Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
21 mei 2008 Algemene Rekenkamer, Lange Voorhout 8, Postbus 20015, 2500 EA Den Haag
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Inhoud
Bijlage A Uitwerking van millenniumontwikkelingsdoelen 3 en 5 in doelstellingen en indicatoren
1
Bijlage B Omschrijving van de beleidsintensivering ‘Gender en SRGR’ in de drie beleidsdocumenten
2
Bijlage C Inzet van Ministerie van BuZa op de beleidsintensivering ‘Gender en SRGR’
3
Gebruikte afkortingen
7
Literatuur
8
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Bijlage A Uitwerking van millenniumontwikkelingsdoelen 3 en 5 in doelstellingen en indicatoren
Doelen en doelstellingen
Indicatoren
3: Mannen en vrouwen gelijkwaardig Doelstelling 4:
9. Verhouding van het aantal meisjes en jongens
Wegwerken van genderongelijkheid in het
in het basis-, middelbaar en hoger onderwijs
basis- en voortgezet onderwijs, bij voorkeur
9a Verhouding basisonderwijs
al te realiseren in 2005, en uiterlijk in 2015
9b Verhouding middelbaar onderwijs
op alle onderwijsniveaus
9c Verhouding hoger onderwijs 10. Verhouding van het aantal geletterde vrouwen en mannen tussen de 15 en 24 jaar 1 11. Aandeel vrouwen met betaald werk in de niet-agrarische sector 12. Percentage nationale parlementszetels dat door vrouwen wordt ingenomen.
5: Verbetering van de gezondheid van moeders Doelstelling 6:
16. Moedersterftecijfer
Verlaging van de moedersterfte met
17. Percentage geboortes onder begeleiding van
driekwart in 2015 ten opzichte van 1990
geschoold personeel uit de gezondheidszorg 19 c. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen 2
Doelstelling: 3
Geboortecijfer onder adolescenten 4
Universele toegang tot reproductieve
Dekkingsgraad zwangerschapscontroles
gezondheidszorg in 2015
(minimaal één bezoek; minimaal vier bezoeken) 5 Onvervulde behoefte aan family planning 6
Bron: United Nations, 2007.
In de UN MDG database online (UN MDG Database Online, z.d.) brengt de VN alle meetgegevens (indien beschikbaar) samen.
1
Deze indicator is met ingang van oktober 2007 officieel vervallen (United Nations, 2007, p. 66 en
verder). 2
De indicator ‘Contraceptive prevalence rate’ is in oktober 2007 officieel verplaatst van MDG6 naar
MDG5. Dit is overeenkomstig het advies van de Inter-agency and Expert Group tijdens haar elfde bijeenkomst. In de UN MDG database online is deze indicator in maart 2007 verplaatst van MDG6 naar MDG5. 3
Deze doelstelling heeft in het jongste overzicht van het MDG-raamwerk geen nummer toegekend
gekregen. Eind 2006 heeft de Algemene Vergadering van de VN besloten tot het toevoegen van deze doelstelling aan het MDG-raamwerk. 4
Deze indicator is in oktober 2007 officieel toegevoegd aan het MDG-raamwerk.
5
Deze indicator is in oktober 2007 officieel toegevoegd aan het MDG-raamwerk.
6
Deze indicator is in oktober 2007 officieel toegevoegd aan het MDG-raamwerk.
1
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Bijlage B Omschrijving van de beleidsintensivering ‘Gender en SRGR’ in de drie beleidsdocumenten
Kabinetsagenda
Begroting 2008(beleidsagenda)
Beleidsbrief
Omschrijving van de
Een actieve agenda voor vrouwen-
Rechten van vrouwen en jongeren
Gelijke kansen en rechten
beleidsintensivering
rechten, met name SRGR,
(ook: Gender en reproductieve
voor vrouwen en SRGR
onderwijs voor meisjes en het
gezondheid)
(ook: Gender en SRGR)
• SRGR
• Gelijke kansen en rechten
tegengaan van moedersterfte Thema’s die daarbij worden genoemd
• Rechten en kansen voor meisjes en vrouwen, met extra aandacht
• Family planning
voor onderwijs
• Aanpak van geweld tegen vrouwen
• SRGR
• HIV/Aids
• Tegengaan moedersterfte
• Formele werkgelegenheid en
• Integratie SRGR en Hiv-
• Vrouwen als stille slachtoffers van geweld • SRGR
gelijke kansen op de arbeidsmarkt
voor vrouwen en meisjes
/aidspreventie
• Tegengaan van moedersterfte Twee deelonderwerpen op het terrein van lichamelijke veiligheid: • Bestrijding van geweld tegen vrouwen • Vrouwen als stille slachtoffers van oorlog en conflict Reden van intensivering
Dit is één van de terreinen waarop
Zonder substantiële verbetering van
Gelijke rechten en kansen
de nood het hoogst is en waar met
de positie van vrouwen worden
voor vrouwen en meisjes zijn
inzet van de Nederlandse overheid
MDG3 noch de andere MDG’s
voor het kabinet een absolute
de grootste winst kan worden
gehaald.
prioriteit én een noodzakelijke
geboekt
Moedersterfte is één van de meest
voorwaarde voor het bereiken
dramatische voorbeelden van
van alle overige millennium
ongelijkheid tussen rijk en arm
ontwikkelingsdoelen.
(tussen landen en binnen landen).
2
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Bijlage C Inzet van Ministerie van BuZa op de beleidsintensivering ‘Gender en SRGR’
Beleidsbrief
Begroting 2008
Inzet van Buitenlandse Zaken
Prestaties intensivering MDG3
Prestaties OD 5.3
Reconstructie Algemene Rekenkamer op
(volgens overzicht)
basis van nader onderzoek
MDG3-fonds voor het tegengaan
5.3.1. In 2008 zal de verhoogde inspanning voor de
Met andere partijen oprichten van en
van genderongelijkheid (Akkoord
versterking van de positie van vrouwen en de verhoogde
doen van uitgaven uit een ‘virtueel’
van Schokland)
bijdrage voor de inhaalslag op de MDG3 zichtbaar
MDG3-fonds, 7 dat lokale en regionale
worden in de krachtenbundeling van verschillende
organisaties steunt die actief zijn op het
nationale en internationale spelers. Zij zullen extra gaan
gebied van het bevorderen van
investeren in gelijkheid via een gemeenschappelijk
gendergelijkheid in ontwikkelingslanden
MDG3-fonds.
Uitgaven: 2008: € 10 miljoen 2009: € 15 miljoen 2010: € 15 miljoen Extra steun aan twee internationale vrouwenorganisaties op het terrein van vrouwenrechten resp. tegengaan vrouwenbesnijdenis. Deze steun wordt alsnog ondergebracht in het MDG3-fonds. 8 Uitgaven: 2008: € 4 miljoen 2009: € 4 miljoen 2010: € 6 miljoen
Bestrijding van geweld tegen
5.3.2. Realisatie van een effectief multi-partner initiatief
Extra bilaterale middelen voor de
vrouwen agenderen als elementair
met belangrijke organisaties uit het door Nederland
bestrijding van geweld tegen vrouwen in
7
Het virtuele gedeelte van het fonds zit hem in het feit dat de verschillende partijen in het fonds
nog niet hun middelen samenvoegen en/of samen uitgeven, maar dat ze wel met elkaar overleggen over de meest optimale inzet van middelen. BuZa is de enige die middelen in het MDG3-fonds zal inleggen en uitgeven, maar stemt dit wel af met de andere partijen. Die andere partijen zijn Women on Top, Women in Leadership, HIVOS, Oxfam/Novib, Cordaid, WO=MEN, ICCO en Kerk in Actie, Mama Cash en World Population Foundation (Tweede Kamer, 2007, p. 31). 8
Het MDG3-fonds wordt dus groter (2008: € 10 + 4 miljoen, 2009: € 15 + 4 miljoen, 2010: € 15
+ 6 miljoen) dan aanvankelijk voorzien, waarbij tegelijkertijd nu al vast ligt dat daaruit een bedrag ter hoogte van € 4 miljoen (2008) + € 4 miljoen (2009) + € 6 miljoen (2010) besteed wordt aan de genoemde twee organisaties. In eerdere informatie die aan de Tweede Kamer is verstrekt, werd de steun aan de organisaties voor vrouwenrechten en tegengaan van vrouwenbesnijdenis nog als aparte maatregel benoemd naast de investeringen in het MDG3-fonds (Tweede Kamer, 2007, p. 129, 162-163). 9
Dit is een voortzetting van reeds lopend beleid. In de begroting 2007 was één van de na te
streven resultaten bij OD 5.5: ‘In vijf post-conflictlanden zijn maatregelen genomen om seksegerelateerd geweld aan te pakken zoals demobilisatie en ontwapening, hervorming van de
3
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
vrouwenrecht, uitbreiding van
gefinancierde maatschappelijk middenveld, de VN-
vijf partnerlanden 9; bij de besteding ervan
publiciteitscampagnes door het
organisaties en andere relevante actoren, gericht op
moet aansluiting worden gezocht met
integreren van huiselijk en
concrete bestrijding van geweld tegen vrouwen en het
reeds bestaande lokale initiatieven 10.
seksueel geweld in hiv/aids en
opheffen van straffeloosheid in een aantal
Concrete invulling nog niet bekend, is
SRGR voorlichting, opvangen en
ontwikkelingslanden; Nederland zal hieraan een concrete
afhankelijk van de jaarplannen die
verzorgen van slachtoffers en het
bijdrage leveren in drie OS-partnerlanden.
ambassades indienen.
opheffen van straffeloosheid;
Uitgaven:
(Akkoord van Schokland)
2008: € 6 miljoen 2009: € 6 miljoen 2010: € 9 miljoen
Agenderen van seksegelijkheid
5.3.3. Seksegelijkheid zal op de agenda worden
Bij het High Level Forum on Aid
voor het High Level Forum on Aid
geplaatst van het High Level Forum on Aid Effectiveness
Effectiveness in Accra 2008 is één van de
Effectiveness in Accra
in Accra in 2008, dat de vooruitgang bespreekt van de
rondetafeldiscussies gewijd aan het thema
uitvoering van de Verklaring van Parijs over effectiviteit
‘seksegelijkheid’
van hulp.
Geen extra uitgaven. Wel scherpere inzet van Nederland op de agenda
Nederland steunt actief de
5.3.4. Nederland zal hervorming van de VN op zodanige
Nederland zet in op de vorming van één
instelling van een nieuw
manier ondersteunen dat deze op het gebied van MDG3
nieuw coördinerend VN-orgaan op het
coördinerend VN-orgaan op het
effectiever gaat functioneren en individuele organisaties
gebied van gender waarin de bestaande
gebied van gender11
doen wat zij zeggen.
VN-organisaties gericht op vrouwen opgaan. Geen extra uitgaven. Wel scherpere diplomatieke inzet van Nederland
Nederlands Nationaal Actieplan
5.3.5. Nederland zal een Nationaal Actieplan opstellen
Nederland stelt een Nationaal Actieplan
voor de uitvoering van VN-
voor zijn uitvoering van VN Veiligheidsraad resolutie
1325 op (gerealiseerd december 2007).
veiligheidsresolutie 1325 over
1325
Geen extra uitgaven. Wel bredere
vrouwen, vrede en veiligheid
12
afstemming en coördinatie dan zonder de beleidsintensivering het geval zou zijn geweest
In toelichting: Actieve
Maken van resultaatsafspraken over
genderdiplomatie in de (politieke)
gender in de jaarplannen 2008 van de
dialoog op nationaal niveau.
andere beleidsdirecties en ambassades (‘strakkere’ vorm van gender mainstreaming) Geen extra uitgaven.
Prestaties intensivering MDG5
Prestaties OD 5.5
Concrete afspraken over betere
5.5.1. Mede door inzet van Nederland zal de
Verbetering van de bestaande aanpak om
nationale plannen voor
internationale coördinatie rondom gezondheidssystemen
gezondheidssystemen te verbeteren in
gezondheidssystemen en betere
verbeterd zijn en in tenminste drie landen resulteren in
twee partnerlanden: Ethiopië en Mali.
afstemming en ondersteuning van
betere nationale plannen en betere afstemming en
Concrete invulling nog niet bekend, is
donoren en internationale
ondersteuning van donoren en internationale
afhankelijk van meerjarige strategische
organisaties
organisaties aan deze plannen (gemeenschappelijke
plannen van de ambassades. Op basis
prestatie voor OD 5.4 en OD 5.5).
daarvan wordt ook verdeling tussen decentrale (via ambassades) en centrale
veiligheidssector (Democratische republiek Congo) en maatregelen tegen zoutzuurgeweld (Bangladesh)’ (BuZa, 2006, p. 74). 10
Vooralsnog zijn negen landen geselecteerd: Ghana, Ethiopië, Mozambique, Guatemala,
Bangladesh, Nicaragua, Zuid-Afrika, de Democratische Republiek Congo en Macedonië (Tweede Kamer, 2007, p. 133). 11
Deze prestatie staat niet in het overzichtsschema op p. 27, maar wel in de toelichtende tekst op
p. 28 van de Beleidsbrief. Volgens het departement behoort de prestatie tot de beleidsintensivering. 12
Begin november 2007, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling 2007, is de Tweede Kamer
meegedeeld dat het Nationale Actieplan 1325 uiterlijk in december 2007 zal worden vastgesteld (Tweede Kamer, 2007, p. 133). Deze prestatie is dus al gerealiseerd in 2007, terwijl hij als nog te realiseren prestatie in de begroting voor 2008 is opgenomen.
4
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
besteding (via departement) van middelen bepaald. Mogelijke invullingen: • Betalen van de kosten van het analyseren en van het ontwerpen van oplossingsstrategieën voor bottle necks in de samenwerking tussen internationale organisaties, nieuwe internationale fondsen, donoren en ontwikkelingslanden op het gebied van gezondheidszorg. • Verbeteren van programma’s die ambassades voorstellen (inhoudelijke en financiële onderbouwing, finance tracking en evaluatie en monitoring) • Ondersteunen van regionale aanpak van (bij-)scholen van vroedvrouwen (af te stemmen met de onderwijssector) Maatregel vloeit voort uit het in september 2007 gesloten International Health Partnerschip. Uitgaven: 2008: € 3 miljoen 2009: € 5 miljoen 2010: € 9 miljoen Toename van het gebruik van
5.5.2. Mede door de Nederlandse inzet in de
Meer SRGR-diensten en middelen
dienstverlening en producten op
Reproductive Health Supplies Coalition zal in een aantal
beschikbaar, met name in noodsituaties
het gebied van seksuele en
(OS-partner)landen de logistiek en distributie rondom
(post-conflictgebieden en fragiele staten).
reproductieve gezondheid en
middelen voor reproductieve gezondheid structureel
Maatregel komt neer op een intensivering
rechten, onder andere door een
verbeterd zijn.
van de bestaande inzet in RHSC.
prijsdaling van het
Concrete invulling grotendeels nog niet
vrouwencondoom en de
bekend, is afhankelijk van voorstellen die
ontwikkeling van hittebestendige
organisaties momenteel uitwerken.
oxytocine tegen bloedingen bij
Mogelijke invullingen:
bevallingen in OS-landen, zoals
• Verhogen bijdrage UNFPA
vastgelegd in het Akkoord van
• Leveren van bijdrage aan beschikbaar
Schokland. Ondersteuning van de
maken van medische abortuspillen.
Reproductive Health Supplies
Al wel is besloten tot:
Coalition ter verbetering van de
• Bijdrage aan MSI voor het betrekken
logistiek en distributie van
van private partners bij het
middelen voor reproductieve
beschikbaar stellen van SRGR-
gezondheid.
dienstverlening en –middelen. 13 Uitgaven: 2008: € 4 miljoen 2009: € 6 miljoen, waarvan € 2 miljoen voor MSI 2010: € 6 miljoen, waarvan € 2 miljoen voor MSI 5.5.3. Door de activiteiten van een door Nederland
Bij elkaar brengen van de relevante
ondersteund publiekprivaat samenwerkingsverband zal
spelers (nationaal, multilateraal,
de prijs van het vrouwencondoom zodanig dalen dat dit
internationaal) en leveren van een
voor veel meer vrouwen betaalbaar is geworden.
bijdrage aan het fonds dat wordt opgericht om de productie, social
13
MSI staat voor Mary Stopes International, een internationale NGO.
5
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
marketing en logistieke keten van het vrouwencondoom op te zetten. 14 Uitgaven: 2008 t/m 2010: € 5 miljoen (niet uitgesplitst) Uitgaven vallen niet onder OD 5.3 maar OD 5.6 (Akkoord van Schokland) 5.5.4. Mede door de Nederlandse ondersteuning van
Vanaf 2008 specifieke afspraken maken
internationale NGO’s zal in ten minste drie (OS-
binnen de strategische allianties met
partner)landen het gebruik door jongeren van
internationale NGO’s over SRGR-gebruik
dienstverlening en producten op het gebied van seksuele
door jongeren.
en reproductieve gezondheid significant zijn vergroot.
Geen extra uitgaven
Training van vroedvrouwen voor
5.5.5 Mede door de Nederlandse bijdrage aan de training
Geven van steun aan een internationale
bevallingen onder professionele
van vroedvrouwen zullen meer vrouwen adequate
organisatie voor het verbeteren van de
begeleiding
begeleiding hebben bij bevallingen.
dienstverlening tijdens de zwangerschap, geboorte en kraamtijd. Uitgaven: 2008: € 2 miljoen 2009: € 2 miljoen 2010: 2 miljoen
(Deze maatregel valt niet duidelijk onder één van de
Bijdrage aan Global Health and Health
bovengenoemde prestaties) 15
Systems Research (Akkoord van Schokland). 16 Met de uitkomsten van het onderzoek kan het Nederlandse beleid over mondiale gezondheid een betere wetenschappelijke onderbouwing krijgen (wat werkt wel en niet) Uitgaven: 2008: € 1 miljoen 2009: € 2 miljoen 2010: € 3 miljoen
14
In antwoord op een Kamervraag is aangegeven dat het Schoklandakkoord over het vrouwen-
condoom beoogt om in een ‘veldtest’ na te gaan of de productafname stijgt als de prijs drastisch omlaag wordt gebracht. Als de veldtest slaagt zal de toegang tot het vrouwencondoom op termijn net zo groot zijn als die tot mannencondooms. Momenteel is de prijs van een vrouwencondoom tot tien keer die van een mannencondoom (Tweede Kamer, 2007, p. 142). 15
Het departement geeft aan dat de maatregel nog het best zou passen bij prestatie 5.5.1.
16
Dit Akkoord van Schokland is niet genoemd in de beleidsbrief.
6
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Gebruikte afkortingen
BuZa
Buitenlandse Zaken
MDG
Millennium Development Goal
MSI
Marie Stopes International
NGO
Niet-gouvernementele organisatie
OD
Operationeel doel
OS
Ontwikkelingssamenwerking
RHSC
Reproductive Health Supplies Coalition
SRGR
Seksuele en reproductieve rechten
UN
United Nations
UNFPA
United Nations Population Fund
VN
Verenigde Naties
7
Staat van de beleidsinformatie 2008: bijlagen
Literatuur
BuZa (2006). Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2007; Memorie van toelichting Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 30 800 hoofdstuk V, nr. 2. Den Haag: Sdu.
Tweede Kamer (2007). Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008: Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden. Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 31200 V, nr. 12. Den Haag: Sdu.
United Nations (2007). Report of the Secretary-General on the work of the Organization. New York.
8