tweede bouwlaag is de maximale bouwdiepte 12,00 m; − binnen deze zone zijn minimaal twee bouwlagen verplicht en maximaal 3 bouwlagen toegelaten; − de kroonlijsthoogte bedraagt minimaal 7m60; − de maximale nokhoogte is 10,80 m bij een plat dak en 13,00 m bij een hellend dak; − bij een hellend dak is de maximale hellingsgraad 45; − kroonlijstprofilering is verplicht. − de derde bouwlaag mag maximaal voor 75% bebouwd worden. Uitbouwen buiten de enveloppe zijn, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de enveloppe komen. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via het openbaar domein. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte.
De bouwdiepte en het bebouwingspercentage op het gelijkvloers scheppen mogelijkheden voor stedelijke niet‐woonfuncties. Het bebouwingspercentage van de hoogste bouwlaag biedt mogelijkheden wat betreft functionele en esthetische daken. Ter hoogte van het knooppunt Heerstraat Groenstraat‐Stationstraatis een accent gewenst. Het hoekpand vormt een eyecatcher en geeft cachet aan de publieke ruimte.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
Garagepoorten en overdekte autostandplaatsen zijn in het voorgevelgebied van de Heerstraat niet toegestaan. (zie artikel 2.3.10.1) Onbebouwde ruimte De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en die bovendien grenst aan het openbaar domein, mag niet worden afgesloten. De
22
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden, brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlaatbare materialen. Indien de te verharden oppervlakte groter is dan 300,00 m², dient de berging en de filtratie van het hemelwater op het desbetreffende perceel te worden voorzien. Het oppervlaktewater afkomstig van buitenverhardingen en parkings dient geïnfiltreerd te worden met een KWS filter. Erfscheidingen Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …).
3.3
ZONE C
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
23
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context De Koning Albertlaan ‐ Heerstraat is de hoofdstraat door Neerpelt en fungeert als hoofdas en attractieve routing voor handel en de omgevende bewoning. Deze stedelijke mix van handel en wonen wordt behouden en versterkt.
Essentiële aspecten Stedelijke mix handel ‐ wonen
Het bestaande beeld van de Heerstraat als handelsstraat met aaneengesloten bebouwing wordt behouden en versterkt. De toekomstige projecten gaan een kwalitatieve relatie aan met de openbare ruimte en vice versa. In die zin wordt het af en toe terugspringen van de bouwlijn aan de zijde van de Heerstraat aanzien als een kwaliteit in het straatbeeld van de Heerstraat. De bouwlijn wordt dan ook niet verplicht gelijkgesteld met de zonegrens.
Aaneengesloten bebouwing Toegelaten bouwvolume wordt bepaald door de bouwenveloppe
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.3.1 Bestemming Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. 3.3.2 Inrichting Bebouwingswijze Er wordt aaneengesloten bebouwing gerealiseerd. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat en de Korte Heerstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Toegelaten bouwvolume Het hoofdgebouw moet opgericht worden binnen de hieronder beschreven bouwenveloppe: − de maximale bouwdiepte van de eerste bouwlaag is 25,00 m. Bijkomend mag de eerste 17,00 m gemeten vanaf de bouwlijn voor 100% bebouwd worden. De volgende 8,00 m mag voor 75% bebouwd worden. De meerdiepte van de eerste bouwlaag heeft een maximale nokhoogte van
24
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3,50 m; − vanaf de tweede bouwlaag is de maximale bouwdiepte 12,00 m; − binnen deze zone zijn minimaal twee bouwlagen verplicht en maximaal 3 bouwlagen toegelaten; − de kroonlijsthoogte bedraagt minimaal 7m60; − de maximale nokhoogte is 10,80 m bij een plat dak en 13,00 m bij een hellend dak; − bij een hellend dak is de maximale hellingsgraad 45; − kroonlijstprofilering is verplicht. − de derde bouwlaag mag maximaal voor 75% bebouwd worden. Uitbouwen buiten de enveloppe zijn, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de enveloppe komen. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via het openbaar domein. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte.
De bouwdiepte en het bebouwingspercentage op het gelijkvloers scheppen mogelijkheden voor stedelijke niet‐woonfuncties. Het bebouwingspercentage van de hoogste bouwlaag biedt mogelijkheden wat betreft functionele en esthetische daken.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
In deze zone zijn garagepoorten en overdekte autostandplaatsen in het voorgevelgebied van de Heerstraat toegestaan wanneer zij op een esthetisch verantwoorde wijze ingepast worden. (zie artikel 2.3.10.1) Poorten zijn maximum drie meter breed. Overbouwde doorgangen naar achtergelegen zones zijn mogelijk indien zij niet breder zijn dan 4,00 m, op voorwaarde dat de breedte van de voorgevel minstens 8,00 m bedraagt.
25
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Eventuele hellingen naar ondergrondse parkeerplaatsen liggen binnen de zone. Onbebouwde ruimte De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en die bovendien grenst aan het openbaar domein, mag niet worden afgesloten. De ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden, brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlaatbare materialen. Indien de te verharden oppervlakte groter is dan 300,00 m², dient de berging en de filtratie van het hemelwater op het desbetreffende perceel te worden voorzien. Het oppervlaktewater afkomstig van buitenverhardingen en parkings dient geïnfiltreerd te worden met een KWS filter. Erfscheidingen Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …).
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
26
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.4
HANDELPROJECTZONE 1
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen De Koning Albertlaan ‐ Heerstraat is de hoofdstraat door Neerpelt en fungeert als hoofdas en attractieve routing voor handel en de omgevende bewoning. Deze stedelijke mix van handel en/of wonen wordt behouden en versterkt.
3.4.1 Bestemming Stedelijke mix handel Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. en/of wonen Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. Op het gelijkvloers zijn handel, horeca en/of diensten verplicht over een minimumdiepte van 20 m gemeten vanaf de rooilijn aan de Heerstraat voor het deel van de projectzone dat gelegen is tussen de Hazenstraat en zone B (artikel 3.2). Op de verdiepingen moeten er woongelegenheden of functies die aansluiten bij het wonen gerealiseerd worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
3.4.2 Inrichting Bebouwingswijze Projectzones dienen als één geheel ontworpen te worden, dit geldt zowel voor architectuur, vorm als materialisering. Een individuele ontwikkeling binnen de
27
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context De bebouwingsindex en de vloerindex scheppen mogelijkheden voor de realisatie van een kwalitatief project.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
Essentiële aspecten Toegelaten bouwvolume wordt bepaald door de bebouwingsindex en de vloerindex
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften projectzone is mogelijk mits de ontwikkeling onderdeel uitmaakt van een ontwerp dat voor de projectzone als geheel opgemaakt wordt. Voor iedere projectzone dient een inrichtingsstudie (conform artikel 2.5) opgemaakt te worden. De zonegrens langs de zijde van de Heerstraat moet volledig bebouwd worden. Enkel beperkte insprongen zijn toegelaten. De zonegrens langs de zijde van de Hazenstraat moet voor minimum 2/3 bebouwd worden. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Toegelaten bouwvolume B/T V/T
H‐1 74% 1,80
− − − − −
binnen deze zone zijn minimaal 3 bouwlagen verplicht; de maximale nokhoogte is 10,80 m; de dakvorm dient een plat dak te zijn; kroonlijstprofilering is verplicht; bijgebouwen worden geïntegreerd in het hoofdgebouw en zijn bijgevolg niet toegelaten.
28
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Aan de zijde van de Heerstraat zijn uitbouwen buiten het toegelaten bouwvolume, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de bouwlijn komen. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via het openbaar domein. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte. Indien er een toegang voor gemotoriseerd verkeer wordt georganiseerd, dient deze zich te bevinden in de Hazenstraat. Poorten zijn maximum drie meter breed. Parkeren Tussen de verschillende eigenaars wordt een gezamenlijke parkeeroplossing gezocht Onbebouwde ruimte De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en die bovendien grenst aan de Heerstraat, mag niet worden afgesloten. De ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden,
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
29
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …). 3.5
HANDELPROJECTZONE 2
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen
3.5.1 Bestemming Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. Op het gelijkvloers zijn handel, horeca en/of diensten verplicht. Op de verdiepingen moeten er woongelegenheden of functies die aansluiten bij het wonen gerealiseerd worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
30
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.5.2 Inrichting Projectzones dienen als één geheel ontworpen te worden, dit geldt zowel voor architectuur, vorm als materialisering. Een individuele ontwikkeling binnen de projectzone is mogelijk mits de ontwikkeling onderdeel uitmaakt van een ontwerp dat voor de projectzone als geheel opgemaakt wordt. Voor iedere projectzone dient een inrichtingsstudie (conform artikel 2.5) opgemaakt te worden. Bebouwingswijze Er wordt aaneengesloten bebouwing gerealiseerd. De zonegrens langs de zijde van de Koning Albertlaan en de Stationstraat geldt als verplichte bouwlijn. Enkel beperkte insprongen zijn toegelaten. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Op het gelijkvloers grenzend aan de Koning Albertlaan moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Toegelaten bouwvolume B/T V/T − −
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
H‐2 100% 2,6 binnen deze zone zijn minimaal drie bouwlagen verplicht en maximaal 4 bouwlagen toegelaten; de kroonlijsthoogte bedraagt minimaal 10,00 m;
31
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften − − − −
de nokhoogte bedraagt maximaal 13,80 m; de vierde bouwlaag mag maximaal voor 65% bebouwd worden; een plat dak is verplicht; kroonlijstprofilering is verplicht. Aan de zijde van de Koning Albertlaan zijn uitbouwen buiten het toegelaten bouwvolume, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de bouwlijn komen. Aan de zijde van de Stationstraat zijn uitbouwen niet toegelaten. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via de Heerstraat. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte. Indien er een toegang voor gemotoriseerd verkeer wordt georganiseerd, dient deze zich te bevinden in de Stationsstraat. Garagepoorten mogen niet gerealiseerd worden in de Heerstraat. Poorten zijn max. drie meter breed. Parkeren Er dient één parkeeroplossing per projectzone voor gesteld te worden. Onbebouwde ruimte De onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
32
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden, brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlaatbare materialen. Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, dienen te worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …)
3.6
WOONPROJECTZONE 1 EN 2
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen In de woonprojectzones 1 en 2 is handel zeker toegelaten, maar onderscheidt zich van het drukkere winkelcentrum waar bijvoorbeeld handelsprojectzone 1 en 2 het ‘einde/begin’ vormen van dit handelsgebeuren.
3.6.1 Bestemming Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
33
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
Omwille van het belang van het creëren van kwalitatieve hoekpanden wordt binnen deze woonprojectzones wel de verplichting gesteld om op de zonegrens te bouwen aan de zijde van de Heerstraat.
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften beoordeling naar goede ruimtelijke ordening. 3.6.2 Inrichting Projectzones dienen als één geheel ontworpen te worden, dit geldt zowel voor architectuur, vorm als materialisering. Een individuele ontwikkeling binnen de projectzone is mogelijk mits de ontwikkeling onderdeel uitmaakt van een ontwerp dat voor de projectzone als geheel opgemaakt wordt. Voor iedere projectzone dient een inrichtingsstudie (conform artikel 2.5) opgemaakt te worden. Bebouwingswijze Er wordt een kwalitatief hoekpand gerealiseerd. De zonegrens langs de zijde van de Heerstraat geldt als verplichte bouwlijn. Deze zonegrens moet volledig bebouwd worden. Enkel beperkte insprongen zijn toegelaten. De zonegrens langs de zijde van de Clercxhoevestraat moet voor minimum 2/3 bebouwd worden. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Indien er in de projectzone handel voorzien wordt op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
34
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Toegelaten bouwvolume B/T V/T
W1 100% 2,4
W2 100% 2,4
−
binnen deze zone zijn minimaal twee bouwlagen verplicht en maximaal 3 bouwlagen toegelaten; − de minimale kroonlijsthoogte is 7,60m; − de maximale nokhoogte is 10,80 m bij een plat dak en 13,00 m bij een hellend dak; − bij een hellend dak is de maximale hellingsgraad 45°; − de dakvorm is vrij; − kroonlijstprofilering is verplicht; − bijgebouwen worden geïntegreerd in het hoofdgebouw en zijn bijgevolg niet toegelaten. Aan de zijde van de Heerstraat en de Clercxhoevestraat zijn uitbouwen buiten het toegelaten bouwvolume, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de bouwlijn komen. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via het openbaar domein. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
35
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Indien er een toegang voor gemotoriseerd verkeer wordt georganiseerd, dient deze zich te bevinden in respectievelijk de Clercxhoevestraat. Poorten zijn max. drie meter breed. Parkeren Tussen de verschillende eigenaars wordt een gezamenlijke parkeeroplossing gezocht voor woonprojectzone 1. Tussen de verschillende eigenaars wordt een gezamenlijke parkeeroplossing gezocht voor woonprojectzone 2. Onbebouwde ruimte De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en die bovendien grenst aan de Heerstraat, mag niet worden afgesloten. De ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden, brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlaatbare materialen. Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …).
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
36
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.7
WOONPROJECTZONE 3 EN 4
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 1: Wonen De Koning Albertlaan ‐ Heerstraat is de hoofdstraat door Neerpelt en fungeert als hoofdas en attractieve routing voor handel en de omgevende bewoning. In de woonprojectzones 3 en 4 is handel zeker toegelaten, maar onderscheidt zich van het drukkere winkelcentrum waar bijvoorbeeld handelsprojectzone 1 en 2 het ‘einde/begin’ vormen van dit handelsgebeuren. Het hoekpand legt de relatie tussen de Heerstraat als handelsstraat en respectievelijk, de Korte Heerstraat, de Clercxhoevestraat of de Hazenstraat als woonstraat. Met een kwalitatief hoekpand wordt een hoekpand bedoeld dat een innovatieve
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
3.7.1 Bestemming Stedelijke mix handel Wonen, handel horeca en diensten zijn toegelaten hoofdbestemmingen. en/of wonen Openbare voorzieningen, (ondergrondse) autostandplaatsen en open ruimte zijn toegelaten nevenbestemmingen. Het voorzien van andersoortige functies maakt deel uit van de algemene beoordeling naar goede ruimtelijke ordening.
Realisatie van een kwalitatief hoekpand
3.7.2 Inrichting Projectzones dienen als één geheel ontworpen te worden, dit geldt zowel voor architectuur, vorm als materialisering. Een individuele ontwikkeling binnen de projectzone is mogelijk mits de ontwikkeling onderdeel uitmaakt van een ontwerp dat voor de projectzone als geheel opgemaakt wordt. Voor iedere projectzone dient een inrichtingsstudie (conform artikel 2.5) opgemaakt te worden. Bebouwingswijze Er wordt aaneengesloten bebouwing gerealiseerd. Ter hoogte van de spoorwegberm slaat de bebouwing de hoek om. De zonegrens langs de zijde van de Heerstraat en de Oude Kerkhofstraat geldt als
37
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context oplossing aanbrengt. Innovatieve oplossingen kunnen zijn: − Het organiseren van de leefruimten en een dakterras op de bovenste verdieping en het slapen op de benedenste verdieping; − Het werken met patio’s; − Het creëren van een terras over de volledige gevelbreedte; − Het creëren van inpandige binnen‐buitenruimten (inpandig terras, loggia, …); − Het zoeken naar een optimale schakeling van de verschillende functies; − Het zoeken naar een specifieke, vernieuwende volumetrie. De bebouwingsindex en de vloerindex scheppen mogelijkheden voor de realisatie van een kwalitatief hoekpand. Omwille van het belang van het creëren van kwalitatieve hoekpanden wordt binnen deze woonprojectzones wel de verplichting gesteld om op de zonegrens te bouwen aan de zijde van de Heerstraat.
Essentiële aspecten Toegelaten bouwvolume wordt bepaald door de bebouwingsindex en de vloerindex
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften verplichte bouwlijn. Enkel beperkte insprongen zijn toegelaten. De zonegrens van woonprojectzone 4 langs de zijde van de spoorweg moet voor minimum 1/3 bebouwd worden. Voor bestaande bebouwing geldt ten opzichte van de huidige rooilijn een maximale uitbreiding van 15cm in dienst van gevelverfraaiing. Alle gevels gericht naar het openbaar domein moeten als voorgevel uitgevoerd worden. Indien er in de projectzone handel voorzien wordt op het gelijkvloers grenzend aan de Heerstraat moeten de voorgevels een ‘open karakter’ hebben met grotendeels ramen zodat de gelijkvloerse activiteiten zoveel mogelijk in relatie staan met het openbaar domein. Toegelaten bouwvolume B/T V/T − − − − − − −
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
W 3 90% 2,4
W 4 70% 2,4
binnen deze zone zijn minimaal twee bouwlagen verplicht en maximaal 3 bouwlagen toegelaten; de minimale kroonlijsthoogte is 7,60m; de maximale nokhoogte is 10,80 m bij een plat dak en 13,00 m bij een hellend dak; bij een hellend dak is de maximale hellingsgraad 45; de dakvorm is vrij; kroonlijstprofilering is verplicht; in woonprojectzone 3 worden bijgebouwen geïntegreerd in het hoofdgebouw en zijn ze bijgevolg niet toegelaten.
38
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften Aan de zijde van de Heerstraat zijn uitbouwen buiten het toegelaten bouwvolume, indien ze kleinschalig zijn, in functie van architecturale accenten, uitsprongen, dakkapellen, vensters, terrassen en/of de harmonieuze opbouw van het volume vergunbaar vanaf de tweede bouwlaag. De uitbouw mag maximaal 1,00 m buiten de bouwlijn komen. Aan de zijde van respectievelijk de Oude Kerkhofstraat en aan de spoorweg zijn uitbouwen niet toegelaten. Toegankelijkheid Elke ruimtelijke eenheid voor handel, horeca of diensten is rechtstreeks toegankelijk via de Heerstraat. Elke wooneenheid is toegankelijk via een afzonderlijk vanaf de openbare ruimte te bereiken ingang, rechtstreeks of via een gemeenschappelijke inkomruimte. Indien er een toegang voor gemotoriseerd verkeer wordt georganiseerd, dient deze zich te bevinden in respectievelijk de Oude Kerkhofstraat of aan de zijde van de spoorweg Garagepoorten mogen niet gerealiseerd worden in de Heerstraat. Poorten zijn max. drie meter breed. Parkeren Er dient een integrale parkeeroplossing voorgesteld te worden. Onbebouwde ruimte Er blijft voldoende vrije ruimte voor het fietspad dat langs de spoorweg loopt. Ook een veilige oversteekbaarheid van de Heerstraat ter hoogte van het fietspad blijft gegarandeerd. De ruimte die binnen de bestemmingszone bovengronds onbebouwd zou blijven en
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
39
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften die bovendien grenst aan de Heerstraat, mag niet worden afgesloten. De ruimte wordt aangelegd als publieke ruimte. De overige onbebouwde ruimte moet aansluiten op de bestemming van de zone waaraan ze grenst. Deze onbebouwde ruimte mag worden afgesloten voor collectief of individueel privaat gebruik. De verhardingen (ten behoeve van terrassen, opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden, brandgang, evacuatiemogelijkheden,…), met uitzondering van de verhardingen ten behoeve van bijgebouwen, worden uitgevoerd in waterdoorlaatbare materialen. Erfafscheidingen in betonplaten of plastic materialen zijn verboden. Erfafscheidingen, indien voorzien, dienen te worden gerealiseerd in ecologische materialen (hout, groen, begroeide afscheidingen, steenachtigen, …)
3.8
ZONE VOOR OPENBARE RUIMTE 1
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 8: Lijninfrastructuur 3.8.1 Bestemming Deze zone is bestemd als openbare weg. Alle voorzieningen en inrichtingen in functie hiervan mogen binnen deze zone gerealiseerd worden. 3.8.2 Inrichting Gezien de ligging in het stadscentrum moet de openbare wegenis als verblijfsgebied ingericht worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
40
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 3.9
ZONE VOOR OPENBARE RUIMTE ‐ DOORGANG
Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 8: Lijninfrastructuur 3.9.1 Bestemming Deze zone is bestemd als publieke doorgang voor de zwakke weggebruiker. 3.9.2 Inrichting Gezien de ligging in het stadscentrum moet de openbare wegenis als verblijfsgebied ingericht worden aansluitend op de inrichting van de Heerstraat
4. AANVULLINGEN
4.1 OVERDRUKZONE HOREND BIJ ZONE B In deze zone moeten op het gelijkvloers geen handel, horeca en/of diensten gerealiseerd worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
41
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften
4.2 BEELDBEPALEND ELEMENT De beeldbepalende panden en het bouwkundig erfgoed zijn aangeduid op het grafisch plan. Voor elke stedenbouwkundige aanvraag betreffende die panden, dient bijkomend advies gevraagd te worden aan Ruimte en Erfgoed afdeling Limburg. In het kader van beoordeling van de goede ruimtelijke ordening dient elke stedenbouwkundige aanvraag informatief en indicatief, volgende bijkomende gegevens te omvatten: de opmeting van de bestaande toestand, met een analyse van de aanwezige bestemmingen en activiteiten, de verschijningsvorm, bouwkundige geschiedenis en inventaris (o.a. elementen die bijdragen tot de cultuurhistorische waarde), opmeting en inplanting van gebouwen, bouwvolumes met hoogte, diepte, materiaalgebruik, omgevende open ruimten en relaties; het geplande project, met een duidelijke voorstelling van de verschijningsvorm en een omschrijving en kwantificering van de bestemmingen; een onderzoek betreffende het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle elementen en betreffende de noodzakelijke ingrepen voor de draagkracht, stabiliteit, brandveiligheid en beveiliging van het gebouw; een onderzoek naar het effect van dergelijke ingrepen op de directe omgeving van de gebouwen en een toelichting bij de mate van reversibiliteit van dergelijke ingrepen. Er dient met respect te worden omgegaan met deze beeldbepalende panden. bij de beoordeling gaat het niet om het behoud van formele elementen doch steeds om volledige entiteiten.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
42
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 4.3 VERBINDING VOOR LANGZAAM VERKEER Deze zone behoort tot de categorie van gebiedsaanduiding 8: Lijninfrastructuur
In functie van de fysische doorwaadbaarheid van het gebied dienen de verbindingen voor langzaam verkeer voorzien te worden, zoals vastgelegd op het grafisch plan. Kleine constructies zoals kunstwerken, straatmeubilair, verlichting, e.d. zijn toegelaten. Gebouwen zijn niet toegelaten.
Deze accenten zijn bedoeld om de Heerstraat een zekere architecturale uitstraling te geven, alsook een aantal herkenningspunten te introduceren. Met name aan het kruispunt van de Koning Albertlaan, Heerstraat, de Stationstraat en de Groenstraat. Verder fungeren deze accenten tevens als een ruimtelijke toegangspoort tot de Heerstraat.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
4.4 AAN TE BRENGEN ACCENT Er dienen minimum vier bouwlagen gerealiseerd te worden. Deze projecten dienen op een eigentijdse, kwaliteitsvolle manier de ruimtelijke integratie te realiseren, met bijzondere aandacht voor de overgang met het aanpalende perceel. Hier dienen architecturale oplossingen ingezet te worden die de overgang van drie naar vier bouwlagen op een creatieve wijze aanpakken. Plaatselijk – grenzend aan het aanpalende perceel – kunnen er dan ook slechts drie bouwlagen toegelaten worden. De maximale nokhoogte is 13,80 m bij een plat dak en 16,00 m bij een hellend dak.
43
INFORMATIEF Toelichting bij de gewenste ruimtelijke context
Essentiële aspecten
VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften 4.5 OVERDRUKZONE BEHOREND BIJ ART. 3.4
Deze zone dient op het maaiveldniveau volledig vrij van bebouwing te blijven. Binnen deze gehele zone dient een minimale vrije hoogte van 4,0 meter gewaarborgd te worden. Op maaiveldniveau dient een volledig vrije doorgang behouden te worden bestemd voor openbaar wegverkeer. Alle voorzieningen en inrichtingen in functie hiervan mogen op maaiveldniveau binnen deze zone gerealiseerd worden.
20110418_JV_Heerstraat_definitief ontwerp RUP_stedenbouwkundige voorschriften
44