Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Spuiforum Den Haag Bundeling Programma van Eisen - Concept
1
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
1
2
Inleiding ........................................................................................................................................................... 3 1.1
Werkwijze .............................................................................................................................................. 3
1.2
Leeswijzer .............................................................................................................................................. 3
Randvoorwaarden en uitgangspunten ............................................................................................................ 4 2.1
Project spuiforum .................................................................................................................................. 4
2.2
Gezamenlijk gebruik van ruimten .......................................................................................................... 4
2.3
Gastgezelschappen ................................................................................................................................ 4
2.4
Duurzaamheid ....................................................................................................................................... 5
2.4.1
Algemeen .......................................................................................................................................... 5
2.4.2
EnergieRijk ......................................................................................................................................... 5
2.5 3
Toegankelijkheid .................................................................................................................................... 5
Functionele eisen (beschrijving te huisvesten functies) ................................................................................. 6 3.1
Openbare en publieksfuncties ............................................................................................................... 6
3.1.1
Atrium/Entreegebied ........................................................................................................................ 6
3.1.2
Foyers ................................................................................................................................................ 7
3.1.3
Zalen .................................................................................................................................................. 7
3.1.4
Commerciële functies...................................................................................................................... 11
3.2
Ondersteunende Functies ................................................................................................................... 12
3.2.1
Logistiek........................................................................................................................................... 12
3.2.2
Facilitair en ondersteuning .............................................................................................................. 14
3.3
Domeinen: specifieke eisen en wensen per organisatie ..................................................................... 15
3.3.1
DMC ................................................................................................................................................. 15
3.3.2
NDT .................................................................................................................................................. 15
3.3.3
RO .................................................................................................................................................... 16
3.3.4
KC .................................................................................................................................................... 18
3.4
Buitenruimte........................................................................................................................................ 22
3.4.1
Stedenbouwkundige eisen .............................................................................................................. 22
3.4.2
Parkeren .......................................................................................................................................... 22
3.5
Ruimtelijke relaties .............................................................................................................................. 23
3.5.1
Fysieke relatie.................................................................................................................................. 23
3.5.2
Zichtrelatie ...................................................................................................................................... 26
3.5.3
Compartimentering ......................................................................................................................... 26
4
Ruimtelijke vertaling ..................................................................................................................................... 27
5
Technische eisen ........................................................................................................................................... 28 5.1
Kwaliteit ............................................................................................................................................... 28
5.2
Bouwfysische eisen .............................................................................................................................. 28
5.3
Constructief ......................................................................................................................................... 28
2
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
1 INLEIDING 1.1 WERKWIJZE De gemeente Den Haag ontwikkelt het Spuiforum. Dit gebouw aan het Spui te Den Haag biedt huisvesting aan het Nederlands Dans Theater (NDT), het Residentie Orkest (RO), het Koninklijk Conservatorium (KC) en het Dans- en Muziekcentrum (DMC). In opdracht van de gemeente Den Haag is in 2010 een functioneel-ruimtelijk Programma van Eisen opgesteld voor het Spuiforum. In 2012 is het programma versoberd en in overleg met gebruikers is het in 2013 geactualiseerd. Parallel aan dit geactualiseerde Programma van Eisen is door de toekomstige gebruikers verder nagedacht over de toepassingsmogelijkheden van dit gebouw. Hierdoor bestond het Programma van Eisen, daardoor uit diverse documenten. Gemeente Den Haag heeft besloten deze documenten te bundelen tot één samenhangend Programma van Eisen document, waarin functionele, ruimtelijke en technische eisen samenkomen. Ook de ambitie en visie de gemeente zijn hierin verwoord, zodat eenduidig gecommuniceerd kan worden naar het ontwerpteam. De volgende bronnen zijn geraadpleegd (in de bijlage een totaaloverzicht van de bronnen): Het materiaal, opgehaald door 4 Advies, als vervanging van de PRC documenten. Het KC heeft Arcadis ingeschakeld om het eigen technisch en ruimtelijk PVE scherp te formuleren. De DMC heeft als aanvulling op het 4Advies per ruimte de technische eisen geformuleerd. De DMC heeft in samenwerking met het NDT, uitgebreid beschreven wat voor hen de theatertechnische eisen zijn aan de theaterzaal.
1.2 LEESWIJZER In dit integrale programma van eisen zijn opgenomen: Randvoorwaarden en uitgangspunten Functionele eisen Ruimtelijke vertaling Technische eisen
3
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
2 RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN 2.1 PROJECT SPUIFORUM Het Spuiforum kent de volgende hoofdgebruikers: Dans- en muziekcentrum (DMC) Huisgezelschap: Nederland Dans Theater (NDT) Huisgezelschap: Residentie Orkest (RO) Koninklijk Conservatorium (KC) Variërende gastgezelschappen DMC is de hoofdhuurder van het complex dat onderdak gaat bieden aan de twee huisgezelschappen (NDT en RO), het Koninklijk Conservatorium (KC) en haar eigen organisatie. Daarnaast zullen variërende gastgezelschappen gebruik maken van de faciliteiten en diensten van DMC. DMC is verantwoordelijk voor de programmering (nu ca.65% van de programmering in de huidige Dr. Anton Philipszaal en Lucent Danstheater). De programmering is aanvullend aan de voorstellingen van de huisgezelschappen (NDT en RO), zodanig dat het Spuiforum een breed publiek aanspreekt op het gebied van klassieke muziek, popmuziek, dans, opera en theater, met veel aandacht voor culturele diversiteit. De huis- en gastgezelschappen kunnen gebruik maken van de technische en facilitaire diensten/ondersteuning van DMC. DMC is hierin aanvullend aan de gezelschappen die ook eigen technici in dienst hebben. Spuiforum wordt een gebouw met een grote meerwaarde voor de levendigheid rondom het Spui. Een vloeiende overgang tussen binnen en buiten en een 16-uurs bezetting (ochtend tot late avond) en een mix van functies maken dat het gebouw leeft. Het gebouw is meer dan een bouwwerk.
2.2 GEZAMENLIJK GEBRUIK VAN RUIMTEN Spuiforum combineert de huisvesting van drie grote culturele instellingen op de huidige plek van twee. Intensief en meervoudig ruimtegebruik is hierdoor mogelijk, wat onnodige leegstand voorkomt. Het samenbrengen van deze organisaties in één gebouw, levert voordelen op het gebied van samenwerking en biedt mogelijkheden voor het delen van functies en ruimten. Zo word het bedrijfsrestaurant gezamenlijk gebruikt, en word synergie gezocht tussen bemensing van ontvangstbalie en gedeeld gebruik van de zalen repetitieruimtes en kleedkamers. (door middel van een protocol planning ruimtegebruik). In het kader van gedeeld gebruik zijn in het spuiforum zijn in drie categorieën te onderscheiden: Openbare en publieksfuncties: Een deel van de ruimten in het Spuiforum (zalen, foyers en commerciële ruimte) is toegankelijk voor publiek. Voor deze ruimten gelden specifieke veiligheidseisen. Deze ruimten zijn beschikbaar voor de culturele programmering, maar worden ook gebruikt door de gebruikers organisaties voor repetities en onderwijsactiviteiten (lessen, examens etc.). Voor gezamenlijk gebruik van deze ruimten dienen afspraken gemaakt te worden met betrekking tot beheer. Ook moeten de ruimten functioneel en ruimtelijk tegemoet komen aan de eisen van alle organisaties die deze ruimten gebruiken. Ondersteunende functies: Functies die de primaire processen in het Spuiforum ondersteunen. O.a. logistiek en ICT. Voor gezamenlijk gebruik van deze ruimten dienen afspraken gemaakt te worden met betrekking tot beheer. Domein functies: Ruimten waarvan één organisatie (DMC of NDT of RO of KC) de hoofdgebruiker is en waarover die organisatie ten aanzien van het gebruik de eerste zeggenschap heeft.
2.3 GASTGEZELSCHAPPEN In het Spuiforum bevindt zich een aantal zalen dat behalve door de huisgezelschappen ook door gastgezelschappen gebruikt zal gaan worden. Het betreft vooral de theater- en de concertzaal en de daarbij horende foyers. Minder frequent zullen ook de ensemblezaal, en een aantal kleine zalen van het Koninklijk Conservatorium in de programmering kunnen worden betrokken.
4
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
2.4 DUURZAAMHEID 2.4.1 ALGEMEEN Spuiforum wordt een bijzonder gebouw voor de stad. Zoals van een publiek overheidsgebouw verwacht mag worden, wordt rekening gehouden met duurzaamheid. Bij de optimalisatie van het ontwerp wordt waar mogelijk het ‘total costs of ownership’ in ogenschouw genomen als het neerkomt op keuzes. In de praktijk betekent dit dat een gebouw wordt nagestreefd, dat relatief lage exploitatielasten kent. In het gebouw wordt een gezond en prettig verblijfsklimaat gerealiseerd. Het gebruik van daglicht en natuurlijke ventilatie dragen hieraan bij. In het gebouw wordt daarnaast zoveel mogelijk gebruik gemaakt van voorzieningen, die zorgen dat het gebouw met minder energietoevoer toekan met waarschijnlijke een lage CO2 belasting tot gevolg. 2.4.2 ENERGIERIJK Het rijk en de gemeente werken momenteel samen aan een business case, waarbij een betrouwbaar, duurzaam en kosteneffectieve gezamenlijke distributie van energie in de markt wordt gezet. Spuiforum zal moeten aansluiten op het gezamenlijke energieopwekking- en distributienetwerk. Hiermee zal Spuiforum met minder eigen installatie kunnen volstaan, wat exploitatievoordelen biedt. Tegelijk moet een terugvaloptie worden ontwikkeld, die uitgaat van aansluiting bij bestaande WKO in de omgeving dan wel eigen installaties.
2.5 TOEGANKELIJKHEID Het spuiforum dient toegankelijk te zijn voor iedereen, ook mensen met een functiebeperking. Bij het ontwerpen dient daarom rekening gehouden te worden met de criteria van het ITS keurmerk. De wens bestaat om toe te werken naar het behalen van het ITS–symbool (gebaseerd op ITS-criteria). Dit symbool geeft aan dat een gebouw, openbare ruimte, openbaar vervoer, evenement of object bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar is voor iedereen, vooral voor mensen met een functiebeperking.
5
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
3 FUNCTIONELE EISEN (BESCHRIJVING TE HUISVESTEN FUNCTIES) 3.1 OPENBARE EN PUBLIEKSFUNCTIES 3.1.1
ATRIUM/ENTREEGEBIED
Functie van het atrium/entreegebied Het publiek komt binnen via de centrale hal en kan van daaruit specifieke publieksvoorzieningen als restaurants, de zalen en de daarbij horende foyers bereiken. De begane grond wordt gebruikt als binnenplein, met horecagelegenheid. De domeinen van NDT, KC, RO en overige DMC-ruimten zijn in beginsel niet toegankelijk voor het publiek. De centrale hal is tevens bedoeld als de entree voor de medewerkers van de instellingen, studenten musici en dansers. Een bemenste diensteningang, goed gesitueerd voor alle instellingen en in de buurt van de loadingdock, kan multifunctioneel gebruikt worden als leveranciers-, chauffeurs-, en artiesteningang voor bezoekende gezelschappen en voor NDT, dat na sluiting van de centrale balie hun materiaal moeten afleveren. Wie via de voorkant naar binnen komt, meldt zich (indien nodig) bij de balie. De KC studenten worden toegelaten tot het KC gebied (studio’s) via de eigen KC balie op de verdieping. Het KC gebruikt receptiebalies voor het HBO-deel van de school en een voor de School voor Jong Talent binnen hun eigen gebied. In de centrale hal is een beperkte informatiebalie die tevens als kassabalie fungeert. Dit is de plek waar bezoek kan worden opgehaald, waar informatie kan worden verkregen, waar de centrale telefoon staat en waar het gebouwbeheerssysteem staat (BMI, BHV etc). Door de ontwikkeling van e-ticketing zijn e-poortjes in de toekomst wellicht een mogelijkheid (metrosysteem). Op de verdieping van de zalen is ruimte gewenst voor merchandising en vriendenbalies. Placeren kunnen gedaan worden volgens het model Eindhoven (controle met zaalplattegronden op Ipads). Speciale gasten moeten snel naar hun plaats geleid kunnen worden. Publiek, bezoekers, studenten, medewerkers kunnen via de trappen en de roltrappen tot helemaal bovenin het gebouw komen. De feitelijke toegangsbeveiliging tot de zaal en de domeinen met de werk- of studieruimten wordt op de desbetreffende verdiepingen gerealiseerd. De feitelijke toegang naar de zalen ligt op de eerste verdieping. De plaats van de Garderobes dient in goed overleg met de gebruikers gekozen te worden. Hierbij dient, naar efficiency, rekening te worden gehouden met de integrale wachttijd van het publiek na de voorstelling. Voorkomen moet worden dat het publiek meermalen moet wachten. Gewenste kwaliteit van het atrium/entreegebied Tocht in het gebouw dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Entrees te voorzien van sluizen en of tourniquets. Bij tourniquets kan gedacht worden aan ‘groene’ tourniquets. Voor het atrium/entreegebied is een hybride binnenklimaat, zonder hinderlijke tocht, kou- of warmtevlagen gewenst. Dit is deels subjectief, maar als norm is geformuleerd: een prettig klimaat zonder jas aan, maar niet bij zeer luchtige kleding. Deze wens geldt als eis indien er horecavoorzieningen met terrasjes worden gesitueerd, die doorlopen in atrium/entreegebied. Er is geen hinderlijke lichtuitval (lichtsterkte of drukke effecten) richting omgeving. Dit geldt in mindere mate voor de stadhuiszijde. Windhinder voor wandelend publiek langs Spuiforum moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Mogelijk moet in de vorm van het gebouw maatregelen genomen worden ter beperking daarvan, zodat de oplossingen niet in de openbare ruimte zelf hoeven te worden gevonden. Het atrium moet een transparante, maar feitelijk van de buitenruimte afgesloten plek zijn. Door middel van zomerterrassen kan de verbinding met de straat gemaakt worden. De realisatie van een dakterras(sen) of balkon(nen) met aangename buitenomstandigheden is gewenst. Windhinder moet ook hier worden voorkomen.
6
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Een duidelijke visie wordt verwacht op de wijze waarop bij een hoge binnenruimte voorkomen kan worden dat na oplevering in het oog springende extra maatregelen noodzakelijk zijn ter voorkoming van naar beneden springen. Om de afgeslotenheid niet als drempel te laten functioneren (naar binnen gaan in een cultuurtempel) moeten er verschillende redenen zijn om overdag en ’s avonds naar binnen re gaan. Dit kunnen zijn; kaartjes kopen, informatie ophalen, eten, expositie, korte performances, gesprekken, bezoek aan ronde tafels, meeting-points, lunchconcerten, zondagochtend concerten, nachtelijke jazzclub, uitzicht over den Haag, meet en greet momenten met artiesten, bijwonen van repetities, bezoeken bouwdagen, rondleidingen backstage, cursussen danskijken, beursbezoek. Het atrium bestaat uit verschillende podia; de centrale hal, de horeca in de centrale hal, de drie lagen foyers en het dakterras. De wens is dat al deze plekken programmeerbaar kunnen worden. Dit betekent: Dat ze akoestisch min of meer onafhankelijke ruimtes moeten zijn (weinig overlast naar andere ruimtes) Dat ze akoestisch in orde zijn voor zowel spraak als muziek Dat ze technisch gefaciliteerd zijn (licht/ geluid, beamer) Dat de relatie met horeca is uitgewerkt (bar, dag-horeca) Dat er een aangename temperatuur is (verwarmd) Dat aanliggende ruimtes afhankelijk van de doelstelling van die ruimtes akoestisch gescheiden zijn van deze publieksfuncties. Dit om geluidsoverlast te voorkomen. Dat alle lagen foyers apart programmeerbaar zijn, zodat je niet verplicht bent iets te kijken/luisteren als eigenlijk binnen bent gekomen om een gesprek te voeren. Dat programmering voornamelijk overdag zal plaats vinden Dat de ruimtes niet worden geprogrammeerd tijdens voorstellingen in de zalen (overlast) Dat overlast van zwervers/hangjongeren (zoals nu op trap), wordt tegengegaan, zodat het oudere publiek binnen durft. (dit is een ontwerpvraagstuk in eerste instantie en in tweede instantie een beheersvraagstuk) Dat er voldoende opslag voor podia, stoelen, tafels, horeca materiaal etc. in de buurt van de verschillende plekken is. 3.1.2 FOYERS De zalen zijn gekoppeld aan foyers, waarvan de capaciteit aansluit bij het betreffende deel van de zaal. De foyers zijn uitgelegd op een volledige zaalbezetting, inclusief buffet- en opslagruimten. Tevens zijn ze voorzien in aansluitpunten voor mobiele bars. Vlakke vloeren zijn daarom gewenst. De foyers zijn flexibel indeelbaar en multifunctioneel bruikbaar. Door middel van bijvoorbeeld schuifpuien of flexibele wanden kunnen delen worden afgesloten. Nadere informatie over gewenste indelingsmogelijkheden van de foyers volgt. Indien er sprake is van Vips en bijzondere gasten, dan worden zij in gescheiden comfortabele ruimten ontvangen. Deze ruimten dienen te kunnen worden afgescheiden van de betreffende foyer. Deze ruimten zullen tevens worden ingezet bij congressen (als break out rooms), evenementen e.d. 3.1.3 3.1.3.1
ZALEN ALGEMENE EISEN EN WENSEN ZALEN
De zalen in het Spuiforum worden gebruikt voor programmering van DMC (waaronder gastgezelschappen), de huisgezelschappen RO en NDT en het Koninklijk Conservatorium. Tevens vinden repetities en onderwijsactiviteiten plaats in deze ruimten. Leeglooptijd en vluchten Belangrijke aandachtspunten bij het ontwerp zijn de maximale leeglooptijd en de vluchtcapaciteit (publiek en artiesten) van de zalen en in het bijzonder de concertzaal. Na afloop van het concert dient het publiek vlot op straat te kunnen staan, inclusief de wachttijd bij de garderobe(s). Normen dienen in overleg met de instellingen en de brandweer te worden bepaald. Bij de besluitvorming dienen ook investerings- en exploitatiekosten te worden meegewogen. Harde garanties zijn nodig voor de veiligheid van (ouder) publiek bij brand. Tevens dient 7
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
het gevoel van veiligheid voor al het publiek gewaarborgd te zijn. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar in de bijlagen opgenomen rapport ‘ontvluchting bij hoge bezettingen’ (PRC, oktober 2006). Daglicht De tonelen van de twee grote zalen en de zijtonelen van de danszaal dienen te worden voorzien van daglicht. De tonelen dienen echter eenvoudig (binnen enkele minuten) verduisterd te kunnen worden. 3.1.3.2
THEATERZAAL
Functie De theaterzaal zal onder meer gebruikt worden voor dans- en theatervoorstellingen en voor opera. Tevens zal deze zaal en de daarbij horende foyers ingezet worden voor congressen. Functionele eisen en wensen De theaterzaal beschikt over 1.200 stoelen, inclusief balkon. Op de orkestbak (NDT-4) kunnen, wanneer deze niet wordt gebruikt, 150 stoelen extra worden geplaatst. Deze stoelen en meubilair uit de orkestbak (muziekstandaards etc.) kunnen opgeslagen worden in een berging nabij de theaterzaal. De zichtlijnen zijn goed en zo kort als mogelijk. Iedereen ziet op alle plekken hetzelfde. De wens is de zaal dusdanig te compartimenteren en vorm te geven dat de ambiance prettig blijft, ook wanneer lang niet alle stoelen bezet zijn. De projectiecabine video ligt in de as van de zaal. Bij de op- en afbouw van voorstellingen en evenementen is ruimte nodig op spullen tijdelijk weg te zetten. Deze ruimte is even groot als het speelvlak. De sterke punten van de huidige danszaal (optimale zichtlijnen, menselijke maat en akoestiek) moeten behouden blijven. In de basis van Spuiforum zijn de eerste verbeteringen al een gegeven: Geluid van buiten het complex (verkeerslawaai, weer etc.) dringt niet meer door tot in de zaal De mogelijkheid op een ongebruikte orkestbak stoelen te plaatsen is een groot pluspunt voor zowel het publiek op de extra voorste rijen als voor de gezelschappen (minder afstand, meer contact tussen artiest en publiek) Het voldoen aan de modernste veiligheidseisen en het opnieuw kunnen dimensioneren van de stoelbreedte en -afstanden leidt tot een nieuw optimum tussen comfort, veiligheidsgevoel, mogelijkheden voor rangen. Een balkon met aangrenzende foyer kan in de exploitatie en qua publieksstromen worden afgezonderd of inbegrepen, met alle mogelijkheden van dien. Daarnaast liggen er uitdagingen: De achterste verkoopbare zitrij in de nieuwe danszaal ligt op dezelfde afstand van het podium als in de huidige zaal, zodat ook daar de expressie en het voetenwerk kan worden beleefd. Mensen die onder een balkon plaatsnemen dienen een goede akoestiek te ervaren en moeten zich niet opgesloten voelen. De zichtlijnen en akoestiek op de balkons doen niet onder voor de zitplaatsen in de zaal. Op akoestisch gebied moet er in ieder geval rekening gehouden worden met het feit dat soms voorstellingen gehouden worden met een orkest(orkestbak). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van elektronische muziek, zang en gesproken woord.
8
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Toneel Het toneel van de theaterzaal bestaat uit zijtonelen, speelvlakte, omloopzone, achtertoneel, uitloop. Op het rechter zijtoneel is studio 1 geplaatst. Rondom het speelvlak, dient zich een omloopzone te bevinden. Studio 1 NDT (NDT-x2) dient op een van de zijtonelen gesitueerd te zijn. Deze studio is de belangrijkste repetitiestudio voor NDT 1. De (omvangrijke) decors die op het toneel staan dienen ook gebruikt te worden voor repetities in Studio 1 NDT. Deze studio is gesitueerd op het zijtoneel van de theaterzaal. De vrije hoogte is tenminste 8 m. Medegebruik is maar zeer beperkt mogelijk. DMC benadrukt de noodzaak van een zijtoneel met een breedte van ten minste 5 meter. De totale afmetingen van het Studio 1 NDT en het zijtoneel ter plaatse bedraagt dus 15 + 5 (breedte) = 20 x 18 (diepte) = 360 m2 (conform oppervlak NDT-8 van de ruimtestaat). Logistiek e Indien de theaterzaal op de 1 verdieping wordt gerealiseerd, dan zijn voldoende schaarlift(en) noodzakelijk om snel en effectief te kunnen laden en lossen, die direct op het toneel uitkomen en goed gepositioneerd zijn t.o.v. Studio 1 van NDT. Om het gebruik van Studio 1 NDT te waarborgen, is (wanneer de theaterzaal bespeeld wordt door gastgezelschappen) additioneel aan de schaarlift(en) een goederenlift noodzakelijk. 3.1.3.3
CONCERTZAAL
Functie De concertzaal heeft een multifunctioneel karakter. Hij zal onder meer worden gebruikt voor klassieke concerten en voor grote concerten met populaire en popmuziek. Functionele eisen en wensen De wens is de concertzaal te ontwerpen als een excellente concertzaal voor symfonisch repertoire, die voldoet aan de hoogste akoestische standaard. De concertpraktijk is zich aan het ontwikkelen. Van statisch luisteren naar een concert, is het publiek tegenwoordig ook op zoek naar een ruimtelijke beleving en naar grotere betrokkenheid bij datgene dat op podium plaatsvindt. Naast audiokwaliteit moet de zaal ook bijdragen aan de belevingskwaliteit. Als voorbeeld wordt de zaal in Essen genoemd, daar wordt het publiek zoveel mogelijk om het orkest geplaatst. Maar ook de oude Vredenburgzaal heeft deze kwaliteit. Intimiteit, beleving, akoestische topkwaliteit zijn de uitgangspunten. Om zowel klassieke concerten als commercieel medegebruik zo goed als mogelijk te kunnen faciliteren is een vlakke vloer die hellend gemaakt kan worden gewenst. Tevens moet rekening gehouden worden met het verschil in eisen aan nagalmtijd van de betreffende functies. Het totaal aantal stoelen bedraagt 1.500. Voor sta concerten dienen de stoelen uit de zaal te kunnen worden verwijderd. De gewenste publiekscapaciteit voor sta concerten is 2.500 (inclusief balkon). Om dit aantal te kunnen accommoderen moet worden uitgegaan van 2 staande personen per m2 + 25 m2 zaaltafel techniek + 100 m2 voor mobiele barren. Podium De wens is het podium uit te voeren in een nader te bepalen aantal segmenten individueel hydraulisch in hoogte te verstellen van zaalniveau naar 1.10m+. Deze constructie moet inschuiven, uitschuiven en omhoog en omlaag kunnen. Als voorbeeld wordt het podium van De Doelen genoemd met betrekking tot de functionaliteit en de Concertzaal in Newcastle met betrekking tot de flexibiliteit en vanwege de zichtlijnen. De wens bestaat de koortribune zo te ontwikkelen, zodat deze ook bruikbaar is als publiekspodium voor kleine (jazz) concerten. Logistiek De goederenliften voor de concert- en ensemblezaal zijn ten minste 8,5m lang x 2,5m breed x 3m hoog. De snelheid van de liften dusdanig dat 4 trailers van 18 meter lang in 90 minuten op podiumniveau gelost kunnen worden. Goederenliften dienen recht in het verlengde van loading-docks te liggen.
9
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Ruimtelijke relaties Er zijn inspeelruimtes nodig voor een concert, repetities en groepsrepetities van het RO. Als er in de middag geen repetitie is van het RO kan het KC die ruimtes gebruiken voor lessen. Er is een grote repetitiezaal die geschikt is voor een symfonie orkest van de omvang en met het repertoire van het RO. Deze repetitiezaal dient te worden gesitueerd nabij het podium van de concertzaal. In sommige gevallen zijn er ook avondrepetities van het RO en dan blijven de musici in de middag in het gebouw en moeten ze bij hun locker kunnen. Deze ruimte is multifunctioneel inzetbaar onder meer als ruimte voor orkestrepetities van RO, onderwijsactiviteiten van het KC en ten behoeve van gastgezelschappen en koren. Bovendien dient deze ruimte zo te worden gepositioneerd dat hij tevens voor publieksdoeleinden gebruikt kan worden, in het bijzonder ten behoeve van congressen. In de directe nabijheid van de concertzaal bevindt dient zich een bergruimte t.b.v. 900 stoelen te bevinden. 3.1.3.4
ENSEMBLEZAAL
Functie De ensemblezaal zal worden ingezet voor concerten (verschillende soorten muziek), examens en lessen en dient daarom te worden uitgerust met mogelijkheden voor variabele akoestiek. Met het oog op een zo groot als mogelijke functionaliteit is de zaal voorzien van een flexibele stoel- en podiumopstelling. De publiekscapaciteit bedraagt 600 personen. In de halfjaarplanning (zie bijlage) is een voorbeeld aangegeven van het aantal openbare presentaties dat er zal zijn. Deze maken naar verwachting maar een klein deel uit van het gebruik van de zaal. Bij concerten, voorspeelavonden en examens zit vrijwel altijd publiek. Bij lessen zal dit meestal niet het geval zijn. Presentaties met publiek is belangrijk onderdeel van de studie. Functionele eisen en wensen Akoestisch moet de zaal, tijdens concerten en repeteren met publiek en zonder publiek, een concertzaalkwaliteit hebben (hangt o.a. samen met de kwaliteit van de stoelen). Er moet een mogelijkheid zijn om met verschillende zaalcapaciteiten te werken. In alle gevallen moet de zaal als intiem ervaren worden. De zaal moet zo ingericht zijn dat de nagalmtijd kan variëren. Het is het beste om te kiezen voor een vaste akoestiek van hoge kwaliteit en naar alternatieven zoeken voor de keren dat de akoestiek niet past. Te denken valt aan eenvoudige beïnvloeding van de akoestiek door demping middels variabele wandbekleding. In de Ensemblezaal wordt een vlakke vloer gewenst, vanwege de gewenste mogelijkheid tot mogelijk multigebruik. Voorbeelden van zalen The Sage Gateshead in Newcastle wordt als voorbeeld voor de sfeer van de Ensemblezaal genoemd. Er huisvest een vakopleiding en een orkest. Het theater wordt voor verschillende concerten gebruikt. Een negatief voorbeeld is het Muziekgebouw aan het IJ. Er is een prima akoestiek, maar door de vorm van de zaal is er geen beleving, betrokkenheid met het podium. De belichtingsmogelijkheden leveren niet het gewenste effect. Podium Het podium van 12,00 x 18,00 meter biedt voldoende ruimte voor een symfonieorkest. Voor kamermuziek en kwartetten is het podium te verkleinen tot 60 m². De podiumdiepte kan mogelijk variëren met behulp van een podiumdeel dat op en neer kan. (orkestbak gebied), in die opstelling ten koste van het aantal stoelen in de zaal. Theatertechniek De belichting in de zaal en het podium moet voldoende mogelijkheden geven om het multigebruik van de zaal te ondersteunen. De belichting moet eenvoudig te bedienen zijn, met bijvoorbeeld tien basisopstellingen. De mogelijkheid moet aanwezig zijn om meer te kunnen doen. Niet alleen boven het podium moet voorzien zijn in een grid, ook boven de zaal is een grid met (beperkte) hijsmogelijkheden noodzakelijk. Dit grid is met een vlakke zaalvloer goed bereikbaar vanaf de grond. De surround geluidsversterking (Sonologie, CASS, compositie) wordt met deze toevoeging eenvoudiger toepasbaar en kwalitatief beter. Ruimtelijke relaties
10
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Er moet voldoende opslag zijn voor instrumenten, stoelen, lessenaars en lampjes. Deze opslag moet dichtbij de zaal zijn. Voor gastbespeling moet er voldoende opslag en overslagruimte beschikbaar zijn, tijdens concerten. Kleedkamer Er moeten ruimtes zijn waar een musicus/ student en de dirigent vlak voor een optreden en vlak na een optreden kunnen verblijven. Een soort opkomstgebied ook wel anti-chambre genoemd. Rond de Ensemblezaal zou kunnen volstaan met een beperkt aantal kleedkamers met faciliteiten om te douchen. De kleedruimtes bij de Ensemblezaal die overdag niet gebruikt worden, worden tevens gebruikt voor lessen en moeten dus een vleugel kunnen herbergen. Ook kunnen ze wellicht gebruikt worden voor bijvoorbeeld Breakoutsessies, mits ze op de juiste (bereikbare) plek liggen en ontworpen zijn voor multi-gebruik. De Kleedkamers met lockers voor orkest (NDT 14 ) zullen vooral gebruikt worden door DMC voor gastprogrammering. Het kleed en repetitieruimten voor het Residentie Orkest kunnen ook voor gastgezelschappen worden gebruikt. De kleed- en doucheruimten voor de medewerkers van NDT bevinden zich in het eigen domein, nabij het podium en Studio 1 NDT. 3.1.4 COMMERCIËLE FUNCTIES 2 In het Spuiforum is ten minste 1.200 m bvo gereserveerd voor commerciële functies (horeca en detailhandel). Hiervan is tenminste 800 m2 bvo op de begane grond gesitueerd. Ten minste 800 m2 heeft een minimale diepte van 15 meter (i.v.m. opslag/keuken). Horecagelegenheden van minimaal 200 m2 liggen op begane grond of – indien één verdieping hoger – en zijn direct zichtbaar vanaf de straat. Deze twee gelegenheden moeten gepositioneerd worden nabij of als onderdeel van het entree/atriumgebied. Alle horeca/detailhandel te situeren met entree aan de Spui- of Turfmarktzijde. Voor de invulling van de commerciële ruimte is een advies gevraagd aan HTC adviseurs. De commerciële ruimten dienen casco opgeleverd te worden. Daarbij moet rekening gehouden worden met het later aanbrengen van benodigde technische installaties. Daarnaast moeten de commerciële ruimten onafhankelijk van de andere gebruikers in het spuiforum kunnen opereren (onafhankelijke bevoorrading etc). De begane grond is een openbaar toegankelijke ruimte, laagdrempelig, met een combinatie van horeca en activiteiten. De straat beleving van het Spuiforum is daarmee eenvoudiger geworden. Studenten zullen als ze in het bedrijfsrestaurant niet uit de voeten kunnen, hier gaan zitten voor een afspraak of gewoon om te wachten De begane grond is altijd bedoeld om de verbinding met de buitenruimte te bewerkstelligen en zo de “drempel” tussen het winkelende publiek en de bezoekers aan activiteiten te verlagen. Door in de plint levendigheid te organiseren, wordt het gebouw meer van de stad en van de voorbijgaande toerist/ of bewoner. Door de begane grond zo te ontwerpen dat het een openbaar programmeerbare ruimte wordt, kan dit gerealiseerd worden. In het entreegebied/atrium is een winterterras van de horeca gewenst. Daar is mogelijkheid tot bijvoorbeeld muziekoptredens (iedere dinsdag jazz), stadsdebat, eco-markt op woensdag, dansen op vrijdag, winterparade etc. In de zomer verplaatst de horeca zijn terras naar buiten, richting Spui, Mercure. De horeca is dag en avond open, waarbij de dagexploitatie ondersteunt wordt door het winterterras. Publiek gaat naar boven om twee redenen: bezoeken van een activiteit. (dit is vooral ’s avonds, maar ook congressen overdag) De andere reden is om onder het koepeldak in een spectaculaire horecagelegenheid te lunchen, een afspraak te hebben, of te eten voorafgaand aan een concert of theatervoorstelling. Dit type bezoeker matched goed met congres- en concertbezoekers. In de omgeving van de concertzaal kan een goede horeca ontwikkeld worden. Een plek die interessant genoeg is naar toe te gaan voor een afspraak. Een heel eigen leefdomein dat door zijn architectuur uitdaagt om te komen kijken en er te eten (lunch, diner).
11
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
3.2 ONDERSTEUNENDE FUNCTIES 3.2.1
LOGISTIEK
3.2.1.1 PERSONENLOGISTIEK In en rondom het Spuiforum zullen, naast regulier bezoek van de zalen en de school, de volgende logistieke personenstromen bestaan: Educatie/Koorenhuis schoolbussen (450 leerlingen) 2x per dag, rondleidingen door gebouw Sponsoring (100p) Society leden, diners, backstage visits, rondleidingen door gebouw, greenroom, Fonds 1818, DAPZ Hoofdsponsor (250p) backstage visits, rondleidingen door gebouw, studio 3 Move In projecten (150p) workshops kinderen/ouders, studio’s, stage Summer intensive (60p) studio’s, greenroom Inleidingen/workshop (50p) vooraf gaande voorstelling, studio Bezoekers congressen 3.2.1.2 GOEDERENLOGISTIEK De goederenstromen in het Spuiforum bestaan uit: Niet gerelateerd aan productieweek c.q. voorstellingen o Dienstingang: pakketten, dozen en pallets (reservelampen, filters onderdelen, tape) o Laad/los zone: decors en equipement, repetitie decors (groot en omvangrijk, in losse delen of karren), doeken, spots t.b.v. studio’s of proefbouw, instrumenten Gerelateerd aan productie week c.q. voorstellingen o Laad/los zone: decors, decor onderdelen, nieuwe decors o Decors: zowel naar toneel of naar studio o Inpandig, instrumenten, geluidsversterking t.b.v. lesactiviteiten Logistiek dient in het gebouw niet alleen rekening gehouden te worden met het verplaatsen van personen, maar nadrukkelijk ook het verplaatsten met goederen (meer specifiek: instrumenten). De minimale afmetingen van gangen, deuren en liften dienen te zijn gebaseerd op de afmetingen van het transport. De gehele logistieke route van de expeditie tot op de tonelen en tussen de onderwijsruimten op een laag, is gelijkvloers en drempelloos. Er zijn geen trappen en/of hoogte verschillen in de gangen waarin logistiek plaatsvindt. Afmetingen goederen De minimale afmetingen van gangen, deuren en liften in de transportzone dienen te zijn gebaseerd op de afmetingen van het transport. Goederen Decorstukken en techniek Flight cases, koffer en kostuumkisten Instrumenten (flight cases) Vleugel Grootste stukken
Minimale afmeting (lxbxh in cm) 250x150x150 - 300x125x180 70x70x150 - 100x60x200 150x100x230 200x350 (lxb) 700x300x500
De minimale afmeting van gangen, deuren en liftten in de transportzone is 300x250 (bxh). De minimale gangbreedte transportzone in cm is: 150 + opstelstrook van 80 voor flightcases. Overige specificaties Zoveel mogelijk beperken van de afstand tussen toneel- studio 1 NDT –expeditie Zoveel mogelijk beperken van de afstand tussen podium concertzaal- expeditie Vrije hoogte transportzone: minimaal 5m Haakse bochten tussen toneel theaterzaal – studio 1 en 2 NDT – expeditie dienen te worden voorkomen. Laden en lossen hoeft niet inpandig Toegangsdeur decor tussen toneel en studio 1 (indien aangrenzend): 3mx7m (bxh)
12
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Het NDT werkt met grote decors en technische installaties die gebruikt worden in de studio’s (repetitie) en op het toneel. De decors worden in onderdelen getransporteerd en gemonteerd in studio 1 (grote decors) of studio 2 en vervolgens op het toneel gebruikt. NDT heeft groot belang bij het kunnen verplaatsen van grote decors in één stuk (niet-gedemonteerd) tussen toneel en studio 1. Decors, techniek, kostuums en dergelijke worden ook meegenomen op tournee. Op lagen waar veel logistiek plaatsvindt, zoals laag 0, dienen zo min mogelijk deuren geplaatst te worden. Bij noodzakelijke zonering vooral elektrische roldeuren en of schuifdeuren in combinatie met elektrische deurdrangers plaatsen. Niet met handkracht. Rondom optredens, repetities en uitvoeringen zijn veel logistieke bewegingen. Naast de ruimtes waar de betreffende activiteiten plaatsvinden dienen in het bijzonder ook de positie en toegankelijkheid van (bijbehorende) opslagruimtes, horizontale en verticale verkeersruimte te zorgen voor een efficiënte logistieke afhandeling en dus bedrijfsvoering. Beschadigingen (aan gebouw, goederen, instrumenten) dienen te worden voorkomen. De afdeling slagwerk dient bij voorkeur nabij de zaal te worden gepositioneerd. Goederenlift Het gebouw voorzien van voldoende (goederen)liften d.d.d. alle logistieke processen efficiënt kunnen plaatsvinden. Er zijn goederenliften nodig voor transport van grote instrumenten, decorstukken etc. Minimale afmetingen is 850x250x300 cm (bxdxh). Deze zijn gelegen nabij: Expeditieruimte Toneel theaterzaal Studio 1 en 2 NDT Concertzaal Berging flight cases RO Ensemblezaal (KC 21); studio 1-KC (KC 24); overige studios KC (KC70) studio slagwerk (KC 71); instrumentenbergingen KC (KC25-29) ensembleruimte slagwerk (KC 72); studieruimten slagwerk (KC 83). Er is een dienstingang nabij het toneel van de theaterzaal en met een adequate looplijn naar de opslagruimte techniek (NDT-x1) t.b.v. 24/7 toegang voor medewerkers van het NDT. Expeditieruimte De expeditieruimte (ALLEN-19) wordt gebruikt voor: Pre-lossen nieuw programma Lossen leveranciers inhuur (licht, AVC e.d.) Lossen leveranciers nieuw decor Aanwezige voorstellingen van derden (bv om doeken laten spuiten) Tussenopslag van goederen Laden en lossen De aan- en afvoer van goederen, materialen, decors en andere productiegebonden items moet zo direct mogelijk aansluiten op de uitvoeringszalen. De looplijnen tussen laad- en losperron en de uitvoeringszalen moeten tot het minimum beperkt worden. Laden en lossen hoeft niet overal inpandig te geschieden. De laaden losruimte wordt gebruikt voor flightcases voor instrumenten en apparatuur, stoelen, lessenaars, e.d. De aan- en afvoer van goederen en instrumenten (van KC) vindt met name plaats met kleine vrachtwagens en busjes. Bij de twee goederenliften (voor het loadingdock) moeten schaarliften voor kleinere/lagere wagens worden geplaatst. Loading area 13
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Het loading area wordt gebruikt: In combinatie met al aanwezige voorstellingen van derden Pre-lossen nieuw programma Lossen leveranciers inhuur (licht, AVC e.d.) Lossen leveranciers nieuw decor De vrachtwagens met decors (voor het NDT) blijven vaak staan op de laad- en losplaats, omdat de chauffeurs meewerken met opbouwen. Veelal is in de productie week de laad/los zone in gebruik door meerder trailers. De maximale lengte van trailer inclusief trekker is 16,5 m. Er moet rekening gehouden worden met de draaicirkel van grote volumetrailers. Vrachtwagens lossen en laden bij voorkeur op het toneel en in Studio 1 NDT. Indien toneel en Studio 1 NDT en peil laadvloer vrachtwagen niet gelijk zijn, moet vrachtwagenliften worden toegepast. De hoogte van het loadingdock bordes moet zijn: 1.00 meter vanaf straat(maaiveld)niveau. 3.2.2
FACILITAIR EN ONDERSTEUNING
Facilitaire ruimten, werkplaatsen en opslagruimten Het functioneren van het gebouw wordt ondersteund door één facilitaire organisatie. Waar mogelijk worden werkplaatsen en overige dienstruimten zo gepositioneerd ten opzichte van expeditieruimte en liften dat een efficiënte bedrijfsvoering mogelijk is. Werkplaatsen, reproruimten e.d. worden voorzien van daglicht conform de arbo wetgeving. Bedrijfsrestaurant Met uitzondering van het publiek maken alle gebruikers gebruik van het bedrijfsrestaurant. Het is centraal gelegen, in aansluiting op de ruimten van KC, en voor alle gebouwgebruikers makkelijk en snel bereikbaar. De wens is de open plattegrond zo in te delen dat er rustige en drukke zones ontstaan. ICT De hardware zou in één gezamenlijke centrale serverruimte geplaatst moeten worden. ICT beheer kan door de instellingen afzonderlijk worden geregeld, maar ook kan worden overwogen om de ICT-organisatie van het KC, die in ieder geval gehandhaafd zal blijven in verband met alle onderwijs-specifieke toepassingen binnen het KC, uit te breiden tot een algemene ICT beheersorganisatie voor het hele gebouw. De serverruimte dient dicht bij de werkplekken van de ICT-medewerkers te worden gepositioneerd. Bij de positionering van de MER- en SERruimtes dient rekening te worden gehouden met de vigerende technische eisen (maximale kabellengtes). Voor tijdelijke TV & registratie-satellietwagens is het van belang dat er data & signaal- communicatie kabels lopen van buiten naar stage, front of house, eventueel studio’s of vergaderkamer.
Voor tijdelijke TV & registratie-satellietwagens is het van belang dat er data & signaal- communicatie kabels lopen van buiten naar stage, front of house, eventueel studio’s of vergaderkamer. Toegang en beveiliging Gezien de aanwezigheid van zowel publieke als domeingebonden gebieden op de meeste verdiepingen is ten aanzien van toegang tot en beveiliging van ruimtes een elektronisch sleutel systeem noodzakelijk. Hierdoor is het mogelijk de toegang tot de ruimtes en domeinen per ruimte en op individueel niveau (specifiek per persoon) te regelen. Dit systeem dient gekoppeld te kunnen worden aan het planningssysteem van o.a. het Koninklijk Conservatorium. Hoewel het Koninklijk Conservatorium in het algemeen als de School voor Jong Talent ieder een eigen receptiebalie hebben kunnen deze de toegang tot de tussengelegen verdiepingen van het KC vanaf de roltrappen niet reguleren. Theatertechniek KC, NDT en DMC hebben momenteel elk hun eigen theatertechniek. Een nauwere samenwerking van theatertechnici binnen het Spuiforum moet ruimtelijk ondersteund worden (bijvoorbeeld door werkplaatsen naast elkaar te plaatsen, op een logische plek). De visuele, IT en technische ontwikkelingen gaan snel, niet alleen in de zaal, maar ook buiten de zalen. Er moet naar gestreefd worden dat middels eenvoudige 14
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
inpassingen ervoor kan worden gezorgd dat het pand ook in na 2020 nog state of the art technische faciliteiten kan bieden.
Sanitair Het sanitair voor het publiek bij de zalen ligt nabij de bijbehorende foyers. Uitgangspunten voor de verdeling zijn: Verhouding dames: heren = 2:1,5 Heren: verhouding toiletten: urinoirs = 1:2 Voorts: Sanitair voor minder validen conform Handboek toegankelijkheid publieke gebouwen Op enkele plekken faciliteiten voor het verschonen van een baby, in combinatie met MIVA-toiletten Ten behoeve van artiesten backstage in de directe nabijheid van de tonelen van de drie zalen voorzien in 2 wc’s (een voor dames en een voor heren). Sanitair voor kantoren en lesruimten conform regelgeving. Kluisruimte Er is een aparte ruimte voor het plaatsen van een geldkluis ofwel kluisruimten. Deze dient niet in openbare ruimte te liggen, extra beveiligd zowel toegang met alarm als bewegingssensoren in de kluisruimte zelf. Er dient een voorruimte te zijn waarin een afleg|teltafel geplaatst kan worden. Afmetingen: voorruimte 7 m2 + kluisruimte 10m2. De kluisruimte te positioneren op maaiveld tegen de gevel, in de directe nabijheid van de receptie/kassa, op korte afstand van een lift.
3.3 DOMEINEN: SPECIFIEKE EISEN EN WENSEN PER ORGANISATIE 3.3.1 DMC De DMC organisatie bestaat uit de directie en de afdelingen Programma (culturele en commerciële verhuur, eigen programmering), Marketing & Communicatie (inclusief kassa), Financiën & Personeel & Horeca en Techniek en Gebouw. DMC heeft naast de vaste medewerkers ongeveer 75 oproepkrachten in dienst. Werk- en leefomgeving De kantoororganisatie van DMC werkt in een kantoortuinachtige omgeving. De werkruimte van de directie dient dichtbij de medewerkers te zijn gelegen. Indien mogelijk is de wens de afzonderlijke directies van de instellingen zo te positioneren dat korte lijnen ontstaan tussen de directies van alle instellingen in het Spuiforum. 3.3.2
NDT
Functie Het NDT is één van de twee huisgezelschappen die in het Spuiforum hun thuisbasis hebben. Zowel de productie van balletten, de premières als ook de bedrijfsvoering vindt plaats in of vanuit hetzelfde huis. De dansers ‘wonen’ in het NDT en verblijven hier gedurende de hele dag/avond. Meermalen per jaar zijn de gezelschappen on tour in binnen- of buitenland. Kenmerkend voor de organisatie is dat verschillende werkprocessen tegelijkertijd plaatsvinden: repetities voor een internationale tournee, productieproces van nieuw ballet of de aanloop naar een première. De organisatie bestaat uit twee dansgezelschappen: NDT 1 (30 dansers) en NDT 2 (16 dansers), directie, staf en medewerkers. In totaal ca. 120 medewerkers. Educatieactiviteiten, met als doel (jonge) kinderen kennis te laten maken met hedendaagse dans tijdens een bezoek aan het NDT, maken door het gewijzigde cultuurlandschap in toenemende mate deel uit van de bedrijfsvoering. Werk- en leefomgeving
15
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Het NDT streeft naar een maximaal open werklandschap dat aansluit op de dynamiek van de organisatie. Dat betekent dat de (kantoor)werkplekken bij voorkeur in een kantoortuin liggen en dat de werkplekken onderling in open verbinding staan (horizontaal of verticaal). Onderling contact en samenwerking zijn zo gemakkelijk te realiseren. De werkruimten staan in verbinding met de werkvloer: dansers, kleedsters, choreografen en technici kunnen (overige) staf en directie eenvoudig vinden voor overleg. De dynamiek en diversiteit van de dagelijkse werkprocessen leiden tot veel afstemming op ad hoc-basis, bij voorkeur in spreekkamers. Privacygevoelige werkzaamheden dienen in een afsluitbare ruimte te kunnen plaatsvinden, dit geldt vooral voor werkzaamheden met betrekking tot personeelszaken en financiën. De dansers wonen praktisch in het NDT, ook tussentijds ontspannen, lunchen of dineren doen zij in huis. Studio’s Het NDT maakt gebruik van 4 dansstudio’s (dansstudio 1 t/m 4) van 18 x 15 meter: Studio 1, grenzend aan het podium van de theaterzaal, kent een vrije hoogte van minimaal 8 meter. Studio 2 NDT. Deze studio is de belangrijkste repetitiestudio voor NDT 2. Hier wordt tevens gerepeteerd met decorstukken. De vrije hoogte is minimaal 5 m. Medegebruik is maar zeer beperkt mogelijk. Studio’s 3 en 4. Vrije hoogte minimaal 4,5 m. Medegebruik is in overleg mogelijk. Deze studio’s moeten op eenvoudige wijze geschikt te maken zijn voor commerciële verhuur (bijv. voor uitbreekruimte of voor verhuur aan amateurgezelschappen). e Het NDT heeft de wens een volledige 5 studio te kunnen realiseren, in het ontwerp moet samen met het NDT onderzocht worden of dit ruimtelijk alsook financieel mogelijk/haalbaar is. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de theaterzaal, die tevens als danszaal dient. Entree zonering en toegankelijkheid Het domein van NDT is in principe alleen toegankelijk voor NDT, met uitzondering van die verdiepingen waar het domein van het NDT een verdieping deelt met het domein van een van de andere gebruikers. Gangen naar transportliften en overige gemeenschappelijke voorzieningen dienen toegankelijk te zijn voor de medegebruiker van de verdieping. De beslotenheid van het eigen domein is noodzakelijk voor het productieproces en voor de privacy van de dansers. Gastgezelschappen en bezoekers van voorstellingen komen niet in dit domein. Het domein van NDT is 24/7 toegankelijk voor medewerkers. De entree van het NDT domein wordt ontsloten via het Atrium en is voorzien van een receptiebalie. De mogelijkheid tot het gezamenlijk gebruik van receptiebalies moet onderzocht worden. Waarschijnlijk zullen de receptiewerkzaamheden in de toekomst worden gecombineerd met kantoorwerkzaamheden. Receptiebalies dienen daarom bij voorkeur in aansluiting op het kantoorlandschap te worden gepositioneerd. De dansers, medewerkers, genodigden en koeriers/leveranciers komen via deze entree het domein binnen. Genodigden kunnen onder begeleiding toegang krijgen tot het domein (educatieprogramma, move-in projecten, Summer Intensive, workshops, inleidingen, sponsoren, hoog bezoek). Bij de receptie kunnen kleine pakketten en dozen ontvangen worden. Zware of volumineuze goederen, zoals pallets, zullen worden bezorgd bij de dienstingang in de expeditieruimte (ALLEN-19). Bedrijfsrestaurant De dansers en medewerkers maken gebruik van het centraal gelegen, gezamenlijke bedrijfsrestaurant. Maaltijden worden kunnen zowel in het restaurant, als in de eigen huiskamer genuttigd. 3.3.3 RO Functie Het Residentie Orkest is een symfonie orkest. Het is één van de twee huisgezelschappen die in het Spuiforum hun thuisbasis hebben. De repetities vinden plaats in de ochtenden van ma-vr (en soms ook za & zo en ‘s avonds), de concerten doorgaans ’s avonds en in het weekend ook ‘s middags. De orkestleden spelen tevens op locatie in het kader van educatieve activiteiten (bij scholen), kleinschalige voorstellingen of als gastbespeler van andere concertzalen. Soms vinden er buitenlandse tournees plaats. Naast de reguliere programmering van 40 concerten vinden jaarlijks ca. 50 voorstellingen plaats in het kader van bijzondere programmering. Binnen 16
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
de organisatiestructuur is duidelijk onderscheid te zien tussen het zakelijk deel (kantoororganisatie) en het artistieke/ musicerende deel. De organisatie bestaat uit 87 musici en ca. 24 medewerkers bedrijfsvoering (directie, personeelszaken, artistieke zaken, marketing & communicatie, financiën, secretariaat) en direct orkestgebonden medewerkers (chef-dirigent, orkestmanager, -inspecteur, -bodes, toneelmeester, technici). Educatieactiviteiten, met als doel (jonge) kinderen kennis te laten maken met klassieke muziek, maken in toenemende mate deel uit van de bedrijfsvoering. Orkestleden bezoeken scholen en leerlingen bezoeken het Residentie Orkest en de concertzaal tijdens repetities.
Werk en leefomgeving RO Het RO wordt aangestuurd door een zakelijk en een artistiek directeur. Binnen het artistieke deel kan onderscheid worden gemaakt tussen medewerkers die direct zijn betrokken bij de dagelijkse repetities en uitvoeringen en medewerkers die daar wat verder van afstaan. Hierna worden de drie onderdelen nader beschreven. Allereerst de medewerkers die direct zijn betrokken bij de dagelijkse repetities en de uitvoeringen van het orkest. Dit zijn o.a. de musici, de dirigent, de orkestinspecteur en de orkestbodes. Het podium van de concertzaal met de nabijgelegen repetitieruimten (RO 9), kleedruimten (RO 10 t/m 14), instrumentenbergingen (RO 17 t/m 22) en de bibliotheek (ALLEN 43 en 45) vormen voor deze medewerkers het hart van de werkleefomgeving. De musici zijn op repetitiedagen doorgaans tussen 9:00 en 13:30 in huis. Voor de musici is de nabijheid van kantoororganisatie niet van groot belang, met uitzondering van de ruimten voor personeelszaken en de salarisadministratie die wel eenvoudig te bereiken dienen te zijn. De werkplekken van de ondersteunende functionarissen liggen nabij het podium van de concertzaal. Het tweede organisatieonderdeel betreft de medewerkers die vallen onder het artistieke deel van de organisatie. Dit zijn o.a. de artistiek directeur (RO 28), de programmeur, producer en de educatiemanagers. Zij hebben veelvuldig contact met de dagelijks bij het orkest betrokkenen medewerkers. Dit betekent dat de werkplekken nabij die van de dagelijks betrokkenen dienen te liggen. Het derde organisatieonderdeel de medewerkers die vallen onder het zakelijk deel van de organisatie. Dit zijn o.a. de zakelijk directeur (RO 29), marketing (RO 36 en 37), financiën (RO 38 en 39), salarisadministratie/ personeelszaken (RO 32 en 33), vrijwilligers. Deze werkplekken liggen nabij die van het artistieke deel. De werkplekken van het artistieke en zakelijke deel liggen bij voorkeur in een open kantoortuin. Vertrouwelijk overleg en privacy gevoelige werkzaamheden dienen mogelijk te zijn in een hiervoor af te sluiten ruimte. De directieruimte dient zo dicht mogelijk bij de medewerkers te zijn gelegen. Indien mogelijk, de afzonderlijke directies van de instellingen zo te positioneren dat korte lijnen ontstaan tussen alle bewoners van het Spuiforum, vooral medewerkers van het artistieke deel. Het Residentie Orkest staat open voor intensivering van de samenwerking met de andere gebruikers, vooral rondom Marketing, Financiën, Artistiek en DMC.
Entree zonering en toegankelijkheid RO De entree van het RO domein wordt ontsloten via het Atrium en is voorzien van een receptiebalie. De mogelijkheid tot het gezamenlijk gebruik van receptiebalies moet onderzocht worden. De musici, medewerkers, genodigden en koeriers/leveranciers komen via deze centrale entree of via de artiesteningang het domein binnen. Genodigden kunnen onder begeleiding toegang krijgen tot het domein (educatieprogramma, workshops, inleidingen, sponsoren, hoog bezoek). De (vaak kostbare) instrumenten kunnen veilig in het domein verblijven. Bij de receptie kunnen kleine pakketten, dozen en pallets ontvangen worden. De levering van grote volumes (instrumenten, techniek) vindt plaats via separate gezamenlijke expeditie ruimte. Medewerkers en musici ontmoeten de andere gebruikers in het centraal gelegen gezamenlijke bedrijfsrestaurant voor lunch of diner. Publiek kan direct vanuit de centrale entree via het Atrium naar de concertzaal en foyer.
17
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
De volgende ruimten in het RO domein zijn ook toegankelijk voor gastgezelschappen: Repetitieruimten (RO 9) Kleedruimten (RO 10 en 11) Solistenkamers (RO 14) Pre-podiumruimte/artiestenfoyer (Allen 6)
3.3.4
KC
Functie Het Koninklijk Conservatorium bestaat uit 3 organisatorische onderdelen met elk hun specifieke onderwijsprogramma: de School voor Jong Talent (SvJT), de muziekopleiding en de dansopleiding. Elk van de drie opleidingen beschikt ook over eigen opleiding-specifieke onderwijsondersteuning. De centrale bedrijfsvoering (administratie, onderwijsondersteuning, directie) vormt de vierde cluster. De School voor Jong Talent wordt bezocht door ca. 200 leerlingen. De leerlingen volgen, naast regulier onderwijs, de dansopleiding (vanaf 10 jaar) of muziekopleiding (vanaf ca. 12 jaar). Daarnaast volgen ongeveer 800 Hbo-studenten en cursisten uit binnen- en buitenland de dans- of muziekopleiding. Jaarlijks vinden ruim 500 voorstellingen en concerten voor publiek plaats. De door het Koninklijk Conservatorium te gebruiken ruimtes zijn onder te verdelen in de volgende soorten: Onderwijsruimtes. Benadrukt moet worden dat binnen deze categorie een grote diversiteit aan ruimtes gerealiseerd dienen tot worden zoals: o Ruimten voor onderwijs aan grote groepen o Ruimten voor onderwijs aan kleine groepen danwel individueel onderwijs o Ruimten voor zelfstudie etc. Niet- onderwijsruimtes o Kantoorruimtes o Ondersteunende ruimtes (bergingen e.d.) Het grootste deel van de ruimtes van het Koninklijk Conservatorium zijn onderwijsruimtes, dat wil zeggen dat studenten van deze ruimtes gebruik maken (ofwel voor les, zelfstudie of andere curriculaonderdelen). In de inrichting en afwerking van deze ruimtes dient hier nadrukkelijk rekening mee te worden gehouden. Werk- en leefomgeving KC Het Koninklijk Conservatorium is dagelijks (ma-vr) van 7:30uur tot 22:30uur geopend voor studenten en medewerkers, op zaterdag van 9.00 tot 20.30 en op zondag van 10.00 tot 17.30. Incidenteel, bij voorstellingen, kunnen deze openingstijden verruimd zijn. Vanwege intensief gebruik is medegebruik van lesruimten binnen deze openingstijden nauwelijks mogelijk. Het merendeel van de ca. 450 docenten heeft een parttime dienstverband en is slechts beperkt aanwezig. De kantoorwerkruimten dienen separate kamers te zijn waarin ruimte is voor overleg en waar privacygevoelige werkzaamheden kunnen plaatsvinden zonder hinder van de omgeving. Elk van de onderwijsclusters vormt bij voorkeur een zo compact mogelijke werk- en leefomgeving voor de specifieke doelgroep. De opleidingen geven er de voorkeur aan om de werkplekken binnen de clusters te positioneren, zo dicht mogelijk bij de onderwijsruimten (lesruimten en studio’s). Tussen de clusters ontstaan knooppunten waar gebruikers elkaar en andere gebouwgebruikers ontmoeten. De cluster van de dansvakopleiding en de SvJT liggen bij voorkeur zo dicht mogelijk bij elkaar. Tussen de medewerkers van beide clusters vindt veel samenwerking plaats. Bij voorkeur liggen de (kantoor)werkplekken van deze clusters in elkaars nabijheid. Door de huisvesting met NDT en RO in één gebouw kan onderling natuurlijke synergie ontstaan. Een ruimtelijke clustering van de directies ligt echter niet voor de hand. De werkruimte van de directie dient zich zo dicht mogelijk bij de medewerkers bedrijfsvoering te bevinden. Indien mogelijk, de afzonderlijke directies zo te positioneren dat korte lijnen ontstaan tussen alle bewoners van het Spuiforum.
18
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Entree zonering en toegankelijkheid KC De volgende gebruikersgroepen zijn te onderscheiden: Jonge leerlingen en docenten van de School voor Jong Talent, studenten en docenten van de dans- en muziekvakopleiding, medewerkers, bezoekers en genodigden. Het domein van het Koninklijk Conservatorium is gastvrij en heeft een laagdrempelige entree voor studenten en medewerkers. De entree wordt ontsloten via het Atrium en is voorzien van een receptiebalie, die echter geen toezicht kan houden op alle verdiepingen van het domein. Een veilige omgeving, voor gebruikers en (vaak kostbare) instrumenten, dient te worden gewaarborgd door een elektronisch toegangscontrolesysteem en zonodig cameratoezicht. De studenten en docenten bereiken via de roltrappen in het Atrium de onderwijs- en studieruimten. De studentenadministratie en ondersteuning internationale studenten (KC 125-127), onderdeel van centrale bedrijfsvoering, zijn centraal gelegen en voor studenten eenvoudig te bereiken. De studenten, docenten en medewerkers ontmoeten elkaar tevens in het centraal gelegen, gezamenlijke bedrijfsrestaurant, het kloppend hart van het gebouw. De SvJT is niet openbaar toegankelijk vanwege de kwetsbare doelgroep. De toegang tot de SvJT loopt via een eigen receptiebalie van waaruit toezicht mogelijk is. Voor vooral de jongste leerlingen van SvJT is een veilige, vertrouwde en afsluitbare leeromgeving noodzakelijk. De leerlingen verblijven grotendeels in hun eigen domein om te leren, studeren en ontspannen, en bij de dans- en muziekopleiding. Het leerplein is het hart van de school. De muziekafdelingen moeten ten opzichte van elkaar in het domein kunnen groeien en krimpen wat betekent dat ook het gebruik van studio’s in de loop der tijd kan wijzigen. Dit vraagt om flexibele gebouwstructuur en logische positionering van studio’s bij elkaar. Toegankelijkheid publieksruimten Het Koninklijk Conservatorium heeft verschillende individuele ruimten die toegankelijk dienen te zijn voor publiek. Een toegangscontrolesysteem moet gecontroleerde toegang faciliteren. De ruimten die zijn aangewezen als publieksruimte zijn: Ensemblezaal (KC-21), 600 bezoekers; Studio 1 (KC-24), 100 bezoekers; Foyer ensemblezaal (KC-34), maximaal 600 personen; Schakelbare dansstudio (KC-57), gezamenlijk geschikt voor 150 bezoekers; Studio klassieke muziek (KC-68), 40 bezoekers; Studio klassieke muziek, oude muziek (KC-69), 40 bezoekers; Studio jazz en oude muziek, drie zalen (KC-70), 40 bezoekers; Studio slagwerk (KC-71), 40 bezoekers. In het ontwerp dient met de volgende punten in ieder geval rekening te worden gehouden: Er is geen inkijk mogelijk vanaf buiten in de dansstudio’s. Vanuit het gebouw is de zichtbaarheid naar behoefte te regelen. Er dienen ruim voldoende mogelijkheden te zijn om met de lift op de verdiepingsvloeren te komen in verband met het vervoer van muziekinstrumenten. Hierbij dient rekening te worden gehouden dat de capaciteit van de lift wordt verkleind door dat studenten een muziekinstrument bij zich hebben. HOOGTE RUIMTEN Voor de functionaliteit van de ruimten is het streven om onderstaande hoogten te realiseren, De individuele ruimten die een afwijkende hoogte moeten hebben zijn: Ensemblezaal (KC-21), vrije hoogte 15,00 meter; Opnamestudio ensemblezaal (KC-22), vrije hoogte 5,00 meter; Montageruimte (KC-23), vrije hoogte 4,00 meter; Studio 1 (KC-24), vrije hoogte 7,00 meter; 19
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Foyer ensemblezaal (KC-34), vrije hoogte 4,00 meter; Schakelbare dansstudio, in totaal twee zalen (KC-57), vrije hoogte 4,50 meter, bruto hoogte 5,70 m² bvo (i.v.m.grid); Dansstudio (KC-58), vrije hoogte 4,50 meter; Dansstudio, twee zalen (KC-59), vrije hoogte 4,50 meter; Muziekstudio’s (KC-68 t/m 70), vrije hoogte 7,00 meter; Studio slagwerk (KC-71), vrije hoogte 7,00 meter; Ensembleruimte slagwerk (KC-72), vrije hoogte 5,00 meter; Studieruimte slagwerk (KC-83), vrije hoogte 4,00 meter; Studio voor elektronische/nieuwe muziek (KC-93), vrije hoogte 7,00 meter; Elektronische studio 1 (KC-100), vrije hoogte 3,50 meter; Dode kamer (KC-101), vrije hoogte 2,60 meter en een bruto hoogte van 3,60 meter; Studio BEA 5 (KC-104), vrije hoogte 3,50 meter; Studio BEA 6 (KC-105), vrije hoogte 3,50 meter; Studio BEA 7 (KC-106), vrije hoogte 3,50 meter; Studio A (KC-108), vrije hoogte 6,00 meter; Studio B (KC-109), vrije hoogte 5,00 meter; Mastering suite (KC-111), vrije hoogte 4,00 meter In overleg en met instemming van het KC zijn afwijkingen mogelijk. Flexibiliteit In het algemeen geldt flexibiliteit in de aanpasbaarheid van installaties. Zeker in de kantooromgeving zijn er regelmatig verhuisbewegingen. Onder andere de ict-infrastructuur moet het mogelijk maken om gemakkelijk kleine aanpassingen door te voeren. Voor in ieder geval onderstaande ruimtes gelden specifieke eisen ten aanzien van flexibiliteit: De dansstudio’s (KC-57) dienen schakelbaar te zijn tot één grote studio; De lokalen voor BINAS en Handvaardigheid (KC-41 resp. KC-42) worden nadrukkelijk ook als theorielokaal gebruikt; De muziekstudio’s (KC-68 t/m KC-71) zijn nu per discipline benoemd maar zijn ook uitwisselbaar t.a.v. de diverse disciplines indien nodig. De dirigentenkamer (KC-30), de 2 solistenkamers (KC-31) en de orkestkleedkamer (KC-31) zijn, anders dan de naamgeving doet vermoeden, primair onderwijsruimtes. Douches en toiletten in deze ruimtes dienen daarom afsluitbaar te zijn. De orkestkleedkamer moet voldoende groot zijn voor grote orkesten. Indien er sprake is van een optreden van grote orkesten dient er een omkleedmogelijkheid voor grote groepen in de buurt van de ensemblezaal te zijn (een ruimte die tijdelijk deze functie kan invullen). 3.3.4.1 CLUSTER 1 Naast de ensemblezaal gebruikt het KC een ‘Studio 1’. Deze studio is voorzien van 100 stoelen en heeft een minimale afmeting van 10x18m. Het heeft een gezellige uitstraling, is akoestisch geschikt voor klassieke muziek en jazz. Er is hier voldoende opslag voor instrumenten (rekening houden met afmetingen instrumenten), lichten geluidsapparatuur en stoelen en lessenaars. Dirigenten en solisten beschikken over een eigen ruimte incl. douche. Er is een kleedruimte waar het orkest zich kan voorbereiden en omkleden. 3.3.4.2 SCHOOL VOOR JONG TALENT De School voor Jong Talent gebruikt een aantal reguliere lesruimten. Deze moeten groepen van 20-30 leerlingen accommoderen en voldoen aan de hiervoor wettelijke regelingen BO en VO. Daarnaast is zijn er kleine lesruimten beschikbaar voor max. 5 leerlingen. Er is een leerplein waar ongeveer 50 leerlingen kunnen verblijven. Werkkamers voor docenten, directeur en coördinatoren dienen over voldoende opslagcapaciteit te beschikken. Er is een personeelsruimte voor 20 personen. Daarnaast moet een buitenspeelruimte voor de leerlingen beschikbaar zijn. 20
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
3.3.4.3
DANSVAKOPLEIDING
Dansstudio’s van het KC worden onder andere gebruikt voor dansles, dramalessenen voor observatie. Er is ruimte voor een vleugel (geen nis. min. 6m2). De studio’s zijn voorzien van observatieruimte (bijvoorbeeld balkon). Er moet rekening gehouden worden met grid t.b.v. voorstellingen. Twee studio’s hebben een minimale vrije hoogte van 5 meter en zijn schakelbaar. Geschakeld zijn de studio’s geschikt voorde ontvangst van ten minste 150 personen publiek. Deze studio’s zijn ten minste 16 meter breed. De vrije hoogte van de andere dansstudio’s is minimaal 4,5 meter. Er zijn aparte douche- en kleedruimten voor docenten en leerlingen. Mannen en vrouwen gescheiden. De douche en kleedfaciliteiten zijn aan elkaar gelegen. Bij voorkeur worden deze zo dicht mogelijk bij de dansfaciliteiten gelegen. In de kleedruimtes moet ruimte zijn voor lockers. Tevens dient er 100m2 beschikbaar te zijn voor opslag van kostuums en rekwisieten. 3.3.4.4 MUZIEKVAKONDERWIJS Muziekstudio’s zijn benoemd voor een bepaald onderdeel (jazz, klassiek, oude muziek, zang). De studio’s moeten ruimte bieden aan 40-60 personen publiek. De studio’s zijn voorzien van opslagruimte (doos in doos). De lengte-breedte verhouding is minimaal 3:2 i.v.m. afmetingen grote instrumenten. Daarnaast zullen studenten gebruik maken van studieruimten en lesruimten. Wisselend gebruik. Docenten verblijven vaak meer dan twee uur in een lesruimte. Lesruimten dienen dus in ieder geval daglichttoetreding te hebben. Ook studieruimtes zijn voor voorkeur voorzien van daglicht. Kleine ruimten zullen voornamelijk gebruikt worden voor kleine instrumenten en grote ruimten voor studeren met ensembles of voor contrabas of vleugel. De studieruimtes zijn voorzien van isolatie, klimaatbeheersing en akoestiek en bevatten bovendien geen rechte hoeken. In de slagwerkstudie- en lesruimten dienen in de afwerking voorzieningen te worden getroffen ter voorkoming van gehoorschade. De verkeersruimtes bij het muziekonderwijs dienen voldoende breed te zijn om decentrale repro’s en pantry’s, instrumentenrekken voor bassen en cello’s (ca. 35m2) en bergruimte (kasten, lockers) te realiseren en toch nog instrumentenvervoer mogelijk te maken. Docenten en medewerkers kunnen gebruik maken van individuele en groepswerkruimtes. Alle werkruimtes dienen afsluitbaar te zijn ivm privacygevoelige documenten.
3.3.4.5
INSTITUUT VOOR SONOLOGIE EN ART OF SOUND
Dit onderdeel van het KC is gericht op het produceren van elektronische/ nieuwe muziek. Studenten krijgen les in studio’s en gebruiken de studio’s als productieruimte. Ze werken met ongeveer 20 studenten gelijktijdig. De studio’s bevatten computerwerkplekken en vierkanaals luidsprekeropstelling. Er moet de mogelijkheid zijn tot live produceren van elektronische muziek. De studio’s moeten qua vorm geschikt zijn voor het maken van surround-opnamen Enkele studio’s bevatten aparte regieruimten. Studenten werken tevens in leslokalen, waar computerplekken beschikbaar zijn. Daarnaast is er de mogelijkheid voor een geklimatiseerd bandenarchief en een dode kamer in combinatie met elektronische studio 1. Bij de indeling van de ruimten van sonologie (locatie van de deuren) dient nadrukkelijk aandacht te zijn voor de luidsprekeropstelling en derhalve de akoestiek. De studio’s voor sonologie dienen volledig drempelloos te zijn. 3.3.4.6
KANTOREN EN ONDERSTEUNENDE RUIMTEN
21
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
De studentenadministratie dient via een tussendeur verbonden te zijn met het Student Information Point (STIP). In het algemeen dient er voldoende werkruimte te zijn voor de staf van KC. Kamers van directieleden dienen voldoende groot te zijn om met 2 tot 3 medewerkers te overleggen. Voor grotere vergaderingen beschikt het KC over twee vergaderruimten. In de buurt van de kantoorwerkplekken dienen pantry’s te worden gepositioneerd in de verkeersruimten. 3.3.4.7 OVERIGE De bibliotheek van KC wordt geplaatst in de centrale bibliotheek van Den Haag. Wel is er een met het RO gedeelde handbibliotheek voor veel gebruikte partituren.
3.4 BUITENRUIMTE 3.4.1
STEDENBOUWKUNDIGE EISEN
Stedenbouwkundig matenplan (eis) De contouren van en de bepalingen in het bestemmingsplan (w.o. de maximum hoogte) vormen de kaders waaraan het ontwerp moet voldoen. Zie hiervoor www.ruimtelijkeplannen.nl (zoeken op naam Spuikwartier 2013) Binnen deze marges leeft de wens om de afstand tot het stadhuis zo groot mogelijk te laten zijn teneinde het plein optimaal de ruimte te geven voor o.a. festiviteiten en de afstand tot het hotel voldoende groot te laten zijn om tussendoor een verblijfsstraat van voldoende profiel te creëren (geen achteraf-steeg). Het omgekeerde geldt voor de (ervaren) hoogte van Spuiforum. Geen hinderlijke lichtuitval (lichtsterkte of drukke effecten) richting omgeving. Geldt in mindere mate voor de stadhuiszijde. Voorkomen van windhinder voor wandelend publiek langs Spuiforum. In de vorm van het gebouw maatregelen nemen ter beperking daarvan, zodat de oplossingen niet in de openbare ruimte zelf hoeven te worden gevonden. Realisatie van dakterras(sen) op een veilige manier met aangename buitenomstandigheden: voorkom windhinder, maar het transparant van en naar de omgeving. Vanaf straatzijde moet je door de vorm/indeling van het gebouw en de zichtbaarheid van terrassen uitgenodigd worden naar boven te komen. Bezoekers dienen tijdens het verticale transport of aangekomen op één van de aanlandplekken van roltrappen een indruk krijgen en onder de indruk raken van hetgeen zich in het gebouw afspeelt. “Wow, hier wordt gecreëerd, inspirerend!” 3.4.2
PARKEREN
Parkeervoorziening Bezoekers en medewerkers van de instellingen in het Spuiforum, kunnen gebruik maken van de openbare parkeervoorzieningen in de omgeving van het Spuiforum. Daarnaast moet het stedenbouwkundig plan rekening houden met parkeerfaciliteiten voor: fietsen, bromfietsen, scooters en scootmobielen personenauto’s en taxi’s motoren touringcars vrachtauto’s bestelbusjes regie/satellietwagens In de GREX Spuiforum is voorzien voor 280 parkeerplaatsen. 22
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Fietsparkeren Het gebouw voorzien van een fietsenberging voor minimaal 500 fietsen van medewerkers, studenten en bezoekers. De fietsenberging is duidelijk vindbaar, eenvoudig toegankelijk en sluit goed aan op de stedelijke structuur. Ook sluit de fietsenberging goed aan op de interne verkeersstructuur van het gebouw waaronder het Atrium. Aandachtspunten buitenprogramma Er is buitenspeelruimte nodig voor de basisschool leerlingen voor de school van Jong Talent. Het uitgangspunt is 200 basisschoolleerlingen. De buitenruimte dient conform Bouwbesluit goed bereikbaar te zijn voor hulpdiensten. De buitenspeelruimte is conform VNG-regelgeving 3 m² bvo per leerling, met een minimum van 300 m² bvo.
3.5 RUIMTELIJKE RELATIES 3.5.1 FYSIEKE RELATIE Diverse ruimten dienen fysiek in nabijheid of aangrenzend aan andere specifieke ruimten te liggen. Algemeen Kleedkamers dienen in de directe nabijheid van de tonelen te worden gerealiseerd. Het hoogteverschil van de kleedkamers met het toneel bedraagt maximaal één verdieping. Voorzieningen voor gastgezelschappen zijn gemakkelijk bereikbaar en vindbaar en in de directe nabijheid van de betreffende tonelen. Het hoogteverschil van deze voorzieningen met het toneel bedraagt maximaal één verdieping. Gastgezelschappen maken tevens gebruik van het bedrijfsrestaurant. Instrumentenbergingen zijn goed bereikbaar vanuit de Ensemblezaal en Studio 1 KC. Domein DMC Kantoorruimten niet nabij de zalen Kantoor Horeca nabij horeca, geen onderdeel kantoorcluster Kantoor techniek en gebouw geen onderdeel kantoorcluster, centraal in gebouw Crewruimte en techniek werkplaats nabij Dans-/operazaal (NDT 1) Kantoorwerkplek toneelmeester onderdeel kantorencluster Domein NDT Voor het dagelijks gebruik van de dansers vormen de kleedkamers en de huiskamer het hart van de accommodatie. Vanuit deze ruimten zijn er korte looplijnen met in het bijzonder het toneel van de theaterzaal en studio 1 NDT en voorts met de overige studio’s NDT, de fysiotherapie en fitness-studio. De gewenste relaties tussen ruimten onderling zijn schematisch weergegeven in figuur 2. (wat betreft de relaties tussen ruimten onderling is de tekeningset 25-05-2013 NRA leidend)
23
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
FIGUUR 1 RELATIESCHEMA NDT D.D. 18 MAART 2013
24
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
Domein RO De dagelijkse repetities van het orkest spelen zich af op podium van de concertzaal en de repetitieruimten die daaromheen zijn gelegen. De afstand tussen podium enerzijds en repetitieruimten, kleedruimten anderzijds bedraagt maximaal één verdieping, met korte looplijnen via gang, trap en lift. In de verkeersruimten rondom de repetitieruimten en kleedkamers bevinden zich de lockers van de orkestleden. De pre-podiumruimte/artiestenfoyer bevindt zich direct bij het podium van de concertzaal en nabij de kleedruimten. De ruimten RO 6 en 7 liggen naast elkaar en direct bij het podium. De ruimten worden gebruikt door de technici, onder meer voor tv- en radio-opnames. De bergingen dienen zich nabij het podium te bevinden van de concertzaal (op podiumniveau) en de repetitieruimten. RO 24 berging flight cases en RO 25 berging meubilair en lessenaars nabij het podium. Deze bergingen zijn aangesloten op de goederenliften naar de expeditie ruimte (Allen 19). RO 16 Werkruimte toneelmeesters/orkestbodes en Allen 3 dirigenten- en solistenkamer liggen nabij het podium. RO 12 Chef-dirigentenkamer en orkestinspecteur (RO15) liggen nabij de werkruimte Artistiek directeur Domein KC Binnen het Koninklijk Conservatorium zijn de volgende ruimtelijke clusters te onderscheiden: Cluster 1. Ensemblezaal, incl. ondersteunende ruimten (KC 21-34) Cluster 5. School voor Jong Talent (KC 36-55) Cluster 6. Dansvakopleiding (KC 57-67; KC 35) Cluster 7. Muziekvakopleiding (KC 68-91; KC 117) Cluster 8. Instituut voor Sonologie en Art of Sound (KC 93-115) Cluster 9. Kantoren en kantoor-ondersteunende ruimten (KC 118-138) Het hart van het Koninklijk Conservatorium wordt gevormd door het centraal gelegen Cluster 1. De overige clusters liggen hieromheen. De clusters 5 (SvJT) en 6 (Dansvakopleiding) liggen direct in elkaars nabijheid. Tussen cluster 8 (Sonologie/AoS) en cluster 1 ligt de opslagruimte voor geluidsapparatuur (KC 115). Het gezamenlijke bedrijfsrestaurant ligt ook centraal in het domein, nabij cluster 1. De belangrijkste ruimtelijke relaties voor het domein KC zijn: KC 26-27 grenzend aan Ensemblezaal en aan Studio 1-KC (KC 24) KC 30-32 nabij ensemblezaal Dansstudio’s en kleedkamers compact bij elkaar (cluster 6) Werkruimten cluster 5 (KC 48-52, 53) en werkruimten cluster 6 (KC 64-65) nabij elkaar Opslag geluidsapparatuur (KC 115) nabij ensemblezaal en nabij cluster 8 All 8-10 onderdeel van cluster 8 Mastering suite (KC 111) naast Studio A en B (KC 108-109) Werkruimten cluster 9 (KC 118-131, 134) bij elkaar KC Vergaderruimte: nabij coördinatoren, tevens te gebruiken voor examencommissie Binnen cluster 7 (muziekvakopleiding) zijn kleinere clusters te onderscheiden met specifieke behoeften ten aanzien van de positionering in het gebouw of positionering ten opzichte van andere ruimten: Slagwerk in één zone en gelijkvloers (KC 72, 71,25, 83) Instrumentenberging slagwerk (KC 25) nabij slagwerkruimten Cluster leskamers (KC 72-79) Cluster studiekamers (KC 80-83) Cluster Sonologie & Art of Sound (KC 93-116) gelijkvloers. Bij voorkeur nabij studio Elektronische muziek (KC 93) Drumcabines (KC 84) bij Jazz Studio (KC 70) Drumcabines (KC 84) niet nabij studieruimten Slagwerk (KC 83) Werkkamers (KC 87-91) zijn losse werkkamers, bij voorkeur horizontaal te clusteren Werkkamers (KC 87-91) niet nabij studieruimte Slagwerk/Drumcabines (KC 83-84)
25
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
3.5.2 ZICHTRELATIE Er zijn ruimten die met elkaar verbonden moeten zijn via een zichtrelatie. Dit is van toepassing voor de volgende ruimten: Vanuit de montageruimte (KC-23) dient zicht te zijn op de ensemblezaal (KC-21); Vanuit de elektronische studio 1 (KC-100) is zicht op de dode kamer (KC-101); Vanuit de elektronische studio 2 (KC102) is zicht op studio voor elektronische muziek (KC-93). 3.5.3 COMPARTIMENTERING Voor de ruimtes van het Koninklijk Conservatorium geldt dat de aangegeven ruimtes binnen de benoemde clusters zo veel als mogelijk in het gebouw als een fysieke eenheid dienen te worden geclusterd (daarnaast rekening houdende met de eisen voor publieke toegankelijkheid). Voor de basisschool en het voortgezet onderwijs van de School van Jong Talent (cluster 5) is dit strikt noodzakelijk in verband met veiligheid en toezicht. Er dient vanuit één punt fysiek toezicht mogelijk te zijn op de toegang tot deze cluster. Publieke toegankelijkheid is voor deze cluster ongewenst. Na schooltijd dient de hele cluster afgesloten te kunnen worden, zodat het niet meer toegankelijk is. Tevens dient cluster 5 in de nabijheid van cluster 6 (Dansvakopleiding) gelegen te zijn. Omdat de jonge kinderen gebruik maken van de dansstudio’s. Naast de School voor Jong Talent heeft ook het HBO-gedeelte een eigen receptie, die toezicht heeft op de toegang tot dit gedeelte. Buiten de openingstijden dient het HBO-gedeelte afgesloten te kunnen worden van de ruimtes die publiek toegankelijke zijn. Toegang tot de publieksruimten is mogelijk, zonder dat ruimten voor de School voor Jong Talent of het HBO worden betreden.
26
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
4 RUIMTELIJKE VERTALING Per domein is op basis van de functionele uitgangspunten is een ruimtelijke vertaling gemaakt. Dit resulteert in één ruimtestaat voor het Spuiforum, waarin ruimten per domein geclusterd zijn. Over het hoofd/medegebruik van ruimte zijn in het ruimtelijk PvE nog geen definitieve uitspraken opgenomen. Het volledige ruimtelijk Programma van Eisen voor het Spuiforum is opgenomen in de bijlagen.
27
Spuiforum Den Haag - Bundeling Programma van Eisen Concept DSO gemeente Den Haag Datum: 31-5-2013
5 TECHNISCHE EISEN Een gedetailleerde uitwerking van het technische PvE volgt.
5.1 KWALITEIT In de bijlagen zijn tabellen met betrekking tot de gewenste kwaliteit afwerking van de ruimten in het Spuiforum opgenomen. Wij vragen om bij de verdere uitwerkingen rekening te houden met de belangrijkste afwegingen die zowel opdrachtgever als gebruikers hebben: Kies in het publieke domein voor hoogwaardige materialen met een lange levensduur en intensieve schoonmaakbaarheid Kies in het niet-publieke deel voor functioneel, maar duurzaam. D.w.z. goed schoonmaakbaar, slijtvast en met een lage onderhoud- en vervangingscyclus. Foyers en theaterzaal waar mogelijk met zachte, efficiënt te onderhouden vloerafwerking uitvoeren.
5.2 BOUWFYSISCHE EISEN Volgt
5.3 CONSTRUCTIEF Volgt
28