MET 100 TON KUNSTMEST OVER ONDIEPTEN VAN DE TJONGER Door Dirk van der Meulen.
PROLOOG De eerste verhalen over de legendarische gebroeders Fortuin hoorde ik van mijn schoonvader. Hun moeder scheen voor geen kleintje vervaard en regeerde het schip met straffe hand. Men kon, zo vertelt men, bij mistig weer te Stavoren, aan het onderlinge geschreeuw/gescheld al op kilometers afstand horen dat de Fortuins er aan kwamen. Het is algemeen bekend dat de Fortuins één van de laatsten waren, die de zeilen streken en hun have en goed (grotendeels) aan een motor toevertrouwde, dat was rond 1962. Niet omdat het zeilen hen niet beviel, maar omdat er in de beroepsvaart anno 1960 geen plaats meer was voor de zeilende vrachtvaarder. Ik was dan ook enigszins opgewonden, toen ik op een avond in 1978, de klipperaak "De goede Verwachting" naar de steigers te Schellingwoude, waar ook wij een ligplaats gevonden hadden, zag draaien om daar bij ons langszij te overnachten. Na langszij gekomen te zijn, werden de trossen van alle tussenliggende schepen (een stuk of 6) door Piebe stuk voor stuk gecontroleerd. Ruurd en Frederik begon met schoon schip te maken. Wat later op de avond raakten we aan de praat. Natuurlijk kwam de komende reis ter sprake: ze moesten met 100 ton kunstmest over de Tjonger naar Donkerbroek.......... Het doet mij dan ook zeer veel plezier dat ik een verhaal daarover, geschreven door Dirk van der Meulen en eerder gepubliceerd in de Schuttevaer van 5 november 1983, hier mag plaatsen. Pieter Klein, Leeuwarden, 4 september 2009.
GEBROEDERS FORTUIN VASTE KLANT IN DONKERBROEK
De drie gebroeders Fortuin - samen 212 jaar oud en geboren schippers - hebben met hun klipperaak 'Goede Verwachting' en opduwer vast werk op Donkerbroek. Ondanks de Evenredige vrachtverdeling! Piebe Fortuin nummert op de beurs in IJmuiden en met een lading kunstmest varen ze van de Hoogovens naar Friesland. Schuttevaer-Redacteur Dirk van der Meulen voer mee van Mildam (even voorbij Heerenveen) naar Donkerbroek. Hun zesde reis dit jaar. Met 100 ton kunstmest over de ondiepten van de Tjonger. Op zo'n schip zou iedereen bij mooi weer schipper willen zijn. Maar ook de 'Goede Verwachting' bereikt haar bestemming niet vanzelf. De Fortuins hebben er hun handen vol aan.
De fraai gelijnde klipperaak 'Goede Verwachting' onderscheidt zich al van verre. Breed en massief is deze oude vrachtvaarder. De lage opbouw -zonder stuurhut- komt nauwelijks boven de oevers van de Tjonger uit. Frederik Fortuin (66) staat als uitkijk voorop. Boven
het luide, maar regelmatige getuf van de opdrukker uit roept hij af en toe wat aanwijzingen naar achteren. Z'n oudste broer Piebe (bijna 83) doet aan het helmhout alle moeite het schip op koers te houden. In dit smalle en ondiepe vaarwater van Heerenveen in de richting Donkerbroek, blijkt dat ondanks de windstilte een hele toer. Piebe sjouwt dan ook regelmatig van stuurboord naar bakboord, en terug. Broer Ruurd (64) houdt de vaart erin. Hij zit in de opdrukker, die met de 24 pk Bernhard-diesel ('een oude hufter') nog even schuil gaat achter de kont van de 'Goede Verwachting'.
Klipperaak de 'Goede Verwachting' (ex Soli Deo Gloria) van de gebroeders Fortuin uit Heeg.
Hier, begin jaren 80, varende op het Noord-Hollands Kanaal.
In 1915 bij Eikelboom, Hoogeveen gebouwd. afm.: 22.15 x 4,84 x 1.72 (hol), 128 ton.
Op de brug van Mildam is Frederiks geroep zelfs tegen de wind in op enige afstand te horen. Ruw klinkt het, maar het hoort onmiskenbaar bij dit bijna nostalgisch gebeuren, deze oude glorie van de binnenvaart. 'Hy prottelt nogal wat', zegt een wachtende fietser. De brugwachtster neemt het lachend op voor 'de Fortúntsjes': 'Ja, mar hy mient it net sa slim, hear.' Ze is er tamelijk vroeg bij. Het wachten duurt nog wel een kleine tien minuten, maar zij kent de mannen van de 'Goede Verwachting'. De brugwachtster zou zo ongeveer een doodzonde begaan, wanneer de schipper eerst nog had moeten blazen. De Fortuins passeren hier al jaren vrij geregeld. Met kunstmest voor Donkerbroek. Ze zijn vandaag allervriendelijkst. 'Foar snein noch werom?', vraagt de brugwachtster belangstellend. Schipper Piebe Fortuin rekent daar wel op. DRUKTE VOORIN
Er wacht nauwelijks verkeer voor de brug. De vakantiedrukte is -eind augustus- merkbaar voorbij, ook op het water. Gisteren passeerden nog maar negen jachten de Mildamster brug. Het is nu even na één uur. De eerste klant kwam zojuist, vóór de 'Goede Verwachting' uit de richting Donkerbroek. Twee jonge stellen op een tjalkachtig jacht, gehuld in een minimum aan textiel, genietend van de warme nazomer. Per jaar worden
hier zo'n 2.100 scheepspassages genoteerd. Zo'n 50 beroepsvaartuigen, die een dag of wat later weer terugvaren, en een 2.000 pleziervaartuigen. De cijfers zijn de laatste jaren vrij stabiel, zo weet Provinciale Waterstaat van Friesland te melden. Als de 'Goede Verwachting' langzaam de brug binnenglijdt, stappen we aan boord. Weken tevoren al was de afspraak gemaakt. Tijema, de ladingontvanger in Donkerbroek, had de komst van de klipperaak ’s morgens vroeg telefonisch aangekondigd. Een paar uur later bleek het schip juist de driewegsluis (Mr. H. P. Linthorst Homansluis) in de Helomavaart gepasseerd. De gebroeders Fortuin hadden komend van IJmuiden dus de vaarweg 'binnendoor', over de Randmeren, gekozen. Frederik Fortuin hanteert driftig het wrijfhout, om te voorkomen dat de Mildamster brug ook maar een spoortje op één der zijden zal achterlaten. Piebe stuurt de 'Goede Verwachting' vakkundig en zonder een schrammetje, naar iets ruimer water. Frederiks welkom aan boord wordt kompleet overstemd door het tegen de brug weerkaatsende geluid van de opduwer.
Piebe Fortuin.
De foto werd eind jaren '70 gemaakt.
© W. Wilstra, Drachten.
LUST VOOR HET OOG
De klipperaak, met als typische kenmerken de holle steven en een zogeheten paardebil ( bekender als paardekont! Red.), is een lust voor het oog. Een mooi model schip volgens de kenners. De Fortuins, schippers van de oude stempel, staan borg voor een perfect onderhoud. In 1915 werd de 'Goede Verwachting' gebouwd te Hoogeveen. Oorspronkelijk als zeilschip werd het ingezet voor de turfvaart. De Fortuins kochten het 21 jaar geleden (1962 dus. Red.). Hun vorige schip, met dezelfde naam, was een tjalk van 96 ton. Ze hebben daar nog lang mee onder zeil gevaren. Met ladingen stront van Friesland naar de bollenvelden in de omgeving van Lisse, Hillegom en Sassenheim, bijna 28 jaar lang. Maar de tjalk was te hol en stak te diep voor de Friese kanaaltjes. De klipperaak is typisch gebouwd voor ondiep water en neemt in verhouding meer tonnen mee. Afladen is er trouwens niet bij. Met 100 ton kunstmest onder de luiken hebben ze deze reis hun handen vol. We varen met een slakkegangetje. Zittend op het voordek legt Frederik uit dat de snelheid hooguit 7,5 km per uur is. Soms, als het schip leeg is, halen ze de 10 km per uur nog wel. 'Maar ook al zou je 250 pk vermogen hebben, dan kwam je hier nog niet sneller vooruit.' De 'Goede Verwachting' is van zichzelf 25,5 m lang en 4,84 m breed, de diepgang met 100 ton lading is 1,4 m. De opdrukker is 5 meter lang. Bij deze diepgang zitten ze al dicht op de bodem van de Tjonger. Weinig water onder de kiel, daardoor gaan we zo langzaam. Straks, na de eerste sluis, zal het nog wel minder worden. Het is er nog smaller en ondieper. Twee km per uur is soms al veel, het valt er altijd tegen. Dan moet de opduwer ervoor, om wat water onder het schip te brengen. 'En toch', zegt Frederik vol trots, 'hebben we al zowat een zeeboot vol kunstmest naar Donkerbroek gevaren.'
Broer Freek (Frederik) op het voordek terwijl de opdrukker sleept.
De foto werd eind jaren '70 gemaakt.
© W. Wilstra, Drachten.
OORVERDOVEND
Door het brandschoon geveegd gangboord lopen we naar achteren. Het lawaai van de opdrukker is er oorverdovend. Ruurd steekt de hand op, we maken kennis met Piebe. Hij spuugt zijn laatste pruim overboord. Frederik waarschuwt z'n oudste broer met veel stemverheffing dat 'ie natuurlijk wel op het roer moet letten. 'Man, daliks fleane wy de wâl yn!' Piebe mompelt iets onverstaanbaars, duwt het helmhout wat van zich af. Hij begint over hun eind vorig jaar (1982 Red.) overleden zus Anne, die haar leven lang meevoer. Piebe: 'Haar overlijden was een hele strop. We wisten niks. Niet eens wat in de kasten zat. Daar moesten we altijd met de handen vanaf blijven, want dat was háár zaak.' Ze lagen wat langer stil. Toen ze na de winter weer gingen varen, waren de rollen aan boord anders verdeeld. Frederik doet nu het huishouden erbij. Piebe wil hem wat ontzien in het zwaardere werk, want hij heeft al twee keer een maagbloeding gehad. Dat Frederiks kookkunst in geen verhouding staat tot die van hun onvolprezen zuster, nemen beide andere broers voor lief. Piebe zelf heeft 55 jaar onder zeil gevaren, vóór hij een opduwer het werk liet overnemen van de wind. Zo bezienswaardig als ze nu zijn - opdrukkers kom je bijna niet meer tegen zo waren ze dat vroeger ook al toen ze nog voeren onder zeil. Het damesblad 'Margriet' heeft er ooit nog een reportage aan gewijd. Aan boord van de 'Goede Verwachting' rekent men niet in jaren, maar in tientallen jaren. 'We varen van vader op zoon, al 90 jaar zijn we bij dezelfde verzekering in Heerenveen. (Toen de F.M.H., thans E.F.M. geheten. Red.)', zegt Piebe. Zelf hebben ze nooit schade veroorzaakt. Afgezien die ene keer toen ze bij windkracht negen bij Ketelhaven tegen een dukdalf klapten. En soms was er een ander die de 'Goede Verwachting' gevoelig raakte. Maar voor het overige hadden ze indertijd voor de klipperaak geen betere naam kunnen kiezen ....
Zus Anne in de opening van haar domein: de keuken en roef. De foto werd eind jaren '70 gemaakt. © W. Wilstra, Drachten.
NIET DRAMATISCH
Maandag heeft Piebe in IJmuiden genummerd op de reis kunstmest van Hoogovens naar Donkerbroek. Over de hoeveelheid aangeboden werk in deze economisch minder goede tijd, doen de Fortuins niet dramatisch. 'Soms moet je een paar dagen wachten, een andere keer heb je meteen werk.' De meeste kleine schepen zijn in de loop der jaren weggesaneerd of raakten hun vergunning kwijt. In hun tonnageklasse, 100 tot 200 ton, deden er begin dit jaar nog 106 mee aan de binnenlandse wilde vaart. Alweer 27 minder dan het jaar ervoor. Gemiddeld meten ze 150 ton, de 'Goede Verwachting'128 ton, is dus één van de kleinste. Zeven varen er nog van minder dan 100, gemiddeld 66,7 ton. De Nederlandse binnenvloot bestond op 1 januari 1983 uit 5.068 schepen met een wilde-vaartvergunning en een gemiddeld laadvermogen van 812 ton. De laatste jaren was de schaalvergroting enorm, maar nog steeds zijn er afnemers voor de kleine partijen van de 'Goede Verwachting en andere kleine schepen. Het wordt wel minder. Vroeger kwamen ze nog wel eens in Oldeberkoop en andere dorpen langs de Tjonger. Tegenwoordig af en toe nog in Wolvega, wat vaker in Donkerbroek. Van IJmuiden naar Donkerbroek is 250 km varen, een reis van zo'n drie-en-een-halve dag. Dinsdag zijn ze van Harderwijk vertrokken en deze donderdagmorgen voeren ze van
Steenwijk. 's Nachts liggen ze stil, maar van mist trekken de Fortuins zich weinig aan. De vaarroute kunnen we langzamerhand wel dromen. Radar hebben ze niet aan boord, marifoon evenmin ('der begjinne wy net oan'). Wel is er het kompas, meer dan 100 jaar oud, ingebouwd in de roefopbouw. 'We hebben ons hele leven al op het IJsselmeer rondgezwalkt. Al is de mist nog zo dik, na zoveel jaar kijk je daar wel doorheen. Dit kompas is onze mistwijzer', zegt Piebe. 'Maar je staat wel verdraaid lang op je poten voor je aan de andere kant bent', geeft hij toe. Ze steken zich dan ook warm in de kleren, zomer en winter. Piebe laat als bewijs z'n baaien hemd en lange onderbroek zien. Het IJsselmeer nemen ze overigens alleen bij rustig weer op de terugweg, via Staveren en Medemblik. Soms wordt er dan een hulpzeiltje bij gezet voor wat extra vermogen.
Ruurd in de opdrukker sleurt de 'Goede Verwachting' over de ondieptes van de Tjonger. De foto werd eind jaren '70 gemaakt. © W. Wilstra, Drachten.
NIET KINDERACHTIG
De vaardagen zijn lang aan boord van de 'Goede Verwachting', daarin zijn de Fortuins niet kinderachtig. Als ze eenmaal geladen hebben, dan zal die lading ook zo snel mogelijk naar de plaats van bestemming. Woensdag voeren ze in 14 à 15 uur van Harderwijk naar Steenwijk. 'Dan hawwe jo jouns wol jo nocht', zegt Piebe. Vanwege hun leeftijd doen ze tegenwoordig al wat kalmer aan. Dit is nog maar hun zesde reis dit jaar. 'Vroeger', zegt
Piebe, 'dan voeren we van drie 's nachts tot elf uur 's avonds. Per jaar wel zo'n 29 reizen. Dag en nacht lag je onder zeil. Hij hoeft nu niet meer zo nodig. 'Je vaart toch alleen maar voor een ander. Van de belasting zuigen ze een hoop uit je lijf. Wie de luiste is, is het beste af. In zo'n wereld leven we tegenwoordig.' Eén van hun grootste zorgen is de verlenging volgend jaar van hun wilde-vaartvergunning. Daarvoor moeten ze per jaar tenminste 83.300 ladingtonkilometers varen. Bij zes reizen zitten ze daar al ruim boven. Piebe: 'De beursmeester zei al: jij krijgt je vergunning wel weer.' Piebe steekt, bij gebrek aan pruimtabak, een stuk sigaar in z'n mond. Na drie dagen varen is alles op. Frederik klaagde ook al dat ze nog nauwelijks eten aan boord hebben, een stuk vlees is er niet meer bij. Een koelkast hebben we niet, veel bewaren in de warmte gaat dus niet. Pas bij de tweede sluis zal Frederik even van boord wippen om een paar flesjes bier te halen bij een café. Zelf mag hij niets alcoholisch nuttigen, trakteert zich daarom op een ijsje. Zijn maag protesteert soms als hij zich te veel inspant, zoals wanneer hij de 'Goede Verwachting' bij het uitvaren van de eerste sluis van de kant drukt. Fredrik: 'Als íe weer begint te trekken is 't mis. Na z'n eerste maagbloeding had hij het ziekenhuis in gemoeten. Maar Frederik trok zich van dat dringend doktersadvies weinig aan. 'Wat wil je, midden in de nacht naar een vreemd ziekenhuis. Nu leef ik nog, zei ik tegen die dokter. Als ik in het ziekenhuis ben misschien niet meer.' Piebe maakt zich zorgen over Frederik. Het valt nu op hoe Frederik zich eerder zorgen maakt om Piebe. 'M'n oudste broer is 82, straks 83. Ik weet niet hoe lang we nog kunnen varen. Je begrijpt, er moet een keer een eind aan komen.' Frederik neemt het roer over. Ruurd komt uit de opdrukker. Op rechte stukken kan dat wel. We drinken thee in de roef. Volgens oude schippersgewoonte mag je hier alleen zonder schoeisel binnenkomen. Op kousevoeten dalen we de vier treden van het steile trapje af. Ook daar, op een paar vierkante meter, één en al degelijkheid. De betimmering hebben ze indertijd zelf nog aangebracht. We bewonderen de huisvlijt van Ruurd: uit hout gesneden scheepsmodelletjes en een fraai koperen ankertje. Het foto-album komt op tafel. Veel kiekjes van de 'Goede Verwachting', hen toegestuurd door enthousiaste passanten. Oude familiefoto's ook. 'Moeder heeft 89 jaar over het IJsselmeer gevaren. Die kon in bed horen hoe de wind was', herinnert Ruurd zich.
De Fortuins bij de 'Jachthaven Buiksloot', Amsterdam-N. Foto: Pieter Klein, rond 1980.
OPDRUKKER
We schrikken op door een kreet van Frederik. Ruurd rent de roef uit en duikt in zijn opdrukker. De 'Goede Verwachting' dreigt nu echt in de wal te lopen. Er kwam een plezierjacht voorbij. Met roer en opdrukker samen lukt het om het schip weer recht te krijgen. We laten een inktzwart modderspoor achter. 'Je kunt hem geen moment uit het oog verliezen', zegt Piebe. Ruurd houdt het nog even uit in de opdrukker, waar de temperatuur door de draaiende motor aardig wat hoger is dan op de klipperaak. De Bernhard-motor hebben ze pas een jaar of drie. Daarvoor hadden ze er ook één, die het maar liefst 24 jaar heeft uitgehouden. Toen die het begaf waren er geen onderdelen meer bij te krijgen. Bij Kramer Scheepsmotoren in Zaandam konden ze nog wel net zo'n 'oude hufter' meekrijgen. Ruurd glundert als we overstappen op zijn opdrukker en de motor bewonderen. Nog méér als hij er na de Oldeberkoopsterbrug tot tweemaal toe in slaagt om de vastgelopen 'Goede Verwachting' weer los te trekken. De ondiepte direct na de brug is de Fortuins wel bekend. Daar blijven ze keer op keer steken. Een eind verderop, als de bossen waar de Tjonger door loopt al achter ons liggen, is het opnieuw raak. Er zit geen beweging meer in. Van achteren redt Ruurd het niet met de opdrukker. Hij maakt los en vaart naar voren. Heel langzaam, met veel rukken en trekken van de opdrukker, komt er weer wat beweging in het schip. Ruurd blijft er voor tot de tweede sluis. Dan moet er weer worden losgekoppeld en achter weer vastgemaakt, omdat de kombinatie anders niet in de sluis past. Op de sluis beklaagde Piebe zich tegenover de sluiswachter en een jachtschipper, die het geploeter had gezien, over dieper stekende motorschepen die, als ze maar even vastraken, met hun schroef een bult onder water omhoog draaien. 'Man, je moet je kollega's niet de schuld geven, maar de vaarwegbeheerder. We hoeven er niet omheen te draaien. Hier is na de oorlog nog één keer gebaggerd, later niet meer', reageert de sluiswachter. Zijn baas, PWS Friesland in Leeuwarden garandeert een geringste waterdiepte van 1,50 m. De 'Wegwijzer voor de binnenscheepvaart', met officiële gegevens van alle Nederlandse vaarwegen, houdt het op 1,70 m. Hoe dan ook, de 'Goede Verwachting' had met z'n 1,40 meter nergens mogen vastlopen. Donkerbroek halen ze vandaag niet meer. Morgenochtend nemen ze om acht uur de derde sluis, bij de eerste schutting. Het wordt 's nacht hoog opgepompt. De schippers hebben dan nog geen last van 'boeren die water stelen voor hun land', zoals Piebe zegt. En zo liggen ze de volgende morgen om een uur of tien bij Tijema in Donkerbroek voor de wal. Frederik gaat naar de slager voor een paar pond dikke runderlappen. Piebe komt terug met een nieuw pakje pijptabak, wat overigens z'n merk niet is. We drinken koffie in de roef, voor de Tijema's met lossen beginnen.
Fragment van de ansichtkaart uit Donkerbroek. Archief Harry De Groot.
OP ANSICHTKAART
Met het Nederlandse beurssysteem zou in principe elke schipper evenveel kans maken op een reis naar Donkerbroek.. In de praktijk komen alleen de Fortuins en vier of vijf andere schippers bij Tijema voor de wal. Ze zijn in het dorp dan ook alom bekend. De 'Goede Verwachting' prijkt zelfs op een ansichtkaart, met 'Groeten uit Donkerbroek'. Vrijdagmiddag tegen vijven is het ruim half leeggezogen. De gebroeders Fortuin kijken toe bij het lossen, hangend over de den. 'Zorg wel dat 'ie wat recht ligt voor het weekens', vraagt Piebe. Ze zullen tot maandag in Donkerbroek moeten blijven. Geen plaats om lang te liggen, vinden ze. Vooral 's winters niet. Dan liggen ze steevast op hun stek in de jachthaven Buiksloot bij Amsterdam. Drie mannen op een klein schip. We hebben een indruk gekregen van het leven en werken aan boord van de 'Goede Verwachting'. Op zo'n ongemotoriseerd schip is het voor drie man stevig aanpoten. Maar wie van de drie is nu de kapitein aan boord, vragen we ons af. Piebe is de oudste, hij zegt: 'Ik ga naar de beurs en regel de vracht, ook als het om de centen gaat. Frederik doet het huishouden en de opdrukker is Ruurd z'n zaak.' Hij spuugt nog eens en dan is het tijd om de luiken erop te leggen. Maandag lossen ze verder. Daarna gaat de 'Goede Verwachting' waarschijnlijk voor z'n tweejaarlijkse hellingbeurt naar de werf in Stavoren. 'Als je dat niet geregeld doet, vaar je binnen de kortste keren met een wrak', zegt Piebe.
Waar ik m'n verhaal begon: de Fortuins draaien naar de steigers te Schellingwoude. Foto: Pieter Klein, 1978.
Tot zover het verhaal zoals het in de Schuttevaer stond. Bijgevoegde foto's waren niet in het oorspronkelijke artikel opgenomen. © 1997-heden; Vereniging 'De Binnenvaart', Dordrecht. Redactie: Pieter Klein, Leeuwarden. De rechthebbenden kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van het gebruik van deze site! Zonder toestemming vooraf, is gehele of gedeeltelijke overname van enig deel uit 'Binnenvaarttaal' verboden! Over het algemeen zullen de inzenders van het materiaal een verzoek tot het gebruik van het getoonde materiaal inwilligen. (meer informatie) Deze site is geoptimaliseerd voor Firefox bij een resolutie van 1024x768 px., U wordt verzocht eventuele gebreken te melden! (meer informatie) Mijn dank gaat uit naar allen, die mij met deze site helpen of geholpen hebben. Pieter Klein: Redacteur, auteur, ontwerper en webmaster.
Statistieken