SROI-analyse Infoplein Schoonoord
Colofon Onderzoek en rapportage:
Erwin Matijsen Ferry Wester
Lay-out:
Erwin Matijsen
Uitgave:
STAMM CMO (Eemland 5b) Postbus 954 9400 AZ Assen T 0592-394400 E
[email protected] I www.stamm.nl
Kenmerk: Datum:
februari 2011
Inhoudsopgave SROI-analyse Infoplein Schoonoord....................................................................................................... 1 1 | Inleiding............................................................................................................................................. 5 1.1 | Inleiding en achtergrond....................................................................................................... 5 1.2 | Social Return On Investment................................................................................................ 5 2 | Analyse.............................................................................................................................................. 6 2.1 | Theory of Change................................................................................................................. 6 2.1.1 | Het sociaal probleem.......................................................................................... 6 2.1.2 | De urgentie......................................................................................................... 6 2.1.3 | De schaal en doelgroep......................................................................................6 2.1.4 | Oplossing probleem............................................................................................ 7 2.1.5 | Het doel.............................................................................................................. 7 2.2 | Stakeholdersanalyse............................................................................................................ 7 2.2.1 | Input................................................................................................................... 7 2.2.2 | Activiteiten.......................................................................................................... 7 2.2.3 | Output................................................................................................................. 8 2.2.4 | Outcome ............................................................................................................ 8 2.2.5 | De SROI-ratio..................................................................................................... 9 3 | Conclusies en aanbevelingen.......................................................................................................... 11 3.1 | Conclusies.......................................................................................................................... 11 3.1.1 | Scherper formuleren wat de doelstellingen, de noodzaak, het bereik en de aanpak van de Infopleinen zijn. ..................................................................................11 3.1.2 | Tussentijds vast stellen of de Infopleinen op ‘koers’ liggen of dat de koers bijgesteld moet worden (andere of nieuwe keuzes) moet worden om de doelstellingen te bereiken................................................................................................................... 11 3.1.3 | Zicht krijgen op de verhouding tussen investeringen en opbrengsten (waarde). .................................................................................................................................... 11 3.2 | Aanbevelingen.................................................................................................................... 12 3.2.1 | Monitoren op de outcome 'sneller bediend op de vragen'.................................12 3.2.2 | Impact verhogen............................................................................................... 12 3.3 | Tot slot................................................................................................................................ 12 Bijlagen................................................................................................................................................. 15 Bijlage 1: het waardespel met de burgers...................................................................................15
1 | Inleiding 1.1 | Inleiding en achtergrond In de gemeente Coevorden is Welzijn 2000 in samenwerking met de bibliotheek, Icare en Woonservice zogenaamde servicepunten aan het realiseren. Servicepunten zijn loketten waar alle burgers met alle vragen over wonen, welzijn en zorg terecht kunnen. Het Infoplein verwijst waar mogelijk de vraag door naar de juiste organisatie of instelling. Dit kan waar mogelijk kosteloos. Tevens is er mogelijkheid tot ontmoeting en ontspanning. Sinds april 2010 is in Schoonoord het eerste servicepunt, Infoplein genoemd, actief. Inmiddels is er ook één in Oosterhesselen geopend en staan er nog meer gepland. Dit rapport gaat slechts over het Infoplein in Schoonoord. De resultaten zullen echter voor alle Infopleinen vergelijkbaar zijn. Welzijn 2000 wil: 1. Scherper formuleren wat de doelstellingen, de noodzaak, het bereik en de aanpak van de Infopleinen zijn. 2. Tussentijds vast stellen of de Infopleinen op ‘koers’ liggen of dat de koers bijgesteld moet worden (andere of nieuwe keuzes) om de doelstellingen te bereiken. 3. Zicht krijgen op de verhouding tussen investeringen en opbrengsten (waarde).
1.2 | Social Return On Investment Social Return On Investment (SROI) is een methode die het maatschappelijke en economisch rendement van projecten, organisaties of beleid zichtbaar wil maken. Met SROI wordt de verhouding bepaald tussen investeringen zoals subsidies en tijd enerzijds en de opbrengsten (de waarde) van een maatschappelijk project anderzijds. Een SROI-analyse leent zich uitstekend voor alle drie hierboven genoemde punten. Een SROI-analyse kent drie fasen, welke overeenkomen met de drie wensen van Welzijn 2000. I. Theory of change. In deze fase wordt beschreven welk probleem het project oplost, wat erdoor verandert. Er zijn vijf vragen die in deze stap beantwoord worden. Met deze vragen wordt punt 1 beantwoord. De Theory of Change levert een scherpe analyse van de projectdoelen en de projectaanpak op. a. Wat is het probleem? b. Wat is de urgentie, wat gebeurt er als het probleem niét wordt aangepakt? c. Wat is de omvang van het probleem? d. Wat is de aanpak van het probleem, hoe los je het op? e. Wat zijn de doelstellingen van het project (zo SMART mogelijk)? II.Stakeholdersanalyse. In verschillende stappen wordt per belanghebbende nagegaan wat zij in het project inbrengen, wat ze doen en wat het voor ze oplevert. Door deze stap wordt helder wat er gebeurt en wat dit oplevert. Hiermee wordt duidelijk of het project nog op koers ligt. Punt 2 is hiermee beantwoord. III. Waarderen van de opbrengsten. Een opbrengst van een Infoplein voor burgers is bijvoorbeeld dat ze eenvoudiger informatie kunnen krijgen over welzijnszaken. In de laatste fase wordt dit uitgedrukt in een financiële waarde, via bijvoorbeeld een waardespel. Zo kunnen kosten en opbrengsten eenvoudig vergeleken worden. Punt 3 is hiermee beantwoord. De Infopleinen hebben waarde voor de burgers en voor andere belanghebbenden zoals Welzijn 2000, Icare en Woonservice, de gemeente en de bibliotheek. Voor hen kan bijvoorbeeld een opbrengst zijn dat er eenvoudiger contact wordt gemaakt met de burger. De (meer)waarde van alle belanghebbenden zal worden onderzocht, zodat een totaalbeeld verkregen wordt.
5
2 | Analyse 2.1 | Theory of Change De theory of Change stelt vast wat het sociaal probleem is waar de oplossing (het Infoplein) voor bedoeld is, hoe urgent het probleem is, wat de schaal is en tot slot wat het precieze doel van het Infoplein is.
2.1.1 | Het sociaal probleem Het sociale probleem is kort geformuleerd het probleem dat het Infoplein oplost. Elke stakeholder kan een ander sociaal probleem ervaren. Hier is geprobeerd om een zo gemeenschappelijk mogelijk probleem te formuleren. Uit de interviews met de verschillende stakeholders komen drie aspecten van het sociaal probleem naar voren: 1. Mensen uit Schoonoord gaan - als zij vragen hebben of ondersteuning nodig hebben - niet snel naar Coevorden. Er is een mentale en fysieke barrière om naar Coevorden te gaan, waar de meeste voorzieningen zijn. Zij worden dus onvoldoende bereikt. 2. De Kanteling van de WMO vraagt om een andere aanpak bij het bevorderen van de zelfredzaamheid van de burgers in Schoonoord en omgeving. De gemeente heeft hier een rol in; wettelijk heeft de gemeente een compensatieplicht, d.w.z. de gemeenten moeten mensen met een beperking compenseren, d.w.z. een vorm van ondersteuning bieden zodat zij kunnen participeren. 3. De stakeholders willen de doelgroep beter bereiken en daarom meer aanwezig zijn in Schoonoord en dichter bij de (potentiële) doelgroep zitten. Deze drie uitgangspunten samen leiden tot het volgende sociale probleem, welke voor (bijna) alle stakeholders van toepassing is: Mensen die een vraag naar ondersteuning hebben, bereiken onvoldoende de instellingen/organisaties omdat zij niet naar het Wmo loket in Coevorden komen, waar ook de meeste voorzieningen zijn. De fysieke en sociale barrière is voor de mensen te groot.
2.1.2 | De urgentie Wat gebeurt er als er niet een Infopunt zou komen? Naar alle waarschijnlijkheid zullen mensen met hun vragen om hulp later bij hulpinstanties terecht komen, waardoor in een later stadium vaak duurdere zorg geboden moet worden.
2.1.3 | De schaal en doelgroep In principe alle bewoners van Schoonoord die vragen hebben en/of een vraag om ondersteuning. In de praktijk gaat het veelal om mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychiatrische achtergrond en vooral om ouderen.
6
2.1.4 | Oplossing probleem Om dit probleem aan te pakken wordt in Schoonoord een soort dependance van het Wmo loket opgezet, zodat de mensen voor hun vragen dáár terecht kunnen.
2.1.5 | Het doel Het bieden van één centrale plek voor alle inwoners van Schoonoord en omgeving waar zij terecht kunnen met vragen over wonen, welzijn en zorg, zodat zij de betrokken organisaties beter kunnen vinden en andersom dat de betrokken organisaties hen beter kunnen bereiken. Doel is ook dat lichte vormen van ondersteuning gemakkelijker binnen het dorp kunnen worden georganiseerd.
2.2 | Stakeholdersanalyse 2.2.1 | Input De input is opgedeeld in tijd, geld/materiaal en natura. Onder tijd vallen in dit geval alle uren die aan het Infoplein zijn en worden besteed, zoals overleggen, bemannen, aansturen et cetera. Onder geld/materiaal vallen zaken als computers, bureau’s, folders en andere PR middelen. Onder natura valt enkel de beschikbare ruimte. De bibliotheek stelt deze gratis beschikbaar, maar er is wel een prijskaartje aan te hangen. De gemeente heeft enkel financiële input, via de financiering van Welzijn 2000. Alhoewel de input van Welzijn 2000 dus (deels) hetzelfde is als de input van de gemeente, is alles slechts eenmaal geteld. Tabel 1: input per stakeholder Stakeholder
Input
Welzijn 2000
Materiaal, manuren Infoplein, manuren stuurgroep, PR
Icare
Manuren stuurgroep, manuren Infoplein, PR
Woonservice
Manuren stuurgroep, manuren Infoplein, PR
Bibliotheek Schoonoord
Manuren stuurgroep, ruimte
Gemeente Coevorden
Geld (via Welzijn 2000)
Dit alles tezamen levert een jaarlijkse input op van (alles is afgerond): Tijd Materiaal PR Ruimte
€ 14.000,€ 500,€ 3.000,€ 3.900,-------------€ 21.400,-
per jaar
2.2.2 | Activiteiten Elke stakeholder die een input levert, heeft ook activiteiten. De voornaamste activiteiten zijn hier in tabel 2 weergegeven.
7
Tabel 2: activiteiten per stakeholder Stakeholder
Activiteit(en)
Welzijn 2000
Voorzitterschap, ontwikkeling, bemannen Infoplein, PR, netwerk opbouwen
Icare
Aansturen, coördinatie, beantwoorden vragen
Woonservice
Voorzitten, ontwikkeling, op gang krijgen, aansturen, beantwoorden vragen
Bibliotheek Schoonoord
Overleg, PR, organiseren acitviteiten (gewenst)
Gemeente
Geen
2.2.3 | Output Elke activiteit leidt tot een output, een concreet waarneembaar, telbaar resultaat. Bijvoorbeeld: elke week een aantal bezoekers. Omdat het Infoplein nog niet zo lang bestaat is het moeilijk precieze aantallen in te schatten. Dit wordt hier dan ook achterwege gelaten. Tabel 3: output per stakeholder Stakeholder
Output
Welzijn 2000
Aantal bezoekers per week, beantwoordde vragen, burgers kennen Infoplein, instellingen bereikbaar voor Infoplein
Icare
Beantwoordde vragen
Woonservice
Beantwoordde vragen
Bibliotheek Schoonoord
Extra activiteiten n.a.v. Infoplein (gewenst)
2.2.4 | Outcome In tabel 4 is per stakeholder aangegeven wat de outcome is. Een outcome is datgene waar het Infoplein eigenlijk bedoelt voor is, de minder concrete effecten. Naast elke impact is een indicator te zien. Een indicator maakt een outcome meetbaar, zodat er een waarde aan gehangen kan worden. Op basis van de indicatoren is een schatting gemaakt van de waarde van de outcome per bereikte persoon. Het gaat dan dus om een bezoeker van het Infoplein, waar ook daadwerkelijk de beschreven effecten optreden. Bij een groep burgers is een zogenaamd waardespel gespeeld. Door hen de indicatoren te laten plaatsen tussen andere voor hen relevante producten of diensten is geprobeerd de waarde van de outcomes te achterhalen. Zie bijlage 1 voor een uitwerking van dit waardespel. Bij de outcome dat burgers langer zelfstandig wonen is uitgegaan van €1.000,- kostenbesparing voor Woonservice per niet opgetrede mutatie. Dit getal is ook in andere SROI-anlayses gebruikt (De Waarde van Zorg en Welzijn, 2010). Bij de bibliotheek is uitgegaan van een uitgebreid abonnement van €44,- per jaar per klant, zoals te vinden op hun website.
8
De outcome dat burgers minder aanspraak maken op individuele voorzieningen uit de WMO is lastiger te kwantificeren. In De Waarde van Zorg en Welzijn (2010) is een soortgelijke analyse uitgevoerd, en daar is uitgegaan van een besparing van een half uur huishoudhulp per week minder à €10,-. Aangezien de gemeente in de gesprekken aangaf het meest te denken te besparen op huishoudhulp, is uitgegaan van deze aanname. Welzijn 2000 en Icare hebben geen genoteerde outcomes. In feite hebben zij wel outcomes, maar deze zijn hetzelfde als de outcomes voor de burgers. Tabel 4: outcomes en indicatoren per stakeholder Stakeholder
Outcomes
Indicatoren
Waarde per bereikte persoon in euro's (per jaar)
Burgers
Burgers worden sneller bediend op hun vragen
Waardespel
350
Verhoogde zelfredzaamheid1
Waardespel
350
Meer participatie
Waardespel
300
Woonservice
Burgers wonen langer zelfstandig
Minder mutaties
1000
Bibliotheek
Meer bezoekers
Meer abonnementen
44
Gemeente
Minder aanspraak op individuele voorzieningen uit de WMO
Minder aanvragen individuele WMO middelen voor huishoudelijke hulp
520
Totaal
2564
2.2.5 | De SROI-ratio Nu de input bekend is en per outcome een waarde per effectief bereikte persoon is bepaald, is nog een laatste stap nodig voordat de SROI-ratio berekent kan worden, namelijk de impact. Met de impact wordt bedoeld in welke mate het effect nu daadwerkelijk aan het project is toe te schrijven. Er zijn twee processen die ervoor zorgen dat een impact kleiner wordt. Enerzijds is er de deadweight: het effect treed spontaan op door bijvoorbeeld maatschappelijke tendensen. Oftewel: zonder de interventie zou het effect ook wel (deels) zijn opgetreden. Anderzijds is er de attributie: het percentage dat deze interventie bijdraagt aan het effect. Er zijn vaak meerdere interventies tegelijkertijd bezig, die allemaal deels bijdragen aan het effect. Omdat dit zeer moeilijk in te schatten percentages zijn, is hier uitgegaan van drie verschillende impactwaarden, 50%, 75% en 100%. Zo krijgt men een indruk wat de daadwerkelijke gerealiseerde waarde is bij de verschillende impacts. Omdat het Infoplein nog maar net van start is gegaan, is het nog moeilijk in te schatten hoeveel personen inderdaad bereikt zullen worden. Met alle bekende gegevens en de drie verschillende 1
http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/zelfredzaamheid.htm
9
impacts, is daarom een break-even SROI-ratio uitgerekend. Ofwel: hoeveel personen dienen effectief bereikt te worden voordat een positief SROI-ratio behaald wordt? Zie tabel 5. Tabel 5: Break-even SROI-ratios Impact
Aantal te bereiken personen per SROI-ratio jaar
50,00%
18
1,04
75,00%
12
1,04
100,00%
9
1,04
Kortom, zijn alle effecten aan het Infoplein toe te schrijven (wat in de praktijk zelden het geval is), dan dienen 9 personen effectief bereikt te worden. Is de helft van de effecten aan het Infoplein toe te schrijven, dan moeten 18 personen bereikt worden.2
2
NB: dit kunnen het aantal personen in totaal zijn, dus dat bijvoorbeeld alle 9 personen alle effecten ondergaan. Het kan ook zijn dat 9 personen lid worden van de bibliotheek, 9 andere personen meer zelfredzaam worden, et cetera.
10
3 | Conclusies en aanbevelingen 3.1 | Conclusies De analyse begon met een drietal vragen/wensen. Deze zullen hier ieders apart worden behandeld.
3.1.1 | Scherper formuleren wat de doelstellingen, de noodzaak, het bereik en de aanpak van de Infopleinen zijn. Het doel is na de gesprekken als volgt geformuleerd: Het bieden van één centrale plek voor alle inwoners van Schoonoord en omgeving waar zij terecht kunnen met vragen over wonen, welzijn en zorg, zodat zij de betrokken organisaties beter kunnen vinden en andersom dat de betrokken organisaties hen beter kunnen bereiken. Doel is ook dat lichte vormen van ondersteuning gemakkelijker binnen het dorp kunnen worden georganiseerd. Dit doel lost het volgend sociaal probleem op: Mensen die een vraag naar ondersteuning hebben, bereiken onvoldoende de instellingen/organisaties omdat zij niet naar het Wmo loket in Coevorden komen, waar ook de meeste voorzieningen zijn. De fysieke en sociale barrière is voor de mensen te groot. Was het Infoplein er niet, dan zouden mensen met hun problemen later bij de juiste hulpinstanties komen waardoor duurdere zorg geboden moet worden. Mensen met een hulpvraag zijn vaak de ouderen en de mensen met verstandelijke beperkingen of een psychiatrische achtergrond. Dit is dan ook met name de doelgroep van het Infoplein.
3.1.2 | Tussentijds vast stellen of de Infopleinen op ‘koers’ liggen of dat de koers bijgesteld moet worden (andere of nieuwe keuzes) moet worden om de doelstellingen te bereiken. Het Infoplein is nog niet heel lang van start. Alhoewel er hard wordt gewerkt aan promotie van het Infoplein en het doel, is nu nog moeilijk aan te geven of het Infoplein daarmee ook daadwerkelijk op koers ligt. Per week worden nu ongeveer 2 à 3 personen bereikt. Gezien de investeringen (zie hierna) is dit nog niet voldoende.
3.1.3 | Zicht krijgen op de verhouding tussen investeringen en opbrengsten (waarde). Er is een SROI-ratio berekend in het geval er een 'break-even' bereikt is. Dat wil zeggen, dat de waarde (economisch en maatschappelijk) net zo groot is als de investeringen. Afhankelijk van de impact moeten 18, 12 of 9 personen bereikt worden (respectievelijk bij een 50%, 75% en 100% impact). Deze ratio wordt alleen dan gehaald als deze aantallen personen ook daadwerkelijk de outcomes ervaren zoals deze zijn omschreven. Zie tabel 6. De investeringen zijn ongeveer €21.000 per jaar.
11
Tabel 6: outcomes per stakeholder Stakeholder
Outcomes
Burgers
Burgers worden sneller bediend op hun vragen Verhoogde zelfredzaamheid Meer participatie
Woonservice
Burgers wonen langer zelfstandig
Bibliotheek
Meer bezoekers
Gemeente
Minder aanspraak op individuele voorzieningen uit de WMO
3.2 | Aanbevelingen Een aantal korte aanbevelingen aan de hand van de conclusies.
3.2.1 | Monitoren op de outcome 'sneller bediend op de vragen' Nu zowel duidelijk is wat het doel van het Infoplein is en hoeveel mensen er minstens bereikt moeten worden om voldoende waarde te creëren, is het zaak om hierop te monitoren. Een probleem hierbij is dat de relaties tussen een bezoek aan het Infoplein en de outcomes niet altijd zo direct zijn. Na een jaar kan blijken dat er inderdaad minder mutaties zijn bij Woonservice. Maar komt dit door het Infoplein? De outcome 'burgers worden sneller bediend op hun vragen' is hierbij het meest direct. Elke burger die op een goede manier wordt geholpen door het Infoplein, is zeer waarschijnlijk sneller geholpen dan wanneer er geen Infoplein zou zijn geweest. Daarnaast is het zo dat juist doordat mensen sneller geholpen zijn, de andere outcomes ook optreden. Om te monitoren of er voldoende mensen bereikt worden, kan het Infoplein zich dus het best richten op deze outcome. Dit kan bijvoorbeeld door bij de registratie van het aantal bezoekers, wat nu al gebeurt, ook een evaluatievraag te voegen. Voelt de klant zich inderdaad geholpen? Deze vraag kan gesteld worden bij het laatste contactmoment.
3.2.2 | Impact verhogen De impact (hoeveel van het effect is toe te schrijven aan dit project) is lastig in te schatten. Het is wel aannemelijk dat deze nog verhoogd kan worden. Op dit moment moeten de mensen naar het Infoplein zelf toekomen. De verwachting is dat met name de mensen die toch al actie zouden ondernemen dit met name zullen doen. Hierdoor is de impact lager dan hij zou kunnen zijn. Worden door de komst van het Infoplein juist die mensen bereikt die echt niet naar Coevorden zouden gaan of zelf hulp zouden zoeken bereikt, dan is de impact hoger. Een advies is dan ook om outreachend te werken, naast de bestaande aanpak.
3.3 | Tot slot Een SROI-analyse beoogt in beeld te brengen wat de economische en maatschappelijke meerwaarde van een interventie is. In het geval van het Infoplein in Schoonoord is in beeld gebracht dat er bij een 12
bereik vanaf 9 personen meerwaarde te verwachten is. Zijn dit harde cijfers? Nee. Het monetariseren van de waardes van de impacts, met name die van de burgers, blijft een moeilijk punt. De uitkomst van deze analyse kan dan ook het best worden gezien als een richtlijn of een gespreksdocument. Het toont in elk geval aan wat het sociaal probleem is, wat het doel is en wat de mogelijke outcomes zijn. Ook laat het zien dat de burgers in elk geval waarde hechten aan de verschillende outcomes. Dit zijn belangrijke uitkomsten van de analyse, die als input voor het verder proces kunnen dienen.
13
14
Bijlagen Bijlage 1: het waardespel met de burgers Het Waardespel wordt als volgt gespeeld. Er wordt een groep burgers verzameld van 8 à 10 personen waarvan de aanname is dat zij het meest de doelgroep vertegenwoordigen. Met hen wordt het spel gespeeld. In de eerste stap wordt het spel uitgelegd. In dit geval werd een korte achtergrondschets van het Infoplein gedaan en werd het onderzoek toegelicht. In de tweede stap maken de burgers een aantal kaarten met concrete producten of diensten waarvan de waarde bekend is. Het gaat dus om een nieuwe televisie, niet om de waarde van gezellig samen televisie kijken. De producten en diensten die gekozen worden, dienen voor de doelgroep relevant te zijn en er moet (zoveel mogelijk) consensus worden bereikt over de kaarten. In de derde stap gaan de deelnemers de gemaakte kaarten in die volgorde leggen zodat het voor hen meest belangrijke product vooraan ligt en het minst belangrijke product achteraan. Weer moet zoveel mogelijk consensus bereikt worden. Het gaat er niet om dat er op dit moment behoefte is aan bijvoorbeeld een fiets, maar wel dat een fiets belangrijk is. In de vierde stap gaan de deelnemers extra kaarten tussenvoegen. Deze kaarten zijn van te voren gemaakt en bevatten de outcomes voor de burgers, in dit geval verhoogde zelfredzaamheid, sneller antwoord op hun vragen en meer participatie. De deelnemers maken weer in consensus de afweging hoe belangrijk een outcome voor hen is. Is het belangrijker dan een fiets? Minder belangrijk dan een auto? In onderstaande tabel ziet u de uitkomst van het waardespel met een achttal burgers die allen het Infoplein al eens bezocht hebben. Tabel a: waardespel met burgers Plaats
Product / dienst / outcome
1
Een auto
2
Een telefoon
3
Verhoogde zelfredzaamheid en Vragen worden sneller beantwoord
4
Een fiets
5
Meer participatie in de wijk
6
Een regionale krant
7
Een computer
8
De kapper (een jaar lang één maal in de 6 weken een complete knip- en scheerbeurt)
9
Eén nieuwe set kleding (compleet)
10
Een huisdier (kosten voor een jaar)
11
Een twee weekse vakantie
12
Een avondje uit eten voor twee personen 15
Opvallend is dat niet alles naar de intrinsieke waarde is gerangordend. Een vakantie (duur) staat bijna helemaal onderaan, terwijl een telefoon (goedkoop) bijna helemaal bovenaan staat. Dit komt volgens mij (mede) doordat de burgers niet helemaal loskwamen van het idee dat ze niet de betekenis moesten waarderen, maar het product. Ze vonden allemaal vrijheid en contact heel belangrijk, vandaar dat telefoon, auto en fiets naast elkaar staan. De (relevante) waardes: Een telefoon: het ging de kandidaten niet om een nieuwe telefoon, maar om het bezit ervan. Ik reken daarom een jaar lang abonnementskosten waar altijd gratis gebeld kan worden (vanwege het eraan gehechte belang). Dat kost per jaar ongeveer: €372,Een fiets: een reguliere, goede nieuwe fiets kost ongeveer €500,-, maar dat is in het duurdere segment. Ze zijn te krijgen vanaf ongeveer €200,-. Ik neem daarom de waarde tussen de telefoon en de krant in: €320,Een regionale krant: alhoewel deze gratis huis-aan-huis wordt geleverd, schemerde wel door dat een abonnement ook goed was. Een jaar lang een abonnement op een krant die 3 keer in de week komt kost ongeveer: €270,Zelfredzaamheid en het sneller antwoord krijgen op vragen is gesitueerd tussen de telefoon en de fiets, dus dit wordt gewaardeerd op (afgerond): €350,Verhoogde participatie is gesitueerd tussen de fiets en de krant en wordt dus (afgerond) gewaardeerd op €300,Dit zijn allen waarden per jaar.
16