SPUIWATER: Kunstmest van de toekomst (?) Inleiding Optimale bemesting is een belangrijke factor voor een optimale oogstopbrengst. Bovenop de toediening van dierlijke mest kan de specifieke N- en P-vraag het best aangevuld worden met kunstmest. Deze producten vormen echter een grote kostenpost voor de akkerbouwer. Bedrijven met een chemische luchtwasser op hun bedrijf kunnen akkerbouwers helpen om deze bemestingskost te drukken. Het geproduceerde ammoniumsulfaat uit de chemische luchtwasser kreeg in 2009 namelijk het statuut kunstmest. Hierdoor is het product in theorie zeer waardevol, nu hebben we het punt bereikt dat het moet vertaald worden in de praktijk.
Volume spuiwater? <SPUIWATERMARKT IS GEEN NICHEMARKT> (streamer)
De spuiwatermarkt is geen nichemarkt. Elk jaar stijgt het aantal producenten van spuiwater en dus het volume. Met dit volume spui kan aan de vraag naar minerale kunstmestvervangers voor een deel worden voldaan. In de varkenshouderij bezit 43% van de stalsystemen zure luchtwassers. Het is niet enkel de varkenssector die spuiwater produceert. Het spui wordt ook geproduceerd bij de chemische reiniging van lucht uit bedrijfshallen waar pluimveemest, varkensmest of digestaat wordt gecomposteerd, bekalkt, gedroogd en/of gepelletiseerd.
Niet enkel in de mestbewerkingssector worden maatregelen genomen tegen de luchtverontreiniging, ook in de afvalverwerkingsector. Zo vertegenwoordigt bijvoorbeeld Shanks een relatief groot aandeel in de productie van spuiwater. Shanks is één van de grootste groepen op het vlak van afvalverwerking in Europa.
Bij de mestbank was er in 2011 aangifte van 146 chemische luchtwassers. Deze produceren samen 8 miljoen L per jaar. Na bevraging van 8 van de 12 gekende constructeurs in België bleken er 410 chemische luchtwassers in Vlaanderen. Dit zou goed zijn voor een spuiproductie van 28 miljoen L per jaar. Er is geen eenduidigheid over het aantal luchtwassers, maar als de Mestbank al een volumeproductie van 8 miljoen L/jaar noteert, kan hier al minstens 8000 ha mee bemest worden.
Spui in de praktijk <MEERWAARDE VAN SPUIWATER VERTALEN IN DE PRAKTIJK> streamer
Spui binnen het Mestdecreet De varkenshouder die het spuiwater van zijn chemische luchtwasser afzet als kunstmest, ontvangt mestverwerkingcertificaten. Wordt het spui gemengd met dierlijke mest dan wordt het mengsel geheel gecategoriseerd onder de noemer dierlijke mest en moet er dus rekening gehouden worden met de maximum norm van dierlijke mest. Het bemoeilijkt eveneens de afzet omdat het terug in concurrentie is met dierlijke mest. Om dit mengsel af te zetten op de akker moet een aparte mestcode aangevraagd worden. Afzonderlijk opslaan is bij het bouwen een meerkost maar kan dus kostenbesparend zijn op lange termijn. Spui naar mestverwerking Bij gebrek aan afzetmogelijkheden is er ook de mogelijkheid om aan de hand van een nageschakelde techniek, bijvoorbeeld een biologie, de N om te zetten in stikstofgas. De vraag stelt zich dan wel hoe duurzaam dit is. De productie van minerale N-meststof, via het Haber-Boschproces, is een zeer energieverslindend proces door de hoge druk en de hoge temperaturen die moeten behaald worden. Naarmate minerale meststoffen duurder worden, kan de recuperatie van stikstof op het bedrijf voordelen bieden. Spui als vervanger van minerale meststoffen De chemische luchtwasser heeft dus naast zijn functie als geur- en emissiereducerende techniek ook een belangrijke functie als producent van ammoniumsulfaat. Deze is als S-aanbrenger, interessant bij de teelt van aardappelen, tarwe, vollegrondsgroenten…, alsook een traagwerkende N-meststof, door de noodzakelijke omzetting van ammonium naar nitraat in de bodem, die niet gevoelig is aan uitspoeling. Met een mix van Urean en spuiwater kan de stikstofbehoefte evengoed ingevuld worden. Rekening houdend met de beperking van het aandeel spuiwater dat kan uitgereden worden, door het zure karakter, toont de berekening aan dat met een maximale spuihoeveelheid van 1000L/ha een aanzienlijke besparing kan gemaakt worden. Afhankelijk van de inhoud van het spui moet bijgedoseerd worden met Urean. Vandaar dat de afstelling en het goed beheer van de luchtwasser van groot belang is, want hoe hoger de N-inhoud hoe minder (dure) vloeibare kunstmeststof moet bijgevoegd worden. Een korte rekenoefening kan gemaakt worden voor een bemesting van 100E N/ha met Urean (39%N) en spui (3%N). Bij gebruik van 1000L spuiwater per ha worden 30E N aangebracht, dus moet nog aangevuld worden met 70E N uit Urean (=179L Urean). Omgerekend met de huidige Urean-prijzen komt dit neer op een besparing van €24,6/ha door een gedeeltelijke vervanging van Urean door spui. Stel dat het spui een N-inhoud van 5% heeft, worden al 50E N aangebracht met spui. Uit Urean moet nog 50E N aangeleverd worden om aan de gift van 100E N te voldoen. De besparing komt dan op 40,9€/ha.
Opdat het product goed vermarktbaar zou zijn, is het van belang de parameters zo constant mogelijk te houden, zo kan de aankoper zijn systeem hierop afstellen en heeft men een betrouwbaar product voorhanden. Zo’n uitsparing op de kost van het bemestingsproduct is mooi, maar de kosten om met spuiwater te werken moeten nog in rekening gebracht worden.
Toelichting Businessmodel Met een eenvoudig businessmodel wordt geprobeerd een beeld te schetsen van de kosten om spuiwater efficiënt toe te passen als kunstmest. Met deze richtcijfers willen we enkel aantonen dat spuiwater niet perse het economisch rendement van een varkensbedrijf negatief moet beïnvloeden. Het streven naar een break-even voor de spuiwatergebruiker of een onrechtstreeks voordeel door het verkrijgen van mestverwerkingscertificaten lijkt haalbaar. Dit is al een hele andere situatie voor de varkenshouder in vergelijking met het betalen om het spui af te zetten. Voor de akkerbouwer wil het model aantonen dat het gebruik van spui voordelig kan zijn. De cijfers zijn relatief, met andere woorden, praktijkcijfers kunnen hier eventueel van afwijken. Twee situaties worden voorgesteld in het businessmodel. Een situatie waarbij een akkerbouwer alles in werking stelt op zijn bedrijf om het spuiwater te gebruiken in de aardappelteelt en een situatie waarbij een machinering start met het gebruik van spuiwater. Voorbeeld voor de akkerbouwer In de eerste situatie wordt een bedrijf voorgesteld dat jaarlijks 50 ha aardappelen zal bemesten met 100E N aan de hand van het mengsel spuiwater - Urean.
Tabel 1: Businessmodel voor de akkerbouwer
Variabelen AARDAPPELTELER
Margeberekening Akkerbouwer (€/ha) Situatie pure kunstmest (urean)
Te bemesten oppervlakte (ha) Bemesting (kg N/ha) Hoeveelheid spui/ha (l/ha) Inhoud spui (%N)
50
Hoeveelheid kunstmest (kg/ha)
341
100 1000
Kost aankoop kunstmest (€/ha)
81,8
Kost loonwerk (€/ha)
20,0
4
Kostprijs Urean (€/ton)
240
Inhoud urean (kg N/100l)
Totale kost :
101,8
39 Situatie spui - kunstmest
Opslag
(€)
Hoeveelheid kunstmest (kg/ha)
Afschrijving opslag (j)
15
Hoeveelheid spui (l/ha)
1000
Kost opslag Financiering opslag (10 jaar)
17,87 2,95
Opslagtank spui (30.000l) Opslagtank urean (30.000l) Mengsysteem
6000 6000 1000
Mengtanks (10 x 1000l)
400 = 13400
Logistieke kost ophaling (€/ton) Machinekost
3,2
8,0 0,48 0
(€)
Kost aankoop kunstmest Kost aankoop spui
49,1 0
5
Opbouw zaaimachine Opbouw aardappelfrees
2000
Aangepaste graslandinjecteur Andere 2000
Analysekost (€) Kostprijs spui afnemer (€/ton)
0 0
interest financiering jaarlijks %
2
In
3,2
Kost machine Financiering machine (5 jaar) Kost analyse
Afschrijving machines (j)
=
Kost logistiek
205
Totale kost : marge
81,6 20,2
Tabel 1 zijn verschillende variabelen opgenomen waarvan de kostprijs voor het toepassen van spuiwater afhankelijk is. Om het mengsel van spui en vloeibare urean te kunnen maken, moet er vooreerst opslag ter beschikking zijn voor beide producten. Hiervoor worden twee tanks van 30.000L, bestand tegen het corrosieve karakter van deze producten voorzien. Daarin kan een volle vrachtwagen spui en Urean apart opgeslagen worden. Een grotere opslagtank kan gebruikt worden, maar hoeft niet omdat een vrachtwagen meestal geen grotere vracht heeft. Deze tanks worden afgeschreven op 15 jaar in het businessmodel en een interest van 2% voor de financiering op 10 jaar wordt in rekening gebracht. Om het product praktisch te verhandelen, kan op het bedrijf gemengd worden in 1000L vaten. Een mengsysteem om het spui en de urean juist te doseren wordt in rekening gebracht. Voor de ophaling en aflevering van het spuiwater rekenen we een kost van 3,2 €/ton, waarbij we veronderstellen dat telkens een volle vracht kan opgehaald en afgeleverd worden. In dit businessmodel wordt voor het waardevolle spuiwater nog niet betaald aan de varkenshouder. Dit omdat de akkerbouwer al enkele investeringen moet doen tov de conventionele bemesting en dat de varkenshouder onrechtstreeks ook al zijn voordeel haalt door het verkrijgen van de mestverwerkingscertificaten en geen afzet meer hoeft te zoeken/betalen. Door het vluchtig, corrosief karakter van het spui en de kleine hoeveelheden die aangewend dienen te worden, is een aangepaste machine nodig. Voor een kostprijs van €2000 kan de slangenpomp op de plantmachine of op de rijenfrees gemonteerd worden. In dit model wordt de machine afgeschreven op 5 jaar en een interest van 2% voor de financiering op 5 jaar gerekend. De slangenpomp moet niet enkel aanzien worden als een meerkost voor het gebruik van spuiwater en/of urean. Het heeft eveneens een voordeel als rijenbemester. Deze legt de stikstof dicht bij de knol af zodat de wortels onmiddellijk de N kunnen opnemen. Zo ondervindt het gewas geen nadeel bij langdurige droogte die de N-opname verhindert. In de berekeningen wordt aan voordeel van de rijenbemesting geen waarde toegekend. Het mag dus niet zwart wit gezien worden dat de kost voor de slangenpomp enkel te wijten is aan het gebruik van spuiwater. Nadat alle extra kosten in rekening gebracht zijn om gedeeltelijk met spui te bemesten, duidt de berekening aan dat met een spui-inhoud van 4% N een besparing van €20,2/ha gemaakt wordt t.o.v. de bemesting met conventionele kunstmest. Bij een inhoud van slechts 2% N wordt de balans al snel heel wat minder positief: de marge daalt tot €3,9. Op dit bedrijf wordt de marge vooral gehaald door de uitsparing van een extra werkgang (loonkost). Waar vroeger de bemesting met pure minerale meststof gebeurde in een aparte werkgang, kan de bemesting met spuiwater + Urean nu tijdens het rijenfrezen gedoseerd worden. Voorbeeld voor de machine-ring Het spuiwater kan naast de bemesting in de aardappelteelt ook gebruikt worden bij de bemesting van maïs- of grasland. Het gras kan aan de hand van een zodenbemester bemest worden, bij maïs kan een werkgang bespaard worden door de opbouw op de zaaimachine. Duurdere of niet frequent gebruikte werktuigen kunnen met een machinecoöperatie aangekocht worden. In Frankrijk en Duitsland is dit een veel gebruikt concept. In Vlaanderen zijn deze samenwerkingsverbanden minder gekend maar toch werden reeds enkele machine-ringen opgericht. Door de samenwerking van de landbouwers en de oprichting van een coöperatie, kunnen de machinekosten op één landbouwbedrijf gedrukt worden. In een machine-ring kunnen de
landbouwers aan een schappelijke prijs gebruik maken van een nieuw en modern machinepark door het grote aantal hectaren dat met de machines kan bewerkt worden. Dit concept kan interessant zijn voor het toepassen van spuiwater.
De opbouw van de slangenpomp kan zodanig gemonteerd worden dat deze simpel kan verplaatst worden van de pootmachine/rijenfrees naar de zaaimachine of omgekeerd. Door de toepassing van spuiwater bij verschillende teelten kunnen meer hectaren bemest worden, de kosten verdeeld worden en stijgt de rendabiliteit. Stel dat enkele akkerbouwers zich verenigen voor de aankoop van de tanks, het mengsysteem, het spui, de machines, etc. en zij samen 500 ha in gebruik hebben, waarbij het areaal bestaat uit grasland, aardappelen en maïs, dan kan het volgende businessplan opgesteld worden. Tabel 2: Businessmodel voor de machinering
Variabelen MACHINERING
Margeberekening Akkerbouwer (€/ha) Situatie pure kunstmest (urean)
te bemesten oppervlakte (ha)
500
Hoeveelheid kunstmest (kg/ha)
341
bemesting (kg N/ha) hoeveelheid spui/ha (l/ha) inhoud spui (%N)
100 1000 4
Kost aankoop kunstmest (€/ha) Kost loonwerk (€/ha)
81,8 20,0
kostprijs Urean (€/ton) inhoud urean (kg N/100l)
240 39
Totale kost :
101,8
Situatie spui - kunstmest Opslag
(€)
Hoeveelheid kunstmest (kg/ha)
Afschrijving opslag (j)
15
Hoeveelheid spui (l/ha)
1000
Kost opslag Financiering opslag (10 jaar) Kost logistiek
2,37 0,39 3,2
3,2
Kost opbouw machine Financiering machine (5 jaar) Kost analyse
3,6 0,2 0
(€)
Kost aankoop kunstmest Kost aankoop spui
opslagtank spui (60.000l) opslagtank urean (30.000l) mengsysteem mengtanks (20 x 1000l)
10000 6000 1000 800 = 17800
Logistieke kost ophaling (€/ton) Machinekost Afschrijving machines (j)
5
opbouw zaaimachine opbouw aardappelfrees
2000 2000
aangepaste graslandinjecteur andere
5000 =
9000
analysekost (€) Kostprijs spui afnemer (€/ton)
0 0
interest financiering jaarlijks %
2
Totale kost : Marge
205
49,1 0 58,9 43,0
Voor een aangepaste injecteur wordt €5000 in rekening gebracht en voor een opbouw op de zaaimachine €2000. Kleine mengtanks van 1000L vergemakkelijken de verdeling naar de verschillende landbouwers, alsook het transport naar het veld. Bij een bemesting van 100 eenheden N per ha met conventionele kunstmest wordt €101,8 betaald. Met een mengeling van conventionele kunstmest en spui met een inhoud van 4% N kan een marge behaald worden van €43 voordeel, extra kosten voor het gebruik van spui ingerekend. Stel dat de N-inhoud van het spui met 2% daalt, dus tot 2%, daalt ook de marge naar €26,6 voordeel zonder dat er aan de andere variabelen gewijzigd wordt. Hiermee kan aangetoond worden dat een goed beheer van luchtwassers van belang is en voordeel kan leveren als ze goed wordt afgesteld.
Het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM) beschikt over dit rekenblad. Bij vragen kunt u daar altijd terecht.
Praktijkgetuigenis
Guido Lammerant en zijn zoon Tom baten samen een akkerbouwbedrijf uit in Wulpen. Aardappelen vormen de hoofdteelt van het bedrijf. Tot 2012 bemestte Guido zijn aardappelen met de vloeibare Nkunstmeststof Urean. Een eerste gift van 40E N wordt toegediend voor het planten van de aardappelen met een veldspuit en een tweede gift van 140E N bij het rijenfrezen. Deze tweede gift werd toegediend met een veldspuit. Volgens Guido bracht deze techniek te veel N-vervluchtiging met zich mee. Naar schatting vervloog tot 5% van de aangebrachte N tussen het spuiten en het rijenfrezen. Zo werd snel de beslissing genomen om voor rijenbemesting (a.d.h.v. een slangenpomp op de rijenfrees) te kiezen. Niet enkel de toedieningswijze hebben zij veranderd, ook maken zij nu gebruik van een mengsel van spuiwater en Urean in plaats van pure Urean. Het idee, om pure Urean op te mengen met spuiwater, kwam van Tom. Hij werkt part-time bij aardappelhandel Marc Seru. Daar vernam hij dat chipsproducent Lays op zoek was naar een aardappelteler die spuiwater wou gebruiken in plaats van een minerale vloeibare meststof. Guido, een ruimdenkend man met zin voor initiatief en oog voor duurzaamheid, greep de kans, samen met zijn zoon Tom. Zo werd in 2012 op de rijenfrees een slangenpomp gemonteerd. In de fronthef van de tractor wordt een IBC-container (1m3) meegedragen die het mengsel bevat. De slangenpomp doseert de juiste hoeveelheid naar de rijenbemester. Dit zorgt ervoor dat de dosering van het spuiwater afhankelijk is van de snelheid van de tractor.
Guido wou beredeneerd te werk gaan en bemestte slechts een deel van het areaal met het mengsel. “Enkel de resultaten kunnen mij overtuigen om het op grotere schaal toe te passen” klinkt het in Wulpen. Guido en Tom zijn gestart met 5 ha en bemesten nu al 15 ha op deze manier. Enkele proefobjecten werden aangelegd in samenwerking met het PCA om de vergelijking te kunnen maken. Naast spuiwater met Urean in rijenbemesting wordt spuiwater met Humifirst in rijenbemesting en spuiwater met Urean in volleveldstoepassing vergeleken. Volgens Guido is er niet de minste twijfel over de rijenbemesting, deze techniek zal blijven toegepast worden op het bedrijf, zowel voor de toepassing van pure Urean als voor het opgemengde spuiwater-Urean. De voorbije twee jaar kocht Guido het mengsel Urean met spuiwater aan bij CZAV. Dit is een Nederlandse coöperatie, die het mengsel Urean+spui met een constante samenstelling aanbiedt. “Momenteel streef ik naar het behalen van het ISO 14001-label, die betrekking heeft op duurzaam ondernemen, op mijn bedrijf. Als ik zelf het lokaal geproduceerde spuiwater opmeng met Urean, wordt het transport beperkt, en wordt dus veel duurzamer te werk gegaan”. Deze opmenging vraagt natuurlijk meer tijd, maar ook meer geld om de pompsystemen en opslagtanks aan te kopen, om de verschillende producten te stockeren.”