GEMEENTE HOREBEKE RUP GEMEENTEHUIS STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN – MAART 2014
Joseph Cardijnstraat 60 9420 Erpe-Mere T 053 64 65 20 – F 053 64 65 30 –
[email protected] 1
Inhoud 0.1 BEGRIPPENLIJST 0.2 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ARTIKEL 1: Zone voor gemeenschapsvoorzieningen ARTIKEL 2: Zone voor parking en toegang ARTIKEL 3: Zone voor groenbuffer
2
0.1 : BEGRIPPENLIJST Bestemming Doeleinde van ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een perceel of een perceeldeel, dat, met behulp van voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld. Bebouwingspercentage (terreinbezetting) Verhouding van de grondoppervlakte van alle bouwwerken op één perceel of meerdere percelen gelegen binnen eenzelfde bestemmingszone, ten aanzien van de oppervlakte van het perceel dit perceel of deze meerdere percelen, gelegen binnen eenzelfde bestemmingszone. Bijgebouw Bouwwerk of gebouw dat los staat van het hoofdgebouw en niet bedoeld is om de hoofdbestemming voorzien in de bestemmingszone in zijn totaliteit te herbergen, tenzij de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen, enz… die inherent verbonden zijn aan de hoofd- of nevenbestemming, zoals voorzien in de bestemmingszone. Bruto bouwvolume Het bruto-bouwvolume wordt gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, te vertrekken van het maaiveld. Het deel van het keldervolume onder het maaiveld wordt dus niet meegerekend, op voorwaarde dat het een gebruikelijke onderkeldering van het woongebouw betreft. Wanneer ondergrondse ruimtes woonfuncties herbergen, dienen deze wel meegerekend te worden, aangezien ze niet als gewone kelder kunnen beschouwd worden. Als gewone kelder geldt bijvoorbeeld een ondergronds gelegen wasruimte, berging of stookruimte. Grondoppervlakte De oppervlakte die wordt gemeten tussen (de buitenste verticaal projecties van) de buitenzijde van de gevels op de gelijkvloerse verdieping. Hoofdgebouw Gebouw dat bedoeld is de voorziene bestemming te herbergen en dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van de verdiepingen.
3
Kroonlijst Gootafwerking bij hellende daken of de afwerking van de bovenkant van platte daken ter hoogte van de gevel. Indien verticale wanden, bovenbouw op verdiepingen of uithangborden ter hoogte van de gevel worden voorzien, dan wordt de bovenzijde van deze constructies als kroonlijst beschouwd. Kroonlijsthoogte De afstand gemeten tussen de onderzijde van de inkomdrempel en de bovenkant van de kroonlijst.
4
0.2 : ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
01. Voorschriften Dit ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake en het grafisch plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht.
02. Overgangsmaatregelen Aan de bestaande vergunde of vergund geachte, niet verkrotte gebouwen, die niet voldoen aan de stedenbouwkundige inrichtingsvoorschriften van dit ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), kunnen onderhouds-, instandhouding-, renovatie-, en/of verbouwingswerken uitgevoerd worden binnen het bestaand vergund- of vergund geacht volume.
Bij gedeeltelijke of volledige herbouw en/of bij uitbreiding van het bestaand vergund of vergund geacht gebouw en constructie, moeten de nieuwe bebouwing en constructies beantwoorden aan alle geldende stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP.
De bestaande vergunde activiteiten/functies kunnen behouden blijven. Nieuwe
activiteiten/functies moeten beantwoorden aan de stedenbouwkundige voorschriften van dit RUP.
Alle constructies, die in navolging van dit plan, opgericht worden langsheen nieuwe straten, kunnen pas gebouwd worden nadat deze straten aangelegd en ingericht werden.
5
03. Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan werd opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld.
04. Openbare nutsvoorzieningen In alle zones kunnen inrichtingen van openbaar nut voorzien worden, zoals infrastructuur in verband met openbare nutsvoorzieningen (elektriciteit, water, gas, telefoon, e.d.) Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van
De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden
gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten in elke zone van het RUP.
toegelaten ongeacht het publiek- of privaat rechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk.
05. Integraal waterbeleid Voor zover ze de realisatie van de algemene specifieke bestemming niet in het gedrang brengen, zijn volgende
Alle stedenbouwkundige bouwvergunningsaanvragen die worden
werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheer toegestaan op voorwaarde dat rekening
ingediend in navolging van voorliggend RUP dienen minstens te voldoen
gehouden wordt met de inheemse fauna en flora door de levensvoorwaarden van deze fauna en flora zoveel
aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende
mogelijk te behouden of te herstellen en zelfs te creëren en te ontwikkelen:
hemelwater; en het gemeentelijk reglement op de rioolaansluiting.
-
Het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van beken en grachten;
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken en de waterkwaliteit van de beken en grachten;
-
het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast;
-
het beveiligen van bebouwing en infrastructuur tegen overstromingen.
6
06. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling met kwaliteit Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van een bestemming zijn toegelaten. Daarbij wordt ten minste aandacht besteed aan:
-
De relatie met de in de omgeving aanwezige functies en vastgelegde bestemming;
-
de invloed op de omgeving, voor wat betreft het aantal te verwachten gebruikers, bewoners of bezoekers;
-
de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid
-
de inpassingen in de omgeving
-
de mogelijkheid tot ruimtelijke en functionele samenhang waarbij de schaal, de morfologie, de aansluiting bij de bestaande bebouwing, de groenstructuur en de vormgeving bepalend zijn;
-
woonkwaliteit en leefkwaliteit
-
kwaliteit van de niet-bebouwde ruimte.
Elke aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning en/of verkavelingsvergunning binnen onderhavig
In de vigerende wetgeving wordt het begrip “goede ruimtelijke ordening”
gemeentelijk RUP, zal naast de toetsing aan de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften en een goede ruimtelijke
gedefinieerd.
ordening onder meer beoordeeld worden aan de hand van de volgende criteria: -
Zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik;
-
Kwalitatief kleur- en materiaalgebruik.
7
07. Reliëfwijzigingen Terreinnivelleringen en/of reliëfwijzigingen zijn niet toegestaan, tenzij deze om duidelijk aantoonbare redenen
Bij de inplanting van de bebouwing dient het bestaande reliëf in rekening
noodzakelijk zijn. Reliëfwijzigingen mogen in geen geval hinder veroorzaken naar de aanpalende eigenaars, noch
gebracht te worden.
een negatieve invloed hebben op de waterhuishouding en op de natuurlijke loop van het hemelwater van de aanpalende eigendommen. Hoogteverschillen worden op eigen terrein opgevangen en er wordt steeds aangesloten op de peil van de aanpalende eigendommen.
08. Materialen
Bij de inrichting van de gebouwen en hun omgeving wordt een maximale
De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds als duurzaam te zijn. De materialen voor de van op de openbare
toepassing nagestreefd van materialen die een lange levensduur kennen,
weg zichtbare bouwdelen dienen qua kleur, textuur en schaal de continuïteit in het straatbeeld te ondersteunen.
geen ongezonde stoffen voor mens en dier bevatten en die op een
De voorkeur wordt gegeven aan neutrale tinten. Felle en helle kleuren worden geweerd.
ecologisch verantwoorden manier geproduceerd werden.
09. Afsluitingen Volgende afsluitingen zijn toegestaan: -
Levende hagen of een combinatie van levende hagen en afsluitingsmaterialen. In geval van een afsluiting aan de straatzijde, dienen de bijkomende afsluitingen aan de binnenkant achter de haag te worden aangebracht.
-
Metaaldraad of metaaldraad in combinatie met levend groen
-
Toegangspoorten
De hoogte van de niet-natuurlijke afsluiting bedraagt maximum 2 meter.
8
ARTIKEL 1: ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN Gebiedscategorie: Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
01. Bestemmingsvoorschriften Deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen op gemeentelijk niveau d.w.z. alle plaatsen voor
Deze zone bevat het gemeentehuis, de loods voor de gemeentelijke technische
representatie, als kantoor of als werkplaats door overheidsadministraties en openbare nutsbedrijven.
dienst en een parking. De bedoeling van het RUP is om de reeds aanwezige functies te behouden en te versterken.
02. Inrichtingsvoorschriften Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten voor zover ze wat schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving. INRICHTING Bebouwingsgraad: Deelzone A: vrij Deelzone B: de totale bebouwing mag maximaal 30% (= bezettingscoëfficiënt) van de totale oppervlakte van deze zone innemen. De uitbreidingen en nieuwe gebouwen, in zoverre toelaatbaar door de bezettingscoëfficiënt, moeten qua volume harmonisch aansluiten bij de bestaande gebouwen in de zone. Bouwhoogte: Deelzone A: vrij Deelzone B: - kroonlijsthoogte : maximaal 4m - Van de bouwhoogte kan beperkt afgeweken worden voor de plaatsing van kleine installaties op het dak voor zover hun grondoppervlakte niet meer dan 5% van de grondoppervlakte van het gebouw bedraagt en
Onder kleine installaties worden onder meer verstaan: antennes,
ze het straatbeeld niet schaden.
schoorstenen, airco’s, zonnepanelen,…..
9
- Ondergrondse constructies zijn niet toegestaan. - Het maximaal aantal toegelaten bouwlagen bedraagt 1 - Het plaatsen van zonnepanelen op het dak is mogelijk - De daken mogen als groendak worden uitgevoerd.
Dakvorm: Deelzone A: vrij Deelzone B: vrij. Bij een hellend dak bedraagt de maximale dakhelling 45°
Verhardingen: Deelzone A: vrij Deelzone B: het volledige gebied mag verhard worden. Verhardingen worden maximaal uitgevoerd in waterdoorlatende verharding tenzij door specifieke sectorale wetgeving anders wordt opgelegd.
Afsluitingen: Deelzone A: niet toegelaten Deelzone B: tussen de aanliggende bestemmingszone ‘Parking en toegang’ mag een afsluiting geplaatst worden. Volgende afsluitingen zijn toegestaan: - metaaldraad in combinatie met levend groen - levende hagen, al dan niet versterkt met metaaldraad - toegangspoorten - houtkanten, heesters, bomenrijen De hoogte dient steeds beperkt te blijven tot 2.00m NIET BEBOUWDE RUIMTE De niet-bebouwde ruimte mag volledig verhard worden. Materiaalopslag en stallen van voertuigen is toegestaan. Er wordt slechts een stapelhoogte van 4m toegelaten wanneer materialen in openlucht gestapeld worden.
10
ARTIKEL 2: ZONE VOOR PARKING EN TOEGANG Gebiedscategorie: Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1. Bestemmingsvoorschriften De zone is bestemd voor toegang tot de site en de aanleg van een groengeïntegreerde parking. De parking kan enkel gebruikt worden door de aan de zone voor gemeenschapsvoorzieningen gerelateerde bezoekers of werknemers.
2. Inrichtingsvoorschriften Er mogen geen gebouwen worden opgericht binnen deze bestemmingszone. Ook kan in deze zone geen opslag van materialen in open lucht worden voorzien. De bestemmingszone kan volledig verhard worden. Verhardingen worden maximaal uitgevoerd in waterdoorlatende verharding tenzij door specifieke sectorale wetgeving anders wordt opgelegd. Per vijf parkeerplaatsen dient één hoogstam voorzien te worden.
11
ARTIKEL 3: ZONE VOOR GROENBUFFER Gebiedscategorie: Gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
TOELICHTING
1. Bestemmingsvoorschriften De zone is bestemd als bouwvrije groenbuffer die is ingepast in het landschap. Het groene karakter van deze zone dient borg te staan voor de integratie van de site in het landschap.
2. Inrichtingsvoorschriften In deze zone is geen bebouwing en verharding toegelaten. Ook kan in deze zone geen opslag van materiaal in open lucht worden voorzien. In dit gebied dient een samenhangende groenstructuur te worden gerealiseerd. Een doorkruising van maximum 4m breed van de zone voor groenbuffer is toegestaan voor het toegankelijk maken van de naast- en of achterliggende bestemmingszone en/of in functie van de hulpdiensten voor zover de landschappelijk integratie hierbij voorop staat.
BREEDTE De breedte van de bufferzone is aangeduid op grafisch plan.
BEPLANTINGSWIJZE De groene buffer wordt beplant met gebiedsspecifieke en standplaatsgebonden struiken en hoogstammen. Hoogstammige bomen worden ingeplant op minstens 2m van de perceelsgrens.
12