Spoor 3: Bevestigen-actualiseren van het gemeentelijk mobiliteitsplan Stappenplan mei 2009
Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid
Inhoud 1.
Inleiding.................................................................................................................................3
1.1.
Achtergrond ............................................................................................................................3
1.2.
Doel ........................................................................................................................................3
2.
Schematisch overzicht ........................................................................................................4
3.
Werkwijze ..............................................................................................................................5
3.1.
Stap 1: Sneltoets is goedgekeurd in PAC..............................................................................5
3.2.
Stap 2: Toevoegingen ............................................................................................................5
3.3.
Stap 3: Actieplan ....................................................................................................................5
3.4.
Stap 4: Definitief mobiliteitsplan op PAC ...............................................................................5
4.
Veel voorkomende vragen...................................................................................................6 Waarom moet de gemeente met het resultaat van Spoor 3 apart naar de PAC komen? .....6 We hebben het mobiliteitsplan van onze gemeente niet in digitale vorm. Kunnen we subsidies krijgen om het te digitaliseren? ..............................................................................6 Kan de gemeente voor Spoor 3 een studiebureau aanstellen en krijgen we dan subsidies hiervoor in het kader van module 1?......................................................................................6 Hoeveel tijd moeten we rekenen voor het uitwerken van Spoor 3?.......................................6 Wat als een recentere versie van OngevallenGIS nieuwe locaties aanduidt als gevaarlijk punt? ............................................................................................................7 Ons GRS is afgewerkt na de conformverklaring van ons mobiliteitsplan, hoe moeten we hiermee omgaan? ............................................................................................................7 De kaarten in ons huidig mobiliteitsplan zijn niet meer aangepast aan de nieuwe versie van ons mobiliteitsplan of aan het BFF dat ondertussen werd aangepast of … ..........................7 Ons mobiliteitsplan heeft geen ABC-structuur. Wat dan?......................................................7 Waarom moet het overzicht van gewijzigde elementen worden toegevoegd in stap 2? .......8
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 2 /8
1.
Inleiding
1.1.
Achtergrond De vijfjaarlijkse evaluatie van het gemeentelijke mobiliteitsplan via de sneltoets leidt tot een van deze drie resultaten: ●
Spoor 1: Vernieuwen van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Eén of meerdere partners staat niet meer achter het beleidsscenario van het bestaande mobiliteitsplan of een aantal strategische keuzes worden in vraag gesteld; het mobiliteitsplan is aan vernieuwing toe. In deze grondige herziening wordt de opmaak van het gemeentelijk mobiliteitsplan overgedaan volgens de driefasenmethodiek van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Subsidie via module 1 is mogelijk.
●
Spoor 2: Verbreden-verdiepen van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Er wordt gekozen om één of meerdere specifieke thema’s toe te voegen aan het mobiliteitsplan (verbreden) en/of verder uit te werken (verdiepen). Dat gebeurt in verschillende stappen, gespreid over drie fasen: Verkenningsfase Uitwerkingsfase - Mobiliteitsplanfase (waarbij Mobiliteitsplanfase overeenkomt met Fase 3 van de opmaak van het gemeentelijk mobiliteitsplan). Subsidie via module 1 is mogelijk.
● Spoor 3: Bevestigen-actualiseren van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Het bestaande mobiliteitsplan is nog voldoende actueel en gedragen, waardoor het verder uitgevoerd kan worden. Het mobiliteitsplan wordt dus bevestigd. Het actieplan wordt wel geactualiseerd. De bevestiging-actualisering van een mobiliteitsplan is een nieuw gegeven is in het mobiliteitsconvenant. Dit stappenplan loodst u vlot door Spoor 3.
1.2.
Doel Het is belangrijk dat het eindproduct van dit spoor (een bevestigd-geactualiseerd mobiliteitsplan) een duidelijk leesbaar document is. Dat houdt in dat een volledig nieuw document wordt afgeleverd.
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 3 /8
2.
Schematisch overzicht Stap 1 Overlopen bestaand actieplan Stap 2 Toevoegingen
Stap 3 Actieplan
Stap 4 Definitief mobiliteitsplan op PAC
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 4 /8
3. 3.1.
Werkwijze Stap 1: Overlopen bestaand actieplan Als het resultaat van de sneltoets Spoor 3 is (en de PAC dat resultaat heeft goedgekeurd), wil dat zeggen dat het mobiliteitsplan nog goed is en nog gedragen wordt door de verschillende actoren. De focus ligt op de actualisering van het actieplan: welke acties zijn af, welke uitgesteld, welke zullen niet meer plaatsvinden, welke moeten worden toegevoegd? Binnen de GBC moeten concrete afspraken gemaakt worden over het verdere procesverloop (oplijsting van alles wat geactualiseerd moet worden, wie wat doet,…)
3.2.
Stap 2: Toevoegingen Volgende elementen worden toegevoegd aan het mobiliteitsplan.
3.3.
●
Een oplijsting van de volledige planningscontext (één A4-tje is voldoende), waarbij wordt aangegeven of wat er in het betreffende plan staat al dan niet overeenkomt met het bestaande mobiliteitsplan. Bij afwijkingen wordt aangegeven in welke mate die relevant zijn voor het mobiliteitsplan en waarom.
●
Als er binnen de GBC consensus is over kleine aanpassingen aan de teksten van het mobiliteitsplan, dan kunnen die gebeuren. Die aanpassingen gebeuren op basis van reeds besliste elementen zoals Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF) dat gewijzigd is, categorisering PRS dat definitief is, …. Die aanpassingen moeten van beperkte omvang zijn en mogen geen onderzoeksdaden vereisen.
●
Een overzicht waarin wordt aangegeven welke elementen werden gewijzigd/toegevoegd. Dat gebeurt door het aangeven van paginanummers en/of titelnummers.
Stap 3: Actieplan In het kader van Spoor 3 wordt het bestaande actieplan geactualiseerd. Verplicht op te nemen in het actieplan: ● ● ● ●
gerealiseerde acties worden opgelijst en in enkele zinnen geëvalueerd; actieprogramma A-B-C; nieuwe acties, die passen in de visie van het mobiliteitsplan worden toegevoegd; van acties die nog niet uitgevoerd zijn wordt de timing herbekeken.
Voor details over Actieplan/Actieprogramma A-B-C, zie: Inhoud en vorm van het actieplan van het gemeentelijk mobiliteitsplan.
3.4.
Stap 4: Bevestigd-geactualiseerd mobiliteitsplan op PAC Het bevestigd-geactualiseerde mobiliteitsplan wordt voorgelegd aan de PAC. Na conformverklaring door de auditor is het mobiliteitsplan terug geldig.
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 5 /8
4.
Veel voorkomende vragen Waarom moet de gemeente met het resultaat van Spoor 3 apart naar de PAC komen? Bij het voorleggen van de sneltoets aan de PAC gebeurt enkel een formele goedkeuring van het gekozen spoor. Er vindt geen grondige inhoudelijke beoordeling plaats. De methodiek voor het uitwerken van Spoor 3 biedt de mogelijkheid om een aantal nieuwe elementen toe te voegen aan het mobiliteitsplan. Dat zijn nieuwe elementen van het niveau actualiseren. De PAC heeft als taak om inhoudelijk na te gaan of die elementen het mobiliteitsplan niet fundamenteel wijzigen en om na te gaan of die wijzigingen van het niveau zijn zoals vooropgesteld voor Spoor 3. De PAC kan m.a.w. beslissen dat toch moet gekozen worden voor Spoor 2 of Spoor 1. De PAC heeft in eerste instantie dus de taak om na te gaan of de nieuwe inhoudelijke elementen passen in het bestaande mobiliteitsplan. Een tweede element is het actieplan. Daar heeft de PAC / auditor de taak om na te gaan of het actieplan goed is opgebouwd. Het is van belang dat de gemeente aanwezig is op de PAC wanneer het bevestigdegeactualiseerde mobiliteitsplan (inclusief actieplan) besproken wordt. We hebben het mobiliteitsplan van onze gemeente niet in digitale vorm. Kunnen we subsidies krijgen om het te digitaliseren? Heel wat gemeenten hebben hun bestaand mobiliteitsplan inderdaad niet digitaal. In het kader van Spoor 3 gebeuren echter geen grote aanpassingen aan het mobiliteitsplan zelf. Het werk dat nodig is om een mobiliteitsplan te digitaliseren is inhoudelijk niet van die aard dat deskundigheid van een studiebureau nodig is. Het aanwerven van een jobstudent voor die taak lijkt een efficiëntere oplossing. Voor Spoor 3 worden geen subsidies uitbetaald met module 1 (zie volgende vraag). Kan de gemeente voor Spoor 3 een studiebureau aanstellen en krijgen we dan subsidies hiervoor in het kader van module 1? Indien gekozen wordt voor Spoor 3, betreft het enkel kleine aanpassingen aan het mobiliteitsplan. Voor die kleine aanpassingen is geen onderzoekswerk nodig. We gaan ervan uit dat de gemeente de aanpassingen in kader van Spoor 3 zelf kan uitvoeren, het denkwerk kan binnen de GBC gebeuren. De GBC moet de tekstuele afhandeling doen. Dat vraagt enige inspanning van de gemeenten, maar een studiebureau onder de arm nemen om de gemeente te ontlasten vraagt ook enige inspanning. Het is immers niet de bedoeling dat binnen Spoor 3 grote tekstuele aanpassingen gebeuren. Een studiebureau zal bovendien snel geneigd zijn om al dan niet overbodig opsmukwerk uit te voeren (en te factureren). De gemeente kan wel in het kader van module 1 subsidies krijgen voor een mobiliteitsambtenaar. Hoeveel tijd moeten we rekenen voor het uitwerken van Spoor 3? De inschatting is dat voor het toevoegen van de beperkte tekstelementen en het uitwerken van het nieuwe actieplan in principe een tweetal GBC’s nodig zullen zijn. Met een goede verslaggeving van die GBC’s zou het schrijfwerk voor de gemeente ook relatief snel moeten vooruitgaan. We verwachten dan ook dat 6 maanden volstaan voor het uitwerken en afwerken van Spoor 3.
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 6 /8
Wat als een recentere versie van OngevallenGIS nieuwe locaties aanduidt als gevaarlijk punt? Een analyse van het OngevallenGIS moet niet in het mobiliteitsplan opgenomen worden. Een mobiliteitsplan is in elk geval niet het document waar dergelijke analyses thuishoren. Bovendien vraagt dit eventueel verder onderzoek en dat kan in principe niet in Spoor 3. Wel kunnen de gevaarlijke locaties opgenomen worden in het actieplan. Uiteindelijk is het uitwerken van de effectieve oplossing voor het gevaarlijk punt geen onderdeel van het mobiliteitsplan maar onderdeel van de actie zelf. Hetzelfde geldt voor andere ontwikkelingen zoals aanvullende reglementen, verkeersbordendatabank,… Ons GRS is afgewerkt na de conformverklaring van ons mobiliteitsplan, hoe moeten we hiermee omgaan? Er zijn twee mogelijkheden. 1. De eerste is dat het GRS en het mobiliteitsplan ongeveer gelijktijdig werden afgewerkt of dat het GRS de opties uit het al afgewerkte mobiliteitsplan volledig heeft overgenomen. In dat geval is de inhoudelijke afstemming reeds in orde. In het kader van de sneltoets moeten geen aanpassingen gebeuren aan het mobiliteitsplan voor de ruimtelijke ontwikkelingen,… 2. De tweede mogelijkheid is dat het GRS duidelijk andere opties naar voren schuift. Het gaat dan bijvoorbeeld om een andere wegencategorisering of ruimtelijke ontwikkelingen die niet conform het mobiliteitsplan worden ingeplant of ontsloten. In dat geval is Spoor 3 niet de juiste keuze, en moet er overgegaan worden naar Spoor 2 of zelfs Spoor 1. De kaarten in ons huidig mobiliteitsplan zijn niet meer aangepast aan de nieuwe versie van ons mobiliteitsplan of aan het BFF dat ondertussen werd aangepast of … Ook hier gaat het om beperkt werk, het denkwerk gebeurt immers in de GBC zelf. In kader van Spoor 3 worden de kaartjes enkel mee aangepast indien nodig. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door een GIS-medewerker van de gemeente. In de inleiding kan dan opgenomen worden wat wel/niet aangepast werd aan de kaarten en waarom. Het moderniseren van kaartjes waar inhoudelijk eigenlijk geen veranderingen aan nodig zijn kan gebeuren door een medewerker van de gemeente. Ons mobiliteitsplan heeft geen ABC-structuur. Wat dan? In Spoor 3 zijn er alleen beperkte aanpassingen aan het mobiliteitsplan. De structuur van een mobiliteitsplan volledig aanpassen conform de driefasenmethodiek van het gemeentelijk mobiliteitsplan zal heel dikwijls leiden tot inhoudelijke discussies. Ofwel zijn er geen elementen in het ‘oude’ mobiliteitsplan die onder een bepaald (sub)werkdomein passen en moet dat (sub)werkdomein nog ingevuld worden, ofwel zorgt het reorganiseren van de tekst ervoor dat voor een aantal thema’s de discussie weer volledig wordt opengetrokken. In het kader van een Spoor 3 mag de structuur van het mobiliteitsplan aangepast worden conform de driefasenmethodiek van het gemeentelijk mobiliteitsplan. Weliswaar binnen de grenzen die haalbaar zijn voor de gemeente, een studiebureau kan hiervoor niet ingeschakeld worden. Als dat echter gepaard zou gaan met inhoudelijke discussies, zit de GBC eigenlijk in Spoor 2 of Spoor 1. Op dat ogenblik moet een GBC ook de keuze maken om Spoor 1 of Spoor 2 ook op die manier uit te werken. De methodieken die aangeboden worden voor beide sporen bieden immers een structuur om die inhoudelijke discussie op een goede manier te voeren. Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 7 /8
Waarom moet het overzicht van gewijzigde elementen worden toegevoegd in stap 2? In Spoor 3 kunnen alleen kleine elementen toegevoegd of gewijzigd worden aan het mobiliteitsplan. Het invoegen van een leeswijzer in het begin van het nieuwe mobiliteitsplan kan ervoor zorgen dat die kleine wijzigingen snel teruggevonden kunnen worden. De leesbaarheid van het mobiliteitsplan zal hierdoor dus sterk verbeteren. Ook mensen extern aan de GBC (gemeenteraadsleden, de auditor,…) zullen hierdoor het document vlot kunnen lezen en begrijpen. Verder zal het ook kunnen gebruikt worden in communicatie met de bevolking.
Vlaamse overheid Departement MOW - BMV
Spoor 3 – Bevestigen-actualiseren... – Stappenplan (mei 2009) – p. 8 /8