februari 2007
WILLY BRANDTLAAN 81 | 6716 RJ EDE (GLD.) | TEL.: (0318) 63 30 26 | FAX: (0318) 63 59 57 | E-MAIL:
[email protected] | WEBSITE: WWW.STABU.ORG
CHNISCHE
ELEKTROTE
DIESEL MINSTALLATIE, NOODSTROO EN STALLATIE AANGEDREV E DIESEL NO-BREAKIN DYNAMISCH STALLATIE STATISCHE NO-BREAKIN TIE PV-INSTALLA IE-INSTALLATIE WINDENERG STALLATIE AARDINGSIN GECOMBINEERDE STALLATIE MEDISCHE AARDINGSIN STALLATIE AARDINGSIN FUNCTIONELE STALLATIE STATISCHE AARDINGSINELEKTRISCHE APPELIJKE GEMEENSCH
INSTALLATIES
VERTAALINSTALLATIE VERGADERINSTALLATIE TEEM VIDEOCONFERENTIESYSSTALLATIE GESLOTEN TELEVISIE-IN LATIE BEELDPROJECTIE-INSTALTALLATIE GESLOTEN DATANETINS KABELING GEBOUWBE UNIVERSELE TALLATIE CAI GEBOUWINS
UTOLIFT PERSONEN-A ELEKTRISCHE PERSONENLIFT HYDRAULISCHE VERV. LIFT MET VOORAF HYDR. PERS. LIFTSCHACHT OEDERENLIFT CHE PERSONEN-G
VERV. HYDRAULIS .LIFT MET VOORAF HYDR. PERS.-GOED
LIFTSCHACHT WOONHUISLIFT HYDRAULISCHE UTOLIFT PERSONEN-A HYDRAULISCHE STOELLIFT GEVOED STOELLIFT, BATTERIJ PLATEAULIFT BATTERIJ GEVOED PLATEAULIFT, PERSONENHEFTABLEAU ELEKTRISCH PERSONENHEFTABLEAU STALLATIE HYDRAULISCH NALERINGSINSTALLATIE E INBRAAKSIG SINSTALLATI ROLTRAP UITBRAAKSIGNALERING STEEM ROLPAD TOEGANGSCONTROLESY E KLEINGOEDERENLIFT ELEKTRISCHE SINSTALLATI KLEINGOEDERENLIFT ZONWERING GINGSINSTALLATIE HYDRAULISCHE OVERSPANNINGSBEVEILITIE HEFTAFEL ELEKTRISCHE HEFTAFEL GASDETECTIE-INSTALLA TALLATIE HYDRAULISCHE VLOEISTOFDETECTIE-INS TALLATIE HEFBRUG ELEKTRISCHE ETECTIE-INS HEFBRUG STRALINGSD TIE HYDRAULISCHE N OVERVALMELDINSTALLA SINSTALLATIE ROLLENTRANSPORTBAA N SCHERMING CORROSIEBE NSPORTBAA TIE KETTINGTRA STOFDETECTIE-INSTALLA TIE RIEMTRANSPORTBAAN EPINSTALLA VERPLEEGRO TRANSPORTBAND ALARMINSTALLATIE MINDERVALIDEN ORTBAAN ET BAKTRANSP TELEFOONDISTRIBUTIEN INSTALLATIE LOOPKRAAN TIE DATADISTRIBUTIENET ABELING ZWENKKRA ANINSTALLA TERREINBEK UNIVERSELE TAKEL/LIER NET CAI DISTRIBUTIE INSTALLATIE TALLATIE BUIZENPOST TERREIN, GELUIDSINS HEERINSTALLATIES STALLATIE GEBOUWBE LATIE VERKEERSINFORMATIE-INSTALLATIE GEBOUWBEHEERINSTAL KLIMAATINFORMATIE-IN LLATIE DOMOTICA-INSTALLATIE ALLATIES VIDEOBEWAKINGSINSTA ETECTIE-INSTALLATIE GEVELONDERHOUDINST VAST, MET VASTE STALLATIE GSINSTALLATIE TERREIN, PERSONEND DETECTIE-INSTALLATIE HANGLADDERSYSTEEM, BEWAKINGSVERLICHTIN SINSTALLATIE TERREIN, VOERTUIGENSCHERM.INST. ANODE ERLICHTING BORDESSEN E SPORTVELDV VAST, MET VERPCORROSIEBE SINSTALLATI TERREIN, HANGLADDERSYSTEEM, VLIEGVELDVERLICHTING TINGSINSTALLATIE SSYS. OPOFFERING SCHERM.INST. LAATSBARE BORDESSEN VERRIJDBAAR, MET OBJECT-ACCENTVERLICH RLICHTINGSINTERREIN, CORROSIEBE . HANGLADDERSYSTEEM, TERREIN, RECLAMEVE STROOMSYS OPGEDRUKT EDIENINGSINSTALLATIE VASTE BORDESSEN STALLATIE VERRIJDB., MET TERREIN, TOEGANGSB ATIE TIE HANGLADDERSYST., BELINSTALLA GELINSTALL TIE VERKEERSRE . BORDESSEN ERINSTALLA VERPLAATSB VOLGNUMM AALSYSTEEM TIE, VAST, DAKWATIE (LUID ALARM PARKEERBET HANGSTEIGERINSTALLA ONTRUIMINGSINSTALLA SLAGBOOMINSTALLATIESTEEM GENCONSTRUCTIE R, DAKWATYPE C) VERRIJDBAA TIE (STIL ALARM) PARKEERGELEIDINGSSY S ERINST., GSINSTALLA HANGSTEIG ONTRUIMIN LLATIE TRANSPORTINSTALLATIE IFT GENCONSTRUCTIE PERSONENOPROEPINSTA LLATIE PERSONENL TIE, TELESCOOPELEKTRISCHE VERV. RINGSINSTA HANGSTEIGERINSTALLA TIJDSIGNALE LIFT MET VOORAF ELEKTR. PERS. SYSTEEM BELETINSTALLATIE TIE, MONORAILLIFTSCHACHT ATIE-INSTALLATIE OEDERENLIFT HANGSTEIGERINSTALLA TIJDREGISTR PERSONEN-G VERV. ELEKTRISCHE STALLATIE MET VOORAF .LIFT SYSTEEM TELEFOONIN ALLATIE TIE ELEKTR. PERS.-GOED OMINSTALLA MASTHANGSTEIGERINST DEURINTERC LATIE LIFTSCHACHT LOKETINTERCOMINSTAL STALLATIE WOONHUISLIFT ELEKTRISCHE TRIBUTIE-IN GELUIDSDIS TIE (TYPE A) ONTRUIMINGSINSTALLA INSTALLATIE BRANDMELD -/ONTRUIMINGSINSTALBRANDMELD LATIE (TYPE B) ENDELINGSINGRENDELINGS-/ONTGR
LEIDINGWEG GSNET INGSVOEDIN HOOGSPANN GSNET INGSVOEDIN LAAGSPANN STALLATIE ING BLIKSEMBEVEILIGINGSIN HOOGSPANN KRACHTINSTALLATIE ING LAAGSPANN KRACHTINSTALLATIE GSINSTALLATIE ALGEMENE VERLICHTIN CHTINGSINNOODVERLI DECENTRALE STALLATIE SINSTALLATIE WERKPLEKVERLICHTING STALLATIE LICHTINGSIN ACCENTVER INGSINSTALLATIE BINNENSPORTVERLICHTCHTINGSINSTALLATIE CENTRALE NOODVERLI INSTALLATIE RECLAMEVERLICHTINGS ALLATIE HTINGSINST NEONVERLIC UTIENET INGSDISTRIB HOOGSPANN UTIENET INGSDISTRIB LAAGSPANN STALLATIE AARDINGSIN TERREIN, STATISCHE TIE SCHRIKDRA ADINSTALLAALLATIE WEGVERLICHTINGSINST LICHTINGSINALGEMENE TERREINVER
Installaties nu gedefineerd
4
Wereldwijde draakracht voor objectenbibliotheek
11
Besteksmodule gemoderniseerd
22
STABU introduceert PIM tijdens Internationale Bouwbeurs 2007 Op de Internationale BouwBeurs te Utrecht, die gehouden wordt van 5 t/m 10 februari 2007 wordt officieel het startsein gegeven om kennis te komen maken met PIM. Dit Project Informatie Management systeem is specifiek ontwikkeld voor verbetering van de communicatie tussen de partijen.
De Regieraad Bouw en PSIBouw hebben op 14 december 2006 een evenement georganiseerd met als thema ‘Metamorfose van de Bouw’, in het WFCC te Den Haag. Dit evenement werd door 700 belangstellenden uit de bouw, overheid, politiek kennisinstituten en de media bijgewoond. Het evenement is aangegrepen om zowel de aftredend voorzitter van de Regieraad Bouw (Jan Hovers) als zijn opvolger per 1 januari 2007 (Hans Blankert) kennis te laten maken met PIM. De grote koepelorganisaties van de Nederlandse Bouwnijverheid hebben een convenant met de Regieraad bouw afgesloten om het ‘Vernieuwingsoffensief Bouw’ uit te voeren. Deze organisaties zijn ook vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van STABU, zoals BNA, ONRI, Ministerie van Defensie, Ministerie VROM, Aedes, VNG, Bouwend Nederland, UNETO-VNI en NVTB. Een zeer belangrijk instrument voor dit offensief is de verbetering in de communicatie. Daartoe heeft STABU ‘PIM’ ontwikkeld als belangrijkste wegvoorbereider van het uiteindelijk beoogde Bouw Informatie Model (BIM). Een interview met PIM is te lezen op bladzijde 2 van dit bulletin.
Tijdens het evenement “Metamorfose van de bouw” op 14 december 2006 in Den Haag is PIM voorgesteld aan de Regieraad Bouw. Op de foto v.l.n.r. PIM, dr. J.C.M. Hovers, ir. M.L.A.M. van Hezik en drs. J.C. Blankert.
Meer informatie Op de BouwBeurs 2007 (van 5 t/m 10 februari 2007) in Utrecht zal STABU verschillende demonstraties verzorgen van het Project Informatie Management (PIM).
Voor toegangskaarten, stuur een e-mail aan Diana Kervel (e-mail:
[email protected]) of bel: (0318) 633026. Website: www.stabu.org of www.werkenmetpim.nl STABU bulletin | 1
-advertentie-
Wat kan PIM allemaal? OVERAL INZETBAAR ZIJN
UW EIGEN PROCEDURES VASTLEGGEN
Voor al uw projecten, groot en klein, 24 uur per dag, 7 dagen per week, overal ter wereld toegankelijk via het internet.
Alle gewenste procedures (bijv. VISI) inzake documenten, goedkeuringen e.d. vastleggen met PIM-tool in standaardwerkschema’s die echt worden uitgevoerd!
ZEER SNEL WERKEN Binnen enkele seconden een uitgebreide tekening bekijken, op details inzoomen, aantekeningen maken en versturen. Sneller dan alle andere systemen!
TOEGANG GEVEN AAN DE BESTAANDE BOUWDOCUMENTEN Door STABU worden de relevante bouwdocumenten verzameld, in PIM ondergebracht en bijgehouden. U kunt deze actief in uw project gebruiken en raadplegen!
ZEER VEILIG WERKEN Voor het bewaren van data wordt gebruik gemaakt van ‘s werelds best mogelijke beveiliging die meestal verder gaat dan de beveiliging van uw eigen interne data.
WERKEN ZONDER SOFTWARE INSTALLATIE Iedere projectdeelnemer heeft uitsluitend een computer met internetverbinding en een browser nodig, meer niet! Iedereen die enigszins met internet bekend is kan direct met PIM aan de slag.
UW PROJECT BEHEREN Alle projectdeelnemers hebben één unieke toegang met specifieke toegangsrechten in overeenstemming met hun rol binnen het project. Alle projectgegevens liggen vast en geven een compleet project-dossier voor controle en rapportage.
U ALTIJD DE MEEST RECENTE INFORMATIE GEVEN Van alle documenten worden – na wijziging - alle versies bijgehouden. Als iemand een document opent, werkt hij automatisch in de laatste versie maar eerdere versies kunnen ook geraadpleegd worden.
KOPPELEN MET UW BESTAANDE SOFTWARE In juni 2007 wordt PIM uitgebreid met de faciliteit voor uitwisseling met uw bestaande softwareprogrammatuur die gebaseerd is op een relationele database: uniek!
ELEMENTGERICHTE BESTEKKEN SCHRIJVEN Door de nieuwe koppeling tussen de Elementenmethode en de STABUsystematiek kunnen elementgericht (ook installatie-gericht) bestekken opgesteld worden die direct aan de bestaande calculatieprogrammatuur kunnen worden gekoppeld.
U MEER INFORMATIE GEVEN Op de BouwBeurs 2007 (van 5 t/m 10 februari in Utrecht) zal STABU verschillende demonstraties verzorgen van het Project Informatie Management (PIM) op standnummer 09.C106. Voor meer informatie www.werkenmetpim.nl. 1 |2Stabu | STABU bulletin bulletin
17
Van de redactie
In kort bestek
Op het eerste STABU-bulletin in een nieuw jasje (oktober 2006) hebben we vele enthousiaste reacties mogen ontvan-
9
gen. Hoewel in een nieuw jasje gestoken, streven wij er als vanouds naar om u te informeren over producten en diensten
Vraag het Stabu
van STABU maar ook over besteksgerelateerde (wereldwijde) ontwikkelingen.
12
Namens de Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen zet
Onder ede
Sietze Wierda de consequenties uiteen van de wet Bouwstoffenbesluit Bodem- en oppervlaktewaterbescherming voor
16
de bestekschrijver.
De column ‘Uit de praktijk’ is deze keer gevuld door Stichting
Uit de praktijk inhoud februari
Marktwerking Installatietechniek, waarin zij het probleem bij
1
Aanbesteden uiteenzetten, maar toch ook nog licht aan het
veel te doen geweest. Joop van Kuijen zet als gastauteur in
2 4 4 5 6 7 10
de rubriek ‘Onder Ede’ de kansen ervan op een rijtje.
11
eind van de tunnel zien.
Over de geïntegreerde contactvormen is de afgelopen tijd
11 15 Veel leesplezier toegewenst en wellicht tot ziens op de
15 15 22 24 24
Internationale BouwBeurs! Uw reacties kunt u ook sturen via PLUPCFS
[email protected]. 8845"#603(
/-]8*5&8 ."45&3!45"#6 ]&."*-1045
]'"9
8*--:#3 "/%5-"
4DIJMEFS S XFSLPOEF HBBUUPUBMF NBLFPWFS
4
FGUFFO O JTDIF;BLF #6CVMMFUJOIF IFU45" WBO&DPOPN UHBBOJTUFS [JKOPOF.JO MVOJFUPPSE FU U )FU[BQFOE BOEJOIBOEN HFSPF %FPQESBDI POEFSHBBO) IFUMFWFO BUFSTUBBU FWFSXJTTFMJOH JOJO SLFFSFO8 XBSFHFEBBOU 5"#6BMJTFFS BE#PVXJT FIFFSFO7F OWBO4OPSN JTPSHBBHBOH %F3FHJFSB FO.JMJFVC IFUIVXPQ UJKEPNFCPV F0SEFOJOH SEIFUOJOE TJUFXFXJOHF
3VJNUFMJKL EFXFC FTUJOH FSOJFV UUFXBTIFU FXFSLTUFM 7PMLTIVJTW [BLFMJKLFW HFWFO UFOTMP MIFUC OHEFOPPE VJUTUSBMJOHUFJOEFMJKLEPF EFSOFSF F EMVJEUCSF .FUBMTVJUF FFONP HOBVX JFSBB XFO OP VXTFDUPS SUSPV BBOEF3FH TUFFEJUJFJO EFSMJOHFWF UHFSJDIUFCP OTJOETEFFFS STUFMIFUPO WFFONBSL CVMMFUJPWBUJF 45"#6F JOO JOHFOFOIF
EFWFSIPVE
[FPQESBDIU FHFWFOBBOEF 0NJOWVMMJOHU BE IFU ´7FSOJFVXJOHTPG BMMF IFFGU EF 3FHJFSB )JFSJO [JKO HFMBODFFSE HE GFOTJFG #PVXµ FO WBTUHFMF FO BDUJFMJKO BE EBBSVJU EPFMTUFMMJOHFO SU EF 3FHJFSB KBBS 1FS KBBS TFMFDUFF SBNNB &JOE EJU JUFOQSPH FH FFO QSJPSJUF PPSEJOH B¿ BE WFSBOUX BOT 3FHJFSB FO[BM) [BM EF SFJLUFSFTVMUBBU WBO HFOPWFSIFUCF PWFSOFNFO WPPS[JUUFSTSPM #MBOLFSU EF +BO)PWFST
F 8FSFMEXJKE ESBBH S LSBDIUWPP T /FEFSMBOE JOJUJBUJFG
8
BSBOU
FFOUSBOTQ NTMBHOBBS
FODVMUVVSP
MJHFOWBOF
3PM45"#6
JOHT IFFGU WFSOJFVX BE #PVX " #PVXFOE %F 3FHJFSB MPUFONFUEF#/ FMMJOHFO BLLPPSEFOBGHFT [PSHJOTU $PMMFHF CPVX 8BUFS /FEFSMBOE 6OJF WBO 6OFUP7/* /75# 0/3* BM EF[F PSHBOJ EF 7/( #JKOB EF4UJDIUJOH TDIBQQFO FO IFUCFTUVVSWBO OEFCFMBOH TBUJFT[JKOPPLJO XPPSEJHE(F[JF JKIFU TQFFMUC 45"#6WFSUFHFO UJDIUJOH45"#6 FFE SJKLFSPMEJFEF4 MJOH ´CPVXCS WBO IBBS EPFMTUFM FSFMBUJFNFU SFBMJTFSFO NµFOEFEJSFDU JOGPSNBUJFTZTUFF WBO EF 3FHJFSBBE #PVX MJOHFO FFOBDUJFWF EF EPFMTUFM SLUFFO EVJEFMJKL WBO EF[F OH WFSXBDIUEFNB CJK EF SFBMJTFSJ SPM WBO 45"#6 EPFMTUFMMJOHFO
30 jaar 6
45"# 4UBUFNFOUT
12
4UBCV Vraag het
tie EFSTUFVOU redac 45"#6POVan deVX FU1*. SE#P N OHTBLLPP WFSOJFVXJ
&%& (-% ]5&"/]3+
MJKLTBBOHFQBT
U
XJKFSBMTWBO TUPLFO TUSFWFO OJFVXKBTKFHF )PFXFMJOFFO OFOEJFOTUFO PWFSQSPEVDUF UFJOGPSNFSFO F PVETOBBSPNV SEF XFSFMEXJKE TUFLTHFSFMBUFF BSPPLPWFSCF WBO45"#6NB POUXJLLFMJOHFO
bestek In kort
FVXQSP UJFELF 1*. [BM JOFFOUPUBBMOJ JMBBOEFSFEBD NFOU TZTUFFN PQEFWFSEFSF 4UVVSVXFNB UJF .BOBHF F *OUFSOBUJPOBMF FFGUFYUSBESVL JOGPS *OGPSNB EF LPNFOE CFWPSEFSE%JUH SEJTBUJF WBO GFCSVBSJ QSJNFVS PQ WBO TUBOEBB UN PPL BMT UF 6USFDIU [JKO POUXJLLFMJOH OTUFMTFMT FO #PVXCFVST CFTDIJLCBBS FO BGTQSBLF XPSEFO FO BSEFOPQIFU NBUJFTZTUFNFO HFUPPOE MJOHWBOTUBOEB SLU DFTLXBMJUFJU PQEFPOUXJLLF WPPSEFCPVXNB SIPVEJOHFOQSP IBQ QSPGFT WMBLWBOSFDIUTWF PQESBDIUHFWFSTD 1SPGFTTJPOFFM NBBUTDIBQQFMJKL 1*. NFU IFU NFSTDIBQ
TBNFOXFSLJOH POEFSOF WF JDIUIFJE NP TJPOFFM LMBOUHFS XPSEU IFU %PPS FFO JOUFOTJF POEFSOFNFO #SJDTDBE /7 KLF FU FO SFHFM WFSBOUXPPSE TPGUXBSFCFESJKG UBMMFOPPE[BLFMJ BBOCFTUFEJOHTX [JKO DPEF SOFU NF UF HFESBHT WJB*OUF FOPQMFJEJOHFO FHFWFOT WBTU EJF HFMJKLPN ,PSUFUFSNJKO OUFO JO EF[F EPFMTUFMMJO HFWJOH CPVXSFHFMHFWJOH BMMF QSPKFDUH WFSBOEFSJOHFO TQFFSQV HHJOH MPPQU CFWFJMJHJOHFO FUBMTJOTUFFL SEFO WBO BMMF #FMBOHSJKLF JOGPSNBUJFWBTUMF EF LFSOXPP BMPOUXFSQFO N SEFO BMMFTUBQQFO MFHHFO %F[F UWBOQSPEVDU HFO[JKOJOUFHSB FFSENPFUFOXP WBOFFOQSPKFDU WBOEF LXBMJUFJ JO EF HFSFBMJT WFSWPMHQBH WBOBGIFUCFHJO EFWFSCFUFSJOH FO IFU BBOCFTUFEJOH WPPS 45"#6 FO CFUFSF M POU VJUEBHJOH FO QSPDFT WPPS JOUFHSBB SEUWFSXFSLU )JFS MJHU EF ] WPPSXBBSEF [FVJUEBHJOHXP UJFVJUXJTTF 45"#6CVMMFUJO CPVX "MT EPQEF JOGPSNB BOUXPPS EJHJUBMF XPSEFO XFSQFONPFUEF JO EF CPVX EF QBSUJKFO MJOH UVTTFO
adverteerders index
Onder ede
ktijk Uit de pra
FSFTUZMFEF BUVWBOIFUH
JFVXEX ;JUUFOEWMOS JKOXJK[FFSCFO U#SJDT$BEFO45"#6 S 0OEFSUVTTFO[ BOEFB "#6 OBNFOT XFSLJOHTPWFSFFOLPNT IPVEW FSEFJO UFOCVSH WPPS[JUUFS45 #
LFOFOWBOEFTBNFO OHJTPW XNFOJFVS45"#6
+"."M T$BE
JS(,PFST OBNFOT/75 )FUGFFTUFMJKLPOEFSUF OXBUVF[JL EJSFDU WJOEUF".WBO) T 7/*
#FSHI #SJD FOT6/&50 CVMMFUJO FFEJUJF S#SJDT$BE/7
JS.4NJU OBN LPNFOE OT7/(
.7BO%FO OWPPS &%F,FZTFS EJSFDUFV T6/&507/*
JOH$ XJEFFq JS8+4DIFFMF OBNF HSBBHV KFDUMFJEFS 45"#6 8(EF3FVT OBNFO 730. 4UBBOEWMOS SFOXF $.WBOEF(PPU QSP %
JSJOH3 0PLIP OT0/3*
( BNFOT%7 KFDU UJLFMFO JS+88JMMFNT OBNF NS+)8BNTUFLFS O EVDU1*.IFU1SP SWFM!TUBCVOM
STABU ondersteunt vernieuwsakkoord Bouw met PIM Wat kan PIM allemaal? STABU-uitgave 2007-1 Installaties nu gedefinieerd Fabrikantentrainingen succesvol De bitumen dakbedekking in het bestek Gebruikersdagen goed bezocht Rond-de-tafel bijeenkomst voor herhaling vatbaar! Wereldwijd draagvlak voor afstemming objectenbibliotheek Tentoonstellingen in het NAi Bestekteksten van fabrikanten in de gehele Benelux Roadshow ‘Leven lang leren’ Stabumail Cursusaanbod/opleidingen Colofon Prijsoverzicht STABU-producten
UPCFS
JOIPVEPL
LLPPSE#PVX FVOUWFSOJFVXTB
45"#6POEFSTU
NFU1*. FNFST BLFPWFS 7FSUSFL3JTTB$S EFSHBBUUPUBMFN 4DIJMEFSXFSLPO
2 23
DUNCAN Automatisering BV De Twee Snoeken Automatisering
UFOUSBJOJOHFO /FEFSMBOET 'BCSJLBO BDIU WPPS JKEF ESBBHLS 8FSFMEX JOJUJBUJFG
PSN
4UJMUFWPPSEF4U TTFNCMZ *$*4%FMFHBUFT"BOCPE $VSTVTB 45"#6 4UJDIUJOH45"#6 KBBS HFCSVJLFSTEBHFO 45"#6 PSJBN *O.FN !JM #6WBOTUBSU 4UBCVN BH6"7HDJOEF XFCTJUF $VSTVTE MBODFFSUOJFVXF 45"#6 $PMPGPO VDUFO [JDIU45"#6QSPE 1SJKTPWFS
EFSTJOEFY BEWFSUFFS BUJTFSJOH#7
%6/$"/"VUPN TZTUFNFO#7 GPSNBUJF ,VCVTJO
] CVMMFUJOVMMFUJO] 45"#64UBCVC
STABU bulletin | 3
STABU-uitgave 2007-1 Zoals in het vorige STABU-bulletin van oktober jl. al uitgebreid is aangekondigd, is het hoofdstuk Schilderwerk compleet op z’n kop gezet. De regelgeving in Nederland maakte het noodzakelijk om de eerdere benadering van verfsystemen op basis van bindmiddelen te vervangen door een indeling op basis van oplosmiddelen. Dit betekent niet alleen dat de bestekschrijvers hun moederbestek moeten aanpassen maar ook dat de bestaande fabrikantenspecificaties en de fabrikantenbestekservices geheel vernieuwd zijn. Uiteraard is ook het verdere onderhoud aan de STABU-systematiek op basis van gewijzigde wet- en regelgeving, nieuwe Normen en Beoordelingsrichtlijnen en nieuwe producten uitgevoerd. De STABU-licentiehouders zullen bij ontvangst van deze uitgave, naar verwachting in april 2007, de complete verantwoording van alle wijzigingen ontvangen.
Administratief Tot 2007 waren de bestekteksten van de STABU-systematiek naadloos gekoppeld aan het administratieve stelsel van de U.A.V. 1989 (Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989). Om het mogelijk te maken om andere contractvormen, zoals bijvoorbeeld UAVgc, te koppelen met de werkbeschrijvingsteksten van de STABU-systematiek, is de koppeling met de U.A.V. in de uitgave 2007-1 losgelaten. Deze loskoppeling heeft tot aanpassing van een aantal bepalingen en bestekteksten geleid. Uiteraard blijft de koppeling tussen de U.A.V. en de werkbeschrijvingsteksten van STABU wel goed mogelijk.
PIM-uitgave De elementgerichte besteksmodule die door PIM op de markt wordt gebracht maakt gebruik van de bestekteksten van de STABU-systematiek en dat betekent dat ook van PIM de laatste versie 2007-1 in de bestekteksten is opgenomen.
Installaties nu gedefinieerd In 2005 en 2006 heeft de Stichting STABU, ondersteund door de relevante projectgroepen met extra versterking uit de UNETO-VNI gelederen, hard gewerkt aan nieuwe definities van alle installatieconcepten. De gekozen uitgangspunten voor deze installatieconcepten waren de aansluiting op de NL/SfB-systematiek, oftewel de Elementenmethode en de STABU2-systematiek. Hierbij is gekeken om, op termijn, voor wat betreft de elektrotechnische installaties een koppeling te realiseren met het Handboek Calculatie van UNETO-VNI. Tevens wordt aansluiting gezocht met de reeds bestaande calculatieprogrammatuur van de Systeemhuizen. Met de lancering van PIM komen ook deze nieuwe installatieconcepten beschikbaar want binnen PIM is een nieuwe besteksmodule ontwikkeld die geheel aansluit op deze Elementenmethode. Met deze nieuwe besteksmodule kan een installatie ook op de gewenste prestaties/functies worden beschreven, zonder dat deze installatie technisch geheel uitgewerkt behoeft te worden. STABU komt hier mede tegemoet aan de wensen van de installatieadviseurs. De ontwerpende installateur kan de gewenste prestaties/functies verder uitwerken in een compleet STABU-bestek omdat STABU voor de juiste koppeling met standaard-bestekteksten heeft gezorgd. Over de nieuwe installatieconcepten is met het bestuur van UNETO-VNI afgesproken dat deze voor de gehele branche toegepast zullen worden. Dit betekent dat met de organisaties als VABI en ISSO nadere afspraken over de implementatie gemaakt gaan worden. Dit is een belangrijke stap voorwaarts in de ontwikkeling van de STABU-systematiek tot bouwbreed informatiesysteem. De koppeling met enerzijds de CAD-gegevens en anderzijds de ETIM-artikelclassificatie zijn de vervolgstappen die momenteel worden voorbereid. Voor meer informatie is voor Elektrotecniek contact op te nemen met Goof Annokkee (
[email protected]) en voor Werktuigbouw met Cor Cornax (
[email protected]). Beide projectcoördinatoren zijn ook telefonisch via (0318) 633026 bereikbaar.
4 | STABU bulletin
ERD U GEDEFINIE N S IE T A L L A T INS
IFT HE PERSONENL HYDRAULISC RAF VERV. LIFT MET VOO HYDR. PERS. LLATIE STA LIN TAA VER LIFTSCHACHT ALL ATIE GOEDERENLIFT TALLATIES VERGADERINST HE PERSONENNISCHE INS V. HYDRAULISC ELEKTROTECH ENTIESYSTEEM VOORAF VER DIESEL VIDEOCONFER OED.LIFT MET IE MINSTALLATIE, HYDR. PERS.-G SIE-INSTALLAT NOODSTROO EVI TEL EN GESLOT T EN ACH TIE REV IE LLA SCH LAT STA GED LIFT TAL IE-IN AAN ISLIFT EAKINS BEELDPROJECT HE WOONHU TIE E DIESEL NO-BR HYDRAULISC DYNAMISCH ANETINSTALLA AUTOLIFT LATIE GESLOTEN DAT HE PERSONEN-BREAKINSTAL BELING HYDRAULISC STATISCHE NO GEBOUWBEKA UNIVERSELE IFT ATIE ELL TIE ALL STO LLA NST PV-I GEVOED TIE GEBOUWINSTA IJ LLA CAI TER STA BAT IE-IN STOELLIFT, WINDENERG NSTALL ATIE NSTALL ATIE BRANDMELDI INSTALDE AARDINGSI PLATEAULIFT GECOMBINEER /ONTRUIMINGS OED ATIE BRANDMELDBATTERIJ GEV DINGSINSTALL PLATEAULIFT, MEDISCHE AAR ABLEAU ALL ATIE PE B) NST (TY IE GSI NLAT DIN PERSONENHEFT GSI E AAR TGRENDELIN ELEKTRISCH /ON FUNCTIONEL EFTABLEAU GSATIE ENH ELIN ALL GREND H PERSON DINGSINST HYDRAULISC E STATISCHE AAR KE ELEKTRISCH IE STALLATIE ELIJ LAT TAL APP P INS SCH ROLTRA GEMEEN NALERINGS INBRAAKSIG ALL ATIE ROLPAD ALERINGSINST LEIDINGWEG NLIFT T UITBRA AKSIGN KLEINGOEDERE GSVOEDINGSNE LESYSTEEM ELEKTRISCHE HOOGSPANNIN ERENLIFT NGSNET GANGSCONTRO EDI TOE HE KLEINGOED SVO ING HYDRAULISC LAAGSPANN NSTALL ATIE GSI ATIE RIN ALL EL TIE WE NST TAF LLA ZON HEF GINGSI SINSTA ELEKTRISCHE SBEVEILIGING BLIKSEMBEVEILI PANNING OVERSPANNING HE HEFTAFEL LATIE HOOGS HYDRAULISC STALLATIE KRACHTINSTAL ANNING GASDETECTIE-IN HEFBRUG IE LATIE LAAGSP ELEKTRISCHE CTIE-INSTALLAT ATIE KRACHTINSTAL ETE ALL OFD NST GSI EIST VLO HE HEFBRUG TIE LICHTIN HYDRAULISC ECTIE-INSTALLA ALGEMENE VER GSINORTBAAN STRALINGSDET ODVERLICHTIN NSP NO TRA E LEN RAL ATIE ROL NSTALL DECENT PORTBA AN OVERVALMELDI ALL ATIE KETTINGTRANS HERMINGSINST STALLATIE ALL ATIE CORROSIEBESC PORTBA AN LICHTINGSINST ANS VER IE MTR LEK LAT RIE TAL RKP WE NSTALL ATIE FDETECTIE-INS D GSI STO TIN BAN ORT LICH IE TRANSP INSTALLAT ACCENT VER NSTALL ATIE BAAN VERPLEEGROEP ERLICHTINGSI TALLATIE BAK TRANSPORT N ALARMINS BINNENSPORTV GSINSTALL ATIE MINDERVALIDE INSTALLATIE ODVERLICHTIN AAN NO T PKR LE ENE LOO TRA UTI CEN INSTALLATIE ALL ATIE EFOONDISTRIB NST NGS TEL HTI ANI RLIC ZWENKKRA RECLAMEVE TIENET LATIE DATADISTRIBU ELING HTINGSINSTAL TAKEL/LIER NEONVERLIC TERREINBEKAB ISTRIBUTIENET UNIVERSELE STALLATIE TIN GSD POS NIN ZEN PAN BUI ES ENET HOOGS TIENET ERINSTALLATI CAI DISTRIBUTI TIE INGSDISTRIBU GEBOUWBEHE LAAGSPANN UIDSINSTALLA GSINSTALL ATIE TERREIN, GEL ERINSTALL ATIE IE TISCHE AARDIN TIE-INSTALLAT GEBOUWBEHE TERREIN, STA ATIE KEERSINFORMA LLATIE ALL VER STA IE NST A-IN LAT ADI TIC TAL DOMO TIES ATIE-INS SCHRIKDRA IE OUDINSTALLA KLIMAATINFORM NGSINSTALLAT GEVELONDERH GSINSTALL ATIE WEGVERLICHTI T, MET VASTE NGSINYSTEEM, VAS VIDEOBEWAKIN TALLATIE REINVERLICHTI HANGL ADDERS ENDETECTIE-INS ALGEMENE TER LATIE REIN, PERSON TAL TER -INS CTIE SEN BORDES STALLATIE T, MET VERPRTUIGENDETE ALL ATIE YSTEEM, VAS TERREIN, VOE LICHTINGSINST M.INST. ANODE HANGL ADDERS BEWAKINGSVER ROSIEBESCHER ALL ATIE DESSEN TERREIN, COR LICHTINGSINST R, MET LAATSBARE BOR SPORTVELDVER , VERRIJDBAA RINGSSYS. NSTALL ATIE EEM FFE GSI YST TIN OPO ST. ERS ICH M.IN HANGL ADD VLIEGVELDVERL ROSIEBESCHER INSTALLATIE TERREIN, COR TVERLICHTINGS BORDESSEN S. TE T MSY VAS ME OO OBJECT-ACCEN INB., STR IE HTINGS YST., VERRIJD OPGEDRUK T NGSINSTALLAT LAMEVERLIC HANGL ADDERS TERREIN, REC GANGSBEDIENI TERREIN, TOE BORDESSEN WAVERPLA ATSB. LINSTALLATIE STALLATIE ATIE, VAST, DAK VERKEERSREGE IE TEIGERINSTALL EM NGS HA STE LSY BELINSTALLAT IE PARKEERBETAA RINSTALLATIE GENCONSTRUCT VOLGNUMME BAAR, DAKWA INSTALLATIE ID ALARM RIJD (LU OM IE VER ., GBO LAT NST SLA INSTAL HANGSTEIGERI INGSSYSTEEM ONTRUIMINGS PARKEERGELEID UCTIE STR S TIE CON P) C) OO LLA GEN E RM STA TYP TELESC (STIL ALA NSTALL ATIE, TRANSPORTIN INSTALLATIE HANGSTEIGERI ONTRUIMINGS PERSONENLIFT ELEKTRISCHE EPINSTALLATIE RAF VERV. SYSTEEM PERSONENOPRO LIFT MET VOO MONORAILNSTALL ATIE, ELEKTR. PERS. INSTALLATIE ERI NGS TEIG ERI NGS NAL HA TIJDSIG LIFTSCHACHT ENLIFT TIE SYSTEEM SONEN-GOEDER BELETINSTALLA TIE PER E LLA IE V. STA ISCH LAT VER IGERIN ELEKTR VOORAF ATIE-INSTAL MASTHANGSTE OED.LIFT MET TIJDREGISTR ELEKTR. PERS.-G TALLATIE TELEFOONINS T ACH IE LAT SCH TAL LIFT INS FT DEURINTERCOM WOONHUISLI ELEKTRISCHE INSTALLATIE OLIFT LOKETINTERCOM PERSONEN-AUT LATIE ELEKTRISCHE IBUTIE-INSTAL GELUIDSDISTR PE A) (TY IE LAT INSTAL ONTRUIMINGS
Fabrikantentrainingen
SUCCESVOL De gratis toegankelijke fabrikantentrainingen van STABU zijn succesvol gebleken, gezien de ruim 750 deelnemers aan deze bijeenkomsten. Het nut voor fabrikanten om deel te nemen aan STABU middels de Fabrikantgebonden Product Specificaties (FPS), eventueel in combinatie met een STABU-Compact licentie (oftewel het aanleveren
Ook in 2007 zullen weer diverse trainingen worden georganiseerd. Het is mogelijk om aan te schuiven bij een training bestaande uit een divers gezelschap, dus samengesteld uit bijvoorbeeld fabrikanten van schakelkasten, kunststof gevelelementen maar ook vlaggenmasten. De toeleveranciers die al met STABU samenwerken krijgen hiervoor automatisch een uitnodiging. Wanneer er al eerder belangstelling is voor zo’n bijeenkomst, bijvoorbeeld speciaal voor de verkoopvergadering, neem dan contact op met Herman Kervel, tel. (0318) 633026 of e-mail
[email protected].
NIEUWE FABRIKANTEN PER STABU-UITGAVE 2007-1: Naam fabrikant
Technische eigenschappen
Acoustair BV Airosonic International B.V. Akatherm International B.V. Automax N.V. Centercon Companero Elster Meters B.V Excellent Systems en Consultants B.V. EYELEDS INTERNATIONAL FELSTECH B.V. Formenta Wego Vlaggenmasten B.V. GEZE Benelux B.V. Hautau GmbH HAVE-Digitap BV Krepel Deuren KST Kalkzandsteen Luxlight Manntech Gevelinstallaties B.V. Metric B.V. Nijhuis Kunststof Kozijnen B.V. Pfleiderer BV Polux B.V. Reijntjes Interproject Volendam SafeClick Skantrae B.V. Troax Tyco Thermal Controls Victaulic Wupor Cellenbeton BV
suskasten en roosters luchtverdeelapparatuur hemelwaterafvoer en rioleringsbuis tegelroosters, verloren bekisting, geluiddempers, kolombekisting airconditioning, apparatuur en toebehoren structuur beton, bekistingsbekleding warmtemeters en toebehoren waterbehandeling en ozonapparatuur verlichting met LED dakbedekking , aluminium vlaggenmasten hang, sluitwerk en automaten hang en sluitwerk telefoon, videofoon en noodverlichting deuren kalkzandsteen blokken en elementen lichtstraat elementen gevelonderhoud installaties aluminium sandwich gevelpanelen kunststof gevelelement wandelementen, bekledingspanelen en vensterbanken polyester dakkapel, schoorsteen, luifel, dakgoot, dakrand glasfolie valbeveiliging deuren en deurbeslag gaaswandsystemen verwarming elektrisch verbindingen en afsluiters cellenbeton blokken en koudebrugstroken
STABU bulletin | 5
VEBIDAK is de branchevereniging voor bitumineuze en kunststof dakbedekkingbedrijven en bestaat dit
zijn bij VEBIDAK vertegenwoordigen ruim zeventig procent van de totale omzet binnen de branche.
m u it
n i b e
D
k e d
e b be
k a d
t e h en
De afdeling Technische Zaken van VEBIDAK heeft zitting in technische normcommissies en behoort tot de opstellers van de Vakrichtlijn Gesloten Dakbedekkingssystemen, het richtinggevende document voor iedereen die betrokken is bij ontwerp en uitvoering van platte daken. De doelstelling van deze publicatie is om de bestekschrijver te adviseren inzake besteksbeschrijvingen van bitumen dakbedekkingsmateriaal, waarbij enige achtergrondinformatie ter verduidelijking en ondersteuning is toegevoegd.
Productcodering In een bestek worden bitumen dakbedekkingen meestal aangeduid met productcoderingen. Een productcodering geeft inzicht in de samenstelling van het product. Sinds september 2004 is de herziene beoordelingsrichtlijn BRL 1511/02 ‘baanvormige bitumen dakbedekkingssystemen’ van kracht. Daarmee behoren de kwaliteitsklassen A en B vanuit het oude coderingssysteem, bijvoorbeeld 446 A 14 (APP gemodificeerd gebitumineerde glasvlies + polyestermat MEC, A-kwaliteit), definitief tot het verleden.
Arnold Vermeulen bouwtechnisch adviseur 6 | STABU bulletin
g n ki
k e t s
jaar 25 jaar. De circa 190 bedrijven die aangesloten
De nieuwe productcodering (foto 1) zegt uitsluitend iets over de samenstelling van de dakbedekking, echter niets over de kwaliteit van de dakbedekking. Om de kwaliteit te kunnen borgen zal in de besteksbeschrijving vastgelegd worden dat de dakbedekking moet zijn gecertificeerd, bijvoorbeeld KOMO-gecertificeerd (foto 2). Hiermee zal in ieder geval voldaan worden aan de criteria zoals gesteld in bovengenoemde beoordelingsrichtlijn.
Levensduur Opdrachtgevers zullen in de praktijk regelmatig geconfronteerd worden met alternatieve dakbedekkingsmaterialen. In deze situatie door de aanbieder zal tenminste aangetoond moeten worden dat het aangeboden dakbedekkingsmateriaal gelijkwaardig is met de uitgangspunten van de besteksbeschrijving. Het aantonen van deze gelijkwaardigheid is een lastige opgave. Een vergelijk op basis van levensduren van producten lijkt voor de hand te liggen. Maar niets is minder waar, omdat het absoluut onjuist is te veronderstellen dat deze levensduurverwachtingen gelden voor de totale dakbedekkingsconstructie, dus inclusief isolatie en alle dakaansluitingen. Helaas biedt de productcode geen uitkomst. Deze code zegt namelijk uitsluitend iets over de samenstelling van de dakbedekking, niets over de kwaliteit. En een onderlinge vergelijking van de producteigenschappen van de dakbedekkingsmaterialen zegt al evenmin iets, omdat het totaal van eigenschappen de kwaliteit bepaalt. Met gelijkwaardigheid wordt feitelijk de kwaliteit van de dakbedekking bedoeld.
Gebruikersdagen
foto 1
STABU goed bezocht
foto 2
Een KOMO Attest-met-productcertificaat kan hier duidelijkheid in verschaffen. Het hoofdstuk levensduur in de certificaten ziet er als volgt uit: De levensduur van een dakbedekkingsconstructie is afhankelijk van: a) het ontwerp; b) de uitvoering; c periodiek onderhoud; d) afschot; e) onderconstructie; f) gebruiksbelastingen; g) klimaatsinvloeden; h) dakbedekkingssysteem. Bestudering van de verschillende certificaten laat zien dat aanzienlijke verschillen in levensduren van dakbedekkingssystemen gehanteerd worden. Deze levensduren zijn gebaseerd op laboratoriumonderzoek dan wel facultatieve praktijkervaring. Indien geschreven wordt over langere levensduurverwachtingen (ca. 20 jaar) zal het product gedurende een periode van tenminste 5 jaar continue KOMO-gecertificeerd moeten zijn. Het KOMO Attest-met-productcertificaat laat terecht zien dat de levensduurverwachting van een dakbedekkingsconstructie in grote mate wordt bepaald door andere factoren (a t/m g) dan uitsluitend het dakbedekkingssysteem (h). Kortom, uitspraken over levensduurverwachtingen in een KOMO Attest-met-productcertificaat van dakbedekkingen sluiten prima aan bij de visie van VEBIDAK. Een andere kijk op gelijkwaardigheid is zeker de moeite waard, wij geven u graag advies.
Onder grote belangstelling zijn de STABU-gebruikersbijeenkomsten gehouden op 22 november en 14 december 2006. De twee sessies zijn door ruim 70 mensen bijgewoond. Dit geeft al aan dat er grote belangstelling was voor de onderwerpen die gepresenteerd zouden worden. Als binnenkomer is het vernieuwingsoffensief bouw met het antwoord van STABU daarop in de vorm van PIM (Project Informatie Management systeem) gepresenteerd. Een tweetal fabrikanten heeft uitleg gegeven over respectievelijk ‘Domotica-toepassingen’ en ‘beveiliging in de vorm van nieuwe vorm van (sleutel)systemen’. Uit de nabespreking bleek dat voor de voornamelijk bestekschrijvers in de zaal veel waarde werd gehecht aan de lezing van Joop van Kuijen ‘UAVgc en de veranderde bouwopgave’. Hij heeft duidelijk de voor- en nadelen ervan aangegeven met het doel eerst daar goed over na te denken voordat zomaar de UAVgc van toepassing wordt verklaard. STABU is samen met Joop van Kuijen bezig met het implementeren van de UAVgc binnen zijn besteksysteem. Van de mogelijkheid om vooraf vragen in te dienen, is ook deze keer weer volop gebruik gemaakt. In dit STABU-bulletin is een selectie daarvan uitgewerkt. De STABU-gebruikersdagen zijn door ongeveer 70 deelnemers bijgewoond. Voor degenen die niet in de gelegenheid waren om persoonlijk van de inhoud kennis te nemen, zijn de presentaties van de gastsprekers op de website van STABU (www.stabu.org) geplaatst.
STABU bulletin | 7
Vraag het STABU Van de vragen die onder andere via de telefonische helpdesk, de STABU-gebruikersdagen en de diverse cursussen en opleidingen bij de Stichting STABU zijn binnengekomen is een selectie gemaakt, welke in deze rubriek worden weergegeven.
VRAAG Op welke wijze is binnen de STABUsystematiek met het begrip ‘derden’ om te gaan?
ing. H.H.M.(Henny) Miltenburg 8 | STABU bulletin
Antwoord In de U.A.V. 1989 staat in paragraaf 31 ‘Verband met andere werken’ onder lid 1: ‘Indien verschillende werken in elkander grijpen, wordt dit in het bestek vermeld’. In een STABU-bestek kan hieraan gehoor worden gegeven door gebruik te maken van paragraaf 00.03.10, bepaling 01 ‘WERKZAAMHEDEN DOOR DERDEN’. In lid 2 van paragraaf 31 van de U.A.V. 1989 staat: ‘Tenzij in het bestek anders is bepaald, geschiedt de coördinatie van in elkander grijpende werken door de directie’. Met behulp van de aanvullende administratieve bepaling 03 ‘COÖRDINATIE’ behorende bij artikel 01.02.31 ‘VERBAND MET ANDERE WERKEN’ kan hierop worden geanticipeerd als men deze door de U.A.V. geopperde directietaak wil overdragen naar bijvoorbeeld een nevenaannemer of een externe partij (derde). Daar de nevenaannemers onderling geen directe contractuele relatie met elkaar hebben, is het wenselijk om een coördinatieovereenkomst tussen de opdrachtgever en de nevenaannemers af te sluiten middels bepaling 02 ‘COORDINATIE-OVEREENKOMST’ bij artikel 01.02.31. STABU heeft hiervoor modellen ontwikkeld, ‘brochure coördinatie-overeenkomst 2005’, zie STABU website www.stabu.org, onder ‘Downloadpagina, BouwBaak’. Het gekozen model, met of zonder schadevergoedingsregeling, kan in het bestekboek als bijlage worden gevoegd. Tevens kan geregeld worden dat er door de coördinerend aannemer,
alle door de nevenaannemer of derden uit te voeren werkzaamheden, worden opgenomen in zijn algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan. Dit kan via de aanvullende administratieve bepalingen 05 ‘INPASSING WERKZAAMHEDEN DERDEN’ en 06 ‘ONDERTEKENING ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN’ onder artikel 01.02.26. Indien de nevenaannemers of derden werkzaamheden voor elkaar moeten verrichten, als onderdeel van het project, zoals het frezen en aanhelen van sleuven door de bouwkundig nevenaannemer ‘ten gunste’ van de installatietechnische nevenaannemer, dan dienen deze werkzaamheden in het bouwkundig bestek te worden beschreven in de werkbeschrijving. In plaats van de bewerkelijke werkwijze van het opstellen van vele besteksposten voor deze bouwkundige voorzieningen ten behoeve van derden kan men ook een lijst, met daarop de bouwkundige werkzaamheden ten behoeve derden, opgesteld door de nevenadviseur/bestekschrijver van de installatietechnische bestekken, als vaste bijlage bij het bestekboek worden gevoegd.
VRAAG Op welke wijze zijn ‘nutsvoorzieningen’ in de STABU-systematiek te regelen? Antwoord In hoofdstuk 00 en in de aanvullende technische bepalingen. Bouwwerken in een gemeente moeten meestal aangesloten zijn op de gemeentelijke nutsvoorzieningen (de waterleiding, het elektriciteit- en gasnet, enz). De bouwverordening bevat namelijk bepalingen over aansluiting op nutsvoorzieningen. Om te beginnen kan bij paragraaf 00.03.10 ‘WERKZAAMHEDEN DERDEN’ de aansluiting op het openbaar riool, de waterleiding, de gasleiding, de elektra, telefoon, antenne (kabel) etc. worden omschreven. Hiermee wordt gehoor gegeven aan lid 1, paragraaf 31 “Verband met andere werken” uit de U.A.V. 1989. De werkzaamheden voor de definitieve aansluitingen worden meestal tijdens de uitvoeringsduur van de aannemer gedaan. Aanvullend kunnen deze werkzaamheden ook in de aanvullende technische bepalingen onder artikeltitel ‘INFORMATIEOVERDRACHT: ALGEMEEN’ in de desbetreffende hoofdstukken worden omschreven, bijvoorbeeld 70 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES, enz.
Normaliter zijn de aansluitkosten op de permanente voorzieningen voor de opdrachtgever doch bij de genoemde aanvullende technische bepalingen kan ook geregeld worden dat deze kosten voor rekening van de aannemer komen. Uiteraard zijn de tijdelijke aansluitingen, ook wel bouwaansluitingen genoemd, conform paragraaf 6, lid 3c van de U.A.V. 1989 voor rekeningen van de aannemer. Via de website www.aansluitingen.nl is hierover meer informatie beschikbaar.
VRAAG Is het mogelijk om per e-mail vragen aan het STABU-bureau te stellen?
Antwoord Ja. Naast de gratis telefonische helpdesk is het al geruime tijd mogelijk om vragen per e-mail te stellen. Dit kan door de STABU VRAAG website, www.stabu.org, bij het onderdeel ‘STABU Helpdesk’. Ook Wanneer komt er een nieuwe STABU-Standaard? reeds eerder behandelde vragen met bijbehorende antwoorden zijn daar te raadplegen. Ook is het mogelijk om via gebruik te Antwoord maken van een website-vragenformulier een vraag te stellen. Aan te De STABU-Standaard zal eind 2007, als vervanger van de STABU-Standaard bevelen is het wellicht om in het webformulier het telefoonnum2001, verschijnen. In deze STABU-Standaard 2007 zullen de thans losse bijlagen mer aan te geven waaronder de vragensteller te bereiken is. De behorende bij de huidige STABU-Standaard 2001 worden geïntegreerd en zullen ervaring leert namelijk dat telefonisch beter een (maat)werk de teksten inhoudelijk worden gemodificeerd. antwoord kan worden gegeven dan schriftelijk.
VRAAG Hoe kan ik in het bestek tekeningen vragen van de door de aannemer samengestelde en te verwerken onderdelen? Antwoord Bij het desbetreffende hoofdstuk onder paragraafnummer 1, (3e getal van de korttekstcode). Voorbeelden hiervan zijn 38.12.10-a, 44.12.10-a en 51.12.10-a, allen met de korttekst ‘TEKENINGEN’. Dit is ook de plaats waar de functionele omschrijving in de W- en E-hoofdstukken kunnen worden geplaatst in een STABUbestekboek. Middels de vrijecode-techniek kan men in een hoofdstuk waarin deze tekening optie niet wordt aangeboden, deze zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is 15.19.10-a ‘TEKENINGEN’. Handig is het dan wel om de STABU-specificatiegroep (A221000) met als titel ‘TEKENINGEN’ te koppelen. In deze specificatiegroep zitten namelijk specificaties van tekeningen die goed als onderlegger kunnen fungeren.
VRAAG Is het mogelijk om in STABU te zoeken op bouwstof, fabrikant of productnaam? Antwoord Zoeken kan met behulp van het trefwoordenregister welke direct gekoppeld is aan de STABU-database of via de separate STABU Fabrikanten Index. Zoeken naar een bouwstof, waarvan u niet weet waar het in STABU kan worden beschreven, kunt u beter vinden door gebruik te maken van de trefwoorden-ingang. Middels het trefwoord komt u via de specificatiegroep terecht bij de korttekstcode waarbinnen deze bouwstof kan worden beschreven. Als u echter een fabrikant of productnaam weet, kunt u beter gebruik maken van de STABU Fabrikanten Index. Met dit ‘navigatieprogramma’ kunt u traceren of hiervan STABU-fabrikantenteksten bestaan. Als dit het geval is, dan kunt u deze eenvoudig en op de juiste plaats overnemen in het bestekboek.
VRAAG Zijn werkzaamheden aan bestaande materialen, zoals repareren etc. Ook in de STABU-systematiek te beschrijven? Antwoord Bij het desbetreffende hoofdstuk onder paragraafnummer 2, (3e getal van de korttekstcode). Voorbeelden hiervan zijn 16.22.21 ‘GRAS MAAIEN’, 21.21.21 ‘BETONREPARATIE, NIEUWE LAGEN’ en 30.23.10 ‘REPARATIE, HOUTEN KOZIJNEN’. Middels de vrijecode-techniek kan men in een hoofdstuk waarin ‘werkzaamheden aan bestaand’ optie niet wordt aangeboden, deze zelf aanmaken. Een voorbeeld hiervan is 35.29.10-a met de zelf bedachte korttekst ‘HERSTELLEN BESTAANDE DORPELS’.
STABU bulletin | 9
Op gezamenlijk initiatief van STABU en SBK is op 12 december 2006 een ‘rond de tafelgesprek’ over KOMO-certificering gehouden. Onder aanvoering van de gespreksleider Maarten van Hezik is er uitgebreid gediscussieerd over een zevental stellingen die vooraf kenbaar waren gemaakt:
r leidsmedewerke ijk) was ook be io(Martin Lagend ess t of tei pr ali ep kw gro uw j. De ting Bo nen van de parti teur van Stich NB) nam Naast de direc waren drie perso Vanuit STABU kdeskundigen (B g. ste ezi Be n nw va aa K nd SB de Bo ns me na Ger Mars van igd drie afgevaard ijvers, waarvan nele bestekschr e. ssi de discu actief deel aan
1) De toepassing van KOMO gecertificeerde producten wordt te weinig voorgeschreven in bestekken, omdat opdrachtgevers onvoldoende op de hoogte zijn van de waarde van KOMO certificatie. 2) Architectenbureaus worden er vaak mee geconfronteerd dat als KOMO staat voorgeschreven in het bestek, toch door aannemers regelmatig wordt gekozen voor goedkopere alternatieven die niet zijn gecertificeerd. Betekent dit dat de prijs belangrijker is dan de kwaliteit? 3) Het is voor bestekschrijvers en architecten te moeilijk om te achterhalen welke producten wel of niet zijn gecertificeerd en wat de betekenis ervan is voor de uiteindelijke kwaliteit van het bouwwerk.
l e f a t e d d Ron t s m o k n e e j bi g n i l a h r e h r voo vatbaar!
6) KOMO-certificatie betekent extra dekking in geval van aansprakelijkheid. Dit is ook van toepassing bij bestekschrijvers en ontwerpers. 7) Voor het bevorderen van integrale kwaliteit in de bouw is het belangrijk dat KOMO als kwaliteitsmerk wordt gepromoot in de bouwsector. Bij de eerste stelling waren de aanwezigen ervan overtuigd dat er te weinig kennis bij opdrachtgevers is over de waarde van gecertificeerde producten in de bouw en was er de aanbeveling om meer aandacht te besteden aan informatie hierover bij opdrachtgevers. Veel werd er gediscussieerd over de in het bestek voorgeschreven gecertificeerde producten. Het is wel de bedoeling dat deze dan ook toegepast worden.
4) Bij CE gemarkeerde producten moet u als bestekschrijver meer letten op kwaliteit en het voldoen aan de regelgeving dan bij KOMO-producten. Beïnvloedt dat uw keuze bij het ontwerp van het project?
Lang werd stilgestaan bij het onderwerp over het voorschrijven van CE-gemarkeerde producten in een bestek. Dit is niet nodig omdat deze via de wet al van toepassing is op producten. CE zegt niets over private eisen van een product. Als belangrijk kwam naar voren dat binnen het onderwijs meer aandacht aan certificering besteed moet worden. STABU is daar al actief in, maar in zijn geheel blijft het belangrijk dat KOMO als kwaliteitsmerk nog meer gepromoot moet worden in de bouw.
5) Daarnaast zegt CE markering niets over de private eisen aan een product. KOMO wel. Is dat voor u belangrijk in verband met het maken van keuzes?
De aanwezigen vonden de bijeenkomst zo zinvol dat zij aan STABU gevraagd hebben om naast de gebruikelijke gebruikersdagen meer van deze discussiebijeenkomsten te organiseren.
10 | STABU bulletin
Wereldwijd draagvlak voor afstemming objectenbibliotheek Tijdens het wereldcongres van IAI (International Alliance for Interoperability) North American Chapter, dat begin november is gehouden in Washington is een ‘Letter of Intent’ ondertekend door Construction Specifications Institute (VS), Construction Specifications Canada, buildingSMART Norway en STABU. Hiermee onderschrijven de partijen de strategische voordelen van samenwerking zoals verbreding van het internationale draagvlak voor een op ISO 12006-3 gebaseerde objectenbibliotheek, validatie van de inhoud door verschillende partijen, uitbreiding van ondersteunende talen en toepasbaarheid in verschillende applicaties. In Nederland heeft de Stichting STABU de afgelopen jaren veel energie gestoken in de ontwikkeling van een objectenbibliotheek LexiCon, die het mogelijk maakt dat computers probleemloos informatie kunnen uitwisselen betreffende getekende informatie (CAD), kwaliteitsbepalende informatie (o.a. bestekken) en kosteninformatie. Dit project maakt deel uit van de ruggengraat voor de ICT-toepassing in de bouw, PAIS genaamd, en wordt gefinancierd door PSIBouw. In januari 2006 was reeds een ‘Letter of Intent’ met het Noorse project BARBi (Bygg og Anlegg Referanse Bibliotek) overeengekomen. De gebruikte taal voor de wereldwijde objectenbibliotheek is gedefinieerd in de internationale norm ISO 12006-3 Building construction - Organization of information about construction works - Part 3: Framework for object-oriented information.
Zittend v.l.n.r. Roger Grant (Construction Specifications Institute), Per Jæger (buildingSMART Norway), Maarten van Hezik (STABU), David Watson (Construction Specifications Canada). Staand v.l.n.r. Inger Lindgren (Director General/Ministry of Local Government and Regional Development), Jacob Mehus (Standards Norway), Håvard Bell (Norwegian Building Research Institute) en Gerrie Mühren (PSIBouw/Regieraad).
Gezamenlijk kan er nu sturing worden gegeven aan het internationale samenwerkingstraject ‘International Framework for Dictionaries’; de harmonisatie van de objectenbibliotheken wereldwijd.
Tentoonstellingen in het NAi Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) is méér dan een museum. Het is een voor iedereen toegankelijke culturele instelling waar op verschillende manieren aandacht wordt besteed aan de ontworpen omgeving. Het NAi is sinds 1993 gehuisvest in een markant gebouw, ontworpen door Jo Coenen, gelegen aan de rand van het Museumpark in het centrum van Rotterdam. In het NAi worden belangrijke archieven en collecties bewaard en toegankelijk gemaakt voor het publiek. Het instituut voorziet in mogelijkheden voor onderzoek en biedt een platform voor discussie. Door middel van tentoonstellingen en publicaties wil het NAi zowel het professionele werkveld als het grote publiek informeren, inspireren en stimuleren.
Komende tijd zijn diverse tentoonstellingen in het NAi te bekijken, waaronder: ‘Stad noch land’ over de ruimtelijke ontordening van Nederland; ‘GeWoon Architectuur’ over Woonomgevingen uit de Collectie van het NAi; ‘Huis Sonneveld’, een hypermodern huis uit 1933;
‘Moderniteit in de Tropen’, architectuur in Nederlands-Indië; ‘Architectuur van de nacht’, schitterende gebouwen.
Kijk voor de laatste informatie op www.nai.nl.
STABU bulletin | 11
In deze rubriek gaat de auteur in op wet- en regelgeving
Onder ede
UAV-GC 2005 en de veranderende bouwopgave De veranderende bouwopgave en de gewenste en ongewenste veranderingen in het bouwproces bemoeilijken de sturende en coördinerende rol van de opdrachtgever. Dit veroorzaakt een tendens dat steeds meer opdrachtgevers, afhankelijk van hun beroepsmatige status, afstand willen nemen van dat geschillengevoelige bouwproces en de ‘was de deur uit doen’. Een geïntegreerd contract op basis van de UAVgc, met één opdrachtnemer voor zowel ontwerp, uitvoering als eventueel meerjarig onderhoud of facility management, kan hiervoor de oplossing zijn. Tot nu toe zijn deze nieuwe contractvormen echter gepropageerd met de suggestie dat hiermee de creativiteit van de markt wordt bevorderd en de innovatie wordt gestimuleerd. Dat wordt echter gelogenstraft door CROWpublicatie 212: -Vier jaar ervaring bij honderd geïntegreerde projecten-, waarin niet of nauwelijks blijken van innovatie zijn aangetoond. Daarnaast worden deze nieuwe contractvormen nogal afgezet tegen die waarbij de opdrachtgever afzonderlijke contracten met ontwerpende, adviserende en uitvoerende partijen afsluit, en die dan ietwat denigrerend als ‘traditioneel’ worden afgeschilderd. Terwijl een groot deel van de B&U-projecten, qua bestuurbaarheid, met deze ‘traditionele’ contractvormen beter af is. Door deze vermeende tegenstellingen krijgen de echte argumenten die pleiten voor de toepassing van de UAVgc in de B&U te weinig aandacht. Dat heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat, ondanks de inspanningen van de overheid in deze, de UAVgc na 6 jaar in de B&U
helaas nog nauwelijks worden toegepast. Helaas, omdat deze sector, maar dan om andere redenen, wel degelijk behoefte heeft aan nieuwe contractvormen. Aan STABU nu de taak om het waarom van geïntegreerd contracteren beter te motiveren en de toepassing van de UAVgc bouwbreed te ondersteunen.
‘ Voor de UAVgc, maar tégen geïntegreerd contracteren’
Joop van Kuijen 12 | STABU bulletin
Waarom geïntegreerd contracteren? Bij de ontwikkeling door CROW, waren de UAVgc de opdracht en de geïntegreerde contractvorm het gegeven. Het waarom van geïntegreerd contracteren was eigenlijk niet aan de orde en werd afgedaan met de, verder niet onderbouwde, veronderstelling dat met deze contractvorm de innovatie wordt gestimuleerd.
Hoewel de wijze waarop CROW met dit soort ontwikkelingen aan de weg timmert alom bewondering verdient, heb ik als B&U-vertegenwoordiger bij de ontwikkeling van de UAVgc van meet af aan betreurd dat aan die waarom-vraag zo weinig aandacht is besteed. Ik heb de discussie meerdere malen vergeefs proberen aan te zwengelen met het als prikkelend bedoelde statement dat ik vóór de UAVgc ben maar tégen geïntegreerd contracteren. Ook bij de ontwikkeling van de Leidraad Aanbesteden van Geïntegreerde Contracten (LAvGC 2006) zijn we in de werkgroep van het Instituut voor Bouwrecht, overigens begrijpelijk, uit gegaan van de aanbestedingsfase als de beslissing tot de geïntegreerde contractvorm al genomen is. Nu de STABU voor de opgave staat om de toepassing van de UAVgc in de B&U bouwbreed te ondersteunen, worden we weer geconfronteerd met die waarom-vraag.
Argumenten In de publicaties van de overheid, die het geïntegreerd contracteren moeten promoten, worden als antwoord op die waarom-
vraag de argumenten gebezigd dat met deze nieuwe vorm van contracteren de creativiteit van de markt wordt bevorderd en de innovatie wordt gestimuleerd. Als tegenstelling worden daarbij de contractvormen, waarbij de opdrachtgever afzonderlijke contracten met ontwerpende, adviserende en uitvoerende partijen afsluit, enigszins denigrerend als ‘traditioneel’ afgeschilderd. Omdat bij deze ‘traditionele’ contractvormen de opdrachtgever, als veroorzaker van de nevenrelaties, de wettelijke coördinatieplicht heeft noem ik ze hier, ter onderscheid, ‘gecoördineerde contractvormen’.
Bevorderen creativiteit van de markt Bij het argument van bevordering van de creativiteit van de markt wordt het bepaalde in contracten op basis van de ‘gewone’ UAV, (...)dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het ontwerp(...), letterlijk genomen met de tegenwerping dat hij het ontwerpen beter aan de markt kan overlaten...(?). Tevens wordt daarbij gesuggereerd dat wanneer de opdrachtgever op basis van een Programma van Eisen aanbesteedt, in plaats van op basis van een volledig uitgewerkt ontwerp (lees: bestek), het ruimere kader van het PvE de mogelijkheid opent voor het aanbesteden van zogenaamde ‘oplossingsrichtingen’, waarmee de creativiteit van de markt extra wordt gestimuleerd. Met als meest gebruikte voorbeeld: Geen ‘brug’ aanbesteden maar een ‘oeververbinding’. Nu kan ik niet zo gauw een vergelijkbare oplossingsrichting in de B&U bedenken en verbaas ik mij over de impliciete aanname dat het inschakelen van de markt met een geïntegreerd contract een unieke garantie voor creativiteit zou inhouden. Bij het afzonderlijk contracteren van ontwerpende, adviserende en uitvoerende partijen binnen een gecoördineerd contract wordt immers ook de markt ingeschakeld. Mijns inziens wordt met een meervoudige opdracht aan architecten en adviseurs, als onderdeel van een gecoördineerd contract, de creativiteit zelfs optimaal gestimuleerd. De mogelijkheid om daarna meerdere uitvoerende partijen in concurrentie een uitvoeringsvoorstel te laten opstellen, draagt daar nog aan bij. Zeker nu, sinds het UAR 2001, de acceptatie door de aanbesteder van de door inschrijvers ingediende variabelen (EU: varianten) duidelijker is omlijnd. Een minder technisch argument is dat met een geïntegreerd contract alle (project)risico’s bij de opdrachtnemer kunnen worden gelegd. Afgezien van de hoge risicodekking die daarvan het gevolg is, moet de opdrachtgever zich bewust zijn dat een optredend risico voor hem een geringere impact heeft dan voor de opdrachtnemer. De opdrachtgever verdisconteert de kostenconsequenties ervan namelijk in de investeringskosten terwijl de opdrachtnemer deze afzet tegen zijn beoogde winst op het project.
installaties, gebouwbeheer, beveiliging, communicatie, ICT en, in het kader van ‘levensloop bestendig wonen’, de domotica, is actueel. Deze ontwerpintegratie is echter nauwelijks afhankelijk van de gekozen contractvorm.
Oneigenlijke argumenten De argumenten waarmee het geïntegreerde contract wordt gepromoot suggereren een tegenstelling die er eigenlijk niet is. De beoogde bevordering van de creativiteit van de markt en stimulering van innovatie kunnen namelijk in nagenoeg dezelfde mate met gecoördineerde contractvormen worden bereikt. Daarnaast worden de geïntegreerde contractvormen afgezet tegen, de als ‘traditioneel’ afgeschilderde, gecoördineerde vormen. Terwijl een groot deel van de B&U-projecten, qua bestuurbaarheid, contractering per fase, en risicomanagement, beter af is met zo’n gecoördineerde contractvorm.
‘ De argumenten suggeren een tegenstelling die er niet is ‘
Die oneigenlijke argumenten veroorzaken dat de ‘echte’ argumenten die pleiten voor toepassing van de UAVgc in de B&U nauwelijks aan bod komen. Dat verklaart mijns inziens ook waarom, ondanks de inspanningen van de overheid in deze, de UAVgc na 6 jaar nog nauwelijks in de B&U worden toegepast. Desondanks ben ik van mening dat de B&U, maar dan om andere redenen, behoefte heeft aan nieuwe contractvormen. Met name de toepassingsmogelijkheden van de UAVgc in de B&U als antwoord op de veranderende bouwopgave moeten verder worden uitgediept. En waar kan dat beter gebeuren dan bij STABU.
zie volgende pagina >
Integratie van ontwerp en uitvoering De innovatie bij geïntegreerde contracten wordt kennelijk vooral gezien in de integratie van ontwerp en uitvoering. Anders gezegd, in het betrekken van de aannemer bij het ontwerp. Bij GWW- en Infra-werken, waarbij de wijze van uitvoering en materieelinzet grote invloed heeft op het ontwerp (bijvoorbeeld: een geboorde tunnel), kan ik mij daar iets bij voorstellen. Bij de gangbare B&U-werken is die invloed doorgaans minder. Hoewel het logisch lijkt om de aannemer vroegtijdig bij het ontwerp te betrekken, zijn er ook voorbeelden waarbij, afgezien van de tijdwinst, het ‘maakbare’ denken van de aannemer juist een remmende werking op de creativiteit heeft. Architect en aannemer ieder z’n vak. Mocht echter het soort project de inschakeling van uitvoeringskennis bij het ontwerp vereisen, dan kan ook in een gecoördineerde contractvorm, bijvoorbeeld een gecoördineerd bouwteam, de aannemer ‘als adviseur’ bij het ontwerp worden betrokken. Bij opdrachten die echter onder vigeur van de Europese regelgeving vallen mag deze aannemer, door zijn voorkennis opgedaan als adviseur bij het ontwerp, niet meer aan de latere aanbesteding van de uitvoering deelnemen. Het vroegtijdig aanbesteden en contracteren ‘als aannemer’ houdt echter weer een vergelijkbaar probleem in als bij het geïntegreerde contract, namelijk waarop wordt in die pre-ontwerpfase de aannemer dan gecontracteerd?
Integratie van ontwerpen Een vorm van integratie die, zeker gezien de complexere bouwopgave met bijbehorende specialisatie, meer vanzelfsprekend is, is die van de verschillende ontwerpdisciplines, architectuur, constructie, installaties, etc. Met name de inpassing van de verschillende STABU bulletin | 13
De veranderende bouwopgave
UAVgc het antwoord op de veranderende bouwopgave?
Het bouwproces is door het specifieke karakter toch al een afwijkend productieproces: • Een gelegenheidscoalitie tussen zelfstandige ondernemingen, veelal zonder eerdere samenwerkingservaring en elk met hun eigen ondernemersbelang. Doordat ondernemingsbelang veelal prevaleert boven het projectbelang is de communicatie eerder onderhandelings- dan samenwerkingsgericht. Ingeval de ondernemingen afzonderlijk, als nevenrelatie, door de opdrachtgever worden gecontracteerd heeft deze, als veroorzaker van de nevenrelaties, de coördinatieverantwoordelijkheid. Het uitbesteden van de coördinatie in de vorm van een coördinatie-opdracht aan één van de nevenrelaties, al of niet met een coördinatieovereenkomst tussen de nevenrelaties onderling, doet hier niets aan af. • De complexer wordende bouwopgave en toegenomen regelgeving, soms zelfs als ‘verjuridisering’ aangemerkt, noodzaken tot specialisatie. Hierdoor neemt het aantal procesfuncties en daarmee het aantal partijen toe, hetgeen de coördinatieplicht van de opdrachtgever nog verder verzwaart. • De verschillende aansprakelijkheden die, door de beperking ervan in de standaardvoorwaarden en rechtspositieregelingen, achterblijven bij de huidige wetgeving. • De ondoorzichtige prijsvorming waarbij de prijs pas bekend is bij de aanbesteding. Nog afgezien van de kans op een mislukte aanbesteding als de inschrijvingssom hoger uitvalt dan waarop de opdrachtgever, op basis van zijn zorgvuldige besteksbegroting, mocht rekenen. • Het probleem van de bewijslast in deze. Als gevolg van het eerder door de Raad van Arbitrage, als ‘studeerkamerbegroting’, verwerpen van de architecten- en adviseurs begroting als bewijs tegen een te hoge inschrijfbegroting. • Het dilemma van beslechting van geschillen door de Raad van Arbitrage of de gewone rechter. • Het bepaalde dat de aannemer niet meer aansprakelijk is na de oplevering, respectievelijk na het beëindigen van de onderhoudstermijn, voor gebreken die de opdrachtgever had moeten ontdekken, houdt een verkapte toezichtplicht voor de opdrachtgever in. Daardoor komen gebreken voor zijn rekening die zonder toezicht voor rekening aannemer zijn. Eigenlijk wordt hiermee de opdrachtgever verantwoordelijk voor de door de aannemer geleverde kwaliteit...
Al deze gewenste en ongewenste veranderingen in het bouwproces bemoeilijken de sturende en coördinerende rol van de opdrachtgever. Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer opdrachtgevers, afhankelijk van hun beroepsmatige status, afstand willen nemen van dat geschillengevoelige bouwproces en ‘de was de deur uit doen’. Daarbij willen zij één aansprakelijk aanspreekpunt, sturen op afstand, prijszekerheid in de vroege fase, garantie op het eindproduct in plaats van kwaliteitszorg op materialen of het proces. En resultaatsverplichtingen in plaats van inspanningsverplichtingen... Op het eerste gezicht is een geïntegreerd contract op basis van de UAVgc het antwoord op de hier geschetste veranderende bouwopgave.
Met betrekking tot de recente instortingen of bijna instortingen herinner ik mij dat een CUR-commissie ‘Leren van instortingen’ in 2004 concludeerde dat: “(...)De oorzaken vaak besloten liggen in de organisatie van het bouwproces. De verantwoordelijkheid daarin is diffuus, met vaak gebrekkige communicatie en afstemming tussen partijen. De complexe organisatie en omslachtige procedures en het ontbreken van regie op de samenhang van deelconstructies leidt tot veiligheidsproblemen en zelfs tot instortingen(...)” Aldus de commissie. De aanstelling van een hoofdconstructeur die verantwoordelijk is voor het constructieve ontwerp en de kwaliteit van de engineering bewaakt (niet de uitvoering), zou al een verbetering zijn.
14 | STABU bulletin
Aandachtspunten Doordat bij de ontwikkeling van de UAVgc de gezaghebbende juristen betrokken zijn, hebben de juridische aspecten alle aandacht gekregen, daarentegen behoeven enkele projectmanagementaspecten, voor de toepassing in de B&U, nog nadere uitdieping. Met name de aspecten die inherent zijn aan het contracteren in de vroege (pre-ontwerp-) fase, zoals: • De relatief ‘zachte’ contractering op basis van de prestatiespecificaties (PvE); • Het omgaan met het contracteren van lange termijn (project- en proces-)risico’s; • Een richtprijs met bandbreedte als inschrijvingssom; • De individuele informatie-uitwisseling met inschrijvers ten behoeve van de juiste afstemming van de aanbodspecificatie op de vraagspecificatie (gevaar van concurrentievervalsing); Overige aandachtspunten zijn: • De hoge transactiekosten voor het opstellen van aanbodspecificaties voor een ontwerpén uitvoeringsvoorstel (én eventueel meer jarig onderhoud of facility management); • De transactiekosten van de niet-gegunden, die als maatschappelijke kosten ten laste van latere projecten worden gebracht; • Het objectief wegen van de kwaliteitsaspecten (meerwaarde) van de verschillende aanbodspecificaties, als onderdeel van gunning op basis van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving. • De beperking van de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer na de oplevering (respectievelijk na de onderhoudstermijn), tengevolge van de verzekerbaarheid ervan; • De mogelijkheden van een Verborgen Gebreken Verzekering met bijbehorende Technische Inspectie Service.
STABU-acties STABU beraadt zich nog over de mogelijkheden om gebruikers van geïntegreerde contractvormen, geïnteresseerden en vooral ook het onderwijs in de discussie over de toepassingsmogelijkheden van nieuwe contractvormen in de B&U te betrekken. In voorbereiding is de -STABU Leidraad Contractvormen-, waarmee potentiële opdrachtgevers, afgestemd op de ‘eigen wensen’, ‘competenties’ en ‘soort project’ de meest in aanmerking komende contractvorm kunnen kiezen. Voor de verspreiding van kennis over geïntegreerd contracteren verzorgt STABU de cursusdag UAVgc in de B&U, waarvan op 23 november 2006 de eerste aflevering succesvol plaatsvond. Voor de volgende cursusdata in 2007, kunt u de STABU-website raadplegen.
Bestekteksten van fabrikanten in de gehele Benelux Door afspraken te maken tussen Cobosystems N.V. in België en de Stichting STABU in Nederland wordt het veel makkelijker voor fabrikanten om hun producten in de vorm van kant-enklare bestekteksten voor de Benelux beschikbaar te stellen. Cobosystems verzorgt voor fabrikanten ten behoeve van de Belgische en Luxemburgse markt bestekteksten die aansluiten op de aldaar bestaande systematiek van Het Neutraal Bestek. De Stichting STABU verzorgt voor de Nederlandse markt de zogenaamde Fabrikantgebonden Product Specificaties als onderdeel van de STABU-bestekssystematiek. Het Neutraal Bestek wordt uitgegeven in samenwerking met NAV, de Vlaamse Architectenorganisatie en in België en Luxemburg door ongeveer 850 architecten, openbare of private instellingen toegepast. De STABU-systematiek heeft ruim 1700 licentiehouders met 2400 gebruikers.
De twee besteksystemen kennen zeer grote verschillen en daarom zijn de bestekteksten voor fabrikanten in de drie landen ook zeer afwijkend van elkaar. Om fabrikanten te helpen deze hindernissen te slechten, verlenen zowel Cobosystems als STABU de dienst aan fabrikanten om hun producten in de juiste beschrijving in de verschillende markten af te zetten. Voor meer informatie: Cobosystems, Paul Kamerbeek, www.cobosystems.be Stichting STABU, Herman Kervel, www.stabu.org
Roadshow ‘Leven Lang leren’ In het kader van ‘Leven lang leren in de Bouw en Infrastructuur’ zal op 1 februari 2007 door SenterNovem in de Hight Tech Campus te Eindhoven een bijeenkomst worden verzorgd. Scholing van werknemers is cruciaal om de economische bedrijvigheid in Nederland te versterken en te behouden. In de huidige economische omstandigheden gaan veranderingen vaak zo snel dat ze zonder goed opgeleid personeel niet goed bij te benen zijn. Ondanks dat het belang van scholing door ondernemers wordt onderkend, blijkt het in de praktijk vooral voor kleinere bedrijven soms lastig hieraan handen en voeten te geven. Daarom komen tijdens deze roadshow goede voorbeelden van scholing en Leven Lang Leren aan de orde waaruit inspiratie kan worden geput. Het programma start met een presentatie van drs. H.J.A. Beereboom, senior arbeidsmarkt onderzoeker van het Economisch Instituut voor de bouwnijverheid. Demissionaire Staatssecretaris van Economische Zaken mevr. ir. K. van Gennip zal een scholingscheque uitreiken. De directeur van STABU, ir. M.L.A.M. van Hezik, is gevraagd om de rol van dagvoorzitter op zich te nemen.
SenterNovem SenterNovem is op 1 mei 2004 ontstaan uit de fusie tussen Senter en Novem, twee agentschappen van het Ministerie van Economische Zaken. Deze nieuwe organisatie bundelt kennis van innovatie, energie, klimaat, milieu en leefomgeving. SenterNovem draagt hiermee bij aan een sterkere positie van het bedrijfsleven in ons land en aan een duurzamere samenleving, met zorg voor mens en milieu.
rpstra, Unify foto: Daniëlle Te
STABU is gestart met een digitale nieuwsbrief, STABUm@il genaamd. Regelmatig zal daarin geïnformeerd worden over zogenaamde STABU-evenementen zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, beurzen, etc. Zo worden actuele zaken in een kort artikel weergegeven en de aandacht gevestigd op uitgebreidere artikelen die op onze website staan. STABUm@il wordt ongeveer 6 x per jaar verzonden naar alle geïnteresseerden. Wilt u de informatie ook ontvangen, meldt u zich aan via de website van STABU, www.stabu.org.
Stabum@il
STABU bulletin | 15
De Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen BNB streeft naar het bevorderen van de kennis, het inzicht en de vaardigheid van de bestekdeskundigen.
In kort bestek
BSB conformiteitsverklaring Het Bouwstoffenbesluit Bodem- en oppervlaktewaterbescherming 1) stelt eisen aan het toepassen van steenachtige bouwmaterialen en grond in werken. In het algemeen is de controle op de naleving van wettelijke bepalingen door de aannemer geen taak van de directie. Echter het Bouwstoffenbesluit richt zich in eerste instantie tot eigenaren /opdrachtgevers van het werk, zoals projectontwikkelaars, overheden, stichtingen, particulieren, bedrijven. In dit artikel zijn de consequenties van de wet voor de samensteller van het bestekboek 2) op een rij gezet. In het Bouwstoffenbesluit Bodem- en oppervlaktewaterbescherming (kortweg het Bouwstoffenbesluit) staan milieuhygiënische regels voor het toepassen van grond en/of steenachtige materialen in werken op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Niet elk materiaal valt onder de werking van het Bouwstoffenbesluit. Een bouwstof, die wordt toegepast in een bouwwerk, valt onder het besluit indien: • het een steenachtig materiaal betreft; • en indien het buiten worden toegepast. Volgens de definitie van het Bouwbesluit bestaan steenachtige materialen voor ten minste 10% uit silicium, calcium of aluminium. Voorbeelden van steenachtige materialen zijn: • beton, zand en grind; • dakpannen; • tegels; • keramische en betonnen (metsel)stenen; • bitumineuze dakbedekkingen. Vlakglas en metallisch aluminium vallen wel onder de definitie maar zijn uitgezonderd. Het besluit betreft zowel voor nieuwe als hergebruikte bouwstoffen. Omdat door uitloging en emissie stoffen uit een bouwmateriaal in de bodem terecht kunnen komen, heeft het besluit ook betrekking op bouwstoffen die op het eerste gezicht niet ‘op of in de bodem of in het oppervlaktewater worden aangebracht’.
ir. S.W. (Sietze) Wierda namens BNB 16 | STABU bulletin
De verantwoordelijkheid van eigenaren/opdrachtgevers Het Bouwstoffenbesluit richt zich in de eerste plaats op de eigenaar van de bouwstoffen of op de opdrachtgever van het werk. Op deze rust de verplichting gegevens over de chemische samenstelling en het uitlooggedrag van onder het besluit vallende bouwstoffen vast te leggen en deze beschikbaar te hebben. In een aantal gevallen moet tevoren melding worden gedaan aan het ‘bevoegd gezag’ (gemeenten). Voor de toepassing van alle bouwstoffen (behalve schone grond) geldt de verwijderingsplicht. De verwijderingsplicht is ingesteld om ervoor te zorgen dat, tijdens de levensduur van het gebouw, of als het gebouw niet meer wordt gebruikt, de bouwstoffen niet met de bodem vermengen. De eigenaar van het gebouw moet op het moment dat het werk niet meer gebruikt en onderhouden wordt de toegepaste bouwstoffen verwijderen. Om deze verwijdering mogelijk te maken moeten de bouwstoffen herneembaar zijn aangebracht. In verband met de informatieplicht die rust op de eigenaren/ opdrachtgevers van gebouwen, verdient het aanbeveling in het bestekboek, onder artikel 01.02.18, de bepaling 02 BOUWSTOFFENBESLUIT op te nemen. In deze tekst is bepaald dat de aannemer voor de onder het besluit vallende bouwstoffen een ‘erkende kwaliteitsverklaring of een partijkeuring ..’ overlegt. Het spreekt voor zich dat ook de directievoerder (op de bouwplaats) zich bewust moet zijn van de noodzaak van het overleggen van deze bewijsmiddelen door de aannemer.
Gebruik van certificaten De eigenaar/opdrachtgever kan met behulp van een erkende kwaliteitsverklaring de milieuhygiënische kwaliteit van een bouwstof aantonen. Bouwstoffen die geen erkende kwaliteitsverklaring hebben, kunnen met een partijkeuring aan de eisen van het Bouwstof-
fenbesluit worden getoetst. Daarvoor moet een monster van de partij bouwstoffen worden geanalyseerd in een laboratorium. De analyse moet gebeuren via het zogenaamde gebruikersprotocol. Volgens het Bouwstoffenbesluit mogen alleen bedrijven en instellingen monsters nemen en analyseren die door VROM en het ministerie van Verkeer & Waterstaat zijn aangewezen. Deze monsternemers en laboratoria gebruiken het ‘Kwaliteitswaarborg Bouwstoffenbesluit’, een bewijs dat ze hun werk volgens de eisen van het Bouwstoffenbesluit hebben gedaan. Een lijst met aangewezen monsternemers en laboratoria is te vinden op www.vrom.nl. Gezien de hoeveelheid toe te passen bouwstoffen wordt het gebruik van de tweede mogelijkheid in bouwkundige werken niet aanbevolen. Kwaliteitsverklaringen met NL-BSB keurmerk (afbeelding 1) geven aan dat de bouwstof voldoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit. (afbeelding 1: NL-BSB-keurmerk)
Het NL-BSB keurmerk De publiekrechtelijk erkende beoordelingsrichtlijnen, op grond waarvan een KOMO-certificaat wordt verstrekt, zijn zodanig ingericht dat het ‘gewone’ KOMO-certificaat tevens het bewijsmiddel vormt, dat de opdrachtgever ingevolge het Bouwstoffenbesluit beschikbaar moet houden. Bij de Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl) kan worden nagegaan voor welke producten een erkende kwaliteitsverklaring mag worden afgegeven. Volgens de BNB Richtlijn 01 3), artikel 4.3 dient in de bouwstofspecificaties van het bestekboek bij voorkeur gebruik te worden gemaakt van gecertificeerde bouwstoffen. Bouwstoffen die worden geleverd met KOMO-(attest-met-) productcertificaat zijn herkenbaar aan de toevoeging ‘(BRL ...’) in de specificatietitel. De voordelen van het voorschrijven van gecertificeerde bouwstoffen zijn de volgende: • Bouwstoffen met een KOMO-keurmerk op basis van een publiekrechtelijk erkende Beoordelingsrichtlijn (BRL) voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. • Gecertificeerde bouwstoffen (op basis van zowel de publiekrechtelijk erkende als de privaatrechtelijke Beoordelingsrichtlijnen) ‘worden geacht te zijn goedgekeurd in de zin van paragraaf 18 van de U.A.V. indien het betreffende document aan de directie is afgegeven en de bouwstoffen door de directie op het werk uitwendig visueel zijn beoordeeld en in orde bevonden.’ (zie STABU artikel 01.02.18, bepaling 01, eerste keuzetekst). • Een gebrek dat zich voordoet bij een gecertificeerde bouwstof (na de uitwendige en visuele beoordeling en goedkeuring) is automatisch een verborgen gebrek in de zin van U.A.V. par. 12 lid 3 (behoeft dus niet meer te worden aangetoond). Indien de bestekschrijver zich aan deze regel houdt, zullen bouwstoffen die vallen onder de werking van het Bouwbesluit en een KOMOkeurmerk hebben, altijd voldoen aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit. Het KOMO-certifcaat is daarmee het in bepaling 01.02.18 bepaling 02 verlangde bewijsmiddel, dat door de aannemer aan de directe worden verstrekt.
Indien in het bestekboek voor een bouwstof, die valt onder de werking van het bouwbesluit, geen KOMO-(attest-met-)productcertifcaat word verlangd, zal door de aannemer ingevolge het bepaalde in 01.02.18-02, een NL-BSB certificaat (conformiteitsverklaring) of een partijkeuringsrapport moeten worden verstrekt. Directievoerders zullen in dat geval aan de hand van (bijvoorbeeld) de checklist in de STABU-publicatie ‘Bouwstoffenbesluit’ moeten controleren of een bouwstof valt onder de werking van het Bouwstoffenbesluit, om vast te stellen van welke bouwstoffen de aannemer de verlangde bewijsmiddelen moet verstrekken. Het Bouwstoffenbesluit werd bij evaluatie als te ingewikkeld, te duur, te star en de slecht handhaafbaar bestempeld. Ook de normstelling stond onderdruk, omdat deze onvoldoende rekening hield met milieurisico’s. Daarom streeft VROM ernaar het Bouwstoffenbesluit te vervangen door het Besluit Bodembescherming. Het ‘Ontwerp-besluit houdende regels inzake bescherming van de bodem’ is gepubliceerd in de Staatscourant van 31 maart 2006. 2) De Stichting STABU en de BNB pleiten ervoor onderscheid te maken tussen ‘het bestek’ en ‘het bestekboek’: • Het bestek betreft de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing (U.A.V. par. 1 lid 1). • Het bestekboek bevat alleen de (met behulp van de STABU systematiek samengestelde) beschrijving van het werk en de voor het werk geldende voorwaarden. 3) Meer informatie betreffende de BNB Richtlijn 01 kan worden gevonden op www.bestek-deskundigen.nl onder ‘BNB keurmerk’ (in het ondermenu). 1)
Literatuur:
In de bestekboekspecificaties van bouwstoffen die vallen onder de werking van het Bouwstoffenbesluit kan dus in alle gevallen worden volstaan met de standaardtekst (vaste- of keuzetekst) ‘...leveren onder KOMO-(attest-met-)productcertificaat.’. Het toevoegen van de vrije tekst :...leveren onder NL-BSB conformiteitsverklaring overeenkomstig...’ is overbodig. De keuzeteksten betreffende de NL-BSB conformiteitsverklaring zijn vanaf uitgave 2006-1 niet meer in de STABU catalogus aanwezig.
• ‘Het Bouwstoffenbesluit. De hele bouw heeft er mee te maken.’, uitgave ministerie van VROM • ‘Bouwstoffenbesluit’, uitgave Stichting STABU.
STABU bulletin | 17
Uit de praktijk
Aanbesteden: de kern van het probleem Het probleem aanbesteden Je kunt de Cobouw of andere kranten niet openslaan of je komt al weer een publicatie tegen over aanbesteden. De ene keer handelt het over het mislukken van de aanbesteding van het busvervoer, dan weer is het bij de thuiszorg fout gegaan. De aanbestedingen in de bouw- en GWW- sector spannen echter de kroon. Wat is hier nu aan de hand?
r Ir. Piete
den den Eijn A.A. van
Wie is SMI? Stichting marktwerking Installatietechniek (SMI). SMI is een stichting die in de eerste plaats aanbestedingsprocedures ten behoeve van installatiebedrijven verder wil verbeteren. Daarbij streeft SMI naar evenwichtige, objectieve en transparante vraag- en aanbodverhoudingen. Daarnaast ondersteunt SMI - met kennis, expertise en praktisch (juridisch) advies - individuele installateurs op het gebied van aanbestedingen en contractvorming van installatietechnische werken in Nederland. Doordat SMI een onafhankelijke partij is, kan zij bij uitstek de aanbestedende dienst op onjuistheden wijzen. SMI slaat bovendien een brug tussen installatiebedrijven enerzijds en de aanbestedende partijen in de bouwkolom anderzijds, als het gaat om aanbestedingsreglementen en de gevolgen ervan voor de dagelijkse praktijk.
18 | STABU bulletin
Als we de zaken analyseren dan gaat het om het volgende probleem. Vanuit Europa zijn veel voorschriften opgesteld waaraan Europese aanbestedingen1) moeten voldoen. Deze voorschriften zijn opgesteld om een open Europese markt mogelijk te maken. Belangrijke begrippen daarbij zijn: transparantie, objectiviteit en non-discriminatie. Vanuit deze Europese regelgeving heeft de Nederlandse wetgever eigen regelgeving en reglementen opgesteld. En daar gaat het fout. In plaats van heldere eenduidige regelgeving waaruit duidelijk blijkt wat wel kan en wat niet mag, zijn er regels ontstaan die eigenlijk alléén interessant zijn voor juristen en die leiden tot juridische steekspellen. Een ander kenmerk van de reglementen is dat deze de laatste jaren eenzijdig door de overheid zijn opgesteld en als dictaat bij het bedrijfsleven zijn neergelegd. Dat het resultaat bureaucratisch is, weinig praktisch en helemaal vanuit de inkopende kant is opgesteld, is dan ook niet verwonderlijk. Met deze onduidelijke regelgeving in de hand moeten de overheidsdiensten aanbesteden. Veel inkopers, kopschuw geworden door al die problemen met aanbesteden, kiezen het zekere voor het onzekere en proberen bij de aanbesteding elk risico uit te sluiten. Resultaat is dat bij de aanbesteding vooral gelet op de vraag of er voldoende concurrentie is, maar nauwelijks gekeken wordt naar duurzaamheid, innovatie en efficiency. En dit komt het eindresultaat niet ten goede.
Een voorbeeld van inefficiency is een aanbesteding van een uitgebreid of complex werk, dus met een omvangrijk bestek. Zo’n bestek betekent voor alle partijen die aan deze aanbesteding meedoen, dat zij dit bestek dienen uit te trekken, voordat zij een prijs kunnen maken. Dat houdt in dat soms 10 à 15 partijen stuk voor stuk hetzelfde werk verzetten. Hier worden dan kosten gemaakt die vroeg of laat op een of ander manier goed gemaakt moeten worden. Hoe kan dit opgelost worden? Heel eenvoudig: door als aanbesteder hoeveelheidstaten ter beschikking te stellen. Deze zijn toch al opgemaakt. Het grote bijkomende voordeel is bovendien dat alle inschrijvingen goed vergelijkbaar zijn. Ook het begrip proportionaliteit geeft in de praktijk regelmatig aanleiding tot discussie. Door vast te leggen wat men onder proportionaliteit verstaat, bijvoorbeeld de gevraagde jaaromzet mag maximaal 4 maal de begrote projectomzet zijn, wordt elke onduidelijkheid over dit punt weggenomen. En dit voorkomt dure en onwenselijke procedures voor de rechter.
De oplossing voor dit probleem is nog niet in zicht De nieuwe aanbestedingswet die door de 2e Kamer in september goedgekeurd is, geeft in ieder geval niet de oplossing. Het is een kaderwet, waarin niet vastgelegd is hoe knelpunten en problemen aangepakt dienen te worden. Door middel van ‘Algemene Maatregelen van Bestuur’ (AMvB) zal de praktische invulling tot stand dienen te komen. Wellicht dat een goede invulling van de AMvB’s licht brengt. Maar het feit dat deze door de overheid opgesteld worden zonder inhoudelijk overleg met het bedrijfsleven doet vrezen dat de AMvB’s niet op de dagelijkse praktijk afgestemd zullen zijn. Bovendien blijft zo een lappendeken gehandhaafd. Gelukkig heeft de 1e Kamer inmiddels kritische vragen gesteld en de vinger precies op de zere plek gelegd.
Enig licht aan het eind van de tunnel? Een goed initiatief is genomen door de Regieraad Bouw. Uit hun analyse komt naar voren dat de Europese regelgeving niet het probleem is, maar dat veel aanbesteders niet in staat zijn te beoordelen welke mogelijkheden de regels bieden. Om aanbesteders daarmee te helpen en professioneel aanbesteden te stimuleren, zijn zij bezig een aantal praktische leidraden en een handleiding op te stellen. Die moeten aanbesteders ondersteunen om verstandige (lees: aanbesteden met focus op innovatief, duurzaamheid en praktisch) beslissingen te nemen. Echter deze leidraden zullen niet bindend zijn. Hiermee laat de Regieraad een ernstige steek vallen. Vrijblijvende leidraden gecombineerd met een weinig praktische regelgeving vanuit de overheid zullen blijven leiden tot een versnippering en verkokering van het aanbestedingsbeleid. En van de beloofde vereenvoudigingen en de beperking van de lasten van het bedrijfsleven zal helemaal geen sprake zijn. Het licht aan het einde van de tunnel, kan goed gevormd worden als de Regieraad daadwerkelijk betrokken wordt bij de opstelling van de AMvB’s Dan immers kunnen de leidraden en de handleiding als basis dienen voor deze AMvB’s. dit zijn aanbestedingen, waarvan de waarde boven de vastgestelde drempelbedragen liggen 1)
Auteurs: Ir. Pieter A.A. van den Eijnden Mr. Margreet C.A. van Deurzen SMI
STABU bulletin | 19
STABU
Cursusaanbod De Stichting STABU biedt een breed pakket opleidingen aan, gericht op de dagelijkse bestekspraktijk. De cursussen variëren van een introductie in de STABU-systematiek tot en met een volledige opleiding tot bestekschrijver. Een korte opsomming is hieronder vermeld.
Cursus STABU-bestekssystematiek Om de invoering van de STABU-bestekssystematiek binnen uw organisatie snel en effectief te laten verlopen, wordt door STABU een dagcursus georganiseerd. In één dag raakt u volledig vertrouwd met de STABU-systematiek. De prijs van deze cursus bedraagt € 345,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: 27 februari 2007; 10 april 2007; 22 mei 2007.
Cursus STABU Bestekken lezen De Stichting STABU helpt ontvangers van projectbestekken met het kritisch beoordelen van de inhoud. Waar zitten de voetangels en klemmen in de projectbestekken? Welke risico’s zitten erin verborgen? In een ochtend en een middag worden deze belangrijke zaken toegelicht. In deze cursus wordt uitgebreid aandacht besteed aan de uitleg van die administratieve en technische zaken die grote invloed kunnen hebben op de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de uitvoerende en toeleverende bedrijven in de bouw. Met deze kennis kunnen de bedrijfsrisico’s beter ingeschat worden. Dus alle zaken die invloed hebben op zekerheidstelling, garantie, coördinatie, aansprakelijkheid, verzekeringen en geschillen komen aan de orde. De prijs van deze cursus bedraagt € 345,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch.
20 | STABU bulletin
Op de volgende data is nog plaats: 6 februari 2007; 20 maart 2007; 1 mei 2007; 12 juni 2007.
Cursus Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U Deze cursus actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U is speciaal bedoeld voor hen die graag bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen in wet- en regelgeving in deze sector. De cursus is o.a. bestemd voor gebruikers, direct en indirect, van de STABU-bestekssystematiek zoals architecten- en ingenieursbureaus, de opdrachtgevende overheid, woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars en aannemers- en installatiebedrijven, leveranciers en producenten van bouwstoffen die in bestekken worden voorgeschreven en iedereen die in zijn of haar dagelijkse functie in het bouwproces te maken heeft met wet- en regelgeving. Door middel van deze cursus, van één dag, is men weer geheel op de hoogte van alle valkuilen in bouwcontracten en weet men hoe deze te vermijden. De prijs van deze cursus bedraagt € 345,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: 22 maart 2007; 24 mei 2007.
Opleiding STABU Bestekschrijver (24 dagdelen) Deze opleiding tot professionele bestekschrijver behandelt alle relevante onderdelen voor het opstellen van projectbestekken. Ook de nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de materialen vragen een steeds grotere kennis en deskundigheid van de bestekschrijver. In de andere bestaande cursussen en opleidingen wordt weliswaar aandacht besteed aan het belangrijke onderdeel ‘bestekken’ maar niet in die mate dat daarmee de professionaliteit van de bestekschrijver wordt verhoogd. Op verzoek van velen heeft de Stichting STABU daarom dertien jaar geleden deze opleiding opgezet. Uitgangspunt daarbij is de
kennisoverdracht door ervaren docenten, gericht op de dagelijkse praktijk. De opleiding is zowel bouwkundig als installatietechnisch georiënteerd. De opzet van de opleiding is zodanig dat direct kan worden ingespeeld op veranderingen in de praktijk. Tot op heden hebben ruim 630 deelnemers deze opleiding met goed gevolg afgesloten. De prijs van de opleiding is € 2995,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief diners, syllabi, overig studiemateriaal en examengelden. Aanmelden voor het cursusseizoen 2007/2008 is reeds mogelijk. Drie groepen zullen dan starten op respectievelijk 11 september, 13 september en 28 november 2007.
Opfriscursus bestekschrijver (4 dagdelen) Speciaal bedoeld voor degenen die de Opleiding Bestekschrijver hebben gevolgd en bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen. Hoe houdt men zijn kennis up-to-date? Zeker op dit moment, met enerzijds een grote werkdruk die het gevolg is van de grote bouwportefeuille en anderzijds het hoge tempo van nieuwe regelgeving op nationaal en Europees vlak, is dat een moeilijke zaak. Hoe staat het nu precies met geïntegreerde contractvorming, wet BIBOB, de vernieuwde Woningwet, Bouwstoffenbesluit (BSB), CE-markering en KOMO, enz. enz.? Deze cursus bestaat uit vier dagdelen (verdeeld over 2 ochtenden en middagen, inclusief lunch). De prijs van deze cursus bedraagt € 605,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch.
Verzekeringen in de bouw Op 1 januari 2006 is het nieuwe verzekeringsrecht, opgenomen in Titel 7.17 van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek, in werking getreden. Het huidige verzekeringsrecht in het Wetboek van Koophandel bestond namelijk al ruim 160 jaar en was volgens de wetgever hard aan vernieuwing toe. Het nieuwe verzekeringsrecht zal de relatie verzekeraar en verzekerde, zo is de verwachting, in sterke mate beïnvloeden. Om u wegwijs te maken in het nieuwe verzekeringsrecht en de gevolgen hiervan voor de bouw, wordt door de Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen verzekeringen in de bouw. De prijs van deze cursus bedraagt € 345,-exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: 1 maart 2007; 3 mei 2007.
Cursusdag UAVgc in de B&U Geïntegreerde contractvormen in de B&U sector zijn niet langer exclusief het domein van rijksopdrachtgevers. Om u wegwijs te maken in geïntegreerde contracten in de B&U sector, wordt door de Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen geïntegreerde contracten in de B&U sector. De prijs van deze cursus bedraagt € 399,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: 29 mei of 31 mei 2007
Bedrijfsgerichte cursussen Alle voornoemde cursussen en opleidingen zijn ook mogelijk ‘ín-company’ en compleet af te stemmen op de wensen van ùw organisatie.
Meer informatie Op de volgende data is nog plaats: 13 en 14 maart 2007.
Garanties in de bouw Garanties spelen in de bouw een belangrijke rol. Toch is het een niet éénduidig begrip. Om wegwijs te geraken in de complexe wereld van garanties, wordt door de Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen garanties in de bouw. De prijs van deze cursus bedraagt € 345,-- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2007), inclusief lesmateriaal en lunch.
Neem voor meer informatie over welke cursus het meest aansluit op uw behoeften, contact op met het hoofd opleidingen ing. H.H.M. (Henny) Miltenburg. Informatie over beschikbaarheid van plaats e.d. kunt u verkrijgen bij mevr. E. (Evelien) van der Tuuk tel. (0318) 633026 / e-mail:
[email protected] De meest actuele stand van zaken kunt u ook op de website van STABU vinden: www.stabu.org.
Op de volgende data is nog plaats: 12 april 2007; 14 juni 2007.
STABU bulletin | 21
In 2004 heeft het Algemeen Bestuur van de Stichting STABU besloten om de nieuw gestelde eisen aan de STABU-bestekssystematiek te aanvaarden en te verwerken. Deze eisen liggen vast in de publicatie ‘Aanzet tot een Programma van Eisen voor een specificatiesysteem voor de B&U d.d. 20 februari 2004’. Een breed samengestelde groep deskundigen vanuit alle geledingen uit de Nederlandse bouw heeft dit programma opgesteld.
Besteksmodule in PIM geheel gemoderniseerd Uitwerking Het STABU-bureau heeft in de afgelopen periode dit programma van eisen vertaald in een nieuwe besteksmodule die nu met PIM aan de markt beschikbaar wordt gesteld. Een kort overzicht van de vertaalde eisen: Toepassingsgebied: het PIM-specificatiesysteem kan bestekken produceren voor alle soorten bouwwerken, zowel prestatie als oplossingsgericht, voor zowel nieuwbouw, renovatie en onderhoud als sloop; Administratieve voorwaarden: het PIM-specifidatiesysteem maakt het mogelijk verschillende administratieve voorwaarden toe te passen waaronder U.A.V. 1989, UAVTI 1992 en de AVA 1992. De UAV-GC 2005 wordt voor gebruik nader toegelicht; Bepalingen: Het PIM-specificiatiesysteem geeft ook ruimte voor gebruiker-eigen bepalingen (bureaubepalingen). Het minimumkwaliteitsniveau wordt gewaarborgd in de STABU-Standaard die in 2007 weer wordt aangepast aan de laatste ontwikkelingen; Vrije decompositie/specificatieniveau: door de koppeling met de Elementenmethode kan nu zowel de prestatie als het bouwdeel worden beschreven op verschillende niveaus. Tevens kunnen nu ook de installaties en installatie-onderdelen goed beschreven worden; Omschakeling bouwdeel naar werksoort: PIM zorgt ervoor dat met een druk op de knop een elementgericht bestek wordt omgesorteerd naar een werksoortgericht (onderaannemer) bestek; Lay-out en typografie: de bestekschrijver heeft met PIM een grote vrijheid in de vormgeving van zijn bestek en kan veel onderscheid in de typen tekst aanbrengen; Werkbestek/revisiebestek: de eventuele Nota van inlichtingen en/of procesverbaal van Aanwijzingen kunnen in PIM digitaal in het projectbestek worden opgenomen;
22 | STABU bulletin
Koppeling bestekposten en begroting: via de koppeling aan de Elementenmethode is een werkbare koppeling met de gangbare calculatie/begrotingsprogramma’s gerealiseerd; Domeinkennis: door de permanente toevoeging van de relevante bouwdocumenten aan PIM zijn deze altijd door de bestekschrijver direct te raadplegen; Fabrikantenspecificaties: deze zijn in PIM zodanig ingebouwd dat de bestekschrijver op verschillende niveaus deze direct kan gebruiken; Overige eisen: de gestelde eisen betreffende toevoeging eigen teksten, gebruikersvriendelijkheid, systeemhuizen, uitwisselbaarheid, beveiliging, opeenvolgende versies, zoekopdrachten, hulpschermen, coderingen e.d. zijn allemaal in PIM ingevuld.
Wat nu nog te doen Het gehele Programma van Eisen is met PIM nu ingevuld behalve de eisen die aan ruimten gesteld moeten kunnen worden, het automatisch samenstellen van staten en de gewenste koppeling tussen bestekposten en tekeningen. Om deze drie nog resterende eisen te kunnen invullen wordt momenteel hard gewerkt aan de noodzakelijke randvoorwaarden zoals bijvoorbeeld de IFD library for buildingSMART. De verwachting is dat deze uitbreiding in de komende drie jaar aan de markt ter beschikking zal worden gesteld.
verfrissend eenvoudig
DE WOORDPOORT
s 200feb0ru7ari r u e b w Bou m zaterdag 1 g 5 t/
maanda
tand A Hal 9, S
079
een bestekverwerker met veel extra’s + Undo/Redo functie + Handig gebruik van moeder- en referentiebestekken + Uitgebreide opmaakfuncties + Afbeeldingen in bestek + Nota van inlichtingen generator + Automatische update functie + Koppeling met overige Digitale Huis software:
CAD + Bouwkosten + Bouwplantoetsing + Productinformatie
DE TWEE SNOEKEN AUTOMATISERING Postelstraat 49, ’s-Hertogenbosch � telefoon 073 614 04 08 � fax 073 612 89 77
[email protected] � www.tweesnoeken.nl / www.hetdigitalehuis.nl
colofon Februari 2007 Tweeëntwintigste jaargang no. 1
Prijsoverzicht STABU-producten
Het STABU-bulletin is het tweemaal per jaar verschijnende huisorgaan van de Stichting STABU over de voortgang van het STABU Bouwbreed Informatiesysteem. Het STABUkantoor is gevestigd aan de Willy Brandtlaan 81, 6716 RJ Ede.
De STABU-bestekssystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw bestaat uit:
Teksten: mr. M.C.A. van Deurzen ir. P.A.A. van den Eijnden ir. M.L.A.M. van Hezik J.C. van Kuijen ing. H.H.M. Miltenburg ing. J.G.G. Swagers A. Vermeulen ir. S.W. Wierda
Dit blad wordt geproduceerd en geredigeerd door: Stichting STABU Mevr. D.B. Kervel Postbus 36 6710 BA EDE Telefoon: (0318) 63 30 26 Telefax: (0318) 63 59 57 E-mail:
[email protected] Website: www.stabu.org Inlichtingen over advertentietarieven bij STABU.
• STABU-bestanden op cd-rom; • STABU Standaard 2001 (boekvorm); • 1 Wachtwoord voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website. De STABU-bestekssystematiek wordt geleverd na afsluiting van een licentie-overeenkomst waaraan een abonnement gekoppeld is. Deze licentie-overeenkomst wordt aangegaan voor een tijdvak van drie kalenderjaren alsmede het jaar waarin de licentie-overeenkomst wordt afgesloten. De genoemde prijzen zijn inclusief leverings- en administratiekosten en zijn exclusief de verschuldigde BTW. De STABU Standaard 2001 is tevens separaat te verkrijgen. De tarieven voor 2006 zijn d.d. 8 december 2006 door het Algemeen Bestuur van de Stichting STABU vastgesteld op: Aanschaf Licentie STABU in de periode
STABU COMPLEET (t/m 5 werkplekken*)
januari t/m maart april t/m juni juli t/m september oktober t/m december
880,- 660,- 440,- 220,--
Aanschaf Licentie STABU in de periode
STABU COMPACT (t/m 5 werkplekken*)
januari t/m maart april t/m juni juli t/m september oktober t/m december
370,- 277,50 185,- 92,50
Overname van de inhoud: na overleg met de redactie. Hoewel uiterste zorg is nagestreefd, staan wij niet in voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden en aanvaarden auteurs en redactie deswege geen aansprakelijkheid.
*Per vijf werkplekken wordt de prijs verdubbeld.
De gelieerde systeemhuizen hebben speciaal voor het ‘STABU-Compact’ gebruik ook hun STABU-programma tegen gereduceerde prijzen beschikbaar gesteld. De STABU Standaard 2001; dit is het boek waarin de basis kwaliteitseisen staan omschreven waaraan een werk moet voldoen op zowel technisch als administratief gebied:
ISSN: 1384-7872 STABU Standaard 2001
65,--
Vormgeving: skerp functionele communicatie, Doetinchem
Voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website is een extra wachtwoord te verkrijgen bij STABU:
Drukker:
Extra wachtwoord:
Drukkerij Hooiberg, Epe
103,--