Klimaatverandering
6
7 en 8
In de weer voor het klimaat
Werkblad
Doelen
De leerlingen: • weten dat bepaalde activiteiten en producten veel energie kosten en dus zorgen voor een grote uitstoot van CO2. • zijn zich bewust dat hun koop-en leefgedrag indirect bijdraagt aan het broeikaseffect. • zijn zich bewust hoe ze hun bijdrage aan het broeikaseffect zouden kunnen verminderen.
Begrippen
de grondstof, het transport, de energie
Materialen
• • • •
Duur
75 minuten
Inleiding
Blik terug op de voorgaande lessen. Het versterkte broeikaseffect zorgt voor klimaatverandering. Dit heeft vele gevolgen voor de omgeving, voor dieren, maar ook voor onszelf. Wat kunnen we er nu eigenlijk aan doen? In deze les denken de leerlingen na over hoe hun dagelijkse activiteiten in meer of mindere mate bijdragen aan de hoeveelheid uitstoot van CO2. Begin de les met het laten zien van een paar sokken. Laat de leerlingen in een klassengesprek brainstormen over hoe de sokken gemaakt zijn. • Welke grondstoffen zijn er gebruikt? • Waar komen deze grondstoffen vandaan? • Welke industrieën zijn erbij betrokken? Zie het schema hieronder. Laat het schema van de “ingewikkelde sokken” zien. Bespreek het schema klassikaal. Alleen al voor de productie van een paar sokken is dus heel wat industrie en vervoer nodig. Er komen veel uitlaatgassen bij vrij. Door het kopen van een paar sokken, draag je dus indirect bij aan het broeikaseffect. Sokken zijn natuurlijk maar een voorbeeld. Dit geldt natuurlijk voor heel veel producten. Vaak zijn er wel duurzamere alternatieven te bedenken. Laat de leerlingen een manier bedenken om “simpele sokken” te maken. (Wol van een Texelse schapenboer, wol spinnen en verven op Texel, breien op Texel.)
6. In de weer voor het klimaat
(15 minuten)
Paar sokken Per leerling een blad met groene voetstapjes Schema ingewikkelde sokken Werkbladen 6A t/m 6D
www.duurzameleerlijn.nl 43
Kern (45 minuten)
Deel de leerlingen in, in groepjes van 4. Aan de hand van de werkbladen 6A t/m 6B gaan ze nadenken over hun eigen aandeel in de uitstoot van CO2 binnen de volgende thema’s: voedsel, transport, vrije tijd en andere zaken. Deel 1: Elke leerling vult zijn eigen werkblad eerst voor zichzelf in. Laat de werkbladen daarna binnen de groepjes rouleren zodat de leerlingen elkaars werkblad invullen. Deel 2: Elke leerling gaat nu in zijn eigen schema met verschillende kleuren onderstrepen wat veel CO2 oplevert (rode streep), wat matig (geel) en wat weinig/niets (groen). Het gaat dan natuurlijk niet alleen om direct CO2 maar ook indirect. Bijvoorbeeld: bananen eten kost gemiddeld meer CO2 dan Texelse appels, omdat bananen aangevoerd moeten worden. Deel 3: Laat de leerlingen groene voetstappen uitknippen. De leerlingen delen binnen hun groepje nu de groene voetstappen uit. De leerling die op één onderwerp heel goed scoort krijgt er veel, degene die slecht scoort weinig of niets. Laat de leerlingen zelf de relatieve aantallen bepalen. Deel 4: Maak nu met het hele groepje een meest duurzame dag. Bepaal wat het minste CO2 oplevert qua voeding, transport, vrije tijd en andere zaken.
(15 minuten)
Extra
Vergelijk de verschillende duurzame dagen klassikaal. Wat zijn de meest duurzame activiteiten? Misschien is er wel één leerling aan te wijzen die de meest duurzame dag heeft.
Activiteit: • Laat de leerlingen een schema maken zoals dat van de sokken, over een zelfgekozen product. • Educatief spel over duurzaam leven www.sarahswereld.nl • www.zonopschool.nl, je mondiale voetafdruk 1. In de weer voor het klimaat
Afronding
www.duurzameleerlijn.nl 44
Klimaatverandering
6a
7 en 8
Werkblad In de weer voor het klimaat
Eten
Wat eet je ’s morgens, ’s middags en ’s avonds? Neem als avondeten de maaltijd van gisteren of je lievelingsmaaltijd.
Naam
Naam
Naam
Naam
Ontbijt
Middag
6. In de weer voor het klimaat
Avond
Klimaatverandering
6b
7 en 8
Werkblad In de weer voor het klimaat
Vervoer
Hoe kom je op verschillende plekken?
Naam
Naam
Naam
Naam
School
Sport
Vrienden
6. In de weer voor het klimaat
Muziek
www.duurzameleerlijn.nl 46
Klimaatverandering
6c
7 en 8
Werkblad In de weer voor het klimaat
Vrije tijd
Wat doe je na/voor school? Naam
Naam
Naam
Naam
Sporten Welke sport?
Computeren Hoe lang?
Muziek maken Welk instrument?
Spelen Wat doe je?
Lezen
Creatief Wat maak je?
6. In de weer voor het klimaat
Ja of nee?
Klimaatverandering
6d
7 en 8
Werkblad In de weer voor het klimaat
Vakantie
Wat doe je in de zomervakantie? Blijf je thuis, of ga je op vakantie?
Naam
Naam
Naam
Naam
Waar ben je?
Hoe ga je er heen?
Wat doe je?
6. In de weer voor het klimaat
Waar slaap je?
6. In de weer voor het klimaat