Sporen van deftiger dagen in de ‘Villa Margaretha’ Beperkt bouwbiografisch locatieonderzoek aan Bennekomseweg 164, Wageningen Ir J.A.T. Wijnen, Maart 2011
De Lawick Pers Villa Margaretha
1
Sporen van deftiger dagen in de ‘Villa Margaretha’ Beperkt bouwbiografisch locatieonderzoek aan Bennekomseweg 164, Wageningen Ir J.A.T. Wijnen, Maart 2011
De Lawick Pers Villa Margaretha
2
Inhoud Inhoud
3
English Summary
5
Inleiding
6
De ‘Villa Margaretha’
6
Vraagstelling
7
Methode
8
Resultaat
9
De kruipruimten van de Villa
9
Vondsten in de kruipruimten
10
Vondsten in andere delen van het gebouw
10
Enkele vondsten nader uitgewerkt
13
‘Parcel Post Date Stamp LDS’
13
Wild Woodbine Cigarettes
13
J. & G. Meaking aardewerk
13
Conclusie en discussie
15
Een tijd-capsule van de jaren ‘20
15
Opmerkingen met betrekking tot de methode
15
Aanbevelingen
17
De familie Van Zadelhoff in Wageningen
17
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek
17
Dankwoord
18
Bronnen
19
Literatuur
19
Websites
19
Archiefbronnen
19
Bijlage 1 Vondstenlijst
20
Bijlage 2 Gesprek met mevrouw Kruizinga
22
Bijlage 3 Artikel ‘Het Archief Zadelhoff’
23
Villa Margaretha
3
“Unless we make ‘visible’ the physical reality of the presence of the past in ‘the now’, we effectively erase the materialities of everyday life.”
A.A. Piccini in C. Holtorf & A. Piccini 2009 ‘Contemporary Archaeologies. Excavating now’
Villa Margaretha
4
English Summary ‘Building biography’, or ‘building-biographical location research’, studies the material (factual) remains that reflect the history of use of a building or location. The product of this integral approach -combining elements of (contemporary) archaeology, building history, anthropology and traditional historical research- is a description and an interpretation of finds within the context of a main research question. Where studies of ‘building history’ or ‘architecture’ focus on the building itself, building biography focuses on the people in the building. The research looks at places with the greatest likelihood of preserving traces of the past, such as crawlspaces and attics, and between walls. Hence the more popular name: ‘crawlspace research’.
In March of 2011, the one hundred-eleven-year-old ‘Villa Margaretha’ at Bennekomseweg 164 in the Dutch town of Wageningen, the Netherlands was partially investigated for biographical remains following the method described in Wijnen, 2011.
The Villa was built in 1901 by the major’s son C.J.P. van Zadelhoff; it was named ‘Margaretha’ after his firstborn daughter. This was quite a wealthy and important family in the Wageningen area (Klep 2003). Desk study had revealed that the original shape of the villa was remodelled dramatically in the twenties, giving the house the artdeco appearance it still has today, but nowadays with a gloom of the long-vanished ‘glory days of the Twenties’. ‘Long vanished’ because the Van Zadelhoffs left the premises during evacuation of Wageningen in 1944 (second world war) and eventually sold the house. Today it is let to eight people by the Wageningen Cooperative for Social Housing.
And so, with the Zadelhoffs long gone, this research focused on the question if, and in what way, the material remains in the house would reflect the glamourous days of old. As not all of the building was accessible at this time, only parts of the crawlspace and attic where checked. The finds revealed that the enlargement of the building in the twenties caused a peak flow of material remains into the crawlspace. Most of these objects were highly decorated and coloured chic glass or tableware. Also, a foreign connection came to light through four finds that could be associated with England: two pottery shards from English factories (i.e., J.G. Meaking); a piece of paper sported a “Parcel Post” postmark from the London area (London District Service); and there was a empty package of British-produced cigarettes (Wild Woodbine, W. D. & H. O. Wills London). It is assumed that the family van Zadelhoff had either a strong personal connection with Britain, or cherished a favour for British design.
The biographical finds provide a palpable time capsule-like view of living in the twenties in Wageningen, and they raise questions on the fashionability of British pottery design and culture in this time. Follow-up investigation into this matter and into the history of the family is recommended, because post-research showed the Van Zadelhoff family to have been of great local importance. This family produced several town mayors and even has a separate section in the Wageningen Historical Archive.
Building-biographical research proved to be a worthwhile addition the understanding of the history of the family and the Villa Margaretha. The material finds of this research, combined with archive research and an interview with the former renter of the Villa miss Kruizinga provided a stronger, more complete and more palpable view on history than could be achieved by each of these disciplines alone.
Villa Margaretha
5
Inleiding De ‘Villa Margaretha’ is een bijzonder fraai gelegen woonhuis met bijgebouwen aan Bennekomseweg 164 in Wageningen. Gesitueerd in een stuk bos tegenover de Algemene Begraafplaats ademt de Villa met zijn grote serre, balkons, zuilen en lange oprijlaan, de romantiek van gloriedagen van weleer, de tijd van de ‘Roaring Twenties’ en van een deftiger leven in de Wageningen van vóór de Tweede Wereldoorlog.
Figuur 1 Villa Margaretha in februari 2011’
Figuur 2 Gevelsteen 22 juni 1901
Figuur 3 De oorspronkelijke gevel had in 1901 een schijnspant en makelaar in de nok van het dak.Bron: Bouwarchief
Die deftige dagen zijn voorbij – het pand is nu van een woningbouwcorporatie –, maar zou er in de kruipruimte nog iets te vinden zijn van de ‘vergane glorie’? Wat vertelt een blik onder de vloeren over de voormalige bewoners en over hun leven? Wat voegt bouwbiografisch onderzoek toe aan de geschiedenis van de ‘Villa Margaretha’?
Deze vragen vormden het uitgangspunt voor een beperkt bouwbiografisch locatieonderzoek in de ‘Villa Margaretha’. De aanleiding voor het onderzoek was een kennismaking met de bewoners: tijdens dit gesprek werd de nieuwsgierigheid naar de geschiedenis van de villa getriggerd. Daarnaast waren de nieuwe bewoners nieuwsgierig naar de
Figuur 4 De nieuwe voorgevel van de bouwtekening van 1919 heeft een modernere uitstraling gekregen. De schijnspanten zijn niet teruggeplaatst in de nieuwe opzet.Bron: Bouwarchief
toestand en isolatiemogelijkheden van de onderkant van hun vloeren. Als gevolg van dit contact is in februari 2011 dat deel van de kruipruimten onderzocht op bouwbiografische sporen van de geschiedenis van de villa, dat via dit appartement toegankelijk is. Deze rapportage geeft de uitkomsten en een mogelijke duiding van het resultaat.
De ‘Villa Margaretha’ De ‘Villa Margaretha’ ligt in een stuk bos dat aan drie zijden omsloten wordt door de Buissteeg, de Oude Diedenweg en de Bennekomseweg.
Villa Margaretha
6
Het pand kent twee verdiepingen met daarboven een zolder. Via één vertrek – de voormalige keuken – is er toegang tot een voorraadkelder. De villa is gebouwd in opdracht van de heer C.J.P. van Zadelhoff. Van Zadelhoff was de zoon van een invloedrijke burgemeestersfamilie. (Klep 2003). De gevelsteen naast de voordeur vertelt dat de eerste steen van het pand is gelegd door zijn echtgenote, mevr. G.J. van Zadelhoff Bruil, op 22 juni 1901. De Villa vernoemden zij naar hun eerste dochtertje, ‘Margaretha’.
Wie de villa nu ziet, zal niet vermoeden dat het pand er in die eerste bouwfase heel anders uitzag. Destijds had het landhuis een begane grond met direct daarop de zolderdieping, en een dak dat versierd was met een schijnspant en een makelaar. Een bouwtekening van ‘Bureau Waal’ uit 1919 vermeldt de plannen voor een grootschalige verbouwing, waarbij de villa een nieuwe eerste verdieping en een ruimere zolderverdieping kreeg (Bron: Bouwarchief Wageningen). Dit gebeurde vermoedelijk in 1927. Ook wordt een serre aangebouwd, en een balkon boven de voordeur. Het gebouw wordt met deze aanpassingen effectief twee keer zo groot en krijgt huidige uitstraling (zie Figuur 4). Op de begane grond kent het gebouw dan een woonkamer met serre, een kantoor, een keuken met kelder, een bijkeuken (schuur), een hal met een WC en drie kamers (zie Figuur 5).
‘Aanzienlijke buitenwoners in Wageningen’ beschrijft dat meneer van Zadelhoff niet alleen tot een welgesteld geslacht behoorde, maar ook nog een zeer romantische inslag had, zoals hij daar woonde ‘in zijn huis vol antiek’ (Klep 2003). Als enige erfgenaam rentenierde hij op het kapitaal van de familie en was zijn ‘hobby’ bosbouw. Na 1944 is de familie het huis grotendeels gaan verhuren aan derden. Momenteel is het pand volledig in eigendom van de Wageningse woningbouwcorporatie ‘De Woningstichting’ en verdeeld in afzonderlijke appartementen met een centrale voordeur. Er wonen acht mensen.
Vraagstelling De korte schets hierboven geeft een romantische indruk van leven in de villa, een indruk die past bij haar uitstraling. Zouden bouwbiografische sporen in de kruipruimte dit romantische beeld bevestigen? Vanuit die vraag is de hoofdvraagstelling van het onderzoek geformuleerd.
Vraagstelling “Op welke manier zijn de bouwbiografische sporen in de kruipruimten en zolders van de Villa Margaretha te duiden in relatie tot de deftiger dagen van weleer?
Villa Margaretha
7
Methode Bouwbiografisch locatieonderzoek bestudeert de materiële neerslag van
waterleiding) zijn niet
de gebruiksgeschiedenis van een gebouw. Het is een integrale
verzameld. In één geval is een
onderzoeksmethode, die elementen uit de bouwhistorie, contemporaine
object niet verzameld, omdat dit
archeologie, antropologie en historisch onderzoek combineert.
zeer algemeen en weinig
Bouwhistorie gaat over het gebouw zelf; bouwbiografie gaat over de
betekenisvol leek, namelijk een
mensen in het gebouw. De methodiek is nieuw–feitelijk is dit het derde
rood-aardewerken bloempotje.
pand van onderzoek–en daarom nog sterk in ontwikkeling.
Dit wordt aangegeven in de resultaten. Voor een uitvoerige beschrijving van de methode verwijzen we naar Wijnen 2011.
In dit onderzoek nog niet alle kruipruimten van de Villa onderzocht: alleen die ruimten zijn bekeken die te bereiken zijn via de toegang in het meest westelijke appartement. Deze toegang bevindt zich in de zuidoosthoek van de voormalige ‘woonkamer’ van de bouwtekening (kamer 1 in Figuur 5). Het gaat om de vertrekken die op deze tekening worden aangeduid als de woonkamer, kantoor en de serre. Verder zijn de centrale hal op de begane grond en de zolder bekeken.
Figuur 5 Plattegrond van de villa na de verbouwing in de jaren '20 (bron: Bouwtekening Bureau v. Architectuur Waal, Bennenkom uit het bouwarchief Wageningen - loket Ruimte)De linkerzijde van deze tekening wijst in noordelijke richting. Het kruipruimteluik is in rood aangegeven.
De kruipruimten in het westelijke deel van de villa zijn onderzocht op bouwbiografische sporen. Dit is gedaan volgens de methode zoals beschreven in ‘Kruipend door de Burgerschool’ (Wijnen 2011). In het kort: de kruipruimten zijn visueel geïnspecteerd op objecten, die iets zeggen over de bewoners en / of gebruikers van de villa, oftewel over ‘het leven in het gebouw’ door de jaren heen. Geïnventariseerd werden papieren vondsten, (resten van) gebruiksvoorwerpen, en opvallende kenmerken in en van de kruipruimte zelf, zoals sporen van verbouwingen of concentraties van objecten. Voorwerpen die duidelijk afkomstig zijn van installatiewerkzaamheden (voor bijvoorbeeld gas- of
Villa Margaretha
8
Resultaat De kruipruimten van de Villa In de avond van zondag 14 februari wordt ons door Bas en Madelon (de bewoners van het westelijke appartement) de mogelijkheid geboden in de kruipruimte te kijken. ‘Ons’ is voor dit onderzoek de auteur en Daniëlle van Oijen, een huidige bewoonster van de Villa. Na een kort voorgesprek en klaarzetten van het materieel wordt het gat van de kruipruimte vrijgemaakt. Daarvoor moet eerst nog een stukje van het laminaat onder het fornuis worden opengebroken, wat de bewoners gelukkig geen enkel probleem vinden. In de zuidoosthoek van de oorspronkelijke woonkamer (Kamer 1 in Figuur 5) verschijnt onder het laminaat inderdaad een luik van ongeveer 50 bij 70 cm. Als het opengaat, blijkt een rioleringsbuis precies onder het luik te lopen, waardoor te ruimte sterk beperkt wordt (zie Figuur 6).
Met enige moeite lukt het om langs de riolering het gat in te komen. Ook onder de vloer blijft de bewegingsruimte zeer beperkt. De kruipruimte is in dit deel van de villa maar maximaal ca. 50 cm hoog en verdeeld in compartimenten van ongeveer 2,5 bij 5 meter. De vloeren van de kamers bestaan uit balken met planken, de ondergrond van de kruipruimte uit zand en stof. De ruimte bij het luik oogt enigszins rommelig, met wat restanten afkomstig van bouwvakkers en installateurs en wat losse bouwstenen, overwegend langs de randen van de ruimte. Daartussen liggen af en toe vondsten die met de bewoning te maken hebben. Deze vondsten verzamelen we.
De eerste ruimte laat zich in ongeveer een kwartier bekijken. Tussen de ste
1
en de 2de ruimte (ten westen van de 1ste ) is een muurtje opgetrokken
waarop de balken van de vloer steunen (zie Figuur 6). Tussen de balken zijn de stenen wat los en zitten gaten van 3 à 4 bakstenen hoog, waardoorheen we met moeite naar het volgende compartiment kunnen.
Figuur 6 Sfeerimpressie van de inspectie van de kruipruimte
De auteur kon alleen op een uitademing door het gat. Ook hier is de rommeligheid van eenzelfde aard met her en der gebroken gebruiksvoorwerpen: vooral aardewerk en diverse scherven gekleurd of geslepen glas. Ook liggen her en der dode muizen. Papier ligt er niet veel en dat wat er ligt is grotendeels door verwering of door knaagdieren in prullen omgezet. De ruimte voelt niet bijzonder vochtig aan, maar er hangt wel een duidelijke schimmelgeur. Ook zijn er veel spinnenwebben (veel meer dan bijvoorbeeld in de Burgerschool Wageningen. Zie Wijnen 2011). Vanuit deze ruimte is te zien dat een deel van de balken van dit compartiment vervangen is ten opzichte van die in het eerste.
Villa Margaretha
9
Door dezelfde soort smalle gaten kunnen we doordringen tot de serre en
Aardige vondsten waren verder
tot het voormalig kantoor (Kamers 2 en 3 in Figuur 5). De serre is
een glazen knikker, type
opvallend schoon: weinig rommel en weinig bouwbiografisch interes-
kattenoog, met een gele vlag;
sante vondsten. Tegen de noordwand ligt wat materiaal, waaronder een
een gehaakt stukje kant; de
bloempotje. Dit is niet verzameld.
bodem van een (geperst of geslepen) glazen vaas met
De kruipruimte onder het kantoor ligt vol met resten van bouwwerkzaam-
davidster in de onderzijde; drie
heden: bakstenen en wat kartonnen doosjes van installatiematerialen.
medicijnflesjes; en een
Daarnaast zijn ook hier geen bouwbiografisch interessante vondsten.
souvenir uit ‘Baden Baden’ in
Ten oosten van het kantoor is een nis of ruimte waar we net in kunnen
de vorm van een rood
kijken. Dit is vermoedelijk de ruimte onder de douchecel in het
kartonnen hartje met daarop
noordelijke appartement of onder de wc. Er zit daar iets wat in eerste
een fotootje (zie Figuur 7).
instantie niet duidelijk als vorm herkenbaar is, dan zien we dat het om een groot wespennest gaat. Gelukkig is het winter en zijn dus geen wespen aanwezig.
In de week na deze eerste inspectie zijn ook de zolder en de hal kort geïnspecteerd. Dit deel leverde maar enkele vondsten op: de ruimten worden intensief gebruikt door de bewoners en in de zolder hebben vrij recent (t.o.v. de leeftijd van het pand) verbouwingen plaatsgevonden: een ketelhuis is gebouwd en aan een deel van het dak is extra versteviging aangebracht.
Figuur 7 Souvenir uit Baden Baden (vondst 9)
In tegenstelling tot het resultaat in de HBS Wageningen (Wijnen
Vondsten in de kruipruimten
2011) is papier hier duidelijk
Opvallend in het vondstenoverzicht is de relatief grote hoeveelheid rijk
niet de sterkst vertegen-
gedecoreerd aardewerk en glas. Vooral het glas (scherven van
woordigde vondstcategorie.
drankglazen, schalen en een vaas) bestaat uit rijkelijk gekleurd of
Voor en deel lijkt het er op dat
beschilderd glas in vaak meerdere kleuren (Figuur 8). Ook vinden we
er ook minder papier aanwezig
resten van gegraveerde wijnglazen, een glazen schaaltje met een
is geweest, en voor een ander
geslepen decoratie en afgebroken voet en enkele fragmenten Chinees
deel lijkt het zeer slecht
porselein (zie Figuur 9). Verder wordt een gebroken bord gevonden van
geconserveerd (zoals de
het merk ‘J & G Meakin’ uit Engeland. Verderop meer over ‘Meakin’.
sigarettenverpakking) of door knaagdieren aangevreten.
Ook valt van de vondsten op dat het gebroken Meakin bord niet de enige
met de imprint ‘England’ in de bodem (vondst 11, zie Figuur 9); een
Vondsten in andere delen van het gebouw
sigarettenverpakking–in zeer slechte staat–van het merk ‘Wild
In de hal hangt een bijzonder
Woodbine’ van de Engelse fabrikant ‘W.D. & H.O. Wills’; en een
kunstwerk bestaande uit een
verpakkingspapier van een zending pakketpost met een Engelstalige
groot vensterraam, waarvan het
poststempel. De stempel is niet geheel leesbaar maar leest–
verhaal gaat dat het een van de
vermoedelijk–'Parcel Post Date Stamp 21 AP 4. LDS'. De naam boven
originele vensters uit de villa is.
de datum, waarschijnlijk de plaats of het postagentschap, is helaas niet
Op het vensterraam is er met
te lezen. (Zie hieronder voor meer over het poststempel.)
verf een kunstwerk geschilderd
Er zijn in de kruipruimte dus drie verwijzingen naar Engeland gevonden;
en in het kozijn de tekst ‘voor
mogelijk is een vierde de poststempel.
alle naamlozen’.
connectie is met Groot Brittannië: we vinden nog een gebroken theekop
Villa Margaretha
10
Op de zolder liggen vooral spullen in opslag van de huidige bewoners, en vermoedelijk enige vergeten spullen. Bouwbiografisch interessant zijn een aantal oud-ogende punaises in een van de schuine dakwanden. Deze zijn van een ouderwets zwaarder type dan anno 2011 gebruikelijk is. Achter enkele punaises zaten nog hoekjes van krantenpapier of vellen papier die er eens mee opgeprikt waren. Op één snipper staan nog een paar woorden tekst (zie Figuur 15):
‘[…]oto J.P. Strijbos’
Vermoedelijk gaat het hier om de heer Jan P. Strijbos (Haarlem, 14 maart 1891 - 10 mei 1983), een Nederlands natuurliefhebber, ornitholoog, schrijver, natuurfotograaf en -filmer. Strijbos was met name bekend om zijn fotoreportages van een aalscholverkolonie te Lekkerkerk (Wikipedia 2011). Mogelijk was een van zijn aalscholverplaten ooit een muurversiering in deze zolder.
Figuur 8 Opvallend in de kruipruimten is de relatief grote hoeveelheid rijk gedecoreerd glas- en aardewerk. (foto van vondst 6)
Villa Margaretha
Figuur 9 Nog meer rijkgekleurd serviesgoed. Van boven naar beneden: gedecoreerde glasscherven, een scherf keramiek, een fragment chinees porselein, een gebroken theekop met imprint 'England'. (Vondst 5, 8, 7 en 11)
11
Figuur 13 Knikker (nr. 25)
Figuur 10 Stekker met draad (nr. 24) Figuur 14 Wild Woodbine Cigarettes (nr. 28)
Figuur 15 Krantensnipper op zolder met naam 'J.P. Strijbos’ (nr. 31)
Figuur 11 Medicijnflesjes (nr. 19)
Figuur 12 Bodem van een vaas met Davidster (nr. 13)
Villa Margaretha
12
Enkele vondsten nader uitgewerkt
J. & G. Meaking aardewerk J&G Meaking is een Britse
‘Parcel Post Date Stamp LDS’
producent van aardewerk, De poststempel (vondst 27) roept onbeantwoorde vragen op, met name door zijn slechte leesbaarheid. De datum leest ‘2 AP 4’ ofwel ‘21 AP 4’. Is het schuine streepje na de twee een ‘1’, of een ‘7’, of een scheidingsteken tussen twee posities in de stempel? Figuur 16 Poststempel
opgericht in 1851 in Hanley, Stoke-on-Trent, Staffordshire. De fabriek werd groot met de productie van goedkoop Chinees aardewerk, als vervanger van het duurdere origineel. Het bord in de kruipruimte draagt het ‘Sol’ beeldmerk van Meaking, dat vanaf 1912 (of 1918)
Hier gaan we er van uit dat het een ‘1’ moet zijn en dat de eerste positie in de datumstempel op het jaartal
geproduceerd werd, tot aan 1963 (zie voorbeeld Figuur 17).
duidt. De volledige datum van de stempel wordt dan 4 april 1921.
De tekst rond de datum geeft waarschijnlijk de naam en plaats van het postagentschap aan dat de stempel plaatste. Deze is helaas niet goed leesbaar. Onderaan staat de tekst ‘LOS’ of ‘LDS’. Bij Amerikaanse stempels wordt op deze plek vaak de aanduiding van de staat gegeven, maar ‘LOS’ blijkt geen reguliere aanduiding voor een van de Amerikaanse staten (Bron: www.stateabbreviations.us).
Figuur 17 Vergelijkbaar beeldmerk als op de vondst in de Villa. (Bron: thepotteries.org)
Ook in een lijst met Britse afkortingen is deze aanduiding nog niet met
‘Sol’ was een simpel wit design
zekerheid teruggevonden (o.a. wikipedia 2011). Eén bron geeft aan dat
tafelservies, dat o.a. populair
er vermoedelijk ‘LDS’ staat en dat dit betekent dat de zending uit de
was in hotels.
regio London komt en aldus staat voor “London District Service” (E. en R. Shanahan, persoonlijke communicatie).
Voor de oorlog maakte Meakin voornamelijk wat eenvoudiger
Wild Woodbine Cigarettes
en goedkoper aardwerk voor de
Wild Woodbine (vondst 28) is een sigarettenmerk van ‘W.D.& H.O. Wills’
exportmarkt. Het ‘Sol’ bord in
uit Bristol en London. De Wills Company is medeoprichter van ‘Imperial
de Villa Margaretha voldoet aan
Tobacco’ en producent geweest van vele bekende merken sigaretten
deze beschrijving. Na de
waaronder het elders in Wageningen gevonden ‘Three Castles’ (Wijnen
Tweede Wereldoorlog legde de
2011). Het merk ‘Woodbine’ bestaat sinds 1888. Honderd jaar later, in
fabriek zich toe op de productie
1988, werd het merk ‘Wills’ door Imperial Tobacco gediscontinueerd,
van kostbaarder gedecoreerd
met uitzondering van ‘Wild Woodbine’, dat nog steeds onder die naam
serviesgoed. In 1970 werd
wordt gemaakt.
Meakin overgenomen door de Wedgwood Group en kwam er
‘Woodbine’ was vooral in het begin van de twintigste eeuw erg populair,
een einde aan de merknaam.
onder andere bij militairen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog,
(thepotteries.org; Wikipedia)
zo zegt Wikipedia–hoewel dit soort opmerking enigszins met een korrel zout genomen moet worden. Een leuke ontdekking op fotosite Flickr is dat deze sigaretten vaker in kruipruimten gevonden worden (Figuur 19).
Villa Margaretha
13
Figuur 18 Een afbeelding van een vergelijkbare verpakking Woodbine sigaretten. De verpakking in de Villa was in vergaande staat van verval. (bron: todocolleccion.net)
Figuur 19 ‘Wild Woodbine’ wordt vaker gevonden in kruipruimten, zo blijkt uit de reacties bij een foto van een pakje Woodbine op de website Flickr. (bron www.flickr.com)
Figuur 20 Een van de fabrieken van J & G Meakin, de ‘Eagle Pottery’ op de oever van het ‘Caldon canal’ in 1859 (Bron: http://www.thepotteries.org)
Villa Margaretha
14
Conclusie en discussie De vraagstelling van dit onderzoek luidt:
“Op welke manier zijn de bouwbiografische sporen in de kruipruimten en zolders van de Villa Margaretha te duiden in relatie tot de deftiger tijden van weleer?
Opvallend in de kruipruimten is de relatief grote hoeveelheid scherven van gekleurd en/of gedecoreerd serviesgoed: gegraveerde of geslepen glazen, gekleurd glas, chinees porselein, multi-color steengoed. Hoewel de datering van dit materiaal op dit moment onvolledig is, geeft deze vondst aanleiding tot een interpretatie die past bij het beeld van ‘de gegoede stand’ in Wageningen van vóór de oorlog. De motieven in de decoraties doen denken aan art deco of mogelijk Jugendstil stijlvormen, die ook passen bij de architectuur van het gebouw. Een zin uit het hoofdstuk ‘Villa Margaretha’ in Klep 2003 komt hierbij op (pg 23): ‘Een heerlijk huis, mooi ingericht, met veel antiek…’
Voorzichtig kan worden aangenomen dat vrijwel al het gekleurde en gedecoreerde glaswerk van voor de Tweede Wereldoorlog is en samen met het aardewerk vooral tijdens verbouwing in de jaren ’20 onder de vloer gekomen is. De aanleiding voor deze veronderstelling is dat de meeste scherven midden onder de woonkamervloer lagen, daar waar zich geen luik naar de kruipruimte bevindt. Alleen een drastische ingreep kan ze daar hebben doen terechtkomen.
Ook opvallend is verder de viervoudige connectie met ‘Engeland’ in de kruipruimte. Blijkbaar was Engels aardewerk populair in dit huis, en mogelijk breder in deze kringen of tijd. Een andere connectie zijn de verpakking van het Engelse sigarettenmerk “Wild Woodbine” en de Engelstalige poststempel voor ‘parcel post’ van de London District Service.
Een tijd-capsule van de jaren ‘20 Alles bij elkaar genomen lijken de meeste vondsten uit de kruipruimte van voor de Tweede Wereldoorlog te zijn. Tijdens de verbouwing zijn deze vondsten van luxe glas- en aardewerk ingesloten geraakt onder de vloer en bewaard gebleven alsof in een tijdscapsule uit de jaren ’20. Pas met het huidige onderzoek zijn deze voorwerpen weer boven gekomen en ontsluiten ze zo het tijdsbeeld van een leven ‘op stand’. De familie had ofwel een persoonlijk relatie met Engeland of Engelsen, of spiegelde zich graag aan Engelse mode.
Opvallend is het grote verschil met het type vondsten dat in de Hoogere Burgerschool Wageningen werd gedaan (Wijnen 2011). Waar in de HBS papier de grote hoop vormde, is dat hier niet het geval. (Zie volgende paragraaf)
Opmerkingen met betrekking tot de methode De Villa was het vierde pand op rij dat op deze manier bouwbiografisch werd onderzocht. Enige reflectie op de methodiek is aan de orde, om deze aan te kunnen scherpen. Eerst een overzicht van wat vooraf ging:
1.
Het eerste pand dat op deze manier bouwbiografisch werd onderzocht was de voormalige Hoogere Burgerschool, in Wageningen. Dit is een groot pand met bouwjaar 1897, dat zijn hele bestaan een
Villa Margaretha
15
publieke functie heeft gehad, voornamelijk als school voor middelbaar onderwijs en muziekschool. Het resultaat van het bouwbiografisch onderzoek was een grote hoeveelheid vondsten, waaronder veel documenten. (Wijnen 2011) 2.
Daarna volgde het pand ‘De Hucht’ in Wageningen. Echter, dit pand is alleen kort visueel geïnspecteerd en niet diepgaand onderzocht, omdat er geen zolders of kruipruimten aanwezig zijn (zie Wijnen 2011).
3.
Het derde gebouw was de ‘Villa Kalkwegh’ in Amersfoort; oorspronkelijk een twee-onder-een-kap woning aan de Laan 1914, thans omgebouwd tot een kantoorpand met één voordeur. Het pand is drastisch gerenoveerd, waardoor bouwbiografische sporen in de kruipruimte niet bereikbaar zijn (Wijnen 2010)
Waar past de ‘Villa Margaretha’ in deze reeks? Hieronder een vergelijking van de Villa met het onderzoek in de HBS.
De ‘Villa Margaretha’ heeft haar hele bestaan als woonhuis dienst gedaan. Er werd dus hoofdzakelijk ‘geleefd’, in tegenstelling tot de HBS, die een schoolfunctie had. Dit lijkt terug te komen in de vondsten: met name glazen en keramische overblijfselen en documenten (papier) zijn procentueel duidelijk minder talrijk dan in de HBS. Dit ligt voor de hand, omdat in een huishouden waarschijnlijk gewoon veel minder papier omging dan in een school. Echter, het verschil kan ook aan de vondstomstandigheden liggen: het heeft er de schijn van dat er meer dan in de HBS knaagdieren actief zijn geweest in de Villa. Mogelijk hebben die het papier verplaatst, of versnipperd. Ook wespen gebruiken soms papier om hun eigen nest mee te verstevigen, maar er zijn nog geen aanwijzingen dat dat hier het geval is geweest met papier uit de kruipruimte. De vochtigheid in de Villa Margaretha lijkt –op gevoelvergelijkbaar met die uit de HBS en is waarschijnlijk niet de onderscheidende factor. (Al kan de vochtigheid in eerdere perioden natuurlijk anders zijn geweest.)
Een overeenkomst tussen de HBS en de Villa is dat met name die kamers veel vondsten opleveren, waar verbouwingswerk heeft plaatsgevonden. Voor de HBS gold dit voor alle vertrekken op de begane grond. Ook de Villa is verbouwd en met name de woonkamer heeft met drastische ingrepen te maken gekregen, omdat de vloer daarbij is opgebroken en tot in de nieuwe serre verlengd (zie bouwtekening bureau Waal). Juist in dat deel van de Villa’s kruipruimten lagen de meeste vondsten, meer dan in bijvoorbeeld het voormalig kantoor, of de (nieuw ontstane) ruimte onder de serre zelf. Ook opvallend is dat net als in de HBS soms vondsten liggen midden onder de vloer, waar je ze gezien de plaats van het kruipruimteluik niet zou verwachten. In de Villa is dit het middendeel van de woonkamer, waar zich geen luik bevind. Ook dit lijkt verband te houden met de werkzaamheden waarbij de vloer open was en kan een indicatie zijn dat het luik vroeger elders zat.
De conclusies met betrekking tot het resultaat in relatie tot de methodiek zijn dat 1.
de relatief grotere hoeveelheid aarde- en glaswerk en afwezigheid van papier in dit onderzoek te wijten is aan de ‘leef-functie’ van de villa.
2.
dat net als in de HBS verbouwing of vervanging van de vloeren en daarmee mogelijk samenhangende verplaatsing van het toegangsluik debet zijn aan locatie van vondstconcentraties onder de vloeren.
Villa Margaretha
16
Aanbevelingen De bouwbiografische vondsten, met de eens luxueuze maar nu gebroken serviesdelen, passen bij de indruk die de Villa geeft van gloriedagen van weleer. Maar ze roepen ook meer vragen op. Is de verbinding met Engeland, en de voorkeur voor Engels serviesgoed, een modeverschijnsel van deze periode dat breder in Wageningen leefde? Of was het iets dat specifiek hoort bij deze familie Van Zadelhoff en haar internationale relaties? En hoe verhoudt dit zich tot de aanwezigheid van de Landbouw Hogeschool, die zich ook in die tijd mogelijk al internationaal aan het oriënteren was?
De familie Van Zadelhoff in Wageningen Pas na voleinding van het locatieonderzoek werd tot verrassing van de auteur duidelijk welke naam de familie Van Zadelhoff in Wageningen had! Er bleek vrij simpel veel meer te vinden over de Villa en de familie, dan de eerste beknopte ronde onderzoek had opgeleverd. ‘Dagblad de Gelderlander’ publiceerde op 14 maart 2008 een artikel over het ‘Archief Zadelhoff’ (Zie Bijlage 2). Dit archief bevat stukken van de familie over de periode 1683 tot 1974 en werd in 2008 officieel door de afstammelingen van de familie overgedragen aan de archivaris van de gemeente Wageningen. Hier blijkt de importantie van de familie pas echt, want zij leverde een indrukwekkende lijst notabelen af:
Cornelis Jacob Pieter van Zadelhoff: burgemeester van Wageningen in de negentiende eeuw
Gijsbartus Hendrikus van Hattum: oprichter van de Wageningse Courant in 1855
Gerrit Ockerse: Maire van Wageningen in de tijd van Napoleon en
Caspar Frederik Hachenberg: rector van de Latijnse School in de tweede helft van de achttiende eeuw
De zoon van burgermeester CJP Zadelhof, die dezelfde initialen droeg als zijn vader, liet in 1901 de Villa bouwen en woonde daar tot hij in 1944, tijdens of vlak na de Wageningse evacuatie aan een longontsteking overleed. Hij werd begraven op de Algemene Begraafplaats, nog geen 100 meter van waar hij het grootste deel van zijn leven gewoond had. Daarna begon de familie het huis te verhuren aan de heer Kruizinga (zie bijlage 2). In 1957 trekt zijn echtgenote bij hem in. Mevrouw Kruizinga blijft haar hele verder leven in de Villa wonen en verliet pas januari dit jaar het huis (2011). Tot op de dag van vandaag spreekt zij met trots over het leven van haarzelf en haar familie in de Villa en over de Zadelhoff’s (zie ook bijlage 2). Met het vertrek van deze laatste getuige komt de bijna exact honderd-elf-jarige geschiedenis van de familie Zadelhoff op deze plek echt tot een einde.
Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Dit alles geeft aanleidingen om de resultaten van het bouwbiografisch onderzoek in de toekomst nog eens naast de archieven van Zadelhoff in het Stadsarchief te leggen, of om de afstammelingen te interviewen. Dit kan de betekenis van de vondsten nog verduidelijken, inclusief de mogelijke relatie met Groot Brittannië. Maar belangrijker is dat een (integrale) combinatie van interview, archief en kruipruimte een vollediger beeld kan geven van de Zadelhoffs in Wageningen, of van de cultuur van de gegoede stand in Wageningen in het interbellum.
Het bouwbiografisch onderzoek geeft hier in ieder geval een aanzet toe. Door ook de materiële neerslag van de familie op de locatie van Villa Margaretha zelf te betrekken ontstaat een tastbaarder en completer beeld van de Zadelhoffs en hun geschiedenis.
Villa Margaretha
17
Dankwoord Hartelijke dank gaat uit naar Daniëlle van Oijen voor haar hulp bij het locatieonderzoek en de rapportage, Bas en Madelon voor het verlenen van toegang tot hun kruipruimte, meelezen van het rapport en hun ontdekking van het graf van de Zadelhoffs op de Algemene Begraafplaats van Wageningen en tenslotte Ruurd Kok en Diane Schaap voor hun redactie van het rapport.
Villa Margaretha
18
Bronnen Literatuur Holtorf, C. & A. Piccini 2009 ‘Contemporary Archaeologies. Excavating now’ Peter Lang GmbH Frankfurt am Main Klep, L. 2003; ‘Aanzienlijke buitenwoners in Wageningen. Landelijk wonen 1850 -1910’ Uitgave van het Comité Open Monumentendag, Wageningen Wijnen, J.A.T.; 2010 ‘Resultaten van het Bouwbiografisch Onderzoek ‘’t Huys te Kalkwegh’ Amersfoort’ Uitgegeven in eigen beheer. Wijnen, J.A.T. 2011; ‘Kruipend door de Burgerschool. Een pilot voor bouwbiografisch locatieonderzoek naar sporen van de Tweede Wereldoorlog in de voormalige HBS in Wageningen’ RAAP-rapport 1234 RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp
Websites
Postal Abbreviations of the USA: http://www.stateabbreviations.us/
Wikipedia Algemeen: http://www.wikipedia.nl
Wikipedia Britse Postal Counties: http://en.wikipedia.org/wiki/Postal_counties_of_the_United_Kingdom
Wild Woodbine op Flickr: http://www.flickr.com/photos/lenton_sands/2397583244/
J &G Meakin SOL Aardewerk: http://www.thepotteries.org/mark/m/meakin_jg.html
Dagblad de Gelderlander: http://www.gelderlander.nl/voorpagina/devallei/2817282/Wageningen-erg-blijmet-verwerving-van-archief-familie-Van-Zadelhoff.ece
Archiefbronnen Historisch Bouwarchief Gemeente Wageningen (Loket Ruimte). Betreffende Bennekomseweg 164; Tekeningen ten behoeve van een verbouwing van de Villa in–vermoedelijk–1927; “Behoort bij verbouwing van een landhuis aan de Oud Bennekomscheweg. Gem. Wageningen. Kadastrale sect C No. 852.” De tekeningen zijn gemaakt in 1919 door Bureau v. Architectuur (vd?) Waal Bennekom.
Villa Margaretha
19
Bijlage 1 Vondstenlijst Projectcode BW164 Bennekomseweg 164 Wageningen
Datum 13-2-2011
1 Woonkamer
OTE Textiel
2 Serre
MXX metaal
3 Kantoor
KER Keramiek GLS Glas
Vlgnr
Kamer
Beschrijving
Materiaal
Datering
Opmerking
1
1 Garde met cementresten
MXX
Stalen garde, zonder handvat met resten van cement. Vermoedelijk gebruikt om mortel aan te maken
2
1 Blik
MXX
Blik, vrij grof geopend door een punt in de bovenzijde uit te steken. Geen etiket. 10x7,5cm
3
1 Scherf bord, 'J & G Meakin,England. Reg SOL 391413'
KER
4
1 Stukje wit kant
OTE
5
1 Rijkelijk wit-rood gedecoreerde glasscherven
GLS
Als van een wijnglas
6
1 Scherven rijkelijk gedecoreerd keramiek in 4 kleuren
KER
Vermoedelijk een bordje / schoteltje
7
1 Scherf chinees porselein
KER
Kommetje met beeldmerk maker in de bodem
8
1 Scherf Aardewerk bloemendecoratie
KER
Wat grof gedecoreerd
9
1 Kartonnen Hartje 'Baden Baden'
1918 - 1963
Aardewerk van J & G Meakin, England. Een aardewerk fabrikant van 1851 tot 1970. Bord origineel ongeveer 26cm doorsnede
Rood kartonnen hartje met waarschijnlijk een fotootje er op. Alleen de tekst 'Baden Baden' is nog leesbaar
10
1 Gehaakt stukje kant
OTE
26cm x 6cm afgeknipt aan twee zijden
11
1 2 Scherven van een steengoed theekopje met stempel ‘England’ 1 Oosters gelakt houten onderzetter fragment
KER
Decoratie van gekleurde bloemen.
Hout
Fragment
13
1 Scherf van een vaas, met Davidster in de Bodem
GLS
14
1 Scherf blauw glas
GLS
15
1 Scherf geslepen (?) glas met decoratie en spoor van afgebroken voet
GLS
16
1 2 scherven rood geverfd glas
GLS
17
1 Scherf groen glas
GLS
12
18
1 Scherf chinees porselein
KER
19
1 3 medicijnflesjes
GLS
20
1 Briket geperst
XXX
21
1 Blikje 'GABA Wybert'
MXX
Blauw gelakt, rond. Oude NL spelling in de tekst op achterzijde 'zoowel' Aluminium
22
1 Rond alu dekseltje met schroefdraad
MXX
23
1 Houten plaatje met blauwe verf
Hout
24
1 Stekker met draad opschrift '6A 250V'
25
1 Glazen Knikker met gele vlag
Villa Margaretha
Bakeliet met textiel geïsoleerde dubbelgewonden draad GLS
20
26
1 dode muis
zei geen piep
27
1 Pakpapier met Engelse poststempel 'Parcel Post' en 'Date Stamp 21 AP 4. LOS'
Datum is niet goed leesbaar. Staat er nu 21 of 2. Bovenin de stempel staat vermoedelijk een kantoornaam maar deze is niet goed leesbaar 'PA??S?NELTE'. Geadresseerd aan 'B.L.A'
28
1 Sigarettendoosje 'Wild Woodbine Cigarettes' van W. D. & H. O. Wills. Een Engels sigarettenmerk vanaf 1888
papier
29
1 Scherven gegraveerde wijnglazen (2 glazen)
GLS
Sporen in de rest van het gebouw 30 Hal BGG 31 Zolder
Groot vensterraam met kunstwerk in het
Punaise met stukje krant met opschrift 'oto J.P. Strijbos'
Villa Margaretha
XXX
glas met opschrift 'Voor alle naamlozen' MXX papier
Vermoedelijk <1980
21
Bijlage 2 Gesprek met mevrouw Kruizinga Kort na het locatieonderzoek had Danielle van Oijen een gesprek met mevrouw Kruizinga, tot voor kort een bewoner van de Villa en iemand die de Zadelhoffs nog persoonlijk had gekend. Mevrouw Kruizinga woonde vrijwel haar hele leven in de Villa. Het gesprek leverde de onderstaande informatie op, die verder niet is gecontroleerd. Mevrouw Kruizinga was zeer helder en overtuigend in haar betoog.
>Uit een email van 15 maart<
Uit het gesprek met mevrouw Kruizinga blijkt het volgende: Mevrouw Kruizinga is geen nazaat van de Zadelhoff familie. Het zit zo:
Tijdslijn: 1940 - 1945: Tijdens de oorlog woonden de Zadelhoffs niet in de villa omdat het terrein in het sperrgebiet viel in '40 en '43. Na de bevrijding hebben Engelse soldaten in de villa gewoond. Mevr. Kruizinga kon nog op de deuren zien wie waar had gezeten in het huis. De tuin is vrijgemaakt van munitie. 1945: De fam. Zadelhoff gaat niet terug wonen in Villa Margaretha na de oorlog, maar verhuurt de Villa aan Meneer Kruizinga. Deze woonde eerst in een huis op de Wageningse berg, dat ‘helemaal platgeschoten’ was. (Mogelijk het bombardement op de Sahara JW) Januari 1957: De aangetrouwde Mevrouw Kruizinga trekt bij hem in. 1981 of 1982: De Woningstichting koopt de villa en een deel van de grond van de Zadelhoff familie. Een ander deel van de grond (bos en aan de overkant van de weg waar nu de groentetuinen zijn) gaat naar de gemeente die er bouwplannen heeft, maar die bouwplannen worden niet goedgekeurd. De villa en het bijgebouw wordt grondig verbouwd door de woningstichtingen en mevrouw Kruizinga moet in die tijd 1,5 jaar op een flat wonen met haar kinderen.
Mevrouw Kruizinga vertelde ook nog dat ze tijdens het laten zagen van een eik zoveel granaatscherven tegenkwamen dat ze er mee moesten stoppen! Verder beloofde ze me dat ik echt geen granaten meer tegenkom als ik de tuin omspit. Ik denk dat er een extra mogelijke verklaring kan zijn voor de link met Engeland doordat die soldaten er gezeten hebben, bv het poststempel. Ik neem aan dat onze bevrijders niet hun eigen bloemenservies bij zich hadden....
Villa Margaretha
22
Bijlage 3 Artikel ‘Het Archief Zadelhoff’ Bron: Dagblad ‘de Gelderlander’ 14 maart 2008
Villa Margaretha
23
Sporen van deftiger dagen in de ‘Villa Margaretha’. Beperkt bouwbiografisch locatieonderzoek aan Bennekomseweg 164, Wageningen
Ir. J.A.T. Wijnen, maart 2011
Bouwbiografisch onderzoek. Projectcode BW164 Website van de auteur:
http://www.jobbewijnen.nl http://www.bouwbiografie.nl
ISBN: 978-90-79000-09-8 Dit is een uitgave van De Lawick Pers: http://www.lawickpers.nl Auteursrechtelijk beschermd materiaal, neem contact op met de auteur voor meer informatie. Villa Margaretha
24