BESTEMMINGSPLAN SCHOONOORD RECREATIECENTRUM RIJMAARAN
Ontwerp
Bestemmingsplan Schoonoord Recreatiecentrum Rijmaaran
Code 094829 / 29-09-10
GEMEENTE COEVORDEN 094829 / 29-09-10 BESTEMMINGSPLAN SCHOONOORD - RECREATIECENTRUM RIJMAARAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
1. 1. 1. 2. 1. 3. 2.
BELEIDSKADER
2. 1. 2. 2. 3.
Aanleiding Planologische regeling Leeswijzer
Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
PLANBESCHRIJVING
3. 1. 3. 2. 3. 3.
Huidige situatie Beschrijving initiatief Ruimtelijke inpasbaarheid
blz 1 1 2 2 3 3 4 6 6 7 8
4.
TOETS AAN WET- EN REGELGEVING
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Geluid Milieuzonering Bodem Water Externe veiligheid Luchtkwaliteit Ecologie Archeologie Kabels en leidingen
9 9 10 11 11 12 12 14 15
5.
JURIDISCHE VORMGEVING
16
5. 1. 5. 2. 6.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6. 1. 6. 2. 7.
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
Algemeen Exploitatieplan
OVERLEG
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Stedenbouwkundige randvoorwaarden Wateradvies Gebiedsbescherming Ecologische Hoofdstructuur Inventariserend archeologisch veldonderzoek 1 Inventariserend archeologisch veldonderzoek 2 Overlegreactie
9
16 16 18 18 18 19
094829
blz 1
1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Te midden van de Boswachterij Sleenerzand, op drie kilometer ten zuiden van de kern Schoonoord, ligt het recreatieterrein Rijmaaran. Dit recreatieterrein biedt een breed assortiment aan dagrecreatieve activiteiten, voornamelijk in relatie met het houden van paarden. Ook zijn op het recreatieterrein horecafuncties aanwezig en zijn er diverse verblijfsrecreatieve voorzieningen. Het recreatieterrein is reeds 30 jaar op deze locatie gevestigd. Om de bedrijfsvoering in de toekomst te kunnen doorzetten en te voldoen aan de veranderende vraag van de recreant is een uitbreiding noodzakelijk van voornamelijk de verblijfsrecreatieve functie. Het huidige bestemmingsplan biedt hiervoor geen mogelijkheden. Reeds in 2005 is een ruimtelijke procedure opgestart voor een uitbreiding, maar deze is op bezwaren van Staatsbosbeheer en de provincie Drenthe gestuit. In overleg met Staatsbosbeheer is hierop een nieuw inrichtingsplan opgesteld. Dit plan dient als uitgangspunt voor het voorliggende bestemmingsplan. Het plangebied ligt aan de westkant van de Slenerweg. Het betreft een kenmerkende open plek in een sterk bebost gebied. De begrenzing van het plangebied is bepaald aan de hand van de kadastrale perceelsgrenzen. In figuur 1 is de ligging van het plangebied gevisualiseerd.
Figuur 1.
De ligging van het plangebied
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 2
094829
1. 2. Planologische regeling Het perceel valt onder de regeling van het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Sleen. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 27 februari 1996 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 8 oktober 1996. In dit bestemmingsplan is op de onderhavige gronden de bestemming “Jonge Veldontginningen” met de aanduiding “recreatief medegebruik” gelegd. Tevens is een manege met verblijfsrecreatie toegestaan. De voorgestelde ontwikkelingen vinden plaats buiten het voor verblijfsrecreatie aangeduide gebied en is dus in strijd met de vigerende regeling. De gemeente Coevorden is bereid toch medewerking te verlenen. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling waarbinnen de voorgestelde ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt. 1. 3. Leeswijzer De toelichting op het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader uiteengezet, waarin wordt ingegaan op de provinciale en gemeentelijke beleidsuitgangspunten ten aanzien van het plangebied. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling. Hoofdstuk 4 behandelt vervolgens de verantwoording ten aanzien van de omgevingsaspecten die van belang zijn voor het bestemmingsplan. Hoofdstuk 5 gaat kort in op de juridische regeling van het bestemmingsplan, waarna in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan. Het laatste hoofdstuk schetst de bestemmingsplanprocedure.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
2.
blz 3
BELEIDSKADER
2. 1. Provinciaal beleid Provinciaal Omgevingsplan Het omgevingsbeleid van de provincie Drenthe is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan (POPII, 2004). Met betrekking tot recreatie en toerisme heeft de provincie hierin een aantal beleidsuitgangspunten genoemd. Het belang van toerisme voor Drenthe is aanzienlijk. Recreanten kennen in het algemeen een relatief hoog bestedingsniveau. De sector levert een bijdrage aan de instandhouding van voorzieningen in de kernen en daarmee de vitaliteit van het platteland. De doelstelling is het verbeteren van de positie van Drenthe op de Nederlandse vakantiemarkt en het kwalitatief en kwantitatief op peil houden en waar mogelijk verbeteren van de recreatiemogelijkheden. Het plangebied ligt in zone VI van de integrale zonering van het landelijk gebied. Deze zone betreft bos met recreatie, houtproductie en natuur. Het gaat om een meervoudige doelstelling van de bossen. Deze houdt zowel houtproductie, recreatief medegebruik en het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden, cultuurhistorie en het landschap in. In het POP II ligt het plangebied binnen de bruto Ecologische Hoofdstructuur (EHS), maar volgens de EHS concretisering in 2008 ligt het plangebied buiten de EHS. Wel is het direct omliggende gebied onderdeel van de EHS waardoor dit gebied beleidsmatig beschermd is. De uitbreiding van recreatiebedrijven is hier uitsluitend toegestaan ten behoeve van de economische continuïteit van een bedrijf en voor zover aanwezige en potentiële natuurwaarden niet worden aangetast. Bij de beoordeling hiervan is kwaliteitsverbetering van het bedrijf en het compenseren van aantastingen van belang. Het initiatief sluit aan bij de beleidsuitgangspunten uit het POPII. Het recreatieterrein wordt door een nieuwe generatie overgenomen. De uitbreiding is van groot belang voor de economische continuïteit van het bedrijf, aangezien aan strengere wet- en regelgeving en een veranderende vraag van de recreant, naar meer ruimte en comfort, tegemoet gekomen moet worden. De nieuwe vorm van verblijfsrecreatie maakt het bedrijf gedurende een langere periode winstgevend. De bouw van enkele nieuwe gebouwen gaat verrommeling op het terrein tegen en het geheel wordt op een juiste manier landschappelijk ingepast, waardoor kwaliteitsverbetering optreedt. Voor de mogelijke aantasting van de natuurwaarden in de direct omliggende bospercelen, als gevolg van de uitbreiding en de seizoensverbreding, wordt een biotoop van een kleine hectare aangelegd ter compensatie. Paragraaf 4.7 gaat hier nader op in. Ten tijde van een eerdere ruimtelijke procedure is de uitbreiding van het recreatiecentrum aan de provincie voorgelegd. De Commissie Afstemming Ruimtelijke Plannen heeft hier op 26 mei 2005 een advies over uitgebracht. Dit advies is bij de totstandkoming van de voorgestelde ontwikkelingen en
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
094829
het voorliggende bestemmingsplan gevolgd. Er kan dus geconcludeerd worden dat de provincie Drenthe positief tegenover de ontwikkeling staat. 2. 2. Gemeentelijk beleid Nota Kampeerbeleid gemeente Coevorden In de Nota Kampeerbeleid beschrijft de gemeente haar beleidsuitgangspunten met betrekking tot kampeerterreinen. Deze uitgangspunten zijn grotendeels provinciebreed tot stand gekomen en dienen ter beoordeling voor vergunningaanvragen. De gemeente Coevorden hanteert 25 standplaatsen als bovengrens voor kleinschalig kamperen. Het onderhavige bestemmingsplan stelt een wijziging van kleinschalig kamperen naar een kampeerterrein voor. Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën kampeerterreinen. Het onderhavige terrein valt onder “Recreatie Kampeerterrein II”, waarin stacaravans tot 46 m2 inclusief berging, alsmede de toeristische plaatsen (toercaravans, vouwwagens, campers, tenten en huifkarren) zijn toegestaan. Aan deze kampeermiddelen en bij het kamperen behorende voorzieningen wordt een aantal voorwaarden gesteld. Deze zijn in de juridische regeling van het bestemmingsplan opgenomen. Hiermee past het plan binnen de beleidskeuze zoals verwoord in de Nota Kampeerbeleid. Beleidsnota recreatie en toerisme 2010 t/m 2015 Vanwege het grote belang van recreatie en toerisme in de gemeente Coevorden is de Beleidsnota recreatie en toerisme 2010 t/m 2015 “All Inclusive!” opgesteld (vastgesteld op 16 februari 2010). Deze nota is een actualisatie van de beleidsnota “Het is hier zo gansch en al dat wat ik mooi vind”. In de nota worden de beleidsuitgangspunten en de visie van de gemeente op het gebied van recreatie en toerisme verwoord. Rust, natuurbeleving en cultuurhistorie zijn de belangrijkste peilers voor het toerisme. Verblijfsrecreatie is het belangrijkste economische component. De kampeersector staat echter onder druk. Er is sprake van een vraag naar meer luxe en comfort. Hierbij speelt de beleving een steeds grotere rol. De aanwezigheid van bos en heide, rust en de mogelijkheid tot het maken van dagtochten zijn de belangrijkste redenen om naar zuidoost Drenthe te gaan. De gemeente wil meer bezoekers trekken, zowel in de dag- als in de verblijfsrecreatieve sector. Dat betekent dat het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden voldoende en gevarieerd moet zijn. Er wordt dan ook ruimte geboden voor groei. De voorgestelde uitbreiding met zowel toeristische kampeerplaatsen als verhuurplaatsen voor stacaravans sluit hierbij aan. Welstandsnota Het welstandsbeleid van de gemeente Coevorden is verwoord in de Welstandsnota 2009 gemeente Coevorden. In deze nota zijn een aantal criteria met betrekking tot de uitstraling van het perceel en de bebouwing gesteld. Voor recreatieterreinen is een afzonderlijk welstandsgebied ontwik-
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 5
keld. De vormgeving en oriëntatie van de bebouwing is relatief vrij. Het wensbeeld is dat de bebouwing zo min mogelijk opvalt in het landschap en de bouwmassa dient te passen binnen de schaal van het terrein. De oorspronkelijk architectonische kwaliteit van de bebouwing moet minimaal gehandhaafd worden. De locatie waar de uitbreiding van het kampeerterrein plaatsvindt ligt in welstandsgebied “Buitengebied (zandgebied)” en onder de aanduiding “Belvedère gebieden”. Vanwege de ligging in waardevol gebied is een goede beeldkwaliteit van groter belang. Hierom heeft de gemeente aanvullende ruimtelijke voorwaarden een aandachtspunten aan de ontwikkeling gesteld. Deze zijn opgenomen in de bijlagen. Het uitgangspunt voor het geheel is dat aangesloten wordt bij het wensbeeld. Een bouwplan dient vergezeld te gaan met een definitief positief welstandsadvies.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
3.
094829
PLANBESCHRIJVING
3. 1. Huidige situatie De Boswachterij Sleenerzand is een rond 1930 bebost gebied dat is uitgegroeid tot een, zowel qua cultuurhistorie als qua natuurwaarden, aantrekkelijk gebied. Een van deze cultuurhistorische waarden is het hunebed “De Papeloze Kerk”, die op slechts honderd meter ten zuiden van het plangebied ligt. Vanwege de natuurwaarden is het bos als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS) aangemerkt. Alleen langs de Slenerweg is een aantal woningen, agrarische bedrijven en overige lichte bedrijvigheid aanwezig. Als gevolg van de toeristische aantrekkingskracht van het gebied, zijn langs de Slenerweg ook enkele recreatieterreinen gevestigd, waaronder het onderhavige terrein. Recreatiecentrum Rijmaaran maakt deel uit van een cluster van recreatieterreinen. Binnen het terrein zijn diverse dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen aanwezig. De dagrecreatie heeft een sterke relatie met paarden. De aanwezige manege is dan ook een belangrijk onderdeel van de dagrecreatie. De bebouwing is geconcentreerd op het voorterrein, langs de Slenerweg. Hier zijn gebouwen voor de stalling van huifkarren en dergelijke aanwezig. Hierin is ook een snackbar gevestigd. Het grootste gebouw is de manege. Hier worden de paarden gestald. Aan de noordzijde van dit gebouw is een groepsaccommodatie aangebouwd en aan de zuidzijde ligt een restaurant. Aan de weg staat een bedrijfswoning. De verblijfsrecreatieve functie op het recreatiecentrum bestaat uit een minicamping en een groepsaccommodatie. De minicamping ligt direct achter de manege en biedt ruimte voor 15 kampeerplaatsen. Aan de noordzijde van het terrein ligt een ruime open paardenweide. Figuur 2 geeft de huidige situatie in een luchtfoto weer.
Figuur 2.
Luchtfoto van het plangebied en de directe omgeving
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 7
3. 2. Beschrijving initiatief Het initiatief stelt een uitbreiding en een kwaliteitsverbetering van het recreatieterrein voor. Het gaat hierbij om de opwaardering van de verblijfsrecreatieve functie en de uitbreiding van de bestaande schuur. De ontwikkelingen zijn in overleg met de provincie en met Staatsbosbeheer tot stand gekomen. Opwaardering verblijfsrecreatie Het belang van de camping is sterk toegenomen. Vanwege het grotere aanbod aan recreatieve attracties, op zowel het terrein van Rijmaaran als in de omgeving, is de verblijfsrecreatie in trek. Het plan is opgevat om 53 stacaravans te plaatsen en achterop het terrein ruimte te bieden voor 25 tenten of caravans. Hierbij zal een sanitairgebouwtje aanwezig zijn. Op de plaats van de huidige minicamping zal een parkeerterrein ten behoeve van de stacaravans aangelegd worden. Meer achterop het perceel zal langs het weggetje ruimte zijn voor parkeren ten behoeve van de tenten en caravans. Ter compensatie van de toegenomen druk op de ecologische waarden op het omliggende gebied en op het hydrologisch systeem wordt achterop het perceel, noordelijk van de toekomstige camping, een biotoop aangelegd. Deze biotoop zal bestaan uit hoogteverschillen en inheemse beplanting heeft een oppervlakte van een kleine hectare. Hierop wordt in hoofdstuk 4 nader ingegaan. Figuur 3 geeft de voorgestelde inrichting van de verblijfsrecreatieve functie weer.
Figuur 3.
Voorgestelde inrichting recreatiecentrum Rijmaaran
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 8
094829
Uitbreiding bedrijfsbebouwing Momenteel is er een kapschuur in aanbouw. Deze schuur zal worden gebruikt voor de stalling van materiaal, zoals de huifkarren. Hierdoor zal ook de verrommeling op het terrein tegengegaan worden. Hiernaast zullen de stallen achter de snackbar uitgebreid worden en in gebruik worden genomen als nachtstalling voor paarden. Een bestaand hokje zal hiervoor worden verwijderd. Parkeren De parkeergelegenheid ten behoeve van de manege en horecafuncties op het voorste deel van het terrein zullen niet worden aangepast. Direct achter het manegegebouw wordt een ruim parkeerterrein met circa 60 plaatsen aangelegd ten behoeve van de groepsaccommodaties en bezoekers. Achterop het terrein wordt nog een parkeerstrook aangelegd die plaats biedt aan circa 50 auto’s. In combinatie met de reeds aanwezige parkeergelegenheid op het voorterrein is er binnen het plangebied voldoende ruimte voor parkeren. 3. 3. Ruimtelijke inpasbaarheid De plannen stellen een flinke ontwikkeling voor in een gevoelig gebied. Het is van wezenlijk belang dat de beleving van het gebied en de ecologische waarden niet in het geding komen door de nieuwe bebouwing en de aanleg van het kampeerterrein. Bij het opstellen van het inrichtingsplan voor het recreatieterrein is hier rekening mee gehouden. Het inrichtingsplan is weergegeven in figuur 3. In het plan wordt de landschappelijke inpassing gewaarborgd door een “zachte” overgang van het omliggende bosgebied naar het meer open kampeerterrein. Bij de aanleg van groenbeplantingen wordt alleen gebruik gemaakt van inheemse soorten. In het gebied wordt een meanderende afwateringssloot aangelegd, ten behoeve van een gebiedseigen afwatering van de weilanden en de verharding. Momenteel is rondom het terrein een stalen hekwerk aanwezig. Dit hekwerk zal worden verwijderd zodat het terrein in mindere mate een barrière voor in het bos aanwezige dieren vormt. De plannen zijn in nauw overleg met Staatsbosbeheer tot stand gekomen. Op de effecten van de ontwikkeling op de ecologische waarden in het omliggende EHS gebied, wordt in paragraaf 4.7 nader ingegaan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
4.
blz 9
TOETS AAN WET- EN REGELGEVING
4. 1. Geluid Ten aanzien van geluidhinder is de Wet geluidhinder van kracht. Doel van deze wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van een toename van geluidhinder in de toekomst. Wegverkeerslawaai In de Wet geluidhinder (Wgh) is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Daarbij onderscheidt de Wgh geluidsgevoelige gebouwen enerzijds en niet-geluidsgevoelige gebouwen anderzijds. Woningen zijn geluidsgevoelige gebouwen. Als geluidsgevoelige gebouwen binnen een zone behorend bij een zoneplichtige weg worden geprojecteerd bij een bestemmingsplanprocedure, dient door middel van akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn: - wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; - wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. De Slenerweg, die direct langs het plangebied loopt, vormt een verbinding tussen Sleen en Schoonoord. Op de weg geldt een maximumsnelheid van 80 km/uur. De geluidszone heeft een breedte van 250 meter. Het bestemmingsplan stelt binnen deze zone geen nieuwe geluidsgevoelige functies voor. Ook krijgen bestaande geluidsgevoelige functies geen uitbreidingsmogelijkheden richting de weg. Momenteel liggen de bedrijfswoning, de groepsaccommodaties en de bestaande verblijfsrecreatie binnen de geluidszone. De uitbreiding en vernieuwing van de verblijfsrecreatie ligt op minimaal 180 meter vanaf de weg. Ter plaatse van deze functie zal naar verwachting geen onevenredige geluidhinder ontstaan als gevolg van de Slenerweg. Aangezien verblijfsrecreatie in de Wgh niet als geluidsgevoelige functies zijn aangewezen, bestaan er geen belemmeringen voor de ontwikkeling. Akoestisch onderzoek kan dan ook achterwege blijven 4. 2. Milieuzonering Ten behoeve van de milieuzonering rond bedrijven, is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem “Bedrijven en milieuzonering” ontwikkeld, in de vorm van een bedrijvenlijst waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Deze lijst is opgesteld uitgaande van de standaardbedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De lijst is onderverdeeld in bedrijfsklassen en bedrijfstypen. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden tot een “rustig buitengebied”.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 10
094829
Omwille van geurhinder dient tussen de manege en woningen van derden een afstand van 50 meter aangehouden te worden. Het recreatieterrein kent een richtlijnafstand van 30 meter ten opzichte van gevoelige functies. Het recreatieterrein ligt in een gebied waar meerdere functies voorkomen. Direct naast het perceel is een woning van derden aanwezig. Op dat punt wordt reeds in de huidige situatie niet de richtlijnafstanden voldaan. De manege betreft een bestaande functie. Bovendien ligt de manege zelf op meer dan 100 meter vanaf de woning. Ook is in de huidige situatie sprake van een recreatieterrein. Dit terrein breidt zich niet in de richting van de naburige woning uit. De locatie waar de recreatieve activiteiten feitelijk plaatsvinden liggen op ruim 50 meter afstand vanaf de woning. Hierbij kan worden opgemerkt dat de dichtstbijzijnde activiteiten uitsluitend overdag plaatsvinden. De groepsaccommodaties, die de dichtstbijzijnde verblijfsrecreatieve functie betreft, ligt op meer dan 100 meter afstand van de woning, de toekomstige camping op bijna 200 meter. Geconcludeerd kan worden dat ter plaatse van de dichtstbijzijnde woning een goed woonklimaat gegarandeerd is. Als gevolg van de ontwikkelingen zal geen onevenredige hinder ontstaan. Ook worden andere functies in de omgeving niet door de ontwikkeling belemmerd. Vanuit de milieuzonering bestaan derhalve geen belemmeringen. 4. 3. Bodem Voor het onderhavige project geldt als uitgangspunt dat de grond geschikt is voor de toekomstige functie. Verdachte plekken dienen te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. Waar nodig moeten de saneringsmaatregelen worden aangegeven. Bij nieuwbouw waarborgt de Wet bodembescherming dat er geen risico’s voor de volksgezondheid aanwezig zijn. De locatie is momenteel een open plek in een bosrijk natuurgebied. Er zijn geen aanwijzingen dat het gebied in het verleden door verontreinigende activiteiten is gebruikt. Wel ligt op het terrein een oude sloot die mogelijk met verontreinigd materiaal gedempt is. De recreatieve functie op het voorste deel van het perceel verandert niet. Voor alle locaties die in de nabije toekomst zullen worden bebouwd, dient eerst een bodemonderzoek uitgevoerd te worden conform NEN 5740. Al naar gelang de uitslag van dit onderzoek zullen de nodige maatregelen moeten worden genomen. Op het achterterrein, waar de verblijfsrecreatieve functies geïntroduceerd wordt, worden geen bodemingrepen voorgesteld. Er treden hier geen risico’s voor de volksgezondheid op. Een bodemonderzoek kan in het kader van het voorliggende bestemmingsplan dan ook achterwege blijven.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 11
4. 4. Water Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moet de watertoets worden toegepast. Dit houdt in dat alle ruimtelijke plannen een waterparagraaf moeten bevatten. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De ontwikkeling is voorgelegd aan het waterschap Velt en Vecht voor een wateradvies. Dit advies is opgenomen in de bijlagen en hierna samengevat. Toename verhard oppervlak In dit bestemmingsplan wordt een toename van het verhard oppervlak met circa 1500 m2 voorgesteld. 10% van de totale toename verhard oppervlak dient te worden gecompenseerd in de vorm van waterberging. Afvoer afvalwater en hemelwater Het bovengronds afkoppelen van hemelwater heeft de voorkeur. Schoon hemelwater kan op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren of worden afgevoerd naar een waterberging. Het rioleringstelsel moet de extra afvalwaterstromen vanuit het plangebied kunnen verwerken. Omgang open water Als er binnen het plangebied open water wordt aangelegd dient rekening gehouden te worden met verdrinkingsrisico’s en de vervuiling van water. Stilstaand water is gevoelig voor opwarming en onder bepaalde omstandigheden risico’s opleveren. Kwetsbaar water Het plangebied ligt in een kwetsbaar watergebied. Voor het plan betekent dit dat emissies van verontreinigingen naar grond- en oppervlaktewater terug gedrongen en voorkomen moeten worden. Geadviseerd wordt om gebruik te maken van niet uitlogende (bouw)materialen. Procedure Als bij de uitwerking van dit bestemmingsplan rekening wordt gehouden met de aandachtspunten uit het wateradvies heeft het waterschap Velt en Vecht geen bezwaren. Het plan heeft hiermee een positief wateradvies. 4. 5. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart van de provincie Drenthe bekeken. In de wijde omtrek van het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Wel vindt over de Slenerweg vervoer van
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 12
094829
gevaarlijke stoffen plaats. Dit kader is een risicoberekening 1) uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat de uitbreiding van het recreatiecentrum niet relevant is voor de externe veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Slenerweg. Het aspect externe veiligheid vormt voor de voorgestane ontwikkelingen derhalve geen beperking. 4. 6. Luchtkwaliteit Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Het onderhavige gebied ligt in een bosrijk natuurgebied. Hier is geen sprake van een dreigende overschrijding van de grenswaarden. Door de provincie Drenthe is vastgesteld dat de lucht in vrijwel de gehele provincie schoon is. De uitbreiding van de verblijfsrecreatieve functie zal wel een verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. Het VROM heeft een “NIBM-rekentool” ontwikkeld, waarmee op basis van toename van het weekdaggemiddelde aantal verkeerbewegingen, kan worden berekend of een ontwikkeling al dan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Het initiatief gaat uit van 78 extra kampeerplaatsen. Uitgaande van een uiterst scenario, waarin elke kampeerplaats dagelijks twee verkeersbewegingen tot gevolg heeft (van en naar het terrein) draagt de ontwikkeling niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. De ontwikkeling zal geen overschrijding van de grenswaarden tot gevolg hebben. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Wet milieubeheer. 4. 7. Ecologie Bij elk ruimtelijk plan dient met het oog op de natuurbescherming rekening te worden gehouden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij dient te worden aangetoond dat als gevolg van de geplande activiteiten de gunstige staat van instandhouding van waardevolle dier- en plantensoorten niet in het geding komt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
1)
Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Bestemmingsplan “SchoonoordRecreatiecentrum Rijmaraan”, Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe, september 2010
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 13
Gebiedsbescherming Het bosgebied rondom het recreatiecentrum is aangemerkt als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen belangrijke natuurgebieden in Nederland. De EHS geniet geen wettelijke bescherming, zoals dat het geval is bij Natura 2000-gebieden, maar is beleidsmatig beschermd. Het uitgangspunt is dat de natuurwaarden van de EHS niet door ruimtelijke ontwikkelingen in het geding mogen komen. Ten tijde van de ruimtelijke procedure in 2005 is een natuurtoets uitgevoerd om de effecten van de ontwikkeling op de aanwezige ecologische waarden inzichtelijk te maken. Deze is opgenomen in de bijlagen. Uit de natuurtoets is gebleken dat het plangebied zelf geen bijzondere natuurwaarden vertegenwoordigd, maar dat de ontwikkeling wel invloed heeft op de aanwezige leefgebieden in de aangrenzende bospercelen. Hier komen diverse streng beschermde diersoorten voor. De invloed op deze leefgebieden is voornamelijk het gevolg van de toename van het aantal recreatieve gasten en de seizoensverlenging. De uitbreiding van de bebouwing op het voorste deel van het perceel zou geen significante effecten hebben. De uitgangspunten van de destijds uitgevoerde natuurtoets zijn inmiddels achterhaald. Volgens de EHS concretisering in 2008 en de (ontwerp) Omgevingsvisie Drenthe maken het recreatieterrein en de graslanden waar de ontwikkelingen plaatsvinden geen deel meer uit van de EHS. De gebieden direct rondom het terrein vallen wel onder de EHS, als verzuringsgevoelige bos- en natuurgebieden. Voor EHS gebied is geen sprake van een wettelijk geregelde externe werking, maar worden plannen per geval beoordeeld. Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ‘’nee-tenzij principe’’, hetgeen betekent dat ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan de natuurlijke kenmerken van het gebied. Indien vernietiging of verstoring van de EHS plaats vindt, is de mogelijkheid voor natuurcompensatie van groot belang. De beoordeling van de plannen vindt plaats aan de hand van de beleidsuitgangspunten. Omdat het een bestaand recreatiebedrijf betreft is de uitbreiding in zone VI van de integrale zonering toegestaan, mits deze van belang is voor de continuïteit van het bedrijf, de natuurwaarden niet worden aangetast ofwel gecompenseerd en het tot een kwaliteitsverbetering van het terrein leidt. Al eerder is aangegeven hoe aan deze uitgangspunten wordt voldaan. In nauw overleg met Staatsbosbeheer is een nieuw inrichtingsplan voor de ontwikkeling opgesteld. Hierin is rekening gehouden met de omringende natuur. Concreet betekent dit het afschermen van de nieuwe camping door gebiedseigen beplanting aan de zuidzijde en het respecteren van de bestaande graslanden aan de noordzijde. Tevens wordt een natuurcompensatie uitgevoerd door een nieuw stuk natuur in te richten in de noordoostelijke hoek van het plangebied. Ten slotte wordt een groot hekwerk (dat rondom het terrein staat) verwijderd, zodat het terrein in mindere mate een
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 14
094829
ecologische barrière vormt. Staatsbosbeheer heeft aangegeven in te stemmen met het inrichtingsplan zoals dat er nu ligt. Geconcludeerd kan worden dat de ontwikkeling voldoet aan de beleidsuitgangspunten voor EHS gebieden. Er is voldoende rekening gehouden met de natuurwaarden in de omliggende bospercelen. De ontwikkelingen op het voorste deel van het perceel hebben geen significant effect op de natuurwaarden in de omliggende gebieden en de milieudruk afkomstig van het kampeerterrein is sterk verminderd door een goede landschappelijke inpassing. De mogelijke aantasting en het ruimtebeslag wordt gecompenseerd door de aanleg van nieuwe natuur en verminderen van de barrièrewerking van het terrein. De natuurwaarden binnen de EHS komen niet in het geding als gevolg van de ontwikkelingen. Soortenbescherming Het gehele plangebied is momenteel intensief in gebruik en in beheer. De nieuwe bedrijfsbebouwing wordt op een momenteel verhard terrein gebouwd. Voor de uitbreiding van de camping hoeven geen houtwallen of sloten te wijken. Het is niet te verwachten dat binnen het plangebied soorten aanwezig zijn, die in het kader van de Flora- en faunawet beschermd zijn. Wel zitten er in de omliggende bospercelen enkele beschermde soorten, zoals genoemd onder het aspect gebiedsbescherming. De ontwikkelingen binnen het plangebied tasten het volledige leefgebied van deze soorten niet aan en brengen de gunstige instandhouding van beschermde soorten dus niet in het geding. Er bestaan vanuit de soortenbescherming dan ook geen belemmeringen. In het kader van de zorgplicht dienen de werkzaamheden buiten het broedseizoen aan te vangen. 4. 8. Archeologie In het Europese Verdrag van Malta, ondertekend door een groot aantal EUlanden, waaronder ook Nederland is de veiligstelling van het (Europese) archeologische erfgoed als doelstelling opgenomen. Dit moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid. Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking treden. De kern van deze wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De wet verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Het plangebied ligt in een gebied waar volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden bestaat. Ten zuiden van het plangebied ligt een terrein van hoge archeologische waarde (AMK-terrein). Het betreft de locatie waar onder andere een hunebed aanwezig is. Aangezien er diverse bodemingrepen mogelijk worden gemaakt is er voor een eerdere ruimtelijke procedure een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd. Dit onder-
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 15
zoek is opgenomen in de bijlagen. Aangezien het hierin onderzochte gebied afwijkt van de begrenzing van de ontwikkeling die in dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, is in een aanvullend onderzoek uitgevoerd waarin de rest van het plangebied is onderzocht. Ook dit onderzoek is opgenomen in de bijlagen. Uit het eerste onderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied vrijwel geheel uit een verstoorde podzolgrond bestaat. Nergens in het plangebied is een intact bodemprofiel aangetroffen. Ook zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ondanks de hoge verwachtingswaarde volgens de IKAW wordt de kans op het aantreffen van onverstoorde archeologische waarden zeer laag geacht, vanwege de verstoring van het terrein. Een archeologisch vervolgonderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Uit het tweede onderzoek is gebleken dat de bodem in een klein deel van het plangebied redelijk intact is. Hier zijn enkele archeologische indicatoren aangetroffen. In het geval van bodemingrepen in dit deel van het gebied wordt archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd. Op de betreffende gronden wordt een juridische regeling gelegd waarmee de mogelijke archeologische waarden voldoende beschermd zijn. In het overige deel van het plangebied is geen archeologisch vervolgonderzoek of een beschermde maatregel noodzakelijk. Hiermee is de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan voldoende gewaarborgd en zijn archeologische resten voldoende beschermd. 4. 9. Kabels en leidingen In en rondom het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die planologische beperkingen vormen voor de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied. De kabels en leidingen die in en rondom het gebied voorkomen hoeven niet te worden voorzien van een planologische regeling.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 16
5.
094829
JURIDISCHE VORMGEVING
5. 1. Algemeen Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2008. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2008 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het bestemmingsplan voldoet bovendien al aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die per 1 oktober 2010 in werking treedt. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. 5. 2. Toelichting op de bestemmingen Agrarisch - Cultuurgrond De paardenweide valt onder de bestemming “Agrarisch - Cultuurgrond”. In principe blijven de gebruiksmogelijkheden ter plaatse ongewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Het bouwen van gebouwen is hier niet toegestaan. Recreatie Het recreatieterrein valt onder de bestemming “Recreatie”. Binnen deze bestemming zijn dagrecreatieve voorzieningen die een relatie met de paardensport hebben mogelijk. De bedrijfswoning is vastgelegd binnen de aanduiding “bedrijfswoning”. De bedrijfsbebouwing is vastgelegd in een bouwvlak. Op het voorterrein is enkel dagrecreatie toegestaan, een uitzondering hierop vormen de groepsaccommodaties, deze zijn vastgelegd binnen de aanduiding “groepsaccommodatie”. Voor het restaurant is een maximum oppervlak opgenomen. Het kamperen is alleen mogelijk binnen de aanduiding “verblijfsrecreatie”. De eisen die het kampeerbeleid hieraan stelt zijn in de regels vertaald. De aantallen kampeermiddelen zijn vrij gelaten conform het kampeerbeleid. Binnen de aanduiding is ook een kleine bouwmogelijkheid opgenomen voor een sanitairgebouwtje. Vanwege de ligging in gevoelig gebied heeft de provincie de wens uitgesproken om de recreatieve ontwikkelingen goed vast te leggen. Hierom is de locatie waar stacaravans mogelijk zijn aangeduid als “specifieke vorm van recreatie - stacaravans”.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 17
Groen De noordwestelijke hoek van het plangebied, waar de biotoop wordt aangelegd, is bestemd als “Groen”. Ook de groenstrook aan de zuidzijde van het verblijfsrecreatiegebied is onder de bestemming gelegd. Hierdoor ontstaat er een zachtere overgang tussen de uitbreiding van de verblijfsrecreatie en de omliggende EHS. Binnen de bestemming “Groen” bestaan geen ontwikkelingsmogelijkheden voor de recreatieve functie. Waarde - Archeologie De mogelijk aanwezig archeologische resten in de bodem worden beschermd binnen de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie”. Een omgevingsvergunning is hier vereist voor grotere bodemingrepen. Deze bescherming komt voort uit de archeologische onderzoeken, waaruit blijkt dat de bodem in het overige deel van het plangebied verstoord is, waardoor geen bescherming noodzakelijk is.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 18
6.
094829
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6. 1. Algemeen Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Bij het tweede gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. Dit laatste komt aan de orde in hoofdstuk 7. 6. 2. Exploitatieplan Doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn. In het geval van een exploitatieplan kan de gemeente eisen en regels stellen voor de desbetreffende gronden. In het voorliggende plan is er op basis van het Bro geen sprake van een bouwplan. Tevens zijn de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is. Hiervoor is tussen de gemeente en de initiatiefnemer een overeenkomst gesloten waarin tevens is afgesproken dat de gemeente Coevorden niet aansprakelijk is voor eventuele planschade. Voor het bestemmingsplan is daarom een grondexploitatieplan niet noodzakelijk.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
7.
blz 19
OVERLEG
In het kader van het overleg is het voorontwerp bestemmingsplan naar de betrokken instanties gestuurd. Van de VROM-Inspectie en de provincie Drenthe zijn schriftelijke reacties ontvangen. De vooroverlegreactie van de provincie Drenthe is opgenomen in de bijlagen en hieronder kort beschreven. VROM-Inspectie De VROM-Inspectie heeft per e-mail aangegeven dat het bestemmingsplan hen geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. Reactie gemeente:
De reactie wordt ter kennisgeving aangenomen.
Provincie Drenthe De provincie geeft aan dat in het bestemmingsplan de kernkwaliteiten aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden, landschap en natuur en het aspect verblijfsrecreatie provinciale belangen vormen. Ten aanzien van de kernkwaliteiten landschap en natuur heeft zij enkele opmerkingen: In tegenstelling tot wat er in de planbeschrijving staat, maakt het plangebied wel onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur. Echter is er geen natuurdoel opgenomen. Reactie gemeente:
Conform de EHS concretisering 2009, welke is opgenomen in de omgevingsvisie Drenthe, maakt het plangebied geen deel uit van de EHS. Wel ligt de EHS direct rondom het plangebied, daarom wordt in dit bestemmingsplan rekening gehouden met de aanwezige natuurwaarden.
Om extra druk op de natuurwaarden van de omliggende EHS te voorkomen en vanwege de landschappelijke inpassing wordt het zuidwestelijk deel van het terrein vrij van stacaravans gelaten. De verbeelding bij het bestemmingsplan maakt hier echter wel stacaravans mogelijk. Reactie gemeente:
De verbeelding is hierop aangepast in die zin dat er een aanduiding is opgenomen waarbinnen stacaravans mogelijk zijn. De locatie van deze aanduiding is afgestemd op de inrichtingsschets.
Op de inrichtingsschets is de gehele zuidzijde van de camping afgeschermd met een groenstrook. De verbeelding geeft deze strook niet aan. Reactie gemeente:
De verbeelding is hierop aangepast door op een strook langs de verblijfsrecreatie de bestemming “Groen” op te nemen.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 20
094829
Ambtelijke wijzigingen Het bestemmingsplan is aangepast aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die per 1 oktober 2010 in werking treedt. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat enkele begrippen, benamingen en procedures gewijzigd zijn. Inhoudelijk blijft het bestemmingsplan ongewijzigd. Procedure Het ontwerpbestemmingsplan wordt overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) gedurende zes weken ter visie gelegd. Tijdens deze periode wordt de mogelijkheid geboden voor het indienen van zienswijzen. Het verslag met betrekking tot de zienswijzen wordt opgenomen in deze toelichting.
===
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
BIJLAGE 1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden
Gemeente Betreft Locatie Datum
: Coevorden : randvoorwaarden stedenbouwkundige en beeldkwaliteit : Schoonoord, Slenerweg 118, Recreatiecentrum Rijmaaran : 16-11-2009
Beschrijving locatie Het recreatiecentrum Rijmaaran ligt aan de westelijke zijde van de Slenerweg en is aan weerszijden geheel omsloten door het bos van de boswachterij Sleenerzand. Ontwikkeling Het ligt in de bedoeling het recreatiecentrum uit te breiden met een kampeerterrein, dat achter de bestaande bebouwing zal worden gesitueerd. Welstandscriteria Het gebied, waar het kampeerterrein zal komen, valt volgens de welstandsnota van de gemeente Coevorden onder gebied BG 2 Buitengebied (zandgebied) niveau 2 (Belvedère gebied). Het aan de Slenerweg gelegen deel van het recreatiecentrum valt onder recreatiegebieden. Bovendien zijn de algemene welstandscriteria van toepassing. Als aanvulling gelden daarnaast de volgende voorwaarden en aandachtspunten. Ruimtelijke voorwaarden en aandachtspunten Wensbeeld
De criteria voor gebied BG 2 zijn erop gericht om bij veranderingen van en in het gebied de architectonische kwaliteit van de bebouwing te handhaven. De criteria voor recreatiegebieden zijn erop gericht de bebouwing zo min mogelijk in het landschap te laten opvallen.
Oriëntatie/ligging
Bebouwing op het kampeerterrein opnemen in de terrein- en groenaanleg. Bedrijfswoning oriënteren op en haaks op de weg op de plaats van de bestaande woning. Parkeren terugliggend t.o.v. de weg.
Erfsituatie
Inspelen op de bestaande informele overgangen van privé naar openbaar.
Erfindeling
Bedrijfsgebouwen en bijgebouwen achter de bedrijfswoning situeren. Ondergeschikt aan hoofdgebouw.
Hoofdvorm
Bouwhoogte volgens bestemmingsplan. Bedrijfswoning: Rechthoekige of vierkante opzet. Eén bouwlaag plus kap. Zadeldak zonder wolfseind, dakhelling min. 45 graden. Bedrijfsgebouwen en bijgebouwen: diverse dakvormen mogelijk.
Materialen
Bedrijfswoning: Gevels baksteen met eventueel ondergeschikte delen in hout. Dak gedekt met pannen of riet. Bedrijfsgebouwen en bijgebouwen: gevels in steen of hout. Daken diverse materialen mogelijk.
Detaillering
Sober maar verzorgd detailleren d.w.z. geen “versierende”, niet functionele ornamenten toevoegen.
Kleurgebruik
Gedekte kleuren toepassen. Gevels bedrijfswoning roodbruin (baksteen) en/of hout in donkere kleur of natuurlijk vergrijzend. Dakbedekking donker, geen glansdakpannen toepassen. Bedrijfsgebouwen en bijgebouwen uitvoeren in gedekte kleuren. Geldt ook voor de dakvlakken.
Reclame
Reclamevoering zie welstandsnota.
BIJLAGE 2 Wateradvies
Op 10 februari 2010 heeft waterschap Velt en Vecht uw verzoek om een wateradvies ontvangen. Het betreft een uitbreiding en opwaardering van het recreatiecentrum Rijmaaran te Schoonoord. De uitbreiding betreft: ‐ 53 stacaravans ‐ 10 kampeerplaatsen ‐ 2e bedrijfswoning ‐ Sanitairgebouw ‐ Schuur ‐ Parkeergelegenheid Met betrekking tot de watertoets heeft het waterschap de volgende opmerkingen/aanvullingen: Uit uw informatie blijkt dat het verharde oppervlak met meer dan 1500 m2 toe neemt. Concreet betekent dit dat er compenserende maatregelen genomen moeten worden. Het waterschap hanteert hierbij de 10% vuistregel. Dit betekent dat 10% van de totale toename verhard oppervlak, dit uitgedrukt in kubieke meters, ingericht dient te worden als waterberging. Dit kan bijvoorbeeld ingericht worden als wadi, zaksloot of vijver. Uit informatie bij het waterschap blijkt dat er een gemengd rioolstelsel binnen het plangebied ligt. De gemeente is bezig om zoveel mogelijk verhard oppervlak van het stelsel te halen. Bij het waterschap geniet het bovengronds afkoppelen van hemelwater (HWA) de voorkeur. Het schone hemelwater kan dan op natuurlijke wijze in de bodem infiltreren en/of afgevoerd worden naar de waterberging. Wanneer er voor gekozen wordt om bijvoorbeeld open water (zwemplas) aan te leggen moet in kader van de veiligheid bij de inrichting rekening gehouden worden met verdrinkingsrisico’s. In kader van de volksgezondheid is het belangrijk om stilstaand water en vervuiling van water te voorkomen. Stilstaand water is gevoelig voor opwarming en kan onder bepaalde omstandigheden risico’s opleveren, zoals blauwalg en botulisme. Door de uitbreiding van extra wooneenheden is de capaciteit van het rioolstelsel hierbij een punt van aandacht. Het rioolstelsel moet deze extra afvalwaterstromen (DWA) wel kunnen verwerken. Het plan bevindt zich in een gebied dat op de kaart dat is aangemerkt als kwetsbaar water en milieu beschermingsgebied. Om te kunnen bouwen zijn hier dan ook voorwaarden aan verbonden. Concreet betekent dit om emissies van verontreinigingen naar grond‐ en oppervlaktewater terug te dringen en te voorkomen. Het waterschap adviseert om gebruik te maken van niet uitlogende (bouw)materialen. Om wateroverlast in de gebouwen en stacaravans te voorkomen adviseert het waterschap om voor een vloerpeil te kiezen die tenminste 30 centimeter boven de weg ligt. Wanneer voornoemde opmerkingen/aanvullingen in het plan worden meegenomen heeft waterschap Velt en Vecht geen bezwaar.
BIJLAGE 3 Gebiedsbescherming Ecologische Hoofdstructuur
BIJLAGE 4 Inventariserend archeologisch veldonderzoek 1
BIJLAGE 5 Inventariserend archeologisch veldonderzoek 2
Schoonoord, Slenerweg Gemeente Coevorden (Dr.)
Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/08
Schoonoord, Slenerweg, Gemeente Coevorden (Dr.). Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van Recreatiecentrum Rijmaaran Steekproefrapport 2010-05/08 ISSN 1871-269X auteurs: drs. C. Tulp (senior archeoloog) & N. van der Mei autorisatie: dr. J. Jelsma (senior archeoloog)
De Steekproef werkt volgens KNA 3.1. Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef bv, tenzij anders vermeld. © De Steekproef bv, Zuidhorn, juni 2010 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding. De Steekproef bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. De Steekproef bv Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau Hogeweg 3 9801 TG Zuidhorn telefoon fax internet e-mail kvk
050 - 5779784 050 - 5779786 www.desteekproef.nl
[email protected] 02067214
Inhoud Samenvatting 1. Inleiding.........................................................................................................1 • 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01).....................................................1 • 1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02).................3 2. Bureauonderzoek...........................................................................................4 • 2.1 Bronnen................................................................................................4 • 2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)......................................................5 • 2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)................................................................7 • 2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)................................................10 • 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)...........................11 3. Veldonderzoek.............................................................................................13 • 3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01).............................13 • 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03)......................................14 4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07)..........................................................17
Appendix I: Archeologische periodes Appendix II: Kaart met bekende archeologische waarden Appendix III: Boorbeschrijvingen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Samenvatting Op 31 mei 2010 heeft aan de Slenerweg te Schoonoord, gemeente Coevorden, provincie Drenthe, een inventariserend archeologisch veldonderzoek plaatsgevonden (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen uitbreiding van de minicamping Rijmaaran aan de Slenerweg 118. Het te bebouwen deel van het perceel is circa 3,5 hectare groot. Alleen dit deel is onderzocht. Doel van het onderzoek is vast te stellen of er in het plangebied archeologische waarden aanwezig zijn. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Uit dit plangebied zijn geen eerdere vondstmeldingen bekend. Wel grenst het perceel in het zuiden aan een terrein van zeer hoge archeologische waarde. Tijdens het veldonderzoek zijn 21 boringen geplaatst om archeologische indicatoren op te sporen en om de gaafheid van de bodem te bepalen. Tevens is het terrein gekarteerd door dit in banen met een onderlinge afstand van vijf meter af te lopen. Uit het veldonderzoek bleek dat de bodem grotendeels verstoord is: onder de bouwvoor is veelal een totaal verstoord restant van een podzolbodem aanwezig. Alleen in het oostelijk deel van het terrein (rond boringen 1, 2 en 18-21) is de bodem redelijk gaaf. De aanwezigheid van redelijk onverstoorde grondsporen is hier niet uit te sluiten. Daarnaast zijn met de veldkartering drie vuurstenen artefacten in het midden en westen van het terrein gevonden, evenals enkele stukken verbrand vuursteen. Wij adviseren daarom geen bodemingrepen uit te voeren in het op Figuur 6 rood aangegeven deel van het plangebied. Indien planinpassing niet mogelijk is dient een proefsleuvenonderzoek te worden uitgevoerd. Buiten de zone rond de boringen 1, 2, 18, 19, 20 en 21 geven de resultaten van het onderzoek (sterk verstoorde bodem) geen aanleiding tot het adviseren van beschermende en/of beperkende maatregelen of archeologisch vervolgonderzoek.
Figuur 1:
Schoonoord, Slenerweg: de begrenzing van het plangebied is met een rode lijn aangegeven. [Naar: ANWB, 2004. Topografische Atlas Drenthe 1:25 000. ANWB bv, Den Haag. Een vierkant raster komt overeen met een vierkante kilometer. De kaart is naar het noorden gericht.]
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01) In opdracht van Recreatiecentrum Rijmaaran, vertegenwoordigd door mevrouw M. Sehlmeier, is een plangebied aan de Slenerweg te Schoonoord onderzocht op het voorkomen van archeologische waarden (zie Figuur 1). De aanleiding voor het onderzoek is de geplande uitbreiding in zuidwestelijke richting van de minicamping Rijmaaran aan de Slenerweg 118. De hiermee gepaard gaande graafwerkzaamheden zullen eventueel aanwezige archeologische grondsporen verstoren. De verstoringsdiepte was ten tijde van het onderzoek nog niet bekend. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek middels grondboringen met een veldkartering. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied aan de hand van beschikbare fysisch-geografische, archeologische en historischgeografische informatie. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Het doel van het veldonderzoek is het vaststellen van de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Hierbij wordt gekeken naar de bodemopbouw, de mate waarin deze intact is en naar het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals aardewerk, metalen voorwerpen, bewerkt vuursteen, bewerkt en verbrand bot en houtskool.
1
Figuur 2:
Schoonoord, Slenerweg: foto van het plangebied, genomen richting het westen.
2
1.2 Locatie en administratieve gegevens (KNA 3.1 LS01, LS02) Het plangebied ligt ten zuidoosten van Schoonoord, gemeente Coevorden, ten westen van Slenerweg nummer 118 (zie Figuur 1). Het onderzochte terrein beslaat alleen de plaats van de geplande uitbreiding. De omvang van het plangebied is circa 3,5 hectare en ten tijde van het onderzoek was dit terrein in gebruik als paardenweide (zie Figuur 2 en 6). Voor een overzicht van de administratieve gegevens wordt verwezen naar Tabel 1. Tabel 1:
Schoonoord, Slenerweg: administratieve gegevens van het onderzoek.
Soort Onderzoek
Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek (IVO) - verkennende fase
Provincie
Drenthe
Gemeente
Coevorden
Plaats
Schoonoord
Locatie / Projectnaam
Slenerweg
Kaartblad
17E
Coördinaten hoekpunten onderzoekslocatie
NO – 248285/538016 ZW – 248057/537781
Status terrein (AMK-nr); ARCHIS-nrs
-
Bevoegde overheid
Gemeente Coevorden
Toetsing namens bevoegde overheid
Gemeentelijk archeoloog drs. E.E.A. van der Kuijl
Opdrachtgever
Recreatiecentrum Rijmaaran
Fase planprocedure
bouwaanvraag
ARCHIS CIS-code
41347
ISSNnr.
1871-269X
Steekproef projectcode
2010-05/08
Geomorfologie
dekzandrug
Oppervlakte
circa 3,5 hectare
NAP hoogte maaiveld
circa 20,1 meter +NAP
Maximale diepte onderzoek
105 cm onder het maaiveld
Uitvoering veldwerk
31 mei 2010
Beheer en plaats documentatie
De Steekproef bv / Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed / Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis / Drents Plateau / E-depot / DINO-loket (boorgegevens)
3
ZO – 248325/537925 NW – 247984/537931
2. Bureauonderzoek 2.1 Bronnen Tijdens het bureauonderzoek is de bestaande relevante kennis van de onderzoekslocatie verzameld. Daartoe zijn de in Tabel 2 weergegeven bronnen geraadpleegd. Aan de hand van het bureauonderzoek is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Tabel 2:
Schoonoord, Slenerweg: gebruikte bronnen en kaarten.
Actueel Hoogtebestand Nederland [www.ahn.nl] ANWB, 2004. Topografische Atlas Drenthe 1:25 000. ANWB bv, Den Haag, p.54. Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) [ARCHIS]. http:\\earth.google.com Indicatieve Kaart Archeologisch Waarden (IKAW) [ARCHIS] Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) versie 3.1. College voor de Archeologische Kwaliteit (www.sikb.nl) Mulder, F.J. de, e.a. (eds.). 2003. De Ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff Groningen/Houten. Nijland, G., R.J. de Lange en J.C. Smittenberg 1982. Milieukartering Drenthe 1974-1978. III Fysische Geografie. Bijlage II: Fysisch Geografische Kaart van Drenthe schaal 1:50000. Rapport Provinciale Planologische Dienst van Drenthe, Assen, blad 6 Richtlijnen voor Archeologisch Bureau- en Veldonderzoek in de Provincie Drenthe (versie 1.0, 21 maart 2006). Rijks Geologische Dienst, 1979. Geologische Kaart van Nederland 1:50000. Blad 17 Oost Emmen. Haarlem, Rijks Geologische Dienst, Haarlem. Stichting voor Bodemkartering, 1978. Bodemkaart van Nederland 1:50000. Blad 17 Oost Emmen. StiBoKa, Wageningen. Stichting voor Bodemkartering, 1978. Geomorfologische Kaart van Nederland 1:50000. Blad 17 - 18 Beilen - Roswinkel. StiBoKa, Wageningen. 12 Provinciën. 2006/2007. Atlas van Topografische Kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, k.76. 12 Provinciën. 2005. Luchtfoto Atlas Drenthe 1:14 000. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, p.118. 12 Provinciën. 2008. Topografische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden (TMK) 1864. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer, k.52. Uitgeverij Nieuwland, 2006. Grote Historische Topografische Atlas ±1898-1928. Drenthe 1 : 25 000. Uitgeverij Nieuwland, Tilburg, k.224. Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2001. De Franse Kaarten van Drenthe en de Noordelijke Kust. 1811-1813. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, k.14. Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De Atlas van Huguenin: Militair-topografische Kaarten van Noord-Nederland 1819-1829. Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam, k.57, Versfelt, H.J. 2003. De Hottinger-Atlas van Noord- en Oost-Nederland 1773-1794. Heveskes Uitgevers, Groningen, k.15. Versfelt, H.J. 2004. Kaarten van Drenthe 1500 - 1900. Heveskes Uitgevers, Groningen. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990. Grote Historische Atlas van Nederland deel 2: Noord-Nederland 1851-1855, schaal 1:50000. Wolters-Noordhoff, Groningen, k.84. www.watwaswaar.nl Brongers, J.A. 1976. Air photography and celtic field research in the Netherlands. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort. Woltinge, I. 2005. Schoonoord, Manege Rijmaaran. Een inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. De Steekproef, Zuidhorn
4
2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04) Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is te zien dat het plangebied op een zandrug ligt die over Schoonoord naar Sleen loopt. Volgens de geomorfologische kaart (Figuur 3) betreft het hier een dunne, parallel aan de Hondsrug lopende zandrug (classificatie 4K2) met ten oosten en westen grondmorene al dan niet met welvingen (3L2a). Ten zuidwesten van deze rug bevindt zich een dalvormige laagte (2R2) met hier en daar veen (1R1). Hieromheen ligt een aantal kleine moerassige en niet moerassige laagten zonder randwal (3N4 blauw en 3N5 groen). Ten oosten en noordoosten van de zandrug liggen veenkoloniale ontginningsvlakten (2M44 en 2M45).Ook bevindt zich in de omgeving van het plangebied een aantal lage landduinen met bijbehorende vlakte en laagten (4L8).
Figuur 3:
Schoonoord, Slenerweg: detail van de geomorfologische kaart 1:50000. De ligging van het plangebied is met een blauwe ellips aangegeven. De kaart is naar het noorden gericht.
5
Geologisch gezien bestaat het terrein uit een minder dan twee meter dik pakket dekzand (Formatie van Boxtel) uit de laatste ijstijd (Weichselien)dat is afgezet op grondmorene uit de voorlaatste ijstijd (Saalien) (classificatie geologische kaart Dr6). De fysisch-geografische kaart geeft aan dat het plangebied op een heuvelrug ligt met een 40 tot 120 cm dik dekzandpakket (classificatie fysisch-geografische kaart Gh1n, waarbij 'G' staat voor glaciaal: landijsafzettingen (grondmorene) binnen 120 cm onder het maaiveld).
Figuur 4:
Schoonoord, Slenerweg: detail van de bodemkaart. De ligging van het plangebied is met een blauwe ellips aangegeven. De bodem bestaat hier uit een haarpodzolgrond gevormd in leemarm en zwak lemig fijn zand (Hd21). De kaart is naar het noorden gericht.
6
De bodem van het plangebied en de directe omgeving bestaat uit een haarpodzolgrond gevormd in leemarm en zwak lemig fijn zand (classificatie bodemkaart Hd21 met grondwatertrap VII: gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 80 cm en gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 160 cm onder het maaiveld; zie Figuur 4). In de omgeving bevinden zich veelal haar- en veldpodzolgronden (calssificatie Hd21, Hd23, Hn21 en Hn23) met een meer dan 20 cm dikke laag keileem beginnend tussen 40 en 120 cm onder het maaiveld (toevoeging x) en/of grind beginnend binnen 40 cm onder het maaiveld (toevoeging g). In het veenontginningsgebied in het noordoosten (zie ook de geomorfologische kaart) bestaat de bodem uit moerige podzolgronden met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag (iWp) afgewisseld met veldpodzolgronden (Hn21 en Hn23). In het uiterste noordoosten komt zeggeveen, rietveen of moerasbosveen voor (classificatie iVc) en veen met binnen 120 cm onder maaiveld zand zonder humuspodzol (iVz). 2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04) Uit de omgeving van het plangebied zijn meldingen bekend van (beschermde) archeologische terreinen en vondsten aan het Centraal Monumenten Archief (CMA) en het Centraal Archeologisch Archief (CAA) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, voormalig RACM/ROB). Het plangebied bevindt zich direct ten noorden van Boswachterij Sleenerzand, een terrein van zeer hoge archeologische waarde. In dit bos liggen twee percelen met in totaal 17 lage grafheuvels [ARCHIS-nummers 8618, 9679 en 214802]. Dertien van deze grafheuvels stammen uit de periode bronstijd-ijzertijd en vier uit de periode neolithicum/ijzertijd. Mogelijk betreft het hier een urnenveld. Direct ten westen van dit grafveld ligt een Celtic Field oftewel raatakkers uit de ijzertijd/romeinse tijd [ARCHIS-nummers 1190, 8648 en 9581]. Aansluitend hieraan bevindt zich een beschermd terrein met 46 vermoedelijk uit de ijzertijd daterende grafheuvels [ARCHIS-nummers 1355, 33488, 33494, 33495, 33497-33519]. Eén van deze grafheuvels ('Galgenberg') is volledig onderzocht en blijkt te dateren uit de middenbronstijd [ARCHIS-nummers 1620, 33491 en 238587].
7
Ten noorden van het Celtic Field ligt een beschermd terrein [ARCHISnummers 1354, 10127] met daarop het grotendeels gereconstrueerde hunebed D49, de 'Papeloze Kerk'. Ook is in het bos een bronzen sleutel uit de vroege middeleeuwen gevonden [ARCHIS-nummer 214808]. Tot slot is ten zuidwesten van het plangebied een vuurstenen bijl uit het midden-neolithicum en een neolithische klopsteen gevonden [ARCHISnummer 239964]. Voor een overzicht van de ligging van de meldingen en voor meer informatie wordt verwezen naar Appendix II en Tabel 3. Tabel 3:
Schoonoord, Slenerweg: overzicht van de ARCHIS-meldingen in de omgeving van het plangebied (voor de dateringen en de ligging wordt verwezen naar Appendix I en II).
ARCHIS-nrs
RD-coördinaten
Omschrijving
Datering
8618/17E-010
248,784/537,535
17 grafheuvels/urnenveld? Celtic Field
neolithicum-bronstijd-ijzertijd ijzertijd-romeinse tijd
1620/17G-013
248,307/537,263
grafheuvel (Galgenberg, opgegraven in 1934)
bronstijd midden
1354/17E-004
248,433/537,892
megalietgraf/hunebed D49
neolithicum midden
1355/17G-032
248,456/537,161
45 grafheuvels 1 grafheuvel (Galgenberg, opgegraven in 1934)
ijzertijd midden-ijzertijd laat bronstijd midden
8648/17G-039
248,555/537,293
Celtic Field
ijzertijd-romeinse tijd
9581/17E-013
248,453/537,775
Celtic Field
ijzertijd-romeinse tijd
9679/17G-045
248,813/537,460
17 grafheuvels/urnenveld? Celtic Field
neolithicum-bronstijd-ijzertijd ijzertijd-romeinse tijd
1190/17EZ-1
248,500/537,600
Celtic Field
ijzertijd-romeinse tijd
10127/17EZ-2
248,480/537,880
megalietgraf/hunebed D49
neolithicum midden
33488//17GN-76
248,429/537,177
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33491/17GN-77
248,305/537,264
grafheuvel, crematie (Galgenberg, opgegraven in 1934)
bronstijd midden
33494/17GN-78
248,325/537,147
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33495/17GN-79
248,419/537,157
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33497/17GN-80
248,412/537,181
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33498/17GN-81
248,431/537,247
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33499/17GN-82
248,464/537,255
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33500/17GN-83
248,493/537,274
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
CMA
CAA
8
33501/17GN-84
248,444/537,189
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33502/17GN-85
248,438/537,174
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33503/17GN-86
248,456/537,182
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33505/17GN-87
248,454/537,164
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33506/17GN-88
248,471/537,173
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33507/17GN-89
248,474/537,150
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33508/17GN-90
248,490/537,181
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33509/17GN-91
248,496/537,174
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33510/17GN-92
248,507/537,176
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33511/17GN-93
248,516/537,174
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33512/17GN-94
248,520/537,162
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33513/17GN-95
248,524/537,179
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33514/17GN-96
248,530/537,167
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33515/17GN-97
248,535/537,176
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33516/17GN-98
248,547/537,172
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33517/17GN-99
248,537/537,226
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33518/17GN-100
248,561/537,179
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33519/17GN-101
248,565/537,171
grafheuvel, crematie (één van 46, zie 1355/17G-032)
ijzertijd midden
33539/17GN-6
248,240/537,230
vuursteen urnenveld grafheuvel, crematie
neolithicum ijzertijd romeinse tijd
214802/17EZ-30
248,800/537,500
12 grafheuvels (onderdeel van het complex van 17 grafheuvels/urnenveld?)
neolithicum-ijzertijd
214808/17EZ-32
248,450/537,760
bronzen sleutel
middeleeuwen vroeg
238587/17GN-77
248,306/537,264
grafheuvel, crematie (Galgenberg, opgegraven in 1934) met kringgreppel, paalkransen, 2 skeletten in boomkisten, inhumatiegraf, menselijk bot en crematieresten van secundaire begravingen, randhielbijl, 2 gouden spiraalringetjes, 1 getordeerd polsringetje, 1 slijpsteen, 1 bronzen pijlpunt en handgevormd aardewerk
bronstijd midden
239964/17GN/171 247,275/537,150
vuurstenen bijl (Flint-Rechteckbeil) klopsteen/retouchoir (dobbelsteenvormig)
neolithicum midden B neolithicum
9
Ten oosten van het huidige plangebied heeft De Steekproef bv in 2005 een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd op het deel van het terrein van Recreatiecentrum Rijmaaran dat nu in gebruik is als parkeerplaats en minicamping [Onderzoeksmelding 14754]. De bodem bleek hier niet meer intact te zijn (vergraven) en er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03) Het plangebied is voor zover bekend nooit bebouwd geweest. In historische atlassen is te zien dat het plangebied Slenerweg in een laat ontgonnen gebied ligt. Op Figuur 5 is een uitsnede uit de militaire topografische kaart van 1904 afgebeeld. De Slenerweg is hierop zichtbaar, maar voor de rest van het gebied onder Schoonoord is heide ingetekend, namelijk het Zweelosche Veld en het Ellerts Veld. Op de militaire topografische kaart uit 1928 is alleen het westelijke deel van het plangebied nog heide.
Figuur 5:
Schoonoord, Slenerweg: detail van een historische kaart uit 1904. De ligging van het plangebied is met een blauwe ellips aangegeven.
10
2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05) Op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) ligt het plangebied binnen een zone met een hoge trefkans voor archeologische waarden. In de richtlijnen van de provincie Drenthe staan enkele onderzoeksvragen geformuleerd. Deze zijn hier cursief weergegeven. •Zijn er binnen het plan-/onderzoeksgebied bekende archeologische waarden aanwezig? Binnen het plangebied zijn geen bekende archeologische waarden aanwezig. •Wat is de archeologische verwachting van het gebied buiten de reeds bekende AMK-terreinen? In de omgeving van het plangebied zijn sporen en vondsten aangetroffen uit het neolithicum tot en met de ijzertijd en mogelijk de romeinse tijd. Hoewel binnen het plangebied geen vondsten of sporen bekend zijn, is gezien de vele vondsten in de directe omgeving de archeologische verwachting voor dit terrein hoog voor de periode neolithicum, bronstijd, ijzertijd en romeinse tijd. De archeologische indicatoren uit deze perioden kunnen bestaan uit bewerkt en/of verbrand vuursteen, verbrande hazelnootdoppen, scherven aardewerk, metalen voorwerpen en houtskoolconcentraties die kunnen wijzen op de aanwezigheid van haardplaatsen of haardkuilen. Archeologische indicatoren uit latere perioden worden niet verwacht, vanwege de late ontginning van het gebied ten zuidoosten van Schoonoord. •Zijn er binnen de verwachtingszones specifieke aandachtslocaties aan te geven?
Ja, het oostelijke deel heeft een hogere verwachting vanwege de hogere ligging. •Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen in het plangebied? Volgens de informatie van het KLIC lopen er geen leidingen door het plangebied. Mogelijke verstoring zal te maken hebben met recente ploegactiviteiten.
11
•Welk vervolgonderzoek is er nodig om de door het bureauonderzoek in beeld gebrachte specifieke archeologische verwachting te toetsen? Voor dit plangebied wordt een archeologisch veldonderzoek door middel van boringen geadviseerd en indien mogelijk een veldkartering. Door het uitvoeren van grondboringen kan verstoring of gaafheid van de bodem worden vastgesteld. Tabel 4:
Schoonoord, Slenerweg: specificatie archeologische verwachting.
Periode
Grondlaag (verwachte Complextype diepte grondsporen)
paleolithicum/mesolithicum boven in het dekzand (lage verwachting)
losse vondsten
neolithicum
boven in het dekzand (hoge verwachting)
losse vondsten, nederzetting of grafveld
bronstijd
boven in het dekzand (hoge verwachting)
losse vondsten, nederzetting of grafveld
ijzertijd/romeinse tijd
boven in het dekzand (hoge verwachting)
losse vondsten, nederzetting of grafveld
middeleeuwen/nieuwe tijd
in de bouwvoor (lage verwachting)
losse vondsten
12
3. Veldonderzoek 3.1 Plan van Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01) Het veldwerk is uitgevoerd op 31 mei 2010 conform KNA 3.1 en de richtlijnen voor archeologisch bureau- en veldonderzoek in de provincie Drenthe (versie 1.0, 21 maart 2006). Tijdens het veldonderzoek is het verwachtingsmodel zoals geformuleerd in paragraaf 2.5 getoetst. Voor het inventariserende booronderzoek (verkennende fase) is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van twaalf centimeter. Op deze wijze is bepaald in welke mate de bodem intact is en wat de kans is op archeologische lagen en/of grondsporen. De provincie Drenthe eist minimaal zes boringen per hectare (verkennende fase) tot twintig boringen per hectare (karterende fase), afhankelijk van de gaafheid van de bodem. In het circa 3,5 hectare grote plangebied zijn 21 boringen geplaatst. De opgeboorde grond is gezeefd op een 4 mm zeef en bekeken op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Daarnaast zijn de diepte, lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) bepaald alsmede alle overige bijzonderheden en archeologische indicatoren zoals houtskool, bewerkt of verbrand vuursteen, aardewerk, etc. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode en ingevoerd in het boorprogramma BORIS. Verspreid over het terrein zijn in twee boorraaien zestien boringen uitgezet (zie Figuur 6 boring 1 t/m 16). De afstand tussen de raaien beslaat 35 meter; de onderlinge afstand tussen de boringen op een raai bedraagt 40 meter. De boringen zijn geplaatst in een verspringend grid. In het noordwestelijke deel van het terrein is één boring gezet (boring 17). De bodem bleek hier totaal verstoord te zijn. Daarnaast gaf de eigenaar aan dat dit deel niet als camping maar als biotoop met inheemse beplanting wordt ingericht. Hierdoor zullen slechts minimale bodemingrepen plaatsvinden. Daarom is besloten hier geen verdere boringen te plaatsen. Omdat in boring 1 en 2 nog een redelijk gave podzolbodem is aangetroffen, zijn de laatste vier boringen (boring 18 t/m 21) rond deze twee boringen geplaatst om een hogere boordichtheid te verkrijgen.
13
Het perceel is gekarteerd door deze in banen met een onderlinge afstand van vijf meter af te lopen. Op het noordwestelijke deel van het terrein (waar boring 17 is gezet) is wegens de begroeiing geen veldkartering uitgevoerd. Vanwege de aangetroffen slechte bodemkwaliteit werd niet noodzakelijk geacht dit in een later stadium alsnog te doen. Van alle boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS. De hoogten van de boorlocaties zijn met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bepaald. Voor de NAP-hoogtes en de RD-coördinaten van de afzonderlijke boorpunten wordt verwezen naar de boorstaten en boorbeschrijvingen in Appendix III. 3.2 Resultaten veldwerk (KNA 3.1 VS02, VS03) Bodem Een intact podzolprofiel bestaat uit een donkergrijze A-horizont, gevolgd door een E-horizont (lichtgrijze uitspoelingslaag), een B-horizont (donkerbruine inspoelingslaag), een humusarme BC-horizont (licht geelbruine overgangslaag) en de C-horizont (geel zand waarin geen bodemvorming heeft plaatsgevonden). De bodem in het plangebied Slenerweg is echter niet meer intact. Volgens de zoon van de eigenaar is de grond verploegd en is vooral het midden en westelijke deel van het terrein door locale boeren gebruikt als 'vuilstort'. Het perceel loopt naar het westen toe af. Als gevolg van het ploegen op dit glooiende perceel varieert de bouwvoor in dikte van 20 tot maximaal 60 centimeter. Onder de bouwvoor is vooral een verstoorde podzolbodem aangetroffen. De bouwvoor is in boringen 4, 6, 8, 9, 11, 12 en 18 verstoord met een restant van een E-horizont. Deze E-horizont is afkomstig van elders op het terrein. Hieronder is namelijk geen B- of onverstoorde BC-horizont waargenomen. Over het algemeen wordt de bouwvoor gevolgd door een verstoorde BC-horizont of door de Chorizont. Alleen in boring 15 is geen geel zand aangeboord. De bodem zat hier vol met puin en rommel zodat is besloten de boring op een diepte van 60 centimeter te beëindigen. Voor een uitgebreide bodembeschrijving wordt verwezen naar de boorbeschrijvingen in Appendix III. Omdat in boringen 1 en 2 een redelijk intact podzolprofiel is aangetroffen zijn hier nog extra boringen gezet (boringen 18, 19, 20 en 21). In boring 19 bevond zich direct onder de bouwvoor de C-horizont; in boring 18 bevond zich hiertussen nog een met de E-horizont verstoorde BC-horizont. 14
Ter hoogte van boringen 20 en 21 werd nog een redelijk intacte podzolbodem waargenomen. In beide boringen zijn een vermengde E- en B-horizont aangetroffen met daaronder een intacte BC-horizont. Omdat tussen boring 2 en 3 het gele zand aan de oppervlakte lag, zijn hier geen verdere boringen gezet. Keileem is alleen aangetroffen in boring 1 vanaf een diepte van 75 centimeter.
Figuur 6:
Schoonoord, Slenerweg: situatietekening met de boorlocaties [naar Google Earth]. De genummerde punten geven de uitgevoerde boringen weer. Het plangebied is met een blauwe lijn aangegeven (RD-coördinaten plangebied: NO – 248285/538016, ZO – 248325/537925, ZW – 248057/537781, NW – 247984/537931).
15
Archeologie Binnen het plangebied is de bodem deels verploegd en vergraven. De bovenste lagen van de oorspronkelijk aanwezige podzolbodem zijn hierdoor verdwenen of verstoord. Een uitzondering is de bodem in het zuidoostelijke deel bij boringen 1, 2 en 18-21. Tijdens de veldkartering is op het midden en westelijke deel van het perceel een aantal artefacten gevonden (Tabel 5). Het gaat hier om twee vuurstenen afslagen, een fragment verbrand en mogelijk geslepen vuursteen en 4 stukken verbrand vuursteen. Tabel 5:
Schoonoord, Slenerweg: tabel van vondsten.
Vondstnummer
Omschrijving
RD-coördinaten
1
vuurstenen afslag met negatief
248,158/537,881
mogelijk gepolijst verbrand vuursteen
248,158/537,881
2
vuurstenen afslagje met negatieven
248,055/537,846
3
stukje verbrand vuursteen
248,065/537,839
4
3 stukken verbrand vuursteen
248,119/537,861
16
4. Conclusies en advies (KNA 3.1 VS07) Het plangebied ligt ten zuiden van Schoonoord op een smalle zandrug die over Schoonoord naar Sleen loopt. Uit het plangebied zelf zijn geen eerdere vondsten bekend. In de directe omgeving van het onderzochte terrein bevinden zich een hunebed uit het neolithicum, grafheuvels uit de periode neolithicum t/m ijzertijd en een Celtic Field uit de ijzertijd/romeinse tijd. Ook zijn in de omgeving vondsten bekend uit deze perioden. Dit houdt in dat in de directe omgeving van het plangebied Slenerweg vanaf het neolithicum tot en met de ijzertijd en mogelijk de romeinse tijd mensen actief zijn geweest. Voorafgaand aan het veldwerk is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. De resultaten van het veldwerk voldoen hier deels aan. In het midden en westelijke deel van het terrein is de bodem totaal verploegd. De hier aangetroffen E-horizont is afkomstig van andere delen van het terrein. In het zuidoostelijke deel rond boringen 1, 2, 18, 19, 20 en 21 is de podzolbodem nog deels intact. Hier is een vermengde B-horizont aangetroffen met daaronder een intacte BChorizont. In boringen 20 en 21 is ook een met de bouwvoor vermengde E-horizont waargenomen. Het is mogelijk dat er in de intacte BChorizont en in de C-horizont grondsporen aanwezig zijn. Voor de aanwezigheid van archeologische waarden in deze lagen zijn tijdens het booronderzoek echter geen aanwijzingen gevonden. Met de veldkartering zijn in het midden en westen van het terrein wel drie vuurstenen artefacten gevonden, alsmede enkele stukken verbrand vuursteen. Advies Op basis van de bovenstaande resultaten concluderen wij dat de bodem in het hoger gelegen, zuidoostelijke deel van het gebied (rond boringen 1, 2 en 18-21) nog redelijk intact is. In de gave BC-horizont en in de Chorizont kunnen zich grondsporen bevinden. Daarnaast is tijdens de veldkartering een drietal vuurstenen artefacten en een aantal stukken verbrand vuursteen aangetroffen, en grenst het perceel aan een archeologisch zeer waardevol terrein met sporen uit het neolithicum tot en met de romeinse tijd.
17
Wij adviseren daarom geen bodemingrepen uit te voeren in het op Figuur 6 rood aangegeven deel van het plangebied. Indien planinpassing niet mogelijk is dient een proefsleuvenonderzoek uit te worden gevoerd. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd archeologisch onderzoekbureau volgens een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Buiten de zone rond de boringen 1, 2, 18, 19, 20 en 21 geven de resultaten van het onderzoek (sterk verstoorde bodem) geen aanleiding tot het adviseren van beschermende en/of beperkende maatregelen of archeologisch vervolgonderzoek. Wij wijzen erop dat indien er bij de uitvoering van werkzaamheden onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, deze conform de Monumentenwet 1988 artikel 53 & 54 direct dienen te worden gemeld bij zowel de gemeente Coevorden, de gemeentelijk archeoloog, drs. E.E.A. van der Kuijl, afd. FRO, Postbus 30001, 7800 RA Emmen, 06-51873933,
[email protected], als de provinciaal archeoloog, dr. W.A.B. van der Sanden, Drents Plateau, Stationsstraat 11, 9401 KV Assen, 0592-305932 / 06-22662601,
[email protected].
18
Appendix I Schoonoord, Slenerweg Archeologische periodes
paleolithicum: paleolithicum vroeg: paleolithicum midden: paleolithicum laat: paleolithicum laat A: paleolithicum laat B:
ijzertijd: tot 300.000 BP 300.000 - 35.000 BP 35.000 BP - 8.800 vC 35.000 - 18.000 BP 18.000 BP - 8.800 vC
mesolithicum: mesolithicum vroeg: mesolithicum midden: mesolithicum laat:
8.800 - 7.100 vC 7.100 - 6.450 vC 6.450 - 4.900 vC
neolithicum: neolithicum vroeg: neolithicum vroeg A: neolithicum vroeg B: neolithicum midden: neolithicum midden A: neolithicum midden B: neolithicum laat: neolithicum laat A: neolithicum laat B:
5.300 - 4.200 vC 5.300 - 4.900 vC 4.900 - 4.200 vC 4.200 - 2.850 vC 4.200 - 3.400 vC 3.400 - 2.850 vC 2.850 - 2.000 vC 2.850 - 2.450 vC 2.450 - 2.000 vC
bronstijd: bronstijd vroeg: bronstijd midden: bronstijd midden A: bronstijd midden B: bronstijd laat:
2.000 - 1.800 vC 1.800 - 1.100 vC 1.800 - 1.500 vC 1.500 - 1.100 vC 1.100 - 800 vC
ijzertijd vroeg: ijzertijd midden: ijzertijd laat:
800 - 500 vC 500 - 250 vC 250 - 12 vC
romeinse tijd: romeinse tijd vroeg: romeinse tijd vroeg A: romeinse tijd vroeg B: romeinse tijd midden: romeinse tijd midden A: romeinse tijd midden B: romeinse tijd laat: romeinse tijd laat A: romeinse tijd laat B:
12 vC - 70 nC 12 vC - 25 nC 25 - 70 nC 70 - 270 nC 70 - 150 nC 150 - 270 nC 270 - 450 nC 270 - 350 nC 350 - 450 nC
middeleeuwen: middeleeuwen vroeg: middeleeuwen vroeg A: middeleeuwen vroeg B: middeleeuwen vroeg C: middeleeuwen vroeg D: middeleeuwen laat: middeleeuwen laat A: middeleeuwen laat B:
450 - 1.050 nC 450 - 525 nC 525 - 725 nC 725 - 900 nC 900 - 1.050 nC 1.050 - 1.500 nC 1.050 - 1.250 nC 1.250 - 1.500 nC
nieuwe tijd: nieuwe tijd A: nieuwe tijd B: nieuwe tijd C:
1.500 - 1.650 nC 1.650 - 1.850 nC 1.850 – heden
Schoonoord, Slenerweg Appendix II: bekende en verwachte archeologische waarden
249788 / 539057
Legenda WAARNEMINGEN
MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd TOP10 ((c)TDN)
IKAW zeer lage trefkans lage trefkans middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water)
10127 1354
water niet gekarteerd
214808 9581
PLANGEBIED
1190
8648
239964
8618 214802 9679
33497 33505 238587 33498 33495 33499 33491 1620 33506 33500 33501 33507 33539 33502 33503 33509 1355 33494 33510 33515 33508 33511 33516 33488 33512 33517 33513 33518 33514 33519
0
500 m
N
246858 / 536664
Archis2
Appendix III Schoonoord, Slenerweg Boorbeschrijvingen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode
Schoonoord, Slenerweg
(cm) 2050
(cm) 2050
13 11
12
14
15
18 16
19
21 20
2000
2000
1950
1950
17
1900
1900
1850
1850
1800
1800
Schoonoord, Slenerweg
(mm) 20500
(mm) 20500
02
05 04
01 20000
06
10
03
20000
07 19500
19500
09
08
19000
19000
18500
18500
18000
18000
Schoonoord, Slenerweg 01 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248303 : 537935 : 2003
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 45 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 45 - 50 zand zwak siltig, bruin, 7,5YR2/1, Zand: matig fijn, B-horizont, Opm.: vermengd 50 - 60 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: gaaf 60 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, keizand 75 - 80 leem sterk zandig, licht-geel, 2,5YR5/4, keileem 02 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248266 : 537919 : 2014
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 40 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 40 - 45 zand zwak siltig, bruin, 7,5YR2/1, Zand: matig fijn, B-horizont, Opm.: verstoord 45 - 50 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont 50 - 65 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 03 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248233 : 537896 : 1996
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 35 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 35 - 65 zand zwak siltig, bruin, 7,5YR2/1, Zand: matig fijn, B-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 65 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 04 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248197 : 537880 : 2005
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort 0 - 55 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor, Opm.: TotaalVerstoordMetE-horizont 55 - 65 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: Verstoord 65 - 100 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 05
X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248160 : 537858 : 2012
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 20 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 20 - 35 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 35 - 80 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont
1/5
Schoonoord, Slenerweg 06 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248127 : 537840 : 2002
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 45 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor, Opm.: TotaalVerstoordMetE-horizont 45 - 90 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, Opm.: Eerste5cmVerstoord 07 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248087 : 537815 : 1953
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 30 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 30 - 40 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 40 - 85 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 08 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248057 : 537804 : 1915
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort 0 - 40 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 40 - 65 zand zwak siltig, grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 65 - 100 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 09
X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248058 : 537843 : 1938
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 35 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 35 - 50 zand zwak siltig, grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 50 - 85 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, Opm.: Eerste5cmVerstoord 10 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248091 : 537863 : 2000
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 80 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 11 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248128 : 537885 : 2014
2/5
Schoonoord, Slenerweg Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 40 zand zwak siltig, grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 40 - 85 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 12 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248163 : 537904 : 2010
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 65 zand zwak siltig, grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 65 - 105 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 13
X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248197 : 537921 : 2020
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 14 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248229 : 537939 : 2016
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort 0 - 40 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 40 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 75 - 105 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 15
X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248268 : 537960 : 2021
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 60 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor, Opm.: VolMetAfval/BoringBeindigd 16 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248300 : 537978 : 2011
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 20 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor
3/5
Schoonoord, Slenerweg Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 20 - 45 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, Opm.: TotaalVerstoord 45 - 80 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 80 - 85 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, keizand 17 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248019 : 537875 : 1939
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 40 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 40 - 80 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont, Opm.: Eerste5cmVerstoord 18 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248302 : 537953 : 2019
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 35 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 35 - 40 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: VerstoordMetE-horizont 40 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 19 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248288 : 537943 : 2021
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 75 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, C-horizont 20 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248285 : 537923 : 2010
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 25 - 45 zand zwak siltig, paars-grijs, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: VermengdMetBOV 45 - 48 zand zwak siltig, bruin, 7,5YR2/1, Zand: matig fijn, B-horizont, Opm.: vermengd 48 - 55 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: intact 55 - 70 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, veel roestvlekken, C-horizont 21 X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: 248308 : 537915 : 2017
Lithologie Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 0 - 25 zand zwak siltig, donker-grijs, 10YR2/1, Zand: matig fijn, bouwvoor 4/5
Schoonoord, Slenerweg Diepte (cm) Omschrijving Grondsoort 25 - 40 zand zwak siltig, paars-grijs, Zand: matig fijn, E-horizont, Opm.: VermengdMetBOV 40 - 42 zand zwak siltig, bruin, 7,5YR2/1, Zand: matig fijn, B-horizont, Opm.: vermengd 42 - 55 zand zwak siltig, geel-bruin, 7,5YR4/6, Zand: matig fijn, BC-horizont, Opm.: intact 55 - 65 zand zwak siltig, licht-geel, 2,5YR5/4, Zand: matig fijn, veel roestvlekken, C-horizont
5/5
BIJLAGE 6 Overlegreactie
Provinciehuis Wester br ink i, Assen Postadres Postbus 122, 9400 AC Assen www.drenthe.nl
T (0592) 36 55 55 F (0592) 36 57 77
provincieJ/renthe GEMEENTE COEVORDEN
Aan: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden Postbus 2 7740 AA COEVOR DEN
lrl
9
t16
SEP 2010
Aan Class.nr.
■ItHriMliWi'il'
Assen, 15 september 2010 Ons kenmerk 37/RO/2010010527 Behandeld door de heer S. Andela (0592) 36 50 39 Onderwerp: Voorontwerpbestemmingsplan Schoonoord recreatiepark R ijmaaran
Geacht college, U hebt ons gevraagd advies uit te brengen over het voorontwerpbestemmingsplan Schoonoord recreatiepark R ijmaaran. Het betreft de uitbreiding van verblijfsrecreatie op het bestaande recreatieterrein. Provinciaal belang Op basis van de Omgevingsvisie Drenthe (vastgesteld door provinciale staten op 2 juni 2010) zijn in het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan de volgende aspecten van provinciaal belang. Kernkwaliteit aardkundige waarden Kernkwaliteit archeologische waarden Kernkwaliteit cultuurhistorische waarden Kernkwaliteit landschap Kernkwaliteit natuur Verblijfsrecreatie Advies Het plan doet geen afbreuk aan de kern kwaliteiten aardkundige waarden, archeologi sche waarden, cultuurhistorische waarden en past in het provinciaal beleid aangaande verblijfsrecreatie. Ten aanzien van de kernkwaliteiten landschap en natuur hebben wij de volgende opmerkingen: In tegenstelling tot wat in de planbeschrijving staat, maakt het plangebied wel onder deel uit van de ecologische hoofdstructuur. Echter, dat het hier gaat om een bestaand terrein voor verblijfsrecreatie is hiervoor geen natuurdoel opgenomen.
Juist om problemen te voorkomen (spanningsveld recreatie-natuur) is het van belang om de recreatieve ontwikkelingen hier goed vast te leggen. Ook hier is een volgend aspect relevant. Om extra druk op de natuurwaarden van de omliggende gronden te voorkomen en vanwege de landschappelijke inpassing wordt het zuidwestelijke deel van het plangebied op de inrichtingsschets vrij van stacaravans gelaten. Op de verbeelding wordt op dit gedeelte echter wel de aanduiding "verblijfsrecreatie stacaravans toegestaan". De verbeelding behoeft conform de inrichtingsschets hierop aanpassing. Verder blijkt uit de inrichtingsschets dat de gehele zuidzijde van de camping wordt afgeschermd met een strook gebiedseigen beplanting. De verbeelding geeft hier geen groenstrook aan. Ook op dit onderdeel behoeft de verbeelding aanpassing (zuidkant plangebied strook opnemen met bestemming bos/groenstrook). Inzet instrumenten Gelet op de inhoud van het plan zijn wij van mening dat het aspect natuur-landschap nadere juridisch-planologische doorwerking in het bestemmingsplan behoeft. Indien het plan niet of onvoldoende wordt aangepast zullen wij overwegen een zienswijze in te dienen. Hiermee is, voor wat betreft de provinciale diensten, voldaan aan het vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening. Voor vragen of overleg inzake dit advies kunt u contact op nemen met de heer S. Andela, telefoonnummer (0592) 36 50 39 of e-mail
[email protected]. Hoogachtend, gedeputeerde staten van Drenthe, namens deze, '/o
dr. P.J. van Eijk, manager Ruimtelijke Ontwikkeling a.i. ab/coll. Afschrift aan de VROM-Inspectie, Regio Noord, Postbus 30020, 9700 RM Groningen
blz 2
094829
Inhoudsopgave
REGELS
3
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1: Begrippen Artikel 2: Wijze van meten
4 4 8
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3: Agrarisch - Cultuurgrond Artikel 4: Groen Artikel 5: Recreatie Artikel 6: Waarde - Archeologie
9 9 10 11 14
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 7: Anti-dubbeltelregel Artikel 8: Algemene gebruiksregels Artikel 9: Algemene afwijkingsregels Artikel 10: Algemene wijzigingsregels Artikel 11: Overige regels
16 16 17 18 19 20
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 12: Overgangsrecht Artikel 13: Slotregel
21 21 22
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 3
REGELS
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
094829
HOOFDSTUK 1 Artikel 1:
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
1. plan: het Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran van de gemeente Coevorden; 2. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0109.300BP00003-0002 met de bijbehorende regels; 3. aanbouw: een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw dat ruimtelijk ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw; 4. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 5. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 6. archeologische waarden: waarden die aan een gebied zijn toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden; 7. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 8. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; 9. bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 5
10. bestaand: een bouwwerk, dat ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een melding of bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd; 11. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 12. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 13. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 14. bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 15. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 16. bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 17. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 18. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 19. camper: een motorvoertuig dat is uitgerust om recreatief in te verblijven; 20. caravan: een verplaatsbaar recreatieverblijf op wielen, dat met behulp van een trekhaak achter een auto kan worden bevestigd; 21. cultuurgrond: grasland, akkerbouw en tuinbouwgronden;
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
094829
22. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 23. dienstverlenend bedrijf en/of instelling: een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden; 24. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 25. groepsaccommodatie: een verblijf met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; 26. kampeermiddel: a. een caravan, vouwwagen, camper, tent, trekkershut of tenthuisje; b. enig ander voorkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist; 27. manege-activiteit: bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen; 28. normaal onderhoud: het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren; 29. peil: a. bij ligging aan een weg: de kruin van de weg; b. bij ligging aan een anderszins verhard terrein: de bovenkant van dat terrein; c. bij ligging anders dan een weg of verhard terrein: het maaiveld; 30. permanente bewoning: bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonplaats;
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 7
31. restaurant: een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden; 32. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 33. stacaravan: een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken; 34. tent: een onderkomen van over stokken gespannen doek ten behoeve van recreatief nachtverblijf; 35. tenthuisje: tent, waarin houten wanden zijn geplaatst en waarvan het dak van tentdoek is ten behoeve van recreatief verblijf; 36. trekkershut: een houten blokhut ten behoeve van recreatief verblijf; 37. vouwwagen: een tent, die over een opklapbaar frame is gespannen en een kar, waarin het frame met tent en al kan worden ingeklapt. In ingeklapte vorm is de vouwwagen achter een auto te vervoeren. In uitgeklapte vorm staat is het een tent, bestemd om recreatief in te verblijven.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 8
Artikel 2:
094829
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 3. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 4. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 9
HOOFDSTUK 2 Artikel 3: 3.1.
BESTEMMINGSREGELS
Agrarisch - Cultuurgrond
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuurgrond; b. sloten, oevers en beplanting; c. paden; met daaraan ondergeschikt: d. openbare nutsvoorzieningen; met de daarbijbehorende: e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2.
Bouwregels
3.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 3.3.
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 10
094829
Artikel 4: 4.1.
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. water; c. nutsvoorzieningen; met daaraan ondergeschikt: d. wegen; e. paden; met de daarbijbehorende: f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2.
Bouwregels
4.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 4.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 4.3.
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 11
Artikel 5: 5.1.
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. standplaatsen voor kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding "verblijfsrecreatie"; b. stacaravans, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - stacaravans"; c. gebouwen, al dan niet ten dienste van het kampeerterrein, ten behoeve van: 1. sanitaire voorzieningen; 2. detailhandel; 3. dienstverlening; 4. sport- en recreatieve voorzieningen, waaronder manegeactiviteiten, de verhuur van huifkarren en de stalling van paarden; 5. een restaurant en een snackbar; 6. een groepsaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie"; 7. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning"; d. aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning; met daaraan ondergeschikt: e. nutsvoorzieningen; f. speelvoorzieningen; g. wegen en paden; h. water; met de daarbijbehorende: i. tuinen, erven en terreinen; j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2.
Bouwregels
5.2.1. Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal binnen het bouwvlak ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen; c. in afwijking van het bepaalde onder a en b mogen, ter plaatse van de aanduiding "verblijfsrecreatie" gebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m2, een goothoogte van ten hoogste 3,50 m en een bouwhoogte van 5,00 m worden gebouwd; d. een bedrijfswoning zal uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" worden gebouwd; e. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste twee per bestemmingsvlak bedragen; f. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 3,50 m bedragen; Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 12
094829
g. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 8,00 m bedragen; h. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen. 5.2.2. Aan- en uitbouwen Voor het bouwen van de in lid 5.1 onder d genoemde aan- en bijgebouwen gelden de volgende regels: a. aan- en bijgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" worden gebouwd; b. de goothoogte van de aan- en bijgebouwen zal ten hoogste 3,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de aan- en bijgebouwen zal ten hoogste 6,00 m bedragen; d. de afstand van de aan- en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens zal ten minste 1,00 m bedragen. 5.2.3. Stacaravans Voor het plaatsen van stacaravans en bergingen bij stacaravans gelden de volgende regels: a. stacaravans en bergingen bij stacaravans mogen uitsluitend worden geplaatst ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie stacaravans"; b. de oppervlakte van een stacaravan zal ten hoogste 40 m² bedragen; c. de oppervlakte van een berging bij een stacaravan zal ten hoogste 6 m² bedragen; d. de bouwhoogte van een stacaravan zal ten hoogste 3,80 m bedragen; e. de bouwhoogte van een berging bij een stacaravan zal ten hoogste 3,00 m bedragen; f. de minimale afstand tussen stacaravans, met inbegrip van de bergingen, zal ten minste 3,00 m bedragen. 5.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
5.3.
blz 13
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van kampeermiddelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens en gebouwen, uitgezonderd bedrijfswoningen, voor permanente bewoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een restaurant, met een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 650 m².
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 14
094829
Artikel 6: 6.1.
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. 6.2.
Bouwregels
6.2.1. Omgevingsvergunning voor het bouwen Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m², moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. 6.2.2. Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen a. Indien uit het in lid 6.2 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. Indien aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorwaarden worden verbonden als bedoeld in sublid a., wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd. 6.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 6.3.1. Vergunningsplichtige werken en werkzaamheden Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: a. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 15
b. het uitvoeren van overige grondbewerkingen; c. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting; d. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen. 6.3.2. Uitzondering Het bepaalde in lid 6.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie; d. niet dieper gaan dan 0,30 m beneden het maaiveld en een kleinere oppervlakte dan 500 m² beslaan. 6.3.3. Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden. 6.3.4. Onderzoeksplicht Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. 6.3.5. Voorwaarden omgevingsvergunning a. Indien uit het in lid 6.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door Burgemeester en Wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. b. Indien aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorwaarden worden verbonden als bedoeld in sublid a, b en c, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd. Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 16
094829
HOOFDSTUK 3 Artikel 7:
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
Artikel 8:
blz 17
Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor de opslag van aan het oorspronkelijk verkeer onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen; b. het gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 18
Artikel 9:
094829
Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; c. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak in die zin dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door: 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen; 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken; 3. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen; mits: de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
Artikel 10:
blz 19
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de bestemming 'Waarde - Archeologie' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van archeologisch onderzoek door een ter zake deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 20
094829
Artikel 11: 11.1.
Overige regels
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; e. de ruimte tussen bouwwerken.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10
094829
blz 21
HOOFDSTUK 4 Artikel 12: 12.1.
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 12.2.
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Status: Ontwerp / 29-09-10
Buro Vijn B.V.
blz 22
Artikel 13:
094829
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran, van de gemeente Coevorden.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van …………... 20......
De voorzitter,
De raadsgriffier,
……………………..
……………………..
Bestemmingsplan Schoonoord - Recreatiecentrum Rijmaaran Buro Vijn B.V.
Status: Ontwerp / 29-09-10