Verslag opening congres en ochtendprogramma - 2 juni Door gemeente Den Haag
Druk bezocht Wethouders- en Sportbestuurderscongres WK Hockey 2014
Sport kent alleen maar winnaars ‘Wat levert het WK-hockey de gemeente op?’ Presentator Tom van ‘t Hek stelde meteen de vraag van de dag bij de aftrap van het congres. Sportwethouder Karsten Klein: ‘Zo’n groot evenement is pas echt geslaagd als de hele stad erbij betrokken wordt. En dat is gelukt. Bedrijven doen mee, het onderwijs haakt erop in, honderden vrijwilligers zijn in touw. Het genereert veel enthousiasme, promotie voor de stad en extra bedrijvigheid.’ De vraag naar wat sport gemeenten oplevert, zou deze dag nog vaak in uiteenlopende bewoordingen worden gesteld. Maandag 2 juni kwamen tweehonderd wethouders, ambtenaren en sportbestuurders uit het hele land naar Den Haag voor het congres Let’s celebrate sport. De kracht van sport reikt ver buiten de lijnen van de velden. ‘Maar die kracht wordt niet genoeg benut,’ zei vice-voorzitter Ton Rombouts van NOC*NSF op het Hockey Plein. ‘We hebben recent de nieuwe programma’s van colleges van b & w bekeken. Sport krijgt daarin de nodige sectorale aandacht. Maar we zien helaas niet dat sport een rol krijgt bij de grote decentralisaties waar gemeenten nu voor staan. Een gemiste kans.’ ‘Je kunt sport betrekken bij de vernieuwing van de jeugdzorg en de ouderenzorg. Of de aanpak van overgewicht. Verenigingen zijn heel goed in staat activiteiten voor doelgroepen te organiseren. Sport moet midden op het speelveld staan bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.’ Om te zien hoe dit vorm krijgt in Den Haag gingen de congresdeelnemers op werkbezoek bij de Haagse Sporttuin Schilderswijk, Buurthuis van de Toekomst bij Quick en het Beachstadion op het Scheveningse strand.
Route 1 Sporten in de Schilderswijk De Haagse Sporttuin is een sportcomplex midden in de Schilderswijk. Kinderen kunnen er deelnemen aan laagdrempelige georganiseerde sportactiviteiten. De exploitatie gebeurt door een aantal basisscholen samen met het welzijnswerk en sportverenigingen. Voorzitter van het college van bestuur van de Stichting Haagse Scholen Wiely Hendricks heette het gezelschap van wethouders en bestuurders bij de basisschool ’t Startpunt welkom. De basisschool grenst aan de sporttuin. ‘Dit was lang een braakliggend terrein tot de gemeente in 2005 besloot er een sportterrein voor de jeugd aan te leggen. In de Schilderswijk zijn nauwelijks sportaccommodaties. Ouders kunnen hun kinderen hier met een ge-
rust hart laten sporten. Op het complex is altijd toezicht aanwezig. Ouders komen kijken hoe hun kinderen sporten en lopen nu ook gemakkelijker de school binnen.’ Basisscholen gebruiken het complex als locatie voor buitengym en sportdagen. Verder zijn er zestien sportverenigingen actief, vrijwel allemaal van buiten de wijk. Verenigingen proberen kinderen aan zich te binden en zo nieuwe leden te werven. Sportdeelname ligt in de wijk niet hoog. Inmiddels hebben ook de wijken Duindorp en Bouwlust een sporttuin en een vierde is in ontwikkeling.
Sport en Gezond Gewicht Beleidsmedewerker Elvira Stinissen van het ministerie van VWS wilde weten hoe de gemeente Den Haag de koppeling maakt tussen sporten en landelijke beleidsdoelen. ‘We hebben bijvoorbeeld de Haagse Aanpak Gezond Gewicht (HAGG)’ vertelde Henriët van Rossum, senior beleidsmedewerker van de gemeente. ‘Dit is een programma rond gezonde voeding en bewegen. Sleutelfiguur is de gewichtige vakleerkracht. Gymleraren meten en wegen hun leerlingen en stellen de lessen mede hierop af. Ook buiten de gym op school is er in de wijk een sport- en beweegaanbod. Verder krijgen kinderen en ouders veel voorlichting over gezonde voeding. Op school wordt een gezond ontbijt klaargemaakt. Kinderen houden gedurende het programma hun gewicht bij, wat extra motiveert om te bewegen en gezond te eten.’ Het ‘sociale kapitaal’ van Hdm Hockeyclub Hdm was de volgende stop (met koffie en gebak), gelegen in een wijk waar de bewoners over het algemeen wat meer kunnen besteden. Toch is er behoefte aan maatschappelijke activiteiten en daarvoor kunnen zij terecht bij Hdm, dat veel meer is dan een sportclub die zich richt op (top)hockey. Hdm zet zijn ‘sociaal kapitaal’(leden, trainers, vrijwilligers) en faciliteiten (sportcomplex)ook in voor de omliggende wijken. Zo doen op maandag 80 senioren mee aan trainingen in het kader van de ‘Sportieve Start van de Week’. Elke donderdag doen jeugdige sporters met een verstandelijke beperking mee aan G-hockey-activiteiten. Voor hen wordt al tientallen jaren ook een G-hockeydag georganiseerd. Hdm is momenteel bezig aan nieuwbouw op zijn complex en wil in samenwerking met de gemeente de maatschappelijke activiteiten verder uitbreiden om het predicaat van Buurthuis van de Toekomst nog meer inhoud te geven.
Route 2 Quick als Buurthuis van de Toekomst Quick is een grote cricket- en voetbalvereniging met 1.200 leden, 200 vrijwilligers en een splinternieuwe accommodatie. Sinds maart 2013 mag Quick zich Buurthuis van de Toekomst noemen. De gemeente Den Haag stimuleert sportverenigingen om hun accommodaties open te stellen voor
nieuwe groepen en alle leeftijden. Dat zijn allereerst de wijkbewoners, maar ook kinderopvang, huiswerkbegeleiding, welzijnswerk en ouderenzorg kunnen van de faciliteiten gebruik maken. Al dertig Haagse accommodaties hebben sinds 2010 de titel Buurthuis van de Toekomst gekregen. Voor het merendeel zijn het sportcomplexen, maar er zitten ook verzorgingshuizen, stadsboerderijen en andere locaties bij. Quick maakt van het nieuwe clubgebouw een ontmoetingsplek voor de omliggende wijk. Een plek om te sporten, te trainen, een spelletje jeu de boules of misschien sportief bewegen voor ouderen, bridgen of een cursus. Veel is mogelijk, dankzij de uitgebreide nieuwe faciliteiten. De vereniging heeft samen met het Sophia Revalidatiecentrum ‘aangepast’ voetbal - Quick+ - ontwikkeld voor kinderen tussen 6 en 12 jaar die motorisch minder vaardig zijn. Quick kiest nadrukkelijk voor een maatschappelijke rol die verder reikt dan alleen de sport. Om een duurzame basis voor de toekomst te creëren, zal elke sportvereniging zich moeten verbreden. Den Haag steunt verenigingen die deze weg op willen gaan. Zo betaalt de gemeente mee aan noodzakelijke verbouwingen van accommodaties. Schoolsportvereniging De vierde rondleiding bracht een groep deelnemers langs de schoolsportvereniging SCOOL in het stadsdeel Laak, dat een gemêleerde samenstelling van de bevolking kent en waar onder de schooljeugd een behoorlijke bewegingsarmoede is. SCOOL verzorgt en coördineert voor zijn 900 kinderen naschoolse sportactiviteiten op diverse locaties in het stadsdeel, waaronder het Laakveld en het Ketelveld. Daar liggen Richard Krajicek Playgrounds en Cruyff Courts naast elkaar. Op het Ketelveld worden de activiteiten begeleid door buurtsportcoaches, die ook uit de buurt komen en daardoor al een goede aansluiting kennen bij de kinderen.
Route 3 Beachvolleybal: vanaf nul naar de top Terwijl in het zand talenten van Jong Oranje aan het trainen waren, schetste manager Bert Korteling van Beachvolleybal Team Nederland (BTN) in vogelvlucht de opkomst van deze jonge sport in Den Haag. Tien jaar geleden koos de gemeente ervoor het sportbeleid te concentreren op een aantal sporten waaronder beachvolleybal. Bert Korteling: ‘Voor een stad met dertien kilometer strand was dat een logische keuze. We moesten het beachvolleybal van de grond af opbouwen en dat is ongelooflijk snel gegaan. Den Haag kreeg de status van Nationaal Topsportcentrum Beachvolleybal. De stad biedt optimale faciliteiten aan toptalenten: huisvesting, onderwijs, trainingslocaties, maar ook specialismen als diëtiek. Alles wat de topsporter nodig heeft, hebben we hier.’
In korte tijd is Nederland bij de wereldtop gaan behoren met als hoogtepunt het wereldkampioenschap bij de mannen in 2013. Om de toppositie te behouden, moet de stad blijven investeren, ook in de breedtesport. ‘We willen dat beachvolleybal leeft in stad. Onze toptalenten verplichten zich om minimaal acht keer per jaar een demonstratie te geven op scholen en in buurten. Verder werkt Den Haag aan uitbreiding van het aantal beachcourts.’
Kracht van evenementen Het ‘rendement’ van grote sportevenementen valt moeilijk in cijfers uit te drukken, zo bleek tijdens de vervolgsessie aan het strand. ‘Gemeenten investeren in een evenement, maar verdienen daar netto nauwelijks iets van terug,’ zei Harry Been, bestuurslid van NOC*NSF. ‘Daar moet je eerlijk over zijn. Natuurlijk is er een economische spin-off met extra hotelgasten, extra taxiritten en meer restaurantbezoek. Maar dat vloeit niet in de portemonnee van de gemeente.’ Harry Been gaat een adviesorgaan leiden dat plannen voor topsportevenementen toetst om vast te stellen of ze voor ondersteuning door NOC*NSF in aanmerking komen. Een congresdeelnemer uit Gorinchem vroeg hem: ‘Hoe overtuig ik mijn gemeenteraad dat we een topsportevenement naar de stad moeten halen?’ Harry Been benadrukte het belang van openheid. ‘U kunt tegen de raad zeggen: dames en heren, dit evenement gaat onze gemeente zoveel kosten. Daar staat veel rendement tegenover, maar dat is niet in geld uit te drukken. Wees helder over de kosten. Hou rekening met eventuele tegenvallers. Zorg dat je nooit achtervolgd kunt worden door de cijfers.’
Volvo Ocean Race Sport kan een drijvende kracht zijn bij de herontwikkeling van stedelijk gebieden. Frans van de Ven, manager Sportbeleid van de gemeente Den Haag gaf het voorbeeld van de Scheveningse haven. ‘De gemeente heeft ervoor gekozen om naast de visserij meer ruimte maken voor watersport. Marktpartijen zijn hierop ingesprongen met onder meer de bouw van een trainingscentrum voor de zeilsport. Dat de vloot van de Volvo Ocean Race volgend jaar Scheveningen aandoet, is een erkenning van onze positie als watersportstad. Zoiets komt niet uit de lucht vallen. Daar is jaren aan gewerkt.’ Algemeen directeur Gerard Dielessen van NOC*NSF benadrukte nog eens de samenhang tussen grote evenementen, topsport en breedtesport. ‘Het enthousiasme over de Nederlandse prestaties in Sotsji stimuleert kinderen en volwassenen om te gaan schaatsen. Turnen is nog nooit zo populair geweest als na de gouden medaille van Epke. Ondanks bezuinigingen en andere tegenwind moeten we blijven vooruitdenken over nieuwe evenementen. Het netwerk De kracht van Evenementen steunt gemeenten die plannen hebben om grote toernooien binnen te halen. In ons land is inmiddels zoveel knowhow op dit terrein. En het land is te klein om elkaar te gaan beconcurreren.’
Gerard Dielisssen riep de gemeenten op samen te werken en te leren van elkaars ervaringen. ‘Onze projectleider Evenementen, Marco Kooiman is een specialist op dit terrein. Hij is de spil van de ‘evenementenambitie’ van NOC*NSF. Marco komt graag bij u langs om te brainstormen over nieuwe plannen. Maak gebruik van hem.’