ST. ALOYSIUS COLLEGE
OVERGANGSNORMEN 2015-2016
Inhoud Algemene aanwijzingen en uitgangspunten
3
Bevorderingsnorm klas 1 MAVO en HAVO
5
Bevorderingsnorm klas 2 MAVO en HAVO
6
Bevorderingsnorm klas 3 MAVO en HAVO
7
Aanvullende regels voor bevordering naar de HAVO van het ATC
9
2
Algemene aanwijzingen en uitgangspunten
1.
Alle actuele en reeds eerder behaalde cijfers zijn in de digitale omgeving ‘Magister’ in te zien.
2.
Alle vakken tellen bij de overgangsbesprekingen in gelijke mate mee. Het vak rekenen vormt hierop een uitzondering.
3.
Leerlingen uit klas 1 ontvangen half november een voortgangsrapport op papier. Alle leerlingen uit klas 1 t/m 3 ontvangen aan het eind van het schooljaar het overgangsrapport op papier.
4.
Leerlingen uit klas 4 krijgen drie maal een uitdraai uit het examendossier. Voor het centraal schriftelijk eindexamen (CSE) wordt er een eindlijst met schoolexamencijfers uitgereikt.
5.
Voor de klassen 1, 2 en 3 wordt op het rapport een cijferschaal van 1 t/m 10 gehanteerd. In principe worden in klas 1 cijfers lager dan een 4 op het rapport opgehoogd tot een 4.
6.
Rapportcijfers zijn altijd een uitdrukking van leerprestaties. In de klassen 1 t/m 3 wordt tevens per vak een beoordeling gegeven voor betrokkenheid, uitgedrukt in onvoldoende (O), matig (M), voldoende (V) of goed (G). Deze beoordeling wordt meegenomen in de (eind)bespreking.
7.
Cijfers voor de rapporten in klas 1, 2 en 3 worden bepaald door het gemiddelde van toetsen, overhoringen en werkstukken behaald in de achterliggende periode(s).
3
8.
Aan het eind van het schooljaar maken alle leerlingen uit klas 1 t/m 3 een jaarproefwerk.
a)
De cijfers op het overgangsrapport voor klas 1 en 2 worden dan samengesteld uit het voortschrijdend gemiddelde (VG) en de resultaten behaald in dit jaarproefwerk. Het voortschrijdende gemiddelde wordt bepaald door het gemiddelde resultaat voor toetsen, overhoringen en werkstukken behaald gedurende het gehele schooljaar. De verhouding van het voortschrijdend gemiddelde en het resultaat behaald voor het jaarproefwerk is 3:1.
b)
De cijfers op het overgangsrapport voor klas 3 worden samengesteld uit het voortschrijdend gemiddelde (VG) en de resultaten behaald in de tentamens TW1 en TW2. Het voortschrijdend gemiddelde (VG) wordt bepaald door het gemiddelde resultaat voor toetsen, overhoringen en werkstukken behaald gedurende het gehele schooljaar. De verhouding tussen het voortschrijdend gemiddelde en beide tentamenweken is: 60% VG, 15% TW1 en 25% TW2.
9.
De cijfers op het eindrapport worden afgerond op hele cijfers. Afronding gaat volgens het examenreglement voor schoolexamens. Het op één decimaal afgeronde cijfer op het eindrapport MAVO 3 telt voor het examendossier MAVO 4 als tentamencijfer 1.
10.
De cijferstructuur voor Engels in klas 3 is afwijkend. Alle leerlingen in klas 3 volgen een individueel Anglia programma en behalen daarmee resultaten: individueel programma (IP). Daarnaast behalen alle leerlingen resultaten voor een collectief programma (CP) dat voor alle leerlingen hetzelfde is en gericht is op het eindexamen MAVO. Het resultaat behaald voor het CP wordt door de leerlingen meegenomen als eerst meetellende cijfer in het examendossier. Voor het bepalen van het voortschrijdend gemiddelde (VG) wordt de volgende formule gehanteerd: (IP + CP) : 2 = VG.
4
11.
Een leerling kan van MAVO naar HAVO bevorderd worden als het gemiddelde resultaat van de op één decimaal afgeronde rapportcijfers een 8,0 of hoger is. Verder mogen er geen onvoldoendes op het rapport voorkomen. Daarnaast dient ook een meerderheid in de docentenvergadering achter deze overstap te staan. Indien nodig beslist de schoolleiding in laatste instantie over een mogelijke overstap.
12.
Een leerling die op de Havo-afdeling niet kan worden bevorderd, wordt geadviseerd zijn/haar opleiding te vervolgen op de Mavo-afdeling.
13.
Leerlingen in de onderbouw hebben gedurende het schooljaar een drietal projecten. De resultaten behaald voor het project kunnen gebruikt worden bij het behalen van het rapportcijfer als de docent dat van te voren heeft aangegeven en worden tevens verwerkt in een, apart op het rapport vermelde, projectbeoordeling d.m.v. een letter: O (onvoldoende) – M (matig) - V (voldoende) – G (goed). De projecten moeten minstens met een voldoende zijn beoordeeld.
14.
De overgangsnormen worden toegepast op de afgeronde cijfers van het eindrapport. Er wordt hierbij gewerkt met voldoendes/onvoldoendes: één 5 = 1 x onvoldoende één 4 = 2 x onvoldoende één 3 = 3 x onvoldoende
15.
De eindverantwoordelijkheid voor de rapportage en de daaruit voortvloeiende beslissing berust bij de directeur.
5
Bevorderingsnorm:
klas 1 HAVO naar klas 2 HAVO
klas 1 MAVO naar klas 2 MAVO of klas 2 HAVO
Algemene bepalingen Voor de normen tellen alle vakken (Nederlands, Engels, Frans, M&M, biologie, techniek, wiskunde, K&M (kunst en media) en lichamelijke opvoeding (LO)) in gelijke mate mee.
Algemene eisen Een leerling wordt bevorderd van klas 1 MAVO naar klas 2 MAVO bij 2 of minder onvoldoendes.
Een leerling wordt bevorderd van klas 1 HAVO naar klas 2 HAVO bij 2 of minder onvoldoendes.
Als een leerling niet aan de algemene eisen voldoet, is deze een bespreekgeval. Indien nodig adviseert de school de ouders en de leerling over het vervolgtraject.
6
Bevorderingsnorm:
klas 2 MAVO naar klas 3 MAVO
klas 2 HAVO naar klas 3 HAVO
Algemene bepalingen Voor de normen tellen alle door de leerling gevolgde vakken (Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, M&M, economie (MAVO), NaSk (natuur- en scheikunde), biologie, wiskunde, techniek, K&M (kunst en media) en lichamelijke opvoeding) in gelijke mate mee.
Algemene eisen Een leerling wordt bevorderd van klas 2 MAVO naar klas 3 MAVO bij 2 of minder onvoldoendes.
Een leerling wordt bevorderd van klas 2 HAVO naar klas 3 HAVO bij 2 of minder onvoldoendes.
Als een leerling niet aan de algemene eisen voldoet, is deze een bespreekgeval. Indien nodig adviseert de school de ouders en de leerling over het vervolgtraject.
7
Bevorderingsnorm:
klas 3 MAVO naar klas 4 MAVO klas 3 HAVO naar klas 4 HAVO
Algemene bepalingen. Voor de normen tellen de volgende vakken in gelijke mate mee: Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer (MAVO), economie, natuurkunde- en scheikunde I (natuurkunde), natuur- en scheikunde II (scheikunde), biologie, wiskunde, kunst en media (K&M), lichamelijke opvoeding, technologie (MAVO).
Algemene eisen Een leerling wordt bevorderd van klas 3 MAVO naar klas 4 MAVO als deze: A
Voor de vakken Nederlands en Engels samen minstens 11 punten heeft behaald. Voor beide vakken geldt dat er nooit een lager cijfer mag staan dan het cijfer 4.
B
Niet meer dan 3 onvoldoendes heeft.
C1
Voor ten hoogste één van zijn gekozen examenvakken het cijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige gekozen examenvakken het cijfer 6 of hoger.
C2
Voor ten hoogste één van zijn gekozen examenvakken het cijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige gekozen examenvakken het cijfer 6 of hoger waarvan tenminste één cijfer 7 of hoger.
C3
Voor twee van zijn gekozen examenvakken het cijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige gekozen examenvakken het cijfer 6 of hoger waarvan tenminste één cijfer 7 of hoger.
Voldoet een leerling niet aan bovenstaande, dan is hij/zij een bespreekgeval. Indien nodig adviseert de school de ouders en de leerling over het vervolgtraject binnen dan wel buiten de school.
8
Een leerling wordt bevorderd van klas 3 HAVO naar klas 4 HAVO bij 3 of minder onvoldoendes in maximaal twee van de examenvakken (zie punt 13 van de algemene aanwijzingen en uitgangspunten).
Voor bevordering van Havo 3 naar Havo 4 van het ATC gelden de volgende aanvullende afspraken:
Voor de examenvakken is gemiddeld het cijfer 6 behaald. Dat
•
betekent dat eventueel onvoldoendes moeten worden gecompenseerd. Daarbij geldt dat het eindcijfer 7 één compensatiepunt oplevert, het eindcijfer 8 levert twee compensatiepunten, etc. De niet-examenvakken (te weten LO en KV1) moeten voldoende afgesloten zijn.
•
Het puntentotaal van Nederlands en Engels samen minimaal 11
•
is (met maximaal 1 x het cijfer 5). •
Rekenen is afgerond minimaal het cijfer 5.
•
Er is voldaan aan de eisen van één van de profielen.
Opmerking : om wiskunde-B te kunnen volgen is tenminste het cijfer 7,0 nodig voor wiskunde. Profieleisen:
-
Om de profielen Economie en maatschappij, Natuur en gezondheid of Natuur en techniek te kunnen volgen moet wiskunde voldoende zijn afgesloten.
-
Daarnaast mag een leerling maximaal 1 x het cijfer 5 hebben voor de (overige) profielvakken binnen een profiel. De profielvakken zijn: •
Cultuur en maatschappij: geschiedenis, kunst en de gekozen moderne vreemde taal
•
Economie en maatschappij: economie en geschiedenis
•
Natuur en gezondheid: scheikunde en biologie
•
Natuur en techniek: scheikunde en natuurkunde
9