SPOORZOEKER
DRIEMAANDELIJKS NIEUWSMAGAZINE VAN HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS JAARGANG 2 l NUMMER 2 l AFGIFTEKANTOOR 3000 l LEUVEN ERKENNINGSNUMMER 708746-PB-nummer 2/111
Agentschap voor
Natuur en Bos
Dossier: de natuur en het klimaat
Een hete zomer: brandbestrijding op de heide Het Olensbroek wordt weer ven Kloeke rozen op een shortlist
Haelewyn met vlindernet Foto: Stefan Jacobs
In dit nummer In de kiem gesmoord : ‘brandbestrijding op de heide’
6
Dossier De natuur en het klimaat
9
Woord van de redactie
Klimaat en biodiversiteit
Olensbroek wordt weer ven
22
Vloethemveld: een bos met de stilte als X-factor
26
Klimaatverandering is, samen met het verlies aan biodiversiteit, hét internationale milieuvraagstuk van onze tijd.
Uniek onderzoek in de Rozentuin van Coloma
27
Dat er een verband is tussen beide is ons ondertussen genoegzaam bekend.
Rubrieken Het seizoen in beeld Spoorzoeker kort
3 4, 31
Portret Lieven Lanszweert heet je welkom in De Nachtegaal
21
Buiten adem
25
Het seizoen in beeld
Dambordje op Agrimonie Coverfoto: Vilda Natuurfotografie
Door de opwarming van de aarde dienen planten en dieren zich aan te passen. Vogels keren vroeger terug uit hun winterverblijfplaatsen. Dagvlinders en libellen hebben langere vliegperiodes… Ook omgekeerd is er echter een relatie. Biodiversiteit vormt een sleutelelement in de strijd tegen de klimaatverandering. Het beschermen, herstellen en waar mogelijk versterken van de biodiversiteit, vormt één van de belangrijkste uitdagingen waarvoor we staan. Vlaanderen heeft zich ertoe verbonden de achteruitgang van de biodiversiteit tegen 2010 stop te zetten. In deze Spoorzoeker vind je talrijke voorbeelden van grote en kleinere projecten waarmee ANB, samen met allerlei partners, deze doelstelling probeert te realiseren. Gaande van het ontwikkelen van robuuste natuur, over het stimuleren van duurzaam bosbeheer tot het gebruiken van beheerresten als grondstof voor groene energie. Kortom een Spoorzoeker die we jou warm kunnen aanbevelen. n
2
De redactie De redactie Foto: Marc De Vos
3
Laat je niet beetnemen!
Zomer is … eindeloos wandelen in het bos, ravotten in het gras en rondstruinen op de heide. Even uitkijken toch terwijl je geniet van zon en groen. April tot september is immers de topperiode voor teken.
Ongeveer 200 jaar geleden vormden de Sixtusbossen in Poperinge en Vleteren een uitgestrekt bosrijk gebied van wel 1500 hectare. Grote delen moesten in de loop van de eeuwen plaats maken; eerst voor ontginningen voor de landbouw, later werd nog grond ingepalmd voor weekendhuisjes. Sinds 1990 koopt het ANB gronden aan om de Sixtusbossen opnieuw te laten groeien.
Wat kan je doen om jezelf en je kids te beschermen? In een bos met lage begroeiing trek je maar beter een lange broek en gesloten schoenen aan. Maak er een gewoonte van om na een dagje in de natuur je huid op teken te controleren. Heeft er toch een teek jou weten beet te nemen? Geen paniek, maar verwijder het beestje zo snel mogelijk. Verschijnt er na enkele dagen een rode kring op de plaats van de beet, raadpleeg dan in elk geval een dokter. n
Meer info: op www.zorg-en-gezondheid.be vind je een folder met tips en raadgevingen van de Vlaamse overheid.
Kwetsbare aardbeivlinder in Klein Schietveld De aardbeivlinder is een zeldzaam diertje dat nog maar op enkele plaatsen in Vlaanderen voorkomt. Foto: Regine Vanallemeersch
De aardbeivlinder is een erg zeldzaam diertje. In heel Vlaanderen waren tot nu toe maar vier populaties bekend. Sinds kort staat de teller op vijf: in het militair domein Klein Schietveld in de Antwerpse Kempen werd vorig jaar nog een populatie ontdekt. Even kennismaken: de aardbeivlinder is een kleine dagvlinder van de dikkopjesfamilie. Hij leeft op grasland of heide, waar hij de afwisseling tussen hoog en laag gras of de beschutting van een boom of struik opzoekt. Sinds de aardbeivlinder werd gespot, probeert het ANB bij het beheer van het Klein Schietveld rekening te houden met de noden van het diertje. Bijvoorbeeld door het tijdstip van maaien aan te passen aan de levenscyclus van de vlinder of door luwe overgangszones van grasland naar bos te voorzien. Het ANB houdt bij deze maatregelen ook rekening met het statuut en het gebruik van het domein. n
4
Meer info:
[email protected] tel. 03 224 62 50
Op dit moment beheert het ANB zo’n 80 hectare: geen aaneengesloten bosgebied, maar een lappendeken van tientallen perceeltjes die met elkaar in verbinding staan. De gemeentebesturen en de omwonenden staan op de eerste rij om mee hun schouders onder het project te zetten. Poperinge en Vleteren plantten geboortebossen aan en in het Vleterense speelbos kunnen kinderen alle remmen losgooien. De jeugdbeweging JNM-Westland ondernam een Go4Natureactie. Laatst werkten zeventig enthousiaste buurtbewoners zich uit de naad om een klimaatbos aan te planten. Al deze acties zijn een samenwerking tussen het ANB, de gemeenten en het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels. Als kers op de taart zal het ANB de nieuwe Sixtusbossen - net geen 100 hectare groot - plechtig openen tijdens de Week van het Bos in 2009. n
De Sixtusbossen, net als het hele WestVlaamse Heuvel-land, zijn doorspekt met sporen uit de achttiende en de negentiende eeuw en uit de periode van de twee wereldoorlogen.
Spoorzoeker kort
Spoorzoeker kort
Een beet van een teek is meestal ongevaarlijk. Soms zijn teken echter besmet met een bacterie die bij de mens de ziekte van Lyme kan veroorzaken.
Sixtusbossen ronden kaap van 100 hectare
Wandelen op het kruispunt van natuur en oorlogsverleden
De Regionale Landschappen IJzer en Polder en West-Vlaamse Heuvels openden onlangs een verhalenwandeling in de Sixtusbossen. Een kennismaking met de natuurpracht in deze streek, maar tegelijk een reis door de tijd langs overblijfselen uit een eeuwenoud verleden. De wandeling ‘In het spoor van de landadel’ loodst je onder meer langs de V1-basis, één van de best bewaarde oorlogsbasissen in heel Vlaanderen. De betonnen sokkels van de basis werden nooit gebruikt - de Tweede Wereldoorlog liep op z’n einde toen ze werden opgetrokken -, maar zijn wel tot op vandaag bewaard gebleven. De informatieborden van het ANB brengen het relaas van de V1-basis voor een breed publiek. De wandelbrochure is te verkrijgen in het Vlaams Bezoekerscentrum De Otter (Diksmuide), het provinciaal bezoekerscentrum De Palingbeek (Ieper) en bij de Dienst Toerisme van de Stad Poperinge (prijs: 3 euro). n
Meer info:
[email protected] tel. 0479 67 95 75
Militairen met groene vingers Militaire domeinen zijn voor de natuur een unicum. Doordat ze ontoegankelijk zijn, is de tijd er als het ware blijven stilstaan. Planten en dieren hebben zich in deze afgezonderde gebieden kunnen ontwikkelen zoals nergens anders in Vlaanderen. Een aangepast beheer is nodig om deze natuurpareltjes te beschermen. In het
militair domein Kamp Lombardsijde verzorgt het ANB dit jaar een opleiding natuurbeheer voor de militairen. Tijdens een gidsbeurt op het terrein leren de militairen de diverse biotopen van hun domein kennen: nat en droog strand, duinen in al hun verschijningsvormen, duingraslanden, duinpolders … Specialisten van het ANB brengen hen ook de kneepjes van het natuurbeheer bij, zoals exotenbestrijding, maaien, begrazen met schapen en plaggen (verwijderen van de begroeiing op de heide). De natuur in Lombardsijde is in goede handen... n
Meer info:
[email protected] tel. 0499 59 32 15
5
In de kiem gesmoord : brandbestrijding op de heide Bij warm weer krijgen ook onze bossen en natuurgebieden het heet. Af en toe kan dat gevaarlijk zijn: aanhoudende droogte betekent immers een toenemend gevaar voor bos- en heidebranden. Door goede afspraken met de brandweer én informatiedoorstroming op provinciaal niveau streeft het ANB ernaar beginnende branden in de kiem te smoren.
Als een lopend vuurtje April 1996, Kalmthoutse Heide. De brandweerkorpsen uit de regio hebben alle moeite van de wereld om een immense heidebrand onder controle te krijgen. Eindelijk lukt het om het vuur te blussen, maar de schade is groot: niet minder dan 4 km² heide en bos liggen in de as. Vandaag nog tonen de tientallen dode bomen op de heide zich als de littekens van dit inferno. “Het klinkt misschien vreemd, maar hier op de heide is het risico op brand het grootst in het voorjaar”, vertelt Veerle Mees, beheerder van de Kalmthoutse Heide bij het ANB. “Het pijpenstrootje, een typisch gras dat grote delen van de heide bedekt, staat dan nog dor en droog en vat bijgevolg erg snel vuur. In combinatie met een droogte die enkele weken aanhoudt én een fikse wind geeft dit de ideale cocktail voor een gevaarlijke brand. Bij een vroege hittegolf is het hier dus echt wel uitkijken.” Naast heidegebieden zijn ook naaldbossen gevoelig voor brand, zij het dan eerder in de zomerperiode.
Geel duidt op een beginnend gevaar: deze fase treedt bijvoorbeeld in wanneer het enige tijd niet regent. Oranje wijst op een behoorlijk groot gevaar, bijvoorbeeld bij aanhoudende droogte. Rood duidt op extreem hoog gevaar: in de hete aprilmaand van 2007 bijvoorbeeld hadden we een hele tijd fase rood.”
ANB en brandweer op hun hoede
“Er tijdig bij zijn is de boodschap”
Veerle Mees geeft aan dat deze kleurcode bij het ANB tot een verhoogde waakzaamheid leidt: “De brandtoren wordt in zo’n situatie langer bemand, we patrouilleren vaker om brandjes tijdig te detecteren, de poorten worden ontgrendeld zodat op kritieke momenten geen kostbare tijd verloren gaat …” Ook de brandweer past haar maatregelen aan het brandgevaar aan. “De brandweer zal met meer mensen en gespecialiseerd materieel uitrukken wanneer een oproep binnenkomt bij fase oranje, dan bij fase groen. Fase rood vraagt een opperste staat van paraatheid; de brandweer patrouilleert dan bijna permanent in het gebied. Bij hoog brandgevaar wordt aan de brandweervrijwilligers gevraagd stand-by te blijven, zodat we snel kunnen reageren”, aldus Erik Janssen.
Als er brand uitbreekt, slaan brandweer en ANB samen de hand aan de ploeg. Erik Janssen: “De expertise en terreinkennis van de boswachter zijn in zo’n situatie onmisbaar. Hij kent het gebied door en door, weet bijvoorbeeld waar vennen liggen die de brand kunnen smoren.” Het brandbestrijdingsplan voor de heide heeft intussen ook z’n deugdelijkheid al bewezen. “Precies één jaar na de grote heidebrand van 1996 was er opnieuw een beginnende vuurhaard. We waren in een mum van tijd massaal ter plaatse.
Iedere dag het brandgevaar evalueren Naar aanleiding van de brand van 1996 werd binnen het brandweergewest een speciaal brandbestrijdingsplan voor bos en heide opgesteld. Cruciaal is een nauwgezette opvolging van het brandgevaar en daarvoor werkt de brandweer nauw samen met het ANB. Erik Janssen, brandweercommandant Wuustwezel vat samen: “Brandweer en ANB krijgen dagelijks een brandwaarschuwingsindex binnen via Meteowing, de weerkundige dienst van de luchtmacht. Die is gebaseerd op klimatologische gegevens zoals temperatuur, luchtvochtigheid, neerslag en wind. We gebruiken de index om in overleg met het ANB de brandfase te bepalen. Die fase kan groen zijn, dat betekent dat er weinig of geen risico is.
6
Wanneer de vlam eenmaal in de pan slaat, kan een heidebrand snel escaleren. Foto: An Wouters
7
Dossier: de natuur en het klimaat
Fase rood: de brandweer rukt massaal uit wanneer een oproep binnenkomt. Foto: Johan Broos
Er gaat geen dag voorbij of de klimaatproblematiek haalt het nieuws, vaak zelfs de voorpagina’s. Experts die zich nog niet zo lang geleden afvroegen hoe het onderwerp op de agenda te krijgen, hoeven niets meer te doen: het probleem agendeert zichzelf. Van hitte en droogte tot zware regenval en overstromingen: extreme weersomstandigheden zijn de laatste jaren opvallend. De klimaatsverandering verdient al onze aandacht. Ze bedreigt immers onze veiligheid, de voedselvoorziening, de waterhuishouding en de biodiversiteit op aarde. Dit dossier van Spoorzoeker zet het vergrootglas op de boeiende wisselwerking tussen klimaat en natuur. Sternen vliegen tussen windmolens Foto: Vilda Natuurfotografie
Gloednieuw meetstation
8
Om de brandmonitoring te verbeteren heeft het ANB een nieuw meetstation besteld. Deze nieuwe methode is gebaseerd op klimatologische gegevens, maar ook op de droogtetoestand van de vegetatie. Ze wordt in Nederland onder meer op de Veluwe toegepast. Het meettoestel komt op het Klein Schietveld in Brasschaat te staan - ook een brandgevoelig terrein -, maar de metingen zijn ook bruikbaar voor de Kalmthoutse Heide.
De monitoring in Kalmthout en op het Klein Schietveld komt overigens de hele provincie ten goede, zo vertelt Veerle Mees. “Wanneer we in Kalmthout een brandgevoelige periode hebben, stel ik de provinciale directeur van het ANB hiervan op de hoogte. Die zorgt ervoor dat alle wachters in de hele provincie weet hebben van de risicosituatie. Deze efficiënte informatieverspreiding zorgt er alvast voor dat onze investeringen op het vlak van detectie en monitoring optimaal renderen.” n
Dossier
De schade was veel minder groot dan het jaar daarvoor.” Wanneer de vlam eenmaal in de pan slaat, kan de situatie snel escaleren: “Een half uur vertraging kan, zeker bij ongunstige weersomstandigheden, het verschil maken tussen een beginnende brand en een nauwelijks te blussen vuurzee. Snel ingrijpen is dus bij bos- en heidebranden cruciaal”, benadrukt Erik Janssen. Een snelle interventie staat of valt met een vroege opsporing van het vuur. Het ANB investeert daarom in toezicht op het terrein. Veerle Mees: “Vaak wordt er veel tijd verloren in het exact lokaliseren van de brand. Men ziet wel rook, maar waar zit de brandhaard? Door tussen twee brandtorens een kruispeiling uit te voeren, kunnen we wél nauwkeurig lokaliseren. Maar een brandtoren onafgebroken bemannen betekent natuurlijk een grote investering van mankracht.”
Oranje vlag: gevaar! Voor wandelaars op de Kalmthoutse Heide is het belangrijk om te weten wanneer er gevaar dreigt. In brandgevaarlijke periodes hijst het ANB de oranje vlag aan de ingang van het natuurgebied. Veerle Mees: “We vragen de mensen om op de hoofdwegen te blijven. Mensen die slecht te been zijn, raden we af om op die risicodagen te wandelen. De heide afsluiten doen we niet meer.” De communicatie over het brandgevaar op de Kalmthoutse Heide wordt binnenkort nog verbeterd. Dan komen er borden met uniforme brandinformatie over heel het gebied.
Meer weten?
[email protected] tel. 03 620 18 40
9
Help, het wordt hier warm!
De bonte vliegenvanger in tijdsnood: bij zijn terugkeer uit het zuiden zitten op de beuken bijna geen rupsen meer. Foto: Vilda Natuurfotografie
Relaties uit de pas Al deze veranderingen zouden zo dramatisch niet zijn, moesten ze niet als gevolg hebben dat de relaties in de natuur danig verstoord raken, zo leert het Natuurrapport 2007. Veel activiteiten in de natuur zijn immers op elkaar afgestemd. Denk maar aan de voedselketen: wanneer in dit goed geoliede systeem schakels wegvallen of verschuiven, is de synchronisatie zoek en raakt de natuur uit balans. De bonte vliegenvanger is één van de slachtoffers van deze foute timing. Tot eind de jaren 1980 liep het aantal bonte vliegenvangers in Vlaanderen in de duizenden, vorig jaar werden er nog maar 600 à 1 000 broedparen van deze vogel geteld. Het probleem zit ‘m in een ontregelde voedselketen. Wanneer de bonte vliegenvanger terugkeert uit het zuiden - het is mei, zijn vrouwtje moet nog beginnen te broeden - zitten op de beuken geen rupsen meer. En als er nog zitten, zijn ze al volop aan het ontpoppen. Dat deze minivoedselketen gedwarsboomd wordt, heeft ook gevolgen voor de beuk. Die heeft het in Vlaanderen eeuwenlang overleefd, mede dankzij de bonte vliegenvanger die elke lente op hetzelfde tijdstip een ravage aanrichtte onder de rupsen. Nu hebben de rupsen vrij spel; het gevolg: minder bladeren en dus minder gezonde beuken.
Het Natuurrapport 2007 is glashelder: de klimaatwijziging vormt één van de belangrijkste bedreigingen voor de biodiversiteit in Vlaanderen. Door de opwarming van de aarde worden planten en dieren verplicht zich aan te passen aan nieuwe leefomstandigheden. Sommige soorten kunnen dat, andere niet. Daardoor verliest de natuur haar samenhang en komen zelfs dieren en planten die zich voegen naar het klimaat in de problemen. Maar hoe zit dat nu juist? Soms lijkt het wel of er alleen maar leuke dingen op ons afkomen: de bijeneter die in onze streken z’n nest maakt, zeldzame orchideeën in je achtertuin, bomen die records halen qua houtproductie …
Naar de polen Luc De Bruyn van het INBO: “Het aantal bewijzen van de invloed van klimaatveranderingen op de natuur neemt toe. Eén van de vaststellingen is dat de verspreiding van soorten opschuift naar de polen. In onze streken merken we dat bepaalde zogenaamde warmteminnende soorten het steeds beter naar hun zin hebben. Zo doen zuidelijke libellen het in Vlaanderen tegenwoordig erg goed: bepaalde soorten die hier vroeger louter toevallig voorkwamen, planten zich nu met hele populaties voort. De zwervende pantserjuffer is een voorbeeld van zo een nieuwe ‘Vlaamse’ libel.” Ook het omgekeerde is waar: soorten die de warmte minder goed verdragen, krijgen het in Vlaanderen knap lastig. Luc De Bruyn: “De veenbes wordt hier bijvoorbeeld steeds zeldzamer, omdat het klimaat te warm en te droog wordt. De bijenorchis rukt naar het noorden op: die orchidee wordt tegenwoordig zelfs in Friesland aangetroffen.”
10
Dossier
Dossier
Het klimaat verandert, de natuur ook. Naar sommige toekomstige wendingen hebben we het raden, andere tendensen zijn nu al frappant. Spoorzoeker ging op bezoek bij de penhouder van het Natuurrapport, het Instituut voor Natuuren Bosonderzoek (INBO). Over zonnekloppers die in de lift zitten, vroege vogels in het voorjaar en de herfst die ieder jaar met een latere tram arriveert: enkele rake vaststellingen over hoe de natuur in Vlaanderen reageert op een warmer klimaat.
Door de zachtere winters zijn de padden niet meer in optima forma. Foto: Vilda Natuurfotografie
Daar is de lente al! Een ander gevolg van de stijgende temperatuur is dat het sneller warm wordt in de lente. Typische lenteactiviteiten in de natuur komen steeds vroeger op het jaar voor: bomen staan vroeger in bot, padden trekken er eerder op uit, de stuifmeelproductie van de bomen komt vroeger op gang … Nog zo’n typisch daar-isde-lente-signaal is het uitsluipen van insecten. Luc De Bruyn: “Databanken met tellingen over langere periodes leren dat het vliegseizoen van heel wat dagvlinders een pak vervroegd is. De dagpauwoog kwam in de periode 1984 - 2004 per jaar maar liefst 2,4 dagen vroeger te voorschijn. Over een periode van twintig jaar is dat 48 dagen of bijna twee maand!”
Slechte winterslaap nefast voor de pad Ook tijdens het najaar laat de opwarming van het klimaat zijn sporen na. De natuur maakt zich later op voor de winter: vlinders vliegen langer rond, de bladeren vallen later. De winters zijn zachter en sommige dieren hebben daar last van. Zo trekken padden na hun winterslaap naar de waterkant om te paren en eitjes af te zetten. Om die paddentrek tot een goed einde te brengen, moeten de dieren in prima vorm zijn. Ze moeten een stevige winterslaap achter de rug hebben en genoeg vetreserves hebben opgebouwd. Tijdens warmere lentes en zomers slaan padden echter minder vetreserves op. Bovendien gebruiken ze tijdens zachtere winters hun reserves op. De vrouwtjes, die in de lente ontwaken, hebben daardoor een slechtere lichaamsconditie en zijn kleiner. Dat verhoogt hun vatbaarheid voor allerlei infecties en verlaagt hun overlevingskansen. Na milde winters produceren ze ook minder eieren.
11
En wat met de ecosystemen? De stijgende temperatuur is een feit, planten en dieren hebben de keuze: ze passen zich aan, verhuizen of verdwijnen. We weten nog niet hoe iedere soort zal reageren. Nog een groter vraagstuk is hoe de natuur ons als geheel van antwoord zal dienen. Beatrijs Van der Aa van het INBO: “De algemene tendensen zijn wetenschappelijk goed gekend. Maar de informatie is nog veel te fragmentarisch: het onderzoek spitste zich tot nu toe vooral toe op het gedrag van individuele, vaak populaire soorten. Verdere monitoring en kennisopbouw zijn ontzettend belangrijk. Bij het INBO willen we ons hier de komende jaren op toeleggen. We willen vooral kijken naar de impact van de klimaatswijziging op ecosystemen. Veranderingen bij één soort kunnen immers leiden tot een waterval van effecten in een
voedselketen. Niet alle soorten zijn even gevoelig aan temperatuursverschuivingen, waardoor de samenstelling van gemeenschappen danig kan veranderen. Vandaag weten we nog niet wat de invloed daarvan is op de stabiliteit van de ecosystemen. Op termijn streven we er niet alleen naar een goede kijk te hebben op het gedrag van de natuur in een warmer klimaat. We willen ook weten wat we eraan kunnen doen en welke soorten en biotopen bij voorrang moeten beschermd worden. De inzet van dit klimaatonderzoek is groot. Klimaatswijziging kan immers het behalen van belangrijke natuurdoelstellingen in gevaar brengen, zoals het stopzetten van het verlies aan biodiversiteit. Of de realisatie van Natura 2000, een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden binnen de Europese Unie.” n
CO2-slikkers van formaat Het klimaatprobleem aanpakken is beginnen bij het begin: dat wil zeggen de uitstoot van broeikasgassen waaronder koolstofdioxide (CO2) verminderen. Maar internationale klimaatprogramma’s zetten ook hoog in op CO2-opslag. Door CO2 op te bergen komt die niet vrij in de atmosfeer en draagt dus ook niet bij aan het broeikaseffect.
Om vast te stellen wat er verandert, zijn cijfers nodig. Wil je mee de verschuivingen in de natuur in kaart brengen, dan kan je zelf aan het tellen slaan. Via www.natuur-kalender.be, een initiatief van Natuurpunt, kan je natuurwaarnemingen melden. Wanneer hoorde je de eerste koekoek, op welke dag zag je de eerste kattenstaart in bloei? De site vertelt je waarop je in een bepaalde periode speciaal moet letten.
De Vlaamse natuur krijgt een tweejaarlijks rapport Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) tekent iedere twee jaar de toestand van de biodiversiteit in Vlaanderen op, analyseert de oorzaken van veranderingen en rapporteert over de inspanningen en de resultaten van het natuurbeleid. Dat gebeurt in het Natuurrapport of NARA, waarin sinds 2005 ook een hoofdstuk over de impact van de klimaatswijziging op de natuur is opgenomen. Alle Natuurrapporten zijn te raadplegen op www.inbo.be De website www.natuurindicatoren.be geeft een overzicht van de toestand van de natuur aan de hand van meer dan 100 natuurindicatoren.
Niet alleen bossen, maar ook andere ecosystemen slaan CO2 op, benadrukt Els Martens, coördinator van de afdeling Beleid en aanspreekpunt voor het internationaal beleid bij het ANB: “Moerassen en vennen zijn eveneens natuurlijke opvangsystemen voor CO2. In veengebieden bijvoorbeeld zit een recordvoorraad koolstof vervat.” Belangrijke argumenten dus voor bos- en natuurbehoud wereldwijd. Door al deze koolstofrijke biotopen te beschermen, geven we weerwerk aan de opwarming. Bossen matigen trouwens de klimaatwijziging ook rechtstreeks. Naast hun capaciteit om koolstof op te slaan hebben ze een bufferende werking op de temperatuursschommelingen van de aarde. Grote bossen en parken hebben zo een koelend effect op bijvoorbeeld het stadsklimaat. Al deze effecten en maatregelen staan bekend als ‘mitigerend’: ze milderen de klimaatopwarming.
Dossier
Dossier
Juist nu de opwarming van de aarde de natuur onder grote druk zet, hebben we de bossen en de natuurgebieden meer dan ooit nodig. Bossen leggen CO2 vast en temperen de temperatuursschommelingen. Overstromingsgebieden doen dienst als wachtbekken tegen het wassende water. Een grensoverschrijdend netwerk van natuurgebieden zorgt voor een robuuste natuur, die niet onderuitgaat in een veranderend klimaat. Meer natuur en meer bos: nooit eerder stond het belang ervan meer buiten kijf.
Bossen zijn kampioen in CO2-opslag, vertelt Bart Muys, professor bosecologie en bosbeheer aan de KULeuven: “Tijdens de bladgroenwerking nemen bomen met behulp van zonlicht CO2 op uit de atmosfeer. Ze gebruiken de koolstof als bouwsteen voor hun biomassa. Jonge, opgroeiende bossen, zoals veel van de Europese bossen, nemen grote hoeveelheden CO2 op voor hun aangroei: we spreken van koolstofvastlegging. Koolstofopslag is de hoeveelheid CO2 die in een bos opgeslagen zit: in de bomen zelf, maar ook in de dode biomassa in de bosbodem.”
Tellen maar!
Billion Tree Campaign: ook Vlaanderen engageert zich Het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) roept de internationale gemeenschap op om een miljard nieuwe bomen te planten. UNEP vraagt met de campagne ‘Plant for the Planet’ een wereldwijde inspanning van jongeren, jeugdbewegingen, kinderen, scholen, ngo’s, bedrijven, landbouwers, gemeentebesturen en regeringen om een miljard nieuwe bomen te planten om de impact van de klimaatverandering te verkleinen. De massale herbebossingscampagne werd begin 2007 gelanceerd en had één jaar later al 1,6 miljard nieuwe bomen opgeleverd. De Vlaamse Regering komt onder de koepel van de Billion Tree Campaign met een eigen initiatief. Carl De Schepper: “Vaak hebben bedrijven of maatschappelijke groepen interesse in bebossingsprojecten, maar weten ze niet hoe zo’n project op te starten, of hebben ze geen grond ter beschikking. Anderzijds zijn er grondeigenaars die wel bossen willen aanplanten, maar hier niet toe komen bij gebrek aan expertise of middelen. Onder de koepel van de UNEP-campagne willen we de brug slaan tussen deze twee partijen: de vraag naar bosuitbreiding aan de ene kant en het aanbod van te bebossen gronden aan de andere kant. Tegelijk willen we alle Vlamingen sensibiliseren en aanmoedigen om bomen te planten. Vertaald naar de Vlaamse context mikt de campagne op een miljoen nieuwe bomen in Vlaanderen, wat ongeveer overeenkomt met een bos van 500 hectare.” De Vereniging voor Bos in Vlaanderen en het ANB zullen samen de campagne trekken.
Meer weten?
12
De natuur als bondgenoot nummer 1
[email protected] tel. 054 43 71 16 Bossen zijn kampioenen in koolstofopslag; ze geven dan ook weerwerk aan de klimaatopwarming. Foto: Vilda Natuurfotografie
13
Natuur of bos? Soms een moeilijke keuze
Lippenbroek in de Scheldevallei in Hamme. Door in de natuurlijke overstromingsgebieden de natuur te herstellen, krijgt de rivier opnieuw ademruimte en wordt de veiligheid van de inwoners verhoogd. Foto: Vilda Natuurfotografie
Natuur en bos, in de strijd tegen de klimaatopwarming zijn ze alle twee belangrijk. Het ANB heeft beide bevoegdheidsdomeinen onder haar vleugels en dat is ideaal om voor evenwicht te zorgen en goed overlegde keuzes te maken. Bij de opdrachten en projecten van het ANB zijn de internationale afspraken rond biodiversiteit en klimaat die Vlaanderen moet nakomen bepalend. Carl De Schepper, verantwoordelijke voor de cel beleidsintegratie bij het ANB: “In het kader van de Europese Habitatrichtlijn is Vlaanderen verplicht bedreigde habitats te herstellen. Om deze doelstelling te realiseren kunnen we soms niet anders dan bomen kappen, denk maar aan het herstel van waardevolle heidegebieden.
Dossier
Binnen het ANB streven we ernaar dit plaatje in evenwicht te houden: worden er in natuurgebied bomen gekapt, dan zorgen we elders voor compensatie.
Dossier
Tegelijk kijkt Vlaanderen echter tegen de Kyoto-doelstellingen aan: een daling in het bosareaal betekent dat we op een ander vlak meer inspanningen moeten doen om onze reductiedoelstellingen voor de uitstoot van broeikasgassen te behalen.
Ook de terreinbeherende natuurverenigingen hebben zich geëngageerd om nieuwe bomen aan te planten wanneer er in het kader van de natuurontwikkeling bossen moeten wijken.” n
De opwarming trotseren Ook al is het wereldwijd alle hens aan dek om de klimaatswijziging te counteren, de opwarming van de aarde zal nog decennia doorgaan. Dat komt onder andere doordat de uitgestoten broeikasgassen nog lang in de atmosfeer blijven en omdat, alle inspanningen ten spijt, de uitstoot van broeikasgassen nog onvoldoende daalt. De aarde, de natuur en de maatschappij moeten zich dus aanpassen om de gevolgen van de klimaatverandering goed te doorstaan. In klimaatjargon heet dat ‘adaptatie’.
14
Voor de maatschappij staan leefbaarheid en veiligheid centraal. Dat bomen instant verkoeling brengen, is bv. in een opwarmend klimaat handig meegenomen. Al is het maar om de steden ook tijdens hittegolven leefbaar te houden. Els Martens: “Door bos en natuur te beschermen, slaan we een dubbele slag. We zorgen voor het behoud van koolstofrijke biotopen, en tegelijk kan de natuur ons behoeden voor de gevolgen van de klimaatopwarming.
Neem nu de rol van overstromingsgebieden in de strijd tegen wateroverlast. Klimaatmodellen voorspellen in onze streken een toename van natte periodes en een stijging van de zeespiegel. De kans op overstromingen neemt dus toe, en de maatschappelijke gevolgen daarvan zijn groot. Overstromingsgebieden zijn natuurlijke wachtbekkens: ze zorgen ervoor dat onze rivieren ruimte hebben om te stromen én te overstromen. Door water de ruimte te geven, kan de natuur dus zelf overlast voorkomen. De natuur in dienst van de maatschappij: we noemen dit ook ecosysteemdiensten.”
Een netwerk van natuur De klimaatopwarming is één van de grootste bedreigingen voor de biodiversiteit. Omgekeerd is biodiversiteit een sleutelelement om ons te wapenen tegen de opwarming, geeft Els Martens aan: “Inspanningen om de biodiversiteit te behouden, renderen ook in de strijd tegen de klimaatopwarming.
Het is logisch: hoe groter de verscheidenheid aan planten en dieren, hoe meer ecosystemen de schokken van de volgende eeuwen zullen overleven. Ecosystemen waarvan ook wij afhankelijk zijn. Of we de biodiversiteit op aarde in stand kunnen houden, hangt echter in hoge mate samen met het aanpassingsvermogen van de natuur. Voor een aantal soorten zal het van levensbelang zijn zich te kunnen verplaatsen naar de juiste temperatuurszone. We kunnen de natuur helpen door die mobiliteit mogelijk te maken. Dat kan door de natuurgebieden wereldwijd tot een netwerk te maken én verbindingzones te herstellen en in stand te houden. Natuurnetwerken over de grenzen van landen en continenten zijn noodzakelijk om van de natuur een robuust systeem te maken dat de gevolgen van de opwarming kan trotseren.”
Aandacht voor bos tijdens Dag van de Natuur Op 15 en 16 november organiseert Natuurpunt voor de dertigste keer de Dag van de Natuur. Van wandelpaden aanleggen tot hagen aanplanten, van maaibeheer tot wilgen knotten: natuurminnend Vlaanderen steekt een heel weekend de handen uit de mouwen. Ook bosaanplant en het omvormen van naaldbos naar waardevol loofbos krijgen deze dag de nodige aandacht. Het is trouwens niet alleen werken geblazen: je kan op de Dag van de Natuur ook genieten van een mooie herfstwandeling in één van de Natuurpunt-gebieden. Meer info binnenkort op www.natuurpunt.be
Meer weten?
[email protected] tel. 02 553 81 22
[email protected] tel. 02 553 76 86
15
Klimaatswijziging op z’n mooist. Zachte winters stimuleren de opmars van een aantal zuidelijke broedvogels, waaronder deze bijeneter. Foto: Vilda Natuurfotografie
16
17
Groene energie uit het bos Hoe kan de uitstoot van broeikasgassen naar omlaag? Hernieuwbare energie is één van de antwoorden. Het ANB draagt een stukje van de puzzel aan door energiehout uit natuurgebieden en bossen in te zetten voor de productie van groene energie. Ruben Gybels van het Ondersteunend Centrum ANB: “We slaan een dubbele slag: we dragen bij tot het verlagen van de CO2-uitstoot en genereren tegelijk extra middelen voor een goed natuur- en bosbeheer in Vlaanderen.”
“Bij het dunnen van bossen, het maaien van graslanden en het onderhoud van heidelandschappen komen beheerresten vrij: maaisel, plagmateriaal, houtsnippers … Deze resten zijn ongeschikt om er kwaliteitsproducten van te maken. Maar door ze te valoriseren zijn ze wel op een andere manier waardevol”, vertelt Ruben Gybels van het Ondersteunend Centrum (OC) ANB. Beheerresten valoriseren kan door ze te hergebruiken of door er energie uit te winnen. “Hernieuwbare energie, die bovendien duurzaam is”, benadrukt Ruben Gybels. “Beheerresten zijn overvloedig aanwezig en de energie die eruit gewonnen wordt, is klimaatneutraal. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen halen planten en bomen door groei en nieuwe aanplant evenveel CO2 uit de lucht als er bij verbranding weer vrijkomt: de CO2-kringloop is dus gesloten. Het gebruik van beheerresten heeft nog als voordeel dat het niet tot een aantasting van de biodiversiteit leidt, in tegenstelling tot sommige biobrandstoffen. Bovendien neemt de productie ervan geen landbouwgrond af van de voedselproductie. Een belangrijk voordeel, want de laatste tijd wordt de duurzaamheid van biobrandstoffen zoals koolzaad precies om die reden aan de kaak gesteld.”
13 % groene energie tegen 2020 Biomassa is een verzamelnaam voor allerlei materialen van dierlijke en plantaardige oorsprong, die gebruikt worden om energie op te wekken (warmte, elektriciteit of motorbrandstof). Naast wind, zon en waterkracht is het één van de hernieuwbare energiebronnen die een milieuvriendelijk en duurzaam alternatief zijn voor fossiele brandstoffen als aardolie en aardgas. Europa zet hoog in op de vervanging van fossiele brandstoffen door alternatieven, zegt Lieven Lieshout van het Vlaams Energieagentschap: “Volgens de nieuwe richtlijn moet België tegen 2020 13 % van zijn energie uit hernieuwbare bronnen halen. In de totale korf groene energie die België tegen dan moet produceren, zal biomassa een grote hap voor z’n rekening nemen. Energiehout uit de duurzaam beheerde natuurgebieden en bossen van
Wat doet het Ondersteunend Centrum van het ANB? Het Ondersteunend Centrum (OC) van het ANB werd opgericht om via de inkomsten uit de eigen domeinen van het ANB bij te dragen tot de realisatie van het beleid rond natuurbehoud. Het OC-ANB speelt in op of zoekt actief naar projecten en ‘groene’ dienstverlening die de natuur ten goede komen en tegelijk een financieel voordeel opleveren voor de terreinbeheerder (ANB, openbare besturen, erkende bosgroepen, natuurverenigingen en wildbeheereenheden) en het OC-ANB zelf. Het vervullen van een voortrekkersrol in de biomassaproblematiek is één van de doelstellingen van het OC-ANB.
Meer info: Sigrid Moreau
[email protected]
18
“Energiehout uit duurzaam beheerde natuurgebieden en bossen is een prima groene-energiekandidaat” (Lieven Lieshout, Vlaams Energieagentschap). Foto: Marcel Van Waerbeke
Hoeveel beheerresten het ANB op de energiemarkt kan brengen, wordt momenteel onderzocht. Tegen 2009 hoopt het OC-ANB klaar te zijn met deze inventarisatieoefening en een duidelijke kijk te hebben op de hoeveelheid beheerresten, de samenstelling en de kwaliteit.
Warm met houtsnippers Biomassa omzetten in energie kan op verschillende manieren: door ze te verbranden, waardoor (groene) warmte en/of elektriciteit wordt geproduceerd. Of door ze te vergassen of vergisten tot een brandbaar gas. “Op technologisch vlak zijn er, zeker voor vergassing, nog hindernissen te nemen.
Dossier
Dossier
Duurzaam over heel de lijn
het ANB is een prima kandidaat. In de eerste plaats omdat biomassa van eigen bodem te verkiezen is boven ingevoerde biomassa uit het buitenland. Beheerresten komen lokaal vrij, vragen weinig of geen transport en zijn bijgevolg efficiënter en milieuvriendelijker dan geïmporteerde biomassa.”
Fonds ondersteunt duurzame en innovatieve afval- en energieprojecten Om alle kansen op het vlak van duurzame energie te benutten, is innovatie belangrijk. Indaver, Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en het Actiecomité ter beveiliging van het Leefmilieu op de Linkeroever en in het Waasland hebben het Fonds Duurzaam Afval- en Energiebeheer opgericht. Ieder jaar stelt dit fonds 125 000 euro ter beschikking voor innovatieve en duurzame afval- en energieprojecten. Onder meer de Vereniging voor Bos in Vlaanderen viel al in de prijzen met een project rond het promoten van het gebruik van houtige biomassa zoals hakhout als biobrandstof. Ook Natuurpunt ontving steun voor een initiatief rond het kleinschalig composteren van beheerresten. Het Fonds Duurzaam Afval- en Energiebeheer wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting.
Meer info: www.kbs-frb.be
19
Er zitten ook heel nieuwe technologieën in de pijplijn. Die kant van de zaak laten we over aan onderzoeksinstellingen en de industrie. Bij het ANB spitsen we ons vooral toe op het logistieke. Een belangrijke uitdaging is de inzameling en het transport zo logisch en efficiënt mogelijk te laten gebeuren. Zowel om de kosten te drukken als om het milieu te sparen is dat belangrijk.”
Dossier
Gezond principe De energiemarkt is er één van vraag en aanbod. Aan energiehout hangt dan ook een prijskaartje. Gaat het OC-ANB op termijn participeren in energie-installaties, dan zal ook dat opbrengen. Wordt natuurbeheer big business? Ruben Gybels nuanceert: “Die stelling is wat overdreven. Maar het klopt dat de verkoop van houtsnippers, net zoals de openbare verkoop van brand- en zaaghout trouwens, geld in de lade brengt. Essentieel is dat we er via het Ondersteunend Centrum voor zorgen dat de return van deze operatie maximaal terugvloeit naar het natuur- en bosbeheer. De opbrengsten van de restproducten van de natuur komen de natuur zelf dus 100 % ten goede. Als hoedster van de natuur en het bos in Vlaanderen én modern overheidsbedrijf vindt het ANB dat een gezond principe.” n
Fietsers in het Merodebos Foto: Marc De Vos
Goed, beter, best Beheerresten uit de natuur mogen niet per definitie als een milieuvriendelijke brandstof gezien worden. Resten als maaisel en snoeihout zijn volgens de wetgeving afvalstoffen. Diezelfde wetgeving legt een voorkeursvolgorde vast om met afvalstoffen om te gaan. Jan Verheyen van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM): “Het is beter voor het milieu om het ontstaan van afval zoveel mogelijk te voorkomen. In het groenbeheer kan dat bv. door in bermen en graslanden verschralingsbeheer toe te passen. Over het algemeen is het ook minder milieubelastend om het afval dat toch ontstaat, te hergebruiken. Zo kunnen bermmaaisel en snoeihout verhakseld worden tot mulchmateriaal of verwerkt worden tot compost. Voor dit materiaal geldt een verbrandingsverbod, met uitzondering voor groenafval dat via een goedgekeurd beheersplan wordt gegenereerd. Hout afkomstig van de bosexploitatie wordt niet als afvalstof beschouwd.”
Meer weten?
[email protected] tel. 02 553 80 78
“Vorig jaar hadden we 43 000 bezoekers, en we werken hard om nog meer mensen naar het bezoekerscentrum te krijgen.”
Gebeten door de kust, dat is Lieven Lanszweert sinds hij als stagiair bij de toeristische dienst van De Panne mee wandelingen organiseerde in de natuurgebieden in en rond de gemeente. Toen de Vlaamse Gemeenschap haar eerste vacature uitschreef voor het Vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum (VBNC) De Nachtegaal, zat Lieven op vinkenslag. Vandaag, tien jaar na zijn indiensttreding, is Lieven centrumverantwoordelijke. Het relaas van een job die zee en kust ademt.
In balans
Het Vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum De Nachtegaal ligt tussen de Oosthoekduinen en het Calmeynbos, op een boogscheut van het Westhoekreservaat. Voor een centrum dat de toegangspoort vormt naar de natuur aan de kust, kan men zich moeilijk een betere locatie inbeelden. Lieven Lanszweert: “Aan het centrum starten tal van bewegwijzerde wandelpaden en kunnen bezoekers dus rechtstreeks de natuur in. Ruimer gezien zijn we de poort voor alle natuurgebieden aan de Westkust, tussen het Grenspad langs de Frans-Belgische grens en de IJzermonding.”
In een toeristische regio als de kust is het evenwicht tussen natuurbescherming en recreatie niet altijd evident. Lieven Lanszweert: “Door mijn opleiding kan ik mij een beeld vormen van de wensen van de recreant en andere toeristische partners aan de kust. Die proberen we in balans te brengen met onze doelstellingen op het vlak van natuur en natuureducatie. Hier in het centrum hebben we ook de kans om de mensen goed te informeren over het beheer en het beleid van het ANB. Een woordje uitleg wil al eens helpen om mensen begrip bij te brengen voor het beschermen en afschermen van kwetsbare duingebieden. We hebben ook plannen om de tentoonstelling uit te breiden met een interactief gedeelte over natuurbeheer en -beleid.”
Alles op maat
43 000 bezoekers
Rechte lijn naar de natuur
Het publiek dat in De Nachtegaal over de vloer komt is erg verscheiden, vertelt Lieven Lanszweert: “Groepen toeristen, scholen, gezinnen met kinderen … Aan de infobalie proberen we iedereen voort te helpen met informatie op maat. De blijvende interactieve tentoonstelling over de zee, het strand en de duinen is consumeerbaar voor iedereen. Ongeveer twee keer per jaar hebben we een bijkomende tijdelijke tentoonstelling. Momenteel werken we aan een documentaire over de geschiedenis van de streek. Ook voor het wandelen is het elk wat wils. Natuurliefhebbers trekken er alleen op uit met brochures, folders en kaarten. Voor minder fervente stappers is er een korte wandeling in de natuurtuin rond het centrum. Kinderen zijn dol op de rugzakjes met educatieve opdrachtjes en de bloemen- en schelpengids op hun maat.”
De bezoekersteller in het VBNC klopt overuren. “Vorig jaar hadden we 43 000 bezoekers”, meldt Lieven trots. “En we werken hard om nog meer mensen naar het centrum te krijgen. We slaan de handen in elkaar met verschillende diensten en organisaties en nemen deel aan toeristische initiatieven in de streek: zo hopen we ons aanbod nog beter bekend te maken.” Cruciaal voor de werking van het bezoekerscentrum zijn de vrijwilligers. ”Dankzij onze cursus Nachtegaalgids kunnen we voor rondleidingen een beroep doen op goed opgeleide vrijwilligers. Het is onze taak om een zo breed mogelijk publiek respect en verwondering bij te brengen voor de natuurpracht aan de Westkust. Helpende handen zijn daarbij meer dan welkom.” n
Meer info: www.vbcndenachtgaal.be
Portret
20
“Van natuurfanaat tot zomertoerist: bij ons vindt ieder zijn gading”
21
Olens Broek wordt weer ven
Het verbluffende natuurherstel in het Olens Broek is een pluim op meer dan één hoed: samen met de lokale landbouwers en Natuurpunt werkt het ANB aan het herstel van dit schitterende moerasgebied in de Antwerpse Kempen. Foto: Eddy Vercammen
Jaren geleden strekte zich in Herentals en Olen een groot moerascomplex uit: het Geels Gebroekt. Door drooglegging en ontginning ging hier vorige eeuw een schat Kempense natuur verloren. Slechts een splinter van het historisch broekland bleef voor het nageslacht bewaard: het Olens Broek. Enkele jaren geleden werd de omgekeerde beweging ingezet: het laagveengebied wint opnieuw terrein. Op moerastocht met beheerwachter Eddy Vercammen in het Vlaams Natuurreservaat Olens Broek. Mijn gids is geen onbekende in het gebied: Eddy Vercammen kent het Olens Broek als zijn binnenzak. Tijdens zijn jaren als natuurarbeider ontwikkelde hij samen met Natuurpunt een coherente visie over de te volgen natuurstrategie voor ‘het Broek’. “Het ANB heeft in dit gebied meer dan 85 hectare in eigendom en beheert daarnaast nog gronden in eigendom van Umicore en van de gemeente Olen”, somt Eddy Vercammen op. “Het huidige reservaat zit ingebed in een 800 hectare grote groenzone, die ook de natuurreservaten Snepkensvijver en Zwart Water en de bossen, heidegebieden en duinen van de Kempense heuvelrug omvat. De plannen liegen er niet om: hier vind je straks één van de interessantste natuurgebieden van Vlaanderen.”
Experimentje Onze wandeling start aan De Bleek, de grens van het natuurgebied aan Olense kant. Hier werd recent nog heel wat werk verzet, zoveel is duidelijk. Voor ons strekt zich een ven uit met aanpalend een langgerekte zandrug. Het geheel biedt nog een wat kale aanblik, maar daar komt gauw verandering in, verzekert Eddy Vercammen me: “Deze natuurlijke waterpartij lag meer dan tachtig jaar bedolven onder zand. Ze werd gedempt met duinzand en in gebruik genomen als hooiland. Enkele jaren geleden kregen we het perceel in beheer van Umicore. Dit voorjaar hebben we de humusrijke toplaag afgegraven tot op het historische bodemprofiel. Op de gereconstrueerde zandrug kan de heide zich herstellen. We hebben de natuur een handje geholpen door heidemaaisel uit te strooien. Zo verwachten we dat de typische plantjes van de heide binnenkort al zullen opduiken.” De beheerwachter heeft er goede hoop op: “Hier vlakbij in het broek hebben we een experimentje gedaan. In twee jaar tijd is dat een prachtig stukje heide geworden, met zonnedauw, pilvaren, klein warkruid en dopheide.”
Boompieper terug van weggeweest Wanneer we dieper het gebied intrekken, krijg ik een betere kijk op het grotere geheel. Het nieuwe ven en het opkomende heidelandschap zullen naadloos aansluiten op het omliggende laagveengebied, waar elzenbroekbossen afwisselen
22
23
De Waterral Foto:Vilda Natuurfotografie
Hooien, hakken en begrazen Links van het pad ligt de Kleine Nete, rechts passeren we enkele natte graslandpercelen. Ook de verandering in landgebruik heeft de natuur in het Olens Broek parten gespeeld, geeft Eddy Vercammen aan. “Tot in de jaren vijftig werd hier kleinschalige landbouw bedreven. Op de weiden graasden koeien en geiten of werd het gras gemaaid en gedroogd tot hooi. In de bosjes hakten de boeren brandhout en in de kuilen tussen de broekbossen werd turf gestoken. We willen dit landschap herstellen en grijpen daarvoor terug naar de oude landbouwmethoden: hooien, hakken en begrazen. In een blok van 10 hectare mag de natuur haar gang gaan.”
Goud waard met heidepercelen, rivierduintjes, vochtige hooilandjes en oude turfkuilen. We arriveren bij zo’n mooi ingegroeid ven, het sprekende bewijs dat de natuur zich snel herpakt. “Snavelzegge, zompzegge, moeraswederik, draadrus: de plantensoorten van vroeger vind je nu al terug in het gebied”, zegt Eddy Vercammen. “Net als veel insecten en vogels. De laatste decennia hielden heel wat rietvogels het in het Olens Broek voor bekeken. Die soorten, denk maar aan kleine karekiet, waterral, rietgors en blauwborst, zien we nu allemaal terugkomen. Ook de zeldzame boompieper bewoont na vele jaren afwezigheid opnieuw de droge donken. ”
Vechten tegen verdroging
24
Meer weten?
[email protected] tel. 0478 45 45 47 Door het Olens Broek loopt een wandelroute met informatieborden, een knuppelpad, een vogelkijkhut en een steiger van waarop kinderen de natte natuur kunnen verkennen. Groepen kunnen een geleide wandeling aanvragen.
In Beerse ligt een nieuw wandelgebied dat beslist de moeite waard is om te ontdekken: Hoge Bergen-Ekstergoor. Op dit voormalige vliegveld had de natuur jarenlang vrij spel en dat merk je. Hoge Bergen-Ekstergoor is een veelzijdig gebied met naaldbos, heide, grasland, restanten van vennen en enkele oude veedrinkpoelen: kortom Kempense natuur pur sang. De oude kleiputten aan het kanaal Dessel-Schoten zijn een paradijs voor watervogels. Andere prominente bezoekers van Hoge Bergen-Ekstergoor zijn havik, zwarte specht, boomleeuwerik, heikikker, veldkrekel …. Wandelaars in het bos Foto:Marc De Vos
Dit gebied scoort hoog op de natuurwaardeschaal en de geplande natuurontwikkelingswerken moeten de natuur nog verder opkrikken. Naaldbomen zullen geleidelijk aan plaats maken voor loofbomen, de open landduinen en de heide worden in ere hersteld. Eén van de eerste grote werken is de afbraak van de landingsbaan om het heidelandschap opnieuw kansen te geven. Het historische Ekstergoorven, nu nog onder het vliegveld bedolven, wordt opnieuw uitgegraven.
Praktisch: Je hebt de keuze uit drie aangeduide wandelroutes: het Ekstergoorpad (1,8 km), het Duivelskuilpad (2,7 km) en het Hoge Bergenpad (4,8 km). Sportievelingen combineren het Duivelskuil- en Hoge Bergenpad tot een wandelroute van 7 km. Je kunt het gebied in via één van de zes ingangen (Kanaaldijk, Klundert Noord en Zuid, Rouwleegd, Ganzenstraat, Oostmalseweg in Beerse).
Drie om te weten 1. Zeker in natte periodes trek je best stevig en waterdicht schoeisel aan. 2. Kinderwagen mee? Kies dan het Ekstergoorpad, de andere paden zijn niet toegankelijk voor drie- en vierwielers. 3. Honden zijn welkom als ze aangelijnd zijn, behalve op het Duivelskuilpad (dat door natuurreservaat loopt). n
Meer info:
[email protected] tel. 0477 42 91 54
Dagje aan zee met een streep natuur De zee, het strand en de duinen zijn het gedroomde decor voor een welverdiende dolce far niente. Maar onze kust is ook een brandpunt van natuur en biodiversiteit, de ideale plaats voor een groene halte tijdens je vakantie. Natuurpunt organiseert ieder jaar met de steun van het ANB een zomercampagne om het brede publiek te laten kennismaken met de natuurrijkdom van onze kust. In de grote natuurgebieden worden dagelijks zomerse wandelingen georganiseerd. Naast klassiekers als de Westhoek, de Blankaart en het Zwin staan ook minder bekende gebieden zoals de Zandpanne in De Haan op het activiteitenprogramma. Wandelen tussen bloeiende orchideeën of langs konikpaarden en Schotse hooglandrunderen die grazend de natuur beheren, genieten van de imposante vogelwereld op de slikken… Ook als de zon het laat afweten, weet jij deze zomer waarheen! Een ton vol ideeën is de Kust- en Zeegids 2008. Deze brochure is gratis. Net als de vertrouwde folder ‘Zomerwandelingen’ kan je ze verkrijgen bij alle Diensten voor Toerisme en bezoekerscentra aan de kust. n
Buiten adem
We botsen op de Kleine Nete; de lijnrechte bedding toont aan dat deze rivier al heel wat heeft doorstaan. “In de jaren vijftig werd de Kleine Nete rechtgetrokken en de vallei grotendeels ontgonnen. Door ontginning daalde het grondwater drastisch en verdroogde het gebied. De oorspronkelijke vegetatie dreigde helemaal het bijltje te leggen. Het is hier knokken tegen de verdroging. Stuwtjes in het gebied beletten nu de snelle afvoer van regenwater, waardoor we het gebied vochtiger kunnen houden. In samenwerking met de afdeling Water van de Vlaamse Milieumaatschappij wordt momenteel ook een project ontwikkeld om de Kleine Nete opnieuw te laten kronkelen, wat een grote vooruitgang zal betekenen voor de natte natuur.”
Het verbluffende natuurherstel in het Olens Broek is een pluim op meer dan één hoed. Want voor het beheer werkt het ANB nauw samen met de lokale landbouwers, die gaandeweg ook overtuigd zijn geraakt van het nut van een aangepast beheer. “De plaatselijke bevolking mee hebben is enorm belangrijk in een project als dit. Daar hebben we de afgelopen jaren erg veel energie in gestoken. De aanleg van een wandelpad, het in beheer geven van hooilandjes aan lokale hobbyboeren en het hakhoutbeheer door buurtbewoners hebben zeker bijgedragen tot het brede lokale draagvlak.” Nog een belangrijke partner in het gebied is Natuurpunt. Die staat in voor de inventarisatie en monitoring van het hele gebied. “Dat werk is goud waard”, vindt Eddy Vercammen. “Meten is weten; bij het uitstippelen van de visie en het beheer maken we dankbaar gebruik van de resultaten van dit vrijwilligerswerk.” n
Wandel eens op een oud vliegveld
25
Terreinbezoek Vloethemveld Foto: Dirk Bogaert
Vloethemveld: een bos met de stilte als X-factor In de nieuwe bossen die het ANB aanlegt, is variatie troef. Zo bijvoorbeeld in het domeinbos Vloethemveld in Brugge, dat onlangs maar liefst een derde groter werd. Op de 40 hectare nieuwe gronden komt – hoe kan het ook anders – bos; een grote hap wordt zelfs bosreservaat. Maar daarnaast is er nog plaats voor speelbos, weiden, open ruigten, poelen en zelfs een boomgaard. Of hoe ook bosuitbreiding inspeelt op de kenmerken van het gebied en de vragen van de gebruikers.
Van zompig moeras tot domeinbos Eeuwenlang was Vloethemveld de speelbal van een stoet eigenaars. Boswachter Luc De Cat zit niet verlegen om een stuk geschiedenis: “Eeuwen geleden was dit bos een zompig, moerassig stuk heide in eigendom van de graaf van Vlaanderen. Aan die periode, waarin de laaggelegen heidegronden bevloeid werden, hield het gebied in elk geval zijn naam over. In de dertiende eeuw schonk de graaf het gebied aan het SintJanshospitaal in Brugge, dat het enkele eeuwen later overdroeg aan het OCMW. Tussen 1770 en 1882 kwam dan de grote gedaanteverandering: het hele gebied werd bebost, de vijvers gedempt. Het ministerie van Landsverdediging onteigende een groot deel van het bos aan het begin van de twintigste eeuw en richtte er een munitiedepot in. In 1980 kocht de staat de resterende bosgronden van het OCMW van Brugge. Het ANB stelt sindsdien dit domeinbos open voor het publiek.”
Klimmen en klauteren Met de bosuitbreiding wordt opnieuw een hoofdstuk aan deze opmerkelijke geschiedenis gebreid. Het ANB kocht de laatste jaren 40 hectare extra grond aan in de omgeving van het huidige domeinbos. Luc De Cat vertelt over de plannen van het ANB: “Iets meer dan de helft van de gronden worden écht bos. Een deel mag spontaan verbossen, in de rest planten we bomen aan, vooral eiken met een mantel van meidoorn, wilg, brem en lijsterbes aan de bosrand. Voor de kinderen uit de buurt komt er een speelbos, maar daarvoor kiezen we sneller groeiende soorten. Afwisseling tussen dicht struikgewas en meer open hout, hellingen en greppels maken van dit stuk een avontuurlijk speelbos, waar kinderen
26
Samen met gewone dopheide en struikheide groeit deze rode dopheide weelderig in het naburige militair domein Vloethemveld. Foto: Patrick Keirsebilck
naar hartenlust kunnen klimmen, klauteren en verstoppertje spelen. De gemeente Zedelgem heeft ons ook gevraagd een stuk bos als geboortebos in te richten. We bekijken nu samen waar dat eventueel kan.”
Knipoog naar de geschiedenis Pal naast de gronden die het ANB aankocht, aan de Diksmuidse Heirweg, ligt een historische schaapshoeve. Net als het landschap er rond, is de hoeve beschermd. “Dat heeft als gevolg dat het aanpalende perceel niet bebost mag worden. Er komt wel een poel; de rest van het weiland willen we laten begrazen door schapen: een knipoog naar de geschiedenis van de oude hoeve”, aldus Luc De Cat. Ten noorden van het domeinbos kocht het ANB een nat hooiland aan.
Streekspecialiteit Het Vloethemveldbos zoals het er vandaag bij staat, is een mengelmoes van naaldbomen - grove en zwarte den, fijnspar en lork - en loofhout met overwegend zomereik en beuk. Maar langs dreven en greppels vind je ook overblijfselen van de heide: een klein wonder op deze plek zo ver van de Kempen? Luc De Cat: “Vergis je niet: in dit deel van WestVlaanderen tref je nog heel wat resten van heidegebieden aan. De plantensamenstelling is anders dan op de Kempense heide. Hier groeien drie soorten heide: rode dopheide, gewone dopheide en struikheide. Ze groeien weelderig in het naburige militair domein, maar ook in het Vloethemveldbos zijn er resten te vinden. De zeldzame rode dopheide is een beetje een specialiteit van de streek.”
“Dit perceel werd waarschijnlijk nooit gebruikt als akkerland en heeft dus wellicht een lange geschiedenis als (bevloeid) hooiland. Dat kan je afleiden uit de dammen die nog vaag te zien zijn aan de randen van het perceel. Op deze arme bodem willen we op termijn een dotterbloemgrasland creëren door een aangepast maaibeheer.” Voor meer cultuurpatrimonium en nog schitterende natuur moet je niet ver: vlakbij het domeinbos ligt een voormalig munitiedepot van het leger. Omwille van z’n natuurwaarde werd het militair domein, dat ook de naam Vloethemveld draagt, opgenomen in het Danahproject. Dat Europees gefinancierde project is een samenwerking van het ministerie voor Landsverdediging en het ANB voor natuurherstel in de Belgische militaire domeinen. Het domein is voorlopig nog ontoegankelijk voor het publiek.
Zalig stil De trouwe bezoekers van het domeinbos Vloethemveld weten: in het bos lopen verschillende dreven waar je fraai kunt wandelen.
De nieuwe, nog aan te leggen wandelpaden in het nieuwe bos zijn anders opgevat, als kronkels doorheen het afwisselende landschap. Een grote publiekstrekker is het Vloethemveldbos vooralsnog niet: een handvol joggers, een enkele fietser, meer tref je hier niet aan. Wat is de X-factor van dit eenzame bos? “Bijna alle bossen in de omgeving van Brugge worden druk bezocht. Vloethemveld is helemaal anders: de joggers, wandelaars en fietsers die naar hier trekken, komen in de eerste plaats op de rust van de natuur af. Een cafetaria of een grote parking vind je hier niet, er lopen ook geen verharde wegen door het bos. Het grootste deel van de tijd is het hier dan ook zalig stil”, glimlacht Luc De Cat. n
Meer weten?
[email protected] tel. 0479 67 95 72 Voorlopig kan je enkel wandelen op de dreven in het huidige domeinbos. De werken aan de nieuwe wandelpaden in het gebied van de bosuitbreiding starten in 2009.
27
Kloeke rozen op een shortlist Eeuwenlang al wordt de roos bejubeld om haar schoonheid. Grieken, Romeinen en Egyptenaren gebruikten haar voor rituelen en versierden er hun tempels mee. Ook vandaag is de roos nog altijd één van de meest geliefde tuinbloemen. Rooskleurig nieuws voor rozenkwekers en tuiniers: het ANB heeft 40 rozensoorten geselecteerd die tegen een stootje kunnen. Een krachtmeting voor de koningin der bloemen in de Rozentuin van Coloma. Roos Pascali (Lens), één van de titelhouders van het rozenparcour Foto: Bart Van Camp
de Rozentuin: “Eén van de meest gestelde vragen is: Mijnheer, ik zoek een mooie klimroos die altijd bloeit, nooit ziek wordt, weinig onderhoud vraagt en lekker geurt. Die vraag konden en wilden we niet naast ons neerleggen. Gedurende tien jaar hebben we daarom een aantal belangrijke eigenschappen van rozen systematisch opgevolgd. We hebben onder meer de gevoeligheid voor ziekten, insecten en weersomstandigheden onderzocht. Het resultaat is een lijst met veertig resistente rozensoorten die voldoen aan de wensen van de meeste tuinliefhebbers: ze munten uit door hun groei- en bloeikwaliteiten én zijn bijzonder bestand tegen de meest voorkomende rozenziekten.”
Streepje voor Honderdduizenden rozen in bloei Het park van Coloma is een gezellig wandelpark waar bewoners van Sint-Pieters-Leeuw en de Vlaamse rand komen genieten van het groen. Eén van de trekpleisters in het park is de Rozentuin: een openluchtetalage van bloemen die de roos toont in al haar vormen, bloeiwijzen, tinten en aroma’s. Het beste van onze rozencultuur is hier samengebracht, met ook veel aandacht voor rozen uit andere landen. De Rozentuin biedt de mogelijkheid om allerlei aspecten van de rozenteelt systematisch en wetenschappelijk te onderzoeken en geeft op die manier stimulansen aan de kweeksector. De tuin telt maar liefst 3 000 rozenvariëteiten uit 25 landen op 60 000 struiken. Van juni tot oktober staan er elke dag zo’n 200 000 bloemen in bloei: een uitbundig spektakel van kleuren en geuren dat menig rozenfanaat naar Sint-PietersLeeuw lokt.
De ideale roos
28
Het aantal bezoekers - zowel toeristen als vaklui uit heel Europa en van overzee - stijgt ieder jaar. Die bezoekers hebben soms prangende vragen vertelt Marcel Vossen, provinciaal directeur bij het ANB Vlaams-Brabant en bezieler van
Ziekte is één van de grootste bedreigingen voor de roos. Witziekte en bladvlekkenziekte zijn twee vaak voorkomende plagen die maken dat de rozen bloemen en blaadjes verliezen. “We hebben in ons onderzoek bekeken hoe gevoelig de rozen zijn voor deze ziekten en hoe ze erop reageren. Iedere roos kan ziek worden, maar bij sommige variëteiten is de schade minder groot dan bij andere. De rozen op onze shortlist overleven de witziekte en de bladvlekkenziekte zonder veel kleerscheuren. Rozen zijn ook gevoelig voor insecten zoals bladluis. Ook deze kwetsbaarheid registreerden we: soorten met minder insectenvraat hadden een streepje voor.”
Iets waar de meeste mensen het wél over eens zijn: snoeien is een lastige klus. Marcel Vossen bevestigt: “Snoeien is één van die tuinkarweien waaraan veel mensen een broertje dood hebben. Wil je echter een mooie, gezonde roos, dan is snoeien onontkoombaar: de snoei prikkelt de groei van de bloemen en verlengt de levensduur van de struiken. Voor de rozen die wij geselecteerd hebben volstaat één snoeibeurt. Met een minimum aan inspanningen krijgen de mensen dus een mooi resultaat in hun tuin.”
Méér dan knappe winnaressen Rozenminnaars uit alle windstreken kunnen de resultaten van dit onderzoek ter plaatse raadplegen. Alle uitverkoren variëteiten werden van een aangepast naamplaatje voorzien. Particulieren kunnen de informatie raadplegen en gebruiken in hun tuin, kwekers kunnen er hun aanbod op afstemmen. Met hun sterke gestel en betoverende geur zijn de topatletes onder de rozen niet alleen een geschenk voor kwekers en rozenliefhebbers. Ook voor het leefmilieu zijn ze een goede zaak, meent Marcel Vossen: “Minder zieke rozen en minder
insecten betekenen immers dat mensen minder geneigd zijn naar bestrijdingsmiddelen te grijpen. Onze rozen passen dus perfect in het plaatje van een natuurlijke, milieuvriendelijke tuin.”
De Rozentuin praktisch De Rozentuin van Coloma ligt in het centrum van Sint-Pieters-Leeuw. De belangrijkste toegangswegen zijn de J. Depauwstraat en de E. Rooselaersstraat. De Rozentuin is open van 15 mei tot 31 oktober. Openingsuren: dinsdag tot zondag van 10 tot 20 u, maandag gesloten. Een gratis geleid bezoek kan je aanvragen bij kim.
[email protected] Ook het Rozenmuseum, eveneens in het Colomapark, is beslist een bezoekje waard. Vlakbij liggen de parken Gaasbeek-Groenenberg met de museumtuin.
Meer weten?
[email protected] tel. 02 454 86 32
Van juni tot oktober staan er elke dag zo’n 200 000 bloemen in bloei: een uitbundig spektakel van kleuren en geuren dat menig rozenfanaat naar Sint-Pieters-Leeuw lokt Foto: Bart Van Camp
Eén snoeibeurt Naast een goede weerstand tegen ziekten moesten de rozen nog meer in hun mars hebben. Marcel Vossen vult aan: “We noteerden ook de periode waarin de rozen bloeiden en herbloeiden - bloeirijke variëteiten kregen een hogere score - en namen de weersgevoeligheid onder de loep. Ook over de sterkte van de geur doet ons onderzoek uitspraak. Kleur en bloemvorm hebben we niet meegenomen: dat zijn immers kenmerken met een grote emotionele waarde, die moeilijk met objectieve maatstaven te meten zijn.”
29
De week van het bos De week van het bos viert dit jaar zijn 30ste verjaardag! Al 30 jaar lang halen tienduizenden mensen naar aanleiding van deze week een frisse neus in de Vlaamse bossen om er kennis te maken met de vele schatten die onze bossen rijk zijn. Dit jaar, van 5 tot en met 12 oktober, staat de week van het bos in het teken van het klimaat, letterlijk en figuurlijk een ‘hot’ thema. Wat zijn de gevolgen van dit mondiaal probleem voor onze bossen en de planten en dieren die in het bos leven? En omgekeerd, welke invloed hebben bossen op de klimaatverandering? Het bos als CO2-opslag, het effect van ontbossing in de tropen, duurzaam geproduceerd hout, hout als klimaatvriendelijke grond- en brandstof, het effect op onze inheemse soorten,… Wil je er meer over weten? Dan is deelnemen aan de week van het bos een must.
Bos en Klimaat Het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vereniging voor Bos in Vlaanderen roepen de bosbezoekers op om bij te dragen tot een klimaatvriendelijke week van het bos. ‘Bos en Klimaat’ hoeft immers geen ver-van-ons-bedshow te zijn! Spring op de fiets, neem trein, tram of bus of strek je benen en geniet van een heerlijk dagje buiten!
Ook dit jaar subsidieert het ANB een flink aantal projecten die ervoor zorgen dat groene ruimten worden aangelegd, ingericht of heringericht. Door een speciale inspanning van minister van Leefmilieu Hilde Crevits is hiervoor in 2008 dubbel zo veel geld uitgetrokken, zo’n anderhalf miljoen euro. Het thema is dit jaar ‘Kinderen en Jeugd’. Projecten die op een originele manier zorgen voor de aanleg, de inrichting of de herinrichting op maat van kinderen en/of jongeren verhogen hun kansen op een subsidie. Verder is het de bedoeling dat de projecten een voorbeeld stellen en vernieuwend zijn. Uiteraard moeten de groenprojecten steeds kaderen binnen de beheervisie Harmonisch Park- en Groenbeheer. Harmonisch Park- en Groenbeheer staat voor een evenwicht tussen duurzaamheid, dynamiek, diversiteit, mens, milieu en natuur bij het beheer van parken en groene ruimten.
De officiële opening vindt dit jaar plaats in het Rhodesgoed te Izegem. Andere activiteiten kan je binnenkort terugvinden op onze website (www.weekvanhetbos.be). De vertrouwde programmakrant zal vervangen worden door een themakrant waarin je heel wat informatie en weetjes vindt over het thema ‘bos en klimaat’.
Minister Crevits ondertekent Countdown 2010
Door de handtekening van minister Crevits engageert Vlaanderen zich om een tandje bij te steken in de strijd tegen het verlies aan biodiversiteit. Foto: LNE
30
Op de Conventie van Bonn heeft minister van Leefmilieu Hilde Crevits het Charter Countdown 2010 ondertekend. Countdown 2010 telt letterlijk af naar het jaar 2010. Tegen dan moet er concreet iets gebeurd zijn om het verlies aan biodiversiteit te stoppen.
Biodiversiteit is de verzamelnaam voor de verscheidenheid aan dier- en plantensoorten en aan micro-organismen. Biodiversiteit is de basis van het leven op aarde, maar ze wordt bedreigd: 6 % van de soorten in Vlaanderen is verdwenen, 28 % loopt risico te verdwijnen op korte termijn. Volgens een studie van de Verenigde Naties sterven wereldwijd soorten aan een sneltempo uit, 1 000 keer sneller dan in de prehistorie. Countdown 2010 wil mensen bewust maken van deze problematiek en hen ertoe aanzetten om de biodiversiteit te redden. Door de handtekening van minister Crevits engageert Vlaanderen zich om extra in te zetten op deze problematiek.
Meer info: www.countdown2010.net
Spoorzoeker kort
Spoorzoeker kort
zondag 5 tot en met 12 oktober 2008
Harmonisch Park- en Groenbeheer: nieuwe subsidies
Meer info:
[email protected]
In het volgende nummer Industrie en natuur: van losse flirt naar standvastig partnerschap
Feest in het Nationaal Park Hoge Kempen
Dat industrie en natuur met getrokken messen tegenover elkaar stonden, is verleden tijd. Hedendaagse bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen, schenken meer en meer aandacht aan natuurcompensatie, vaak onder impuls van Europese verplichtingen. Spoorzoeker zoekt ze op.
De initiatiefnemers van het allereerste nationaal park van Vlaanderen ontvingen de Goldman Environmental Price 2008. Dat is één van de meest prestigieuze prijzen in de wereld van natuurbescherming. Een dubbelgesprek met directeur Ignace Schops en provinciaal ANBdirecteur Bert Vanholen.
31
Centrale Diensten Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert II-laan 20 1000 Brussel tel. 02 553 81 02 fax 02 553 81 05
[email protected] Provinciale Afdelingen ANB - Antwerpen Gebouw Anna Bijns Lange Kievitstraat 111/113 bus 63 2018 Antwerpen tel. 03 224 62 62 fax 03 224 60 90
[email protected] ANB - Limburg VAC-gebouw Koningin Astridlaan 50 bus 5 3500 Hasselt tel. 011 74 24 50 fax 011 74 24 99
[email protected] ANB - Oost-Vlaanderen Gebr. Van Eyckstraat 4-6 9000 Gent tel. 09 265 46 40 fax 09 265 45 88
[email protected] ANB - Vlaams Brabant Waaistraat 1 3000 Leuven tel. 016 21 12 20 fax 016 21 12 30
[email protected] ANB - West-Vlaanderen Zandstraat 255 8200 Brugge tel. 050 45 41 76 fax 050 45 41 75
[email protected]
Vlaamse Bezoekerscentra Bezoekerscentrum Boshuis Ravels Jachtweg 27 - 2380 Ravels
[email protected]
Vlaams Bezoekerscentrum De Grote Zaagbek Oude Bruggeweg 239 - 8460 Oudenburg
[email protected]
Bosmuseum Pijnven Kiefhoekstraat zn - 3940 Hechtel-Eksel
[email protected]
Bezoekerscentrum Zoerselbos Boshuisweg 2 - 2980 Zoersel
[email protected] www.zoerselbos.be
Bosmuseum Jan Van Ruusbroeck Duboislaan 2 - 1560 Hoeilaart
[email protected] Bosmuseum Hallerbos Vlasmarktdreef 4 - 1500 Halle
[email protected] Onthaalcentrum Het Broek Het Broek 1 - 2830 Blaasveld-Willebroek
[email protected]
Natuureducatief Centrum De Vroente Putsesteenweg 129 - 2920 Kalmthout
[email protected] Bezoekerscentrum Webbekomsbroek Omer Vanoudenhovenlaan 48 2390 Diest tel. 013 35 86 59
Bosmuseum Wildert (De Wildertse Duintjes) Wildertse duintjes 18 - 2910 Essen
[email protected] Coloma rozentuin Domein Coloma - J. Depauwstraat 25 1600 Sint-Pieters-Leeuw
[email protected] [email protected]
Colofon
Museumtuin Gaasbeek Konijnestraat 172B - 1602 Sint-Pieters-Leeuw
[email protected] [email protected]
Spoorzoeker is een driemaandelijks magazine van het Agentschap voor Natuur en Bos
Oranjerie Vordenstein Horstebaan 2 - 2900 Schoten
[email protected] Vlaams Bezoekerscentrum De Watersnip Grauwe steenstraat 7/2 - 3582 Beringen Koersel Tel. 011 45 01 91 - fax 011 45 01 99
[email protected] Vlaams Bezoekers- en Natuureducatiecentrum De Nachtegaal Olmendreef 2 - 8660 De Panne tel. 058 42 21 51 - fax 058 42 21 52
[email protected] www.vbncdenachtegaal.be Vlaams Bezoekerscentrum De Otter Kasteel De Blankaart - Iepersteenweg 56 - 8600 Woumen tel. 051 54 59 48
[email protected] Vlaams Bezoekerscentrum Bastion VIII Begijnhoflaan 45 - 9200 Dendermonde tel. 052 21 08 74 - fax 052 21 89 11
[email protected] www.kad.be/bastion
Redactieraad: Mathilde Bartels, Dirk Bogaert, Griet Buyse, Dirk Demeyere, Evelien de Munter, Rosetta Iannicelli, Wouter Mortier, Katelijne Norga, Regine Vanallemeersch, Marie-Laure Vanwanseele, Patrick Verheye, An Wouters Redactie: Pantarein, www.pantarein.be Lay-out: Nadia De Braekeler Digitale Drukkerij BZ Drukwerk: Van Der Poorten nv www.vanderpoorten.be V.U.: Dirk Bogaert Hoofd Cel Communicatie, Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Redactieadres: Redactie Spoorzoeker, Team Communicatie ANB, Koning Albert II-laan 20 bus 8, B-1000 Brussel, tel. 02 553 81 13,
[email protected]